Tot op dit moment is het document niet in te zien

advertisement
B&W.nr. 10.1249, d.d. 30 november 2010
B&W-Aanbiedingsformulier
Onderwerp
Aanwijzing Flemingstraat 101, voormalig kV50 station, als beschermd
gemeentelijk monument
BESLUITEN
1. het voormalige kV 50 station aan de Flemingstraat 101 aan te wijzen als beschermd gemeentelijk
monument;
2. kennis te nemen van het advies van de Monumentenselectiecommissie dat is opgesteld in de
vergadering van 15 juni 2010 inzake de aanwijzing van Flemingstraat 101 als beschermd gemeentelijk
monument;
3. kennis te nemen van de zienswijze van de eigenaar, Stichting Portaal Leiden, d.d. 21 juni 2010,
waarin de bezwaren tegen aanwijzing uiteengezet worden;
4. de Gemeentesecretaris/Algemeen directeur te verzoeken de eigenaar en de
Monumentenselectiecommissie schriftelijk op de hoogte te stellen van dit besluit.
Samenvatting
Op basis van de Monumentenverordening 2008 wijst het college van burgemeester en wethouders het
voormalige kV 50 station aan de Flemingstraat 101, daterend uit 1955, aan als beschermd
gemeentelijk monument.
De Stedelijke Licht Fabrieken, die vanaf 1906 in Leiden de stad van gas en energie voorzien, gaf
opdracht aan de Arnhemse architect Hamerpagt voor het ontwerpen van een nieuw schakelstation.
Op het terrein van de SLF Leiden stond sinds 1945 een ouder schakelstation, ook van de hand van
Hamerpagt, maar dit station voldeed in 1953 niet meer.
Het voormalige schakelstation heeft stedenbouwkundige, architectuurhistorische en
(cultuur)historische waarde.
Het pand zal worden ingeschreven in het gemeentelijke monumentenregister.
De eigenaar wordt hiervan door middel van een brief op de hoogte gesteld. Hij kan vervolgens
gedurende 6 weken bezwaar aantekenen.
WAARDESTELLING
gemeente
:Leiden
adres
:Flemingstraat 101, 2316 DC, Leiden
naam object
:kV 50 schakelstation
oorspr. functie
:transformeren en verspreiden van stroom
huidige functie
:geen
bouwjaar
:1955
architect
:G. Hamerpagt
bouwstijl/type
:Nieuwe Haagse School
datum foto
:maart 2010
bronnen
:
Bouwarchief van de gemeente Leiden.
Fotoarchief van de gemeente Leiden.
Wederopbouw in Leiden: architectuur en stedenbouw, M. Kruidenier, T. Polman, Leiden 2009.
150 kV schakelstation te Delft, Bouw, 1961, jg. 60, no. 50.
Gebouwencomplex NIZO, Ede, Bouw, 1955, jg. 16, no. 50.
Werkplaats, kantoor en woning Oosterbeek, Bouwkundig Weekblad, , jg. 56, no. 34.
Het voormalige kV 50 schakelstation met de korte oostelijke zijde volledig in beeld.
Inleiding
Flemingstraat 101 is gebouwd in 1955 als een kV 50 schakelstation in opdracht van en op het terrein
van de Stedelijke Licht Fabrieken (SLF). Het ontwerp is van de Arnhemse architect G. Hamerpagt
(1899-1965). Ten oosten van de Koningsstraat, op de plek van het huidige kV 150 schakelstation,
stond sinds 1945 al een schakelstation van Hamerpagt. Dit gebouw voldeed in 1953 niet meer. De
SLF vroeg daarom om een vergunning voor een nieuw gebouw, het huidige kV 50 schakelstation. Het
eerste schakelstation uit 1945 zou verschillende malen worden verbouwd tot kV 150 schakelstation.
(zie afbeelding 1) Het kV 50 schakelstation aan de Flemingstraat is niet verder ontwikkeld, maar wel
op deze locatie behouden gebleven.
Het gebied tussen de Willem de Zwijgerlaan in het noorden, de Maresingel in het zuiden, de
Pasteurstraat in het westen en de Koningstraat in het oosten was gedeeltelijk weidegrond ten
behoeve van het slachthuis aan de Pasteurstraat. En het gebied werd gebruikt door de Leidse Gas en
Elektriciteitsfabriek aan de Langegracht voor opslagruimten (gashouders) en bijgebouwen. Het kV 50
schakelstation werd georiënteerd in de lijnen van het stratenpatroon van de negentiende eeuwse
bebouwing aan weerszijden van dit gebied.
In 1959 werd het ‘uitbreidingsplan Groenoord’ gepubliceerd, waarin de nieuwe Willem de
Zwijgerlaan is opgenomen. Het schakelstation ligt op enige afstand ten zuiden van de Willem de
Zwijgerlaan, met de lengterichting ongeveer parallel aan de Willem de Zwijgerlaan. Het schakelstation
wordt in het plan afgeschermd van deze nieuwe grote weg door twee parallel aan de weg lopende
flats en van de Koningstraat door een korter blok. In het driehoekige gebied ten oosten van het kV 50
schakelstation en de Koningstraat verschenen behalve het kV 150 station, een PTT gebouw, en een
kerk.
