OOP congres 2011 social media Wat is mediawijsheid Browsers en zoekmachines (informatie zoeken) Reclame E-mailen Wikipedia Online gamen Mobieltjes op school De definitie van de Raad voor Cultuur luidt: Mediawijsheid staat voor ‘het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld’. Mediawijsheid heeft betrekking op nieuwe media, maar ook op ‘oude’ media zoals radio, televisie, kranten en tijdschriften. Informatie zoeken, selecteren, beoordelen en verwerken. Verschillende media bedienen en gebruiken, zoals computer, smartphone en software. Ict gebruiken binnen de geldende normen en waarden van onze samenleving Op het schoolplein gelden regels hoe je met elkaar omgaat, dus ook als je via de computer met elkaar praat. Algemene gedragsregels zijn de basis voor hoe kinderen met nieuwe media omgaan. Pesten doe je niet, dus ook niet online. Je praat niet met vreemden op straat, dus ook niet online. De computer, telefoon en internet als middel bieden wel de tools om kleine conflicten snel groter te kunnen maken. Ook kan op internet een spoor achterblijven van bijvoorbeeld foto’s, filmpjes of tekst wat je nog jaren kan achtervolgen. Het is daarom belangrijk dat kinderen dit inzien. U als leerkracht/OOP’er kan hen hierbij helpen Als je deze vraag aan mensen stelt, blijkt er veel verwarring over te bestaan. En dat terwijl het iets is wat iedereen gebruikt die op internet zit. Een browser is een programma om een internetpagina te kunnen bekijken. De meeste mensen kennen bijvoorbeeld Internet Explorer, Firefox en Safari. Deze zijn makkelijker te bedienen, bieden een goede bescherming tegen ongewenste sites of voorbeelden van geschikte sites voor kinderen vanaf 2 jaar. www.mybee.nl www.krowser.nl www.kidiso.com Wat bepaalt nu of een website geschikt is voor uw leerlingen? Vraag aan uw leerlingen welke websites ze regelmatig bezoeken. Vraag waarom ze deze sites leuk of goed vinden. Komt dit door de vormgeving? Vinden ze de informatie bruikbaar? En denken ze ook wel eens na of een website betrouwbaar is? U kunt zo samen met uw leerlingen een lijstje maken aan welke criteria in jullie ogen een website zou moeten voldoen. Stelt u internet voor als een gigantische bibliotheek. En elke website is een boek. Als u een woord intypt in een zoekmachine, krijgt u de websites te zien waar dit woord, of een combinatie van woorden, op voorkomt. Of een site bovenaan komt, wordt door verschillende factoren bepaald. Ook reclame speelt hierin een rol. Heldere uitleg voor kinderen over internet, surfen en zoeken: www.steffie.nl Meer informatie over hoe zoekmachines informatie zoeken en vinden: Wikipedia Filmpje Klokhuis over filmpje klokhuis GoogleInformatie zoeken Als u informatie wilt vinden, zult u merken dat een zoekmachine niet altijd de resultaten geeft die u zoekt. Het vraagt nogal wat vaardigheid van u om tot een goed eindresultaat te komen. Hier onder een aantal tips om nog beter te kunnen zoeken en vinden. Tip 1 – Wat zoekt u? Tip 2 – Zoeken via een onderwerpengids Tip 3 – Zoeken via een speciale zoekmachine Tip 4 – Lesmateriaal zoeken en vinden Bedenk voordat u aan de slag gaat, wat u precies wilt vinden en wanneer u tevreden bent met het resultaat. Handige tips om slim en snel te vinden wat je zoekt: http://sites.google.com/site/zoektips/nl Informatie zoeken op onderwerp kan een hoop zoekwerk voorkomen. U zoekt dan binnen een bepaalde categorie. Schoolbieb: Websites voor onderwijs Startpagina (kijk bijvoorbeeld bij