Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 Inhoud ONZE VISIE OP KINDEREN ....................................................................................................................... 2 MOTTO VAN ONS BELEID ........................................................................................................................ 2 ONZE OPVOEDINGSDOELEN ................................................................................................................... 2 DE ONTWIKKELING VAN DE KINDEREN................................................................................................... 4 DE ROL VAN HET KIND BIJ ZIJN ONTWIKKELING .................................................................................... 6 DE INZET VAN DE PEDAGOGISCH MEDEWERKERS ................................................................................. 7 BEN IK IN BEELD .................................................................................................................................... 10 NATUURBELEVING ................................................................................................................................ 12 CULTUUREDUCATIE............................................................................................................................... 12 DE WERKINSTRUCTIES .......................................................................................................................... 13 LEESBEVORDERING ............................................................................................................................... 13 SAMENWERKING MET DE OUDERS....................................................................................................... 14 PERSONEELSBELEID............................................................................................................................... 15 ONZE SIGNALERENDE TAAK .................................................................................................................. 16 OPVANG OP MAAT................................................................................................................................ 17 DE BUITENSCHOOLSE OPVANG............................................................................................................. 18 FOTO-VERSLAGLEGGING ....................................................................................................................... 19 CONTACT MET ANDERE ORGANISATIES ............................................................................................... 20 SPEERPUNTEN VAN HET PEDAGOGISCH BELEID 2014-2018 ................................................................ 20 Pagina 1 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 ONZE VISIE OP KINDEREN In ons kindercentrum bieden wij hele en halve dagopvang, peuteropvang en buitenschoolse opvang aan kinderen van 0 tot 13 jaar. De manier waarop wij de kinderen in ons kindercentrum begeleiden, is gebaseerd op onze visie op kinderen, met andere woorden: op hoe wij kinderen zien. Onze visie op kinderen omschrijven we als volgt: Wij gaan ervan uit dat ieder kind vanaf zijn geboorte vele mogelijkheden en talenten heeft en een actieve drang heeft om op ontdekking te gaan en zo de mensen om zich heen, de wereld en daarmee zichzelf te leren kennen. Het is hier zeer ondernemend en creatief in. Wij zien het kind daarom als “een actieve ontdekker”. Door dat actief ontdekken, wat een kind van nature doet, ontwikkelt het zich. Wij zien het als onze taak om aan die ontdekkingstocht alle ruimte te geven en waar mogelijk te stimuleren, zodat ieder kind zich in eigen tempo en naar eigen belangstelling optimaal kan ontwikkelen. In onze begeleiding van de kinderen zoeken wij dus steeds aansluiting bij de mogelijkheden en talenten van ieder kind; het kind centraal! MOTTO VAN ONS BELEID Om deze visie op het kind als “actieve ontdekker” optimaal de ruimte te geven in de opvang van de kinderen in ons kindercentrum, hebben wij als motto van ons pedagogisch beleid: “Ontdek het talent dat je bent!” Het motto “Ontdek het talent dat je bent” geeft richting aan ons organisatiebeleid op diverse terreinen (o.a. pedagogisch beleid en personeelsbeleid) en aan onze pedagogische werkwijze en vormt de leidraad voor de ontwikkelingen in onze organisatie. In een cultuur die gekenmerkt wordt door “Ontdek het talent dat je bent” staan we voor de uitdaging om binnen alle geledingen van onze organisatie het ontdekken van talenten optimaal de ruimte te geven, zowel bij de kinderen als bij de medewerkers, als op het niveau van de organisatie als geheel: een organisatie die inspireert en die ruimte geeft voor ontwikkeling! We zijn een lerende organisatie. ONZE OPVOEDINGSDOELEN Met onze pedagogische begeleiding willen wij eraan bijdragen dat de aan ons toevertrouwde kinderen opgroeien tot zelfstandige, stabiele, actieve, competente Pagina 2 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 volwassenen, die verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen voor zichzelf en hun omgeving en een positieve bijdrage leveren aan de samenleving. Hierbij zoeken wij aansluiting bij de opvoedingsdoelen, zoals Prof. dr. RiksenWalraven voor de kinderopvang in Nederland heeft geformuleerd: Door het bieden van emotionele veiligheid aan de kinderen in onze kinderopvang, proberen we een sfeer van veiligheid te creëren, warmte en geborgenheid, waarbinnen de kinderen ruimte krijgen en gestimuleerd worden