Regionale VTV 2011 Kwetsbare burgers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 – Hart voor Brabant Deelrapport Kwetsbare burgers Auteurs: Dr. A. Eugster, GGD Brabant-Zuidoost Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor Brabant Ir. M. Rutten, GGD Hart voor Brabant Referent: Drs. S. van Wieren, RIVM © GGD Brabant-Zuidoost Helmond, GGD Hart voor Brabant ’s-Hertogenbosch; mei 2011 REGIONALE VTV 2011 2 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Inhoudsopgave .................................................................... 3 1. Kwetsbare burgers ............................................................... 5 1.1 Kenmerken van kwetsbare groepen ...................................... 5 1.2 Kansen in lokaal beleid ..........................................................13 Literatuur ............................................................................. 16 Overzicht Deelrapporten regionale VTV 2011 Hart voorBrabant ................................................................... 17 3 REGIONALE VTV 2011 4 KWETSBARE BURGERS 1. Kwetsbare burgers Bevorderen van participatie van kwetsbaren is complex en vraagt om een integrale aanpak Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare burgers, opdat ook zij zo goed mogelijk kunnen participeren. Het bevorderen van gezondheid is een van de kansen om de sociale participatie van kwetsbaren gunstig te beïnvloeden. Kwetsbaarheid heeft veel verschillende gezichten. Van kwetsbaarheid is sprake wanneer de draaglast van een persoon (de problemen en opgaven waarvoor iemand zich gesteld ziet), langdurig groter is dan zijn draagkracht (zijn persoonlijke competenties en de hulpbronnen in de omgeving waarover hij of zij kan beschikken). Er zijn veel verschillende groepen kwetsbaren te onderscheiden. De meest kwetsbare groepen zijn de doelgroepen voor zorg en opvang die vallen onder de laatste drie prestatievelden van de Wmo. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld ook groepen ouderen die kwetsbaar zijn. De behoefte aan ondersteuning van de verschillende groepen is daarom ook divers; evenals de daarvoor benodigde activiteiten en relevante wettelijke kaders. De ondersteuningstaken liggen bij diverse organisaties. Een effectieve ondersteuning vraag om een integrale aanpak en een herkenbare regierol van de gemeente. 1.1Kenmerken van kwetsbare groepen Kenmerken van kwetsbare groepen (BRON: Movisie): opeenstapeling van problemen of beperkingen (multicomplexe problematiek); gevoelens van machteloosheid en wantrouwen; verstoorde communicatie; geen of beperkte toegang tot hulpbronnen; marginaliteit; disbalans tussen draagkracht en draaglast; afhankelijkheidssituatie; laag zelfbeeld. 5 REGIONALE VTV 2011 Groepen die vaak als kwetsbaar worden beschouwd, zijn mensen: met een lichamelijke beperking; met chronisch psychische problemen; met een verstandelijke beperking; met psychosociale problemen; met financiële / materiële problemen met opvoed- en opgroeiproblemen; die betrokken zijn bij huiselijk geweld; die uitgestoten (dreigen te) worden wegens hun seksuele oriëntatie; met meervoudige problematiek (waaronder verslaafden). BRON: Movisie 6 KWETSBARE BURGERS Figuur 1. Het participatiewiel (BRON: MOVISIE) 7 REGIONALE VTV 2011 Kwetsbare burgers nader bepaald Er is geen eenduidige definitie van kwetsbare burgers of groepen, mede omdat de factoren die kwetsbaarheid veroorzaken divers zijn. Van Bergen et al. (2010) noemen mensen sociaal kwetsbaar wanneer ze niet in staat zijn op eigen kracht bepaalde moeilijkheden of tegenslagen te overwinnen en het leven vorm te geven op de door hen gewenste manier. In deze deelrapportage wordt als voorbeeld een aantal - voor gemeenten relevante - kwetsbare groepen (zoals doelgroepen voor de OGGZ, kwetsbare ouderen en twee door de IGZ geformuleerde