Eugenetica in Nederland

advertisement
Eugenetica in Nederland
Nederland kende een levendige eugenetische beweging aan het begin van de 20e eeuw,
maar dat heeft niet geleid tot wetgeving op dat gebied. In tegenstelling tot de landen om
ons heen.
Gedwongen sterilisaties van vrouwen die leven in arme gebieden. Om de overbevolking
tegen te gaan werden op bevel van de autocratische president Albert Fujimori
tienduizenden Peruaanse vrouwen gesteriliseerd, al dan niet vrijwillig. Dit gebeurde
tussen 1996 en 1999.
Het zijn prakijken op de valreep van de twintigste eeuw die meteen het morele ijkpunt
van die eeuw in herinnering roepen: de moord op zes miljoen joden door de Duitsers in
de Tweede Wereldoorlog. Het treurige hoogtepunt van het idee dat sommige ‘rassen’
minderwaardig zijn, de eugenetica.
Maar de puur Duitse associatie met eugenetica is onterecht. Zweden, Frankrijk,
Oostenrijk, Finland, Noorwegen, Zwitserland, Verenigde Staten. In al deze landen zijn
tienduizenden mensen gesteriliseerd: alcoholisten, gevangenen, zwakzinnigen, epileptici
en armen. De maakbare samenleving begint bij het indammen van de voortplanting van
de onaangepasten. Totalitaire trekken in westerse landen waar voor én na de Tweede
Wereldoorlog, tot in de jaren zeventig, dit soort eugenetische praktijken plaatsvonden.
Schadelijk voor het ras
‘Bij wilden worden de zwakken van lichaam of geest spoedig geëlimineerd […]. Wij
beschaafde mensen daarentegen doen ons uiterste best om het eliminatieproces tegen te
gaan; wij bouwen gestichten voor de imbecielen, de verminkten en de zieken […]. Op die
wijze planten de zwakke leden van beschaafde samenlevingen hun aard voort. Niemand
[…] zal betwijfelen dat dit zeer schadelijk moet zijn voor het menselijk ras.’
Een citaat uit Charles Darwin’s boek ‘De afstamming van de mens’ uit 1871. De wortels
van het sociaal darwinisme, de strijd tussen hogere en lagere klassen, zijn duidelijk
zichtbaar. Voeg daarbij het racisme (geïnspireerd op de koloniale contacten met andersuitzienden) en de ‘genetica’ (de kiemplasmatheorie van Weismann) en de laat-19eeeuwse cocktail waaruit eugenetica kon ontstaan is compleet.
De eugenetica was een westerse uitvinding die overal aanhangers had. Ook in Nederland.
Het grote verschil met landen zoals de Verenigde Staten en Zweden is dat er in
Nederland nooit wetten zijn aangenomen die het blanken verbood met zwarten te
trouwen (omwille van de ‘raciale integriteit’) of wetten die de sterilisatie van
zwakzinnigen, epileptici en paupers goedkeurden.
Nederland had zijn eigen pleitbezorgers van de eugenetica. Arts Marianne van Herwerden
was daar de meest uitgesproken van. In 1920 werd ze gepasseerd als nieuwe hoogleraar
embryologie aan de Universiteit Utrecht. Ter compensatie ontving ze een speciale beurs
die het haar mogelijk maakte een reis van een half jaar door de Verenigde Staten te
maken. Aan de overkant van de Atlantische Oceaan raakte ze enthousiast over
eugenetica.
In de Verenigde Staten werden zwakzinnigen, dronkaards en gevangenen gesteriliseerd.
Vooral in de staat Californië namen sterilisaties een grote vlucht. In 1935 waren er in
Amerika al twintigduizend mensen gesteriliseerd, waarvan de helft in Californië. Verder
verboden in veel staten huwelijkswetten het mensen van verschillende rassen, zoals
blanken en negers, met elkaar te trouwen.
Terug in Nederland stelde Van Herwerden zich tot taak de eugenetica hier uit te dragen.
Ze publiceerde haar ideeën in medische tijdschriften. In 1930 stond ze aan de wieg van
de Nederlandse Eugenetische Federatie. Een fusie van verschillende eugenetische
organisaties en een poging om de versnipperde Nederlandse eugenetische beweging
onder een noemer te brengen.
