B&W.nr. 10.1249, d.d. 30 november 2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Aanwijzing Flemingstraat 101, voormalig kV50 station, als beschermd gemeentelijk monument BESLUITEN 1. het voormalige kV 50 station aan de Flemingstraat 101 aan te wijzen als beschermd gemeentelijk monument; 2. kennis te nemen van het advies van de Monumentenselectiecommissie dat is opgesteld in de vergadering van 15 juni 2010 inzake de aanwijzing van Flemingstraat 101 als beschermd gemeentelijk monument; 3. kennis te nemen van de zienswijze van de eigenaar, Stichting Portaal Leiden, d.d. 21 juni 2010, waarin de bezwaren tegen aanwijzing uiteengezet worden; 4. de Gemeentesecretaris/Algemeen directeur te verzoeken de eigenaar en de Monumentenselectiecommissie schriftelijk op de hoogte te stellen van dit besluit. Samenvatting Op basis van de Monumentenverordening 2008 wijst het college van burgemeester en wethouders het voormalige kV 50 station aan de Flemingstraat 101, daterend uit 1955, aan als beschermd gemeentelijk monument. De Stedelijke Licht Fabrieken, die vanaf 1906 in Leiden de stad van gas en energie voorzien, gaf opdracht aan de Arnhemse architect Hamerpagt voor het ontwerpen van een nieuw schakelstation. Op het terrein van de SLF Leiden stond sinds 1945 een ouder schakelstation, ook van de hand van Hamerpagt, maar dit station voldeed in 1953 niet meer. Het voormalige schakelstation heeft stedenbouwkundige, architectuurhistorische en (cultuur)historische waarde. Het pand zal worden ingeschreven in het gemeentelijke monumentenregister. De eigenaar wordt hiervan door middel van een brief op de hoogte gesteld. Hij kan vervolgens gedurende 6 weken bezwaar aantekenen. WAARDESTELLING gemeente :Leiden adres :Flemingstraat 101, 2316 DC, Leiden naam object :kV 50 schakelstation oorspr. functie :transformeren en verspreiden van stroom huidige functie :geen bouwjaar :1955 architect :G. Hamerpagt bouwstijl/type :Nieuwe Haagse School datum foto :maart 2010 bronnen : Bouwarchief van de gemeente Leiden. Fotoarchief van de gemeente Leiden. Wederopbouw in Leiden: architectuur en stedenbouw, M. Kruidenier, T. Polman, Leiden 2009. 150 kV schakelstation te Delft, Bouw, 1961, jg. 60, no. 50. Gebouwencomplex NIZO, Ede, Bouw, 1955, jg. 16, no. 50. Werkplaats, kantoor en woning Oosterbeek, Bouwkundig Weekblad, , jg. 56, no. 34. Het voormalige kV 50 schakelstation met de korte oostelijke zijde volledig in beeld. Inleiding Flemingstraat 101 is gebouwd in 1955 als een kV 50 schakelstation in opdracht van en op het terrein van de Stedelijke Licht Fabrieken (SLF). Het ontwerp is van de Arnhemse architect G. Hamerpagt (1899-1965). Ten oosten van de Koningsstraat, op de plek van het huidige kV 150 schakelstation, stond sinds 1945 al een schakelstation van Hamerpagt. Dit gebouw voldeed in 1953 niet meer. De SLF vroeg daarom om een vergunning voor een nieuw gebouw, het huidige kV 50 schakelstation. Het eerste schakelstation uit 1945 zou verschillende malen worden verbouwd tot kV 150 schakelstation. (zie afbeelding 1) Het kV 50 schakelstation aan de Flemingstraat is niet verder ontwikkeld, maar wel op deze locatie behouden gebleven. Het gebied tussen de Willem de Zwijgerlaan in het noorden, de Maresingel in het zuiden, de Pasteurstraat in het westen en de Koningstraat in het oosten was gedeeltelijk weidegrond ten behoeve van het slachthuis aan de Pasteurstraat. En het gebied werd gebruikt door de Leidse Gas en Elektriciteitsfabriek aan de Langegracht voor opslagruimten (gashouders) en bijgebouwen. Het kV 50 schakelstation werd georiënteerd in de lijnen van het stratenpatroon van de negentiende eeuwse bebouwing aan weerszijden van dit gebied. In 1959 werd het ‘uitbreidingsplan Groenoord’ gepubliceerd, waarin de nieuwe Willem de Zwijgerlaan is opgenomen. Het schakelstation ligt op enige afstand ten zuiden van de Willem de Zwijgerlaan, met de lengterichting ongeveer parallel aan de Willem de Zwijgerlaan. Het schakelstation wordt in het plan afgeschermd van deze nieuwe grote weg door twee parallel aan de weg lopende flats en van de Koningstraat door een korter blok. In het driehoekige gebied