Voor zuigelingen die geen borstvoeding (meer) krijgen is er een uitgebreid assortiment flesvoedingen. Deze zijn voor baby’s en peuters in alle ontwikkelingsfasen. In deze folder vindt u informatie over alles wat met flesvoeding te maken heeft: wanneer geeft u voeding, hoeveel per fles en informatie over vitamines. Daarnaast ook advies over de bereiding en hoe de fles opgewarmd kan worden. Flesvoeding Een rustige omgeving en regelmaat zijn voor een pasgeboren kind erg belangrijk. Het is goed als verschonen, spelen en slapen zo veel mogelijk in dezelfde volgorde gebeuren. Vooral in het begin is het best lastig om de geluiden van uw baby te begrijpen. Wat probeert uw kind u duidelijk te maken? Heeft hij honger? Wil hij contact? Is hij geschrokken? Is het te druk? Sommige baby’s zijn heel gevoelig voor harde geluiden, scherp licht of drukte. Kijk goed naar uw kind. Zo leert u hem goed kennen. Het is goed om uw baby de fles geven, wanneer het daarom vraagt. Maar geef niet bij elk huiltje meteen de fles. Let goed op de signalen die uw kind geeft. Misschien wil hij gewoon slapen of heeft hij een vieze luier. Wanneer geeft u uw kind een voeding? Ieder kind heeft een eigen ritme. Geef uw kind een voeding wanneer hij duidelijk laat weten dat hij honger heeft. De hoeveelheid voedingen kunnen in de eerste maand nog variëren van ongeveer zes tot acht voedingen per dag, daarna zijn het er dagelijks vijf of zes. Stop zodra uw kind niet meer wil drinken. Het flesje hoeft niet leeg. Heeft u een slaperig kindje of een uiterst tevreden kindje, houd dan in de gaten dat u toch wel zo’n zes voedingen per 24 uur geeft. Een voeding duurt ongeveer 15 tot 30 minuten. Maakt u zich zorgen over het drinken van uw kind? Bespreek dit dan op het consultatiebureau. Welk merk Alle gezonde stoffen die uw kind nodig heeft, zitten in ‘volledige zuigelingenvoeding’. Bij alle merken staat dat op de verpakking. Daarop kunt u ook lezen welke type voeding het is. Er is bijvoorbeeld 1 voeding voor hongerige baby’s en voeding voor baby’s met krampjes. Verander nooit zomaar van type voeding. Verandering van voeding kan bij uw baby onrust geven. Gemiddeld heeft een kind minstens twee weken nodig om aan nieuwe voeding te wennen. Als u wilt veranderen van voeding willen de medewerkers van het consultatiebureau u graag adviseren hoe u dat het beste kan aanpakken. Hoeveelheid melk per fles Op de verpakking van de flesvoeding staat hoeveel afgestreken maatschepjes poeder en water u moet gebruiken. De hoeveelheid heeft te maken met de leeftijd, het gewicht en de activiteiten van uw kind. Per dag heeft hij per kilo van zijn lichaamsgewicht ongeveer 150 ml vocht nodig. Later krijgt hij ook ander voedsel. Dan is minder melk nodig. Richtlijn hoeveelheid vocht per 24 uur Aantal voedingen per 24 uur Gewicht baby (kg) U • • • < 3 3 - 3,5 3,5 - 4 4 - 5 5 - 6 > 6 7 6 5 5 5 4 - 8 7 6 6 6 5 Hoeveelheid vocht per 24 uur 450 450 525 600 750 900 ml - 525 - 600 - 750 - 900 ml ml ml ml ml weet zeker dat uw kind voldoende drinkt als: uw kind levendig is; minimaal zes zware plasluiers per dag heeft; goed groeit volgens de groeicurve van het consultatiebureau. Extra vitamines Uw baby krijgt via de flesvoeding voldoende vitamine K binnen. Vitamine D is wel extra nodig. Dit is namelijk belangrijk voor het krijgen van stevige tanden en botten. Vitamine D krijgt een kind tot hij vier jaar is. De vitamine druppels zijn verkrijgbaar bij drogist en apotheek. 