http://onderwijs.startpagina.nl) Google, Yahoo!, Bing, MSN, het zijn zoekmachines die zoeken in een collectie van miljarden websites. Op Histoforum vindt u een overzicht van verschillende zoekmogelijkheden op internet. Er zijn ook zoekmachines die met u ‘meedenken’. Kijk eens op: http://www.zoekplus.nl/ http://www.zoeken.nl/ www.soople.com digitaalleermateriaal.kennisnet.nl wikiwijs.nl digischool.nl leermiddelen teleblik.nl leraar24.nl Maak een lijst met checklist voor de leerlingen: Wat zijn betrouwbare bronnen (zoals kijken of de website actueel is, of er een afzender staat en of de informatie betrouwbaar eruit ziet, wanneer hij voor het laatst is bijgewerkt) Uitgebreide informatie over de betrouwbaarheid van internetbronnen vindt u in deze publicatie van de Kennisnet onderzoeksreeks: De betrouwbaarheid van internetbronnen Laat uw leerlingen... Een e-mailadres maken zonder dat daaruit hun echte naam en geslacht is af te leiden. Een veilig wachtwoord maken bestaande uit letters en cijfers. Geen e-mails openen van onbekende personen. Geen e-mails met vreemde onderwerpen, bijlagen (attachments) en kettingbrieven openen, ook niet van bekenden. Voorzichtig zijn met het openen van bijlagen. Deze kunnen virussen bevatten. Reclame en spam direct verwijderen. E-mails waarin gevraagd wordt naar persoonlijke informatie zoals een adres, telefoonnummer, wachtwoord of pincode, direct verwijderen. Nooit persoonlijke gegevens e-mailen. Een wiki is een applicatie of programma op internet, waarmee webdocumenten gezamenlijk kunnen worden bewerkt. Wellicht het bekendste voorbeeld van een wiki is Wikipedia. De artikelen kunnen door iedereen geschreven en verbeterd worden. Dit is de kracht, maar ook de zwakte van Wikipedia. Want hoe weten we nu of de informatie juist is of niet? Speelt u zelf wel eens spelletjes op de computer? En uw leerlingen? Of denkt u dat ze dit nog niet doen? Vraag een of meer van uw leerlingen om te laten zien welke spelletjes ze online spelen. Ga met uw leerlingen in gesprek. Waarom vinden ze dit leuk? Kunnen ze er ook iets van leren? Zien ze het verschil tussen een virtuele wereld en de echte wereld? Gelden regels die op het schoolplein gelden, ook online? Of is dit toch anders? Hoe lang spelen ze spelletjes? Waar moeten volgens de kinderen spelletjes aan voldoen? Kinderen kunnen ook zelf al games maken. Bijvoorbeeld via: gamestudie klokhuis game-maker Gebruik de vele mogelijkheden die mobieltjes hebben. Bespreek met uw leerlingen wat er allemaal kan. En hoe ze hiermee om kunnen gaan. Hoe zouden de kinderen het vinden als iemand zonder toestemming foto’s van ze maakt en op internet zet? Stel met uw leerlingen een protocol op, gericht op wat wel mag in en buiten de klas. Als leerlingen weten wat kan en mag, laat ze de telefoon eens als camera gebruiken voor foto’s van een schoolreis of een andere activiteit op school. Leuk voor op de schoolwebsite. Bespreek met kinderen ook reclame op televisie en internet voor bijvoorbeeld ringtones. Tip: kijk op wifiwijs, een website over het mobiele internet. Want kinderen kunnen tegenwoordig ook met hun mobieltje of spelcomputer online. Wat komen ze daar allemaal tegen en hoe gaat u daar mee om? Hyves, MySpace, Facebook, Linked-in, maar ook Twitter, zeggen deze websites u iets? Het zijn allemaal zogenaamde ‘profielsites’ of ‘sociale netwerksites’ waar u een profiel kunt aanmaken. Dit profiel kunt u koppelen aan andere profielen binnen uw sociaal netwerk. Op uw profielpagina kunt u informatie over uzelf plaatsen, zoals