Kanker van de dikke darm

advertisement
Kanker van de
dikke darm
–
Hoofddorp
Eigendom van:
Naam
______________________________
Adres
______________________________
Plaats
______________________________
Telefoonnummer
______________________________
N.B. Vindt u dit boekje? Neem dan contact op met de eigenaar van dit boekje.
Vragen en telefoonnummers
Het is belangrijk dat u juiste en duidelijke informatie krijgt. Met deze informatie beslist u,
samen met uw arts, of u de operatie laat doen. Heeft u na het gesprek met uw arts en na het
lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust. Schrijf uw vragen van te voren op,
zodat u niets vergeet. Bij problemen, vragen of ongerustheid neemt u contact op met de
polikliniek chirurgie, de verpleegkundig specialist oncologie, of uw huisarts.






polikliniek chirurgie
polikliniek oncologie
Verpleegkundige specialist oncologie Pien Hoekstra
Verpleegkundige specialist oncologie Petri Dienaar
Stomapoli
AVL radiotherapie Hoofddorp
Uw Casemanager is: _______________________________
 (023) 224 0020
 (023) 224 0065
 (023) 224 0974
 (023) 224 0975
 (023) 224 0956
 (023) 224 0040
 (023) 224 ……
Inhoud













Waarom deze informatie
Anatomie en werking van de dikke darm
Klachten bij afwijkingen van de dikke darm
Onderzoek en diagnose
Behandeling van kanker van de dikke darm
Mogelijke complicaties
De operatie
Na de operatie
Naar huis
Weer thuis
Verdere behandelingen
Patiëntenverenigingen
Aanvullende informatie
Waarom deze informatie
Deze folder geeft u informatie over de behandeling van kanker in de dikke darm in het
Spaarne Gasthuis. Niet alles kan in deze folder beschreven worden. Voor uitgebreide
informatie over kanker van de dikke darm, leest u
dan ook de folder “Dikke darmkanker” van het
KWF. Deze folder krijgt u van de
verpleegkundige. Besef dat voor u persoonlijk de
situatie anders kan zijn dan beschreven. Lees
alle informatie goed door en bewaar het, zodat u
het nog eens kunt lezen. U krijgt ook de folder
‘Opname en verblijf in het Spaarne Gasthuis.
Anatomie en werking van de dikke
darm
Het voedsel komt via slokdarm, maag en dunne
darm terecht in de dikke darm, het laatste deel
van ons spijsverteringskanaal.
© Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190-533w | 07-12-2016
Kanker van de dikke darm | pagina 2
Hier gebeuren de laatste processen van de
spijsvertering en de ontlasting dikt in. Deze processen
gebeuren ook nog nadat een groot deel van de dikke
darm is verwijderd. De dikke darm is ongeveer 150
cm lang en wordt in delen beschreven (zie tekening).
Rechts in de buik ligt het opstijgende deel (A: het
colon ascendens), waar de dunne darm in uitmondt.
Ook zit aan dit deel het wormvormig aanhangsel (de
appendix of blindedarm) vast.
Dichtbij de lever gaat de dikke darm over in het dwars
verlopende deel (B: het colon transversum), dat onder
de maag langs naar links loopt.
Dichtbij de milt gaat de dikke darm over in het
afdalende deel (C: het colon descendens), dat in de
linker onderbuik een S-bocht maakt (D: het sigmoid).
In het kleine bekken gaat het sigmoid over in de
endeldarm (E: het rectum) die eindigt bij de sluitspier, de anus.
De wand van de dikke darm bestaat uit verschillende lagen. Van binnen naar buiten zijn dat,
een laag slijmvlies. Daarin bevinden zich klieren die slijm afscheiden. Een laag bindweefsel,
ook wel steunweefsel genoemd, deze laag bevat veel bloedvaten. Daarom heen zitten nog
twee spierlagen.
Klachten bij afwijkingen van de dikke darm
De meest voorkomende vorm van kanker in de dikke darm ontstaat in de laatste delen van de
dikke darm, het sigmoid en de endeldarm. De klachten die bij afwijkingen aan de dikke darm
optreden, zijn sterk afhankelijk van de aard en de plaats van de afwijking. Daardoor is het
klachtenpatroon zo wisselend. Klachten die kunnen optreden zijn onder andere:
 Veranderingen in de regelmaat van de stoelgang.
