Postadres: Postbus 201, 3730 AE De Bilt Bezoekadres: Wilhelminalaan 10 Telefoon: 030 - 220 69 11, Telefax: 030 - 221 04 07 Internet: www.knmi.nl in Nederland 2008 Konin tituut k l i j k N e d e r l a n d s Meteorologisch Ins De toestand van het klimaat Algehele redactie Arie Kattenberg Vormgeving neman Studio KNMI, Kim Pie tie Productie en coördina Kim Pieneman Lithografie en druk n Haag Drukkerij Opmeer, De Fotografie KNMI beeldbank j www.sxc.hu Rechtenvri Papier 2 ga mat, 150 g/m Binnenwerk: Reviva Me 2 mat, 250 g/m Omslag: Reviva Mega 50% Reviva Mega bestaat uit recycled en 50% totaal chloorvrij papier. ruik ductie hiervan is geen geb t laminaat. Voor de pro ma een van nen­ en bin rzi het voo is als Het omslag l het omslag rbindingen of pvc. Zowe rve oo chl en, tal of me ter are geen grondwa gemaakt van zw r. Bij huisvuilstort vindt pie pa d ou van ing ycl rec werk is geschikt voor ats. bodemverontreiniging pla Electronische versie klimaat www.knmi.nl/toestand Oplage 5000 © KNMI, De Bilt, juli 2008 papier karton kringloop Colofon 2 De toestand van het klimaat in Nederland 2008 47 De toestand van het klimaat in Nederland 2008 rd 4 o Voorwo 5 vatting Samen derland in Ne e jaren arm w vijf w Opnieu t 16 erwach dan v eller op mt sn nd war Nederla 24 roogte g en d Neersla risch fe Tropos 6 het ozon en klimaat 34 n 42 rreekse atuu Temper e sopgav Inhoud 3 3 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Voorwoord De wereld warmt op en het Nederlandse klimaat ook. Elk van de afgelopen vijf jaren is ruim warmer dan het langjarige gemiddelde geweest. Dit is het vijfde rapport in een reeks waarin het KNMI om de vijf jaar de waargenomen ontwikkeling van het Nederlandse klimaat vanuit een meteorologisch perspectief bespreekt. Het is opgesteld ten behoeve van overheden, organisaties en het algemene publiek. Het KNMI is het nationale kenniscentrum op het gebied van weer, klimaat en seismologie. De rol van nationale weerdienst brengt met zich mee dat het KNMI als operationeel bedrijf dagelijks data inwint en verwachtingen, adviezen en waarschuwingen produceert. Daarnaast wordt op langere tijdschaal weer- en klimaatonderzoek gedaan op grond van wetenschappelijke vragen, vragen van beleidsmakers en vragen uit de samenleving. Juist die combinatie van operationele taken, onderzoekswerk en concrete vragen uit de samenleving geeft het KNMI een uniek perspectief en mogelijkheden. Dit rapport is een mooi voorbeeld van het samenbrengen van waarnemingen en onderzoek. Dit rapport informeert u over de toestand van het klimaat in Nederland zoals we dat de afgelopen jaren meemaakten. In het eerste hoofdstuk van dit rapport kijken we terug op het weer van de afgelopen jaren en bespreken de opvallende gebeurtenissen, zoals stormen, bijzonder warme perioden of plaatselijke wateroverlast door overvloedige regen. We zetten die opvallende gebeurtenissen in de context van het Nederlandse klimaat over een veel langere periode om na te gaan hoe zeldzaam die opvallende gebeurtenissen zijn en om na te gaan of ze nu misschien vaker of juist minder vaak voorkomen dan vroeger. De onderzoeksresultaten, die in de hoofdstukken twee en drie worden beschreven, geven inzicht in de mogelijke oorzaken van de opvallende weergebeurtenissen van de afgelopen jaren. De waargenomen opwarming van Nederland wordt vergeleken met waarnemingen in landen om ons heen en met modelberekeningen en zo in een bredere context geplaatst. We gaan wat dieper in op overvloedige