Hoofdstuk 1: Organisatie 1.6.0.0 Pedagogisch beleid versie:6 Inhoud

advertisement
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
Inhoud
ONZE VISIE OP KINDEREN ....................................................................................................................... 2
MOTTO VAN ONS BELEID ........................................................................................................................ 2
ONZE OPVOEDINGSDOELEN ................................................................................................................... 2
DE ONTWIKKELING VAN DE KINDEREN................................................................................................... 4
DE ROL VAN HET KIND BIJ ZIJN ONTWIKKELING .................................................................................... 6
DE INZET VAN DE PEDAGOGISCH MEDEWERKERS ................................................................................. 7
BEN IK IN BEELD .................................................................................................................................... 10
NATUURBELEVING ................................................................................................................................ 12
CULTUUREDUCATIE............................................................................................................................... 12
DE WERKINSTRUCTIES .......................................................................................................................... 13
LEESBEVORDERING ............................................................................................................................... 13
SAMENWERKING MET DE OUDERS....................................................................................................... 14
PERSONEELSBELEID............................................................................................................................... 15
ONZE SIGNALERENDE TAAK .................................................................................................................. 16
OPVANG OP MAAT................................................................................................................................ 17
DE BUITENSCHOOLSE OPVANG............................................................................................................. 18
FOTO-VERSLAGLEGGING ....................................................................................................................... 19
CONTACT MET ANDERE ORGANISATIES ............................................................................................... 20
SPEERPUNTEN VAN HET PEDAGOGISCH BELEID 2014-2018 ................................................................ 20
Pagina 1 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
ONZE VISIE OP KINDEREN
In ons kindercentrum bieden wij hele en halve dagopvang, peuteropvang en
buitenschoolse opvang aan kinderen van 0 tot 13 jaar. De manier waarop wij de
kinderen in ons kindercentrum begeleiden, is gebaseerd op onze visie op kinderen,
met andere woorden: op hoe wij kinderen zien.
Onze visie op kinderen omschrijven we als volgt:
Wij gaan ervan uit dat ieder kind vanaf zijn geboorte vele mogelijkheden en talenten
heeft en een actieve drang heeft om op ontdekking te gaan en zo de mensen om
zich heen, de wereld en daarmee zichzelf te leren kennen. Het is hier zeer
ondernemend en creatief in.
Wij zien het kind daarom als “een actieve ontdekker”.
Door dat actief ontdekken, wat een kind van nature doet, ontwikkelt het zich. Wij zien
het als onze taak om aan die ontdekkingstocht alle ruimte te geven en waar mogelijk
te stimuleren, zodat ieder kind zich in eigen tempo en naar eigen belangstelling
optimaal kan ontwikkelen. In onze begeleiding van de kinderen zoeken wij dus
steeds aansluiting bij de mogelijkheden en talenten van ieder kind; het kind centraal!
MOTTO VAN ONS BELEID
Om deze visie op het kind als “actieve ontdekker” optimaal de ruimte te geven in de
opvang van de kinderen in ons kindercentrum, hebben wij als motto van ons
pedagogisch beleid:
“Ontdek het talent dat je bent!”
Het motto “Ontdek het talent dat je bent” geeft richting aan ons organisatiebeleid op
diverse terreinen (o.a. pedagogisch beleid en personeelsbeleid) en aan onze
pedagogische werkwijze en vormt de leidraad voor de ontwikkelingen in onze
organisatie. In een cultuur die gekenmerkt wordt door “Ontdek het talent dat je bent”
staan we voor de uitdaging om binnen alle geledingen van onze organisatie het
ontdekken van talenten optimaal de ruimte te geven, zowel bij de kinderen als bij de
medewerkers, als op het niveau van de organisatie als geheel: een organisatie die
inspireert en die ruimte geeft voor ontwikkeling! We zijn een lerende organisatie.
ONZE OPVOEDINGSDOELEN
Met onze pedagogische begeleiding willen wij eraan bijdragen dat de aan ons
toevertrouwde kinderen opgroeien tot zelfstandige, stabiele, actieve, competente
Pagina 2 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
volwassenen, die verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen voor zichzelf en hun
omgeving en een positieve bijdrage leveren aan de samenleving.
Hierbij zoeken wij aansluiting bij de opvoedingsdoelen, zoals Prof. dr. RiksenWalraven voor de kinderopvang in Nederland heeft geformuleerd:
Door het bieden van emotionele veiligheid aan de kinderen in onze kinderopvang,
proberen we een sfeer van veiligheid te creëren, warmte en geborgenheid,
waarbinnen de kinderen ruimte krijgen en gestimuleerd worden tot het ontwikkelen
van hun competenties en dragen wij waarden en normen over, gebaseerd op de
universele verklaring van de rechten van de mens en de cultuur waarin wij leven. Wij
benoemen hierbij o.a. de volgende waarden:
•
•
•
De gelijkwaardigheid van ieder mens
Respect voor mensen, dieren en dingen
De erkenning dat ieder mens uniek is.
Een beeld zegt meer dan 1000 woorden. Om ons pedagogisch beleid uit te leggen
gebruiken wij een aantal beelden.
Wij vergelijken ons pedagogisch beleid met een huis:
“Het huisje van Okidoki”
DE FUNDERING in onze begeleiding van de kinderen is het bieden van emotionele
veiligheid. Een kind gaat pas op ontdekking uit als het zich veilig voelt en alleen dan
komt het goed toe aan het ontwikkelen van zijn of haar competenties. In de groepen
van ons kindercentrum proberen we een sfeer te creëren waarin ieder kind zich
veilig voelt en ervaart dat het zichzelf kan en mag zijn en dat het welkom is. Dit
bieden van een basis van emotionele veiligheid vinden wij in onze organisatie
essentieel.
Pagina 3 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
DE MUREN staan voor het stimuleren van alle competenties van de kinderen. In ons
kindercentrum stimuleren wij de kinderen om het beste uit zichzelf te halen, door ze
de ruimte te geven om op ontdekking te gaan en zo hun competenties in eigen
tempo en naar eigen belangstelling te ontwikkelen. Om welke competenties het hier
gaat, wordt hierna toegelicht.