 Verstoppingen of afwisselend verstopping en dan weer diarree.
 Bloed of slijm bij de ontlasting.
 Het gevoel ontlasting te moeten krijgen terwijl er niets of niet veel komt.
 Bloedarmoede.
Als de dikke darmkanker in grootte toeneemt, groeit deze door de verschillende lagen van de
darmwand heen. Rondom de darmen bevindt zich een uitgebreid netwerk van lymfeklieren.
Als de kanker verder doorgroeit in de darmwand, wordt de kans groter dat er kankercellen
losraken. Deze kunnen via het lymfevocht in de lymfeklieren terechtkomen. Hierdoor kunnen
in deze lymfeklieren uitzaaiingen ontstaan.
In Nederland wordt er per jaar bij ongeveer 12.000 mensen dikke darmkanker vastgesteld. Na
borstkanker bij vrouwen en prostaatkanker bij mannen, komt kanker van de dikke darm het
meeste voor.
Het vroeg opsporen van kanker van de dikke darm
Het vroeg opsporen van kanker van de dikke darm is belangrijk. Wordt kanker van de dikke
darm vroeg gevonden dan kan er minder ingrijpend geopereerd worden. Heeft u
bovenstaande klachten al wat langer? Laat u dan door uw huisarts doorsturen naar de
specialist in het ziekenhuis. In Nederland wordt gestart met het bevolkingsonderzoek naar
kanker van de dikke darm.
© Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190-533w | 07-12-2016
Kanker van de dikke darm | pagina 3
Onderzoek en diagnose
De diagnose wordt gesteld met het verhaal uw klachten en aanvullend onderzoek. Welk
onderzoek nodig is, hangt af van uw klachten. De onderzoeken kunnen zijn:
 Lichamelijk en inwendig onderzoek. Naast het luisteren en voelen aan de buik, doet de arts
ook een inwendig onderzoek via de anus.
 Endoscopie: met een flexibele kijkbuis wordt of een gedeelte van de darm (sigmoïdoscopie)
of de hele dikke darm (coloscopie) bekeken. Vaak worden dan stukjes weefsel (biopten)
voor onderzoek genomen. Deze worden door de patholoog anatoom onderzocht.
 Coloninloop foto: hierbij wordt via de anus contrastvloeistof ingebracht, waarmee de vorm,
de grootte en eventueel bijzonderheden te zien zijn op de röntgenfoto’s.
 CT-scan: hiermee is het mogelijk om afbeeldingen te maken van een dwarsdoorsnede van
de dikke darm. Zo kan een juiste plaats van de tumor te zien zijn.
 Echo: is een eenvoudig onderzoek, waarbij met geluidsgolven de vorm, de grootte, de
bewegingen en eventuele bijzonderheden van de verschillende organen te zien zijn in de
buik.
Met de uitslagen van de onderzoeken kan de arts mogelijk zien in welk stadium de ziekte is.
Dit is belangrijk om een juiste behandeling af te spreken. Bij kanker van de dikke darm wordt
meestal de stadiumindeling volgens TNM gebruikt:
 TNM-stadium I:
De groei van de tumor is beperkt is tot de spierlaag van de darmwand
 TNM-stadium II:
De tumor groeit door de spierlaag van de darmwand heen, maar er zijn geen uitzaaiingen in
de omliggende lymfeklieren aanwezig.
 TNM-stadium III:
Er zijn wel uitzaaiingen in de omliggende lymfeklieren aanwezig.
 TNM-stadium IV:
Er zijn uitzaaiingen op afstand aanwezig.
Behandeling van kanker de dikke darm
Welk deel van de darm wordt weggenomen
In de afbeelding ziet u waar de tumor zit en welk deel van
de dikke darm wordt weggenomen.
Wegnemen van het opstijgende gedeelte van de
dikke darm (Colon ascendens of Coecumtumor)
Het opstijgende deel (A) wordt weggenomen. Het eind
van de dunne darm wordt aan deel B gehecht.