uw hobbies, favorieten en voorkeuren, foto’s, video’s en internetlinks. In 2010 was Hyves erg populair onder kinderen. Het Jeugdjournaal heeft een uitzending gemaakt speciaal over Hyves. De wat oudere kinderen vanaf 13 jaar zijn online te vinden op bijvoorbeeld Sugababes, Superdudes en Gosupermodel. De ontwikkelingen op dit gebied gaan erg snel! Vraag aan uw leerlingen op welke profielsites er te vinden zijn en neem zelf eens een kijkje. De volgende onderwerpen komen aan bod: Sociale media. Cijfers kinderen op internet. Profielsites. Wat laat u achter op internet? Online privacy. Sociale media in de klas. Zowel op de basisschool, als in de vmbo en havo klas zijn Google, Hyves en YouTube het meest populair, blijkt uit ander onderzoek waarin is gevraagd welke websites leerlingen vaak bezoeken. De noodzaak van het mediawijs maken van kinderen, al vanaf de basisschoolleeftijd, wordt in onderzoeken bevestigd. Meer onderzoek en achtergrondinformatie naar internetgebruik kinderen: onderzoek.kennisnet surfgedrag-kinderen-onderzocht De volgende tips kunnen u helpen: Realiseer dat alles wat u online plaatst, door anderen gelezen en gebruikt kan worden. Zorg dat uw persoonlijke informatie wordt afgeschermd. Plaats geen informatie die later tegen u gebruikt kan worden. Plaats geen informatie die uzelf of anderen schade kan berokkenen. Plaats geen foto’s of video’s online, die u ook niet op de voorpagina van de krant zou willen plaatsen. Hoe zit het dan met informatie die u op internet zet over uw werk, uw leerlingen of uw collega’s? Wat vindt u? Welke informatie zou u wel en welke zou u niet op internet plaatsen? Bedenk daar zelf bij waarom u het wel/niet zou plaatsen. Stel: uw digitale identiteit bevalt u niet. Wat kunt u dan doen? Dan is de beste manier om dat gewoon rechtstreeks aan de eigenaar van de website te vragen. In principe heeft u recht op privacy en moet een ander daar gehoor aangeven. U kunt leerlingen bewust maken van hun online identiteit. Laat de leerlingen zichzelf opzoeken via wieowie en google.nl. Meer informatie kunt u vinden op diplomaveiliginternet. U kunt met een Nederlandse school of juist een buitenlandse school een project starten, waarbij leerlingen informatie uitwisselen via bijvoorbeeld MSN, Hyves of Facebook. Het is een leuke en leerzame manier om kinderen uit andere culturen of met andere achtergrond te leren kennen. Bijvoorbeeld praten met andere kinderen in het Engels. De volgende onderwerpen komen aan bod: Welke vormen van digitaal pesten zijn er. Het verschil tussen digitaal en niet-digitaal pesten. Verkeerde reacties. Juiste oplossingsstrategieën. Herinnert u zich de campagne van ‘stop digitaal pesten’? Bekijkt u het filmpje nog eens. digitaal pesten Meer informatie over het verschil tussen pesten en cyberpesten: cyberpesten wikipedia en Cyberpesten en wikipedia Pesten_(gedrag) De volgende onderwerpen komen aan bod: Web 2.0. Website maken. Webloggen. Microbloggen. Profielsites. Auteursrechten. Is de wereld waarin u zowel gebruiker als producent kunt zijn Cursus Web 2.0 met 23 dingen in onderwijs Op 23onderwijsdingen verschillende web 2.0 toepassingen. De toepassingen vertaald naar onderwijs. Als u zelf een website wilt maken, zijn er verschillende mogelijkheden. De keuze hangt af van uw wensen, mogelijkheden en kennis. We maken een onderscheid tussen: A. Zelf een website maken B. Een website maken met behulp van een ‘sitebuilder’ C. Uitbesteden aan een webdesigner Wat u in elk geval nodig hebt, is