doelgroepen: gezinnen met geringe sociale redzaamheid en stelselmatige delictplegers met psychische of psychiatrische problematiek) besproken. Op basis van verschillende kenmerken (zie kader) zijn zeker ook andere kwetsbare groepen te onderscheiden, maar deze komen hier verder niet aan de orde. Omvang kwetsbare groepen in Hart voor Brabant In tabel 1 staan gegevens over enkele relevante risico- en doelgroepen uit de laatste drie prestatievelden van de Wmo: maatschappelijke opvang (7), OGGZ (8), en /of verslavingszorg (9). Deze groepen hebben een hoog risico op uitval of zijn reeds uitgesloten. Een aantal risico- en doelgroepen die onder de prestatievelden 7 en 9 vallen, vallen ook onder de OGGZ. Exacte omvang OGGZ doelgroep moeilijk vast te stellen Het is niet altijd even makkelijk om de omvang en problematiek van de risico/doelgroep OGGZ in kaart te brengen. Redenen waarom het moeilijk is om een exacte omvang van de OGGZ doelgroep vast te stellen zijn o.a. (Eysink, Poos, & Schrijvers, 2009): sociaal kwetsbare mensen zijn vaak uit zicht; regionale gegevens zijn niet altijd beschikbaar vanwege het ontbreken van, onvolledige, of niet goed interpreteerbare registraties; cliënten staan vaak bij meerdere instellingen geregistreerd (dubbeltellingen); de privacywetgeving bemoeilijkt het vinden van unieke personen; definitieproblemen: wie valt er onder de OGGZ? Vanwege het soort problematiek (vaak ongrijpbaar) zijn de cijfers die beschikbaar zijn niet altijd realistisch en geven vaak slechts een momentopname weer. De omvang van verschillende risico- en doelgroepen OGGZ wordt vaak geschat door middel van registratiegegevens van relevante zorg- en welzijnsinstellingen Bij deze gegevens gaat het om mensen die al in beeld zijn. Veel gegevens betreffen niet uitsluitend OGGZ-cliënten, waarbij men zich af kan vragen in hoeverre cliënten überhaupt onder deze noemer worden geregistreerd. 8 KWETSBARE BURGERS Tabel 1. Omvangschattingen risico- en doelgroepen in Hart voor Brabant, 2009 Doelgroep Regio naar Bron Omvang Tilburg Steunpunt 12551 ’s-Hertogenbosch Huiselijk Geweld Centrumgemeente Meldingen huiselijk geweld SHG Midden Brabant SHG Brabant Noord 306 en Oss Feitelijk daklozen Tilburg ca. 150 ’s-Hertogenbosch Oss Residentieel daklozen SMO Tilburg SMO Oss ca. 242 ca. 150 Tilburg ’s-Hertogenbosch 100-150 469 ’s-Hertogenbosch Veelplegers ca. 275 553 2 Politie (KLPD) Oss 382 305 Aantal cliënten Tilburg Novadic-Kentron 1941 verslavingszorg ’s-Hertogenbosch 1350 Oss 1161 1 Het hoge aantal meldingen heeft te maken met het feit dat in 2009 ook de zaken zijn geregistreerd die vanuit het Intaketeam direct zijn doorgezet naar de backoffice. Dit om meer zicht te krijgen op de recidive. 2 Cijfers exclusief gemeenten Maasdriel en Zaltbommel. Deze gemeenten horen wel bij de Centrumgemeente ’s-Hertogenbosch, maar vallen niet onder de regio Hart voor Brabant. Kwetsbare ouderen in Hart voor Brabant In Hart voor Brabant heeft ongeveer een op de drie ouderen (mensen van 65 jaar en ouder) een hoge draaglast, gedefinieerd als: beperkt in dagelijkse bezigheden door problemen met de lichamelijke gezondheid of niet zelfredzaam. Ongeveer de helft van de ouderen heeft een lage draagkracht (weinig regie over het eigen leven, alleenwonend of alleen AOW). Het percentage kwetsbare ouderen (hoge draaglast en lage draagkracht) is 23% (GGD gezondheidsmonitor ouderen, 2009). Kwetsbare ouderen zijn een belangrijke doelgroep voor gemeenten mede doordat deze mensen veel gebruik maken van voorzieningen en hulpmiddelen die via de Wmo worden verstrekt. Kwetsbaarheid bij ouderen is volgens het Sociaal Cultureel Planbureau een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen, opname, overlijden). Kwetsbaarheid volgens deze definitie is meetbaar aan de hand van de volgende criteria: kracht, voeding, uithoudingsvermogen, mobiliteit, lichamelijke activiteit, 9 REGIONALE VTV 2011 evenwicht, zintuiglijke functies (= lichamelijk domein), cognitie, stemming en coping (= psychisch domein) en sociale relaties en sociale steun (= sociaal domein). Kwetsbare ouderen hebben meer behoefte aan zorg, voorzieningen en informatie Kwetsbare ouderen maken veel gebruik van mantelzorg en Wmo voorzieningen en hebben hier ook veel behoefte aan (figuur 2). Dit is niet verwonderlijk omdat het ouderen betreft die (volgens de gehanteerde criteria voor kwetsbaarheid) problemen hebben met de lichamelijke gezondheid of die niet zelfredzaam zijn. Kwetsbare ouderen willen ook vaker informatie over Wmo voorzieningen, maar weten deze niet te vinden. ontvangt dagelijks mantelzorg maakt gebruik van wmo voorziening heeft behoefte aan wmo voorziening kwetsbare ouderen niet kwetsbare ouderen heeft behoefte aan informatie over wmo voorziening 0 10 20 30 40 50 60 Figuur 2. Zorggebruik en zorgbehoefte bij kwetsbare en niet-kwetsbare ouderen in Hart voor Brabant (BRON: GGD gezondheidsmonitor ouderen 2009) Diverse aangrijpingspunten voor maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare groepen Gemeenten, welzijnsinstellingen, professionals en vrijwilligers zien zich voor de taak gesteld kwetsbare groepen burgers voldoende ondersteuning te bieden. Deelname aan de maatschappij en contacten met anderen zijn belangrijk voor alle burgers. Het bevorderen van de gezondheid (door in te zetten op preventie en zorg) is een van de mogelijke aangrijpingspunten om sociale uitsluiting te voorkomen. Kwetsbare burgers hebben vaak moeite met zelfstandig gaan of blijven deelnemen. Ondersteuning hierbij noemen we activering tot participatie. Kwetsbare mensen hebben voorzieningen op maat nodig. Dit heeft te maken met de diversiteit van hun problematiek, maar ook met het sociale isolement waarin zij vaak verkeren. Het sociale netwerk van kwetsbare mensen kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van hun positie. 10 70 % KWETSBARE BURGERS Soms ontbreekt echter een sociaal netwerk en moet er gezocht worden naar mogelijkheden om een netwerk op te bouwen, bijvoorbeeld met buurtgenoten of vrijwilligers (versterken sociaal netwerk). Er zijn diverse voorbeelden van projecten rondom het doorbreken van een sociaal isolement. Voor kwetsbare mensen is deelname aan de samenleving niet vanzelfsprekend. Om de kans op deelname te vergroten, is het versterken van de eigen kracht van groot belang (empowerment). Via de site van Movisie het landelijke kenniscentrum en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling, (www.movisie.nl) zijn diverse beproefde projecten, trainingen en publicaties te vinden rondom activeren, voorzieningen op maat, versterken sociaal netwerk, versterken eigen kracht, en het doorbreken van sociaal isolement. Aanbevelingen uit tevredenheidonderzoek Wmo De meest kwetsbare groepen vallen in de laatste drie prestatievelden van de Wmo; maatschappelijke opvang (7), Oggz (8) en/of verslavingszorg (9). Uit tevredenheidonderzoeken in 2009 onder professionals werkzaam binnen deze prestatievelden, aangevuld met kwalitatieve onderzoeken onder doelgroepen (SGBO, 2010), komen de volgende verbeterpunten naar voren: een oproep aan de gemeente door de professionals om de regierol beter op te pakken, een wens om meer en betere afstemming met gemeenten, een beter gebruik van de informatie die professionals kunnen geven. Andere belangrijke aanbevelingen voor gemeenten zijn: Geef cliënten meer uitleg en duidelijke informatie over procedures, criteria, relevant aanbod en tijdspad; Communiceer als gemeenten expliciet met cliënten over knelpunten en tevredenheid; uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat signalen over klachten, problemen en vervelende ervaringen niet bij de gemeente terecht komen maar