tot het ontwikkelen van hun competenties en dragen wij waarden en normen over, gebaseerd op de universele verklaring van de rechten van de mens en de cultuur waarin wij leven. Wij benoemen hierbij o.a. de volgende waarden: • • • De gelijkwaardigheid van ieder mens Respect voor mensen, dieren en dingen De erkenning dat ieder mens uniek is. Een beeld zegt meer dan 1000 woorden. Om ons pedagogisch beleid uit te leggen gebruiken wij een aantal beelden. Wij vergelijken ons pedagogisch beleid met een huis: “Het huisje van Okidoki” DE FUNDERING in onze begeleiding van de kinderen is het bieden van emotionele veiligheid. Een kind gaat pas op ontdekking uit als het zich veilig voelt en alleen dan komt het goed toe aan het ontwikkelen van zijn of haar competenties. In de groepen van ons kindercentrum proberen we een sfeer te creëren waarin ieder kind zich veilig voelt en ervaart dat het zichzelf kan en mag zijn en dat het welkom is. Dit bieden van een basis van emotionele veiligheid vinden wij in onze organisatie essentieel. Pagina 3 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 DE MUREN staan voor het stimuleren van alle competenties van de kinderen. In ons kindercentrum stimuleren wij de kinderen om het beste uit zichzelf te halen, door ze de ruimte te geven om op ontdekking te gaan en zo hun competenties in eigen tempo en naar eigen belangstelling te ontwikkelen. Om welke competenties het hier gaat, wordt hierna toegelicht. HET DAK staat voor het overbrengen van waarden en normen. Een dak kun je pas plaatsen als de muren van het huis goed zijn opgebouwd. Dit geldt ook voor het overbrengen van waarden en normen: een kind moet leren dat samenleven betekent dat er ‘sociale verkeersregels’ zijn, dat er waarden en normen gelden. Pedagogisch medewerkers zijn voor het overdragen hiervan heel belangrijk. Wij dragen in onze houding en werkwijze onze waarden en normen uit en stimuleren dat de kinderen deze waarden en normen overnemen, zodra en voor zover zij hiervoor al de benodigde competenties bezitten. Dit doen we door de waarden en normen te benoemen en uit te leggen waarom ze in verschillende situaties belangrijk zijn. Het beeld van het huisje breiden we hieronder verder uit. DE ONTWIKKELING VAN DE KINDEREN Wanneer een kind met betrokkenheid speelt, dan ontwikkelt het zijn/haar competenties op verschillende gebieden, de zgn. ontwikkelingsgebieden. Deze ontwikkelingsgebieden zijn wel van elkaar te onderscheiden, maar niet te scheiden. Ze hangen onderling samen en overlappen elkaar gedeeltelijk. De zeven belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn: 1. SOCIALE EN EMOTIONELE ONTWIKKELING Het omgaan met zichzelf (emotionele ontwikkeling) en het omgaan met anderen (sociale ontwikkeling) zijn twee verwante ontwikkelingslijnen. Omgaan met zichzelf staat voor zelfkennis. Je bewust zijn van je eigen uiterlijk, capaciteiten en motieven. Voordat een kind zelfkennis kan opbouwen moet een kind zichzelf zien als iemand met een eigen bestaan. Omgaan met anderen staat voor de relatie met andere mensen. Kinderen richten zich meer en meer op andere kinderen en de afhankelijkheid ten opzichte van de pedagogisch medewerker verandert in aanhankelijkheid. Er vindt ook een morele ontwikkeling plaats: Kinderen willen er graag bij horen en verlangen naar goedkeuring. Ze staan open voor regels en rituelen. Hier gaat het om competenties, zoals: emoties leren op een acceptabele manier te uiten, verantwoordelijkheidsgevoel, schuldbesef, respect te hebben voor diversiteit, gehoorzaam zijn en goede manieren laten zien. Kinderen leren graag en veel van elkaar. Juist in de kinderopvang, waarin kinderen gedurende een (groot) deel van de dag samenzijn met leeftijdgenootjes is er volop gelegenheid tot het ontwikkelen van de sociale Pagina 4 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 competenties. Dit kan daarom als een waardevolle aanvulling op de thuissituatie worden gezien, waar vaak minder of geen andere kinderen aanwezig zijn. 2. ZELFREDZAAMHEID Zelfredzaamheid betekent dat het kind in staat is voor zichzelf te zorgen, zonder dat het afhankelijk is van de hulp van anderen. Dit ontwikkelingsgebied is vooral voor kinderen vanaf de peuterleeftijd erg belangrijk. Het kind leert groot te worden en groot te zijn. Bij baby’s spreek je nog niet van zelfredzaamheid. 3. SPELONTWIKKELING Spelen is onmisbaar voor de ontwikkeling van kinderen. Spel komt voort uit een aangeboren drang van jonge kinderen om de wereld te ontdekken. Door te spelen oefent een kind al zijn of haar ontwikkelingsgebieden. De belangrijkste spelvormen zijn bewegingsspel, ontdekken en manipuleren, doen alsof- en rollenspel. 4. SPRAAK- EN TAALONTWIKKELING Binnen de ontwikkeling van kinderen is de ontwikkeling van taal een van de belangrijkste. Met taal kan een kind zijn wereld ordenen, contact hebben met andere mensen, informatie overdragen, gevoelens uiten en plezier hebben. 5. MOTORISCHE ONTWIKKELING Bij de motorische ontwikkeling maken we onderscheid tussen grove (of grote) motoriek en fijne (of kleine) motoriek. Daarnaast is er de ontwikkeling van het tekenen. Grove motoriek gaat over het bewegen met het hele lichaam zoals kruipen, lopen, klimmen en gooien. Fijne motoriek staat voor activiteiten met de vingers en handen, zoals het vastpakken of stapelen van voorwerpen. Voor jonge kinderen is tekenen vooral nog een motorische activiteit. Vanaf drie jaar beseffen kinderen dat hun tekening iets voor kan stellen. 