Controle en behandeling van hoge bloeddruk in de zwangerschap

advertisement
Controle en behandeling van hoge
bloeddruk in de zwangerschap
Onder controle bij de gynaecoloogBloeddruk, bloed- en
urineonderzoekEventueel ziekenhuisopnameBevalling in het ziekenhuis
1. Algemeen
Een hoge bloeddruk die het gevolg is van de zwangerschap en optreedt in de 2e helft
van de zwangerschap wordt zwangerschapshypertensie genoemd. Hierbij is de
onderdruk bij herhaling hoger dan 95 mmHg, kan eiwit in uw urine aanwezig zijn en
kunnen klachten optreden als hoofdpijn, misselijkheid en braken, pijn in de bovenbuik
en vochtophoping aan benen en handen. Veel vrouwen met een
zwangerschapshypertensie voelen zich echter niet ziek.
Een ernstiger vorm van zwangerschapshypertensie wordt pre-eclampsie genoemd.
Hierbij is duidelijk eiwitverlies in de urine te zien of andere tekenen van tijdelijke
orgaanbeschadiging. Een zeer ernstige vorm is eclampsie. Hierbij ontstaan stuipen
(insulten of convulsies).
Een speciale vorm van ernstige zwangerschapshypertensie is het HELLP-syndroom.
HELLP staat voor Hemolyse (afbraak van de rode bloedcellen), Elevated Liver
enzymes (verhoogde leverenzymen) en Low Platelets (een laag aantal bloedplaatjes).
Vrouwen voelen zich meestal ziek, hebben ernstige pijn in de bovenbuik, soms met
uitstraling naar de zijkant van de buik of de rug. Ook misselijkheid en hoofdpijn komen
veel voor. Het is een ernstig ziektebeeld waarvoor opname noodzakelijk is.
Specialisme:
Gynaecologie/Verloskunde
Afdeling & Route:
Polikliniek Gynaecologie/Verloskunde, 2.2
Contact:
(050) 524 5840
2. Onderzoek
U bent door uw huisarts of verloskundige verwezen naar de polikliniek
Verloskunde/Gynaecologie vanwege een hoge bloeddruk in de 2e helft van uw
zwangerschap. De gynaecoloog doet een aantal onderzoeken, kijkt onder meer naar
de grootte van uw baarmoeder en schat of de baby groot genoeg is voor de duur van
de zwangerschap. Zo nodig krijgt u een echoscopisch onderzoek om de grootte van de
baby te controleren. Bij ernstiger vormen van hypertensie wordt soms tijdens de
echoscopie de doorstroming van de bloedvaten in de navelstreng gemeten (Doppleronderzoek). Ook uw kniepeesreflex wordt gecontroleerd: met een soort hamertje geeft
de gynaecoloog u een tikje op de kniepees. Uw reflex laat zien of het zenuwstelsel
extra prikkelbaar is. Als dat het geval is, zal de gynaecoloog u meestal laten opnemen
in het ziekenhuis.
Uw bloeddruk wordt gemeten en uw gewicht bepaald om te zien of u vocht vasthoudt.
U laat bloed afnemen voor onderzoek en u levert urine in dat onderzocht wordt op de
aanwezigheid van eiwit. Na afloop krijgt u, afhankelijk van uw situatie, een
vervolgafspraak op korte termijn. Het kan ook zijn dat de gynaecoloog direct alle
uitslagen op de dag van uw eerste bezoek met u bespreekt. Bij ernstige hypertensie
wordt u zo nodig meteen opgenomen.
Specialisme:
Gynaecologie/Verloskunde
Afdeling & Route:
Polikliniek Gynaecologie/Verloskunde, 2.2
Contact:
(050) 524 5840
3. Controles
Hoe uw zwangerschap verder begeleid wordt, hangt af van de uitslagen van het
onderzoek. Als de bevindingen meevallen kan de gynaecoloog u terugverwijzen naar
de verloskundige of uw huisarts. Als uw bloeddruk verhoogd is, zal de verloskundige of
arts u vaak rust adviseren, werk buitenshuis te verminderen of stoppen, of extra hulp
thuis te regelen.
Bij zwangerschapshypertensie neemt de gynaecoloog in de regel de begeleiding over.
U komt dan gedurende de rest van uw zwangerschap voor controle naar de polikliniek.
Poliklinische controles zijn voldoende als u geen klachten heeft, uw bloeddruk slechts
matig verhoogd is (onderdruk onder 100 mmHg), er geen eiwit in de urine wordt
gevonden, uw bloeduitslagen normaal zijn, en de baby normaal van grootte lijkt en
goed beweegt.De kans op complicaties voor u en de baby is dan klein. Opname in het
ziekenhuis of bloeddrukverlagende medicijnen zijn dan niet nodig.
