Krachtgericht werken als krijtlijn Kristin Nuyts Samenleving Samenleving evolueert • Groeiende dualiteit – Groeiend aantal personen in armoede – Werken is geen garantie meer om uit de armoede te blijven (jeugdwerkeloosheid neemt toe) – Vereenzaming en isolement – NIMBY • Van verzorgingsstaat naar veiligheidsstaat – Controle en bescherming – Beheersen/risicomanagement/zich indekken • Schuldmodel als heersend paradigma – Medicalisering – Activering – Koppeling rechten en plichten Sociaal werk Sociaal werk (re)ageert • Van defecten naar krachten; stenght based (Rapp & Gosha); Bindkracht en empowerment (K.Driessens; Tine Van Regenmortel) • Van ‘desk’ naar Outreach • Van formeel naar informeel • Van individueel naar contextueel • Van weten naar vragen • Van zorgparadigma naar burgerschapsparadigma: – Van ‘voor’ naar ‘met’ mensen – Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ – Van overleven naar de kwaliteit van leven Naar gemeenschapsgerichte en krachtgerichte zorg De vlag • Krachtgericht werken= META term • Verschillende ladingen • Krachtgericht werken als onmisbare component van hedendaags kwaliteitsvol sociaal werk. • IJH: Werken met sociale netwerken Beleid Beleid evolueert Decretale bepaling IJH • Art 2. bepaalt dat de jeugdhulp “maximaal de eigen krachten inzet van minderjarigen, ouders of opvoedingsverantwoordelijken en de betrokken personen uit de leefomgeving, en hen daarin versterkt”. • Gekoppeld aan de doelstelling om “in te zetten op de vermaatschappelijking van de jeugdhulpverlening”. Dit moet leiden tot het vermijden van de instroom in de hulpverlening, meer participatie in de jeugdhulpverlening en het stimuleren van emancipatie en participatie in de samenleving. • Daartoe moeten methodieken ingezet worden die tot doel hebben de jeugdhulpverlening “zo inclusief mogelijk te organiseren”, door in dialoog een ‘ondersteuningsplan’ op te stellen, dat ‘flexibiliteit waarborgt en dat hun bestaande sociale netwerk inzet en versterkt of dat voor hen een sociaal netwerk creëert”. Vermaatschappelijking van de hulp Hulp continuïteit waarborgen Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting Tijdige toegang tot de jeugdhulp Vermaatschappelij king van de jeugdhulp Voorzien in een aanbod crisisjeugd hulp Doelstellingen Integrale Jeugdhulp Maximale participatie van de minderjarige en zijn gezin Wat: Maximale aandacht voor de eigen krachten in netwerk, familie, maatschappij Hefbomen: Gebruik maken van aangepaste methodieken Verslag doen van krachtgericht werken bij stap naar toegangspoort of naar gemandateerde voorzieningen Maximale participatie van de minderjarige en zijn context Hulp continuïteit waarborgen Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting Tijdige toegang tot de jeugdhulp Vermaatschappelij king van de jeugdhulp Voorzien in een aanbod crisisjeugd hulp Doelstellingen Integrale Jeugdhulp Maximale participatie van de minderjarige en zijn gezin Jongeren Hulp zoeken is om problemen vragen! • Een vertrouwenspersoon: iemand die ze kennen en waar ze terecht kunnen • Begrip en respect • Iemand die luistert • Vertrouwen en vertrouwelijkheid • Controle over het eigen leven: meedenken en meebeslissen Krachtgericht Krachtgericht sociaal werk • Saleeby definieert 6 criteria voor een krachtengerichte praktijk : 1. Het is doel-georiënteerd: welke doelen willen cliënten in hun leven realiseren? Sociaal werk helpt hen die doelen te formuleren. Toekomstgericht. 2. Het brengt de aanwezige krachten in beeld, wat al werkt en hoe de cliënt nu (niet in het verleden) met problemen omgaat. 3. De hulpbronnen in de directe omgeving worden optimaal benut. 4. Om de krachten van de cliënt en diens omgeving te mobiliseren, moet het sociaal werk expliciete methodes inzetten. 5. De relatie tussen de sociaal werker en de cliënt genereert ‘hoop’. 