geschiedenis

advertisement
h
/
t
2
S
I
N
E
D
CHIE ouw
GESor de onderb
vo
H
K
E
O
B
AND
Geschiedenis voor de onderbouw
Handboek 2 vmbo-t | havo
Auteurs
Anneke Blankers
Hans Bulthuis
Pia Fruytier
Mark Hagenaars
Jessie Jongejans
Frank Kerstjens
Martin Prinsen
Wieke Schrover
Redactie
Eelco Beukers
Wieke Schrover
Didactisch advies
Prof. dr. Carla van Boxtel
www.memo-malmberg.nl
Derde druk
Malmberg, ’s-Hertogenbosch
Inhoud
Aan de slag met Memo
Introductie
4
6
3
De tijd van burgers en stoommachines
Oriëntatie
44
Kern
1
De tijd van regenten en vorsten
Oriëntatie
10
Kern
1 Handelsstad Amsterdam
12
1 Het Koninkrijk der Nederlanden
46
2 Stoommachines veranderen de samenleving
48
3 Arbeiders gaan samenwerken
50
4 Strijdbare vrouwen
52
5 De Europeanen veroveren Azië en Afrika
54
2 Naar de Oost en de West
14
Onderzoek
3 Een bijzondere eeuw
16
6 Thomas Edison
56
4 Een bestuur zonder vorst
18
7 Japan
58
5 Vorsten krijgen steeds meer macht
20
Afsluiting
Onderzoek
6 Michiel de Ruyter
Afsluiting
60
ePack
22
Computerlessen kern
24
Computerlessen onderzoek (extra en plus)
ePack
Computerles vaardigheden
Computerlessen kern
Toetsen en samenvatters
Computerlessen onderzoek (extra en plus)
Computerles vaardigheden
Project
Toetsen en samenvatters
4
Staatsinrichting
Oriëntatie
2
Kern
De tijd van pruiken en revoluties
Oriëntatie
26
Kern
1 Frankrijk voor de Franse Revolutie
28
2 Revolutie in Frankrijk
30
3 Gevolgen van de Franse Revolutie
32
4 Revolutie in Nederland
34
5 Slavernij in de Verenigde Staten
36
Onderzoek
6 Catharina de Grote
38
7 Het Mogolrijk in India
40
Afsluiting
ePack
Computerlessen kern
Computerlessen onderzoek (extra en plus)
Computerles vaardigheden
Toetsen en samenvatters
62
42
1 Vuurwerk: verbieden of niet?
64
2 Welke partij past bij jou?
66
3 Besluiten nemen
68
Afsluiting
70
Thema
5
7
De tijd van wereldoorlogen
Oriëntatie
72
Oriëntatie
Kern
1 Van loopgraaf naar crisis
Ziekte en genezing door de eeuwen
heen
74
108
Onderzoek
2 De opkomst van Hitler
76
1 Oudheid en middeleeuwen
110
3 De Tweede Wereldoorlog
78
2 De vroegmoderne tijd
112
4 De moord op de Joden
80
3 Op weg naar de moderne geneeskunde
114
5 Nederland bezet
82
Onderzoek
6 Adolf Hitler
84
7 Palestina
86
Afsluiting
88
ePack
Computerlessen kern
Computerlessen onderzoek (extra en plus)
Computerles vaardigheden
Toetsen en samenvatters
6
De tijd van televisie en computer
Oriëntatie
90
Kern
1 Koloniën worden zelfstandig
92
2 De Koude Oorlog
94
3 Steeds meer welvaart
96
4 Je bent jong en je wilt wat
5 Een multiculturele samenleving
98
100
Onderzoek
6 Nelson Mandela
102
7 China
104
Afsluiting
ePack
Computerlessen kern
Computerlessen onderzoek (extra en plus)
Computerles vaardigheden
Toetsen en samenvatters
106
Overzicht historische vaardigheden
Het stappenplan voor onderzoek
Register
116
117
118
Aan de slag met Memo
Zoals je gewend bent, werk je weer met twee boeken. Een
handboek (HB) met de belangrijkste informatie en een werkboek
(WB) met opdrachten. Bovendien heb je via de computer weer
toegang tot het ePack met computerlessen en oefentoetsen.
3
De tijd van burger s en stoommachines
Oriëntatie
We zijn tegenwoordig wel gewend aan
fabriekspijpen. Het lijkt wel alsof dat
nooit anders is geweest. Maar vóór 1800
waren er nauwelijks fabrieken. Toen
werden de meeste spullen nog met de
hand gemaakt. Na 1800 veranderde de
industrie in een hoog tempo de hele
samenleving. Veel mensen vertrokken
van het platteland naar de steden. Hoe
het met die mensen ging, leer je in dit
hoofdstuk.
WB H3 Oriëntatie
1900
1800
Inmiddels weet je al van alles van geschiedenis. Weet je nog
hoe Karel de Grote zijn leger bij elkaar moest rapen om oorlog te
kunnen voeren? En waarom niet iedereen blij is met Columbus
Day in Amerika? Als je het alweer een beetje vergeten bent, kun
je in het eerste hoofdstuk van Memo nog eens bekijken wat er
ook alweer in de eerste vijf tijdvakken gebeurd is.
Ook heb je geleerd om historische bronnen te lezen, te bekijken
en erover na te denken. Dat gaan we in dit tweede deel van
Memo ook weer doen.
In dit deel van Memo komen vijf nieuwe tijdvakken aan de orde.
Je komt dus elk hoofdstuk weer iets dichter bij onze tijd.
De tijd van burgers en stoommachines
1810
1820
1830
1 85 0
1840
1860
1 87 0
1880
1 89 0
MODERNE TIJD I
Franse Revolutie
Industriële Revolutie
Arbeiders komen op voor
o hun rechten
Modern imperialisme
Streven naar afschaffing
g van slavernij
Ontstaan Koninkrijk
k
der Nederlanden
44
45
HOOFDSTUK 3 De tijd van burgers en stoommachines
kern
2 Stoommachines veranderen
bron 8
Londen aan de Theems in 1850. De woningen van de arbeiders lagen dicht bij de fabrieken.
de samenleving
Ontdekken
Op de bres voor de arbeiders
De Engelse schrijver Charles Dickens kwam op
voor de mannen, vrouwen en kinderen die zich
in de fabrieken te pletter werkten. Hij noemde
ze ‘armzalige, afgebeulde, vervuilde stakkers,
die op een armenschool worden geweigerd en
bij kerkdeuren worden weggejaagd’. Hij opende
‘opvanghuizen’ waar deze arbeiders voedsel en
onderwijs kregen.
Jij gaat in deze paragraaf onderzoeken hoe groot de
problemen in Londen waren.
Opbouw van het hoofdstuk
In het handboek en werkboek zijn de bronnen erg belangrijk.
Over alle bronnen vind je vragen terug in het werkboek. Het is dus
belangrijk om alle bronnen goed te bestuderen en de bijschriften
te lezen.
De meeste hoofdstukken in Memo bestaan weer uit de volgende
onderdelen:
WB H3 §2 Ontdekken
bron 5
Een tekening van een wijk
in Londen rond 1860.
Leertekst
Veranderingen in de economie
Eeuwenlang was Europa een landbouw-stedelijke
samenleving. De mensen leefden van de landbouw en de
meeste producten werden thuis gemaakt. De producten van
deze huisnijverheid werden via de steden verhandeld.
Vanaf 1760 verschenen in Engeland de eerste fabrieken.