Op dit moment is het gebied ten zuiden van het kV 50 schakelstation een nieuwbouwwijk in
ontwikkeling, Nieuw Leiden genaamd. Aan de zuidrand van het gebied blijft een aantal oude
gebouwen )onderdelen van het voormalige slachthuisterrein en allen monumenten) staan. Ten
noorden en oosten van het kV 50 schakelstation zijn de flats afgebroken. Dicht bij de zuidzijde van het
schakelstation ligt een transformatorhuis uit de jaren ’80 van de vorige eeuw dat nog in gebruik is.
14
ijg
er la
an
Zw
n
16
11
12
8
3
1b
4
erla
a
n
W
in
19 a
19
21 a
21
23 a
23
72 a
72
40
42
345
traat
38
ng ss
70 a
70
raat
Fleming
st
36
e Ko
ni
31
181t
21
23
25
27
68 a
68
85
Nieuw
33
29
11
13
15
17
19
ordstraa
t
35
34
87
66
er la
an
1
89
64
wijg
18
91
83
62
er la
an
17 7
32
81
60t
wijg
17 9
Hans
en straa
t
51
37
39
25
41
27
43
29
93
30
Gr oe no
10 1
28
de Z
97
97 a
26
em
99
24
de Z
10 1b
10 1a
10 1
22
10 3
20
W ill
95
18
em
ra at
45
31
13 a
13
15 a
15
72g
enb
roek
st
47
33
sch
49
35
5
5
7a
7
9a
9
11
W ill
M us
17 a
17
sp le
ille
m
de
wijg
7
2
1a
eZ
15
10
6
1
em
d
Esc
h ert
o re
9
5
W ill
32 7
30
29 19
27 3
10
33 9
32 1
30 3
28 5
26 7
25 1
43
42
41
33 7
31 9
30 1
28 35
26
24 9
35
33
44
5
33 7
31 9
29 1
28 3
26 7
24
37
66
58
62
54
41
9
7
5
3p
54
3
35
9
7
5
3
ka
de
ha
ps
em
an
sc
23
21
11
33
31
29
27
25
5
Dri
35
33
31
29
27
25
21
21
19
23
35
33
31
29
23
27
27
25
23
25
33
31
29
50
48 a
48
46 a
46
44 a
44
42
40
21
34 a
34
11
14
14
15
17
15
13
17
18
17
15
13
28 a
28
10
13
13
12
15
15
14
17
16
12
25
Hertzstraat
27
13
32 a
30
38 a
38
2
36 a
36
4
18
16
14
29
16
Watt straat
11
Voltastraat
31
16
1
17
Van Hogendorpstraat
19
Ohmst raat
33 a 33
32 a
32
6
35 a
35
30 a
30
8
3
Pascalstraat
9
26 a
26
10
at
12
37
14
Pieter Vreedestraat
t
aa
Han sen stra
6
239
str
22
22
22
39
12
10
gs
nin
Ko
24
24
24
41 a
41
8
6
e
uw
Nie
26
26
26
43 a
43
28
28
30
30
32
28
45
32
34
30
47
Hertzstraat
32
49
Amperestraat
34
51 a
51
4
34
36
8
36
6
36
4
11
2
Leeuwenh
oekstraat
13
34 a
34
35
8
7p
36
11 p
53
11
55
Joulestraat
13
38 a
38
57
1
33 3
31 5
29 7
9
27 9
32 31 1 3
2524 3
29 5
27 7
25 1
24
39
3
33 5
31 7
29 9
27 1
26 5
24
60
52
2
59
4
42 a
42
43
37
6
44
64
56
44
39
10
61
40
46
45
10
48
65
46
46
12
67
63
44a
343
34 1
32 3
30 5
28 7
26 9
25 3
3
43
50
69
52
341a
Schape
nwei
37a
15
18
32 5
30 7
28 9
27 1
25 5
16
39
14
56
12
13
8
riestraa
t
2
58 a
58
60
79
6
Madame
Cu
Afbeelding 1. Situatie van de huidige omgeving met linksboven het kV 50 schakelstation en
rechtsonder het kV150 schakelstation.