Als de hypertensie ernstiger wordt, kan alsnog een ziekenhuisopname geadviseerd
worden. Doorgaans herhaalt de gynaecoloog bij elke controle de verschillende
onderzoeken. Als u tussen de controles door meer of nieuwe klachten krijgt of minder
leven voelt, moet u contact opnemen met het ziekenhuis.
Specialisme:
Gynaecologie/Verloskunde
Afdeling & Route:
Polikliniek Gynaecologie/Verloskunde, 2.2
Contact:
(050) 524 5840
4. Opname
Bij klachten, ernstige zwangerschapshypertensie (onderdruk hoger dan 100 mmHg),
eiwit in de urine, afwijkende bloeduitslagen, een duidelijke groeiachterstand van de
baby, of andere complicaties, volgt doorgaans ziekenhuisopname. Vooral voor
bewaking van uw gezondheid en die van de baby.
Als u in het ziekenhuis ligt, wordt regelmatig gevraagd of u klachten hebt. De bloeddruk
wordt vaak meerdere malen per dag gemeten en bloed- en urineonderzoek vindt
regelmatig plaats. Ook de conditie van de baby wordt in de gaten gehouden. Vaak
maakt de verpleegkundige dagelijks een CTG en wordt echoscopisch onderzoek
herhaald. Soms blijkt na enkele dagen dat de ernst van de zwangerschapshypertensie
meevalt, zodat u weer naar huis kunt. In ernstiger gevallen blijft u langer opgenomen,
vaak tot na de bevalling.
In het algemeen krijgt u bedrust voorgeschreven, maar u mag wel naar het toilet of
douchen. Soms is aanvullend medicatie nodig. Een opname is vaak een moeilijke tijd
van wachten, spanning, onzekerheid en ongerustheid. Het is daarom belangrijk dat u
aan artsen en verpleegkundigen uitleg vraagt over uw situatie. Zij kunnen echter niet
altijd precies voorspellen wat er zal gebeuren: dat is afhankelijk van de ontwikkeling
van uw bloeddruk, uw klachten en de conditie van uw baby.
Specialisme:
Gynaecologie/Verloskunde
Afdeling & Route:
Polikliniek Gynaecologie/Verloskunde, 2.2
Contact:
(050) 524 5840
5. Bevalling
Bij lichte vormen van zwangerschapshypertensie probeert de gynaecoloog in het
algemeen de baby zolang mogelijk in de baarmoeder te laten en een spontane
bevalling af te wachten. Dat kan als u en uw baby in een goede conditie zijn. In andere
gevallen, als uw toestand en of die van de baby achteruit lijkt te gaan, kan de
gynaecoloog adviseren de bevalling in te leiden.
Bij ernstige pre-eclampsie, HELLP-syndroom en eclampsie zal de gynaecoloog
bekijken of en wanneer uw zwangerschap beëindigd kan worden. Daarbij zijn de duur
van uw zwangerschap, uw conditie en de groei en de conditie van het kind van belang.
Bij voorkeur wordt de bevalling ingeleid. Als inleiden niet mogelijk is, zal meestal een
keizersnede plaatsvinden.
Specialisme:
Gynaecologie/Verloskunde
Afdeling & Route:
Polikliniek Gynaecologie/Verloskunde, 2.2
Contact:
(050) 524 5840
6. Nazorg
Een zwangerschapshypertensie geneest spontaan na de bevalling. Bij een lichte vorm
van hypertensie blijft u na de bevalling soms nog 1 of 2 dagen in het ziekenhuis voor de
controle van de bloeddruk. Na 6 weken gaat u voor controle naar de verloskundige, uw
huisarts of de gynaecoloog. De kans op herhaling van zwangerschapshypertensie in
een volgende zwangerschap is heel klein.
Na een ernstige vorm van zwangerschapshypertensie kan het vele weken, soms
maanden, duren voordat u zich na de bevalling lichamelijk en emotioneel weer fit voelt.
De huisarts, de gynaecoloog of de kinderarts kan u hierbij begeleiden. Contact met
lotgenoten biedt vaak goede steun.
Enige weken na het ontslag uit het ziekenhuis gaat u voor controle naar de polikliniek.
De gynaecoloog controleert uw bloeddruk en laat soms nog aanvullend
(bloed)onderzoek doen. Bij zeer ernstige zwangerschapshypertensie, eclampsie of
HELLP-syndroom is er wel een kleine kans op herhaling in een volgende
zwangerschap, maar in een minder ernstige vorm. De gynaecoloog geeft u bij een
nieuwe kinderwens informatie over wat u in een volgende zwangerschap kunt
verwachten. Wanneer u opnieuw zwanger bent, komt u in overleg onder controle bij of
de verloskundige of de huisarts, maar meestal bij de gynaecoloog.
Specialisme:
Gynaecologie/Verloskunde
Afdeling & Route:
Polikliniek Gynaecologie/Verloskunde, 2.2
Contact:
(050) 524 5840
Download