ten oosten van het kV 50 schakelstation en de Koningstraat verschenen behalve het kV 150 station, een PTT gebouw, en een kerk. Op dit moment is het gebied ten zuiden van het kV 50 schakelstation een nieuwbouwwijk in ontwikkeling, Nieuw Leiden genaamd. Aan de zuidrand van het gebied blijft een aantal oude gebouwen )onderdelen van het voormalige slachthuisterrein en allen monumenten) staan. Ten noorden en oosten van het kV 50 schakelstation zijn de flats afgebroken. Dicht bij de zuidzijde van het schakelstation ligt een transformatorhuis uit de jaren ’80 van de vorige eeuw dat nog in gebruik is. 14 ijg er la an Zw n 16 11 12 8 3 1b 4 erla a n W in 19 a 19 21 a 21 23 a 23 72 a 72 40 42 345 traat 38 ng ss 70 a 70 raat Fleming st 36 e Ko ni 31 181t 21 23 25 27 68 a 68 85 Nieuw 33 29 11 13 15 17 19 ordstraa t 35 34 87 66 er la an 1 89 64 wijg 18 91 83 62 er la an 17 7 32 81 60t wijg 17 9 Hans en straa t 51 37 39 25 41 27 43 29 93 30 Gr oe no 10 1 28 de Z 97 97 a 26 em 99 24 de Z 10 1b 10 1a 10 1 22 10 3 20 W ill 95 18 em ra at 45 31 13 a 13 15 a 15 72g enb roek st 47 33 sch 49 35 5 5 7a 7 9a 9 11 W ill M us 17 a 17 sp le ille m de wijg 7 2 1a eZ 15 10 6 1 em d Esc h ert o re 9 5 W ill 32 7 30 29 19 27 3 10 33 9 32 1 30 3 28 5 26 7 25 1 43 42 41 33 7 31 9 30 1 28 35 26 24 9 35 33 44 5 33 7 31 9 29 1 28 3 26 7 24 37 66 58 62 54 41 9 7 5 3p 54 3 35 9 7 5 3 ka de ha ps em an sc 23 21 11 33 31 29 27 25 5 Dri 35 33 31 29 27 25 21 21 19 23 35 33 31 29 23 27 27 25 23 25 33 31 29 50 48 a 48 46 a 46 44 a 44 42 40 21 34 a 34 11 14 14 15 17 15 13 17 18 17 15 13 28 a 28 10 13 13 12 15 15 14 17 16 12 25 Hertzstraat 27 13 32 a 30 38 a 38 2 36 a 36 4 18 16 14 29 16 Watt straat 11 Voltastraat 31 16 1 17 Van Hogendorpstraat 19 Ohmst raat 33 a 33 32 a 32 6 35 a 35 30 a 30 8 3 Pascalstraat 9 26 a 26 10 at 12 37 14 Pieter Vreedestraat t aa Han sen stra 6 239 str 22 22 22 39 12 10 gs nin Ko 24 24 24 41 a 41 8 6 e uw Nie 26 26 26 43 a 43 28 28 30 30 32 28 45 32 34 30 47 Hertzstraat 32 49 Amperestraat 34 51 a 51 4 34 36 8 36 6 36 4 11 2 Leeuwenh oekstraat 13 34 a 34 35 8 7p 36 11 p 53 11 55 Joulestraat 13 38 a 38 57 1 33 3 31 5 29 7 9 27 9 32 31 1 3 2524 3 29 5 27 7 25 1 24 39 3 33 5 31 7 29 9 27 1 26 5 24 60 52 2 59 4 42 a 42 43 37 6 44 64 56 44 39 10 61 40 46 45 10 48 65 46 46 12 67 63 44a 343 34 1 32 3 30 5 28 7 26 9 25 3 3 43 50 69 52 341a Schape nwei 37a 15 18 32 5 30 7 28 9 27 1 25 5 16 39 14 56 12 13 8 riestraa t 2 58 a 58 60 79 6 Madame Cu Afbeelding 1. Situatie van de huidige omgeving met linksboven het kV 50 schakelstation en rechtsonder het kV150 schakelstation. Architect Hamerpagt was verbonden aan de Vereniging van Centrale Energieondernemingen in Nederland en hij had de leiding over de bouwkundige dienst van de KEMA, de Keuring van Elektrotechnische Materialen Arnhem. Hamerpagt ontwierp verschillende gebouwen van het KEMAgebouwencomplex in Arnhem (1940-1957). In Leiden staat de uitbreiding van de elektriciteitscentrale aan de Langegracht (1951) op zijn naam. Een soortgelijke centrale ontwierp hij in Utrecht (1957), Lage Weide genaamd. Schakelstations van Hamerpagt verschenen ook in Dordrecht (1941), Den Haag (vijf stuks tussen 1956-1958) en Delft (1961). Verder ontwierp hij kantoren en laboratoria van het NIZO, Nederlands Instituut voor Zuivel Onderzoek, in Ede (1955) en een werkplaats met kantoren en dienstwoning in Oosterbeek (1960). Afbeelding 2. De voorgevel. Afbeelding 3. Plattegrond van de begane grond met de uitbreidingen, onder de plattegrond van de verdieping. Beschrijving Het gebouw is een rechthoek van 73 meter lengte, bijna zeventien meter breedte en negen meter hoogte vanaf het maaiveld. Twee uitbreidingen in de lengterichting, in 1962 en 1965, ook naar ontwerp van Hamerpagt, leidden tot de huidige plattegrond. Het gebouw heeft één bouwlaag, behalve het relatief kleine voorgedeelte achter de ingang waar een verdieping is. Onder de gehele begane grond ligt een kelder van ongeveer 2,5 meter hoogte. Het gebouw is afgedekt met een 80 cm overkragend plat dak. De plint is uitgevoerd in sierbeton. Hierop zijn de gevels opgetrokken uit een geelbruine