Architect Hamerpagt was verbonden aan de Vereniging van Centrale Energieondernemingen in
Nederland en hij had de leiding over de bouwkundige dienst van de KEMA, de Keuring van
Elektrotechnische Materialen Arnhem. Hamerpagt ontwierp verschillende gebouwen van het KEMAgebouwencomplex in Arnhem (1940-1957). In Leiden staat de uitbreiding van de elektriciteitscentrale
aan de Langegracht (1951) op zijn naam. Een soortgelijke centrale ontwierp hij in Utrecht (1957),
Lage Weide genaamd. Schakelstations van Hamerpagt verschenen ook in Dordrecht (1941), Den
Haag (vijf stuks tussen 1956-1958) en Delft (1961). Verder ontwierp hij kantoren en laboratoria van het
NIZO, Nederlands Instituut voor Zuivel Onderzoek, in Ede (1955) en een werkplaats met kantoren en
dienstwoning in Oosterbeek (1960).
Afbeelding 2. De voorgevel.
Afbeelding 3. Plattegrond van de begane grond met de uitbreidingen, onder de plattegrond van de
verdieping.
Beschrijving
Het gebouw is een rechthoek van 73 meter lengte, bijna zeventien meter breedte en negen meter
hoogte vanaf het maaiveld. Twee uitbreidingen in de lengterichting, in 1962 en 1965, ook naar
ontwerp van Hamerpagt, leidden tot de huidige plattegrond. Het gebouw heeft één bouwlaag, behalve
het relatief kleine voorgedeelte achter de ingang waar een verdieping is. Onder de gehele begane
grond ligt een kelder van ongeveer 2,5 meter hoogte. Het gebouw is afgedekt met een 80 cm
overkragend plat dak.
De plint is uitgevoerd in sierbeton. Hierop zijn de gevels opgetrokken uit een geelbruine
baksteen. De westelijke kopse zijde met de hoofdingang is open gewerkt door drie muurhoge vensters
waarin betonnen kozijnen met een roedeverdeling. In de oostelijke kopse zijde bevindt zich een
soortgelijk muurhoog venster, maar dan een maatmoduul smaller en niet geflankeerd door andere
vensters. De twee lange, identieke zijgevels zijn slechts geopend door bescheiden vensters met
schokbetonkozijnen op grote hoogte en kleine vensters in een rechte lijn daaronder op ongeveer 1,5
meter boven het maaiveld. Net als de kopse gevels zijn de zijgevels symmetrisch opgezet: in dertien
door pilasters begrensde traveeën en met grote gesloten vlakken aan de uiteinden.
In het middelste muurhoge kozijn van de voorgevel is een stalen entreedeur verwerkt. Een
bordes met drie treden ligt hiervoor. In de achtergevel bevindt zich onder het venster een deur boven
een laadperron. De muurhoge kozijnen hebben een ietwat grove grint textuur, een profiel en zijn
onbeschilderd. De vierkante kozijnen in de zijgevels hebben geen profiel en steken iets buiten de
gevel uit. Zeer opvallend zijn de horizontale witte banden, speklagen, van witte tegeltjes, in het
metselwerk. Ook in de pilasters zit het speklaagmotief. De traveeën worden geaccentueerd door een
strook van dezelfde witte tegeltjes langs de pilaster en langs de top van de gevel. Het metselwerk
heeft een kettingverband en een diepliggende voeg. De buitenste laag dakbedekking is van gewapend
beton.
Afbeelding 4. De rechter zijgevel.
Afbeelding 5. De hal met geopende deuren naar de ‘schakelhal’.
Interieur
De voorruimte met verdieping direct achter de entreedeur kent nog steeds de oorspronkelijke indeling:
een hal met links twee vertrekken, oorspronkelijk een werkplaats en een accuruimte, en rechts twee
vertrekken, een kantoorruimte en een transformatorruimte, en een toilet. De verdiepingsruimte is één
groot vertrek. Links in de hal bevindt zich een steektrap naar de kelder. Evenwijdig aan en boven de
keldertrap loopt de eerste steek van een bordestrap met een hoekbordes en twee steken naar de
verdieping. De trap naar de kelder en de trap naar de verdieping zijn verbonden door een doorlopende
reling. Op tweederde van de lengte van de hal verhoogt de vloer zich met drie treden. Aan het einde
leidt een ijzeren dubbele deur naar de lange schakelhal, waarin vroeger de transformatoren stonden
opgesteld.
Alle binnenmuren zijn uitgevoerd in schoon metselwerk. Alleen de muren van de
kantoorruimte op de begane grond zijn gestuukt. De treden van de betonnen trap zijn bedekt met
platen antracietkleurige natuursteen. De entreehal is bedekt met een kleine gele tegel. Op de
verdieping is de bakstenen wand tegenover de open gevelwand gesloten. Behalve dat in het midden
een stalen deur toegang biedt tot de loopbrug in de schakelhal. Ook zit aan weerszijden van de deur
een vierkante uitsparing, zonder kozijn. Door deze openingen kan men vanuit de verdiepingsruimte de
schakelhal inkijken.
