Het zonnestelsel

advertisement
3 Het Zonnestelsel
3.1 De Zon
3.1.1 Algemeen p. 50
Relatief kleine ster
 energie ontstaat door kernfusie in de
kern: waterstof wordt omgezet in
helium en energie komt vrij ovv
gammastraling.


De zon zendt elektromagnetische
golven uit
Idem als onze
kernenergie op Aarde?
Electromagnetisch spectrum
3.1.2 Bouw van de Zon
Kern: kernfusie, 15 mio°C
 Convectiezone: transport van energie
 Fotosfeer: oppervlak, t° 6500°C,
zonnevlekken t°4500°C,
protuberansen
 Chromosfeer en corona: ijle gaslagen
 Zonnewind: stroom elektrisch geladen
deeltjes

zonnevlekken
Spotless Days
2011 total: 1 day (3%)
2010 total: 51 days (14%)
2009 total: 260 days (71%)
protuberans
corona
poollicht
http://www.gi.alaska.edu/AuroraForecast/Europe/20150908
demo
Het Zonnestelsel
3.2 De planeten
3.2.1 Ligging en beweging p. 59






Bolvormig
Draaien rond hun eigen as
Koude hemellichamen die het zonlicht
weerkaatsen http://www.skyviewcafe.com/skyview.php
Ellipsvormige banen rond de Zon,
heliocentrisme
De meeste hebben 1 of meerdere manen
8, Pluto is geen planeet meer
N. Copernicus , Pool, 1473-1543
Bewees het heliocentrisme
Pluto is geen planeet meer
Pluto en Charon
Definitie Planeet:

Bevindt zich in een baan rond een zon;

Heeft een massa die groot genoeg is om hydrostatisch evenwicht te
bewerkstelligen (een planeet is daardoor nagenoeg rond);

Heeft de omgeving van haar baan schoongeveegd van andere objecten;
IAU-conferentie van augustus 2006
3.2.2 Grote verscheidenheid
2 manieren van indelen
 Binnenste planeten en buitenste
planeten, de aardbaan is de referentie
 Terrestrische (aardse) planeten en
gasplaneten (gasreuzen of Jovian
planets)
Aardse planeet en gasreus
Alle gasplaneten
hebben ringen!
AARDSE PLANETEN
GASREUZEN
Vooral gesteenten
Vast oppervlak
Grote dichtheid
Weinig manen
Dichtbij de Zon
Kleine planeten
Vooral lichte materialen (H,
He)
Geen vast oppervlak
Geringe dichtheid
Veel manen
Verder van de Zon
Grote planeten
Mercurius – Venus
Aarde – Mars
Jupiter – Saturnus – Uranus
Neptunus
Binnenste
planeet
Buitenste
planeet
Aardse (of
terrestrische)
planeet
Mercurius
X
X
Venus
X
X
Aarde
Gasplaneet
Planeet met
manen
X
X
X
X
Planeet met
ringen
Mars
X
Jupiter
X
X
X
X
Saturnus
X
X
X
X
Uranus
X
X
X
X
Neptunus
X
X
X
X
Specifieke eigenschap van de planeten




Mercurius lijkt op
Maan
Venus heeft een zeer
dichte atmosfeer
Mars is de rode
planeet (ijzer)
Jupiter is de grootste
en herken je aan de
wolkenbanden en de
rode vlek



Saturnus heeft
duidelijke ringen
Uranus ligt gekanteld
en is blauw
(methaangas)
Neptunus heeft het
langste jaar en is
mooi blauw
Het Zonnestelsel
3.3 Andere
hemellichamen p. 54
Wat is wat?? Komeet, meteoor,
meteoriet, planetoïde
 Uitzicht?
 Waar?
 Samenstelling?
 ...
3.3.1 Planetoïden
Ida
Mathilde
Eng.: asteroid
Fr.: astéroïde
3.3.2 Komeet
coma
zogezegd staartster...
Halley
Edmund Halley
Nam in 1682 de komeet waar, eerste die
over periodiciteit spreek, hoofdastronoom
van Observatorium van Greenwich.
Hale Bopp
© Philipp Salzgeber
Perseïden: aug.
3.3.3 Meteoren
Leoniden: nov.
Zogezegd vallende sterren
beeldbank
Eng.: shooting stars
Fr.: étoiles filantes
http://www.nhm.ac.uk/nature-online/virtualwonders/vrmeteorite4.html
meteorieten
Peru 2007-09-19
Arizona 20.000 j –
30.000 j geleden
Uitsterven dinosaurussen
65 miljoen jaar
geleden
3.3.4 nog verder…
Kuipergordel
Oortwolk



Planetoïden=asteroïden
Enkele duizenden steenklompen die ook
een baan om de zon beschrijven en zich
tussen Mars en Jupiter bevinden
Kometen
Bestaan uit ijs en stof, hebben soms baan
om de zon. Worden zichtbaar als de komeet
de zon nadert
Meteoren
In volksmond ‘vallende ster’. Puin in onze
atmosfeer dat aangetrokken werd door de
aarde. Meteoriet: valt op aarde.
Het Zonnestelsel
3.4 De Maan p. 56
Wat hebben de maan en Mercurius
gemeen?
Maan
Mercurius
Waarom???
Bij planeten
horen soms
manen
Schijngestalten van
de maan
De maan veroorzaakt getijden
Allemaal wetenschap... De Engelse fysicus Sir Isaac Newton (1643-1727)
slaagde er in zijn boek' Principia' als eerste in de wetten van de
zwaartekracht te doorgronden: "In het heelal trekt alles elkaar aan, met een
kracht die recht evenredig is met het produkt van hun massa's en
omgekeerd evenredig is met het kwadraat van de afstand tussen beide".
Het leidde tot twee conclusies:
• hoe groter de voorwerpen en hoe dichter bij elkaar, hoe sterker de
aantrekking.
• de afstand is belangrijker dan grootte.
Er is ook soms springtij en doodtij
En de maan veroorzaakt ook de zonsverduistering
http://hemel.waarnemen.com/FAQ/Maan/004.html
Download