Hé aardbewoner! 1 In een hoekje van het heelal Het begon met een klontje 13 Op bezoek bij de buren 17 Zoek de verschillen 22 Lang leve de dampkring 24 Van plat naar rond 25 2 Op het ritme van het zonnestelsel 1031 kilometer per uur 29 Alle tijd van de wereld 32 Hé ruimtevaarder 34 De scheve aarde 36 De waarheid over eb en vloed 38 3 Op een zee van kokend magma 6370 kilometer de diepte in 41 Surfen op magma 44 Boven op een botsing 46 Knallende bergen 50 Schuddende aarde 54 4 In het spoor van het water Waterplaneet 59 Oneindig water 60 Het eeuwige leven van steen 62 Sporen in het landschap 68 Schatzoekers 74 5 Onder een dun laagje lucht Sprong in de dampkring 77 Van regenwoud tot poolcirkel 80 Wanneer is de ijstijd? 86 Natuurlijk verandert het klimaat 88 Zo overleef je extreem weer 92 6 Waar de aardbewoners leven De eerste mensen 97 Raad de wereldkaart! 100 Weten waar je bent 104 Mensen, mensen, mensen 108 Het einde van de wereld 110 Aardige aardbewoners Register 115 9 10 Hé aardbewoner! Kijk eens onder je voeten. Wat hebben we daar? Je kunt schudden met je voeten, maar je komt er niet van af. Je kunt je schoenen uitdoen, maar ook dan nog zit je eraan vast. Olifanten, vrachtauto’s, lieveheersbeestjes, oceanen... ze kleven allemaal aan de aarde. Zwaartekracht noemen we dat. Echt, je kunt hoog springen of laag springen, die planeet sleur je de rest van je leven met je mee. Hoog tijd voor een nadere kennismaking. Wist je bijvoorbeeld dat in veel keukens gewoon een plak gestold magma ligt als aanrecht? Dat inktvissen eerder boven op de Mount Everest waren dan sir Edmund Hillary? Dat de zon in onze winter dichter bij de aarde staat dan in de zomer? Dat de Noordzee vol ligt met mammoetbotten? Dat klimaatverandering echt niks nieuws is? Dat er grotten zijn waar mensen fluitend doorheen lopen terwijl honden er dood neervallen? Dat je regelmatig stegosaurusplas in je glas hebt zitten? Kun je al deze vragen met ‘ja’ beantwoorden, geef dit boek dan maar aan een andere aardbewoner. En zo niet, lees het dan lekker zelf. 11 12 Het begon met een klontje Er is een tijd geweest dat er geen aarde was. Kun je het je voorstellen? Miljarden jaren lang heeft het heelal het zonder onze zon gedaan. Zonder onze planeet, zonder planten, zonder dieren en… zonder jou. Maar daar kwam ongeveer vijf miljard jaar geleden verandering in. Denk je eens in dat er toen iemand een verborgen camera had opgehangen. En dat we de film nu ontzettend versneld zouden afspelen. Wat zagen we dan? > Beng! Een ster ontploft. Allemaal gas en stof verspreidt zich door de ruimte, als één grote ronddraaiende wolk. De stofjes trekken elkaar aan, net als in de stofnesten onder je bed. Zo ontstaan er steeds meer klontjes in de wolk. Kleine klontjes klitten samen en worden groter. De grootste klonten verzamelen de meeste deeltjes en worden groter en groter. Zo ontstaat er in het midden een grote, hete bol: de zon. Daaromheen blijft een schijf over van kleine en grote deeltjes – zwaardere deeltjes dicht bij de zon en lichtere deeltjes verder weg. >> De zware deeltjes klonteren samen tot vier kleine, rotsachtige planeten: Mercurius, Venus, Aarde en Mars. Verderop ontstaan vier grotere planeten van gas en ijs: Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Overgebleven rotsblokken sjezen overal tussendoor. Regelmatig botst er een op een planeet. Kijk, daar knalt