In de lege schakelhal trekken de stalen loopbrug, de stalen draagconstructie van het gebouw
en de opvulling daarvan –de binnenmuren en het plafond– de aandacht. De loopbrug, in dezelfde
vorm verlengd bij de uitbreidingen van het gebouw, beslaat bijna de gehele lengte van de ruimte en
houdt in de breedte enkele meters afstand van de binnenmuren. De ongeveer een meter brede brug
hangt in een u-vorm op stalen staanders op 4,5 meter boven de vloer van de schakelhal. De
staanders zijn verbonden met de stalen balken in het plafond. Halverwege de hal is nog een
dwarsverbinding, op grotere hoogte, breder dan de loopbrug, in de vorm van een platform, vanaf de
loopbrug toegankelijk met een ladder. Waarschijnlijk hield dit platform verband met een takelfunctie.
Op de muren staan nog enkele verwijzingen naar rails die in de lengte van het gebouw liepen.
Aan de stalen staanders zijn stalen liggers en stalen balustraden bevestigd. De liggers zijn
bedekt met planken van hard hout. Vanaf de loopvloer konden de transformatoren van boven bediend
worden.
Het plafond bestaat uit betonnen cassetteplaten. De ruimte tussen het staal aan de zijkanten
is opgevuld met schoonmetselwerk in klezorenverband met een lichtrode metselsteen. De vloer is
gelegd van betontegels van 30 bij 30 cm.
Afgezien van het kleurverloop van de gevels maakt Flemingstraat 101 in hoofdzaak een gave
indruk. Uitzondering hierop vormen een aantal beschadigde plekken in het beton, met name in de
gevelvullende vensters aan de ingangszijde, en het loslaten van de witte tegeltjes op een gering
aantal plekken.
Afbeelding 6. De loopbrug aan de linkerzijde van de schakelhal tijdens een presentatie in het kader van Nieuw
Leiden.
Waardering
Stedenbouwkundige waarde
De bouw van het kV 50 schakelstation was de laatste fase van de ontwikkeling van het gebied tussen
de Pasteurstraat, de Koningstraat, de Maresingel en de Willem de Zwijgerlaan door de Stedelijke Licht
Fabrieken en het slachthuis. De oprichting van het gebouw en de latere uitbreidingen hielden verband
met de uitbreiding van Leiden en de groei van de eniergievoorziening vanaf 1940. Behoud van het
gebouw houdt deze historische ontwikkeling, die begint bij de centrale aan de Langegracht, zichtbaar.
Daarnaast maken de omvang van het gebouw, de kwaliteit van de architectuur en de situering dicht bij
de Willem de Zwijgerlaan het gebouw beeldbepalend voor dit gebied. Door de gelijkenis in stijl met de
centrale aan de Langegracht, eveneens van architect Hamerpagt, en met het kV150 schakelstation
aan de Koningstraat, van de KEMA, is het kV 50 schakelstation verwant aan beide gebouwen.
Recente ontwikkelingen rondom en nabij het 50kV station hebben er voor gezorgd dat het gebouw
vrijer is komen te staan en vanaf de zijde Willem de Zwijgerlaan meer zichtbaar is geworden. Het is
een kenmerkend object voor het gebied.
Architectuurhistorische waarde
De architectuurhistorische waarde wordt bepaald door de bijzonder lange rechthoekige vorm en de
eenheid in de architectuur die ondanks de uitbreidingen bewaard is gebleven. Het utilitaire gebouw is
architectonisch interessant door de combinatie van het kwalitatief fraaie metselwerk, zowel buiten als
binnen, de klassieke, symmetrische opzet van de gevels, de voor Hamerpagt kenmerkende robuuste
betonnen kozijnen met roedeverdeling en de detaillering met speklagen. Het technische vakwerk van
de stalen draagconstructie en de loopbrug kunnen hier nog aan toegevoegd worden.
Flemingstraat 101 maakt een voor de Wederopbouwperiode kenmerkende sobere indruk van
baksteenarchitectuur. Het past, net als een groot deel van het overige werk van Hamerpagt, in de stijl
van de Nieuwe Haagse School door de kubistische vormen, horizontaliteit, symmetrie en
overstekende daken. Persoonlijke kenmerken van Hamerpagt binnen deze stijl zijn traditionele
vormgevingselementen: de roedeverdeling en decoratie in de vorm van speklagen.
Cultuurhistorische waarde
Het kV 50 schakelstation heeft algemene cultuurhistorische waarde als een gaaf voorbeeld van een
schakelstation uit de Wederopbouwperiode. Ook heeft het een bijzondere cultuurhistorische waarde
als een voorbeeld van een schakelstation van de Stedelijke Licht Fabrieken van Leiden, de instelling
die Leiden vanaf 1906 van gas en elektriciteit voorzag. Met de groei van de stad vanaf 1940 neemt
ook de behoefte aan stroom toe. De Stedelijke Licht Fabrieken voorziet in deze behoefte en vormt
tevens een onderdeel van de belangrijke ontwikkeling van het landelijke kV50 net. Naar aanleiding
van deze landelijke uitbreiding krijgen architecten opdrachten tot het ontwerpen van schakelstations.