baksteen. De westelijke kopse zijde met de hoofdingang is open gewerkt door drie muurhoge vensters waarin betonnen kozijnen met een roedeverdeling. In de oostelijke kopse zijde bevindt zich een soortgelijk muurhoog venster, maar dan een maatmoduul smaller en niet geflankeerd door andere vensters. De twee lange, identieke zijgevels zijn slechts geopend door bescheiden vensters met schokbetonkozijnen op grote hoogte en kleine vensters in een rechte lijn daaronder op ongeveer 1,5 meter boven het maaiveld. Net als de kopse gevels zijn de zijgevels symmetrisch opgezet: in dertien door pilasters begrensde traveeën en met grote gesloten vlakken aan de uiteinden. In het middelste muurhoge kozijn van de voorgevel is een stalen entreedeur verwerkt. Een bordes met drie treden ligt hiervoor. In de achtergevel bevindt zich onder het venster een deur boven een laadperron. De muurhoge kozijnen hebben een ietwat grove grint textuur, een profiel en zijn onbeschilderd. De vierkante kozijnen in de zijgevels hebben geen profiel en steken iets buiten de gevel uit. Zeer opvallend zijn de horizontale witte banden, speklagen, van witte tegeltjes, in het metselwerk. Ook in de pilasters zit het speklaagmotief. De traveeën worden geaccentueerd door een strook van dezelfde witte tegeltjes langs de pilaster en langs de top van de gevel. Het metselwerk heeft een kettingverband en een diepliggende voeg. De buitenste laag dakbedekking is van gewapend beton. Afbeelding 4. De rechter zijgevel. Afbeelding 5. De hal met geopende deuren naar de ‘schakelhal’. Interieur De voorruimte met verdieping direct achter de entreedeur kent nog steeds de oorspronkelijke indeling: een hal met links twee vertrekken, oorspronkelijk een werkplaats en een accuruimte, en rechts twee vertrekken, een kantoorruimte en een transformatorruimte, en een toilet. De verdiepingsruimte is één groot vertrek. Links in de hal bevindt zich een steektrap naar de kelder. Evenwijdig aan en boven de keldertrap loopt de eerste steek van een bordestrap met een hoekbordes en twee steken naar de verdieping. De trap naar de kelder en de trap naar de verdieping zijn verbonden door een doorlopende reling. Op tweederde van de lengte van de hal verhoogt de vloer zich met drie treden. Aan het einde leidt een ijzeren dubbele deur naar de lange schakelhal, waarin vroeger de transformatoren stonden opgesteld. Alle binnenmuren zijn uitgevoerd in schoon metselwerk. Alleen de muren van de kantoorruimte op de begane grond zijn gestuukt. De treden van de betonnen trap zijn bedekt met platen antracietkleurige natuursteen. De entreehal is bedekt met een kleine gele tegel. Op de verdieping is de bakstenen wand tegenover de open gevelwand gesloten. Behalve dat in het midden een stalen deur toegang biedt tot de loopbrug in de schakelhal. Ook zit aan weerszijden van de deur een vierkante uitsparing, zonder kozijn. Door deze openingen kan men vanuit de verdiepingsruimte de schakelhal inkijken. In de lege schakelhal trekken de stalen loopbrug, de stalen draagconstructie van het gebouw en de opvulling daarvan –de binnenmuren en het plafond– de aandacht. De loopbrug, in dezelfde vorm verlengd bij de uitbreidingen van het gebouw, beslaat bijna de gehele lengte van de ruimte en houdt in de breedte enkele meters afstand van de binnenmuren. De ongeveer een meter brede brug hangt in een u-vorm op stalen staanders op 4,5 meter boven de vloer van de schakelhal. De staanders zijn verbonden met de stalen balken in het plafond. Halverwege de hal is nog een dwarsverbinding, op grotere hoogte, breder dan de loopbrug, in de vorm van een platform, vanaf de loopbrug toegankelijk met een ladder. Waarschijnlijk hield dit platform verband met een takelfunctie. Op de muren staan nog enkele verwijzingen naar rails die in de lengte van het gebouw liepen. Aan de stalen staanders zijn stalen liggers en stalen balustraden bevestigd. De liggers zijn bedekt met planken van hard hout. Vanaf de loopvloer konden de transformatoren van boven bediend worden. Het plafond bestaat uit betonnen cassetteplaten. De ruimte tussen het staal aan de zijkanten is opgevuld met schoonmetselwerk