Wat betekent klimaatonderzoek voor de praktijk? Urgentie, impact en kosten van wel of niet inspelen op de klimaatverandering Ronald Albers Het klimaat verandert • Zeker is dat het klimaat verandert • Hoe snel of hoe langzaam is onzekerder • Regionale veranderingen zijn groter dan mondiale gemiddelden • Als uitstoot broeikasgassen nu stopt gaat klimaatverandering nog lange tijd door (naijleffect) Temperatuur in Nederland: verwachtingen Volgens KNMI’06 scenarios stijgt gemiddelde zomertemperatuur rond 2050 met 0,9 tot 2,8 °C In 2050 zullen gemiddeld 7 tot 15 tropische dagen voorkomen (max temp > 30°C). Nu zijn dat er 4. Gevolgen voor de stad • Overstromingen (zee, rivieren) : veiligheid • Wateroverlast (neerslag) / droogte • Meer hittegolven (2003 en 2006) • Vooral: meer kans op extreme weersomstandigheden Ernst / urgentie Traditionele Nederlandse adaptatie onderwerpen (Deltaprogramma): • Waterveiligheid (overstromingen): buitendijks gebied • Zoetwatervoorziening Relatief nieuw voor Nederland: • Wateroverlast: hinder, economische schade, leefbaarheid • Droogte: vooral economische schade, paalrot, verzakkingen • Hitte: gezondheidseffecten, sterfte bij ouderen Urgentie: adaptatiesnelheid van de stad • Stad heeft een lange doorloop-verandertijd: • Infrastructuur • Ruimtelijk ontwerp • Gebouwen • Indien op tijd kan klimaatadaptatie meeliften: beperkte kosten. (de traagheid van klimaatverandering sluit niet aan bij politieke aandachtsboog, maar geeft wel tijd om mee te liften met stadsdynamiek) • Wachten en later aanpassen is duur!!! Climate Proof Cities Nationaal onderzoeksprogramma • 4-jarig onderzoeksprogramma • Onderdeel van het nationale onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat, mede-gefinancierd door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu • Doel: Kennis aandragen die weloverwogen besluiten over de noodzaak en de tijdigheid van de aanpassingen aan klimaatverandering in stedelijk gebied mogelijk maken. • Focus op hitte en wateroverlast • Budget: €6,6 miljoen Climate Proof Cities Onderzoeksvragen • 20 deelprojecten in 5 onderzoeksvragen/werkpakketten: 1. Hoe werkt het lokale klimaat in Nederlandse steden? 2. Hoe kwetsbaar zijn Nederlandse steden voor klimaatverandering? 3. Welke maatregelen kunnen genomen worden om steden beter aan te passen aan een toekomstig klimaat? 4. Hoe kunnen deze maatregelen bestuurlijk geïmplementeerd worden? 5. Wat is de uiteindelijke balans van kosten en baten? Climate Proof Cities Praktijkgericht onderzoeksprogramma Partners Stakeholders Linking cases and scientific work packages Stedelijk hitte-eiland effect • Het hitte-eilandeffect is het verschil in temperatuur tussen stad en omgeving • Het verschil kan op warme dagen oplopen tot 9˚C, ook in Nederlandse steden • Het effect is het grootst in de avond, na zonsondergang Bron: http://www.epa.gov/heatisland/about/index.htm Gevoeligheid voor hitte Bevolking • Hittestress kan leiden tot: • verminderd thermisch comfort; slaapverstoring, gedragsverandering (grotere agressie) en verminderde arbeidsproductiviteit. • Ziekten: huiduitslag, krampen, oververmoeidheid, beroertes, nierfalen en ademhalingsproblemen. • Sterfte: stijging van 12% per dag tijdens hittegolven Gevoeligheid voor hitte Gevoelige bevolkingsgroepen Typisch temperatuurverloop in huiskamer, slaapkamer, op de huid en in het lichaam van een oudere vrouw tijdens de hittegolf van 2010. (Bron: TNO, Wageningen UR) Gevoeligheid voor wateroverlast stedelijke elementen Impact Urban aspect Threshold (m) Material damage Houses and interior 0 (basement) 0.1 (w/o basement) Electricity supply Economic damages Business interrupHon Traffic disrupHon 0.3 (low tension) 0,35 (street lights) 0,5 (middle tension) 0 (basement) 0.1 (w/o basement) 0.3 Electricity failure Emergency assistance Social disrupCon Fire brigade 0.3 (low tension) 0,5 (middle tension) 0 (house with basement) 0.3 (roads) Accessibility health 0 (basement) faciliHes 0.1 (w/o basement) 0.3 (roads) Average costs per unit (euros 2012) ((min -­‐ max) Content : 750-­‐ -­‐ 1750 House: 400-­‐ -­‐ 1200 Unit 5000 55.000, 5,-­‐ -­‐ 2000,-­‐ (2010) SubstaHon Street light per event Business per hour Transport: 10 – 40 Personal: 1,50 – 6 Commuter traffic: 2 – 8,5 Business traffic: 7,5 – 30 (2006) Households: 0 – 80 Businesses: 80 – 2500 (based on legal compensaHon) 250 -­‐ 1000 Vehicle per 15 – 60 min -­‐ Per health facility House per event Per event 1 – 8 hour Per turn-­‐out Drempelwaardes en reikwijdte aan neerslagschade (Bron: Deltares, TNO) Gemeentelijk beleid • Adaptatie zal geen beleidsterrein op zichzelf worden voor lokale overheden • Daarom: ‘Mainstreamen’, het integreren van klimaatadaptatie in bestaand beleid. • Via doelvervlechting met andere sectoren kan aan ‘mainstreaming’ handen en voeten worden gegeven. • Belangrijke voorwaarde hierbij is bewustwording van de noodzaak van adaptatie (mn van de wethouder) en continuïteit in de manier waarop dit vertaald wordt in de politiek/bestuurlijke agenda op lokaal niveau. (Bron: Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam) Oplossingsstrategieën: samenhang 1 • Hitte, water en droogte zijn met elkaar verbonden • Water kan koelen, maar ook warmte vasthouden • Groen koelt als water verdampt (moet er dus wel water zijn) • Gebouwen en harde oppervlakken kunnen koeler zonder groen!! • Uitdaging: kunnen we opties verzinnen die wateroverschotten en -tekorten verbinden idem voor warmte en koude. Oplossingsstrategieën: samenhang 2 • Evenwicht in de stad tussen rood, groen, blauw • Goede afweging tussen schalen en domeinen: gebouw, wijkinrichting, watersystemen, stad en regio. • De schalen hebben nu ieder een eigen wereld: • Gebouw: architecten, aannemers, eigenaren, woningbouwverenigingen, enz. • Wijken: ontwerpers, ruimtelijke ordening • Watersystemen: waterschappen, technisch. • Verbinding is efficiënter. Gebouw: thermisch comfort Verbinden met energiebesparing INS = extra insulation THM = extra thermal mass ALB = increase albedo OVH = implement overhang OPW = opening windows VGR = green roof Invloed van 6 maatregelen op een rijwoning om opwarming te voorkomen. (Bron: TU/Eindhoven) Gevoeligheid voor hitte Straatprofiel Toepassing van gevoeligheidsprofielen voor straten in Bergpolder-Zuid, Rotterdam (Bron: Wageningen UR) Kwetsbaarheidstypologie voor hitte Kwetsbaarheidstypologie voor wijken in Amsterdam (Bron: TU/Delft) Maatregelen tegen hitte - groen Buitentemperatuur Gesimuleerd effect van vegetatie op de temperatuur in de Couperusbuurt (Bron: Kleerekoper. TU/Delft) Maatregelen tegen hitte - groen Buitentemperatuur Groen ontwerpprincipe voor een stedelijk bouwblok (Bron: Wageningen UR) Maatregelen tegen hitte – structuur Buitentemperatuur • Oriëntatie van de straat • N-Z of O-W oriëntatie bepaalt waar en hoe het beste schaduw kan worden gecreëerd • Luchtstroming • Ventilatie door de straat en wijk creëren • Kleur van het gebouw (albedo) • Lichter dak zorgt voor afkoeling • Lichtere gevel kan voor opwarming zorgen ivm weerkaatsing van de straling • Hoogte/breedte-verhouding van de straat • Smallere straat geeft bijvoorbeeld: • Verkoeling door meer schaduwwerking • Opwarming door verminderde ventilatie • Opwarming door meer multi-reflecties tussen gevels • Welke van de aspecten van doorslaggevende invloed zijn is afhankelijk van de hoogte-breedte verhouding. Maatregelen tegen wateroverlast • Ondergrondse opslag: • Riolering vergroten, ondergrondse berging, bergbezinnkvoorzieningen, kruipruimtes (bijvoorbeeld met waterzakken) • Bovengrondse berging: • Oppervlaktewater, verdiepte wegen / verhoogde stoepranden, waterpleinen, groene daken • Ondergrondse infiltratie: • Infiltratiekratten, infiltratieriolen • Oppervlakte infiltratie: • Wadi’s, doorlatende verharding, parken en groenstroken • Overig: • Pomp capaciteit vergroten, afkoppelen Maatregelen tegen wateroverlast Voorbeeld: infiltratiekratten Tijdelijke berging, zodra de infiltratiekratten vol zitten storten deze over op het riool. (Bron: Deltares) Vullen van de berging Hersteltijd