Hier konden veel mensen tegelijk werken met machines, die
werden aangedreven door stoommachines. Zo kon je veel
sneller veel meer producten maken. Een fabrieksspinner
produceerde tweehonderd keer meer dan een handspinner
vijftig jaar eerder.
De industrialisatie ging snel en veranderde de hele
samenleving. Industrie werd het voornaamste middel van
bestaan. Dorpen en stadjes groeiden snel door de komst van
fabrieken en grote aantallen arbeiders. De periode tussen
1760 en 1850 kreeg door de grote en snelle veranderingen de
naam Industriële Revolutie.
bron 6
Een textielfabriek in Engeland rond 1835.
De samenleving verandert
bron 7
De industrialisatie had grote gevolgen. Om grondstoffen en
producten te vervoeren, waren betere verbindingen nodig.
Kanalen werden gegraven en spoorwegen aangelegd. In
Engeland reed de eerste stoomtrein in 1825, in Nederland reed
deze in 1839 tussen Amsterdam en Haarlem. Veel mensen
trokken van het platteland naar de steden. De landbouw was
niet meer het voornaamste middel van bestaan.
De Rocket van Georges
Stephenson uit 1829,
een van de allereerste
stoomlocomotieven.
Het bezit van geld (kapitaal) was in deze geïndustrialiseerde
samenleving veel belangrijker dan het bezit van grond.
Met geld kon je machines kopen en veel verdienen. Dit
economische systeem heet daarom het kapitalisme. Dat
kapitaal was in handen van fabrikanten, die zo veel mogelijk
winst wilden maken. De prijzen en lonen kwamen tot stand
via vraag en aanbod. Veel vraag betekent hoge prijzen, weinig
vraag betekent lage prijzen.
Het leven in de steden
De mensen trokken naar de steden om geld te verdienen.
Daar woonden de arbeiders dicht op elkaar in nieuwe
arbeiderswijken vlak bij de fabrieken. Er waren arbeiders
genoeg, en dus waren de lonen laag. Vaak woonden er meer
gezinnen bij elkaar in een kleine woning.
Er was nauwelijks schoon drinkwater en riolen bestonden
nog niet. Afval en uitwerpselen kwamen op straat of in de
grachten terecht. De fabrieken stootten dag en nacht vuile
rook uit, lucht die door de mensen werd ingeademd. Door de
slechte hygiëne braken er vaak besmettelijke ziekten uit, die
veel slachtoffers maakten. De leefomstandigheden van de
arbeiders in de steden waren beroerd.
WB H3 §2 Verwerken
48
49
onderzoek historische personen
Oriëntatie
6
Je maakt in het handboek kennis met de tijd die in het hoofdstuk
wordt behandeld aan de hand van één grote afbeelding en de
tijdbalk. Op de tijdbalk staan ook de kenmerkende aspecten. In
het werkboek maak je de Oriëntatieopdrachten. Die geven je een
beter beeld van de tijd die in het hoofdstuk wordt behandeld.
HOOFDSTUK 3 De tijd van burgers en stoommachines
Thomas Edison
Intro
Een Amerikaans genie?
In dit hoofdstuk ging het vooral over Nederland en Engeland,
maar ook de Verenigde Staten speelden een belangrijke rol in
de Industriële Revolutie. Een van de bekendste Amerikanen
uit de negentiende eeuw is Thomas Edison (1847-1931). De
meeste mensen kennen hem als uitvinder van de gloeilamp
en de voorloper van de grammofoon (een apparaat waarop je
muziek kon afspelen).
In deze paragraaf maak je kennis met Edison. Wat deed hij
precies? En was hij terecht zo beroemd?
WB H3 §6
bron 3
bron 2
Het laboratorium van Edison in Menlo Park,
De gloeilamp: een uitvinding van Edison?
New Jersey (in de buurt van New York).
bron 1
bron 5
Een portretje van de jonge Edison. Zijn verre
Edison op latere leeftijd (1914) telefonerend aan zijn bureau.
voorouders waren Nederlandse immigranten.
Links van hem een van zijn uitvindingen: een dicteermachine.
Het eerste grote succes
Kern
In de kernparagrafen worden de geschiedenisbegrippen uitgelegd
zodat je ze goed kunt leren. Je gaat eerst op ontdekkingstocht. Je
leest de tekst onder Ontdekken in het handboek. Dan ga je in het
werkboek aan de slag met een concreet historisch probleem: de
ontdekkingsopdracht.
Na de ontdekkingsopdracht ga je de leertekst leren en maak je de
opdrachten onder het kopje Verwerken in het werkboek.
Je zult merken dat de leerteksten in dit tweede leerjaar wat langer
zijn dan je gewend was. Je gaat in het werkboek daarom leren om
hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden zodat je ook deze
leerteksten je eigen kunt maken.
Als je met Verwerken klaar bent staat er onder Extra een leuke
opdracht voor je klaar.
bron 4
In 1869 wist Edison een apparaat te verbeteren
waarmee de koersen van aandelen snel konden worden
doorgezonden. Het bedrijf waar hij werkte, zag zo veel
mogelijkheden in het apparaat, dat ze Edison 40 000
dollar betaalden voor de eigendomsrechten. Edison was
zo overrompeld door dit succes, dat hij dagenlang met de
cheque rondliep zonder te weten wat ermee te doen. Een
vriend wist hem ten slotte over te halen de cheque naar
een bank te brengen en even rustig na te denken. Dat
was een nuttige tip, want na enige tijd besloot de jonge
Edison het geld te gebruiken voor het opstarten van een
laboratorium.
Een andere belangrijke uitvinding
van Edison: de fonograaf. Met dit
apparaat kon je geluid opn
opnemen
en weer afspelen.
56
57
HOOFDSTUK 3 De tijd van burgers en stoommachines
afsluiting
Afsluiting
Wat moet je weten?
Begrippen
A Nederland wordt een koninkrijk met een grondwet en een parlement.
B Nederland wordt een democratie.
C Industrie wordt een nieuw middel van bestaan. Arbeiders komen op voor
hun rechten.
D Imperialisme: Europese landen stichten grote koloniale rijken.
Nederland bezit Nederlands-Indië.
algemeen kiesrecht
kiesrecht voor iedereen, zonder dat
wordt gelet op je bezit, huidskleur,
geloof, opleiding en dergelijke, maar
wel vanaf een bepaalde leeftijd
constitutionele monarchie
een koninkrijk met een grondwet,
waarin het bestuur en de rechten en
plichten van burgers zijn geregeld
eerste feministische golf
de periode van 1870 tot 1920 waarin
de strijd voor vrouwenemancipatie in
de eerste plaats gericht was op het
verwerven van vrouwenkiesrecht
emancipatie
het krijgen van gelijke rechten
feminisme
beweging die opkomt voor de rechten
en positie van vrouwen
grondwet van 1848
grondwet die bepaalde dat niet
de koning, maar het parlement de
meeste macht had
Overzicht van de tijd van burgers en stoommachines
1815
Nederland wordt een koninkrijk. Het bestaat uit België en
Nederland samen. Koning Willem I van Oranje is de eerste
koning.
1825
De eerste stoomtrein rijdt in Engeland.
18251830
Javaoorlog in Nederlands-Indië.
1839
België wordt een onafhankelijk land.
De eerste stoomtrein rijdt in Nederland.
1848
Nederland krijgt een nieuwe grondwet: het parlement krijgt
meer macht.
1870
Begin van de eerste feministische golf.
1874
De Kinderwet is de eerste sociale wet in Nederland.