in klezorenverband met een lichtrode metselsteen. De vloer is gelegd van betontegels van 30 bij 30 cm. Afgezien van het kleurverloop van de gevels maakt Flemingstraat 101 in hoofdzaak een gave indruk. Uitzondering hierop vormen een aantal beschadigde plekken in het beton, met name in de gevelvullende vensters aan de ingangszijde, en het loslaten van de witte tegeltjes op een gering aantal plekken. Afbeelding 6. De loopbrug aan de linkerzijde van de schakelhal tijdens een presentatie in het kader van Nieuw Leiden. Waardering Stedenbouwkundige waarde De bouw van het kV 50 schakelstation was de laatste fase van de ontwikkeling van het gebied tussen de Pasteurstraat, de Koningstraat, de Maresingel en de Willem de Zwijgerlaan door de Stedelijke Licht Fabrieken en het slachthuis. De oprichting van het gebouw en de latere uitbreidingen hielden verband met de uitbreiding van Leiden en de groei van de eniergievoorziening vanaf 1940. Behoud van het gebouw houdt deze historische ontwikkeling, die begint bij de centrale aan de Langegracht, zichtbaar. Daarnaast maken de omvang van het gebouw, de kwaliteit van de architectuur en de situering dicht bij de Willem de Zwijgerlaan het gebouw beeldbepalend voor dit gebied. Door de gelijkenis in stijl met de centrale aan de Langegracht, eveneens van architect Hamerpagt, en met het kV150 schakelstation aan de Koningstraat, van de KEMA, is het kV 50 schakelstation verwant aan beide gebouwen. Recente ontwikkelingen rondom en nabij het 50kV station hebben er voor gezorgd dat het gebouw vrijer is komen te staan en vanaf de zijde Willem de Zwijgerlaan meer zichtbaar is geworden. Het is een kenmerkend object voor het gebied. Architectuurhistorische waarde De architectuurhistorische waarde wordt bepaald door de bijzonder lange rechthoekige vorm en de eenheid in de architectuur die ondanks de uitbreidingen bewaard is gebleven. Het utilitaire gebouw is architectonisch interessant door de combinatie van het kwalitatief fraaie metselwerk, zowel buiten als binnen, de klassieke, symmetrische opzet van de gevels, de voor Hamerpagt kenmerkende robuuste betonnen kozijnen met roedeverdeling en de detaillering met speklagen. Het technische vakwerk van de stalen draagconstructie en de loopbrug kunnen hier nog aan toegevoegd worden. Flemingstraat 101 maakt een voor de Wederopbouwperiode kenmerkende sobere indruk van baksteenarchitectuur. Het past, net als een groot deel van het overige werk van Hamerpagt, in de stijl van de Nieuwe Haagse School door de kubistische vormen, horizontaliteit, symmetrie en overstekende daken. Persoonlijke kenmerken van Hamerpagt binnen deze stijl zijn traditionele vormgevingselementen: de roedeverdeling en decoratie in de vorm van speklagen. Cultuurhistorische waarde Het kV 50 schakelstation heeft algemene cultuurhistorische waarde als een gaaf voorbeeld van een schakelstation uit de Wederopbouwperiode. Ook heeft het een bijzondere cultuurhistorische waarde als een voorbeeld van een schakelstation van de Stedelijke Licht Fabrieken van Leiden, de instelling die Leiden vanaf 1906 van gas en elektriciteit voorzag. Met de groei van de stad vanaf 1940 neemt ook de behoefte aan stroom toe. De Stedelijke Licht Fabrieken voorziet in deze behoefte en vormt tevens een onderdeel van de belangrijke ontwikkeling van het landelijke kV50 net. Naar aanleiding van deze landelijke uitbreiding krijgen architecten opdrachten tot het ontwerpen van schakelstations. Alex Hendriksen GEMEENTE LEIDEN Nr. 10.XXXX BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van Leiden Gezien het gestelde in artikel 3 van de Monumentenverordening 2008, dat ons de mogelijkheid biedt om objecten die van belang zijn wegens hun schoonheid, betekenis voor de wetenschap, of cultuurhistorische waarde aan te wijzen als beschermd gemeentelijk monument; gelet op het advies van de Monumentenselectiecommissie d.d. 15 juni 2010, waaruit blijkt dat het object Flemingstraat 101, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie K, nummer 5947, beschermenswaardig is om de volgende redenen: Stedenbouwkundige waarde De bouw van het kV 50 schakelstation was