dat cliënten zich wenden tot aanbieder of leverancier. Inspectie geeft randvoorwaarden voor verantwoorde zorg voor twee kwetsbare groepen In de jaarlijkse Staat van de Gezondheidszorg over 2010 formuleert de Inspectie voor de Gezondheidszorg enkele lokale aanbevelingen om de zorg voor kwetsbare groepen te verbeteren. Omdat bij de zorg voor deze groepen vaak veel hulpverleners van allerlei organisaties betrokken zijn, is het lastig te bepalen wanneer de zorg op een voldoende verantwoorde wijze geboden wordt. De Inspectie heeft daarom, samen met betrokken organisaties en andere inspecties, voor twee van deze groepen (gezinnen met geringe sociale redzaamheid en stelselmatige delictplegers met psychische of psychiatrische problematiek), randvoorwaarden ontwikkeld waaraan de zorg moet voldoen. De cliënt en diens probleem staan in deze zorg centraal. 11 REGIONALE VTV 2011 Aandachtsgroep gezinnen met geringe sociale redzaamheid De eerste groep bestaat uit gezinnen met geringe sociale redzaamheid met naast een zorgvraag ook andere problemen (schulden, huisvesting, onderwijs). Deze kunnen in wisselende intensiteit en op wisselende momenten optreden. Dit brengt risico’s met zich mee voor de ontwikkeling van de kinderen die opgroeien in deze gezinnen, zeker als ze extra kwetsbaar zijn vanwege een licht verstandelijke handicap, al dan niet in combinatie met gedragsproblemen. Deze gezinnen krijgen vaak niet de zorg die ze nodig hebben. Deze zorg is vaak beperkt, gefragmenteerd en eenzijdig. Signalering en hulp vinden vaak plaats door veel verschillende instanties. Er zijn drie randvoorwaarden geformuleerd voor verantwoorde zorg aan deze gezinnen: er moet in een zo vroeg mogelijk stadium actief, ‘outreachend’, zorg en ondersteuning geboden worden (verloskundigen, kraamverzorgenden, medewerkers consultatiebureau/jeugdgezondheidszorg, scholen); zorg en ondersteuning zijn langdurig nodig, maar wisselend van aard, leefgebied en intensiteit; dat vraagt om goede toegankelijkheid en snelle toewijzing van zorg; verantwoorde zorg is alleen mogelijk als betrokken instellingen samenwerken in een effectief netwerk rondom het gezin. De ondersteuningsbehoefte van het gezin staat centraal. Het gaat om een integraal zorgplan en een aanspreekpunt. De Inspecties adviseren gemeenten en provincies om vanuit hun specifieke verantwoordelijkheden te realiseren dat de zorg voor gezinnen met geringe sociale redzaamheid voldoet aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg. Aandachtsgroep stelselmatige delictplegers met psychische of psychiatrische aandoeningen Uit onderzoek blijkt dat een aanzienlijk deel van de gedetineerden in Nederland kampt met psychische, psychiatrische en/of verslavingsproblemen, soms in combinatie met een beperking van verstandelijke vermogens. Ze ontvangen niet altijd de zorg en behandeling die nodig is. Ze maken deel uit van twee werelden die zich in de praktijk moeizaam tot elkaar verhouden: die van ‘straf’ en ‘zorg’. De Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie voor de Sanctietoepassing hebben deze groep omschreven als stelselmatige delictplegers met psychische of psychiatrische problematiek. Deze groep is met name te vinden onder veelplegers, maar ook onder gewone gedetineerden en onder cliënten van de (openbare) geestelijke gezondheidszorg. Voor deze doelgroep is nog geen sprake van continue zorg voor, tijdens en na detentie en er zijn grote knelpunten in het begeleiden bij terugkeer in de maatschappij. Mede hierdoor zijn de recidivecijfers hoog. Dit leidt tot veel overlast in de samenleving en verstopping van de justitiële keten. De Maatschappelijke kosten zijn hoog. 12 KWETSBARE BURGERS Verbeteringen zijn in gang gezet (o.a. veiligheidshuizen) onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Als randvoorwaarden voor verantwoorde ketenzorg zijn benoemd: gezamenlijk doel voor verantwoorde zorg bij netwerkpartners, eensluidende probleemanalyse, netwerkregie, informatiecoördinatie en bereik van het netwerk; zorginhoud gericht op verantwoorde zorg en afstemming onderlinge activiteiten; continuïteit in zorg; systematische evaluatie en verbetering. De inspectie adviseert gemeenten, GGZ-instellingen en penitentiaire inrichtingen om regionaal afspraken te maken met relevante partners om de randvoorwaarden voor verantwoorde zorg in de regio te implementeren. 