HET DAK staat voor het overbrengen van waarden en normen. Een dak kun je pas
plaatsen als de muren van het huis goed zijn opgebouwd. Dit geldt ook voor het
overbrengen van waarden en normen: een kind moet leren dat samenleven betekent
dat er ‘sociale verkeersregels’ zijn, dat er waarden en normen gelden. Pedagogisch
medewerkers zijn voor het overdragen hiervan heel belangrijk. Wij dragen in onze
houding en werkwijze onze waarden en normen uit en stimuleren dat de kinderen
deze waarden en normen overnemen, zodra en voor zover zij hiervoor al de
benodigde competenties bezitten. Dit doen we door de waarden en normen te
benoemen en uit te leggen waarom ze in verschillende situaties belangrijk zijn.
Het beeld van het huisje breiden we hieronder verder uit.
DE ONTWIKKELING VAN DE KINDEREN
Wanneer een kind met betrokkenheid speelt, dan ontwikkelt het zijn/haar
competenties op verschillende gebieden, de zgn. ontwikkelingsgebieden. Deze
ontwikkelingsgebieden zijn wel van elkaar te onderscheiden, maar niet te scheiden.
Ze hangen onderling samen en overlappen elkaar gedeeltelijk.
De zeven belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn:
1. SOCIALE EN EMOTIONELE ONTWIKKELING
Het omgaan met zichzelf (emotionele ontwikkeling) en het omgaan met
anderen (sociale ontwikkeling) zijn twee verwante ontwikkelingslijnen.
Omgaan met zichzelf staat voor zelfkennis. Je bewust zijn van je eigen
uiterlijk, capaciteiten en motieven. Voordat een kind zelfkennis kan opbouwen
moet een kind zichzelf zien als iemand met een eigen bestaan.
Omgaan met anderen staat voor de relatie met andere mensen. Kinderen
richten zich meer en meer op andere kinderen en de afhankelijkheid ten
opzichte van de pedagogisch medewerker verandert in aanhankelijkheid.
Er vindt ook een morele ontwikkeling plaats: Kinderen willen er graag bij
horen en verlangen naar goedkeuring. Ze staan open voor regels en rituelen.
Hier gaat het om competenties, zoals: emoties leren op een acceptabele
manier te uiten, verantwoordelijkheidsgevoel, schuldbesef, respect te hebben
voor diversiteit, gehoorzaam zijn en goede manieren laten zien.
Kinderen leren graag en veel van elkaar. Juist in de kinderopvang, waarin
kinderen gedurende een (groot) deel van de dag samenzijn met
leeftijdgenootjes is er volop gelegenheid tot het ontwikkelen van de sociale
Pagina 4 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
competenties. Dit kan daarom als een waardevolle aanvulling op de
thuissituatie worden gezien, waar vaak minder of geen andere kinderen
aanwezig zijn.
2. ZELFREDZAAMHEID
Zelfredzaamheid betekent dat het kind in staat is voor zichzelf te zorgen,
zonder dat het afhankelijk is van de hulp van anderen. Dit
ontwikkelingsgebied is vooral voor kinderen vanaf de peuterleeftijd erg
belangrijk. Het kind leert groot te worden en groot te zijn. Bij baby’s spreek je
nog niet van zelfredzaamheid.
3. SPELONTWIKKELING
Spelen is onmisbaar voor de ontwikkeling van kinderen. Spel komt voort uit
een aangeboren drang van jonge kinderen om de wereld te ontdekken.
Door te spelen oefent een kind al zijn of haar ontwikkelingsgebieden.
De belangrijkste spelvormen zijn bewegingsspel, ontdekken en manipuleren,
doen alsof- en rollenspel.
4. SPRAAK- EN TAALONTWIKKELING
Binnen de ontwikkeling van kinderen is de ontwikkeling van taal een van de
belangrijkste. Met taal kan een kind zijn wereld ordenen, contact hebben met
andere mensen, informatie overdragen, gevoelens uiten en plezier hebben.
5. MOTORISCHE ONTWIKKELING
Bij de motorische ontwikkeling maken we onderscheid tussen grove (of grote)
motoriek en fijne (of kleine) motoriek. Daarnaast is er de ontwikkeling van het
tekenen.
Grove motoriek gaat over het bewegen met het hele lichaam zoals kruipen,
lopen, klimmen en gooien.
Fijne motoriek staat voor activiteiten met de vingers en handen, zoals het
vastpakken of stapelen van voorwerpen.
Voor jonge kinderen is tekenen vooral nog een motorische activiteit. Vanaf
drie jaar beseffen kinderen dat hun tekening iets voor kan stellen.
6. COGNITIEVE ONTWIKKELING
Denken is een ingewikkeld proces. Er komt meer bij kijken dan alleen het
oplossen van problemen. Het gaat ook om het verwerken van allerlei
informatie, gesignaleerd door de zintuigen. Denken begint met doen: het
onderzoeken van verschillende voorwerpen en materialen. Daarna komen de
‘waarom-vragen’. Naarmate het kind ouder wordt, ontwikkelt het denkproces
zich en kunnen kinderen informatie steeds beter verwerken. Er wordt een
begin gemaakt met ordenen, meten en tellen.
7. SYMBOOLHERKENNING
Pagina 5 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
Jonge kinderen komen al vroeg in aanraking met geschreven en gesproken
taal. Ook met tellen en telwoorden maken ze vroeg kennis. Deze ervaringen
dragen bij aan de vaardigheden die van belang zijn bij het leren lezen,
schrijven en rekenen. Symboolherkenning kan bij peuters worden
onderverdeeld in ‘ontluikende geletterdheid’ en ‘ontluikende gecijferdheid’.
DE ROL VAN HET KIND BIJ ZIJN ONTWIKKELING
Het beeld van het huisje van Okidoki werken we verder uit in ons pedagogisch
beleid.