de laatste fase van de ontwikkeling van het gebied tussen de Pasteurstraat, de Koningstraat, de Maresingel en de Willem de Zwijgerlaan door de Stedelijke Licht Fabrieken en het slachthuis. De oprichting van het gebouw en de latere uitbreidingen hielden verband met de uitbreiding van Leiden en de groei van de energievoorziening vanaf 1940. Behoud van het gebouw houdt deze historische ontwikkeling, die begint bij de centrale aan de Langegracht, zichtbaar. Daarnaast maken de omvang van het gebouw, de kwaliteit van de architectuur en de situering dicht bij de Willem de Zwijgerlaan het gebouw beeldbepalend voor dit gebied. Door de gelijkenis in stijl met de centrale aan de Langegracht, eveneens van architect Hamerpagt, en met het kV150 schakelstation aan de Koningstraat, van de KEMA, is het kV 50 schakelstation verwant aan beide gebouwen. Recente ontwikkelingen rondom en nabij het 50kV station hebben er voor gezorgd dat het gebouw vrijer is komen te staan en vanaf de zijde Willem de Zwijgerlaan meer zichtbaar is geworden. Het is een kenmerkend object voor het gebied. Architectuurhistorische waarde De architectuurhistorische waarde wordt bepaald door de bijzonder lange rechthoekige vorm en de eenheid in de architectuur die ondanks de uitbreidingen bewaard is gebleven. Het utilitaire gebouw is architectonisch interessant door de combinatie van het kwalitatief fraaie metselwerk, zowel buiten als binnen, de klassieke, symmetrische opzet van de gevels, de voor Hamerpagt kenmerkende robuuste betonnen kozijnen met roedeverdeling en de detaillering met speklagen. Het technische vakwerk van de stalen draagconstructie en de loopbrug kunnen hier nog aan toegevoegd worden. Flemingstraat 101 maakt een voor de Wederopbouwperiode kenmerkende sobere indruk van baksteenarchitectuur. Het past, net als een groot deel van het overige werk van Hamerpagt, in de stijl van de Nieuwe Haagse School door de kubistische vormen, horizontaliteit, symmetrie en overstekende daken. Persoonlijke kenmerken van Hamerpagt binnen deze stijl zijn traditionele vormgevingselementen: de roedeverdeling en decoratie in de vorm van speklagen. Cultuurhistorische waarde Het kV 50 schakelstation heeft algemene cultuurhistorische waarde als een gaaf voorbeeld van een schakelstation uit de Wederopbouwperiode. Ook heeft het een bijzondere cultuurhistorische waarde als een voorbeeld van een schakelstation van de Stedelijke Licht Fabrieken van Leiden, de instelling die Leiden vanaf 1906 van gas en elektriciteit voorzag. Met de groei van de stad vanaf 1940 neemt ook de behoefte aan stroom toe. De Stedelijke Licht Fabrieken voorziet in deze behoefte en vormt tevens een onderdeel van de belangrijke ontwikkeling van het landelijke kV50 net. Naar aanleiding van deze landelijke uitbreiding krijgen architecten opdrachten tot het ontwerpen van schakelstations. Overwegende, dat: volgens het advies van de onafhankelijke Monumentenselectiecommissie dit object om verschillende inhoudelijke redenen zoals bovengenoemd beschermenswaardig is; wij dit advies hebben overgenomen; het object is gelegen aan de Flemingstraat; Flemingstraat 101 eigendom is van de Stichting Portaal Leiden; de eigenaar op 21 juni 2010 een zienswijze heeft ingediend, waarin hij aangeeft van mening te zijn dat geen vergaande beperkingen opgelegd dienen te (kunnen) worden ten aanzien van aanpassingen van het gebouw; de eigenaar daarbij concludeert dat bij eventuele verlening van de monumentenstatus rekening gehouden dient te worden met de noodzaak tot exploitatie van het pand, waarbij in dit geval ook aan de buitenzijde van het gebouw aanpassingen gedaan moeten kunnen worden, die noodzakelijk zijn voor o.a. de daglichttoetreding en de toegankelijkheid van het gebouw; de eigenaar aangeeft bereid te zijn om de benodigde aanpassingen tot stand te laten komen in nauw overleg met Monumentenzorg, om te garanderen dat de schoonheid van het gebouw niet aangetast wordt; het niet mogelijk is om, vooruitlopend op de mogelijke plannen die de eigenaar met het pand heeft, hiermee bij de aanwijzing van het pand als beschermd gemeentelijk monument rekening te