1800
1815
1825
825
1825/30
/30
1839
39
Javaoorlog in
Nederlands-Indië
De eerste stoomtrein
rijdt in Engeland
4
nationalisme
grote liefde voor het eigen land, volk
en cultuur
Nederlands-Indië
Nederlandse kolonie in Zuidoost-Azië
(tegenwoordig Indonesië)
parlement
volksvertegenwoordiging (Eerste en
Tweede Kamer)
politieke partij
vereniging van mensen met
dezelfde idealen; zij doen mee aan
verkiezingen van het parlement en
proberen invloed te hebben op het
bestuur
racisme
de opvatting dat sommige volken
beter zijn of hoger staan dan andere
volken
sociale wet
wet die de leef- en werkomstandigheden van mensen
verbetert, zoals het verbod op
kinderarbeid of de instelling van een
achturige werkdag
socialisme
politieke stroming die opkomt voor
gelijkheid tussen arm en rijk in de
samenleving
vakbond
een vereniging van mensen met een
bepaald beroep, die opkomt voor de
rechten van werknemers en strijdt
voor betere werkomstandigheden
werkomstandigheden
de omstandigheden waaronder
mensen hun werk doen, zoals hun
werkruimte en werktijden
WB H3 Afsluiting
dtt een ko
60
imperialisme
de periode tussen 1870 en 1900
waarin Europese landen grote delen
van Afrika en Azië veroverden
industrialisatie
het ontstaan van industrie in
een gebied waar eerst vooral aan
landbouw werd gedaan
Industriële Revolutie
periode van grote veranderingen
in West-Europa door de komst van
industrie aan het einde van de
achttiende en in de negentiende eeuw
kapitalisme
een economisch systeem waarbij
alles draait om het bezit van geld
(kapitaal) in handen van particuliere
ondernemers (fabrikanten, bankiers)
die proberen zo veel mogelijk winst
te maken
leefomstandigheden
omstandigheden waaronder mensen
wonen en werken
1848
Nederland krijgt een
nieuwe grondwet
België wordt onafhankelijk
Eerste stoomtrein in Nederland
1870
1874
1900
Begin van de eer ste
feministische golf
olf
De Kinderwet is de eerste sociale wet
in Nederland
61
4
Onderzoek
HOOFDSTUK 3 De tijd van burgers en stoommachines
kern
Met de begrippen en theorie uit
de kern doe je onderzoek naar
een persoon of een ander land.
Leertekst
Kiesrecht voor mannen en vrouwen
Strijdbare vrouwen
In de grondwet van 1848 stond dat alleen Nederlanders met
een bepaald inkomen stemrecht hadden. Vanaf 1887 gold dat
alleen voor mannelijke burgers. In die tijd maakten socialisten
zich sterk voor algemeen kiesrecht: iedereen, of hij nu arm
of rijk was, moest kunnen stemmen. De inkomensgrenzen
verschoven. In 1888 mocht 26% van de mannen stemmen. In
1897 werd dat 50%.
Vrouwen zagen dat het mannenkiesrecht werd uitgebreid,
terwijl zij hiervan werden uitgesloten. Zij gingen strijden voor
gelijke rechten, oftewel voor emancipatie. In 1894 richtte een
groep vrouwen de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK) op.
De VVK organiseerde demonstraties en bijeenkomsten om de
Tweede Kamer op die ongelijkheid te wijzen. Ook in andere
landen ontstond in die tijd een beweging die opkwam voor
de rechten van vrouwen. Deze beweging heet het feminisme.
Aletta Jacobs was één van die feministes. Zij was jarenlang
voorzitter van de VVK.
In 1917 kregen alle mannen in Nederland actief kiesrecht
(het recht om te kiezen) en passief kiesrecht (het recht om
gekozen te worden). Vrouwen kregen alleen passief kiesrecht.
Twee jaar later kregen ook alle vrouwen het recht om te gaan
stemmen. Sindsdien is er algemeen kiesrecht in Nederland.
Ontdekken
Kiesrecht voor vrouwen?
Aletta Jacobs (1854-1929) is de bekendste feministe van
Nederland. Zij was de eerste vrouw die aan een universiteit
studeerde. Ze werkte na haar afstuderen als dokter. In 1883
vroeg zij een stembriefje aan om te kunnen stemmen. Dat
kon je toen alleen aanvragen als je in Nederland woonde en
een bepaalde hoeveelheid belasting betaalde. En dat deed
ze. Maar haar aanvraag werd geweigerd ... omdat ze vrouw
was. Bij de grondwetswijziging van 1887 werden vrouwen
officieel van stemrecht uitgesloten. In de nieuwe grondwet
stond namelijk dat kiesrecht alleen kon worden aangevraagd
door mannelijke bewoners van Nederland. Heel wat vrouwen
voelden zich toen buitengesloten. Zij richtten in 1894 de
Vereniging voor Vrouwenkiesrecht op. De strijd om het
kiesrecht voor vrouwen zou 25 jaar duren.
Jullie gaan in tweetallen uitzoeken om welke redenen vrouwen
in de negentiende eeuw het kiesrecht eisten.
bron 13
Aletta Jacobs.
WB H3 §4 Ontdekken
Afsluiting
In de afsluiting staat precies
opgesomd welke vragen je
moet kunnen beantwoorden
als je het hele hoofdstuk goed
geleerd hebt. Daar staan ook alle
begrippen bij elkaar.
De eerste feministische golf
bron 15
Ferdinand Domela Nieuwenhuis,
een belangrijke voorman van de
socialisten, streed voor algemeen
kiesrecht voor mannen en vrouwen.
bron 16
Affiche van Jan Toorop voor de Nationale
Tentoonstelling van Vrouwenarbeid
in Den Haag (1898). Hier werden alle
soorten arbeid van vrouwen in de
negentiende eeuw tentoongesteld in een
ruimte van ongeveer 62 voetbalvelden
groot. De tentoonstelling werd bezocht
door 90 000 bezoekers, onder wie de net
gekroonde koningin Wilhelmina.
officieel van stemrecht uitgesloten. In
stond namelijk dat kiesrecht alleen ko
door mannelijke bewoners van Nederl
voelden zich toen buitengesloten. Zij r
Vereniging voor Vrouwenkiesrecht op.
kiesrecht voor vrouwen zou 25 jaar du
bron 14
Spotprent in De Notenkraker (1909). Onder de spotprent
stond: ‘Ik zou liever niet het kiesrecht hebben dan met
zo’n mens in hetzelfde stembureau moeten komen.’
52
4
Strijdbare v
De periode 1870-1920 noemen we de eerste feministische
golf. Vrouwen kwamen toen voor het eerst voor hun rechten
op. Feministes streden niet alleen voor kiesrecht. Ze wilden
ongelijkheden tussen mannen en vrouwen opheffen.
Ongelijkheid in het huwelijk. In die tijd vonden veel
mensen dat vrouwen voor het huishouden en de
kinderen moesten zorgen. Getrouwde vrouwen moesten
ook gehoorzamen aan hun man. Dat stond in de wet.
Feministes eisten dat huwelijkspartners gelijkwaardig
werden.
Ongelijkheid op het werk. Arme vrouwen en meisjes
werkten, meestal als dienstbodes, bij rijke families. Zij
hadden weinig opleiding. Vrouwen uit de middenklasse
en de hogere klasse vonden werken ‘beneden hun stand’.
Feministes eisten dat mannen en vrouwen hetzelfde loon
verdienden en gelijke kansen kregen in het onderwijs.
In de negentiende eeuw deden mannen net alsof alleen
zij werkten. Tijdens de eerste feministische golf maakten
feministes duidelijk hoeveel werk vrouwen deden, ook in het
huishouden. Toch veranderde er nog niet veel.