Wegnemen van het overdwars gedeelte van de dikke
darm (Colon transversumresectie)
Het overdwars lopende deel van rechts naar links (deel
B) wordt weggenomen. De 2 uiteinden van de delen A en C worden aan elkaar gehecht.
Wegnemen van het links-zijdige deel van de dikke darm (Hemicolectomie links)
Het linker gedeelte van de dikke darm (deel C) wordt weggenomen. Deel B wordt aan deel D
vast gehecht. Om dat te kunnen doen worden de uiteinden wat verder losgemaakt.
© Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190-533w | 07-12-2016
Kanker van de dikke darm | pagina 4
Wegnemen van het "S-vormig" gedeelte van de dikke darm (Sigmoidresectie)
Het S-vormige deel (sigmoid) van de dikke darm, de overgang naar de endeldarm (rectum),
wordt weggenomen. Het uiteinde van C wordt vast gehecht of vastgeniet met een speciale
stapler (afhankelijk van de lokale situatie/voorkeur chirurg) aan (E) het rectum. Om dit te
kunnen doen wordt de bocht tussen B en C (ter hoogte van de milt) meestal losgemaakt.
Wegnemen van het laatste deel van de dikke darm (Low anterior resectie)
De afwijking zit bij de overgang van de dikke darm naar de endeldarm, zie E in de
tekening. De chirurg haalt dit gedeelte van de darm weg. Dit wordt een low anterior resectie
genoemd.
Rectum amputatie
Zit de afwijking heel laag in de darm, dichtbij de anus, dan kan het zijn dat de sluitspier van de
anus (rectum) ook verwijderd wordt. Er kan dan geen aansluiting met een ander stuk darm
gemaakt worden. De anus wordt weggenomen (rectumamputatie). In dat geval wordt er een
eindstandig en blijvend stoma aangelegd.
Bestraling
Zit de tumor heel laag in de darm, dan start u eerst met bestraling voordat u geopereerd
wordt. Het doel van de bestraling is de tumor te verkleinen, zodat deze tijdens de operatie
goed te verwijderen is. Straling beschadigt de kankercellen. Deze herstellen zich daarna
moeilijk, zodat de kanker geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd. Straling tast ook de
omringende gezonde cellen aan. Deze herstellen zich meestal weer.
De bestraling kan 5 dagen duren, direct daarop gevolgd door de operatie. Als uit
vooronderzoek blijkt dat de bestraling langer nodig is, krijgt u een bestralingsperiode van 5
weken. Bij deze langere bestralingperiode moeten ook medicijnen geslikt worden
(chemoradiatie).
Bij endeldarmkanker gaat dit via uitwendige bestraling. De straling komt dan uit een toestel en
dringt van buitenaf door tot de kanker. Om beschadigingen van gezonde cellen zoveel
mogelijk te beperken, wordt de stralenbundel zo nauwkeurig mogelijk op de kanker gericht.
Bovendien verdeelt men de totale hoeveelheid straling over een aantal bestralingen. Alle
bestralingen tezamen vormen de bestralingskuur.
Bestraling kan bijwerkingen hebben. Dit kunnen zijn:
 Vermoeidheid, tijdens maar ook enige tijd na de bestraling kan u door de bestraling moe
zijn.
 Gestoorde ontlasting, de ontlasting komt dan meerdere malen per dag en is vaak vermengd
met slijm. Vervelend is ook loze aandrang, waarbij u soms alleen slijm verliest.
 Vaker moeten plassen. Het is niet te vermijden dat (een deel van) de blaas wordt mee
bestraald. Dit heeft tot gevolg dat de u vaker moet plassen.
De genoemde bijwerkingen zijn meestal tijdelijk van aard. Na de bestralingskuur worden de
klachten langzaam minder en verdwijnen meestal helemaal.
Bij iedere operatie hierboven beschreven, geldt dat de chirurg altijd meer wegneemt dan
alleen het gedeelte waar de afwijking zit. Behalve de dikke darm wordt ook het vetweefsel en
de lymfeklieren rondom het deel van de darm weggenomen. De lymfeklieren waar eventueel
ook tumorcellen in zitten zijn dan ook weggenomen. De operatie duurt ongeveer 2 uur.