Wij zien het kind als een ‘actieve ontdekker’. Vanuit deze visie op het kind gaan wij
er vanuit dat het kind zelf een actieve rol speelt bij het opbouwen van zijn huisje.
Een kind is de motor van zijn eigen ontwikkeling. Dit geven wij het volgende beeld:
“ieder kind bouwt zijn eigen huisje”
Pagina 6 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
We willen dus niet dat alle ‘huisjes’ op elkaar
versie:6
lijken…
…. maar dat ieder kind de gelegenheid krijgt om zelf actief ‘zijn eigen huisje’ te
bouwen, afhankelijk van zijn talenten en belangstelling, verbeeld als volgt:
“ieder huisje is uniek”
DE INZET VAN DE PEDAGOGISCH MEDEWERKERS
Om de kinderen te begeleiden in hun ontdekkingstocht is de inzet van de
pedagogisch medewerkers het belangrijkste instrument van onze kinderopvangorganisatie.
In hun houding en werkwijze geven de pedagogisch medewerkers vorm aan de
volgende zes – voor kwalitatief goede opvang essentiële – interactievaardigheden:
1.
SENSITIEVE RESPONSIVITEIT
Ook wel warmte genoemd of ondersteunende aanwezigheid: iedere pedagogisch
medewerker heeft oog voor de toestand en de signalen van de kinderen in haar
groep, ze weet deze signalen goed te interpreteren en er tijdig en passend op te
reageren. Ze heeft individuele aandacht voor alle kinderen en streeft ernaar dat ieder
kind zich begrepen, geaccepteerd, gewaardeerd en veilig voelt.
2.
RESPECT VOOR DE AUTONOMIE VAN HET KIND
Pagina 7 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
De pedagogisch medewerker erkent en waardeert de kinderen als individuen met
hun eigen ideeën en perspectieven. Ze geeft de kinderen gelegenheid om zelf
keuzes te maken en oplossingen te vinden. Bij een conflict tussen kinderen hanteert
zij een probleemoplossende benadering (zie de werkinstructies). Ze kan een kind
ook de leiding geven.
3.
STRUCTUREREN EN GRENZEN STELLEN
De pedagogisch medewerker geeft duidelijk leiding aan de kinderen en stelt
grenzen. Ze geeft de kinderen positieve gedragsaanwijzingen en leert wat er van ze
verwacht wordt, o.a. door het gebruik van rituelen en het geven van het goede
voorbeeld. Zij ziet eventueel ongewenst gedrag van een kind als een ‘hulpvraag’
waar zij haar begeleiding op afstemt en let er bij het beoordelen van het gedrag op
dat zij het kind zelf nooit veroordeelt, maar altijd in zijn waarde laat. Ze kan situaties
en activiteiten zo structureren en organiseren dat kinderen er optimaal van kunnen
profiteren.
4.
PRATEN EN UITLEGGEN
Hier gaat het om de verbale interacties tussen de pedagogisch medewerker en ieder
kind. Pedagogisch medewerkers maken de buitenwereld en gevoelswereld voor
kinderen begrijpelijk door te praten, uit te leggen en te luisteren. Het gaat hier niet
alleen om hoeveel benoemd wordt (de kwantiteit), maar ook om wat gezegd wordt
(de kwaliteit).
5.
BEGELEIDEN VAN INTERACTIES
De pedagogisch medewerkers besteden gedurende de dag veel aandacht aan de
positieve interacties tussen de kinderen en probeert deze te bevorderen. Zij zorgen
ervoor dat de kinderen zich veilig en vertrouwd met elkaar voelen. Ze stimuleert de
verbondenheid en een wij-gevoel in de groep door rituelen en positieve aandacht
voor alle kinderen. Ze stimuleert vriendschap tussen kinderen en plezier in samen
spelen.
6.
ONTWIKKELINGSSTIMULERING
Hierbij gaat het om de bewuste stimulering van de competenties van de kinderen, de
“extra” dingen die de pedagogisch medewerker doet om de kinderen te stimuleren in
het ontwikkelen van hun competenties. Ze zoekt hierbij aansluiting bij de
belangstelling van het kind en bij de zone van de naaste ontwikkeling. Hoe we dit
doen wordt uitgelegd in het hoofdstuk Ben ik in Beeld.
Bij de interactie tussen pedagogisch medewerkers en de kinderen gelden vijf
belangrijke communicatieregels. Deze helpen de pedagogisch medewerkers om de
juiste houding aan te nemen in het contact met de kinderen, maar ook met de
ouders en collega’s.
Pagina 8 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
Goede communicatie heeft de volgende vijf kenmerken:
1.
2.
3.
4.
5.
Initiatieven volgen
Ontvangstbevestiging geven
Instemmend benoemen
Beurt verdelen
Prettig leidinggeven.
Deze cyclus – het ‘rijtje van vijf’- vind je terug in bijna elk contact. In een prettig
verlopend contact is de cyclus compleet en worden alle vijf de stappen gezet.
De interactievaardigheden en het rijtje van vijf zetten de pedagogisch medewerkers
in om de kinderen veiligheid te bieden en te stimuleren in hun ontwikkeling, met
andere woorden: om de kinderen te ondersteunen in “het bouwen van hun huisje”.
We voegen hier een nieuw beeld toe: eigenlijk zijn de pedagogisch medewerkers de
“steigers” om het huisje in aanbouw. Waar het kind actief bezig is om zijn eigen
huisje te bouwen, zijn de pedagogisch medewerkers erbij om ze te ondersteunen.
“de pedagogisch medewerkers zijn de steigers”
Het beeld van een steiger geeft de taak en houding van de pedagogisch
medewerker beeldend weer:




een steiger geeft steun waar het huis-in-aanbouw nog niet stabiel genoeg is
om op eigen kracht te staan;
de steiger geeft de grenzen en structuur aan, waarbinnen de muurtjes worden
opgebouwd;
de steiger helpt ‘de bouwer’ verder te reiken, waar hij zonder de hulp nog niet
bij zou kunnen (aansluiten bij de zone van de naaste ontwikkeling);
zodra een stukje muur stevig staat (m.a.w. een competentie is ontwikkeld),
dan kan daar de steiger weg. Het huisje staat steeds meer op eigen kracht.
