1/3 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GLUCOSE 5 % B. BRAUN MINI-PLASCO, oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ampul (10 ml) bevat 0,55 gram glucose monohydraat voor parenteraal gebruik Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie. Heldere, kleurloze of bijna kleurloze waterige oplossing. Steriele en apyrogene oplossingen voor intraveneuze toediening. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Vloeistof om geneesmiddelen toe te dienen in intraveneuze inspuiting. 4.2 Dosering en wijze van toediening Nooit alleen inspuiten. Het te verdunnen geneesmiddel steriel bijmengen. 1. Ampullen scheiden door ze 2. Om te ontkapselen, het hoofd opzij te trekken van de ampul naar achter buigen 3. Capsule afdraaien 4.3 4. Oplossing optrekken Contra-indicaties - Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. - Hyperglycemie. SKP 2/3 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Nooit alleen injecteren. Verpakking voor eenmalig gebruik. Resten van de oplossing dienen verwijderd te worden. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie De activiteit van penicillinen en erythromycine vermindert snel bij toevoeging van deze stoffen aan een glucoseoplossing. - De glucoseoplossing wordt troebel na toevoeging van cyanocobalamine, kanamycinesulfaat, natriumnovobiocine of natriumwarfarine. 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap Deze oplossing kan toegediend worden tijdens de periode van zwangerschap. Borstvoeding Deze oplossing kan toegediend worden tijdens de periode van lactatie. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Niet van toepassing. 4.8 Bijwerkingen Indien de oplossing steriel opgenomen en geïnjecteerd wordt, dient geen enkel ongewenst effect gevreesd te worden. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten - Website: www.fagg.be 4.9 Overdosering Een overdosering is niet te vrezen. 5. 5.1 FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN Farmacodynamische eigenschappen Glucose oplossing van 5 % bestemd voor de oplosbaarheid of de verdunning van geneesmiddelen voor intraveneuze injectie. De toediening van glucose vermindert het metabolisme en de oxydatie van lipiden en voorkomt alzo een ketonemie. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen In het organisme wordt de glucose omgezet in pyruvaat (in aerobiose), in lactaat (in anaerobiose) en in CO2 + H2O in de Krebscyclus. Glucose wordt ook omgezet in glycogeen. De plasmaconcentratie van glucose wordt geregeld door insuline. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Geen bijkomende data. 6. 6.1 FARMACEUTISCHE GEGEVENS Lijst van hulpstoffen SKP 3/3 Water voor injecties q.s.ad. 10 ml. 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid - De glucoseoplossingen hebben een licht zure pH. - De activiteit van penicillines en erythromycine verminderen snel bij toevoeging van deze stoffen aan een glucoseoplossing. - De glucoseoplossing wordt troebel na toevoeging van cyanocobalamine, kanamycine-sulfaat, natriumnovobiocine of natriumwarfarine. Andere onverenigbaarheden dan hogervermelde zijn ook mogelijk. Om deze te ontdekken, volstaat het kleurveranderingen of neerslagvorming op te sporen en de bijsluiter van het toe te voegen product na te lezen. 6.3 Houdbaarheid 36 maanden. De oplossing kan worden gebruikt tot de datum aangegeven op de verpakking na de letters EXP (maand/jaar). De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van de aangeduide maand. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking 20 ampullen (P.E.) van 10 ml. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Verpakking voor eenmalig gebruik. Resten van de oplossing dienen verwijderd te worden. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN B. Braun Melsungen AG Carl-Braun-Strasse 1 34212 Melsungen Duitsland 8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BE118991 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning : 01/01/1982 Datum van laatste hernieuwing : 01/06/2010 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 08/2015 Datum van goedkeuring : 11/2015 SKP