houden; het bij de zienswijze meegestuurde ontwerp van VillaNova Architecten bij de besluitvorming over de aanwijzing van het pand als beschermd gemeentelijk monument buiten beschouwing is gelaten; de aanwijzing tot gemeentelijk monument niet betekent dat verandering of aanpassing van het object niet (meer) mogelijk is; Gelet op de Monumentenverordening 2008; BESLUITEN: 1. over te gaan tot aanwijzing van Flemingstraat 101, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie K, nummer 5947, als beschermd gemeentelijk monument op grond van artikel 3 van de Monumentenverordening 2008; 2. het pand in te schrijven als beschermd gemeentelijk monument in het gemeentelijk monumentenregister met monumentnummer XXXX, op grond van artikel 6, lid 1 van de Monumentenverordening 2008 . Leiden, XX MAAND 2010, Burgemeester en Wethouders van Leiden, namens dezen, drs. ing. M.D.R. Andela, Unithoofd Monumenten & Archeologie INSCHRIJVING MONUMENTENREGISTER behorende bij B&W-besluit nr: 10.XXXX (als bedoeld in artikel 1, onder c. van de Monumentenverordening) Pand 10.XXXX d.d. XX MAAND 2010 Monumentnummer: XXXX Flemingstraat 101 2316 DC Leiden OMSCHRIJVING VAN HET MONUMENT Inleiding Flemingstraat 101 is gebouwd in 1955 als een kV 50 schakelstation in opdracht van en op het terrein van de Stedelijke Licht Fabrieken (SLF). Het ontwerp is van de Arnhemse architect G. Hamerpagt (1899-1965). Ten oosten van de Koningsstraat, op de plek van het huidige kV 150 schakelstation, stond sinds 1945 al een schakelstation van Hamerpagt. Dit gebouw voldeed in 1953 niet meer. De SLF vroeg daarom om een vergunning voor een nieuw gebouw, het huidige kV 50 schakelstation. Het eerste schakelstation uit 1945 zou verschillende malen worden verbouwd tot kV 150 schakelstation. (zie afbeelding 1) Het kV 50 schakelstation aan de Flemingstraat is niet verder ontwikkeld, maar wel op deze locatie behouden gebleven. Het gebied tussen de Willem de Zwijgerlaan in het noorden, de Maresingel in het zuiden, de Pasteurstraat in het westen en de Koningstraat in het oosten was gedeeltelijk weidegrond ten behoeve van het slachthuis aan de Pasteurstraat. En het gebied werd gebruikt door de Leidse Gas en Elektriciteitsfabriek aan de Langegracht voor opslagruimten (gashouders) en bijgebouwen. Het kV 50 schakelstation werd georiënteerd in de lijnen van het stratenpatroon van de negentiende eeuwse bebouwing aan weerszijden van dit gebied. In 1959 werd het ‘uitbreidingsplan Groenoord’ gepubliceerd, waarin de nieuwe Willem de Zwijgerlaan is opgenomen. Het schakelstation ligt op enige afstand ten zuiden van de Willem de Zwijgerlaan, met de lengterichting ongeveer parallel aan de Willem de Zwijgerlaan. Het schakelstation wordt in het plan afgeschermd van deze nieuwe grote weg door twee parallel aan de weg lopende flats en van de Koningstraat door een korter blok. In het driehoekige gebied ten oosten van het kV 50 schakelstation en de Koningstraat verschenen behalve het kV 150 station, een PTT gebouw, en een kerk. Op dit moment is het gebied ten zuiden van het kV 50 schakelstation een nieuwbouwwijk in ontwikkeling, Nieuw Leiden genaamd. Aan de zuidrand van het gebied blijft een aantal oude gebouwen )onderdelen van het voormalige slachthuisterrein en allen monumenten) staan. Ten noorden en oosten van het kV 50 schakelstation zijn de flats afgebroken. Dicht bij de zuidzijde van het schakelstation ligt een transformatorhuis uit de jaren ’80 van de vorige eeuw dat nog in gebruik is. Architect Hamerpagt was verbonden aan de Vereniging van Centrale Energieondernemingen in Nederland en hij had de leiding over de bouwkundige dienst van de KEMA, de Keuring van Elektrotechnische Materialen Arnhem. Hamerpagt ontwierp verschillende gebouwen van het KEMAgebouwencomplex in Arnhem (1940-1957). In Leiden staat de uitbreiding van de elektriciteitscentrale aan de Langegracht (1951) op zijn naam. Een soortgelijke centrale ontwierp hij in Utrecht (1957), Lage Weide genaamd. Schakelstations van Hamerpagt verschenen ook in Dordrecht (1941), Den Haag (vijf stuks tussen 1956-1958) en Delft (1961). Verder ontwierp hij kantoren en laboratoria