Het taoïsme: de vreugde van de vissen Patricia Konings 29 januari 2009 Wat de weg betreft, de Weg waarover gesproken kan worden is niet de eeuwige Weg; Wat namen betreft, de naam die genoemd kan worden is niet de eeuwige naam. (Daodejing 1)1 1. Inleiding Het taoïsme is een term die vele ladingen dekt of beter, die vele wegen bewandelt. Ontstaan als een van de talrijke denkstromingen tijdens de filosofische bloeiperiode in de Chinese geschiedenis meer dan 2 millennia geleden, bekleedt het vandaag de positie van een van de vijf officieel door de staat erkende religies in China. De overig vier zijn boeddhisme, islam, katholicisme en protestantisme. Binnen deze groep van vijf is het taoïsme zonder meer het meest authentiek Chinees of ‘de levende religie van China’ zoals Kristofer Schipper het zeer treffend verwoord.2 Evenwel geen religie naar westerse normen - canonieke leerstellingen, dogma’s, een geloofsbelijdenis en zelfs leidende instanties ontbreken - maar eerder een levenswijze, een manier van omgaan met het leven zoals het zich dagdagelijks aandient. a) Historische achtergrond Voor de meeste culturen geldt dat het filosofische en/of religieuze gedachtegoed niet los kan worden gezien van de culturele en historische context waartoe het behoort. Uiteraard geldt dit ook voor China. Het Chinese denken is van oudsher nauw verbonden met het politieke en 1 Vertaling volgens B.J. Mansvelt Beck zoals opgenomen in Henricks, Robert G., Lao-tzu. Te-tao ching. Een nieuwe vertaling gebaseerd op de recent ontdekte Ma-wang-dui teksten, Utrecht: Kosmos, 1991. 2 Schipper, Kristofer, Tao. De levende religie van China, Amsterdam: Meulenhoff, 1988. 1 maatschappelijke gebeuren. Om bepaalde concepten, ideeën, discussies en ontwikkelingen binnen het Chinese denken en dus ook het taoïsme beter te begrijpen, is het noodzakelijk deze te plaatsen in het kader van historische gebeurtenissen. b) De bloeiperiode van het Chinese denken Het is in de tweede helft van de Zhou dynastie, de Oostelijke Zhou (771-221 v.Chr.), dat de oorsprong van verschillende invloedrijke stromingen in het Chinese denken moet worden gesitueerd. In een periode van politieke desintegratie, verwarring, chaos en onzekerheid ontsproten ideeën die de hele verdere ontwikkeling van het denken alsook van de sociale en politieke structuren in China hebben bepaald. Geconfronteerd met een situatie van territoriale en politieke verbrokkeling, groeiend wantrouwen, geweld, oorlog en daarmee gepaard gaande, de aftakeling van morele waarden, ontstond de nood om op zoek te gaan naar nieuwe zekerheden. De cruciale vraag die aan de basis lag van nieuwe theorieën en het daaruit voortvloeiende debat was 'Wat is de juiste Weg (dao 道)?'. Welke weg moet men volgen als heerser? Maar evenzeer, welke weg moet iemand volgen in het privé-leven? Het zijn deze vragen die de vroegste Chinese denkers in gedachten hadden, toen zij hun creativiteit de vrije loop lieten. De antwoorden die zij formuleerden waren uiteenlopend. Men spreekt dan ook symbolisch van de 'Honderd Scholen'. Het is in deze context dat de wortels van het taoïsme moeten worden gesitueerd. 2. De oudste vormen van het taoïsme In het verleden werd een onderscheid gemaakt tussen het filosofisch taoïsme en het religieus taoïsme, of de Dao-religie. Met ‘filosofisch taoïsme’ werd verwezen naar de oorspronkelijke ideeën van Lao Zi (6e eeuw v.C.?) en Zhuang Zi (4e eeuw v.C.), de grondleggers van deze denkstroming. Met ‘religieus taoïsme’ werd verwezen naar bepaalde latere ontwikkelingen zoals de vergoddelijking van Lao Zi, het geloof in allerlei goden, onsterfelijkheidstheorieën en de daarmee verbonden praktijken, etc. Tegenwoordig echter gaat men ervan uit dat dit onderscheid kunstmatig is en dat het eerder gaat om twee componenten van een geheel. Beide vormen van taoïsme delen immers eenzelfde basisvisie. 2 Het zogenaamde filosofisch of oudste taoïsme wordt het best weergegeven in twee geschriften, nl. het boek Zhuangzi, toegeschreven aan de denker Zhuang Zi en het boek Laozi of de Daodejing, toegeschreven aan de denker Lao Zi. a) Zhuang Zi 莊子 en het boek Zhuangzi Traditioneel wordt de filosoof Zhuang Zi (±370-290 v.Chr.) samen met Lao zi (6de-5de eeuw n.Chr.) beschouwd als de een van de belangrijkste stamvaders van het taoïsme. Het boek Zhuangzi omvat een collectie oude geschriften, waaronder filosofische verhandelingen, fabels, parabels etc., samen 33 hoofdstukken. Men zou het werk kunnen omschrijven als een handleiding voor de mens die zijn eigen leven wil leiden, vrij van de beslommeringen van een ambtelijke loopbaan. Centraal in dit werk staan thema’s als vrijheid en onafhankelijkheid, scepticisme, spontaniteit