6. COGNITIEVE ONTWIKKELING Denken is een ingewikkeld proces. Er komt meer bij kijken dan alleen het oplossen van problemen. Het gaat ook om het verwerken van allerlei informatie, gesignaleerd door de zintuigen. Denken begint met doen: het onderzoeken van verschillende voorwerpen en materialen. Daarna komen de ‘waarom-vragen’. Naarmate het kind ouder wordt, ontwikkelt het denkproces zich en kunnen kinderen informatie steeds beter verwerken. Er wordt een begin gemaakt met ordenen, meten en tellen. 7. SYMBOOLHERKENNING Pagina 5 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 Jonge kinderen komen al vroeg in aanraking met geschreven en gesproken taal. Ook met tellen en telwoorden maken ze vroeg kennis. Deze ervaringen dragen bij aan de vaardigheden die van belang zijn bij het leren lezen, schrijven en rekenen. Symboolherkenning kan bij peuters worden onderverdeeld in ‘ontluikende geletterdheid’ en ‘ontluikende gecijferdheid’. DE ROL VAN HET KIND BIJ ZIJN ONTWIKKELING Het beeld van het huisje van Okidoki werken we verder uit in ons pedagogisch beleid. Wij zien het kind als een ‘actieve ontdekker’. Vanuit deze visie op het kind gaan wij er vanuit dat het kind zelf een actieve rol speelt bij het opbouwen van zijn huisje. Een kind is de motor van zijn eigen ontwikkeling. Dit geven wij het volgende beeld: “ieder kind bouwt zijn eigen huisje” Pagina 6 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid We willen dus niet dat alle ‘huisjes’ op elkaar versie:6 lijken… …. maar dat ieder kind de gelegenheid krijgt om zelf actief ‘zijn eigen huisje’ te bouwen, afhankelijk van zijn talenten en belangstelling, verbeeld als volgt: “ieder huisje is uniek” DE INZET VAN DE PEDAGOGISCH MEDEWERKERS Om de kinderen te begeleiden in hun ontdekkingstocht is de inzet van de pedagogisch medewerkers het belangrijkste instrument van onze kinderopvangorganisatie. In hun houding en werkwijze geven de pedagogisch medewerkers vorm aan de volgende zes – voor kwalitatief goede opvang essentiële – interactievaardigheden: 1. SENSITIEVE RESPONSIVITEIT Ook wel warmte genoemd of ondersteunende aanwezigheid: iedere pedagogisch medewerker heeft oog voor de toestand en de signalen van de kinderen in haar groep, ze weet deze signalen goed te interpreteren en er tijdig en passend op te reageren. Ze heeft individuele aandacht voor alle kinderen en streeft ernaar dat ieder kind zich begrepen, geaccepteerd, gewaardeerd en veilig voelt. 2. RESPECT VOOR DE AUTONOMIE VAN HET KIND Pagina 7 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 De pedagogisch medewerker erkent en waardeert de kinderen als individuen met hun eigen ideeën en perspectieven. Ze geeft de kinderen gelegenheid om zelf keuzes te maken en oplossingen te vinden. Bij een conflict tussen kinderen hanteert zij een probleemoplossende benadering (zie de werkinstructies). Ze kan een kind ook de leiding geven. 3. STRUCTUREREN EN GRENZEN STELLEN De pedagogisch medewerker geeft duidelijk leiding aan de kinderen en stelt grenzen. Ze geeft de kinderen positieve gedragsaanwijzingen en leert wat er van ze verwacht wordt, o.a. door het gebruik van rituelen en het geven van het goede voorbeeld. Zij ziet eventueel ongewenst gedrag van een kind als een ‘hulpvraag’ waar zij haar begeleiding op afstemt en let er bij het beoordelen van het gedrag op dat zij het kind zelf nooit veroordeelt, maar altijd in zijn waarde laat. Ze kan situaties en activiteiten zo structureren en organiseren dat kinderen er optimaal van kunnen profiteren. 4. PRATEN EN UITLEGGEN Hier gaat het om de verbale interacties tussen de pedagogisch medewerker en ieder kind. Pedagogisch medewerkers maken de buitenwereld en gevoelswereld voor kinderen begrijpelijk door te praten, uit te leggen en te luisteren. Het gaat hier niet alleen om hoeveel benoemd wordt (de kwantiteit), maar ook om wat gezegd wordt (de kwaliteit). 5. BEGELEIDEN VAN INTERACTIES De pedagogisch medewerkers besteden gedurende de dag veel aandacht aan de positieve interacties tussen de kinderen en probeert deze te bevorderen. Zij zorgen ervoor dat de kinderen zich veilig en vertrouwd met elkaar voelen. Ze stimuleert de verbondenheid en een wij-gevoel in de groep door rituelen en positieve aandacht voor alle kinderen. Ze stimuleert vriendschap tussen kinderen en plezier in samen spelen. 6. ONTWIKKELINGSSTIMULERING Hierbij gaat het om de bewuste stimulering van de competenties van de kinderen, de “extra” dingen die de pedagogisch medewerker doet om de kinderen te stimuleren in het ontwikkelen van hun competenties. Ze zoekt hierbij aansluiting bij de belangstelling van het kind en bij de zone van de naaste ontwikkeling. Hoe we dit doen wordt uitgelegd in het hoofdstuk Ben ik in Beeld. Bij de interactie tussen pedagogisch medewerkers en de kinderen gelden vijf belangrijke communicatieregels. Deze helpen de pedagogisch medewerkers om de juiste houding aan te nemen in het contact met de kinderen, maar ook met de ouders en collega’s. Pagina 8 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 Goede communicatie heeft de volgende vijf kenmerken: 1. 2. 3. 4. 