Omdat het operatiegebied laag in het bekken ligt bestaat de kans op beschadiging van de
zenuwen naar de blaas en geslachtsorganen. Hierdoor kunt u last hebben met plassen. Soms
heeft u tijdelijk een katheter nodig. Dit is een slangetje in de blaas om te plassen. Bij de man
© Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190-533w | 07-12-2016
Kanker van de dikke darm | pagina 5
kan impotentie optreden en bij de vrouw kan de vagina niet meer vochtig worden. Deze
problemen kunnen tijdelijke zijn.
Na een operatie in het laatste deel van de dikke darm mag u de eerste tijd geen zetpillen
gebruiken. Dit komt omdat de hechtingen van de darmdelen heel dichtbij de anus zitten. Een
zetpil zou deze hechting/wondnaad kunnen beschadigen. U krijgt op een andere manier de
pijnstillers. De eerste dagen na de operatie heeft u een pompje met een slangetje en daarna
krijgt u tabletten.
Stoma
Soms is het nodig om een stoma (darmuitgang op de buik) aan te leggen. Dit stoma kan
tijdelijk of blijvend zijn. Een stoma betekent voor patiënten vaak een grote verandering in hun
leven en roept vragen en onzekerheid op. De chirurg vertelt u hier meer over. Voor de
operatie wordt de plaats van het stoma op de buik getekend. De stomaverpleegkundige
bekijkt samen met u op welke plaats het stoma het beste kan worden geplaatst.
Bij een stoma van de dikke darm (colostoma) is de ontlasting vaak normaal van dikte en
verandert de hoeveelheid niet. De stomaverpleegkundige vertelt u over het verzorgen van het
stoma en de materialen hiervoor. Ook na de operatie en als u weer thuis bent kunt u uw
vragen stellen aan of bij problemen contact opnemen met de stomaverpleegkundige.
In het begin zal alles wat met een stoma te maken heeft vreemd zijn. U vraagt zich af of er
met een stoma te leven valt. Misschien bent u bang dat anderen het zakje kunnen zien, horen
of ruiken.
Een stoma hoeft geen handicap te zijn om weer aan het werk te gaan. Alleen bij zwaar
lichamelijk werk is overleg met de chirurg en de bedrijfsarts verstandig. Of u weer alles kunt
hangt af van het resultaat van de behandeling. Wilt u weer sporten overleg dan met uw
chirurg. Veel sporten kunnen weer gewoon gedaan worden. Heeft u een colostoma, lees dan
ook de folder ‘Colostoma’ van de Nederlandse Stomavereniging. U krijgt deze folder van de
stomaverpleegkundige.
Op welke manier een operatie
Er verschillende manieren van opereren mogelijk bij
kanker aan de dikke darm. De chirurg bespreekt met
u welke bij u wordt gedaan.
Laparoscopische darmoperatie
Bij een laparoscopie maakt de chirurg slechts enkele
kleine sneetjes in plaats van één hele grote. Een
laparoscoop (een dunne telescoopachtige buis) wordt
via één van de sneetjes in de buik gebracht. Hierdoor
ziet de chirurg de dikke darm op een monitor.
Chirurgische instrumenten worden via de andere
sneetjes ingebracht. Tijdens de laparoscopische
operatie bedient de chirurg de chirurgische
instrumenten via de monitor.
Het is een operatie waarbij u sneller herstelt dan wanneer u klassiek geopereerd wordt. Het
Spaarne Ziekenhuis heeft al jaren ervaring met de laparoscopische operatietechniek.
Ook al zijn de sneetjes maar klein, het blijft toch een grote operatie. Tijdens een
laparoscopische operatie kan door de chirurg besloten worden verder te opereren via een
grote snede, op de klassieke wijze.
Voordelen van de laparoscopische darmoperatie:


minder littekens
minder pijn
© Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190-533w | 07-12-2016
Kanker van de dikke darm | pagina 6



sneller herstel
korter verblijf in het ziekenhuis
snellere terugkeer naar de normale activiteiten
Klassieke darmoperatie met een grote buiksnede
De dikke darm operatie kan met een grote buiksnede (klassieke operatie) gebeuren.