en de zuivere ervaring. Alle vloeien zij voort uit de natuurlijke harmonie zoals die bestaat tussen mens, natuur en kosmos. Mits deze ‘gevonden’ wordt uiteraard ... b) Lao Zi 老子 en de Daodejing 道德經 De Daodejing, het Boek van de Weg en de Deugd werd volgens de legende geschreven door Lao Dan of Lao Zi (6de eeuw v.Chr.). Over de exacte datering ervan bestaat zeer veel onzekerheid. Tot voor kort werd aangenomen dat het werk niet ouder was dan midden 3e eeuw v.Chr.. Recente archeologische vondsten doen dan weer vermoeden dat het misschien toch ouder zou kunnen zijn. Kernbegrippen in de Daodejing zijn Dao en De. Zoals Dao of de Weg het principe van alles is, zo is De het principe van de afzonderlijke dingen. Het Dao gaat vooraf aan alle dingen, maar blijft ook nadien aanwezig in de dingen als een energie, een kracht die niet statisch is, maar voortdurend in beweging. De manier waarop het afzonderlijke ding zich ontwikkelt, als het ware de werking van het Dao in het ding, dat is wat men De of levensenergie noemt. Verder pleit Lao Zi voor ‘het terugkeren naar de Weg (Dao)’ waarvan de meeste mensen ver afgeweken zijn. Nauw verbonden daarmee zijn thema’s als gezondheid, lang leven en (al dan niet letterlijk) onsterfelijkheid. 3 3. De traditie van het taoïsme Sinds zijn ontstaan heeft het taoïsme de Chinese cultuur en samenleving grondig gekleurd. Het mag dan tegenwoordig de status van officieel door de staat erkende religie genieten, veel belangrijker is de invloed ervan op alle mogelijke aspecten van de Chinese samenleving waarvan sommige op het eerste zicht weinig of niets met religie te maken hebben, o.a. de traditionele Chinese geneeskunde, voedingsleer, kunst, Taiji, Qigong etc. In deze en andere vormen ‘leeft’ het taoïsme nog steeds onder het Chinese volk. Ook als volksreligie met alle daaraan verbonden aspecten van tempels, priesters, erediensten etc. maakt het taoïsme nog steeds deel uit van de Chinese samenleving, ondanks barre tijden van vervolging en vernieling waaraan het ten prooi is gevallen in het recente verleden (Culturele Revolutie). Zoals Dao de onderstroom vormt van het natuurlijke gebeuren, een spontaan proces continu aan verandering onderhevig, zo vormt het taoïsme de onderstroom van de Chinese samenleving. Eerder dan te verdwijnen past het zich voortdurend aan aan nieuwe en wisselende omstandigheden, nooit de harmonie tussen de verschillende aspecten van de kosmos uit het oog verliezend. Zhuang Zi en Hui Zi wandelden over de brug van de Hao-rivier. Zhuang Zi zei: ‘Die ellerlingen zwemmen daar zo vredig rond. Dat is de vreugde van de vissen.’ ‘Jij bent geen vis,’ zei Hui Zi. ‘Hoe weet jij nou wat de vreugde van de vissen is?’ ‘Jij bent mij niet,’ zei Zhuang Zi. ‘Hoe weet jij dat ik niet weet wat de vreugde van de vissen is?’ ‘Ik ben jou niet, en dus weet ik zeker niet wat jij weet. En jij bent beslist geen vis, en je weet dus niet waaruit de vreugde van de vissen bestaat. Daarmee is de zaak rond.’ ‘Laten we teruggaan naar het begin,’ zei Zhuang Zi. ‘Je zei: “Hoe weet jij nou wat de vreugde van de vissen is.” Dat wil zeggen dat toen je dat vroeg, je eigenlijk al wist dat ik het wist. En ik weet het, omdat ik hier op de brug van de Hao-rivier loop.’ (Zhuang Zi 17, 7)3 3 Schipper, K., , Zhuang Zi. De volledige geschriften. Het grote klassieke boek van het taoïsme, Amsterdam: Augustus, 2007. 4 Leessuggesties Bor, Jan & Karel van der Leeuw, eds., 25 Eeuwen Oosterse Filosofie. Teksten, toelichtingen, Amsterdam: Boom, 2003. de Martelaere, Patricia, Taoïsme. De weg om niet te volgen, Ambo: Amsterdam, 2006. Defoort, Carine, “Bestaat er zoiets als Chinese filosofie? Argumenten van een onuitgesproken debat”, in Krachten voor de toekomst. Lessen voor de eenentwintigste eeuw, Leuven: Davidsfonds, 2000, pp.309-331. Henricks, Robert G., (tr.), Lao-tzu, Te-Tao Ching, New York: Ballantine Books, 1990; Utrecht/Antwerpen: Kosmos, 1991. Lau, D.C., (tr.), Lao Tzu, Tao Te Ching, Harmondsworth: Penguin Books, 1963. Libbrecht, Ulrich, Oosterse filosofie. Een inleiding, Leuven: Davidsfonds, 1995. Mansvelt Beck, B.J. (vert.), Laozi. Daodejing, Utrecht: Servire, 2002. Ransdorp, René, Zwervend met Zhuang Zi. Wegwijs in de taoïstische filosofie, Budel: Damon, 2007. Schipper, Kristofer, Tao. De levende religie van China, Amsterdam: Meulenhoff, 1988. Schipper, Kristofer, (vert.), Zhuang Zi, De Innerlijke Geschriften, Amsterdam: Meulenhoff, 1997. Schipper, Kristofer, Zhuang Zi. De volledige geschriften. Het grote klassieke boek van het taoïsme, Amsterdam: Augustus, 2007. van der Leeuw, Karel, Het Chinese denken. Geschiedenis van de Chinese filosofie in hoofdlijnen, Amsterdam: Boom, 1994. 5