Bijzondere hoofdstukken
Net als in het eerste deel
zijn twee hoofdstukken wat
anders. Eén hoofdstuk is
het projecthoofdstuk over
Staatsinrichting.
Het andere hoofdstuk is
het themahoofdstuk over
geneeskunde. Dit hoofdstuk gaat
over alle tijdvakken die je tot dan
gehad hebt.
WB H3 §4 Verwerken
53
Jullie gaan in tweetallen uitzoeken om
in de negentiende eeuw het kiesrecht
WB H3 §4 Ontdekken
Ontdekken
kern
ker
ern
rn
n
Extra
1 */2+ # 3 4 # # 4 5
6*+
! *+7
kern
;! */2+ !# 4
Strijdbare vrouwen
Ontdekken
! " !# $
8
"# (" ! )
'!
' (" ! ( ! %# %# 8
%# %# "# (" ! 9 : #
# 5
( !# ( ! ( !
( ( 111
<
( !! : 8 :
5
: ( 8 1 == # !# > 4 #
% ' (" ! ? "# $" ! "# %# ! !
& "# %# # > & # ( # - ! . $" ! / # $ # $ ! 8 @ @ A -
( # (" ! ) - !
' !# # ' : ' *+ $" !# $" ! ,
& %# # ! !
%# !& %# !! $ % ! # $" ! # %# # ! !
%# & %# !! % 0 !# !# $" ! '
( # !!
&# ' (((
1 @ ( 111 ! %# #
! 8 %#
! 9= === 5
4 & 0 : 8 & 5
: bron 14
B 8
( # 6 !#7 ! ? *8 8+
bron 15
"& bron 16
5
introductie
i
Van jagers en boeren naar …
In het eerste deel van Memo heb je kennisgemaakt met
vijf tijdvakken. In dit tweede deel komen daar nog eens
vijf tijdvakken bij. Voordat je daarmee begint, bekijken
we nog eens wat je vorig jaar hebt geleerd. Die kennis
heb je nodig bij de nieuwe tijdvakken. Je kunt namelijk
pas uitleggen wat er in een bepaalde periode is veranderd, als je weet hoe het daarvoor was.
Op deze bladzijden vind je samenvattingen van de
tijdvakken die vorig jaar zijn behandeld. Je ziet ook een
aantal afbeeldingen uit de tijdvakken. Ze staan alleen
niet bij het goede tijdvak. Maar bij welk tijdvak horen ze
wel? Dat is een van de opdrachten die jij in het werkboek
gaat maken.
WB Introductie
De tijd van jagers en boeren
voor Chr.
13 000
Miljoenen jaren lang leefden de mensen van de jacht en het verzamelen van voedsel.
Ze trokken rond en hadden geen vaste woonplaatsen. Zo’n samenleving heet een
samenleving van jagers en verzamelaars.
Met de komst van de landbouw, rond 9000 voor Christus, veranderde er veel. Er
ontstonden landbouwsamenlevingen. De boeren woonden op vaste plaatsen en
leerden hun akkers te bevloeien. Doordat er meer voedsel was, hoefde niet iedereen
boer te zijn en ontstonden er verschillende beroepen. Om alles goed te regelen, was
er een bestuur nodig. Na verloop van tijd ontstonden er steden langs de Eufraat, de
Tigris en de Nijl. In deze steden woonden bestuurders, priesters, handwerkslieden
en handelaren. Met de uitvinding van het schrift rond 3000 voor Christus eindigt de
prehistorie.
PREHISTORIE
J agers en ver za me la a rs
O vergang naar de landbouw
De eerste steden ontstaan
6
bron A
De tijd van Grieken en Romeinen
Na 3000 voor Christus ontstonden op verschillende plaatsen bloeiende beschavingen, bijvoorbeeld die
van de Grieken en de Romeinen. In die beschavingen speelden steden, nijverheid en handel een grote
rol. Het waren landbouw-stedelijke samenlevingen. De Grieken legden de basis voor de wetenschap
zoals wij die tegenwoordig beoefenen. De Romeinen namen veel zaken over uit de Griekse cultuur, zoals
het bouwen van tempels. Ook vereerden ze, net als de Grieken, een groot aantal goden. Later namen
andere volken op hun beurt de gewoontes en kennis van de Grieken en Romeinen over.
De Romeinse cultuur verspreidde zich over Europa door veroveringen en handel. Ook de Germanen,
bewoners van het gebied dat nu Nederland heet, kregen zo met de Romeinse cultuur te maken.
Op dezelfde manier kon het christendom zich verspreiden. In het begin was dat geloof in het Romeinse
Rijk verboden en werden christenen vervolgd. Later was het de enig toegestane godsdienst.
De periode van 3000 voor Christus tot 500 na Christus wordt ook wel de oudheid genoemd. Het is de tijd
van de oude Egyptenaren onder leiding van de farao’s, de oude Grieken en de Romeinen. De periode
eindigt met het verdwijnen van het (West-)Romeinse Rijk.
bron B
De tijd van monniken en ridders
na Chr.
500
voor Chr.
3000
In het jaar 500 eindigt de oudheid. In Europa beginnen de
middeleeuwen: de periode van 500 tot 1500. De middeleeuwen
beginnen met het verdwijnen van het West-Romeinse Rijk en
eindigen met de ontdekkingsreizen en het uiteenvallen van de
christelijke Kerk.
De tijd van monniken en ridders (500-1000) is het eerste tijdvak
van deze periode. De meeste mensen leefden weer alleen van
de landbouw. De steden waren in verval geraakt en bijna alle
handel over grote afstanden was verdwenen. De meeste boeren
verloren hun zelfstandigheid en werden horigen in ruil voor
bron C
bescherming door een heer. Zo ontstond het hofstelsel.
In deze periode was het lastig om een groot gebied te besturen.
Koningen gebruikten daarvoor het leenstelsel. In het leenstelsel kregen leenmannen een stuk land in leen
in ruil voor een belofte van trouw. Namens de koning bestuurden de leenmannen dat gebied en spraken er
recht.
In Europa werd het christendom steeds belangrijker. Vooral de kloosters speelden een belangrijke rol bij de
verspreiding van dat geloof. In het Midden-Oosten ontstond een ander belangrijk geloof: de islam. Dat geloof
verspreidde zich snel over Noord-Afrika en Spanje.
1
OUDHEID
MIDDELEEUWEN
Griekse cultuur
H ofstelsel
Romeinse Rijk: verspreiding Grie
e ks-Romeinse cultuur
Leenstelsel
Ontstaan e n v erspreiding christe
en do m
Verdere verspreiding christendom
Ontstaan en verspreiding islam
7
introductie
i
… ontdekkers en hervormers
De tijd van steden en staten
In de tweede helft van de middeleeuwen, vanaf 1000, ontstonden er weer veel steden.
Dat had te maken met verbeteringen in de landbouw en een sterke toename van de
handel over grotere afstand. De inwoners van de steden, de burgers, wilden het leven in
hun stad zo veel mogelijk zelf regelen. De problemen in de steden verschilden namelijk
van die op het platteland. Daarom wilden burgers eigen wetten kunnen maken en zelf
rechtspreken. Zo waren ze minder afhankelijk van de heer in wiens gebied de stad lag.
De rechten van een stad werden geregeld in de stadsrechten.
De ambachtslieden in de steden organiseerden zich in gilden. Die gilden hielden
toezicht op mensen die hetzelfde ambacht uitoefenden. De gilden zorgden voor de
opleiding van nieuwe vaklui en waren er ook voor de gezelligheid.
Aan het einde van de middeleeuwen probeerden vorsten hun macht te vergroten.