2 Bereiding van de flesvoeding Het beste kunt u één fles per voeding klaarmaken.Maak de fles heel nauwkeurig en hygiënisch klaar. Kleine baby’s zijn namelijk nog zeer vatbaar voor infecties en in klaargemaakte zuigelingenvoeding kunnen bacteriën zich goed vermenigvuldigen. Stap voor stap: 1. Maak de plek, waar u de fles klaarmaakt, goed schoon. 2. Was uw handen. 3. Zorg dat de fles schoon is. 4. Lees op de verpakking hoe u de flesvoeding moet klaarmaken. 5. Gebruik voor het klaarmaken water uit de kraan. In Nederland is het water uit de kraan veilig. Het water is van goede kwaliteit en wordt voortdurend gecontroleerd. U hoeft het niet eerst te koken. Gebruik alleen koud water uit de kraan en geen water uit de boiler. Warm water wordt vaak opgewarmd in een geiser of boiler en kan een te hoog gehalte aan metalen en soms bac teriën bevatten. Laat de kraan 30 sec. doorstromen. Als uw huis van voor 1960 is, kunnen er loden leidingen in zitten. Het beste is deze te vervangen omdat lood niet goed is voor de gezond heid. Wanneer dit niet mogelijk is, gebruik dan mineraalwater voor de bereiding van voeding. 6. Verwarm het water in de fles en voeg daarna het poeder toe. 7. Probeer op de binnenkant van uw pols of de klaargemaakte melk niet te warm is. 8. Is de warmte goed, geef de fles dan meteen aan uw kind. 9. Laat uw kind niet langer dan een halfuur drinken. Melk die over is, gooit u weg. 10.Spoel na het drinken de fles en speen direct af met koud water. 11.Was de fles en speen: • in de vaatwasser op een lang wasprogramma op minimaal 55ºC of in heet sop met een flessenborstel. • Zet de fles en speen omgekeerd op een droge, schone doek te drogen. • Bewaar de fles op een schone, droge en stofvrije plaats. De droge speen kan in een afgesloten bakje of boterhamzakje bewaard worden. In de koelkast bewaren is niet noodzakelijk. 3 Verwarmen van de fles De fles kunt u op verschillende manieren verwarmen: • in een pannetje met warm water; • in een flessenwarmer; • in de magnetron. De flesvoeding mag niet warmer worden dan 30-35ºC. Dat is een goede temperatuur om te drinken. Laat de voeding niet te heet worden en zeker nooit koken. Een fles uit de magnetron voelt aan de buitenkant misschien koud aan. Maar de voeding kan al heet zijn. Schud de fles altijd even om de warmte van de melk goed te verdelen. Probeer het daarna op de binnenkant van uw pols. Als de melk even warm aanvoelt als de huid, kan u het aan uw kind geven. Is de melk nog te warm, wacht dan even met geven. Drink niet zelf van de fles. Zo kunt u bacteriën uit uw mond overbrengen op uw kind. Magnetron De fles kan in de magnetron het beste op de volgende wijze worden opgewarmd: • 100ml ongeveer 30 seconden op 600 Watt. • 150ml ongeveer 45 seconden op 600 Watt. • 200ml ongeveer 60 seconden op 600 Watt. Houd er rekening mee dat bij een afwijkend vermogen van de magnetron u de tijden aanpast. Steriliseren Het volstaat om babyvoedingflessen en spenen na gebruik goed te reinigen en te drogen. Uitkoken is niet nodig. Fles en speen hoeven niet steriel te zijn, maar wel goed schoon. Bij spruw is het wel nodig om dagelijks de flessen en spenen uit te koken. Flesvoeding voor onderweg Omdat het bijna niet mogelijk is om flesvoeding buiten de koelkast goed gekoeld (± 4oC) te houden, is het niet aan te raden om een klaargemaakte fles mee te nemen. Een geschikte oplossing is het 4 meenemen van de juiste hoeveelheid melkpoeder voor een fles en water. Hiervoor zijn handige meeneembakjes te koop. Bijna overal