1.2 Kansen in lokaal beleid Versterking van de regierol ivm gezamenlijke lokale aanpak van ondersteuning van kwetsbare groepen Organisaties en instellingen vragen om meer duidelijkheid in de regierol van de gemeente. Bij elkaar brengen van betrokken organisaties, investeren in de relatie met aanbieders en benutting van elkaars expertise bij het komen tot een gezamenlijke lokale aanpak, zijn daarbij belangrijk. Daarnaast is het verzamelen van overzichtsinformatie over aanbod en bereik van zorgaanbod voor kwetsbare groepen belangrijk voor de regierol en voor het verder ontwikkelen van de lokale aanpak. Benoem in de aanpak expliciet wat ingezet wordt ivm preventie-aanpak, vroegsignalering, activeren tot participatie, voorzieningen op maat, versterking sociale netwerk, versterking eigen kracht en doorbreken sociaal isolement. Het Participatiewiel als kans Het participatiewiel (figuur 1) is een instrument voor participatiebevordering voor gemeenten en voor organisaties die relevant aanbod voor kwetsbare mensen aanbieden. Het door MOVISIE ontwikkelde participatiewiel brengt de samenhang tussen verschillende vormen van participatiebevordering in beeld. Ook de relatie tussen de wettelijke kaders is in beeld gebracht. Het wiel maakt de overlap tussen wettelijke kaders zichtbaar. Het maakt de complexiteit zichtbaar en daarmee de knelpunten voor doorstroom van het ene naar het andere cluster van activiteiten. Ook wordt erin zichtbaar welke mogelijkheden voor financiering er allemaal zijn voor verschillende clusters van activiteiten. Het wiel kan ook bijdragen aan de ontwikkeling van een integrale visie op maatschappelijke participatie in brede zin. Met behulp van de doelen uit het wiel kan aanbod preventie-zorg geordend in kaart gebracht worden. De kern van het wiel is de burger (individu). Daaromheen staan zes voorwaarden voor participatie / aangrijpingspunten voor participatiebevordering gerangschikt (sociale contacten, maatschappelijk deelnemen, opdoen van ervaringen, eigen inkomen en 13 REGIONALE VTV 2011 zelfstandig functioneren). Daaromheen staan de mogelijke activiteiten gerangschikt en in de buitenste ringen tenslotte de wettelijke regelingen (Wmo, Wpg, AWBZ en zorgverzekeringswet, WWB Schuldhulpverlening, Wajong,WIA/WW/WIJ, Wsw, Wet participatiebudget). Zet in op een combinatie van risicofactoren Eerder kwam al naar voren dat een groot aantal risicofactoren de kans op uitval en sociale uitsluiting vergroot. Door (tijdig) ingrijpen bij factoren die met lokaal beleid te beïnvloeden zijn, kunnen beleidsmakers de kans op uitval en uitsluiting verminderen. Gemeenten kunnen zich in hun preventiebeleid op het terrein van de OGGZ richten op een combinatie van risicofactoren binnen verschillende groepen en individuen, het zogenaamde risicoprofiel. Bij (groepen) mensen met een ongunstig risicoprofiel is er sprake van een opeenstapeling van problemen, waardoor zij kwetsbaarder worden (Eugster et al., 2010). Publieksinformatie kan nog beter Gemeenten moeten blijven investeren in adequate informatievoorziening over het aanbod van voorzieningen, procedures en criteria om in aanmerking te komen voor een voorziening. Communicatie met burgers moet ook expliciet gericht zijn op verzamelen van klachten, problemen en vervelende ervaringen met voorzieningen of