Langzaam maar zeker ontstonden er grote landen die ze vanuit één centraal punt
bestuurden. Het was het begin van een aantal Europese staten dat nog steeds bestaat.
Ook de Bourgondische Nederlanden ontwikkelden zich tot een centraal bestuurde staat.
1000
bron D
MIDDELEEUWEN
Opkomst van handel en steden
Centraal bestuur en ontstaan van staten
Steden krijgen meer zelfstandigheid
8
De tijd van ontdekkers en her vormers
Met het jaar 1500 eindigen de middeleeuwen en begint de vroegmoderne tijd. Het
eerste tijdvak in de vroegmoderne tijd is de tijd van ontdekkers en hervormers. Uit de
naam blijkt al dat het een tijd was van grote veranderingen. Die veranderingen waren al
een beetje begonnen aan het einde van de middeleeuwen met de renaissance. In Italië
bestudeerden geleerden boeken en kunstwerken uit de Grieks-Romeinse tijd. Daardoor
veranderde de manier waarop zij naar de mens keken. Voortaan lag er minder nadruk
op het geloof en het leven na de dood. De mens en het leven op aarde kwamen meer
centraal te staan.
Rond 1500 begonnen Europese schepen de grote oceanen te verkennen. Columbus
en Vasco da Gama, twee beroemde ontdekkingsreizigers, zeilden naar onbekende
gebieden en ontdekten nieuwe vaarroutes. De volken in de andere werelddelen leerden
de Europeanen meestal kennen als hardhandige meesters. Maar ook onder elkaar
maakten de Europeanen flink ruzie. De christelijke Kerk viel uiteen in een katholiek
en een protestants deel. In de Nederlanden viel het rumoer rond dat uiteenvallen
samen met een opstand tegen de Spaanse koning Filips II. In een tijd van gevechten en
wreedheden kwam de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tot stand.
1500
bron E
VROEGMODERNE TIJD
Ontdekkingsreizen
Re naissa n ce
De her vorming
De opstand
9
1600
1
De tijd van regent
De tijd van regenten en vorsten
1610
1620
1630
16 40
V R O EG M O D E R N E T I J D
Ontstaan handelskapitalisme
l
en wereldeconomie
Gouden Eeuw voor de Republiek
ep
Vorsten willen absolute
10
en en vorsten
Oriëntatie
Op de foto zie je de wereld vanuit de
ruimte, gefotografeerd vanuit een
satelliet. In de zeventiende eeuw waren
er nog geen satellieten. Om de aarde te
zien, moest je in een atlas kijken. Door
ontdekkingsreizen en wereldhandel
waren atlassen steeds beter geworden.
De wereldkaart op de linkerbladzijde
komt uit de Atlas Major. Hij is in
1662 gemaakt door een Nederlander.
Nederland verdiende toen veel geld met
de internationale handel. Het ging erg
goed met ons land. Daarom wordt deze
eeuw ook wel de Gouden Eeuw genoemd.
WB H1 Oriëntatie
1 700
1 650
1 660
1670
16 80
1690
macht
11
kern
1 Handelsstad Amsterdam
Ontdekken
Aan de Amsterdamse grachten
Veel toeristen maken bij een bezoek aan Amsterdam een
rondvaart door de grachten. Ze bewonderen dan de mooie
huizen langs de kant. Veel huizen aan deze grachtengordel
zijn vanaf 1613 gebouwd voor kooplieden. Zij wilden daarmee
laten zien hoe rijk ze waren. Het geld hadden ze verdiend met
handeldrijven. Vanuit de hele wereld brachten ze producten
naar Amsterdam om ze te verkopen. Er ontstond een
wereldhandel. Daarvan was Amsterdam het centrum.
Hoe zag deze wereldhandel eruit? Jij gaat een kaart tekenen
met daarop de verschillende handelsroutes.
WB H1 §1 Ontdekken
bron 1
Een plattegrond van
Amsterdam uit de zeventiende
eeuw met de grachtengordel.
bron 2
Fluitschepen werden gebruikt bij de Oostzeevaart.
bron 3
De Amsterdamse
koopmansbeurs sinds
1611. Hier kwamen
handelaren bij elkaar om
zaken te doen.
12
HOOFDSTUK 1 De tijd van regenten en vorsten
N
Koloniale rijken:
Spaans gebied
D IN A VIË
Portugees gebied
SC
A
S PITS BE R G E N
Engels gebied
Nederlands gebied
P OLEN
graan
rietsuiker
Nieuw-Amsterdam
koffie
cacao
d
S U RINAM E
kruidnagels
AFRIKA
W E S T- I N D I Ë
peper
hout
Guinee
(wal)vis
OOST-INDIË
slaven
zilver
AMERIKA
ijzer
nootmuskaat
textiel
KA A P D E
GOEDE HOOP
0
thee
3000 km
bron 4
De wereldeconomie in de zeventiende eeuw.
Leertekst
Handeldrijven
Vanaf de middeleeuwen nam de handel toe. De Hanzesteden
vormden een groot handelsnetwerk. Maar ook in andere
steden verdienden mensen veel geld met de handel. In de
zestiende eeuw was Amsterdam een belangrijke handelsstad.
Hout en graan werden vanuit het Oostzeegebied naar
de stad gebracht. In Amsterdam verkochten handelaren
deze producten aan de rest van Europa. In ruil kreeg het
Oostzeegebied zout uit Amsterdam. Deze handel werd de
Oostzeevaart genoemd.
In de zestiende eeuw was Antwerpen de belangrijkste
handelsstad in de Nederlanden. Hier hielden handelaren
zich bezig met het doorverkopen van producten. Maar toen
de Spanjaarden Antwerpen in 1585 tijdens de Opstand
veroverden, stopte hier deze bloeiende handel. Veel
kooplieden vluchtten naar Amsterdam. Ze wilden daar hun
bedrijf voortzetten. De bevolking van Amsterdam groeide
daardoor enorm!
Stapelmarkt
Amsterdam was sinds de zestiende eeuw een stapelmarkt.
Dat betekent dat alle handelswaar in pakhuizen aan de
grachten werd ‘opgestapeld’. Later werden deze producten
dan weer doorverkocht. Langzamerhand veranderde dit.
Grondstoffen als laken en suiker werden eerst bewerkt tot
producten. Daarna werden die producten pas doorverkocht.
Door de handel kwamen er steeds meer grondstoffen naar
Amsterdam. Allerlei bedrijven gingen deze grondstoffen
verwerken tot nieuwe producten. Zo werd er hout verzaagd
voor de scheepswerven.
Amsterdam werd door deze handel in de zeventiende eeuw
erg rijk. In de economie zorgde handel voor de meeste winst.
We noemen deze vorm van economie handelskapitalisme.
Kooplieden probeerden zo veel mogelijk winst te maken. Ze
verhandelden hun goederen op de Amsterdamse beurs.
Wereldeconomie
De handelsproducten in Amsterdam kwamen overal vandaan.
Zo werd er suiker, cacao, koffie en tabak uit Amerika gehaald.
Peper, nootmuskaat, foelie en kruidnagelen kwamen uit Azië.
Dit was het gevolg van de ontdekkingsreizen.
Al deze spullen werden met schepen vervoerd. Omdat de
handel plaatsvond over de hele wereld, zeggen we dat er
een wereldeconomie ontstond. Mensen uit de hele wereld
kregen met elkaar te maken, omdat ze producten aan elkaar
verkochten. Als er in het ene deel van de wereld behoefte was
aan iets, werd het aangevoerd vanuit een ander deel van de
wereld. Op deze manier werden producten wereldwijd met
elkaar uitgewisseld.