5. Initiatieven volgen Ontvangstbevestiging geven Instemmend benoemen Beurt verdelen Prettig leidinggeven. Deze cyclus – het ‘rijtje van vijf’- vind je terug in bijna elk contact. In een prettig verlopend contact is de cyclus compleet en worden alle vijf de stappen gezet. De interactievaardigheden en het rijtje van vijf zetten de pedagogisch medewerkers in om de kinderen veiligheid te bieden en te stimuleren in hun ontwikkeling, met andere woorden: om de kinderen te ondersteunen in “het bouwen van hun huisje”. We voegen hier een nieuw beeld toe: eigenlijk zijn de pedagogisch medewerkers de “steigers” om het huisje in aanbouw. Waar het kind actief bezig is om zijn eigen huisje te bouwen, zijn de pedagogisch medewerkers erbij om ze te ondersteunen. “de pedagogisch medewerkers zijn de steigers” Het beeld van een steiger geeft de taak en houding van de pedagogisch medewerker beeldend weer: een steiger geeft steun waar het huis-in-aanbouw nog niet stabiel genoeg is om op eigen kracht te staan; de steiger geeft de grenzen en structuur aan, waarbinnen de muurtjes worden opgebouwd; de steiger helpt ‘de bouwer’ verder te reiken, waar hij zonder de hulp nog niet bij zou kunnen (aansluiten bij de zone van de naaste ontwikkeling); zodra een stukje muur stevig staat (m.a.w. een competentie is ontwikkeld), dan kan daar de steiger weg. Het huisje staat steeds meer op eigen kracht. Pagina 9 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 BEN IK IN BEELD Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is door de overheid in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat jonge kinderen ook in de voorschoolse periode in hun ontwikkeling gestimuleerd worden, zodat zo min mogelijk kinderen met een achterstand aan hun schoolloopbaan beginnen. Doelgroepkinderen worden geïndiceerd door het consultatiebureau en aangemeld bij gemeente Westland; deze kinderen krijgen dagelijks extra stimulering in de brede en taalontwikkeling. Binnen Okidoki hebben wij ervoor gekozen om de kinderen van 0 tot 4 jaar te begeleiden met behulp van de methode ‘Ben ik in Beeld’. Ben ik in Beeld is een door het Nederland Jeugd Instituut erkend voorschools programma voor de kinderopvang en peuterspeelzaal. Ben ik in Beeld draagt bij aan de professionaliteit van de pedagogisch medewerkers en daarmee aan de optimale ontwikkeling van kinderen. In 2014 Is Okidoki gecertificeerd voor het uitvoeren van Ben ik in Beeld. Binnen Ben ik in Beeld worden betekenisvolle activiteiten op een ontwikkelingsgerichte manier aangeboden, waarbij altijd oog wordt gehouden voor een goede betrokkenheid van ieder kind bij het spel. De pedagogisch medewerkers letten goed op de initiatieven van kinderen om zo voortdurend aan te sluiten bij de belevingswereld, de belangstelling en motieven van kinderen. Ze geven de initiatieven van de kinderen de ruimte door de voorwaarden te creëren, waarin ontdekken mogelijk wordt. Ze observeren de kinderen goed tijdens de activiteiten en ondersteunen ze, bijvoorbeeld door op gepaste momenten iets toe te voegen, waardoor de activiteit een nog rijkere leerervaring wordt. Ze gaan intensieve interacties aan met de kinderen, reageren op de signalen van de kinderen en brengen sturing aan in het spel in een verwachtingsvolle houding. Ze zijn een samenwerkende partner van de kinderen. De pedagogisch medewerkers zorgen met Ben ik in Beeld steeds voor een uitdagend dagprogramma binnen een thema van 6 weken. Naast veel ruimte voor vrij spel worden ook in grote en kleine groepen activiteiten worden aangeboden, aangepast aan de belangstelling en het ontwikkelingsniveau van ieder kind. De kleine groepen worden gematigd heterogeen samengesteld, zodat de kinderen optimaal van het aanbod en van elkaar kunnen leren. Vanuit de methode Uk en Puk (0-4 jaar), dat onderdeel uitmaakt van Ben ik in Beeld, worden thema’s gekozen. Hierbij is onze visie ‘Ontdek het talent dat je bent’ leidend. Verven, bouwen, werken met diverse (natuurlijke) materialen, zowel binnen als buiten, fantasiespel, muziek, zang en dans zijn hiervan enkele voorbeelden. Tijdens het spel van de kinderen observeren de pedagogisch medewerkers de kinderen nauwlettend en kijken waar ze het spel eventueel kunnen verdiepen en verbreden. Het gaat dus om kansen grijpen en kansen creëren! Pagina 10 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 Niet alleen tijdens de spelactiviteiten maar ook tijdens alle andere momenten van de dag, de zgn. verzorgingsactiviteiten krijgen de kinderen volop de ruimte om hun talenten te ontwikkelen. Kinderen vinden het vaak geweldig om mee te helpen met de activiteiten van volwassenen; ze ontwikkelen hiermee de verschillende competenties en het versterkt hun zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel. Tevens bieden deze activiteiten veel gelegenheid voor interactie met de pedagogisch medewerkers. Voorbeelden van deze verzorgingsactiviteiten zijn het tafel dekken, eten, de zorg voor het lokaal en de materialen, het naar buiten gaan, de lichamelijke verzorging en het naar bed gaan. De kinderen worden op een speelse manier gestimuleerd om hierin actief mee te doen. Voor peuters bieden wij met enige regelmaat extra activiteiten aan in de vorm van een peutercarrousel. Afwisselend wordt kunst, natuur, bewegen (yoga en/of dans) aangeboden volgens rooster. Om in het activiteitenaanbod goed aan te kunnen sluiten bij de (zone van de naaste) ontwikkeling van ieder kind, worden alle kinderen dagelijks gevolgd in hun ontwikkeling met behulp van de ontwikkelingsvolgmethode Kijk! , die integraal onderdeel uitmaakt van de VVE methode Ben ik in Beeld. De methode Ben ik in Beeld is bedoeld voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Voor de kinderen van de buitenschoolse opvang ligt het zwaartepunt in de begeleiding op vrijetijdsbesteding. Ook in de buitenschoolse opvang worden de kinderen in hun ontwikkeling begeleid en gestimuleerd, echter niet met een speciaal