aanbieders daarvan. Monitoren van doelgroepen en evalueren van opbrengsten van lokale projecten Ontwikkel adequate methodieken om kwetsbare groepen te kunnen monitoren, en gebruik daarbij de onderzoeksexpertise van de GGD. Op vraag van de gemeente kan de GGD in dat verband themarapportages op aanvraag aanleveren, en/of bepaalde kwetsbare doelgroepen in kaart brengen. Ook kan de onderzoeksdeskundigheid van de GGD gevraagd worden bij evaluatieonderzoek, klanttevredenheidsonderzoek, behoefteonderzoek of secundaire analyse van gegevens. Gezondheid in de preventie-zorgketen De GGD kan adviseren over aaneensluiting van preventie/zorgketens en neemt daarin deel. Ook kan zij adviseren over gezondheidsaspecten bij bestuurlijke beslissingen ivm kwetsbare groepen en rondom preventiebeleid binnen de Wmo, afstemming en/of integratie van diverse relevante beleidsterreinen, een samenhangend netwerk van loketten en informatiestromen preventie/zorg, afstemming collectieve gezondheidsbevorderende activiteiten met bijvoorbeeld de (individuele) activiteiten van welzijnsorganisaties. 14 KWETSBARE BURGERS Toetsing van de lokale aanpak aan nieuwe randvoorwaarden voor verantwoorde zorg Rondom gezinnen met geringe sociale redzaamheid en stelselmatige delictplegers met psychische of psychiatrische aandoeningen, zijn er door de Inspectie randvoorwaarden voor verantwoorde zorg geformuleerd. Gemeenten moeten de lokale aanpak toetsen aan deze randvoorwaarden en waar nodig de aanpak bijstellen. 15 REGIONALE VTV 2011 Literatuur Bergen, A. van, Smit, R., Reinking, D., Muis, L., Leer, M. van der, et al. (2010). Themarapport Volksgezondheidsmonitor Utrecht 2010 [Electronic version]. Utrecht: GG&GD Eugster, A., Gestel, A. van, & Duijnhoven, M. van. (2010). Vraag in beeld: monitor maatschappelijke opvang, OGGZ en verslavingszorg. Zuidoost-Brabant 2009. Helmond: GGD Brabant-Zuidoost. Eysink, P.E. D, Poos, M.J.J.C., & Schrijvers, C.T.M. (2009). Openbare geestelijke gezondheidszorg. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Toolkit Regionale VTV. Bilthoven: RIVM. Op 26 januari 2010 ontleend aan http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o7098n36221.html Jehoel-Gijsbers, G. (2004). Sociale uitsluiting in Nederland. [Electronic version]. Den Haag: SCP. Lucht, F. van der, & Polder, J.J. (2010). Van gezond naar beter: kernrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 [Electronic version]. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (z.j.). Dossiers: WMO. Op 2 april 2009 ontleend aan http://www.minvws.nl/dossiers/wmo/ Movisie (z.j.). Kwetsbare groepen in beeld: definitie kwetsbare groepen. Op 28 september 2010 ontleend aan http://www.movisie.nl/131032/def/home/kwetsbare_groepen_in_beeld/definitie_kwet sbare_groepen/ Oudijk, D., Boer, A. de, Woittiez, I., Timmermans, J., & de Klerk, M. (2010). Mantelzorg uit de doeken [Electronic version]. Den Haag: SCP. Sociaal Cultureel Planbureau, Cretien van Campen (red.) Kwetsbare ouderen , Den Haag, februari 2011 Wolf, J. (2006). Handreikingen OGGZ in de WMO. [Electronic version]. In opdracht van Ministerie van VWS en de VNG Wmo in het kort (z.j.). Op 2 april 2009 ontleend aan http://www.invoeringwmo.nl/WMO/nl-NL/Algemeen/WMO.htm 16 KWETSBARE BURGERS Overzicht Deelrapporten regionale VTV 2011 – Hart voor Brabant 1. Ambulancezorg 2. Bevolking 3. Eerstelijns gezondheidszorg 4. Fysieke omgeving 5. GHOR 6. Genotmiddelen 7. Gezondheidsachterstanden 8. Gezondheidsbeleid 9. Huiselijk geweld 10. Integrale aanpak 11. Jeugd 12. Kwetsbare burgers 13. Levensverwachting en sterftecijfers 14. Overgewicht en diabetes 15. Psychische gezondheid - Depressie 16. Roken 17. Seksueel gedrag 18. Sociale omgeving en participatie 19. Sociale Veiligheid 20. WPG en Ouderen 21. Ziekte 22. Ziekten in de toekomst 23. Ziektepreventie 24. Zoönosen 25. Zorg 17