VERSLAG CONFERENTIE CULTUUR LEERT ANDERS VI dinsdag 4 december 2012 ‘Inspirerend’ en ‘boeiend’ zijn de kernwoorden die eerdere conferenties Cultuur Leert Anders omschrijven en ook dit jaar was geen uitzondering. Op dinsdag 4 december 2012 werd alweer voor de zesde keer de conferentie georganiseerd, ditmaal door het Steunpunt Cultuurprofielscholen en Cultuurnetwerk Nederland. Glibberend en glijdend begaven ruim 330 deelnemers zich op deze koude winterse dag naar de Reehorst in Ede. De Reehorst is inmiddels de vaste ontmoetingsplaats voor docenten, cultuurcoördinatoren en schoolleiders uit het voortgezet onderwijs en docenten en studenten van de lerarenopleidingen, en zelfs een enkele culturele aanbieder, om aan de hand van presentaties en workshops met elkaar in gesprek te gaan over het hoe, wat en waarom van cultuuronderwijs. Eenmaal binnen in de warmte werd de groep gesplitst, het omhangen van gekleurde keycords markeerde de ‘oranje’ of ‘blauwe’ deelnemer, corresponderend met het programma dat werd gevolgd. Het welbekende ‘balboekje’ leidde vervolgens de deelnemers door de dag. Tijdens het opwarmen met een kop koffie of thee werden de eerste dansjes al gemaakt, dat beloofde veel goeds voor de rest van de dag. In de plenaire zaal Voor de ‘blauwe’ deelnemers begon de dag met plenaire presentaties, Astrid Rass en Antoine Gerrits openden met een hartelijk welkom. De sfeer werd gelijk gezet, de meeste deelnemers waren vaste gasten van de conferentie, enkelen van hen hadden zelfs aan alle zes conferenties deelgenomen. Dit maakte het reüniegehalte van de conferentie hoog, wat direct zorgde voor een gemoedelijke, informele sfeer. Robert-Jan Simons brak vervolgens het resterende stukje ijs met een voor iedereen herkenbaar verhaal van zijn hectische ochtend. Vervolgens sprak hij over hoe de aard en hoeveelheid van nieuwsgierigheid door de jaren heen is veranderd en over de taak van het onderwijs om de nieuwsgierigheid van leerlingen te behouden of weer terug te vinden. Hij pleit daarbij voor het gebruik van passieve nieuwsgierigheid (‘Met de blackberry altijd bij de hand brandt de nieuwsgierigheid letterlijk in hun zak’) om te komen tot meer actieve nieuwsgierigheid. Merlijn Twaalfhoven hield een betoog over het bestaan van afgesproken regels met betrekking tot de kunsten, zodat het de rest van de wereld niet kan verstoren. Maar ‘kunst is juist een palet van veel kleuren, waar woorden erg zwart-wit zijn. Waarom laten we de kunsten dan alleen aan de professionals over?’. Merlijn maakte zijn verhaal levendig en herkenbaar, niet alleen door de vele visuele voorbeelden, maar vooral door zijn aanstekelijke enthousiasme. Regelmatig gelach uit de zaal benadrukte precies het punt dat Merlijn probeerde te maken, de absurditeit van het ordenen van de kunsten, omdat dat juist aan de ervaring voorbij schiet. Aansluitend zette hij, in muzikaal opzicht, de zaal in beweging. Twee nieuwe boeken Vervolgens namen vele bossen bloemen en cadeaus plaats op het podium, tijd voor enkele feestelijke presentaties! Ans Buys (directeur van de lerarenopleidingen van Fontys Hogeschool in Tilburg) presenteerde de bundel Cultuureducatie op Lerarenopleidingen VO aan de jongste leraar in opleiding in de zaal. In de bundel staan projecten beschreven van twaalf lerarenopleidingen die in cultuurwerkplaatsen gewerkt hebben aan innovatie van het cultuuronderwijs. Henk Visscher (Voorzitter Vereniging CultuurProfielScholen) reikte aan vier nieuwe leden het beroemde blauwe gevelbord uit, waarmee het aantal leden op 43 komt, en feliciteerde drie leden die hun periodieke visitatie onlangs met goed gevolg hadden