WB H1 §1 Verwerken
13
kern
2 Naar de Oost en de West
Ontdekken
Scheurbuik aan boord!
Pas na weken varen kwamen we langs de evenaar. De
bemanning begon steeds meer te klagen. Veel matrozen
hadden scheurbuik. Hierdoor vielen de tanden uit hun mond
en was hun tandvlees zwart en verrot. Deze tekst is van een
Nederlandse arts aan boord van een schip. Het schip voer
voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de VOC.
Hoe leefde de bemanning op een VOC-schip?
En wat zou jij hebben gedaan als je in die tijd
had geleefd? Zou jij ook zijn meegegaan
op een VOC-schip?
WB H1 §2 Ontdekken
bron 5
Een tekening van het VOC-schip
De Batavia.
bron 6
Een VOC-koopman met zijn
vrouw. De Nederlandse
schilder Albert Cuyp maakte
dit schilderij in 1666.
14
HOOFDSTUK 1 De tijd van regenten en vorsten
Leertekst
VOC
De Nederlanders wilden aan het eind van de zestiende eeuw
meer handel gaan drijven. Ze zagen dat andere landen veel
geld verdienden met de handel in specerijen. Dat wilden
zij ook. Ze gingen daarom de specerijen zelf uit Azië halen.
Daarvoor richtten ze speciale bedrijven op. Deze bedrijven
werden compagnieën genoemd.
In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie
(VOC) opgericht. Hierbij werden eerdere compagnieën
samengevoegd tot één groot bedrijf. Zo wilden de
Nederlanders beter kunnen concurreren met andere landen.
De VOC wilde winst maken met de handel op Oost-Indië. Dat
lukte, omdat alleen de VOC het recht had om handel met
Oost-Indië te drijven. Verder mocht de VOC in Azië verdragen
sluiten, oorlog voeren en forten bouwen. De VOC stichtte in
Oost-Indië handelsposten om producten te kopen van de
plaatselijke bevolking. Dat gebeurde niet altijd vrijwillig. Soms
gebruikte de VOC hierbij geweld.
WIC
bron 7
Fort Elmina in Ghana. Hier sloten de Nederlandse
slavenhandelaren hun slaven op. Daarna werden deze
slaven met schepen naar Suriname gebracht.
Ons land wilde ook handeldrijven met Amerika en (West-)
Afrika. In 1621 werd daarom de West-Indische Compagnie
(WIC) opgericht. De WIC verdiende veel geld met de handel
in rietsuiker en tabak. Deze producten werden door slaven
verbouwd op plantages. De slaven werden van West-Afrika
naar Amerika gebracht. Veel slaven kwamen in Suriname en
op de Antillen terecht. De WIC verdiende veel geld met deze
slavenhandel.
De schepen van de WIC deden ook aan kaapvaart. Hierbij
werden schepen van andere landen overvallen en werd de
vracht buitgemaakt. In 1628 veroverde Piet Hein de Spaanse
Zilvervloot. Hij is er erg beroemd mee geworden. Toch was de
WIC was niet zo succesvol als de VOC. Er waren veel ruzies met
de Engelsen, Spanjaarden en Portugezen.
De vrije zee
bron 8
De VOC en WIC wilden zo veel mogelijk winst maken met hun
handel. Daarom was het belangrijk dat ze de snelste routes
naar de handelsgebieden konden gebruiken. Dat was niet
altijd mogelijk. Sommige landen lieten schepen van andere
landen niet door. Ze vonden dat de zee van hen was.
De Nederlandse geleerde Hugo de Groot verzette zich
hiertegen. Hij vond dat iedereen vrij toegang moest hebben
tot de zee, alleen dan werkte de wereldeconomie goed. In
1609 schreef hij dit op in zijn boek Mare Liberum (‘De vrije
zee’).
De Nederlandse geleerde Hugo de Groot
(1583-1645). Hij was in heel Europa
WB H1 §2 Verwerken
beroemd om zijn belangrijke boeken.
15
kern
3
Een bijzondere eeuw
Ontdekken
Vijf miljoen schilderijen
Rembrandt van Rijn was in 1642 heel erg druk. Hij werkte toen
aan een schilderij dat bekend werd als De Nachtwacht. Het
zou een van de beroemdste schilderijen ter wereld worden.
Nu komen er elke dag veel toeristen naar het Amsterdamse
Rijksmuseum om het schilderij te bewonderen. De Nachtwacht
is niet het enige kunstwerk uit de zeventiende eeuw dat hier
hangt. Het Rijksmuseum heeft duizenden kunstwerken uit die
periode. Men schat dat er toen in de Republiek ongeveer vijf
miljoen schilderijen zijn gemaakt.
Jij gaat onderzoeken welke beroemde kunstenaars woonden
en werkten in de Republiek. Waarom waren er zo veel
kunstenaars in de Republiek?
WB H1 §3 Ontdekken
bron 10
Gezicht op Delft. Een schilderij van
bron 9
De Nachtwacht. Een schilderij van Rembrandt van Rijn uit 1642.
16
Johannes Vermeer, gemaakt in 1660-1661.
HOOFDSTUK 1 De tijd van regenten en vorsten
bron 11
In 1633 werd Galilei door een katholieke
rechtbank veroordeeld vanwege zijn ontdekking
dat de aarde om de zon draait.
bron 12
Newton doet een experiment met lichtbundels. Hij is vooral bekend
geworden door zijn beschrijving van de wet van de zwaartekracht.
Leertekst
Gouden Eeuw
Tussen 1588 en 1670 ging het erg goed met de Republiek.
Er werd veel geld verdiend met de handel en de welvaart
steeg. Ook was het een bloeiperiode voor de kunst en de
wetenschap. Deze tijd wordt daarom wel de Gouden Eeuw
genoemd. Er woonden en werkten veel schilders in de
Republiek, zoals Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer en
Jan Steen. Deze schilders maakten vaak schilderijen van
het dagelijks leven in de zeventiende eeuw. Dat deden ze in
opdracht van rijke burgers en steden.
Er waren ook veel beroemde schrijvers en dichters in de
Republiek. Joost van den Vondel was één van hen. Hij schreef
toneelstukken. Jacob Cats was de populairste dichter uit
de Gouden Eeuw. Veel van zijn dichtregels zijn bekende
spreekwoorden geworden.
Wetenschappelijke ontdekkingen
In de zeventiende eeuw gingen geleerden uit heel Europa op
zoek naar nog meer kennis. Zo ontdekte de Italiaan Galileo
Galilei met een telescoop dat de aarde om de zon draait.
De theorie van Copernicus uit de zestiende eeuw bleek
te kloppen! De Engelsman Isaac Newton ontdekte hoe je
kon berekenen met welke snelheid een voorwerp door de
zwaartekracht naar de aarde valt.
Er waren ook beroemde filosofen, zoals de Nederlander
Spinoza. Hij geloofde als een van de eersten niet meer in
een God die wonderen kon verrichten. De mensen in de
zeventiende eeuw gingen de wereld op een heel andere
(wetenschappelijke) manier bestuderen.
Uitvindingen en technieken
De kennis uit de wetenschappelijke revolutie wilden de
wetenschappers ook toepassen. Er werden veel nieuwe
technieken bedacht en uitvindingen gedaan. Veel
wetenschappers kwamen uit de Republiek. Ze waren praktisch
ingesteld. Daardoor waren ze vaak wetenschapper en
uitvinder tegelijk.