van het NIZO, Nederlands Instituut voor Zuivel Onderzoek, in Ede (1955) en een werkplaats met kantoren en dienstwoning in Oosterbeek (1960). Beschrijving Het gebouw is een rechthoek van 73 meter lengte, bijna zeventien meter breedte en negen meter hoogte vanaf het maaiveld. Twee uitbreidingen in de lengterichting, in 1962 en 1965, ook naar ontwerp van Hamerpagt, leidden tot de huidige plattegrond. Het gebouw heeft één bouwlaag, behalve het relatief kleine voorgedeelte achter de ingang waar een verdieping is. Onder de gehele begane grond ligt een kelder van ongeveer 2,5 meter hoogte. Het gebouw is afgedekt met een 80 cm overkragend plat dak. De plint is uitgevoerd in sierbeton. Hierop zijn de gevels opgetrokken uit een geelbruine baksteen. De westelijke kopse zijde met de hoofdingang is open gewerkt door drie muurhoge vensters waarin betonnen kozijnen met een roedeverdeling. In de oostelijke kopse zijde bevindt zich een soortgelijk muurhoog venster, maar dan een maatmoduul smaller en niet geflankeerd door andere vensters. De twee lange, identieke zijgevels zijn slechts geopend door bescheiden vensters met schokbetonkozijnen op grote hoogte en kleine vensters in een rechte lijn daaronder op ongeveer 1,5 meter boven het maaiveld. Net als de kopse gevels zijn de zijgevels symmetrisch opgezet: in dertien door pilasters begrensde traveeën en met grote gesloten vlakken aan de uiteinden. In het middelste muurhoge kozijn van de voorgevel is een stalen entreedeur verwerkt. Een bordes met drie treden ligt hiervoor. In de achtergevel bevindt zich onder het venster een deur boven een laadperron. De muurhoge kozijnen hebben een ietwat grove grint textuur, een profiel en zijn onbeschilderd. De vierkante kozijnen in de zijgevels hebben geen profiel en steken iets buiten de gevel uit. Zeer opvallend zijn de horizontale witte banden, speklagen, van witte tegeltjes, in het metselwerk. Ook in de pilasters zit het speklaagmotief. De traveeën worden geaccentueerd door een strook van dezelfde witte tegeltjes langs de pilaster en langs de top van de gevel. Het metselwerk heeft een kettingverband en een diepliggende voeg. De buitenste laag dakbedekking is van gewapend beton. Interieur De voorruimte met verdieping direct achter de entreedeur kent nog steeds de oorspronkelijke indeling: een hal met links twee vertrekken, oorspronkelijk een werkplaats en een accuruimte, en rechts twee vertrekken, een kantoorruimte en een transformatorruimte, en een toilet. De verdiepingsruimte is één groot vertrek. Links in de hal bevindt zich een steektrap naar de kelder. Evenwijdig aan en boven de keldertrap loopt de eerste steek van een bordestrap met een hoekbordes en twee steken naar de verdieping. De trap naar de kelder en de trap naar de verdieping zijn verbonden door een doorlopende reling. Op tweederde van de lengte van de hal verhoogt de vloer zich met drie treden. Aan het einde leidt een ijzeren dubbele deur naar de lange schakelhal, waarin vroeger de transformatoren stonden opgesteld. Alle binnenmuren zijn uitgevoerd in schoon metselwerk. Alleen de muren van de kantoorruimte op de begane grond zijn gestuukt. De treden van de betonnen trap zijn bedekt met platen antracietkleurige natuursteen. De entreehal is bedekt met een kleine gele tegel. Op de verdieping is de bakstenen wand tegenover de open gevelwand gesloten. Behalve dat in het midden een stalen deur toegang biedt tot de loopbrug in de schakelhal. Ook zit aan weerszijden van de deur een vierkante uitsparing, zonder kozijn. Door deze openingen kan men vanuit de verdiepingsruimte de schakelhal inkijken. In de lege schakelhal trekken de stalen loopbrug, de stalen draagconstructie van het gebouw en de opvulling daarvan –de binnenmuren en het plafond– de aandacht. De loopbrug, in dezelfde vorm verlengd bij de uitbreidingen van het gebouw, beslaat bijna de gehele lengte van de ruimte en houdt in de breedte enkele meters afstand van de binnenmuren. De ongeveer een meter brede brug hangt in een u-vorm op stalen staanders op 4,5 meter boven de vloer van de schakelhal. De staanders zijn verbonden met de stalen balken in het