is het mogelijk om water op te warmen in de magnetron. Het is ook mogelijk om warm water voor de flesvoeding mee te nemen in een thermosfles. Zo kunt u overal een fles klaarmaken en geven. Van sommige merken zijn er pakjes kant-en-klare zuigelingenvoeding te koop. Flesvoeding verdunnen Het is niet aan te raden om de flesvoeding te verdunnen. Als een kind de fles dan niet op krijgt, kan het een tekort aan voeding krijgen. Als een kind flesvoeding krijgt, kan bij erg warm weer, naast de gebruikelijke hoeveelheid flesvoeding wat extra water worden gegeven op een lepeltje of uit de fles. Het is ook belangrijk dat het kind in elk geval voldoende flesvoeding blijft krijgen. Fles en speen Er zijn veel verschillende soorten flessen op de markt. Het kan lastig zijn om hierin een keuze te maken. Laat u goed informeren bij een drogist of speciaalzaak. Wanneer een plastic fles haarscheurtjes of barstjes vertoont, is het goed om deze te vervangen. Bij spenen hangt de keuze af van welke voeding u geeft. Er zijn spenen te koop voor dunne en dikke voeding, voor snelle en langzame drinkers. Elk merk fles heeft zijn eigen assortiment spenen. Volgens de fabrikant zijn spenen na zes weken versleten en moeten dan vervangen worden. Speciale voeding Naast gewone, volledige zuigelingenvoeding is ook speciale babyvoeding verkrijgbaar voor hongerige baby’s en spugende baby’s. Daarnaast is er ook voeding op sojabasis en lactosearm. Bij eventuele klachten is het niet verstandig om zomaar over te stappen op een andere voeding. Beter is dit eerst te overleggen met het consultatiebureau, diëtist of huisarts. 5 Geven van de flesvoeding Geef uw kind veel aandacht als u de fles geeft. Neem hem lekker op schoot, waarbij u zelf een ontspannen houding aanneemt. Zorg dat uw arm steun heeft, gebruik zo nodig een kussen. Neem de tijd om uw kind rustig en ongestoord te voeden. Laat in het begin niet te veel verschillende mensen de fles geven. Alleen u en andere verzorgers zijn genoeg. Uw kind leert jullie dan goed kennen. Andere tips: • Zorg dat de speen vol blijft met melk, anders krijgt uw kind veel lucht binnen • Draai de schroefdop niet te strak aan. • Stop met de fles geven als uw kind niet meer wil. • Spuugt uw kind bij het drinken? Als hij net na de voeding kleine hoeveelheden spuugt en er geen last van heeft, dan hoeft u er niets aan te doen. Bij twijfel is het raadzaam om te overleggen met het consultatiebureau. • Geef een speen met één klein gaatje als uw kind snel drinkt. Zo verslikt hij zich niet. Voor een langzame drinker is een speen met twee gaten beter. • Zorg dat het kind de speen niet plat zuigt. Vervang de speen als deze verkleurt of gaat scheuren. • Voed afwisselend links en rechts op uw arm. Dit is goed voor de ontwikkeling van uw kind. Laat het kind niet zelf en zonder toe- zicht in een babystoeltje of in bed drinken, omdat uw kind zich dan kan verslikken. Boertje na de voeding Stop niet tijdens de voeding om je kind te laten boeren. Het boertje komt meestal pas na de voeding. Wanneer uw kind gulzig of naar lucht hapt, dan is het goed om halverwege de voeding even te stoppen voor een boertje. Uw kind boert makkelijker als u hem optilt en hem tegen u aan houdt, met het hoofdje boven uw schouder. Meestal volstaan één of twee boertjes. Leg uw kind daarna weer neer. Wanneer uw kind huilt, kunt u het opnieuw proberen. Wanneer uw kind rustig drinkt en ruim de tijd krijgt om te boeren, hoeft u zich niet ongerust te maken wanneer hij toch niet boert. 