hiervoor ontwikkelde methode. Wel wordt van alle kinderen het welbevinden en het ontwikkelen van het sociaal-competent gedrag gevolgd met behulp van KIJK! Deze observaties vormen de basis voor een stimulerend activiteitenaanbod dat aansluit bij de ontwikkeling en belangstelling van de kinderen. We voegen hierbij nog één beeld toe. Voor de ontwikkeling van de talenten van de kinderen, dus voor de bouw van het unieke huisje van ieder kind, dragen de pedagogisch medewerkers met ‘Ben ik in Beeld’ de bouwsteentjes aan. “Ben ik in Beeld levert de bouwsteentjes voor de huisjes-in-aanbouw” Pagina 11 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 NATUURBELEVING Al vanaf zeer jonge leeftijd hebben kinderen een verbondenheid met de natuur. Kinderen hebben een natuurlijke behoefte om te spelen en buiten te zijn. Het bewust beleven van de natuur daagt kinderen uit tot zelfstandigheid en ontdekken. Naast deze uitdagende kant geeft natuur ook ontspanning en rust. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die veel in de natuur zijn, zich beter kunnen concentreren, minder stress hebben, minder vaak ziek zijn en motorisch vaardiger zijn. Natuurbeleving draagt bij uitstek bij aan het ontwikkelen van de verschillende competenties van de kinderen, zoals hierboven omschreven. Natuurbeleving maakt daarom een belangrijk onderdeel uit van ons activiteitenaanbod binnen Ben ik in Beeld. De kinderen gaan zoveel mogelijk dagelijks naar buiten om te spelen en te ontdekken. Ook wordt de natuur ‘naar binnen gehaald’: er worden veel natuurlijke spelmaterialen en activiteiten aangeboden. CULTUUREDUCATIE Onder cultuur educatie verstaan we alle vormen van educatie waarbij cultuur of kunst als doel of als middel worden ingezet. Het is de verzamelnaam voor kunsteducatie, erfgoededucatie en media-educatie . Kunsteducatie: alle vormen van educatie waar bij kunst en/of kunstzinnige middelen en technieken als doel of als middel worden gebruikt. Het gaat om het doelgericht leren omgaan met kunst. Erfgoededucatie: het verleden is op verschillende manieren te interpreteren en kan meer inzicht geven in het nu. Het ontwikkelen van historisch besef .Begrijpen waar je nu bent, waar je vandaan komt en waar je naar toe gaat. Media-educatie: het kundig en kritisch leren omgaan met (massa)media zoals kranten, radio, tv en internet. Als kinderopvangorganisatie vinden wij het belangrijk om een rol te vervullen in de cultuureducatie van kinderen. Daarom hebben wij een beleid ontwikkeld onder de naam ‘Cultuur beleidsplan Okidoki 2014 – 2018’. In dit beleid staat beschreven wat er op dit moment aan cultuureducatie gebeurt binnen Okidoki en welke doelen we voor de komende jaren hebben gesteld. Met dit beleid willen we bereiken dat cultuureducatie nog meer onderdeel gaat uitmaken van ons structurele activiteitenaanbod. De Interne Cultuur Coördinator (ICC) is de aanjager van dit proces en onderhoudt contact met de externe instellingen. Pagina 12 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 Cultuureducatie wordt ingebed in het activiteitenaanbod van Ben ik in Beeld. DE WERKINSTRUCTIES Het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar en 4-13 jaar van het Landelijk Pedagogenplatform Kinderopvang geeft concrete richtlijnen voor het handelen van pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. Deze pedagogisch kaders zijn gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke visies op opvoeding en kwalitatief goede kinderopvang en worden beschouwd als het algemeen geaccepteerde raamwerk voor de kinderopvang in Nederland. In onze organisatie hebben wij het Pedagogisch kader geïmplementeerd als pedagogische werkinstructie voor alle medewerkers. In alle groepen bevindt zich een exemplaar van het Pedagogisch kader 0-4 jaar of 413 jaar. Tezamen met het pedagogisch beleid “Ontdek het talent dat je bent”, de locatiebeschrijving en de informatie uit de informatieboekje voor ouders vormen zij de pedagogische werkinstructies voor de pedagogisch medewerkers. LEESBEVORDERING Met leesbevordering en in het bijzonder taalstimulering kan niet vroeg genoeg begonnen worden. Voorlezen draagt bij aan de ontwikkeling van een gevarieerde woordenschat. Voorlezen prikkelt de fantasie, verhoogt de saamhorigheid en is een rustpunt in de dagelijkse activiteiten. Als kinderen al heel jong, op baby leeftijd, op een prettige manier kennismaken met (voor)lezen, draagt dit bij aan een goede totale ontwikkeling en een meer gevarieerde woordenschat. Hoe jonger het kind op een plezierige manier te maken krijgt met boeken en lezen, des te meer kans dat hij als volwassene zelf een actieve lezer wordt. De doelen die we nastreven zijn: bevorderen leesplezier stimuleren taalontwikkeling ontwikkeling van de fantasie stimuleren persoonlijke ontwikkeling voorbereiding op maatschappelijk functioneren goed voorbereiden op de basisschool. Deze doelen sluiten aan bij de ontwikkelingsdoelen van Riksen-Walraven en Ben ik in Beeld. Interactief voorlezen binnen de voorleescyclus is een belangrijk aspect van de methode Ben ik in Beeld. Per thema staat steeds een prentenboek centraal. Naast Pagina 13 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 het prentenboek wordt gewerkt met de vertelkoffer en het vertelkastje. Het prentenboek wordt meerdere keren voorgelezen, in grote en kleine kring. Elke groep heeft daarnaast een aantrekkelijke leeshoek waar kinderen zelfstandig boeken en tijdschriften kunnen pakken. Om het (voor)lezen binnen het werken met de kinderen