6. Het draait om betekenisvolle keuzes, die de cliënt zelf moet kunnen maken. Sociaal werk helpt om keuzemogelijkheden te verruimen en te verduidelijken. D. Saleeby Ref. : Dennis Saleeby, Power in the people: strenghts and hope, in Advances in Social Work Vol. 1 No. 2, 127-136. Indiana University School of Social Work, 2000. Basisprincipes Keuze en controle • De mensen die we ondersteunen zijn de experts op het gebied van wat ze willen • Ze moeten zelf kunnen beslissen over wat ze willen doen en de mate waarin ze hier hulp bij krijgen: besluitvorming • Eigenaarschap van probleem én probleemoplossing, Client centraal is méér dan ‘laten meedoen’: bedenken, plannen, beslissen, uitvoeren. • (Meer) Regie over hun eigen leven (krijgen of herwinnen) • Participatie en empowerment Ondersteuning • Het begrip ‘zorg’ wordt in dit paradigma vervangen door het begrip ‘ondersteuning’ en ‘dienstverlening’ • Kenmerkend: iemand moet niet aan bepaalde voorwaarden voldoen voor ondersteuning • Ondersteuning gegeven wordt vanuit: – het sociale netwerk – het sociale vangnet (reguliere zorg- en dienstverlening en de specifieke zorg- en dienstverlening) Het sociale netwerk moet voorrang krijgen op het sociale vangnet Sociaal netwerk • Meer dan het sociale netwerk in kaart brengen: er actief mee werken; activeren. • De kring groter maken, meer (draag)kracht: sociale steun en sociale controle. • Eigen kracht’ ≠ ‘trek uw plan’: vitale coalitie tussen hulpverlening en netwerk. • Brug formele en informele; systeemwereld en leefwereld. De veranderende maar blijvende rol van hulpverleners • Vertrouwde werkwijzen en eigen oplossingen • “Geloof” in de eigen krachten • Plan accepteren als richtinggevend • Ondersteuning bij opmaak en uitvoering Waar fietsen we naar toe? De weg is lang… Voorbeeld: Eigen Kracht conferenties • • • Aanmelding: aanmeldingsformulier, vrijwillige instemming! Voorbereiding: door onafhankelijke coördinator (OC) samen met betrokken gezin/jongere (6 tot 8 weken) • Contacteren en motiveren van deelnemers • Formuleren conferentievraag • Praktische organisatie (op maat v familie) • Contacteren hulpverleners Eigenlijke Conferentie: éénmalig, 3 delen, kinderen/jongeren maximaal aanwezig • 1) Delen van informatie (geleid door OC) • 2) Besloten gedeelte (enkel netwerk) • 3) Presentatie & scherp stellen plan; ’contactgroep’ • Elke deelnemer en betrokken HV krijgt een kopie van plan • Uitkomst – Een plan waarin staat wat de familie zelf zal doen; de eigen krachten die ze inzetten. Waar nodig kan aanvullende professionele hulp ingeschakeld worden (80%- 20%) – Sturing ligt bij het netwerk – Veiligheid & wettelijkheid Nieuwe werkvormen ‘sociale netwerken’/’leefwereld’ De opkomst en opmars van tal van “nieuwe” krachtgerichte, sociale netwerkstrategieën: Eigen Kracht Conferenties, Familienetwerkberaad, Persoonlijke toekomstplanning, Signs of Safety, Wrap Around Care, YAR, Columbusproject, Outreach…. Eeuwen oud en toch weer nieuw? • Roots jeugdhulp: Maoiri, Family Group Conferencing Waarin zit de kracht van “eigen kracht” ? • • • • • • • • Een plan op maat van de cliënt Cultuursensitief Eigen keuzes werken beter Continuïteit Plannen zijn automatisch integraal Energyboost Appèl op de menselijke solidariteit Procesgericht • Informeel circuleert ‘andere’ info • Zo preventief mogelijk werken • …. Krachtgerichte paradoxen • Bezuinigingsmaatregel • Burgers moet meer zelf doen versus beleid moeit zich met organisatie en inzet privésfeer: verplichten van ‘mantelzorg’ • Mantelzorgers inzetten ≠ eigen regie. • Professionaliseren van vrijwilligers • In de ogen van zorgvragers: terug moeten vallen op sociaal netwerk maakt afhankelijk en lijkt minder zelfredzaam. Professionals worden er voor betaald en dan is de ‘schuld’ meteen ingelost. • Wederkerigheid in sociale relaties is belangrijk! Mensen uitdagen in hun capaciteiten van wat ze kunnen ‘terugdoen’. • Vraagverlegenheid en handelingsverlegenheid Krachtgerichte paradoxen • Informele zorg komt niet (steeds) uit de lucht gevallen • Ideaal nuanceren: eigen kracht en ruimte voor kwetsbaarheid. Opletten voor uitval van meest kwetsbare(n) (netwerken). • Structureel werk! • En toch: breek je hoofd er niet over, ga ermee aan de slag! Het is niet simpel… • Beleid: managements- versus krachtgericht denken • Visie • Vormgeving van organisaties • Vormgeving van werkprocessen “Vraag is niet of we het plan goedkeuren, MAAR hoe we ons kunnen organiseren om het te accepteren en ondersteunen. “ Ja, maar….. Oefening