een rotsblok zo groot als Mars op de aarde. Waarschijnlijk is zo onze maan ontstaan: het puin van de botsing kwam bij elkaar en vormde een grote bol, die jij miljarden jaren later aan de hemel kunt zien staan. >> De jonge aarde ruikt naar rotte eieren. Zwaveldampen stijgen op uit een zee van lava. Er zweven nog steeds veel stenen en rotsblokken rond door de ruimte. Meteorieten storten met veel geweld op aarde neer. Door de energie die daarbij vrijkomt blijft het oppervlak heet en vloeibaar. Maar de meteorieten brengen ook ijs mee. Dat ijs smelt op de hete aarde en het water maakt de giftige lucht dikker. Langzaam koelt de aarde af. Het vloeibare aardoppervlak krijgt een korstje. Dat korstje breekt op verschillende plaatsen en stukken aardkorst drijven rusteloos rond. 13 >> Miljoenen jaren lang regent het aan één stuk door. Dan, als we heel ver inzoomen, zien we de eerste levende wezens ontstaan. Ze leven van koolstofdioxide (CO2) en maken daar zuurstof van, zoals planten nog altijd doen. Miljoenen jaren lang komt er steeds meer zuurstof in de lucht en steeds minder CO2. Langzaam gaat de lucht meer lijken op de lucht die wij nu inademen. Het is het onderste laagje van een laag gassen die om de aardbol ligt: de dampkring. Hoe belangrijk de dampkring is, dat merk je straks nog wel. Hij zorgt er in elk geval voor dat de schadelijkste stralen van de zon de aarde niet bereiken. >>| Dankzij de dampkring kunnen er ook andere vormen van leven ontstaan dan algen en later planten. Vormen die meer van zuurstof houden dan van CO2: dieren dus. De eerste dieren ontstaan in zee. Ze lijken wel wat op Spongebob Squarepants, maar dan zonder broekje en stropdas. Ondertussen drijven de stukken aardkorst maar rond. De eerste dinosauriërs ontstaan, dan de eerste zoogdieren. Bam! Weer raakt een rotsblok de aarde. Bijna alle dinosauriërs sterven uit en de zoogdieren grijpen hun kans. Sommige gaan op hun achterpoten lopen. Dat zouden je voorouders wel eens kunnen zijn... De aarde in een dag Als we de geschiedenis van de aarde in één dag persen, dan begrijp je wat beter hoe oud onze planeet al is. 00.00 uur: de aarde ontstaat. 00.08 uur: de maan ontstaat. 03.30 uur: rond deze tijd ontstaat het eerste leven. 05.30 uur: de eerste algen maken zuurstof 21.15 uur: de eerste schelpdieren en vissen ontstaan. 22.00 uur: de eerste dieren gaan aan land. 22.50 uur: de dinosauriërs ontstaan. 23.40 uur: de dinosauriërs sterven weer uit. 23.59 uur: de eerste mensachtigen ontstaan. 23.59 uur en 57 seconden: de eerste moderne mensen ontstaan in Afrika. 23.59 uur en 59 seconden: de mensen zwerven uit over de wereld, maar nog geen mens heeft over landbouw nagedacht, laat staan over piramides, stoommachines of internet. 14 15 Mercurius 4878 km Mars 6794 km Venus 12.104 km Aarde 12.756 km Neptunus 49.528 km Uranus 51.118 km Saturnus 120.536 km 16 Zon 1.392.000 km Jupiter 142.984 km Op bezoek bij de buren Ongeveer tegelijk met de aarde is de rest van ons zonnestelsel ontstaan. Het is een bont gezelschap van planeten, manen en minder ronde hemellichamen. Sommige planeten lijken wel een beetje op de aarde, maar eigenlijk zijn er vooral verschillen. De aarde in cijfers De grootste cirkel om de aarde is ruim 40.000 kilometer lang. Dat is de evenaar, die de aardbol in een noordelijke helft en een zuidelijke helft verdeelt. Als je precies over de evenaar