Pagina 9 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
BEN IK IN BEELD
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is door de overheid in het leven geroepen
om ervoor te zorgen dat jonge kinderen ook in de voorschoolse periode in hun
ontwikkeling gestimuleerd worden, zodat zo min mogelijk kinderen met een
achterstand aan hun schoolloopbaan beginnen. Doelgroepkinderen worden
geïndiceerd door het consultatiebureau en aangemeld bij gemeente Westland; deze
kinderen krijgen dagelijks extra stimulering in de brede en taalontwikkeling.
Binnen Okidoki hebben wij ervoor gekozen om de kinderen van 0 tot 4 jaar te
begeleiden met behulp van de methode ‘Ben ik in Beeld’. Ben ik in Beeld is een door
het Nederland Jeugd Instituut erkend voorschools programma voor de kinderopvang
en peuterspeelzaal.
Ben ik in Beeld draagt bij aan de professionaliteit van de pedagogisch medewerkers
en daarmee aan de optimale ontwikkeling van kinderen. In 2014 Is Okidoki
gecertificeerd voor het uitvoeren van Ben ik in Beeld.
Binnen Ben ik in Beeld worden betekenisvolle activiteiten op een
ontwikkelingsgerichte manier aangeboden, waarbij altijd oog wordt gehouden voor
een goede betrokkenheid van ieder kind bij het spel. De pedagogisch medewerkers
letten goed op de initiatieven van kinderen om zo voortdurend aan te sluiten bij de
belevingswereld, de belangstelling en motieven van kinderen. Ze geven de
initiatieven van de kinderen de ruimte door de voorwaarden te creëren, waarin
ontdekken mogelijk wordt. Ze observeren de kinderen goed tijdens de activiteiten en
ondersteunen ze, bijvoorbeeld door op gepaste momenten iets toe te voegen,
waardoor de activiteit een nog rijkere leerervaring wordt. Ze gaan intensieve
interacties aan met de kinderen, reageren op de signalen van de kinderen en
brengen sturing aan in het spel in een verwachtingsvolle houding. Ze zijn een
samenwerkende partner van de kinderen.
De pedagogisch medewerkers zorgen met Ben ik in Beeld steeds voor een
uitdagend dagprogramma binnen een thema van 6 weken. Naast veel ruimte voor
vrij spel worden ook in grote en kleine groepen activiteiten worden aangeboden,
aangepast aan de belangstelling en het ontwikkelingsniveau van ieder kind. De
kleine groepen worden gematigd heterogeen samengesteld, zodat de kinderen
optimaal van het aanbod en van elkaar kunnen leren. Vanuit de methode Uk en Puk
(0-4 jaar), dat onderdeel uitmaakt van Ben ik in Beeld, worden thema’s gekozen.
Hierbij is onze visie ‘Ontdek het talent dat je bent’ leidend. Verven, bouwen, werken
met diverse (natuurlijke) materialen, zowel binnen als buiten, fantasiespel, muziek,
zang en dans zijn hiervan enkele voorbeelden. Tijdens het spel van de kinderen
observeren de pedagogisch medewerkers de kinderen nauwlettend en kijken waar
ze het spel eventueel kunnen verdiepen en verbreden. Het gaat dus om kansen
grijpen en kansen creëren!
Pagina 10 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
Niet alleen tijdens de spelactiviteiten maar ook tijdens alle andere momenten van de
dag, de zgn. verzorgingsactiviteiten krijgen de kinderen volop de ruimte om hun
talenten te ontwikkelen. Kinderen vinden het vaak geweldig om mee te helpen met
de activiteiten van volwassenen; ze ontwikkelen hiermee de verschillende
competenties en het versterkt hun zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel.
Tevens bieden deze activiteiten veel gelegenheid voor interactie met de
pedagogisch medewerkers. Voorbeelden van deze verzorgingsactiviteiten zijn het
tafel dekken, eten, de zorg voor het lokaal en de materialen, het naar buiten gaan,
de lichamelijke verzorging en het naar bed gaan. De kinderen worden op een
speelse manier gestimuleerd om hierin actief mee te doen.
Voor peuters bieden wij met enige regelmaat extra activiteiten aan in de vorm van
een peutercarrousel. Afwisselend wordt kunst, natuur, bewegen (yoga en/of dans)
aangeboden volgens rooster.
Om in het activiteitenaanbod goed aan te kunnen sluiten bij de (zone van de naaste)
ontwikkeling van ieder kind, worden alle kinderen dagelijks gevolgd in hun
ontwikkeling met behulp van de ontwikkelingsvolgmethode Kijk! , die integraal
onderdeel uitmaakt van de VVE methode Ben ik in Beeld.
De methode Ben ik in Beeld is bedoeld voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Voor de
kinderen van de buitenschoolse opvang ligt het zwaartepunt in de begeleiding op
vrijetijdsbesteding. Ook in de buitenschoolse opvang worden de kinderen in hun
ontwikkeling begeleid en gestimuleerd, echter niet met een speciaal hiervoor
ontwikkelde methode. Wel wordt van alle kinderen het welbevinden en het
ontwikkelen van het sociaal-competent gedrag gevolgd met behulp van KIJK! Deze
observaties vormen de basis voor een stimulerend activiteitenaanbod dat aansluit bij
de ontwikkeling en belangstelling van de kinderen.
We voegen hierbij nog één beeld toe.
Voor de ontwikkeling van de talenten van de kinderen, dus voor de bouw van het
unieke huisje van ieder kind, dragen de pedagogisch medewerkers met ‘Ben ik in
Beeld’ de bouwsteentjes aan.
