Rijk door handel overzee. Tijdvak 6

advertisement
Lees- werkwijzer, paraaf 6.1: Rijk door handel overzee.
Tijdvak 6: Tijd van Regenten en Vorsten, 1600- 1700 (zeventiende eeuw).
Kenmerkende aspecten:


Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het
begin van de wereldeconomie.
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in
economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse
Republiek.
Paragraaf 6.1: Rijk door handel overzee.
De kern:
 Maak goed duidelijk, waarom er steeds meer graan uit het Oostzee- gebied moest
worden aangevoerd.
 Wat namen de Nederlandse mee naar dat Oostzee- gebied?
 Waardoor raakte de economie van steeds meer landen met elkaar verweven?
 Wat was het economisch beleid van respectievelijk de regeringen van de
Republiek, en Engeland en Frankrijk?
Gespecialiseerde boeren:
 Leg goed uit, waarom veel boeren in de Republiek gedwongen waren om zich te
specialiseren in de veeteelt.
 Waarom ging dat niet ten koste van de productie van brood voor de bevolking in de
stad?
 Welke plaats nam hierin de allerbelangrijkste positie in?
De Stapelmarkt:
 Waardoor verloren Brugge en Antwerpen rond 1600 hun belangrijkste
handelsfunctie?
 Wat wordt bedoeld met het begrip (handels-) kapitalisme?
 Wat verstaan we onder de zgn. “driehoekstocht”?
 Welke twee gunstige omstandigheden maakten dit mogelijk voor de zeegewesten
van de Republiek?
 Leg het principe van de “Stapelmarkt” uit.
 In hoeverre waren de Hollandse kooplieden niet kieskeurig”?
Van concurrentie naar Compagnie:
 Hollandse kooplieden keken vooral begerig naar de handelsmogelijkheden in Azië.
Maak duidelijk wat zij daar wilden bereiken!
 Echter: Wat verstoorde dit rooskleurig perspectief na een aantal jaren?
 Welke oplossing voor dit probleem bedacht de Hollandse Raadpensionaris Johan
van Oldenbarnevelt in 1602?
 Hoe kwam deze organisatie aan voldoende werkkapitaal?
Desnoods met harde hand:
 In ons boek staat (op pag. 139) dat “de VOC van de Staten- Generaal het
monopolie (= alleenrecht) kreeg om handel te drijven met Azië! Welke vijf
bevoegdheden kreeg de VOC?
Jaloerse buurlanden:
 Engeland en Frankrijk waren jaloers op de welvaart van de Republiek! Leg in dit
kader (uitvoerig) uit wat we verstaan onder de “Act of Navigation” (1651) en het
“Mercantilisme”.
Download