Besluit van de Vlaamse Regering houdende regularisatie van de gesubsidieerde contractuelen die zijn tewerkgesteld met een contingentovereenkomst als vermeld in artikel 1, 12°, van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015, artikel 76; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen; Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 12 januari 2015; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 december 2014; Gelet op advies 56.993/1 van de Raad van State, gegeven op 13 februari 2015 met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport; Na beraadslaging, BESLUIT: Hoofdstuk 1. Definities Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1° gesubsidieerde contractuelen: de gesubsidieerde contractuelen, tewerkgesteld krachtens een contingentovereenkomst als vermeld in artikel 1, 12°, van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen; 2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid; 3° regularisatie: de opheffing van de tegemoetkomingen voor het plaatselijk bestuur, de opheffing van de bijzondere rechtspositieregeling van de gesubsidieerde contractuelen, vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, en de stopzetting van de lopende contingentovereenkomsten tussen het Vlaamse Gewest en het plaatselijk bestuur; Pagina 1 van 4 4° subsidiebedrag: het bedrag dat wordt vastgesteld na de controle op de naleving van de tewerkstelling en de voorwaarden, vermeld in artikel 18, §1, van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen; 5° voorschotten: het bedrag, vermeld in artikel 11, §1, van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, dat maandelijks wordt gestort. Hoofdstuk 2. Regularisatie Art. 2. De tewerkstelling van de gesubsidieerde contractuelen door het plaatselijk bestuur wordt geregulariseerd. Het plaatselijk bestuur verkrijgt een premie ter vergoeding van de regularisatie. Art. 3. De premie, vermeld in artikel 2, wordt berekend op basis van de volgende formule: Rp =95% x (A+B), waarbij: 1° Rp = regularisatiepremie 2° A = de som van de loonpremies die tijdens het refertejaar 2013 werden toegekend aan het plaatselijke bestuur voor de effectieve of daarmee gelijkgestelde tewerkstelling van gesubsidieerde contractuelen; 3° B = de som van de doelgroepverminderingen voor gesubsidieerde contractuelen, vermeld in artikel 353bis/10 van de programmawet (I) van 24 december 2002, die tijdens het refertejaar 2013 werden toegekend aan het plaatselijk bestuur voor de effectieve of daarmee gelijkgestelde tewerkstelling van gesubsidieerde contractuelen. Met behoud van de toepassing van het eerste lid, wordt de regularisatiepremie verrekend op basis van de wijziging aan het toegekende contingent tijdens het kalenderjaar 2013 en 2014, voor zover die het gevolg is van een door de minister goedgekeurde onderlinge overheveling van de gesubsidieerde contractuelen tussen de plaatselijke besturen. Art. 4. De minister stelt aan de hand van de formule, vermeld in artikel 3, de regularisatiepremie vast en brengt het plaatselijk bestuur daarvan op de hoogte met een brief. Het Departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie betaalt de premie halfjaarlijks uit in twee gelijke delen. Het eventuele verschuldigd saldo, dat het verschil is tussen enerzijds de som van de uitgekeerde voorschotten en anderzijds het subsidiebedrag voor het kalenderjaar 2014 en het eerste kwartaal 2015, wordt verrekend bij de tweede halfjaarlijkse betaling van de regularisatiepremie, na onderzoek door het voormelde departement. Hoofdstuk 3. Wijzigingsbepalingen Art. 5. Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen die personeelsleden tewerkstellen krachtens een contingentovereenkomst, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 29 juni 2007 en 8 mei 2009, wordt opgeheven. Pagina 2 van 4 Art. 6. Artikel 4, 5 en 6 van hetzelfde besluit worden opgeheven. Art. 7. In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 10 juli 2008 en 20 juni 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 4 wordt de zinsnede “contingentovereenkomst en/of” opgeheven; 2° in paragraaf 5, eerste lid, wordt de zinsnede “contingentovereenkomst en/of” opgeheven; 3° in paragraaf 5 wordt het tweede lid opgeheven; 4° in paragraaf 6 wordt het tweede lid opgeheven; 5° paragraaf 7 worden opgeheven. Art. 8. In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 mei 2009 en 20 juni 2014, wordt paragraaf 1 opgeheven. Art. 9. In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 10 juli 2008 en 20 juni 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden “contingentovereenkomst en” opgeheven; 2° in paragraaf 2 worden de woorden “contingentovereenkomst en” opgeheven; 3° in paragraaf 3 worden de woorden “contingentovereenkomst en” opgeheven. Art. 10. In artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2008 en 20 juni 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 4 wordt opgeheven; 2° in paragraaf 5 wordt het eerste lid opgeheven. Art. 11. In artikel 19, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 21 december 1995 en van 17 juni 1997, worden de woorden “contingentovereenkomsten en” opgeheven. Hoofdstuk 4. Slotbepalingen Art. 12. Voor de personeelsleden die vóór 1 april 2015 in dienst zijn getreden als gesubsidieerde contractuelen, kan het plaatselijk bestuur of de daarmee juridisch of economisch verbonden entiteit geen doelgroepverminderingen als vermeld in de volgende bepalingen krijgen: 1° artikel 14 en 28/11 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen; 2° hoofdstuk II en III van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden. Art. 13. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2015. Pagina 3 van 4 Art. 14. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, ... De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Philippe MUYTERS Pagina 4 van 4