een domeinnaam (bijvoorbeeld meestersipke) en een webhostingservice, dat wil zeggen dat de website ergens ‘gehost’ wordt zodat hij zichtbaar is op het internet Als u graag aan anderen wilt laten weten wat u bezig houdt (privé of werk gerelateerd), dan kunt u ervoor kiezen om bijvoorbeeld een weblog bij te houden of via een microblog, zoals Twitter, te laten weten wat u doet. RSS = Really Simple Syndication (eenvoudige gelijktijdige publicatie), vaninternetnaaronderwijs rss Twitteren is waarschijnlijk de bekendste vorm van microbloggen. Via een internetdienst kunnen mensen berichten van maximaal 140 tekens achterlaten die gelezen worden door diegenen die hen volgen. Twitteren wordt ook steeds vaker toegepast in de klas. Kijkt u maar eens bij deze praktijkvoorbeelden: Voorbeeld 1: filmpje leerlingen werken met Twitter samen Voorbeeld 2: weblog Twitter in groep 8 Voorbeeld 3:Engelse les met twitter Engelse presentatie 30 manieren om Twitter te gebruiken Sociale netwerksites voor kinderen richten zich vooral op vermaak en contact maken met vriendjes en vriendinnetjes. Hiervoor bieden profielsites verschillende mogelijkheden: privé-berichten sturen, deze zijn vergelijkbaar met e-mail korte openbare berichten sturen, die verschijnen op de profielpagina zoals de ‘krabbels’ bij Hyves Vaak wordt gedacht, dat je voor onderwijs wel gebruik mag maken van alles wat je aan media kunt vinden. Ook sinds internet zijn intrede heeft gedaan, is kopiëren nog nooit zo makkelijk geweest. Rechtermuisknop, kopiëren en vervolgens plakken in je eigen document. Mag dat zomaar? Het antwoord is duidelijk: nee. Nieuwe trends filmpje Laat u inspireren en ga er zelf mee aan de slag! Hetlerenvandetoekomst Mobiel leren Is leren waarbij mobiele apparatuur, zoals mobiele telefoons, PDA’s, mp3-spelers, worden gebruikt binnen het leerproces. In dit document vindt u meer informatie over wat mobiel leren nu precies is, wat u er mee kunt, wat de onderwijsmogelijkheden zijn en binnen welke vormen van onderwijs mobiel leren kan worden toegepast. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een sms-speurtocht mobieleonderwijsdiensten Zoals op de website van Kennisnet/Surfnet al staat: “Ook voor het onderwijs zijn er prachtige voorbeelden te bedenken. voorbeelden innovatie/augmentedreality uitleg QR_Code Een QR-code is een tweedimensionale streepjescode. De letters QR zijn een afkorting van Quick Response ("snelle reactie"). Om met QR te werken, heb je internet en een scanner nodig. Dit laatste kan via de webcam of de camera van een smartphone. QR code les voorbeeld Het maken van een lipdub betekent dat er in één take een clip wordt opgenomen dwars door de school. In de clip playbacken de leerlingen een bekend liedje. Planning en een strakke regie zijn erg belangrijk omdat alles in één take moet worden opgenomen. Het voorbereiden en uiteindelijk maken van de lipdub vraagt veel van de samenwerkingsvaardigheden en creativiteit van de leerlingen. Dit is een expertisecentrum op het gebied van creativiteit, technologie en educatie. Creative Learning Lab inspireert en mobiliseert het onderwijs meer gebruik te maken van digitale leermiddelen en laat u ontdekken hoe u digitale middelen effectief kunt inzetten. Projecten Er zijn verschillende mogelijkheden om deze nieuwe technieken zelf uit te proberen. Of met uw leerlingen. Het Creative Learning Lab biedt ook trainingen en workshops aan. Bron: http://www.kennisnet.nl/onlineworkshops/mediawijsheidpo/page961.html jhnov2011