Alex Hendriksen
GEMEENTE LEIDEN
Nr. 10.XXXX
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van Leiden
Gezien het gestelde in artikel 3 van de Monumentenverordening 2008, dat ons de mogelijkheid biedt
om objecten die van belang zijn wegens hun schoonheid, betekenis voor de wetenschap, of
cultuurhistorische waarde aan te wijzen als beschermd gemeentelijk monument;
gelet op het advies van de Monumentenselectiecommissie d.d. 15 juni 2010, waaruit blijkt dat het
object Flemingstraat 101, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie K, nummer 5947,
beschermenswaardig is om de volgende redenen:
 Stedenbouwkundige waarde
De bouw van het kV 50 schakelstation was de laatste fase van de ontwikkeling van het gebied
tussen de Pasteurstraat, de Koningstraat, de Maresingel en de Willem de Zwijgerlaan door de
Stedelijke Licht Fabrieken en het slachthuis. De oprichting van het gebouw en de latere
uitbreidingen hielden verband met de uitbreiding van Leiden en de groei van de
energievoorziening vanaf 1940. Behoud van het gebouw houdt deze historische ontwikkeling,
die begint bij de centrale aan de Langegracht, zichtbaar. Daarnaast maken de omvang van
het gebouw, de kwaliteit van de architectuur en de situering dicht bij de Willem de Zwijgerlaan
het gebouw beeldbepalend voor dit gebied. Door de gelijkenis in stijl met de centrale aan de
Langegracht, eveneens van architect Hamerpagt, en met het kV150 schakelstation aan de
Koningstraat, van de KEMA, is het kV 50 schakelstation verwant aan beide gebouwen.
Recente ontwikkelingen rondom en nabij het 50kV station hebben er voor gezorgd dat het
gebouw vrijer is komen te staan en vanaf de zijde Willem de Zwijgerlaan meer zichtbaar is
geworden. Het is een kenmerkend object voor het gebied.
 Architectuurhistorische waarde
De architectuurhistorische waarde wordt bepaald door de bijzonder lange rechthoekige vorm
en de eenheid in de architectuur die ondanks de uitbreidingen bewaard is gebleven. Het
utilitaire gebouw is architectonisch interessant door de combinatie van het kwalitatief fraaie
metselwerk, zowel buiten als binnen, de klassieke, symmetrische opzet van de gevels, de
voor Hamerpagt kenmerkende robuuste betonnen kozijnen met roedeverdeling en de
detaillering met speklagen. Het technische vakwerk van de stalen draagconstructie en de
loopbrug kunnen hier nog aan toegevoegd worden.
Flemingstraat 101 maakt een voor de Wederopbouwperiode kenmerkende sobere indruk van
baksteenarchitectuur. Het past, net als een groot deel van het overige werk van Hamerpagt, in
de stijl van de Nieuwe Haagse School door de kubistische vormen, horizontaliteit, symmetrie
en overstekende daken. Persoonlijke kenmerken van Hamerpagt binnen deze stijl zijn
traditionele vormgevingselementen: de roedeverdeling en decoratie in de vorm van
speklagen.
 Cultuurhistorische waarde
Het kV 50 schakelstation heeft algemene cultuurhistorische waarde als een gaaf voorbeeld
van een schakelstation uit de Wederopbouwperiode. Ook heeft het een bijzondere
cultuurhistorische waarde als een voorbeeld van een schakelstation van de Stedelijke Licht
Fabrieken van Leiden, de instelling die Leiden vanaf 1906 van gas en elektriciteit voorzag.
Met de groei van de stad vanaf 1940 neemt ook de behoefte aan stroom toe. De Stedelijke
Licht Fabrieken voorziet in deze behoefte en vormt tevens een onderdeel van de belangrijke
ontwikkeling van het landelijke kV50 net. Naar aanleiding van deze landelijke uitbreiding
krijgen architecten opdrachten tot het ontwerpen van schakelstations.