De chirurg maakt een opening in de buik van ongeveer 20 cm. De snee loopt in de lengte van
boven naar beneden over de buik. De chirurg neemt een deel van de darm weg. Daarna
hecht hij de darmen weer aan elkaar (anastomose). Wanneer dat niet mogelijk is wordt er een
stoma aangelegd. Nadat alle lagen weer zijn gesloten, wordt de huid dicht gehecht.
Curatief of Palliatief
Een operatie kan curatief zijn: dit wil zeggen gericht op het genezen van de patiënt. Soms
wordt vóór of na de operatie nog aanvullende behandelingen gegeven in de vorm van
radiotherapie of chemotherapie.
De operatie kan ook palliatief zijn: dit wil zeggen gericht op het verminderen van de klachten
en het remmen van de ziekte. Palliatief behandelen wordt gedaan als de ziekte niet meer
alleen in de dikke darm zit. Maar ook uitzaaiingen heeft verder op in het lichaam.
Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico's. Zo is er ook bij een operatie aan de dikke darm de
normale kans op complicaties aanwezig, zoals trombose, longontsteking, nabloeding,
wondinfectie.
Bij een operatie aan de dikke darm kan ook een lekkage van de darmnaad (de anastomose)
ontstaan. Dan is vaak een nieuwe operatie nodig. De darmnaad wordt losgemaakt en er wordt
een stoma aangelegd.
Bij mannen treedt soms impotentie op. Het is soms niet te vermijden dat de zenuwen naar de
geslachtsdelen en blaas worden beschadigd.
Ook kunnen problemen met plassen ontstaan. Meestal is dit tijdelijk.
De operatie
Voorbereiding van een operatie
Voor een operatie van de dikke darm wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Afhankelijk van
de situatie en de voorkeur van de chirurg wordt vóór de operatie de darm leeggemaakt. Dat
kan met laxeermiddelen of met een klysma of beiden. Als er een ernstige verstopping is of er
moet acuut geopereerd worden, dan gebeurt het leegmaken van de darm niet. Lees voor
meer informatie en wat u meeneemt naar het ziekenhuis de folder ‘Opname en verblijf in het
Spaarne Gasthuis
De operatie
De operatie wordt gedaan onder algehele anesthesie, soms aangevuld met een verdoving via
een prik in de rug. De soort operatie is afhankelijk van de oorzaak van de afwijking en de
plaats van de afwijking in de dikke darm. Hoe lang zo'n operatie duurt hangt ook af van de
omstandigheden. Vaak wordt pas tijdens de operatie gezien welke behandeling mogelijk is.
Van te voren heeft de chirurg met u wel de mogelijkheden besproken.
Nadat het darmdeel met de kanker is verwijderd probeert men altijd de uiteinden van de
darmdelen weer met elkaar te verbinden, tenzij de chirurg iets anders met u heeft
afgesproken. Dit heet een anastomose.
© Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190-533w | 07-12-2016
Kanker van de dikke darm | pagina 7
Bij een tumor in het laatste deel van de dikke darm kan de situatie zo zijn dat het niet altijd
mogelijk is om de darmdelen weer met elkaar te verbinden. Het deel van de darm waarin de
tumor zit wordt verwijderd. Het onderste uiteinde van de darm wordt dan gesloten en van het
bovenste uiteinde maakt de arts een stoma. Dit stoma is vaak tijdelijk.
Zit de afwijking heel laag in de darm, dichtbij de anus, dan kan er soms geen verbinding meer
gemaakt worden. De anus wordt dan ook weggenomen. Er wordt dan een eindstandig en
blijvend colostoma aangelegd.
Na de operatie
Direct na de operatie bent u door een aantal slangen verbonden met apparaten. Dat kunnen
zijn:
 Één of twee infusen voor vochttoediening. Een infuus is een naaldje in het bloedvat van uw
hand of arm waardoor vocht wordt gegeven.
 Een dun slangetje in uw rug voor pijnbestrijding.
 Een hevel door uw neus, die via de slokdarm in de maag ligt en ervoor zorgt dat het
overtollige maagsap wordt afgevoerd.
 Een blaaskatheter voor afvoer van urine uit de blaas.
Afhankelijk van uw herstel na de operatie worden al deze hulpmiddelen verwijderd.