“Ben ik in Beeld levert de bouwsteentjes voor de huisjes-in-aanbouw”
Pagina 11 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
NATUURBELEVING
Al vanaf zeer jonge leeftijd hebben kinderen een verbondenheid met de natuur.
Kinderen hebben een natuurlijke behoefte om te spelen en buiten te zijn. Het bewust
beleven van de natuur daagt kinderen uit tot zelfstandigheid en ontdekken. Naast
deze uitdagende kant geeft natuur ook ontspanning en rust. Uit onderzoek blijkt dat
kinderen die veel in de natuur zijn, zich beter kunnen concentreren, minder stress
hebben, minder vaak ziek zijn en motorisch vaardiger zijn.
Natuurbeleving draagt bij uitstek bij aan het ontwikkelen van de verschillende
competenties van de kinderen, zoals hierboven omschreven. Natuurbeleving maakt
daarom een belangrijk onderdeel uit van ons activiteitenaanbod binnen Ben ik in
Beeld.
De kinderen gaan zoveel mogelijk dagelijks naar buiten om te spelen en te
ontdekken. Ook wordt de natuur ‘naar binnen gehaald’: er worden veel natuurlijke
spelmaterialen en activiteiten aangeboden.
CULTUUREDUCATIE
Onder cultuur educatie verstaan we alle vormen van educatie waarbij cultuur of
kunst als doel of als middel worden ingezet. Het is de verzamelnaam voor
kunsteducatie, erfgoededucatie en media-educatie .
Kunsteducatie: alle vormen van educatie waar bij kunst en/of kunstzinnige middelen
en technieken als doel of als middel worden gebruikt. Het gaat om het doelgericht
leren omgaan met kunst.
Erfgoededucatie: het verleden is op verschillende manieren te interpreteren en kan
meer inzicht geven in het nu. Het ontwikkelen van historisch besef .Begrijpen waar je
nu bent, waar je vandaan komt en waar je naar toe gaat.
Media-educatie: het kundig en kritisch leren omgaan met (massa)media zoals
kranten, radio, tv en internet.
Als kinderopvangorganisatie vinden wij het belangrijk om een rol te vervullen in de
cultuureducatie van kinderen. Daarom hebben wij een beleid ontwikkeld onder de
naam ‘Cultuur beleidsplan Okidoki 2014 – 2018’. In dit beleid staat beschreven wat
er op dit moment aan cultuureducatie gebeurt binnen Okidoki en welke doelen we
voor de komende jaren hebben gesteld.
Met dit beleid willen we bereiken dat cultuureducatie nog meer onderdeel gaat
uitmaken van ons structurele activiteitenaanbod. De Interne Cultuur Coördinator
(ICC) is de aanjager van dit proces en onderhoudt contact met de externe
instellingen.
Pagina 12 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
Cultuureducatie wordt ingebed in het activiteitenaanbod van Ben ik in Beeld.
DE WERKINSTRUCTIES
Het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar en 4-13 jaar van het Landelijk
Pedagogenplatform Kinderopvang geeft concrete richtlijnen voor het handelen van
pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. Deze pedagogisch kaders zijn
gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke visies op opvoeding en
kwalitatief goede kinderopvang en worden beschouwd als het algemeen
geaccepteerde raamwerk voor de kinderopvang in Nederland.
In onze organisatie hebben wij het Pedagogisch kader geïmplementeerd als
pedagogische werkinstructie voor alle medewerkers.
In alle groepen bevindt zich een exemplaar van het Pedagogisch kader 0-4 jaar of 413 jaar. Tezamen met het pedagogisch beleid “Ontdek het talent dat je bent”, de
locatiebeschrijving en de informatie uit de informatieboekje voor ouders vormen zij
de pedagogische werkinstructies voor de pedagogisch medewerkers.
LEESBEVORDERING
Met leesbevordering en in het bijzonder taalstimulering kan niet vroeg genoeg
begonnen worden. Voorlezen draagt bij aan de ontwikkeling van een gevarieerde
woordenschat. Voorlezen prikkelt de fantasie, verhoogt de saamhorigheid en is een
rustpunt in de dagelijkse activiteiten. Als kinderen al heel jong, op baby leeftijd, op
een prettige manier kennismaken met (voor)lezen, draagt dit bij aan een goede
totale ontwikkeling en een meer gevarieerde woordenschat.
Hoe jonger het kind op een plezierige manier te maken krijgt met boeken en lezen,
des te meer kans dat hij als volwassene zelf een actieve lezer wordt. De doelen die
we nastreven zijn:
 bevorderen leesplezier
 stimuleren taalontwikkeling
 ontwikkeling van de fantasie
 stimuleren persoonlijke ontwikkeling
 voorbereiding op maatschappelijk functioneren
 goed voorbereiden op de basisschool.
Deze doelen sluiten aan bij de ontwikkelingsdoelen van Riksen-Walraven en Ben ik
in Beeld.
Interactief voorlezen binnen de voorleescyclus is een belangrijk aspect van de
methode Ben ik in Beeld. Per thema staat steeds een prentenboek centraal. Naast
Pagina 13 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
het prentenboek wordt gewerkt met de vertelkoffer en het vertelkastje. Het
prentenboek wordt meerdere keren voorgelezen, in grote en kleine kring. Elke groep
heeft daarnaast een aantrekkelijke leeshoek waar kinderen zelfstandig boeken en
tijdschriften kunnen pakken.
Om het (voor)lezen binnen het werken met de kinderen structureel in de aandacht te
houden, is er per locatie een voorleescoördinator aangewezen. Deze
voorleescoördinator zorgt voor het bijhouden van een actuele, gevarieerde
boekencollectie op de locatie, voor overleg met externe organisaties zoals de
bibliotheek (o.a. in aansluiting op het project “Boekstart” van de bibliotheek) en voor
het bevorderen van de betrokkenheid van en samenwerking met de ouders op dit
terrein.
Okidoki heeft een “meerjarenplan voorlezen” ontwikkeld, dat jaarlijks wordt
geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Met dit plan wordt de leesbevordering vast
ingebed in onze werkwijze met de kinderen.