structureel in de aandacht te houden, is er per locatie een voorleescoördinator aangewezen. Deze voorleescoördinator zorgt voor het bijhouden van een actuele, gevarieerde boekencollectie op de locatie, voor overleg met externe organisaties zoals de bibliotheek (o.a. in aansluiting op het project “Boekstart” van de bibliotheek) en voor het bevorderen van de betrokkenheid van en samenwerking met de ouders op dit terrein. Okidoki heeft een “meerjarenplan voorlezen” ontwikkeld, dat jaarlijks wordt geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Met dit plan wordt de leesbevordering vast ingebed in onze werkwijze met de kinderen. SAMENWERKING MET DE OUDERS Het is voor de kinderen erg belangrijk dat de opvang in het kindercentrum goed is afgestemd op de zorg en begeleiding die ze thuis krijgen. Immers, door deze afstemming ervaren kinderen continuïteit in hun leven, en daarmee veiligheid en duidelijkheid. Wij vinden een goed contact met de ouders dan ook een essentiële voorwaarde voor kwalitatief goede opvang. De samenwerking met de ouders, zoals wij die voor ogen hebben, is in de vorm van “partnerschap” met de ouders. Wij hopen dat wij hiermee het zo belangrijke vertrouwen van de ouders in ons kindercentrum kunnen versterken. Partnerschap houdt hierbij het volgende in: Gelijkwaardigheid in de relatie tussen pedagogisch medewerkers en ouders: ouders en pedagogisch medewerkers hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid en inbreng in het contact. Openheid: door in openheid over en weer te bespreken hoe het kind functioneert, kan continuïteit in de zorg en begeleiding het beste worden gewaarborgd. Het kindercentrum heeft samen met de ouders een gemeenschappelijk belang, namelijk: het zorgen voor optimale omstandigheden voor de ontwikkeling van het kind. Een goed partnerschap met de ouders is een belangrijk middel om dit belang te dienen. Vroegtijdig betrekken bij een eventuele zorg om het kind: ouders hebben er recht op om er vroegtijdig bij te worden betrokken, wanneer er opvallendheden worden geconstateerd in het gedrag of de ontwikkeling van Pagina 14 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 hun kind. Op deze manier kunnen wij eventuele zorgen delen en in een proces van signalering vanaf het begin samen optrekken. Het hoort bij de professionaliteit van de pedagogisch medewerkers om dit partnerschap met de ouders zo goed mogelijk na te streven en vorm te geven. Concreet krijgen de contacten met de ouders vorm tijdens het intakegesprek en het wennen bij de start van de opvang, bij het 3-maandengesprek en tijdens de dagelijkse breng- en ophaalmomenten. Verder bieden wij 1 x per jaar aan de ouders de mogelijkheid van een 10-minutengesprek met de pedagogisch medewerkers. Tijdens de ouderavond die 1x per jaar wordt georganiseerd, worden ouders over het beleid geïnformeerd en wordt een bepaald thema uitgediept. De organisatie kent ook een officieel inspraakorgaan, namelijk de oudercommissie. In het document 1.8.0.0. Oudercommissie wordt de medezeggenschap ouders verder uitgewerkt. Het integraal jeugdbeleid van Gemeente Westland, genaamd “Kansrijk opgroeien in een sterke samenleving” heeft o.m. als doel om de eigen kracht van ouders en gezinnen te bevorderen. Vanuit onze nauwe samenwerking met de ouders in de begeleiding en opvoeding van de kinderen, zien wij het als een kans en verantwoordelijkheid van onze organisatie om in deze ontwikkelingen in gemeente Westland een belangrijke rol te (gaan) vervullen. Om onze rol en functie hierbij verder vorm te geven hebben wij een beleidsplan ontwikkeld, genaamd ‘Versterk de basis’. Met ‘Versterk de basis’ heeft Okidoki beleid geformuleerd om in nauwe samenwerking met ketenpartners een proactieve bijdrage te leveren aan een sterk en positief opvoedklimaat in onze regio en stimuleren van de eigen kracht van gezinnen. De kinderopvang kan een belangrijke vind- en werkplaats zijn met het oog op optimale opgroei- en opvoedkansen voor ieder kind. Door goede samenwerking en uitwisseling tussen opvoedexperts van verschillende organisaties kunnen kinderen optimaal worden begeleid en eventuele problemen met opgroeien en opvoeden tijdig opgespoord en opgepakt. O.a. door het opzetten van kerngerichte Spel- en opvoedpunten en ouderdreumesgroepen voor kinderen tussen 1 ½ en 2/1/2 jaar en hun ouders kan de eigen kracht en de onderlinge betrokkenheid van gezinnen verder worden versterkt. Wij zien hierin een rol voor onze organisatie. Dit plan zal in de komende jaren verder worden uitgewerkt in nauw overleg met onze ketenpartners. PERSONEELSBELEID Zoals hierboven al gesteld, is de inzet van de pedagogisch medewerkers het belangrijkste instrument van onze kinderopvangorganisatie in de begeleiding van de Pagina 15 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 kinderen. Er zijn dan ook directe raakvlakken tussen het pedagogisch beleid en het personeelsbeleid van onze organisatie. Zo spelen ‘Ben ik in Beeld’, de hierboven beschreven interactievaardigheden en het Pedagogisch Kader een belangrijke rol bij de werving en selectie en de inwerkprocedure van nieuwe medewerkers. De medewerkers worden getraind en gecoacht in het werken met Ben ik in Beeld. Ben ik in Beeld maakt gebruik van een camera, waarbij zowel de kinderen als de pedagogisch medewerkers letterlijk “ in beeld” komen. Deze opnames in de groepen worden gebruikt tijdens coachingsgesprekken voor reflectie. Het reflecteren aan de hand van videomateriaal heeft een grote meerwaarde voor het uitoefenen en verdiepen van het dagelijks werk met kinderen. Werken met Ben ik in Beeld leidt tot bewuster handelen van de pedagogisch medewerkers . Het bekijken en bespreken van je eigen videobeelden maakt je “bewust bekwaam” van je interactievaardigheden. Ben ik in Beeld is ook de basis van ons scholingsbeleid. ONZE SIGNALERENDE TAAK Met behulp van de ontwikkelingsvolgmethode KIJK! volgen de pedagogisch medewerkers de kinderen systematisch in hun welbevinden, spelbetrokkenheid en ontwikkeling. Deze dagelijkse observaties, ook wel volgmomenten genoemd, vormen de basis voor het invullen van de KIJK!