SOC-debat 18 april 2012 Arbeidsparticipatie van ouderen in Den Haag De vraagstukken De arbeidsparticipatie van ouderen kent 2 kernvraagstukken, n.l.: 1. Hoe kunnen oudere werknemers (gezond) aan de slag blijven? 2. Hoe kunnen oudere werkzoekenden weer aan de slag worden geholpen? 1 Hoe kunnen oudere werknemers (gezond) aan de slag blijven? Daarvoor moet er aan een aantal voorwaarden worden voldaan, gericht op voortijdige uitval door ontslag, of medische en psychosociale problemen: 1. Voorkom daarom dat oudere werknemers gemakkelijk aan de kant kunnen worden gezet => let op de ontslagbescherming; ook al is die niet ideaal. Op hogere leeftijd naar een baan moeten zoeken is namelijk nog echt een probleem! 2. Ontwikkel adequaat leeftijdfasebewust beleid en let daarbij met name op de zgn. ‘zware beroepen’, zodat mensen ook gezond aan de slag kunnen blijven. Faciliteer doorstroming naar minder belastende functies; ook intersectoraal! - vervolg vraag 1: oudere werknemers 3. Investeer ruimhartig in scholing, maar blijf wel realistisch. ‘Education permanente’ is een loffelijk streven, maar niet iedereen is (altijd) schoolbaar of wil dat op hogere leeftijd nog zijn! Om een lang verhaal kort te houden: “voorkomen is in alle opzichten beter dan genezen”. 2. Hoe kunnen oudere werkzoekenden weer aan de slag worden geholpen? 1. 2. Een oudere werkzoekende vindt momenteel een hoop barrieres op z’n weg: Een moeilijke arbeidsmarkt voor ouderen in het algemeen. Uit het UWV jaarverslag blijkt, dat ouderen met name aan de slag komen in een groeisector als b.v. de zorg waar nu al krapte heerst. Dat geeft echter wel te denken voor de langere termijn, gezien de te verwachten fysieke belasting. In Den Haag ontwikkelt zich al een tijdje een extra probleem vanwege de zware bezuinigingen in het publieke domein. Den Haag is als ambtenarenstad bij uitstek afhankelijk van arbeidsplaatsen bij de overheid. - vervolg vraag 2: arbeidsmarkt en ‘baby-boom’ 3. 4. 5. Naast de krimp van het ambtenarenapparaat blijkt ook een grote speler als KPN heel wat plan: ca 4-5000 banen dreigen te worden ‘offshored’. Al met al raken wij heel wat arbeidsplaatsen kwijt. En zelfs als alle betrokkenen via natuurlijk verloop kunnen worden afgevloeid; blijft er wel een flink gekrompen Haagse arbeidsmarkt over. Voor oudere werkzoekenden blijft de Haagse arbeidsmarkt dus voorlopig nog lastig. De uitstroom van de ‘baby-boom’ lijkt ook geen oplossing te bieden voor oudere werkzoekenden, omdat zij zelf baby-boomers zijn. Ze kunnen dus nauwelijks van de ‘krapte’ profiteren, omdat zij deels mee uitstromen. - vervolg vraag 2: ‘myth busting’ 6. Daarnaast hebben oudere werkzoekenden, maar ook werknemers, nog steeds te maken met grote vooroordelen. Daarom nu een stukje ‘myth busting’. 1. Ouderen zijn te duur. Dat is alleen waar, als je oudere werknemers vergelijkt met ‘starters’; jongeren die net zijn begonnen. Loonschalen worden in een slordige 10 jaar doorlopen, zodat iemand die op z’n 25e begint op z’n 35e wel aan z’n maximum zit in dezelfde functie. 2. Ouderen zijn vaker ziek. Maar dat blijkt volgens een studie van TNO niet het geval. Ouderen blijken minder vaak ziek dan jongeren, maar zijn wel langer ziek als er eenmaal wat aan de hand is. En dat kan met adequaat flankerend beleid worden opgevangen. - vervolg vraag 2: ‘myth busting’ 3. Ouderen zijn minder productief. Met een adequaat leeftijdfasebewust beleid zou dit geen groter probleem mogen zijn dan voor jongere werknemers. Productiviteit hangt nauw samen met de ‘match’ die kan worden gemaakt tussen de gewenste prestatie en de daarvoor benodigde capaciteit en ambitie. Zoals je een jonge ‘starter’ niet vraagt een klus te doen waarvoor langdurige ervaring nodig is, zou je ook een oudere niet moeten vragen voor een klus waaraan zware fysieke eisen moeten worden gesteld. - Vervolg vraag 2: vooruitzichten Na de uitstroom van de voorhoede van de ‘baby-boom’ kan er bij een oplevende economie mogelijk al in 2015 en in ieder geval rond 2020 krapte ontstaan op de arbeidsmarkt. Maar dat wil niet zeggen dat de problemen rond (oudere) werkzoekenden wel vanzelf worden opgelost! • Er zal voorzover mogelijk bijgeschoold moeten worden, want anders is de structureel werkloze van nu straks nog steeds werkloos. • En eigenlijk is er in deze overgangsfase een voorziening nodig om oudere werklozen, die nu geen kans hebben op tijdige uitstroom naar regulier werk, op te vangen. Die voorziening is echter juist afgebroken! Stellingen voor het debat: 1. Ouderen werken graag langer door, maar er is simpelweg gewoon geen werk! 2. Alleen door scholing houd je de 55+'er in beweging!