Christiaan Huygens hield zich als wis- en natuurkundige bezig
met allerlei ingewikkelde formules. Ondertussen vond hij het
slingeruurwerk uit, waardoor de tijd nauwkeurig kon worden
gemeten. Ook bouwde hij een heel goede telescoop, waarmee
hij de ring om de planeet Saturnus ontdekte.
WB H1 §3 Verwerken
17
kern
4
Een bestuur zonder vorst
Ontdekken
De onthoofding van Van Oldenbarnevelt
Op 13 mei 1619 werd Johan van Oldenbarnevelt door een beul
op het Binnenhof in Den Haag onthoofd. Duizenden mensen
waren daarbij. Ze wilden zien hoe een belangrijke bestuurder
van de Republiek werd terechtgesteld. Van Oldenbarnevelt
kreeg de doodstraf, omdat hij de vijand zou zijn van prins
Maurits. Maurits was een zoon van Willem van Oranje en hij
was stadhouder van Holland en Zeeland.
Maar waarover ging de strijd tussen Maurits en Van
Oldenbarnevelt? Wat had de manier van besturen van de
Republiek daarmee te maken? Dat ga je onderzoeken en in
een schema zetten.
WB H1 §4 Ontdekken
bron 14
Groepsportret van de regenten (directeuren)
van het Sint-Elisabeths of Groote Gasthuis te
Haarlem. Een schilderij van Frans Hals uit 1641.
Dit gasthuis was het ziekenhuis voor de armen.
18
bron 13
Een vergadering van de Staten-Generaal in Den Haag.
HOOFDSTUK 1 De tijd van regenten en vorsten
bron 15
Een burgemeester van Delft. Een
schilderij van Jan Steen uit 1655.
bron 16
De kist waarin een
exemplaar van de
Statenbijbel werd bewaard.
Er zaten twee sloten op
de kist. Eens per drie
jaar werd gecontroleerd
of de Statenbijbel nog
onbeschadigd in de kist lag.
Leertekst
Het bestuur in de Republiek
In 1568 waren zeven Nederlandse gewesten in opstand
gekomen tegen de Spaanse koning Filips II. In 1588
verklaarden ze zichzelf onafhankelijk. Zo ontstond de
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het was een van
de eerste landen in Europa zonder koning.
Toch was de Republiek geen echte eenheid. Elk gewest had
zijn eigen bestuur: de Gewestelijke Staten. Hierin zaten
vertegenwoordigers van de steden en van het platteland. Zij
namen besluiten voor hun eigen gewest over allerlei zaken,
zoals wetgeving, rechtspraak en belastingen. Alleen over de
verdediging van het land en de buitenlandse politiek namen
de gewesten samen besluiten. Dat deden ze in de StatenGeneraal in Den Haag.
Regenten
De Republiek werd bestuurd door rijke burgers. Zij werden
regenten genoemd. De regenten waren afkomstig uit een
kleine groep rijke families. Ze verdeelden de belangrijke
banen in het bestuur onder elkaar. Hierdoor konden ze lange
tijd aan de macht blijven. De belangrijkste bestuurders in de
Republiek waren de stadhouder en de raadpensionaris. Ze
kwamen allebei uit het gewest Holland. Omdat Holland erg rijk
was en veel geld betaalde aan het leger en de vloot, had dit
gewest veel invloed. De stadhouder was de opperbevelhebber
van het leger en de vloot. De raadpensionaris was een soort
minister van Buitenlandse Zaken.
Gewone burgers hadden niets te zeggen in de Republiek.
Soms konden ze nog wel redelijk wat geld verdienen, maar
vaak hadden ze het slecht. Als je geen werk had, had je ook
geen inkomen. Je was dan afhankelijk van rijke burgers en de
Kerk. Ze deelden brood en soms geld uit.
Godsdienst
Niet elk geloof was even belangrijk in de Republiek. Het
calvinisme was het belangrijkst: calvinistische bestuurders
hadden het voor het zeggen. Tussen de calvinisten onderling
bestonden overigens wel meningsverschillen over het
geloof. De Staten-Generaal organiseerde daarom in 1618
een kerkvergadering. Daar werd een aantal belangrijke
godsdienstige zaken besproken. Ook werd daar de opdracht
gegeven om een nieuwe vertaling van de Bijbel te maken.
Dit was veel werk en kostte veel geld. De Staten-Generaal
betaalde het bedrag. In 1637 was de Statenbijbel af. Gelovigen
konden nu zelf de Bijbel in een goede Nederlandse vertaling
lezen.
WB H1 §4 Verwerken
19
kern
5 Vorsten krijgen steeds meer macht
Ontdekken
Een paleis voor de koning
Koninklijke paleizen zijn altijd groot geweest. Maar het paleis
dat de Franse koning Lodewijk XIV tussen 1661 en 1690 voor
zichzelf liet bouwen, overtrof alles. Het stond in Versailles,
vlak bij Parijs. Het paleis telde meer dan zevenhonderd
kamers. Dagelijks werkten er duizenden mensen voor
Lodewijk XIV. Hij wilde aan iedereen laten zien hoe belangrijk
hij was.
Maar wie was Lodewijk XIV eigenlijk? Hoe bestuurde hij
Frankrijk? Stel dat jij Lodewijk XIV was geweest. Hoe zou jij
dan hebben geregeerd?
WB H1 §5 Ontdekken
bron 18
De Franse koning
Lodewijk XIV. Hij
had alle macht in
Frankrijk.
bron 17
Het paleis van Lodewijk XIV in Versailles.
Vanuit dit paleis bestuurde hij Frankrijk.
20
HOOFDSTUK 1 De tijd van regenten en vorsten
Leertekst
Alle macht aan de koning!
bron 19
Een soldaat uit het
leger van de Pruisische
koning Frederik Willem I.
Veel Europese landen werden in de zeventiende eeuw
bestuurd door een koning of vorst. Elke koning werd
opgevolgd door zijn zoon (of dochter). Spanje, Engeland,
Frankrijk, Oostenrijk, Denemarken, Zweden, Rusland en
Pruisen hadden een vorst. De vorsten van deze landen hadden
sinds de middeleeuwen een groot probleem. Ze waren voor
hun geld en soldaten namelijk afhankelijk van de adel. Als
de adel niet wilde meewerken, konden de vorsten dus niets
beginnen. Dat probeerden de vorsten te veranderen.
In Frankrijk probeerde koning Lodewijk XIV als eerste zijn
rijk op een andere manier te besturen. Hij wilde alle macht
in handen krijgen. We noemen dit absolute macht. En hij
kreeg zijn zin! Lodewijk XIV was het middelpunt van alles en
iedereen. Daarom werd hij ‘Zonnekoning’ genoemd. Hij vond
dat hij zijn macht van God had gekregen. Dit goddelijke recht
gaf hem nóg meer aanzien.
Absolute vorsten
bron 20
Tsaar Peter de Grote
maakte van Rusland een
machtig en modern land.
Andere vorsten in Europa wilden ook veel macht, net als
Lodewijk XIV. In Zweden, Oostenrijk, Rusland en Pruisen
kwamen er daarom ook absolute vorsten met absolute
macht.
In Rusland was Peter de Grote de absolute vorst. Hij maakte
van Rusland een machtig en modern land. Dat deed hij
onder andere door goede soldaten op te leiden. Ook liet hij
veel oorlogsschepen bouwen. De kennis hiervoor had hij uit
West-Europa gehaald. In de Republiek had hij bijvoorbeeld
zelf voor scheepsbouwer geleerd. In 1703 stichtte hij de stad
Sint-Petersburg. Deze stad werd ook meteen de hoofdstad van
Rusland.
Regeren als een absoluut vorst
Absolute vorsten regeerden vanuit één centraal punt.
