Diabetes, opstarten van insulinebehandeling Dr. P. Abrams Sint Augustinus - Sint–Vincentiusziekenhuis Antwerpen 21/03/2009 Indicaties voor opstarten insulinetherapie • type 1 diabetespatiënten • type 2 diabetespatiënten met onvoldoende metabole controle onder orale medicatie • sterk verlaagde nierfunctie (GFR < 30 ml/min ) • leverfunctiestoornissen 2 3 Doelstellingen van de behandeling met insuline • preventie van typische complicaties van diabetes door een optimale metabole controle • aanpassing van de behandelingsschema’s aan de betrokken patiënten om de sociale en professionele activiteiten zoveel mogelijk te integreren in een ‘normaal’ leven 4 Algoritme in de behandeling van diabetes mellitus Daarom....“Nieuw” behandelingsalgoritme voor type 2 diabetes Diabetes 5 Care 2008 Nieuw behandelingsalgoritme voor type 2 diabetes Consensus statement van “American Diabetes Association” & “European Association for the Study of Diabetes” Stap 1 Stap 2 Toevoegen van sulfonylureum Verandering van levensstijl + metformine Dieet + na 3 maanden Indien Hb A1c 7 % of Toevoegen van glitazone Stap 3 Indien Hb A1c 7 % na 3 maanden Indien Hb A1c 7 % na 3 maanden Toevoegen van basale insuline of sulfonylureum of Toevoegen van basale insuline Indien Hb A1c 7 % na 3 maanden 6 Toevoegen van basale insuline of glitazone Intensifiëren van insuline behandeling Insulinetherapie alleen of in combinatie met orale antidiabetica • • • • insulinedeficiëntie versus resistentie nierinsufficiëntie – leverfalen Glucophage behouden tenzij contra-indicatie Glitazones mogen NIET gecombineerd worden met insuline • max. dosis perorale medicatie 7 • Metformine (Glucophage 3 000 mg / Metformax) • Repaglinide (Novonorm 16 mg) • Pioglitazones (Actos 30 mg ) • Rosiglitazones (Avandia 8 mg) • Combinatieproducten (Glucovance, Eucreas) 8 • Glibenclamide (Daonil, Euglucon) max. 15 mg • activiteit: 24 u • Gliclazide (Diamicron max. 320 mg, Unidiamicron max. 120 mg) • activiteit: 12 u/24u • Gliquidone (Glurenorm max. 90 mg) • activiteit: 7 u • Glipizide (Minidiab max 15 mg, Glibenese 15 mg) • activiteit: 4 u • Glimepiride (Amarylle max. 6 mg) • activiteit: 5 - 8 u 9 Contra-indicaties voor perorale medicatie • Metformine • 3x 850 mg tot klaring van 60 ml/min • 2x 850 mg tot klaring van 45 ml/min • 1x 850 mg tot klaring van 30 ml/min • < 30 ml/min stop metformine • voor SU afh. van type 10 • Type 2 diabetes = progressieve aftakeling van de bèta-cellen • Bepaling van C-peptide nuchter en PP 11 Insuline: mogelijke schema’s Aantal injecties + soort insuline = individueel bepaald Vaak voorkomende schema’s: 1. 1x traagwerkende insuline/d 2. 2x traagwerkende insuline/d 3. 2x gemengde insuline/d 4. 3x gemengde insuline (analogen)/d 5. 3x snelwerkende + 1 of 2x traagwerkende insuline/d 6. 3x ultrasnelwerkende + 1x of 2x traagwerkende insuline/d 7. 3x ultrasnelwerkende + 1x ultratraagwerkende insuline/d 12 Opstarten insulinetherapie: 1 injecties - indicaties • start 1 injectie + in combinatie met perorale medicatie • bij onvoldoende metabole controle op maximale dosis medicatie • opletten met snacks: afhankelijk van type insuline (geen avondsnack bij Lantus insuline) 13 Opstarten insulinetherapie: 1 injectie • start met 1 injectie Insulatard of Humuline NPH in combinatie met perorale medicatie • bij hoge dosissen: switch naar 2 injecties • optriteren op basis van ochtendglycemie 14 16 Lantus wordt terugbetaald voor een periode van 12 maanden NIEUWE AANVRAAG 1. groep 1 of 2 van de conventie (basaal bolusschema) 2. type 2 diabetes (OAD + 1 injectie insuline/menginsuline) met • • ofwel: Hb A1c > 7,5 % ofwel: een ernstige hypoglycemie VERLENGING 1. groep 1 of 2 van de conventie (basaal bolusschema) 2. type 2 diabetes (OAD + 1 injectie Lantus) voorwaarde = Hb A1c < 7 % 17 Opstarten insulinetherapie: 2 injecties • Start met: • 2 injecties Insulatard/Humuline NPH of • 2 injecties mix-insulines (Mixtard / Novomix / Humalog mix) indien orale medicatie dient gestopt te worden 18 Opstarten insulinetherapie: 2 injecties - indicaties • indien perorale medicatie dienen gestopt te worden • bij onvoldoende metabole controle op 1 injectie • opletten met snacks: afhankelijk van type insuline 19 Opstarten insulinetherapie 2 injecties • • • • • 20 start 0.2 eenheden/kg/d 2 injecties/d: 2/3 ‘s morgens en 1/3 s’ avonds verdeling snel/traagwerkende : 1/3 : 2/3 nadeel: moeilijk op te tritreren Mixtard 30 / Novomix 30-50-70 /Humalog mix 25-50 2 injecties: soorten schema ’s • • • 21 2x halfwerkende insuline in combinatie met bloedsuikerverlagende medicatie (tussenmaaltijden gewenst) 2x gecombineerde insuline, niet in combinatie met tabletten bv. 2x Mixtard (tussenmaaltijden gewenst) 2x gecombineerde insulineanalogen (geen tussenmaaltijden) Hoe beginnen met insulineanalogen Wordt de orale behandeling behouden? aanvangsdosis (E/kg/dag)1 NEE JA 0,4-0,6 0,2-0,3 ontbijt - avondmaal OF lunch – avondmaal 2 ‘Treat-To-Target’ HbA1c < 7% 1) Praktische richtlijnen voor het gebruik van NovoMix® 30, Novo Nordisk 2004; 2) Sridhar et al. Diab Res Clin Prac: 2006; 71: 105 - 107 22 Hoe overschakelen van humane voorgemengde insuline 2 injecties/d naar NovoMix® 30 2 injecties/d ‘dosis per dosis’ analyse van de voedings- en snackgewoonten1 ontbijt - avondmaal OF lunch - avondmaal ‘Treat-To-Target’ HbA1c < 7% 1) Praktische richtlijnen voor het gebruik van NovoMix® 30, Novo Nordisk 2004; 2) Sridhar et al. Diab Res Clin Prac: 2006; 71: 105 - 107 23 2 Dosistitratie voor een ‘Treat-To-Target’ met NovoMix® 30, 2 injecties/d 1 aanpassing van de avondmaaldosis in functie van de nuchtere glycemie 2 aanpassing van de ontbijtdosis in functie van de preprandiale glycemie bij avondmaal Hb A1c < 7 % Garber AJ et al. Diabetes, Obesity and Metabolism, 2006; 8:58-66. 25 Opstarten van insulinetherapie • Aard van klinische symptomen en snelheid ervan • Ketoacidose? • Bij nieuwe type 2 diabetespatiënten met hyperosmolariteit, symptomen van hyperglycemie en Hb A1c > 10 % • Toch type 1 patiënt? 26 Insuline: insulinepennen • • • • • • • • 27 Novopen 3 Flexpen (Novorapid/Levemir) Novopen 4 (in het voorjaar) Solostar (Apidra – Lantus) Opticlick (Apidra - Lantus) Autopen 24 (groen en blauw) Optipen pro1(witte-blauwe pen) Humapen Luxura/Memorypen Metabole controle diabetes: aanbevelingen zelfcontrole • Doel: • 50 % van de zelfmonitoringswaarden binnen de streefwaarde • voor eten: 80 - 140 mg/dl • postprandiaal: < 160 mg/dl • voor slapen: 100 - 160 mg/dl • geen ernstige of nachtelijke hypoglycemie 28 Behandeling van type 2 diabetes • • • • • 29 dieetmaatregelen lichaamsbeweging medicamenteuze behandeling insulinetherapie combinatietherapie (insuline + orale) Take home message voor behandeling diabetes type 2 patiënten • Hb A1c < 7 %, ideaal 6.5 % • lifestyle en metformine blijven basis • snel toevoegen sulfonylureum zo onvoldoende effect op Hb a1c en voldoende hoog titreren • multifactoriële aanpak: BD, lipiden, antiaggregantia • jaarlijkse screening: oogfundus, microalbuminurie en ECG 31 It’s not enough to have a good idea or the best tool, it’s about using it properly 32 Bedankt voor jullie aandacht! Bring diabetes to light 33