Biosimilars Wat zijn biosimilars? Biosimilars zijn nagemaakte versies van biologische geneesmiddelen en kunnen na afloop van octrooien door farmaceutische bedrijven worden ontwikkeld en op de markt worden gebracht. De gezondheidszorg gebruikt al langere tijd generieke Een biosimilar lijkt veel op een biologisch geneesmiddel dat eerder op de geneesmiddelen. Hierbij is de werkzame stof een exacte kopie van een chemische markt is verschenen, maar is niet identiek verbinding. Toelating van generieke geneesmiddelen tot de markt is vrij eenvou- aan dit geneesmiddel. Biosimilars komen dig: fabrikanten hoeven geen dierproeven of klinisch onderzoek met patiënten uit op de markt op basis van zeer beperkt te voeren. En ook biosimilars worden via een versimpelde procedure tot markt toegelaten. Een biosimilar is geen kopie… Biologische geneesmiddelen hebben een ingewikkelde chemische structuur, wat het precies namaken bemoeilijkt. Biologische geneesmiddelen worden in kweekmedia gemaakt door bacteriën, gisten of cellijnen die genetisch voor hun taak zijn aangepast. Dit productieproces kent kleine, maar onvermijdelijke variaties. klinisch onderzoek. Dit is ongewenst: Nefarma vindt dat biosimilars tijdens de toelatingsprocedure net als ieder origineel geneesmiddel moeten worden beoordeeld. Vanwege unieke chemische en biologische eigenschappen zijn biosimilars niet De fabrikant van een biologisch geneesmiddel houdt hier rekening mee door elke therapeutisch gelijkwaardig aan het partij van een biologisch geneesmiddel apart te testen op productveiligheid. originele geneesmiddel. Het gebruik van Fabrikanten van nagemaakte versies van een biologisch geneesmiddel gebruiken eigen cellijnen, kweekomstandigheden en opzuiveringstechnieken. De biologische afwijking vergroot hierdoor aanzienlijk. Het maakt bijvoorbeeld veel uit of een biologisch geneesmiddel in een bacterie of in een menselijke cellijn wordt biosimilars kan leiden tot minder effectieve resultaten en meer en andere bijwerkingen. Nefarma is dan ook van gemaakt. Deze verschillen kunnen grote consequenties hebben voor kwaliteit, mening dat zorgverleners terughoudend werking en bijwerkingen van het biosimilar. Daarnaast worden vaak andere moeten zijn met het voorschrijven van hulpstoffen gebruikt dan in het originele biologische middel. … en wordt via een versimpelde procedure toegelaten Ook volgens registratieautoriteiten zijn biosimilars niet te vergelijken met generieke geneesmiddelen. Voordat biosimilars de markt bereiken, ondergaan zij een beperkt onderzoekstraject met patiënten om na te gaan of de effecten van de voornaamste toepassing van het biosimilar gelijk is aan het originele geneesmiddel, het zogeheten referentieproduct. Een biosimilar is dus in feite een nieuw product dat op basis van beperkte studies is toegelaten voor een nauw omschreven indicatie. Daarnaast zijn soms indicaties toegestaan waarvoor de fabrikant van het biosimilar geen klinisch onderzoek heeft uitgevoerd. Op dit biosimilars bij bestaande patiënten en deze zeker niet automatisch over moeten zetten op een biosimilar. moment zijn een aantal biosimilars op de markt. Dit betreft vooral de relatief eenvoudiger te produceren hormonen. Niet automatisch uitwisselen en substitueren Vanwege de unieke chemische en biologische eigenschappen is een biosimilar niet automatisch uitwisselbaar met het referentieproduct. Er zijn nog geen klinische studies uitgevoerd om te evalueren of het herhaald wisselen tussen twee biologische geneesmiddelen onvoorziene effecten met zich meebrengt. Ook op het terrein van substitutie is voorzichtigheid geboden. De Europese Geneesmiddelenautoriteit EMA heeft aangegeven dat alleen een arts dit besluit mag nemen. Dit beleid is grotendeels overgenomen door het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) dat oproept tot terughoudendheid bij het uitwisselen van biologische geneesmiddelen. Vanwege het ontbreken van voldoende lange termijn veiligheidsgegevens zijn kinderartsen sceptisch over het gebruik van biosimilars. Wat betekenen biosimilars voor … … de patiënt Patiënten krijgen in de toekomst meer te maken met biosimilars. Zij kunnen worden geconfronteerd met behandelaars die hen een ander geneesmiddel voorschrijven dan ze gewend zijn. Patiënten die dit overkomt, moeten extra alert zijn op meer en/of andere bijwerkingen en moeten dan meteen contact op te nemen met hun arts. … de arts Artsen diagnosticeren als enige partij in het zorglandschap patiënten en voorzien hen van het juiste geneesmiddel. De arts kan in overleg met een patiënt beslissen of deze een biosimilar gaat gebruiken. Centraal daarbij staat de behandeluitkomst. Daarom is het belangrijk dat de arts de patiënt goed volgt, zodat opkomende bijwerkingen of verminderde effectiviteit snel worden waargenomen. … de apotheker De apotheker mag niet zelfstandig het voorschrift van de arts negeren, ook niet wanneer hij meent dat daar medisch-farmacotherapeutische redenen voor bestaan. Hij kan dus niet uit eigen initiatief een biosimilar aan patiënten verstrekken. … de zorgverzekeraar Veel zorgverzekeraars hebben een actief beleid ontwikkeld om het gebruik van biosimilars te stimuleren. Zij verwijzen daarbij naar mogelijke prijsvoordelen tussen biologische geneesmiddelen en biosimilars. Dit prijsvoordeel is echter relatief klein, vanwege het dure productieproces en de eisen voor toelating van biosimilars. Zorgverzekeraars zouden met het toetsen op behandeluitkomsten waarschijnlijk meer kunnen besparen.