Daardoor waren er in het hele land dezelfde wetten en
regels. Ook de rechtspraak was voor het hele land gelijk.
Iedereen moest de absolute vorsten gehoorzamen. Adel
en geestelijkheid mochten alleen nog advies geven. Hun
toestemming was niet meer nodig.
De meeste absolute vorsten gaven veel geld uit aan het leger.
Er kwamen goed getrainde legers met professionele soldaten.
De legers met huursoldaten werden afgeschaft. Vooral de
Pruisische koning Frederik Willem I maakte van zijn leger een
succesvolle oorlogsmachine. Hij kreeg dan ook de bijnaam
‘Soldatenkoning’.
WB H1 §5 Verwerken
21
onderzoek historische personen
6 Michiel de Ruyter
Intro
Een held uit Zeeland
Op 6 juli 1667 kwamen duizenden mensen naar de
Nederlandse plaats Hellevoetsluis. Ze kwamen het grootste
en belangrijkste Engelse oorlogsschip bewonderen: de Royal
Charles. De Nederlanders hadden dit schip onder leiding
van admiraal Michiel de Ruyter veroverd op de Engelsen.
Dat gebeurde in de buurt van de Engelse stad Chatham. In
Nederland werd Michiel de Ruyter als een held ontvangen. Na
zijn dood in 1676 werd hij in Amsterdam begraven in een heel
mooi graf.
Maar wie was Michiel de Ruyter eigenlijk? Wat heeft hij
gepresteerd? In wat voor tijd leefde Michiel de Ruyter? Hoe
dacht en denkt men over hem?
WB H1 §6
bron 1
Michiel de Ruyter (1607-1676).
bron 2
De verovering van de Royal Charles bij Chatham. Dit is een belangrijke gebeurtenis uit de Tweede
Engelse Oorlog (1665-1667). Je ziet Nederlandse en Engelse oorlogsschepen op zee. In het midden
zie je het Engelse oorlogsschip Royal Charles. Tussen de schepen zie je kleine boten met de
bemanning van de in brand gestoken Engelse schepen. Een schilderij van Peter van de Velde.
22
HOOFDSTUK 1 De tijd van regenten en vorsten
Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden
Spaanse Nederlanden
Door de Republiek gewonnen
of verloren zeeslag
1673
Bergen
1672 Onbesliste slag met jaartal
NOORWEGEN
bron 3
Zeeslagen in de
Gouden Eeuw.
N O O R D Z E E
1658
Sont
DENEMARKEN
1665
Lowestoft
1673
Kijkduin
ENGELAND
1672
Solebay
1666
1667 Vierdaagse
Chatham Zeeslag
1673
Schooneveld
bron 4
Deze gouden beker kreeg Michiel de Ruyter tijdens
een feestmaaltijd in november 1667. De Nederlanders
1652
Plymouth
1653
Portland
1653
1639 Nieuwpoort
1662
Dungeness Duinkerken
Amsterdam
Vlissingen
DUITSE RIJK
wilden hem hiermee bedanken voor de succesvolle
aanval op de Engelse marinebasis bij Chatham.
FRANKRIJK
0
200 km
Het leven van Michiel de Ruyter
Michiel Adriaenszoon de Ruyter werd op 24 maart 1607 in Vlissingen
geboren. Hij was een zoon van een zeeman. Als kind was hij een gewone
jongen, die meer van spelen hield dan van leren. Zijn ouders lieten hem
op jonge leeftijd werken in een touwslagerij. Hier werd touw gemaakt
door verschillende draden in elkaar te draaien met behulp van een wiel.
Op elfjarige leeftijd mocht Michiel de Ruyter als scheepsjongen mee naar
zee. Vanaf toen kreeg hij steeds belangrijker functies op handelsschepen.
In 1650 wilde De Ruyter stoppen als zeeman. Maar aan het begin van
de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) liet hij zich toch overhalen om bij
de marine van de Republiek te gaan werken. Daar werd hij benoemd
tot opperbevelhebber van de oorlogsvloot. Met zijn schip De Zeven
Provinciën behaalde De Ruyter vele overwinningen voor de Republiek.
In de Tweede en Derde Engelse Oorlog werd Michiel de Ruyter steeds
beroemder. Hij behaalde namelijk belangrijke overwinningen tijdens de
Vierdaagse Zeeslag in 1666, de tocht naar Chatham in 1667 en de zeeslag
bij Schooneveld in 1673.
Tijdens een zeeslag in de Middellandse Zee op 22 april 1676 werd hij door
een kanonskogel in beide benen geraakt. Een week later stierf hij aan
zijn verwondingen. De plechtige begrafenis volgde bijna een jaar later.
Zijn graf in de Nieuwe Kerk in Amsterdam is tot op de dag van vandaag te
bewonderen.
bron 5
Het graf van Michiel de Ruyter in de
Nieuwe Kerk in Amsterdam. Hier werd
hij op 18 maart 1677 begraven.
Vrij naar: A.Th. van Deursen, J.R. Bruijn en J.E. Korteweg, De admiraal. De wereld van
Michiel Adriaenszoon de Ruyter (Franeker 2007).
bron 6
23
afsluiting
Afsluiting
Wat moet je weten?
Begrippen
A Er komt een wereldeconomie.
B Gouden Eeuw voor de Republiek.
C In enkele landen willen vorsten absolute macht.
absolute macht
alle macht in handen van één persoon
absolute vorst
vorst met absolute macht; hij regeert
vanuit één punt en voor het hele land
gelden dezelfde regels
Gewestelijke Staten
het bestuur van de gewesten van de
Republiek, met vertegenwoordigers
van de steden en het platteland; zij
benoemden afgevaardigden naar de
Staten-Generaal
Gouden Eeuw
de periode van welvaart en bloei in
de Republiek in de zeventiende eeuw
(1588-1670)
handelskapitalisme
een vorm van economie waarin
ondernemers proberen zo veel
mogelijk winst te maken met handel
Oostzeevaart
handel tussen Nederland en het
Oostzeegebied
Overzicht van de tijd van regenten en vorsten
1602
De VOC wordt opgericht.
1621
De WIC wordt opgericht.
1628
Piet Hein verovert de Zilvervloot.
1643
Lodewijk XIV wordt koning van Frankrijk met absolute macht.
1648
De Opstand is afgelopen. De Republiek is nu officieel een
onafhankelijk land.
1670
De Gouden Eeuw voor de Republiek is voorbij.
1600
WB H1 Afsluiting
1602
De VOC wordt opgericht
1621
1 643
Piet H
Hein verovert de Zilvervloot
De WIC wordt opgericht
24
1628
1648
De
Lodewijk XIV wordt koning van
HOOFDSTUK 1 De tijd van regenten en vorsten
regent
bestuurders van de Republiek,
vaak afkomstig uit een rijke
koopmansfamilie
stapelmarkt
een plaats waar ingekochte goederen
worden bijeengebracht en opgeslagen
om van daaruit weer te worden
verhandeld
Verenigde Oost-Indische
Compagnie (VOC)
handelsmaatschappij die in 1602
werd opgericht; de VOC had als enige
het recht om handel te drijven met
gebieden in Azië
wereldeconomie
een economie waarin landen van over
de hele wereld producten aan elkaar
verkopen
West-Indische Compagnie (WIC)
handelsmaatschappij die in 1621
werd opgericht; de WIC had als enige
het recht om handel te drijven met
gebieden in Amerika en Afrika
1670
17 0 0
Opstand is afgelopen
Frankrijk
De Gouden Eeuw voor de Republiek is voorbij
25
Download