Overwegende, dat:

volgens het advies van de onafhankelijke Monumentenselectiecommissie dit object om
verschillende inhoudelijke redenen zoals bovengenoemd beschermenswaardig is;

wij dit advies hebben overgenomen;

het object is gelegen aan de Flemingstraat;

Flemingstraat 101 eigendom is van de Stichting Portaal Leiden;

de eigenaar op 21 juni 2010 een zienswijze heeft ingediend, waarin hij aangeeft van mening
te zijn dat geen vergaande beperkingen opgelegd dienen te (kunnen) worden ten aanzien van
aanpassingen van het gebouw;

de eigenaar daarbij concludeert dat bij eventuele verlening van de monumentenstatus
rekening gehouden dient te worden met de noodzaak tot exploitatie van het pand, waarbij in
dit geval ook aan de buitenzijde van het gebouw aanpassingen gedaan moeten kunnen
worden, die noodzakelijk zijn voor o.a. de daglichttoetreding en de toegankelijkheid van het
gebouw;

de eigenaar aangeeft bereid te zijn om de benodigde aanpassingen tot stand te laten komen
in nauw overleg met Monumentenzorg, om te garanderen dat de schoonheid van het gebouw
niet aangetast wordt;

het niet mogelijk is om, vooruitlopend op de mogelijke plannen die de eigenaar met het pand
heeft, hiermee bij de aanwijzing van het pand als beschermd gemeentelijk monument
rekening te houden;

het bij de zienswijze meegestuurde ontwerp van VillaNova Architecten bij de besluitvorming
over de aanwijzing van het pand als beschermd gemeentelijk monument buiten beschouwing
is gelaten;

de aanwijzing tot gemeentelijk monument niet betekent dat verandering of aanpassing van het
object niet (meer) mogelijk is;
Gelet op de Monumentenverordening 2008;
BESLUITEN:
1. over te gaan tot aanwijzing van Flemingstraat 101, kadastraal bekend gemeente Leiden,
sectie K, nummer 5947, als beschermd gemeentelijk monument op grond van artikel 3 van de
Monumentenverordening 2008;
2. het pand in te schrijven als beschermd gemeentelijk monument in het gemeentelijk
monumentenregister met monumentnummer XXXX, op grond van artikel 6, lid 1 van de
Monumentenverordening 2008 .
Leiden, XX MAAND 2010,
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
namens dezen,
drs. ing. M.D.R. Andela,
Unithoofd Monumenten & Archeologie
INSCHRIJVING MONUMENTENREGISTER
behorende bij B&W-besluit nr: 10.XXXX
(als bedoeld in artikel 1, onder c. van de Monumentenverordening)
Pand
10.XXXX d.d. XX MAAND 2010
Monumentnummer: XXXX
Flemingstraat 101
2316 DC Leiden
OMSCHRIJVING VAN HET MONUMENT
Inleiding
Flemingstraat 101 is gebouwd in 1955 als een kV 50 schakelstation in opdracht van en op het terrein
van de Stedelijke Licht Fabrieken (SLF). Het ontwerp is van de Arnhemse architect G. Hamerpagt
(1899-1965). Ten oosten van de Koningsstraat, op de plek van het huidige kV 150 schakelstation,
stond sinds 1945 al een schakelstation van Hamerpagt. Dit gebouw voldeed in 1953 niet meer. De
SLF vroeg daarom om een vergunning voor een nieuw gebouw, het huidige kV 50 schakelstation. Het
eerste schakelstation uit 1945 zou verschillende malen worden verbouwd tot kV 150 schakelstation.
(zie afbeelding 1) Het kV 50 schakelstation aan de Flemingstraat is niet verder ontwikkeld, maar wel
op deze locatie behouden gebleven.
Het gebied tussen de Willem de Zwijgerlaan in het noorden, de Maresingel in het zuiden, de
Pasteurstraat in het westen en de Koningstraat in het oosten was gedeeltelijk weidegrond ten
behoeve van het slachthuis aan de Pasteurstraat. En het gebied werd gebruikt door de Leidse Gas en
Elektriciteitsfabriek aan de Langegracht voor opslagruimten (gashouders) en bijgebouwen. Het kV 50
schakelstation werd georiënteerd in de lijnen van het stratenpatroon van de negentiende eeuwse
bebouwing aan weerszijden van dit gebied.
In 1959 werd het ‘uitbreidingsplan Groenoord’ gepubliceerd, waarin de nieuwe Willem de Zwijgerlaan
is opgenomen. Het schakelstation ligt op enige afstand ten zuiden van de Willem de Zwijgerlaan, met
de lengterichting ongeveer parallel aan de Willem de Zwijgerlaan. Het schakelstation wordt in het plan
afgeschermd van deze nieuwe grote weg door twee parallel aan de weg lopende flats en van de
Koningstraat door een korter blok. In het driehoekige gebied ten oosten van het kV 50 schakelstation
en de Koningstraat verschenen behalve het kV 150 station, een PTT gebouw, en een kerk.
Op dit moment is het gebied ten zuiden van het kV 50 schakelstation een nieuwbouwwijk in
ontwikkeling, Nieuw Leiden genaamd. Aan de zuidrand van het gebied blijft een aantal oude
gebouwen )onderdelen van het voormalige slachthuisterrein en allen monumenten) staan. Ten
noorden en oosten van het kV 50 schakelstation zijn de flats afgebroken. Dicht bij de zuidzijde van het
schakelstation ligt een transformatorhuis uit de jaren ’80 van de vorige eeuw dat nog in gebruik is.