SAMENWERKING MET DE OUDERS
Het is voor de kinderen erg belangrijk dat de opvang in het kindercentrum goed is
afgestemd op de zorg en begeleiding die ze thuis krijgen. Immers, door deze
afstemming ervaren kinderen continuïteit in hun leven, en daarmee veiligheid en
duidelijkheid.
Wij vinden een goed contact met de ouders dan ook een essentiële voorwaarde voor
kwalitatief goede opvang. De samenwerking met de ouders, zoals wij die voor ogen
hebben, is in de vorm van “partnerschap” met de ouders. Wij hopen dat wij hiermee
het zo belangrijke vertrouwen van de ouders in ons kindercentrum kunnen
versterken.
Partnerschap houdt hierbij het volgende in:




Gelijkwaardigheid in de relatie tussen pedagogisch medewerkers en ouders:
ouders en pedagogisch medewerkers hebben ieder een eigen
verantwoordelijkheid en inbreng in het contact.
Openheid: door in openheid over en weer te bespreken hoe het kind
functioneert, kan continuïteit in de zorg en begeleiding het beste worden
gewaarborgd.
Het kindercentrum heeft samen met de ouders een gemeenschappelijk
belang, namelijk: het zorgen voor optimale omstandigheden voor de
ontwikkeling van het kind. Een goed partnerschap met de ouders is een
belangrijk middel om dit belang te dienen.
Vroegtijdig betrekken bij een eventuele zorg om het kind: ouders hebben er
recht op om er vroegtijdig bij te worden betrokken, wanneer er
opvallendheden worden geconstateerd in het gedrag of de ontwikkeling van
Pagina 14 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
hun kind. Op deze manier kunnen wij eventuele zorgen delen en in een
proces van signalering vanaf het begin samen optrekken.
Het hoort bij de professionaliteit van de pedagogisch medewerkers om dit
partnerschap met de ouders zo goed mogelijk na te streven en vorm te geven.
Concreet krijgen de contacten met de ouders vorm tijdens het intakegesprek en het
wennen bij de start van de opvang, bij het 3-maandengesprek en tijdens de
dagelijkse breng- en ophaalmomenten. Verder bieden wij 1 x per jaar aan de ouders
de mogelijkheid van een 10-minutengesprek met de pedagogisch medewerkers.
Tijdens de ouderavond die 1x per jaar wordt georganiseerd, worden ouders over het
beleid geïnformeerd en wordt een bepaald thema uitgediept.
De organisatie kent ook een officieel inspraakorgaan, namelijk de oudercommissie.
In het document 1.8.0.0. Oudercommissie wordt de medezeggenschap ouders
verder uitgewerkt.
Het integraal jeugdbeleid van Gemeente Westland, genaamd “Kansrijk opgroeien in
een sterke samenleving” heeft o.m. als doel om de eigen kracht van ouders en
gezinnen te bevorderen. Vanuit onze nauwe samenwerking met de ouders in de
begeleiding en opvoeding van de kinderen, zien wij het als een kans en
verantwoordelijkheid van onze organisatie om in deze ontwikkelingen in gemeente
Westland een belangrijke rol te (gaan) vervullen.
Om onze rol en functie hierbij verder vorm te geven hebben wij een beleidsplan
ontwikkeld, genaamd ‘Versterk de basis’. Met ‘Versterk de basis’ heeft Okidoki beleid
geformuleerd om in nauwe samenwerking met ketenpartners een proactieve bijdrage
te leveren aan een sterk en positief opvoedklimaat in onze regio en stimuleren van
de eigen kracht van gezinnen.
De kinderopvang kan een belangrijke vind- en werkplaats zijn met het oog op
optimale opgroei- en opvoedkansen voor ieder kind. Door goede samenwerking en
uitwisseling tussen opvoedexperts van verschillende organisaties kunnen kinderen
optimaal worden begeleid en eventuele problemen met opgroeien en opvoeden tijdig
opgespoord en opgepakt.
O.a. door het opzetten van kerngerichte Spel- en opvoedpunten en ouderdreumesgroepen voor kinderen tussen 1 ½ en 2/1/2 jaar en hun ouders kan de eigen
kracht en de onderlinge betrokkenheid van gezinnen verder worden versterkt. Wij
zien hierin een rol voor onze organisatie. Dit plan zal in de komende jaren verder
worden uitgewerkt in nauw overleg met onze ketenpartners.
PERSONEELSBELEID
Zoals hierboven al gesteld, is de inzet van de pedagogisch medewerkers het
belangrijkste instrument van onze kinderopvangorganisatie in de begeleiding van de
Pagina 15 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
kinderen. Er zijn dan ook directe raakvlakken tussen het pedagogisch beleid en het
personeelsbeleid van onze organisatie.
Zo spelen ‘Ben ik in Beeld’, de hierboven beschreven interactievaardigheden en het
Pedagogisch Kader een belangrijke rol bij de werving en selectie en de
inwerkprocedure van nieuwe medewerkers.
De medewerkers worden getraind en gecoacht in het werken met Ben ik in Beeld.
Ben ik in Beeld maakt gebruik van een camera, waarbij zowel de kinderen als de
pedagogisch medewerkers letterlijk “ in beeld” komen. Deze opnames in de groepen
worden gebruikt tijdens coachingsgesprekken voor reflectie.
Het reflecteren aan de hand van videomateriaal heeft een grote meerwaarde voor
het uitoefenen en verdiepen van het dagelijks werk met kinderen. Werken met Ben ik
in Beeld leidt tot bewuster handelen van de pedagogisch medewerkers . Het
bekijken en bespreken van je eigen videobeelden maakt je “bewust bekwaam” van je
interactievaardigheden.
Ben ik in Beeld is ook de basis van ons scholingsbeleid.
