Een behandeling krijgen volgens de richtlijn

advertisement
Een behandeling krijgen volgens
de richtlijn
Hoe erg is dat als die behandeling
niet je voorkeur heeft.
Th.M (Michael) van den Boogaard
(potentiële) belangenverstrengeling
Geen
Voor bijeenkomst mogelijk relevante
relaties met bedrijven
Bedrijfsnamen
 Sponsoring of onderzoeksgeld
 Honorarium of andere (financiële)
vergoeding
 Aandeelhouder
 Andere relatie, namelijk …




3
4
De patiënt die je in behandeling krijgt wil (vooralsnog) geen medicatie.
Strikt genomen hoeft dat ook niet (alleen bij ernstige depressies a priori).
In jouw team zit toevallig wel een IPT therapeut dus….
HOE PAKT DAT UIT?
5
IPT als voorbeeld
Specifieke factor van een protocollaire
behandeling op te vatten als theoretisch
belangrijk onderdeel, of onderdelen.
Conform Collaborative Study
Psychotherapy Rating Scale worden
de volgende “specifieke factoren” bij
IPT onderscheiden
•
•
•
•
•
•
•
Rationale
Gevoelens
Interpersoonlijke anamnese
Rolverandering
Conflict
Interpersoonlijk tekort
Hulp bieden bij veranderen
van belangrijke relaties
• (Geen focus rouw).
Ander therapie vormen
• Cognitieve gedragstherapie (CGT)
• Kortdurende Psychodynamische Steunende Psychotherapie
(KPSP)
• (Medicatie)
• Niet bewezen effectief (bij unipolaire depressies)
• Systeemtheoretische psychotherapie
• Clientgerichte psychotherapie
Wat hebben we gedaan (1)
• 66 patiënten een keus laten maken uit de 5 genoemde
therapieën.
– 28 kozen voor (C)GT
– 14 voor IPT (21%)
– 11 voor Clientgerichte Psychotherapie
– 9 voor Systeemtherapie
– 4 voor Psychodynamische Therapie
• De behandeling van hun voorkeur gegeven (niet bij de
intaker)
Wat hebben we gedaan (2)
• 65 andere patienten kregen standaard IPT en kregen een
behandelaar toegewezen (niet de intaker)
• Nog eens 65 patienten kregen ook standaard IPT maar
mochten via een bepaalde procedure hun eigen therapeut
kiezen (maar niet de intaker).
• Het ging om 7 gecertificeerde therapeuten die een
adherentie test achter de rug hadden (4 tapes) gedurende
een pilot studie
• Tijdens de trial werd de adherentie ook steeds gemeten
Wat weten we op voorhand
• 66 patienten kregen de behandeling van hun voorkeur, bij
een therapeut die niet de intake mocht hebben gedaan
• Voor ongeveer 104 patienten (80% van 130) zal IPT niet
de behandeling van hun voorkeur geweest zijn.
• Van hen heeft de helft wel een therapeut naar keuze, zij het
dat die niet de intake mocht hebben gedaan.
Waar hebben we naar gekeken
•
•
•
•
•
Adherentie (werd er wel IPT gegeven)
Uitvallers
Tevredenheid
Therapeutgebonden factoren anders dan de alliantie
De mate waarin de patient het gevoel had dat de therapeut
zich verdiepte in zijn ziekte en genezingstheorie en dat in
de therapie verwerkte
• Werk alliantie (drie dimensies), ook wel therapeutische
alliantie genoemd
• Uitkomst
• Adherentie
Verschillen tussen IPT en
de andere therapieën.
IPT rationale (F[1, 52] = 8.261,
p<.006)
Assistance (F[1, 52] = 7,424. p<.009)
Transitions (F[1, 52] = 11,849, p<.001)
Feelings (F[1,52] = 2,698. p<.107)
Disputes (F [1,52] = 2,870, p<.096)
Geen verschillen bij assessment en
deficit focus.
Uitvallers
• Geen significante verschillen in aantal uitvallers, noch na
de intake procedure (ziet er anders uit bij IPT dan bij het
keuzemodel waar shared decision making wordt
toegepast), noch vroeg in de behandeling.
• Na intake in elke conditie 7
• Aantal vroege uitvallers in de groep die zelf hun therapeut
mochten kiezen was 2, in de andere condities 4.
Tevredenheid
Tevredenheid
35
Satisfaction score
30
25
Control
TherpSelect
20
TreatSelect-non IPT
TreatSelect-IPT
15
10
1
2
Meting
Figure 4: Satisfaction score at assessment 2 and the final session. TreatSelect-non IPT differs significantly from Control on the intercept level (z score
3.12; P<.005). TherpSelect (z score 2.11; p<.05) and TreatSelect-non IPT (z score 2.63; p<.01) differ significantly from Control in slope.
Therapeutgebonden factoren
Figure 3: Growth curve of the CERS scores over time. TherpSelect (z score 1.85; p<.07 trend) and Control (z score 2.23; p<.025) differ from
TreatSelect-non IPT on the intercept level. TreatSelect-non-IPT differs from Control in slope (z score 2.08; p<.025).
Compatibiliteit
Figure 2: Growth curve of the ACPS total scores over time. The intercept of the TreatSelect-non IPT condition differs statistically
significant from the Control condition (z score 2.51; p<.025) . TreatSelect-non IPT (z score 2.75; p<.01) and TreatSelect-IPT (z
score 1.84; p<.07 trend) differ in slope from the Control condition.
Taken, doelen en band
Werkalliantie
Figure 5: Growth WAI total score. TreatSelect-non IPT differs significantly in intercept from Control (z score 3.51; p<.001) and TherpSelect (z score
.351; p<.001). TreatSelect-non IPT differs significantly from Control in slope
Uitkomst
Figure 8: Growth curve of the BDI over time. Differences between conditions are not significant. Nor in intercept, nor in slope
Interpretatie(s)
• Nou het is niet zo dat mensen bij bosjes weglopen
• Ze zijn wel duidelijk minder tevreden.
• Een behandeling krijgen die niet de voorkeur heeft is een
stuk beter te verteren als je zelf je behandelaar kunt kiezen.
Je vindt de therapeut dan al gauw deskundiger, en je komt
wat makkelijker tot overeenstemming (compatibiliteit)
• Er zijn wel verschillen in uitkomst zichtbaar in de
verwachte richting (therapie krijgen die je zelf gekozen
hebt doet het iets beter), maar deze zijn niet statistisch
significant. Mogelijk wel klinisch relevant (meerdere
punten op de BDI)
Behandelen volgens de richtlijn
• Zeker doen (daar zijn wij van)
• Maar:
– Zoveel mogelijk in samenspraak met de patiënt;
gebruik het CFI
– Zorg voor een assortiment met
keuzemogelijkheden; bijvoorbeeld niet alleen
CGT en medicatie.
– Zoek het passende aanbod eventueel bij een
ander HGO team
21
Download