Het infuus;
Na de operatie kunt u wat misselijk zijn en dorstig. Tegen de misselijkheid kunt u medicijnen
krijgen. Een infuus zorgt voor voldoende vocht. Zodra u zelf weer voldoende drinkt verwijdert
de verpleegkundige het infuus.
Eten en drinken;
U krijgt de eerste dagen drinken en eten naar behoefte en wat u kunt verdragen. Na een
aantal dagen mag u steeds meer eten, afhankelijk van uw conditie en wensen. Uit ervaring
weten we dat het goed is te eten en te drinken naar behoefte. Dit noemen wij het wensdieet.
Er is geen vast schema voor.
Pijnbestrijding;
De eerste dagen na de operatie is het wondgebied gevoelig. Diep ademhalen en hoesten zijn
belangrijk maar kunnen pijnlijk zijn. U heeft een slangetje in de rug, die uw buik via het
ruggenmerg verdooft. Het slangetje in uw rug wordt na enkele dagen verwijderd. Daarna krijgt
u van de verpleegkundige pijnstillers in tabletvorm. We weten dat mensen die minder pijn
hebben sneller herstellen. Pijnstilling regelmatig innemen is dus belangrijk, ook als u de pijn
nog niet als erg voelt.
Maaghevel;
Soms heeft u een slangetje via uw neus in de maag gekregen om te voorkomen dat u moet
braken. Deze slang wordt na de operatie verwijderd, soms een dag later.
Naar huis
De chirurg overlegt met u wanneer u naar huis kunt. Voor controle en het verwijderen van de
hechtingen krijgt u een afspraak mee.
Bij een klassieke darmoperatie is dit ongeveer 7-10 dagen na de operatie. Dan is ook de
uitslag bekend van het uitgenomen weefsel. De eventuele nabehandeling wordt met u
besproken.
© Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190-533w | 07-12-2016
Kanker van de dikke darm | pagina 8
Heeft u een laparoscopische darmoperatie ondergaan, dan kunt u meestal eerder naar huis.
Afhankelijk van uw situatie bespreekt de chirurg dit met u. De uitslag van het uitgenomen
weefsel is dan meestal nog niet bekend. Die krijgt u van de chirurg bij uw eerste controle
bezoek. Een eventuele nabehandeling wordt dan ook met u besproken.
Wanneer speciale thuishulp (gezinszorg of wijkverpleging) nodig is, wordt die vanuit het
ziekenhuis geregeld. Het is wel verstandig dit op tijd, al tijdens de opname, te bespreken met
de verpleegkundige.
Weer thuis
Herstellen na de een dikke darm operatie vraagt tijd en onderschat de situatie niet. Wanneer u
het in het begin rustig aandoet, zult u merken dat u geleidelijk steeds meer aan kunt.
Voeding: probeer uit wat u kunt verdragen. Heeft u klachten na gebruik van bepaalde
voedingsmiddelen laat deze dan weg en probeer het later nog eens. Het is de bedoeling dat u
na korte tijd weer eet wat u gewend was, zonder beperkingen.
Bewegen: wanneer de wond genezen is mag u alle normale activiteiten weer oppakken.
Wanneer u weer helemaal van de operatie hersteld bent, is moeilijk aan te geven. Dit hangt af
van de grootte van de operatie, de eventuele nabehandeling en hoe u zich op dat moment
voelt. Hoelang u poliklinisch onder controle blijft is ook afhankelijk van de soort kanker en de
eventuele nabehandeling.
Verdere behandelingen
Chemotherapie
Chemotherapie (cytostatica) wordt vaak geadviseerd aan patiënten bij wie uitzaaiingen zijn
gevonden. Deze patiënten hebben bijvoorbeeld een snelgroeiende tumor of plaatselijke
klachten terwijl zij verder in een redelijke conditie zijn. Met behulp van cytostatica kunnen
uitzaaiingen soms worden verkleind. Voor een behandeling met chemotherapie wordt u
verwezen naar de oncoloog.
Op dit moment wordt veel onderzoek gedaan naar de waarde van diverse behandelingen. Of
een patiënt wordt gevraagd aan een dergelijk onderzoek mee te werken is afhankelijk van het
stadium van de ziekte.