ONZE SIGNALERENDE TAAK
Met behulp van de ontwikkelingsvolgmethode KIJK! volgen de pedagogisch
medewerkers de kinderen systematisch in hun welbevinden, spelbetrokkenheid en
ontwikkeling. Deze dagelijkse observaties, ook wel volgmomenten genoemd, vormen
de basis voor het invullen van de KIJK!-registratie. De registratie vindt volgens een
vast schema plaats.
De KIJK! geeft de mogelijkheid om het welbevinden, de betrokkenheid en de
ontwikkeling van ieder kind goed in beeld te brengen en af te zetten tegen de
gangbare ontwikkeling. Hierdoor is het mogelijk om een eventuele
ontwikkelingsachterstand, een ontwikkelingsvoorsprong of een anders verlopende
ontwikkeling tijdig te signaleren. Daarnaast is er volgens een vooraf vastgesteld
rooster 5 x per jaar een groepsbespreking, waarin o.a. opvallend gedrag binnen het
team besproken wordt en de begeleiding onderling afgestemd.
Wanneer de pedagogisch medewerkers bij een kind gedrag waarnemen dat
opvallend is, dan behoort het tot de taak van onze organisatie om dit vroegtijdig te
signaleren. De pedagogisch medewerkers ondernemen hierin actie door in gesprek
te gaan met de ouders en de leidinggevende te raadplegen. De leidinggevende kan
zo nodig de pedagoog van de organisatie inschakelen om het gedrag van het kind
verder in beeld te brengen en in overleg met de ouders eventuele vervolgstappen te
bespreken. De procedure die hierbij wordt gevolgd staat beschreven in het
kwaliteitshandboek, 5.3.8.0. Signaleren opvallend gedrag.
Pagina 16 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
De pedagoog voert periodiek overleg met de wijkverpleegkundige van het
consultatiebureau (Sociaal Kernteam Westland), waarin kinderen met opvallend
gedrag na toestemming van de ouders besproken kunnen worden. Dit periodiek
overleg, dat is geborgd in ons kwaliteitsbeleid, bevordert een goede signalering van
opvallend gedrag.
Bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld heeft onze organisatie
(ook wettelijk) de plicht om actie te ondernemen. De procedure die wij hierbij
hanteren
is
verwoord
in
het
kwaliteitshandboek,
6.5.0.0
Meldcode
kindermishandeling.
Het tijdig en adequaat signaleren van opvallend gedrag staat of valt met de
deskundigheid van de pedagogisch medewerkers. In ons kwaliteitsbeleid hebben wij
ook op het terrein van signaleren de deskundigheidsbevordering van het personeel
geborgd in diverse beleidsterreinen, waaronder het aanname- en inwerkbeleid, het
scholingsbeleid en het beleid voor de ontwikkelgesprekken met het zittend
personeel.
OPVANG OP MAAT
Ook kinderen die in hun ontwikkeling bedreigd of beperkt zijn willen wij graag binnen
Okidoki de ruimte bieden hun talenten te ontwikkelen, voor zover dit binnen de
grenzen van onze mogelijkheden ligt en in het belang is van het betreffende kind.
Door kinderen, ieder uniek met zijn/haar eigen talenten, met elkaar in contact te
brengen, creëren we gelegenheid voor ontmoeting, voor groei van wederzijds
respect en dragen wij bij aan de ontwikkeling van kinderen tot evenwichtige, sociale
en verdraagzame volwassenen.
Wij willen ieder kind in onze opvang begeleiding ‘op maat’ aanbieden, aansluitend bij
de kansen en mogelijkheden van het individuele kind, rekening houdend met
eventuele bedreigingen of beperkingen in de ontwikkeling. Dit beleid hebben wij
ontwikkeld onder de naam ‘Opvang op maat’.
‘Opvang op maat’ heeft als doel ons kinderopvangaanbod te verbreden – in
samenwerking met ketenpartners – zodat meer kinderen van onze kinderopvang
gebruik kunnen maken, ook als er sprake is van een speciale zorgbehoefte.
Uitgangspunt hierbij is dat het kind baat heeft bij de geboden opvang. Opvang op
maat, integraal, dichtbij huis. Bij de vormgeving van dit aanbod gaan wij uit van de
gedachte ‘licht waar en kan, intensiever waar het moet’ en ‘samen als het kan, apart
waar het moet’.
Door met ‘Opvang op maat’ ons opvangaanbod te verbreden willen wij ook de
ouders van kinderen met een bijzondere zorgbehoefte de mogelijkheid bieden om de
Pagina 17 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
zorg en opvoeding van hun kind(eren) op een prettige en verantwoorde manier te
combineren met studie en/of betaald werk.
Wij spreken hierbij de intentie uit om bij ‘Opvang op maat’ nadrukkelijk te denken in
kansen en mogelijkheden voor ieder kind.
DE BUITENSCHOOLSE OPVANG
De buitenschoolse opvang kan in het leven van een kind een heel unieke functie
vervullen: in de buitenschoolse opvang komen de kinderen tezamen in een
vertrouwde groep van leeftijdgenoten, waarin ze hun vrije tijd doorbrengen.
Deze situatie is vaak anders dan (en daardoor een mooie aanvulling op) wat
kinderen thuis en op school meemaken. In tegenstelling tot school gaat het in de
buitenschoolse opvang om vrije tijd, tijd dus om zelf activiteiten te kiezen en de eigen
interesses te volgen én tijd om nieuwe vriendschappen op te bouwen. Daarnaast
kan de buitenschoolse opvang een mooie aanvulling zijn op het thuismilieu door het
brede activiteitenaanbod en de groepssituatie.
Vanuit ons motto “Ontdek het talent dat je bent” geven wij ook in onze
buitenschoolse opvang de talenten van ieder kind de ruimte. We sluiten bij deze
opvang bewust aan bij de voortschrijdende ontwikkeling die de kinderen tijdens de
basisschoolleeftijd meemaken (o.a. groeiende zelfstandigheid en behoefte aan
autonomie).