plafond. Halverwege de hal is nog een dwarsverbinding, op grotere hoogte, breder dan de loopbrug, in de vorm van een platform, vanaf de loopbrug toegankelijk met een ladder. Waarschijnlijk hield dit platform verband met een takelfunctie. Op de muren staan nog enkele verwijzingen naar rails die in de lengte van het gebouw liepen. Aan de stalen staanders zijn stalen liggers en stalen balustraden bevestigd. De liggers zijn bedekt met planken van hard hout. Vanaf de loopvloer konden de transformatoren van boven bediend worden. Het plafond bestaat uit betonnen cassetteplaten. De ruimte tussen het staal aan de zijkanten is opgevuld met schoonmetselwerk in klezorenverband met een lichtrode metselsteen. De vloer is gelegd van betontegels van 30 bij 30 cm. Afgezien van het kleurverloop van de gevels maakt Flemingstraat 101 in hoofdzaak een gave indruk. Uitzondering hierop vormen een aantal beschadigde plekken in het beton, met name in de gevelvullende vensters aan de ingangszijde, en het loslaten van de witte tegeltjes op een gering aantal plekken. Waardering Stedenbouwkundige waarde De bouw van het kV 50 schakelstation was de laatste fase van de ontwikkeling van het gebied tussen de Pasteurstraat, de Koningstraat, de Maresingel en de Willem de Zwijgerlaan door de Stedelijke Licht Fabrieken en het slachthuis. De oprichting van het gebouw en de latere uitbreidingen hielden verband met de uitbreiding van Leiden en de groei van de energievoorziening vanaf 1940. Behoud van het gebouw houdt deze historische ontwikkeling, die begint bij de centrale aan de Langegracht, zichtbaar. Daarnaast maken de omvang van het gebouw, de kwaliteit van de architectuur en de situering dicht bij de Willem de Zwijgerlaan het gebouw beeldbepalend voor dit gebied. Door de gelijkenis in stijl met de centrale aan de Langegracht, eveneens van architect Hamerpagt, en met het kV150 schakelstation aan de Koningstraat, van de KEMA, is het kV 50 schakelstation verwant aan beide gebouwen. Recente ontwikkelingen rondom en nabij het 50kV station hebben er voor gezorgd dat het gebouw vrijer is komen te staan en vanaf de zijde Willem de Zwijgerlaan meer zichtbaar is geworden. Het is een kenmerkend object voor het gebied. Architectuurhistorische waarde De architectuurhistorische waarde wordt bepaald door de bijzonder lange rechthoekige vorm en de eenheid in de architectuur die ondanks de uitbreidingen bewaard is gebleven. Het utilitaire gebouw is architectonisch interessant door de combinatie van het kwalitatief fraaie metselwerk, zowel buiten als binnen, de klassieke, symmetrische opzet van de gevels, de voor Hamerpagt kenmerkende robuuste betonnen kozijnen met roedeverdeling en de detaillering met speklagen. Het technische vakwerk van de stalen draagconstructie en de loopbrug kunnen hier nog aan toegevoegd worden. Flemingstraat 101 maakt een voor de Wederopbouwperiode kenmerkende sobere indruk van baksteenarchitectuur. Het past, net als een groot deel van het overige werk van Hamerpagt, in de stijl van de Nieuwe Haagse School door de kubistische vormen, horizontaliteit, symmetrie en overstekende daken. Persoonlijke kenmerken van Hamerpagt binnen deze stijl zijn traditionele vormgevingselementen: de roedeverdeling en decoratie in de vorm van speklagen. Cultuurhistorische waarde Het kV 50 schakelstation heeft algemene cultuurhistorische waarde als een gaaf voorbeeld van een schakelstation uit de Wederopbouwperiode. Ook heeft het een bijzondere cultuurhistorische waarde als een voorbeeld van een schakelstation van de Stedelijke Licht Fabrieken van Leiden, de instelling die Leiden vanaf 1906 van gas en elektriciteit voorzag. Met de groei van de stad vanaf 1940 neemt ook de behoefte aan stroom toe. De Stedelijke Licht Fabrieken voorziet in deze behoefte en vormt tevens een onderdeel van de belangrijke ontwikkeling van het landelijke kV50 net. Naar aanleiding van deze landelijke uitbreiding krijgen architecten opdrachten tot het ontwerpen van schakelstations. KADASTRALE TENAAMSTELLING Eigenaar: Stichting Portaal Leiden Hypothecaire schuldeiser: N.n.b. KADASTRALE AANDUIDING Gemeente Sectie Nummer Leiden K 5947R