-registratie. De registratie vindt volgens een vast schema plaats. De KIJK! geeft de mogelijkheid om het welbevinden, de betrokkenheid en de ontwikkeling van ieder kind goed in beeld te brengen en af te zetten tegen de gangbare ontwikkeling. Hierdoor is het mogelijk om een eventuele ontwikkelingsachterstand, een ontwikkelingsvoorsprong of een anders verlopende ontwikkeling tijdig te signaleren. Daarnaast is er volgens een vooraf vastgesteld rooster 5 x per jaar een groepsbespreking, waarin o.a. opvallend gedrag binnen het team besproken wordt en de begeleiding onderling afgestemd. Wanneer de pedagogisch medewerkers bij een kind gedrag waarnemen dat opvallend is, dan behoort het tot de taak van onze organisatie om dit vroegtijdig te signaleren. De pedagogisch medewerkers ondernemen hierin actie door in gesprek te gaan met de ouders en de leidinggevende te raadplegen. De leidinggevende kan zo nodig de pedagoog van de organisatie inschakelen om het gedrag van het kind verder in beeld te brengen en in overleg met de ouders eventuele vervolgstappen te bespreken. De procedure die hierbij wordt gevolgd staat beschreven in het kwaliteitshandboek, 5.3.8.0. Signaleren opvallend gedrag. Pagina 16 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 De pedagoog voert periodiek overleg met de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau (Sociaal Kernteam Westland), waarin kinderen met opvallend gedrag na toestemming van de ouders besproken kunnen worden. Dit periodiek overleg, dat is geborgd in ons kwaliteitsbeleid, bevordert een goede signalering van opvallend gedrag. Bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld heeft onze organisatie (ook wettelijk) de plicht om actie te ondernemen. De procedure die wij hierbij hanteren is verwoord in het kwaliteitshandboek, 6.5.0.0 Meldcode kindermishandeling. Het tijdig en adequaat signaleren van opvallend gedrag staat of valt met de deskundigheid van de pedagogisch medewerkers. In ons kwaliteitsbeleid hebben wij ook op het terrein van signaleren de deskundigheidsbevordering van het personeel geborgd in diverse beleidsterreinen, waaronder het aanname- en inwerkbeleid, het scholingsbeleid en het beleid voor de ontwikkelgesprekken met het zittend personeel. OPVANG OP MAAT Ook kinderen die in hun ontwikkeling bedreigd of beperkt zijn willen wij graag binnen Okidoki de ruimte bieden hun talenten te ontwikkelen, voor zover dit binnen de grenzen van onze mogelijkheden ligt en in het belang is van het betreffende kind. Door kinderen, ieder uniek met zijn/haar eigen talenten, met elkaar in contact te brengen, creëren we gelegenheid voor ontmoeting, voor groei van wederzijds respect en dragen wij bij aan de ontwikkeling van kinderen tot evenwichtige, sociale en verdraagzame volwassenen. Wij willen ieder kind in onze opvang begeleiding ‘op maat’ aanbieden, aansluitend bij de kansen en mogelijkheden van het individuele kind, rekening houdend met eventuele bedreigingen of beperkingen in de ontwikkeling. Dit beleid hebben wij ontwikkeld onder de naam ‘Opvang op maat’. ‘Opvang op maat’ heeft als doel ons kinderopvangaanbod te verbreden – in samenwerking met ketenpartners – zodat meer kinderen van onze kinderopvang gebruik kunnen maken, ook als er sprake is van een speciale zorgbehoefte. Uitgangspunt hierbij is dat het kind baat heeft bij de geboden opvang. Opvang op maat, integraal, dichtbij huis. Bij de vormgeving van dit aanbod gaan wij uit van de gedachte ‘licht waar en kan, intensiever waar het moet’ en ‘samen als het kan, apart waar het moet’. Door met ‘Opvang op maat’ ons opvangaanbod te verbreden willen wij ook de ouders van kinderen met een bijzondere zorgbehoefte de mogelijkheid bieden om de Pagina 17 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 zorg en opvoeding van hun kind(eren) op een prettige en verantwoorde manier te combineren met studie en/of betaald werk. Wij spreken hierbij de intentie uit om bij ‘Opvang op maat’ nadrukkelijk te denken in kansen en mogelijkheden voor ieder kind. DE BUITENSCHOOLSE OPVANG De buitenschoolse opvang kan in het leven van een kind een heel unieke functie vervullen: in de buitenschoolse opvang komen de kinderen tezamen in een vertrouwde groep van leeftijdgenoten, waarin ze hun vrije tijd doorbrengen. Deze situatie is vaak anders dan (en daardoor een mooie aanvulling op) wat kinderen thuis en op school meemaken. In tegenstelling tot school gaat het in de buitenschoolse opvang om vrije tijd, tijd dus om zelf activiteiten te kiezen en de eigen interesses te volgen én tijd om nieuwe vriendschappen op te bouwen. Daarnaast kan de buitenschoolse opvang een mooie aanvulling zijn op het thuismilieu door het brede activiteitenaanbod en de groepssituatie. Vanuit ons motto “Ontdek het talent dat je bent” geven wij ook in onze buitenschoolse opvang de talenten van ieder kind de ruimte. We sluiten bij deze opvang bewust aan bij