doorstaan. Vervolgens reikte hij hen ook het Manifest uit, waarin de vereniging dit jaar haar kernwaarden voor cultuuronderwijs heeft vastgelegd. Hierbij werd benadrukt dat dit een groeidocument is, alle deelnemers worden vooral verzocht mee te denken. Tevens kreeg iedereen de Jubileumbundel Vereniging CultuurProfielScholen, een beschrijving van alle leden en overzicht van alles wat de vereniging de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Na deze overweldigende ochtend begaven de ‘blauwe’ deelnemers zich naar de foyer voor de lunch, waar niet alleen heerlijk belegde broodjes, maar ook zoetige lekkernijen op hen wachtten. Halverwege de lunch konden ze ook in gesprek met de ‘oranje’ deelnemers om kennis en ervaring uit te wisselen. Vervolgens begaven ze zich naar de verschillende zalen voor de workshops. Workshops en presentaties De workshops liepen uiteen van presentaties van good practices tot praktische tips over het schrijven van een cultuurprofielplan, van actieve workshops waarin creatieve vaardigheden werden getraind tot presentaties van ontwikkeld lesmateriaal. In de workshop Technasium in een cultuurprofielschool kwam concreet aan bod waarom cultuur anders leert. Het inzetten van opdrachten die het proces van waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren doorlopen probeert de kloof tussen alfa en bèta te dichten. Er ontstond een wij-sfeer in de workshop toen alle deelnemers de bewondering uitspraken voor de manier waarop er tussen alfa en bèta docenten wordt samengewerkt op het technasium. De workshop Van generator naar cultuurprofielplan gaf vooral praktische tips om een visie op cultuur op papier te zetten. De workshopleidster begon met een welbekend sprookje van een schoolleider die boven op zolder in zijn eentje aan het zwoegen is op een plan. De belangrijkste tips: organiseer een schrijfgroep die een aantal keer bijeen komt, wijs een aparte notulist aan in die gesprekken en houdt de tekst kort (voeg eventuele aanvullende informatie toe als bijlage). De workshop Digitaal Cultuurportfolio gaf de zoektocht van het Penta CSG Jacob van Liesveldt in Hellevoetsluis weer. Portfolio’s zijn interessant voor reflectie, zelfstandigheid, samenhang, etc. maar welke digitale mogelijkheden zijn er? Voor enkele deelnemers ging een wereld open toen ze te zien kregen wat leerlingen kunnen maken als er goede mogelijkheden worden geboden. De hand-out met een stappenplan voor het opzetten van een cultuurportfolio leverde concrete en nuttige informatie op voor deelnemers om op school mee aan de slag te kunnen. Bij Er zit muziek in het atelier werden de resultaten van multidisciplinaire lessenseries met muziek gepresenteerd. Leerlingen ervoeren het als zeer leuk om op een andere manier naar een vak te kijken. Deelnemers stelden terecht vraagtekens bij het feit hoe deze lessen te passen zijn in het normale onderwijsprogramma. Het organiseren van projectweken zou wellicht een mooie tussenvorm kunnen zijn. Hoewel zeer grootschalig, met een uitgebreid plenair gedeelte en 24 workshops, werd de conferentie gekenmerkt door een gemoedelijke en inspirerende sfeer. De motivatie om van elkaar te leren was duidelijk voelbaar en de lofzangen boden een mooie melodie om op te dansen. Typerend was vooral de informaliteit, mensen raakten met elkaar in gesprek en regelmatig werden er direct mailadressen of telefoonnummers uitgewisseld om met elkaar in contact te blijven. Aan het einde van de dag gingen de deelnemers gevoed door vraagstukken, rozig van alle praktische tips, de kou weer in. Boordevol inspiratie waar ongetwijfeld de volgende dag op school verder over gepraat zal worden!