6 Huilen na de fles Wanneer uw kind na het krijgen van de fles begint te huilen kan dat verschillende oorzaken hebben: • Ga eerst na of uw kind echt nog honger heeft. Drinkt hij gewoon te vlug, laat hem dan trager drinken door de speenopening te ver kleinen of de dop wat harder aan te schroeven. • Van flesvoeding krijgt een kind gemakkelijker te veel dan van borstvoeding. Het drinken uit de fles gaat soms snel. Hierdoor ontstaat de neiging om door te gaan met voeden. • Wil hij nog zuigen, geef hem dan een fopspeen. Duimzuigen heeft als nadeel dat het een slechte invloed heeft op de vorm van de mond, bij een speen is dat minder. Ook kan een kind makke lijker het zuigen op een speen afwennen dan duimzuigen. • Heeft uw kind nog honger, geef hem dan meer melk. U mag maxi- maal 200ml per fles geven en maximaal tussen de 800-1000 ml per dag. • Blijft hij onverzadigbaar, bespreek dit dan met de arts of jeugdver- pleegkundige op het consultatiebureau. • Voeg niets extra’s aan bereide flesvoeding toe Minderen Bij de leeftijd van zes maanden heeft uw kind bijvoeding nodig. Dat is ander eten en drinken dan melk. Indien u en uw kind er aan toe zijn, kan tussen vier en zes maanden begonnen worden met het geven van oefenhapjes. Deze vervangen nog geen melkvoeding. Als uw kind ouder wordt, krijgt hij steeds minder melkvoeding en steeds meer bijvoeding. Meer informatie hierover staat in de folder ‘De eerste hapjes van uw kind’. In bad na de fles Het is aan te raden om uw kind eerst in bad te doen en daarna de fles te geven. Wilt u dit toch andersom doen, dan is het verstandig om even te wachten voordat u uw kind in bad doet. Zo voorkomt u dat uw baby melk uitspuugt. 7 Spruw Spruw is een schimmelinfectie die veroorzaakt wordt door de candida albicans die gedijt op eiwitten in melk. U kunt spruw op de volgende manier herkennen: • Witte kwarkachtige plekken op het mondslijmvlies en tong die niet weg te vegen zijn. • Soms heeft uw kind een gezwollen bleke tong of parelmoerglans op de tong. • Uw kind ervaart vermoedelijk jeuk of pijn en gaat slechter of onrustiger drinken. Ook kan uw kind telkens loslaten tijdens het drinken, een klakkend geluid maken en soms de fles weigeren. • Hardnekkige luieruitslag (duidelijk heldere rode begrensde plekken of solitaire plekjes), soms ook rode plekken in huidplooien, armen en de liesstreek. De baby krijgt meestal een schimmelwerend middel voor in het mondje. De dosering, voorgeschreven door de huisarts, is vaak vier keer per dag. Het advies is om deze dosering te halveren, zodat het kindje na elke voeding behandeld kan worden. Na de voeding brengt u het medicijn met behulp van een schoon gaasje of wattenstokje aan. In het geval van luieruitslag moet uw baby daarvoor ook behandeld worden. Na het verdwijnen van de klachten moet nog minimaal 5 dagen worden doorgegaan met de behandeling. Naast behandeling is goede hygiëne belangrijk om verspreiding tegen te gaan. Op de volgende manieren kunt u verspreiding tegengaan: • Was uw handen regelmatig • Gebruik papieren handdoeken of neem veelvuldig een schone handdoek • Was de babywas en alles wat in aanraking komt met de schimmel op 60 graden, strijk het wasgoed of laat het in de zon drogen • Kook flessen, spenen, fopspenen en dergelijke dagelijks uit • Neem regelmatig het aankleedkussen en de commode met een vochtige doek af Voor meer informatie en vragen kunt u contact opnemen met uw consultatiebureau via Rivas Zorglijn 0900-8440. 8