Bestraling
Bestraling wordt soms ook gedaan bij patiënten die niet (meer) met een operatie behandeld
kunnen worden. Met de bestraling probeert men de klachten als gevolg van de ziekte te
verminderen. De bestraling de pijn verminderen. Het is dus een palliatieve behandeling. Om
beschadigingen van gezonde cellen zoveel mogelijk te beperken, wordt de stralenbundel zo
nauwkeurig mogelijk op de kanker gericht. Bovendien verdeelt men de totale hoeveelheid
straling over een aantal bestralingen. Alle bestralingen tezamen vormen de bestralingskuur.
Bestraling kan bijwerkingen hebben. Tijdens maar ook enige tijd na de bestraling kan u door
de bestraling moe zijn.
© Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190-533w | 07-12-2016
Kanker van de dikke darm | pagina 9
Patiëntenverenigingen
Nederlandse Stomavereniging, voor mensen met een stoma
Bisonstaete
Bisonspoor 1230
3605 KZ Maarssen
(0346) 26 22 86
email: [email protected]
website: www.stomavereniging.nl/
SPKS, stichting voor patiënten met kanker aan het spijsverteringskanaal.
Naast de mogelijkheid van lotgenotencontact, verzamelt en verstrekt de stichting informatie
over nieuwe ontwikkelingen op medisch en sociaal gebied. Voor informatie kunt u contact
opnemen met:
Secretariaat SPKS, p/a Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenverenigingen (NFK)
Postbus 8152, 3503 RD Utrecht
hulplijn: 0800 022 66 22
email: [email protected]
website: www.spks.nfk.nl
Lynch - Polyposis Contactgroep, voor mensen met de erfelijke vorm van kanker van de
dikke darm. Zij vindt het belangrijk om patiënten, hun partners, kinderen en familieleden met
elkaar in contact te brengen. Daarnaast informeert zij patiënten over de ontwikkelingen die er
op medisch gebied zijn. Per regio is een contactpersoon beschikbaar. Voor meer informatie
kunt u contact opnemen met:
Lynch - Polyposis Contactgroep
p/a Postbus 8152, 3503 RD Utrecht
hulplijn: 0800 022 6622
secretariaat: (030) 291 60 90
email: [email protected]
website: www.kanker.nl/organisaties/lynch-polyposis
Aanvullende informatie
Spreekuur Klinische genetica in het Spaarne Gasthuis
Dit spreekuur voor mensen met vragen over familiaire tumoren is 1 keer per maand op de
polikliniek Interne geneeskunde. De klinische geneticus van de VUmc verzorgt dit spreekuur.
Verwijzing voor dit spreekuur gaat via uw specialist of huisarts.
(023) 224 0050 (polikliniek Interne geneeskunde)
Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (AVL)
Polikliniek Familiaire Tumoren
Plesmanlaan 121, 1066 CX Amsterdam
: (020) 512 78 29
website: www.avl.nl
© Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190-533w | 07-12-2016
Kanker van de dikke darm | pagina 10
www.gasthuis.nl
www.kanker.nl
Website van het Spaarne Gasthuis
is een website van KWF Kankerbestrijding en
andere initiatiefnemers. Het platform is een
combinatie van betrouwbare medische informatie
en een sociaal netwerk.
www.darmkanker.info
is een site van de Maag-Lever-Darm-stichting
over darmkanker.
www.weldergroep.nl
Website met informatie en advies over werk,
verzekeringen of sociale zekerheid in relatie tot
gezondheid, voorheen Breed Platform
www.adamas-inloophuis.nl
website van het Adamas Inloophuis te Nieuw
Vennep
www.inloophuiskennemerland.nl website van het Inloophuis Kennemerland te
Santpoort
Noord
Waar zijn wij te vinden
Spaarne Gasthuis
Haarlem Zuid
Boerhaavelaan 22
2035 RC Haarlem
Spaarne Gasthuis
Hoofddorp
Spaarnepoort 1
2134 TM Hoofddorp
Spaarne Gasthuis
Haarlem Noord
Vondelweg 999
2026 BW Haarlem
(023) 224 0000
www.spaarnegasthuis.nl
[email protected]
© Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190-533w | 07-12-2016
Kanker van de dikke darm | pagina 11
Spaarne Gasthuis
Heemstede
Händellaan 2A
2102 CW Heemstede
Download