Meer voorlezen, beter in taal Kees Broekhof Brochures over (voor)lezen en taalontwikkeling Meer voorlezen, beter in taal: 0-4 – – – van baby’s tot kleuters voorlezen door ouders en andere volwassenen rol van bibliotheek Meer lezen, beter in taal: 4-12 – – – basisschoolleerlingen zelfstandig (vrij) lezen rol van school en bibliotheek Hoe jonge kinderen taal leren Taal is niet aangeboren Kinderen leren taal door hun omgeving Vooral taal van ouders is belangrijk Wat krijgen jonge kinderen te horen? Een kind met laaggeschoolde ouders hoort ca. 615 woorden per uur. Een kind met ouders met een redelijke opleiding hoort 1.251 woorden per uur. Een kind met hoogopgeleide ouders hoort 2.153 woorden per uur. “The 30 million word gap” Veel kinderen hebben dus extra taalprikkels nodig Boeken zorgen voor taalprikkels: – – – Interactie tussen kind en ouders komt (bijna) vanzelf tot stand via boeken. Het kind raakt meer bekend met de klanken en de melodie van de taal. Het kind leert nieuwe woorden. Boeken zorgen ook voor … Gerichte aandacht (ontwikkeling van concentratie) Verbondenheid (veiligheid, welzijn, zelfvertrouwen) Start van een routine – dagelijks omgaan met boeken (leidt tot sterkere leesmotivatie) Ook voor baby’s! Voorlezen in het eerste levensjaar heeft effect op de ontwikkeling van de woordenschat (Debaryshe; Raikes e.a.; Karass e.a.) Er is waarschijnlijk ook een indirect effect via gerichte aandacht (concentratie) en de voorleesroutine (motivatie) De taal van kinderen en boeken Talig gedrag Luisteren, non-verbale reacties Benoemen, directe reacties, initiërend gedrag Hele zinnen, praten over en n.a.v. verhaal Complexere taal, complexe denkoperaties (bijv. oorzaakgevolg) 0 4 Taal in boeken Afbeeldingen (taal ‘toegevoegd’) Korte verhaaltjes, labels, eenvoudige tekst, herkenbaar Langere verhalen, complexere taal Complexere verhalen, meer personages, boekentaal Kwaliteit van voorlezen doet ertoe Affectieve kwaliteit versterkt binding tussen kind en ouder Interactieve kwaliteit versterkt effect op taalontwikkeling. Interactieve kwaliteit is: niet alleen voorlezen, maar ook praten over en n.a.v. het verhaal De meta-analyse van Mol e.a. (2008) toont effectiviteit interactief voorlezen aan. Kwantiteit van voorlezen doet ertoe Optimale frequentie: dagelijks voorlezen geeft de beste resultaten (Raike e.a.; EPPE) Duur van voorleessessie hangt af van interesse en concentratie kind; Nederlandse ouders lezen nogal kort voor (5-10 minuten per keer) En als je Nederlands niet goed is? Ouders moeten jonge kinderen veel begrippen leren. Dat gaat het best in de taal die zij het best beheersen. Kinderen die veel begrippen kennen, leren de Nederlandse begrippen daarna gemakkelijk. Ze hoeven alleen een nieuw ‘label’ aan een bekend begrip toe te voegen. Voorlezen heeft effect op … ontluikende geletterdheid fonologisch bewustzijn letterkennis woordenschat verhaalbegrip leren lezen mondelinge taal zelfvertrouwen kennis van de wereld plezier in (voor)lezen Elisabeth Duursma (2008), Reading aloud to children: the evidence. De effecten zijn langdurig: EPPE-onderzoek naar ‘home learning environment’ – – 2.700 kinderen, metingen bij 3, 5, 6, 7, 10, 11 jaar effecten van voorlezen, bibliotheekbezoek, activiteiten met letters/cijfers/vormen en versjes/liedjes Bookstart-onderzoek in Groot-Brittannië – – – start bij 9 maanden metingen bij 3, 5, 7 jaar Bookstartkinderen scoren hoger op taal en rekenen Voorlezen bereidt voor op begrijpend lezen in de basisschool Voorlezen Waar denk je dat het verhaal over gaat? Wat zie je op de plaatjes? Wat denk je dat er gaat gebeuren? Impliciete woordleerstrategieën Picto’s: wie, wat, waar Begrijpend lezen Voorspellen n.a.v. titel Relaties leggen m.b.v. afbeeldingen Relaties leggen binnen en buiten de tekst Expliciete woordleerstrategieën Samenvatten