Architect Hamerpagt was verbonden aan de Vereniging van Centrale Energieondernemingen in
Nederland en hij had de leiding over de bouwkundige dienst van de KEMA, de Keuring van
Elektrotechnische Materialen Arnhem. Hamerpagt ontwierp verschillende gebouwen van het KEMAgebouwencomplex in Arnhem (1940-1957). In Leiden staat de uitbreiding van de elektriciteitscentrale
aan de Langegracht (1951) op zijn naam. Een soortgelijke centrale ontwierp hij in Utrecht (1957),
Lage Weide genaamd. Schakelstations van Hamerpagt verschenen ook in Dordrecht (1941), Den
Haag (vijf stuks tussen 1956-1958) en Delft (1961). Verder ontwierp hij kantoren en laboratoria van het
NIZO, Nederlands Instituut voor Zuivel Onderzoek, in Ede (1955) en een werkplaats met kantoren en
dienstwoning in Oosterbeek (1960).
Beschrijving
Het gebouw is een rechthoek van 73 meter lengte, bijna zeventien meter breedte en negen meter
hoogte vanaf het maaiveld. Twee uitbreidingen in de lengterichting, in 1962 en 1965, ook naar
ontwerp van Hamerpagt, leidden tot de huidige plattegrond. Het gebouw heeft één bouwlaag, behalve
het relatief kleine voorgedeelte achter de ingang waar een verdieping is. Onder de gehele begane
grond ligt een kelder van ongeveer 2,5 meter hoogte. Het gebouw is afgedekt met een 80 cm
overkragend plat dak.
De plint is uitgevoerd in sierbeton. Hierop zijn de gevels opgetrokken uit een geelbruine baksteen. De
westelijke kopse zijde met de hoofdingang is open gewerkt door drie muurhoge vensters waarin
betonnen kozijnen met een roedeverdeling. In de oostelijke kopse zijde bevindt zich een soortgelijk
muurhoog venster, maar dan een maatmoduul smaller en niet geflankeerd door andere vensters. De
twee lange, identieke zijgevels zijn slechts geopend door bescheiden vensters met
schokbetonkozijnen op grote hoogte en kleine vensters in een rechte lijn daaronder op ongeveer 1,5
meter boven het maaiveld. Net als de kopse gevels zijn de zijgevels symmetrisch opgezet: in dertien
door pilasters begrensde traveeën en met grote gesloten vlakken aan de uiteinden.
In het middelste muurhoge kozijn van de voorgevel is een stalen entreedeur verwerkt. Een bordes met
drie treden ligt hiervoor. In de achtergevel bevindt zich onder het venster een deur boven een
laadperron. De muurhoge kozijnen hebben een ietwat grove grint textuur, een profiel en zijn
onbeschilderd. De vierkante kozijnen in de zijgevels hebben geen profiel en steken iets buiten de
gevel uit. Zeer opvallend zijn de horizontale witte banden, speklagen, van witte tegeltjes, in het
metselwerk. Ook in de pilasters zit het speklaagmotief. De traveeën worden geaccentueerd door een
strook van dezelfde witte tegeltjes langs de pilaster en langs de top van de gevel. Het metselwerk
heeft een kettingverband en een diepliggende voeg. De buitenste laag dakbedekking is van gewapend
beton.
Interieur
De voorruimte met verdieping direct achter de entreedeur kent nog steeds de oorspronkelijke indeling:
een hal met links twee vertrekken, oorspronkelijk een werkplaats en een accuruimte, en rechts twee
vertrekken, een kantoorruimte en een transformatorruimte, en een toilet. De verdiepingsruimte is één
groot vertrek. Links in de hal bevindt zich een steektrap naar de kelder. Evenwijdig aan en boven de
keldertrap loopt de eerste steek van een bordestrap met een hoekbordes en twee steken naar de
verdieping. De trap naar de kelder en de trap naar de verdieping zijn verbonden door een doorlopende
reling. Op tweederde van de lengte van de hal verhoogt de vloer zich met drie treden. Aan het einde
leidt een ijzeren dubbele deur naar de lange schakelhal, waarin vroeger de transformatoren stonden
opgesteld.
Alle binnenmuren zijn uitgevoerd in schoon metselwerk. Alleen de muren van de kantoorruimte op de
begane grond zijn gestuukt. De treden van de betonnen trap zijn bedekt met platen antracietkleurige
natuursteen. De entreehal is bedekt met een kleine gele tegel. Op de verdieping is de bakstenen
wand tegenover de open gevelwand gesloten. Behalve dat in het midden een stalen deur toegang
biedt tot de loopbrug in de schakelhal. Ook zit aan weerszijden van de deur een vierkante uitsparing,
zonder kozijn. Door deze openingen kan men vanuit de verdiepingsruimte de schakelhal inkijken.