de voortschrijdende ontwikkeling die de kinderen tijdens de basisschoolleeftijd meemaken (o.a. groeiende zelfstandigheid en behoefte aan autonomie). Om de aanvullende functie van de buitenschoolse opvang in het leven en de ontwikkeling van kinderen optimaal vorm te geven leggen wij in onze buitenschoolse opvang de volgende accenten: Het is vrije tijd voor de kinderen, dus ieder kind mag zelf kiezen waar hij/zij mee speelt en met wie. Ook even niets doen en bijkomen van een drukke schooldag mag! Door een breed en afwisselend aanbod van activiteiten bieden we de kinderen gelegenheid om hun tijd op een prettige en zinvolle manier door te brengen en daarbij hun talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. Dit geven wij afgestemd op de ontwikkeling op verschillende manieren vorm: Aan de kinderen van de (school)groepen 1 t/m 4 bieden we activiteiten aan op de eigen locatie, zodat voor deze jonge kinderen veiligheid, vertrouwen en herkenbaarheid gewaarborgd wordt. Voor de kinderen vanaf groep 5 is er opvang op aparte locaties. BSO Julianaweg 59a en Upst@irs zorgen voor meer keuze in activiteiten en meer vrije keuze op weg naar zelfstandigheid. Pagina 18 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 Voor de extra activiteiten, zoals voor kunst, sporten en toneel huren we over het algemeen externe professionals in. Kinderen van 6-12 jaar die veel affiniteit hebben met de natuur kunnen kiezen voor onze vaste natuurlocatie De Strandjutters Uiteraard krijgt buitenspelen en natuurbeleving ook bij de buitenschoolse opvang een belangrijke plaats in het activiteitenaanbod. Omdat de buitenschoolse opvang in een groep plaatsvindt, biedt het veel gelegenheid om te oefenen in sociale vaardigheden. Bij Okidoki besteden we veel aandacht aan het creëren van een positieve groepssfeer, waarin geborgenheid en gezelligheid heerst. Een groep waarin ieder kind zichzelf mag zijn en tegelijkertijd verbondenheid voelt met de andere kinderen in de groep. Naarmate kinderen zich ontwikkelen, worden langdurige vriendschappen steeds belangrijker voor kinderen. In de buitenschoolse opvang geven we veel gelegenheid voor het ontwikkelen en onderhouden van vriendschappen. De groep van de buitenschoolse opvang vormt een uitgelezen plek om te oefenen in het samen nadenken over en vormgeven van het groepsgebeuren. Naarmate het kind ouder wordt, wordt het hierbij steeds meer betrokken. Een vorm van kinderparticipatie, die recht doet aan de groeiende behoefte van kinderen aan autonomie en tegelijkertijd een belangrijk instrument om te oefenen in democratisch burgerschap. FOTO-VERSLAGLEGGING Bij de activiteiten van de kinderen staat het proces van het ontdekken centraal, immers tijdens dit proces van ontdekken doen de kinderen de belangrijkste leerervaringen op. Het uiteindelijke resultaat van het spel, bijvoorbeeld een afgerond knutselwerkje, vinden wij minder belangrijk dan dit proces van ontdekken, dat zich tijdens de activiteit afspeelt. Dit betekent dat kinderen gedurende de dag een veelheid aan ontdekkingsactiviteiten doen, ook als dit niet resulteert in een zichtbaar werkstuk aan het eind van de dag. Om dit proces van ontdekken tijdens de activiteiten vast te kunnen leggen, maken de medewerkers regelmatig foto’s van de kinderen tijdens hun bezigheden. Deze foto’s geven de ouders een beeld van de activiteiten die de kinderen tijdens de opvang doen. Op een voor ouders toegankelijke website zijn de foto’s ook te bezichtigen en te downloaden. De foto’s kunnen een goed hulpmiddel zijn in de contacten tussen de pedagogisch medewerkers en de ouders en kunnen gespreksstof geven over de ontwikkeling van de kinderen. Pagina 19 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20 Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 CONTACT MET ANDERE ORGANISATIES In onze begeleiding van de kinderen vinden wij het soms in het belang van het kind zinvol of nodig om contact te ondernemen met andere organisaties, zoals Centrum voor Jeugd en Gezin Westland, het consultatiebureau of de school van het kind. Dit wordt altijd vooraf met de ouders besproken en er wordt aan de ouders schriftelijk toestemming gevraagd. In geval van vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld kan op deze regels in bijzondere gevallen een uitzondering worden gemaakt. Ook op beleidsniveau zoeken wij samenwerking met andere organisaties, zoals andere Westlandse kinderopvangorganisaties, gemeente Westland en het Centrum voor Jeugd en Gezin Westland. Hiermee willen wij bijdragen aan de eigen kracht van gezinnen en aan een positief opvoedingsklimaat voor alle kinderen in onze regio. SPEERPUNTEN VAN HET PEDAGOGISCH BELEID 2014-2018 Het ontwikkelen van (pedagogisch) beleid is een cyclisch proces. Het blijft in ontwikkeling. Voor de komende 4 jaar zullen de volgende onderwerpen verder worden ontwikkeld: 1. UITWERKEN DEELPLANNEN BELEID ‘OPVANG OP MAAT’ Het beleid ‘Opvang op maat’, zoals hierboven genoemd, bestaat uit een aantal deelplannen. In de komende 4 jaar zullen de deelplannen verder worden ontwikkeld en uitgewerkt. 2. VERDER ONTWIKKELEN EN UITWERKEN PLAN ‘VERSTERK DE BASIS’ De komende 4 jaar zal dit beleid verder worden vormgegeven. 3. UITWERKEN CULTUUR BELEIDSPLAN OKIDOKI 2014-2018 Onder aansturing van de Interne Cultuur Coördinator zal dit beleid verder worden uitgezet binnen Okidoki, in nauwe samenwerking met de andere betrokken organisaties in het Westland. Pagina 20 van 20 Proceseigenaar : Pedagoog Autorisatie : 03-01-17 tot 03-01-20