Dossier II: De revoluties van de jaren 1820: Triomf van het nationalisme in Latijns Amerika A. Algemene context a) Een beknopte voorgeschiedenis Algemene gevolgen van de Europese kolonisatie (16de – 18de eeuw): - Spanje en Portugal als dominante koloniserende mogendheden (Verdrag van Tordesillas). - Massale sterfte onder de inheemse bevolking Europese ziekten, de Spaanse oorlogszucht, etc…). - Uitbouw plantage-economieën (exportgericht) + invoer arbeidskrachten: slaven (Afrika). - Vermenging van verscheidene bevolkingsgroepen: Blank / Zwart / Indiaan. Rijke families van creolen (Zij waren immers niet bestand tegen de (Spanjaarden die in Zuid-Amerika waren geboren en dus reeds enkele generaties in de Nieuwe Wereld woonden) hadden de economische macht in handen Winsten vooral door productie van goederen met het oog op export naar Europa. Door een regeling die was opgesteld door de Spaanse koning bestond de politieke elite echter uit peninsulares (In Spanje geboren blanken). Doel: Zo bleef er een sterke band met het Spaanse moederland bestaan. 26 B. De Latijns Amerikaanse Revoluties a) Aanleiding tot de revolutie Spaanse immigranten hadden de ideeën van de Verlichting verspreid. Inspiratie door andere revoluties: vooral die in Verenigde Staten van Amerika. Onvrede en verzet van de creolen tegenover de ondergeschiktheid aan Spanje en het bestuur van de peninsulares. Woelige situatie in Europa: Napoleon verdreef de Spaanse koning en zette zijn broer Joseph aldaar op de troon. b) Het verloop van de strijd Hoewel er reeds enige tijd onrust heerste, keerde door het herstel van de oude Spaanse monarchie (dit was een gevolg van het Congres van Wenen) de rust in Zuid-Amerika weer tijdelijk terug. De situatie bleek echter onhoudbaar en een ware afscheidingsoorlog barste los. De Latijns-Amerikaanse gebieden wilden hun banden met de moederlanden verbreken en een eigen koers gaan varen… Belangrijk hierbij waren de invloedrijke vrijheidstrijders: de Libertadores. - Simon Bolivar: vooral actief in het Noorden: Venezuela, Colombia,… - San Martin: vooral actief in het Zuiden: Argentinië, Chili,… 27 c) Verklaring voor het slagen deze nationalistische revoluties De algehele zwakte van Spanje en Portugal. Deze landen waren zelf niet in staat om de kolonies tegen alle prijs in het gareel te houden en dienden dus een beroep te doen op de Grote Alliantie. De Grote Alliantie greep echter niet in. Te dure operatie: immers ver verwijderd van Europa (troepentransport) Eigenbelang primeerde + desinteresse. Steun van Verenigde Staten en Groot-Brittannië aan Latijns-Amerika. Doel: de eigen handelsbelangen veilig stellen. C. Latijns-Amerika na de onafhankelijkheidsoorlogen Opdeling in kleinere landen (zie kaartje in bijlage). Poging tot het oprichten van de Verenigde Staten van Zuid-Amerika mislukte. Ontstaan van de Monroe-doctrine. Monroe = toenmalige president van de Verenigde Staten. Leuze: “Amerika voor de Amerikanen”. Tot einde van 19de eeuw stijgende Britse invloed, maar daarna overwicht USA. Nog steeds wordt Latijns-Amerika beschouwd als de “achtertuin” van de USA. Grote invloed van de CIA (Amerikaanse geheime dienst). Waken over de Amerikaanse oliebelangen. Aan de macht brengen van “bevriende” regimes. Vb: (1973) Uitschakelen van linkse verkozen president Allende + aan de macht brengen van rechtse dictator Pinochet (Chili). 28