In de lege schakelhal trekken de stalen loopbrug, de stalen draagconstructie van het gebouw en de
opvulling daarvan –de binnenmuren en het plafond– de aandacht. De loopbrug, in dezelfde vorm
verlengd bij de uitbreidingen van het gebouw, beslaat bijna de gehele lengte van de ruimte en houdt in
de breedte enkele meters afstand van de binnenmuren. De ongeveer een meter brede brug hangt in
een u-vorm op stalen staanders op 4,5 meter boven de vloer van de schakelhal. De staanders zijn
verbonden met de stalen balken in het plafond. Halverwege de hal is nog een dwarsverbinding, op
grotere hoogte, breder dan de loopbrug, in de vorm van een platform, vanaf de loopbrug toegankelijk
met een ladder. Waarschijnlijk hield dit platform verband met een takelfunctie. Op de muren staan nog
enkele verwijzingen naar rails die in de lengte van het gebouw liepen.
Aan de stalen staanders zijn stalen liggers en stalen balustraden bevestigd. De liggers zijn bedekt met
planken van hard hout. Vanaf de loopvloer konden de transformatoren van boven bediend worden.
Het plafond bestaat uit betonnen cassetteplaten. De ruimte tussen het staal aan de zijkanten is
opgevuld met schoonmetselwerk in klezorenverband met een lichtrode metselsteen. De vloer is
gelegd van betontegels van 30 bij 30 cm.
Afgezien van het kleurverloop van de gevels maakt Flemingstraat 101 in hoofdzaak een gave indruk.
Uitzondering hierop vormen een aantal beschadigde plekken in het beton, met name in de
gevelvullende vensters aan de ingangszijde, en het loslaten van de witte tegeltjes op een gering
aantal plekken.
Waardering
Stedenbouwkundige waarde
De bouw van het kV 50 schakelstation was de laatste fase van de ontwikkeling van het gebied tussen
de Pasteurstraat, de Koningstraat, de Maresingel en de Willem de Zwijgerlaan door de Stedelijke Licht
Fabrieken en het slachthuis. De oprichting van het gebouw en de latere uitbreidingen hielden verband
met de uitbreiding van Leiden en de groei van de energievoorziening vanaf 1940. Behoud van het
gebouw houdt deze historische ontwikkeling, die begint bij de centrale aan de Langegracht, zichtbaar.
Daarnaast maken de omvang van het gebouw, de kwaliteit van de architectuur en de situering dicht bij
de Willem de Zwijgerlaan het gebouw beeldbepalend voor dit gebied. Door de gelijkenis in stijl met de
centrale aan de Langegracht, eveneens van architect Hamerpagt, en met het kV150 schakelstation
aan de Koningstraat, van de KEMA, is het kV 50 schakelstation verwant aan beide gebouwen.
Recente ontwikkelingen rondom en nabij het 50kV station hebben er voor gezorgd dat het gebouw
vrijer is komen te staan en vanaf de zijde Willem de Zwijgerlaan meer zichtbaar is geworden. Het is
een kenmerkend object voor het gebied.
Architectuurhistorische waarde
De architectuurhistorische waarde wordt bepaald door de bijzonder lange rechthoekige vorm en de
eenheid in de architectuur die ondanks de uitbreidingen bewaard is gebleven. Het utilitaire gebouw is
architectonisch interessant door de combinatie van het kwalitatief fraaie metselwerk, zowel buiten als
binnen, de klassieke, symmetrische opzet van de gevels, de voor Hamerpagt kenmerkende robuuste
betonnen kozijnen met roedeverdeling en de detaillering met speklagen. Het technische vakwerk van
de stalen draagconstructie en de loopbrug kunnen hier nog aan toegevoegd worden.
Flemingstraat 101 maakt een voor de Wederopbouwperiode kenmerkende sobere indruk van
baksteenarchitectuur. Het past, net als een groot deel van het overige werk van Hamerpagt, in de stijl
van de Nieuwe Haagse School door de kubistische vormen, horizontaliteit, symmetrie en
overstekende daken. Persoonlijke kenmerken van Hamerpagt binnen deze stijl zijn traditionele
vormgevingselementen: de roedeverdeling en decoratie in de vorm van speklagen.
Cultuurhistorische waarde
Het kV 50 schakelstation heeft algemene cultuurhistorische waarde als een gaaf voorbeeld van een
schakelstation uit de Wederopbouwperiode. Ook heeft het een bijzondere cultuurhistorische waarde
als een voorbeeld van een schakelstation van de Stedelijke Licht Fabrieken van Leiden, de instelling
die Leiden vanaf 1906 van gas en elektriciteit voorzag. Met de groei van de stad vanaf 1940 neemt
ook de behoefte aan stroom toe. De Stedelijke Licht Fabrieken voorziet in deze behoefte en vormt
tevens een onderdeel van de belangrijke ontwikkeling van het landelijke kV50 net. Naar aanleiding
van deze landelijke uitbreiding krijgen architecten opdrachten tot het ontwerpen van schakelstations.
KADASTRALE TENAAMSTELLING
Eigenaar:
Stichting Portaal Leiden
Hypothecaire schuldeiser:
N.n.b.
KADASTRALE AANDUIDING
Gemeente
Sectie
Nummer
Leiden
K
5947R
Download