Uit: Nieuwsbrief nr. 5 (oktober 2001) Contentfiltering ja of nee? door Marleen Wijnen Contentfiltering is het technisch blokkeren van informatie op Internet, waardoor ongewenste inhoud (bijvoorbeeld geweld, emailen, chatten en porno) kan worden geweerd (http://veilig.kennisnet.nl). De roep naar een dergelijke oplossing voor het tegengaan van oneigenlijk gebruik van computers in bijvoorbeeld de mediatheek en bescherming van de leerlingen voor ongewenste inhoud wordt in scholen steeds groter. Die roep komt mede voort uit de wens om het toezicht op en het beheer van de computers te vergemakkelijken: de beschikbare computers gebruikt worden waarvoor ze bestemd zijn. Daarnaast spelen waarschijnlijk de wil om leerlingen te beschermen voor ongewenste informatie en het daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheidsgevoel van de school naar de ouders een rol. Contentfiltering kan met behulp van specifieke software. Er zijn twee manieren: White listing of Black listing. Bij White listing wordt aangegeven welke sites bekeken mogen worden, Black listing is het tegenovergestelde. Hier wordt aangegeven welke sites juist niet bekeken mogen worden. Onlangs verscheen in Uitleg nr. 19 (5 september 2001) het artikel ‘Digitale filters leggen sluier over dubieuze internetpagina’s’. Dit artikel werd ook in de Nieuwsbrief van de LWSVO geplaatst. Naast informatie over contentfiltering komt in dit artikel een voor- en tegenstander van contentfiltering aan het woord. Het antwoord op bovenstaande vraag is dan ook niet eenvoudigweg te geven en vraagt meer tijd en onderzoek dan op het eerste moment wordt gedacht. Inmiddels zijn veel scholen aangesloten op Kennisnet. Een van de doelstellingen van Kennisnet is het aanbieden van een beschermde en beveiligde omgeving van digitale geselecteerde informatie. Maar een leerling kan ook buiten Kennisnet op het internet zoeken naar informatie. Centrale filtering via Kennisnet is dan ook volgens veel scholen een logische stap. Echter dat mag niet. Kennisnet is ingesteld door de overheid. Wanneer Kennisnet software voor contentfiltering toepast is dat in strijd met de grondwet: de vrijheid van meningsuiting. Men zou in strijd zijn met het passieve recht tot informatie: de overheid mag de burger niet het recht ontnemen om kennis te nemen van geuite meningen door anderen. Contentfiltering schendt dit recht. Is een school in strijd is met de grondwet wanneer zij contentfiltering toepast? Nee. Het artikel ‘Internet contentfiltering: bescherming of censuur?’ gaat onder meer in op de juridische kant van contentfiltering. Gill’ard stelt in zijn artikel dat “individuele overheidsinstanties in de meeste gevallen het eigen internetverkeer mag filteren, als er maar vodoende mogelijkheden overblijven elders het internet ongefilterd te kunnen gebruiken”. Het beantwoorden van bovenstaande vraag roept na lezing van onderstaande bronnen een aantal vragen op die schoolbreed beantwoord moeten worden: Waarom contentfiltering; wat is het beoogde doel? Wordt het beoogde doel bereikt door de aankoop van filtersoftware? Zijn er andere mogelijkheden om dat doel te bereiken? Op welk netwerk wordt contentfiltering toegepast? Het administratieve netwerk (het zakelijke verkeer) of het onderwijsnetwerk (het netwerk voor de leerlingen)? Hoe wordt de toepassing van contentfiltering gecommuniceerd naar leerlingen, ouders en personeel (ook i.v.m. het grondrecht en privacy-wetgeving)? Welke eisen stelt de organisatie aan de beveiliging van de ICT-infrastructuur in het algemeen en in het bijzonder aan contentfiltering? Welke eisen stelt het onderwijs en zijn deze nog haalbaar als contentfiltering wordt toegepast? Chatten kan bijvoorbeeld ook een onderwijskundig doel hebben. Welke filtersoftware komt in aanmerking? Rekening houdend met de voorop vastgestelde doelen en eisen? Voor welke methode wordt gekozen: Black listing of white listing? Wat is de basis van de software: Amerikaans, Engelstalig, Nederlandstalig? Hierbij speelt het verschil in normen en waarden vanuit de verschillende culturen een rol. Hoeveel up-dates en op welke termijn? Aantal opgenomen sites, hoe groot is iedere up-date etc.? Ook hier speelt het taalgebied een rol;. 1 - - Welke criteria gebruiken de makers van de software voor het opnemen van sites die in het geval van black listing op de lijsten voorkomen? Ook hier speelt de basis en het daaruit voortvloeiende cultuurverschil een rol. Hoeveel invloed heeft de organisatie op de samenstelling van die lijsten? Wat is de investering en hoe is het dekkingspercentage? Leveranciers schermen met grote aantallen sites op die lijsten. Dit zegt echter niets over het dekkingspercentage. Hoe te realiseren? Voor welke werkwijze wordt gekozen m.b.t. installatie etc.? Hoeveel tijd kost het onderhoud? Wie doet wat? Verantwoordelijkheden? Levert het op termijn daadwerkelijk minder onrust en oneigenlijk gebruik op? Informeren bij scholen die het al gebruiken Welke consequenties heeft de invoering van contentfiltering voor de bestaande infrastructuur? Om deze en andere vragen te kunnen beantwoorden is een gedegen onderzoek naar dit aspect nodig, zodat besluitvorming kan plaats vinden. Dit onderzoek moet gezien worden als onderdeel van het totale vraagstuk rond de beveiliging en het beheer van de totale infrastructuur in een school. Het een kan niet los gezien worden van het ander. Zo zijn gedragsbeïnvloeding van leerlingen en personeel en het creëren van een beveiligingsbewustzijn bij m.n. het personeel belangrijke aspecten. Het invoeren van een schoolbreed protocol t.a.v. gebruik van ICT, inclusief vaststelling van sancties bij overtredingen, is noodzakelijk. Universiteiten en hogescholen werken hier al jaren mee. Een dergelijk beleid moet schoolbreed ingevoerd worden en duidelijk gecommuniceerd worden naar het personeel, leerlingen en ouders. In ieder geval is contentfiltering alleen niet het ei van Columbus met betrekking tot het weren van oneigenlijk gebruik van internet. De software kan nooit 100% garanderen dat alle ongewenste informatie ontoegankelijk is. Dit bleek ook uit de test naar filtersoftware in het maart-nummer van de Consumentengids. Bovendien vindt een aantal leerlingen niets leuker dan het saboteren van de genomen maatregelingen door de school. Wat niet mag wordt juist gedaan, een bekend gegeven. Het is de vraag hoe en hoelang filtersoftware effectief is. Zoals gezegd mag Kennisnet contentfiltering niet toepassen. Om toch tegemoet te komen aan de vraag van veel scholen heeft zij sinds kort een site opgezet met daarop informatie over beveiliging: http://www.veilig.kennisnet.nl. Op deze site staat uitgebreide informatie over contentfiltering. Daarnaast heeft kennisnet een aantal softwarepakketten onderzocht. Dit onderzoek is schematisch weergegeven op de site. 2