Biologie | Evolutie VWO | Artikel Eugenetica in Nederland
Kruisende zwakzinnigen
In 1926 schreef Van Herwerden het boek ‘Erfelijkheid bij de mens en eugenetiek’. Daarin
stelt ze niet dat het mengen van rassen schadelijk is. Wel ageert ze tegen de grote
voortplantingssnelheid van lagere bevolkingsgroepen. Om van het probleem van
kruisende zwakzinnigen af te komen, stelde ze voor de mannen en de vrouwen
gescheiden te huisvesten. Een idee dat in Denemarken toen al gepraktiseerd werd.
Verschillende hoogleraren in de genetica spraken zich uit voor eugenetica. Biologe Tine
Tames werd in 1919 aan de Groningse universiteit benoemd tot buitengewoon hoogleraar
in de erfelijkheid. Zij wilde het menselijke fenotype optimaliseren door hogere klassen
meer kinderen te laten krijgen. In 1937 volgde de Wageningse geneticus Sirks haar op.
Als de erfelijke aanleg van individuen de maatschappij schade berokkent, moet de
overheid daar wat aan doen, vond Sirks. Een stapje verder ging de hoogleraar in de
genetica Honing, rector magnificus in Wageningen. Sterilisatie van arme
bevolkingsgroepen leek hem een terechte zaak. Verder zou de mensheid op een hoger
niveau kunnen komen door rasveredeling.
Andere bekende namen in de eugenetische beweging zijn Sebald Rudolf Steinmetz en Jan
Rutgers. Steinmetz was hoogleraar sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam.
Hij ergerde zich al vanaf het einde van de 19e eeuw aan de uitdijende verpauperde
onderklasse van de maatschappij. Daarom wilde hij de voortplanting van de hogeren
bevorderen, door het geven van financiële steun aan goede gezinnen. Rutgers, de
naamgever van de huidige Rutgersstichting, was de leider van de Nieuwe Malthusiaanse
Bond. Deze organisatie maakte zich zorgen over de almaar groeiende bevolking en
propageerde dan ook voor het gebruik van condooms. Los daarvan publiceerde Rutgers
in 1905 een boek waarin hij pleitte voor sterilisatie van minderwaardigen, dat kwam vaak
neer op de armen die in erbarmelijke omstandigheden leefden.
Geen voet aan de grond
Tijdens de Duitse bezetting van Nederland komen twee namen naar voren, die van
gynaecoloog Van der Hoeven en van SS-bioloog Stroër. Van der Hoeven, lid van de NSB
en later van de Germaanse SS, meldde zich vrijwillig bij de Duitsers aan om joodse
vrouwen te steriliseren.
Ströer studeerde biologie in Amsterdam waar hij in 1933 ook promoveerde. Tijdens de
bezetting werkte hij samen met de Duitsers om een eugenetisch-instituut in Nederland
op te richten. Om de benodigde kennnis op te doen, werkte hij anderhalf jaar in
Duitsland bij twee onderzoeksinstituten voor rasverbetering. In 1944 werd hij tot
bijzonder hoogleraar in Groningen benoemd.
In Nederland kreeg de eugenetica nooit echt voet aan de grond. Wetenschapshistoricus
Rob Visser en arts/microbioloog Huub Schellekens dragen daar in hun boek ‘De
genetische manipulatie’ uit 1987 verschillende redenen voor aan. De Nederlandse
beweging was versnipperd, ze liep twintig jaar achter op het buitenland – waardoor het
tegengeluid al weer krachtig klonk. Bovendien was de Katholieke kerk mordicus tegen
maatregelen die het hebben van nageslacht in de weg stonden. Terwijl dat nou juist de
kern van de eugenetica vormde.
Literatuur
Huub Schellekens en Rob Visser, ‘De genetische manipulatie’, 1987.
Jan Noordman, ‘Om de kwaliteit van het nageslacht’. Eugenetica in Nederland 19001950,’ proefschrift, 1989.
Bron: http://www.kennislink.nl/publicaties/eugenetica-in-nederland
Rinze Benedictus
Biologie | Evolutie VWO | Artikel Eugenetica in Nederland
Download