Om de aanvullende functie van de buitenschoolse opvang in het leven en de
ontwikkeling van kinderen optimaal vorm te geven leggen wij in onze buitenschoolse
opvang de volgende accenten:




Het is vrije tijd voor de kinderen, dus ieder kind mag zelf kiezen waar hij/zij
mee speelt en met wie. Ook even niets doen en bijkomen van een drukke
schooldag mag!
Door een breed en afwisselend aanbod van activiteiten bieden we de
kinderen gelegenheid om hun tijd op een prettige en zinvolle manier door te
brengen en daarbij hun talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. Dit
geven wij afgestemd op de ontwikkeling op verschillende manieren vorm:
Aan de kinderen van de (school)groepen 1 t/m 4 bieden we activiteiten aan op
de eigen locatie, zodat voor deze jonge kinderen veiligheid, vertrouwen en
herkenbaarheid gewaarborgd wordt.
Voor de kinderen vanaf groep 5 is er opvang op aparte locaties. BSO
Julianaweg 59a en Upst@irs zorgen voor meer keuze in activiteiten en meer
vrije keuze op weg naar zelfstandigheid.
Pagina 18 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid






versie:6
Voor de extra activiteiten, zoals voor kunst, sporten en toneel huren we over
het algemeen externe professionals in.
Kinderen van 6-12 jaar die veel affiniteit hebben met de natuur kunnen kiezen
voor onze vaste natuurlocatie De Strandjutters
Uiteraard krijgt buitenspelen en natuurbeleving ook bij de buitenschoolse
opvang een belangrijke plaats in het activiteitenaanbod.
Omdat de buitenschoolse opvang in een groep plaatsvindt, biedt het veel
gelegenheid om te oefenen in sociale vaardigheden. Bij Okidoki besteden we
veel aandacht aan het creëren van een positieve groepssfeer, waarin
geborgenheid en gezelligheid heerst. Een groep waarin ieder kind zichzelf
mag zijn en tegelijkertijd verbondenheid voelt met de andere kinderen in de
groep.
Naarmate kinderen zich ontwikkelen, worden langdurige vriendschappen
steeds belangrijker voor kinderen. In de buitenschoolse opvang geven we
veel gelegenheid voor het ontwikkelen en onderhouden van vriendschappen.
De groep van de buitenschoolse opvang vormt een uitgelezen plek om te
oefenen in het samen nadenken over en vormgeven van het groepsgebeuren.
Naarmate het kind ouder wordt, wordt het hierbij steeds meer betrokken. Een
vorm van kinderparticipatie, die recht doet aan de groeiende behoefte van
kinderen aan autonomie en tegelijkertijd een belangrijk instrument om te
oefenen in democratisch burgerschap.
FOTO-VERSLAGLEGGING
Bij de activiteiten van de kinderen staat het proces van het ontdekken centraal,
immers tijdens dit proces van ontdekken doen de kinderen de belangrijkste
leerervaringen op. Het uiteindelijke resultaat van het spel, bijvoorbeeld een afgerond
knutselwerkje, vinden wij minder belangrijk dan dit proces van ontdekken, dat zich
tijdens de activiteit afspeelt. Dit betekent dat kinderen gedurende de dag een
veelheid aan ontdekkingsactiviteiten doen, ook als dit niet resulteert in een zichtbaar
werkstuk aan het eind van de dag.
Om dit proces van ontdekken tijdens de activiteiten vast te kunnen leggen, maken de
medewerkers regelmatig foto’s van de kinderen tijdens hun bezigheden. Deze foto’s
geven de ouders een beeld van de activiteiten die de kinderen tijdens de opvang
doen. Op een voor ouders toegankelijke website zijn de foto’s ook te bezichtigen en
te downloaden.
De foto’s kunnen een goed hulpmiddel zijn in de contacten tussen de pedagogisch
medewerkers en de ouders en kunnen gespreksstof geven over de ontwikkeling van
de kinderen.
Pagina 19 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Hoofdstuk 1: Organisatie
1.6.0.0 Pedagogisch beleid
versie:6
CONTACT MET ANDERE ORGANISATIES
In onze begeleiding van de kinderen vinden wij het soms in het belang van het kind
zinvol of nodig om contact te ondernemen met andere organisaties, zoals Centrum
voor Jeugd en Gezin Westland, het consultatiebureau of de school van het kind. Dit
wordt altijd vooraf met de ouders besproken en er wordt aan de ouders schriftelijk
toestemming gevraagd.
In geval van vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld kan op deze
regels in bijzondere gevallen een uitzondering worden gemaakt.
Ook op beleidsniveau zoeken wij samenwerking met andere organisaties, zoals
andere Westlandse kinderopvangorganisaties, gemeente Westland en het Centrum
voor Jeugd en Gezin Westland. Hiermee willen wij bijdragen aan de eigen kracht van
gezinnen en aan een positief opvoedingsklimaat voor alle kinderen in onze regio.
SPEERPUNTEN VAN HET PEDAGOGISCH BELEID 2014-2018
Het ontwikkelen van (pedagogisch) beleid is een cyclisch proces. Het blijft in
ontwikkeling. Voor de komende 4 jaar zullen de volgende onderwerpen verder
worden ontwikkeld:
1. UITWERKEN DEELPLANNEN BELEID ‘OPVANG OP MAAT’
Het beleid ‘Opvang op maat’, zoals hierboven genoemd, bestaat uit een aantal
deelplannen. In de komende 4 jaar zullen de deelplannen verder worden ontwikkeld
en uitgewerkt.
2. VERDER ONTWIKKELEN EN UITWERKEN PLAN ‘VERSTERK DE BASIS’
De komende 4 jaar zal dit beleid verder worden vormgegeven.
3. UITWERKEN CULTUUR BELEIDSPLAN OKIDOKI 2014-2018
Onder aansturing van de Interne Cultuur Coördinator zal dit beleid verder worden
uitgezet binnen Okidoki, in nauwe samenwerking met de andere betrokken
organisaties in het Westland.
Pagina 20 van 20
Proceseigenaar : Pedagoog
Autorisatie
: 03-01-17 tot 03-01-20
Download