loopt, ben je bijna een jaar onderweg, zonder pauzes. De hoogste plek op aarde is de top van de Mount Everest (8848 meter) en de diepste plek is de bodem van de Marianentrog (ongeveer 11 kilometer onder water). De koudste plek op aarde ligt op Antarctica, waar wel eens –89 graden Celsius is gemeten. De heetste plek is Death Valley in de Verenigde Staten met 56 graden in de schaduw. Gemiddeld is het op onze planeet zo’n 14 graden. De aarde zoeft met 107.000 kilometer per uur om de zon. Daar doet ze ongeveer een jaar over. De gemiddelde afstand tot de zon is bijna 150 miljoen kilometer. Onze maan staat op maar 382.400 kilometer van de aarde. Mercurius zit helemaal vol met kraters, net als onze maan. Venus heeft een dik en giftig wolkendek. Aarde: hier ben je nu. Mars heeft een roodbruine kleur, door al het roestende ijzer in de bodem. Jupiter herken je aan de gekleurde wolkenbanden. Saturnus is de planeet met de prachtige ringen. Uranus ligt op zijn kant: de planeet tolt niet, maar rolt. Neptunus is de verste planeet, nog blauwer dan de aarde. 17 Groot en klein De aarde past ongeveer 1300 keer in Jupiter, de grootste planeet. Daar woedt al eeuwen een storm die in zijn eentje twee keer zo groot is als de aarde. Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus noemen we de reuzenplaneten. Ze staan het verst van de zon. Deze vier planeten hebben geen vast oppervlak, maar wel een kleine, harde kern. Ze bestaan voor het grootste deel uit gas en ijs. Een ruimteschip zou er helemaal in wegzakken. Zelf is de aarde weer achttien keer zo groot als Mercurius, de kleinste planeet. Mercurius, Venus, de aarde en Mars bestaan alle vier uit vaste grond. Daarom noem je ze de aardse planeten. Het zijn de planeten die het dichtst bij de zon staan. Licht en zwaar Doordat sommige planeten veel groter zijn, hebben ze ook veel meer zwaartekracht. Dat betekent dat ze harder aan de dingen trekken. Een kopje valt dus op Jupiter harder op de ‘grond’ dan op aarde. Daarom weeg je op Jupiter ook veel meer. Iemand die 35 kilo weegt op aarde, weegt op Jupiter 88 kilo. Terwijl hij geen spatje dikker is. Wil je je persoonlijk record verbeteren met hoogspringen, dan kun je het beste naar Mars of Mercurius gaan. Daar weegt iemand van 35 kilo maar een kilo of 13. Lopen lijkt daar meer op zweven. Venus is een geval apart. Daar weeg je iets minder dan op aarde, maar door de dikke dampkring is de lucht er heel zwaar. Het voelt aan alsof je 1000 meter onder water bent. Onbemande ruimteschepen die op Venus zijn geland waren binnen een paar uur helemaal kapot. Kort en lang Als je op Neptunus woonde, was je nog lang niet jarig. Daar duurt een jaar net zo lang als 165 van onze jaren. Dat komt doordat Neptunus het verst van de zon staat en dus het langst doet over een rondje om de zon. En zo’n rondje noemen we een jaar. Dan kun je beter op Mercurius wonen, want daar duurt een jaar maar 87 dagen. Dan hebben we het wel over aardse dagen. Want de dagen op Mercurius zelf duren zo’n twee maanden: Mercurius draait in 59 dagen om haar as. Dat wordt een vermoeiend verjaardagsfeestje. Nee, dan Venus. Daar duurt een dag langer dan een jaar. Venus draait in 224 aardse dagen om de zon, maar heeft 243 aardse dagen nodig om om haar as te draaien. Nog tijdens je verjaardagsfeestje word je alweer een jaar ouder. Dat is voor een aardbewoner haast niet te snappen. 18