zomerse regenval bij de kust en op diverse droge periodes. In hoofdstuk vier komt het luchtkwaliteit-onderzoek aan de orde, door het verband tussen de opwarming en het ozongehalte in de atmosfeer nader te beschouwen. Aan het eind vindt u informatie over temperatuurreeksen en meteorologisch taalgebruik. Klimaatverandering staat nu midden in de belangstelling van samenleving, politiek en wetenschap. Er wordt momenteel veel onderzoek naar gedaan want er zijn veel onzekerheden en vragen. Maar op vragen over het toekomstige klimaat dat in Nederland mogelijk is, gaan we in deze rapportage niet in. Met de “KNMI’06 klimaatscenario’s voor Nederland”, die we in het voorjaar van 2006 publiceerden, wordt aan de behoefte aan informatie daarover tegemoet gekomen. De inhoud van dit rapport staat natuurlijk niet op zichzelf. Aan het eind van ieder hoofdstuk staat, onder het kopje “verder lezen”, steeds een aantal verwijzingen naar literatuur en naar webadressen waarin meer informatie te vinden is. Het KNMI heeft ook een speciale website ingericht, www.knmi.nl/toestandklimaat, met toelichting en verdieping van dit rapport. Wij hopen dat dit rapport een waardevolle bron van informatie is, die uitnodigt tot kennisname en verdere verdieping in het onderwerp klimaat! Juli 2008 Dr ir Frits Brouwer, Hoofddirecteur Dr Hein Haak, Directeur Klimaat en Seismologie 4 4 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Samenvatting Opnieuw vijf warme jaren De opwarming van het Nederlandse klimaat heeft zich de afgelopen vijf jaar onverminderd doorgezet. De jaren 2006 en 2007 zijn de warmste sinds het begin van de Nederlandse metingen in 1706 geweest. Inmiddels zijn de opwarming en de gevolgen ervan voor de natuur goed merkbaar. Neerslag en wind vertonen van 2003 tot 2007 net als in andere periodes een grote variabiliteit. In de afgelopen vijf jaar zijn 2004 en 2007 nat geweest, terwijl 2003 een droog jaar was. 2005 en 2006 waren gemiddeld. Extreme windsituaties zijn er nauwelijks geweest. Een uitschieter is de storm van 18 januari 2007. Die is met zijn windkracht 10 de enige zware storm in vijf jaar geweest. Nederland warmt sneller op dan verwacht De aarde warmt op door het versterkte broeikaseffect en Nederland heeft een uitzonderlijke reeks warme seizoenen achter elkaar meegemaakt. Past de opwarming van Nederland tot nu toe in het beeld van de mondiale klimaatverandering, rekening houdend met de grillige weer- en klimaatschommelingen die van nature ons klimaat bepalen? Nederland is sinds 1950 twee keer zo snel opgewarmd als de wereldgemiddelde temperatuur. Die snellere opwarming wordt hoogstwaarschijnlijk niet veroorzaakt door natuurlijke schommelingen. De temperaturen van herfst 2006, winter 2007 en voorjaar 2007 zijn - zelfs als we rekening houden met de snellere opwarming van Nederland - uitzonderlijk grote afwijkingen boven de trend. Kustneerslag en zomerdroogte In de (late) zomer is de Nederlandse kust gemiddeld natter dan de rest van het land. Ook in de afgelopen zomers is een paar keer sprake geweest van overvloedige regenval en wateroverlast in kustprovincies. In hoeverre heeft het warme Noordzeewater daar mee te maken? Naast die uitzonderlijke regenval waren er ook een paar heel droge periodes. Hoe ongewoon waren die eigenlijk? Het warme Noordzeewater blijkt inderdaad de zomerse neerslag aan de kust te kunnen versterken. Naarmate Nederland verder opwarmt, zal dat effect sterker worden. De droge zomer van 2003 was niet zo uitzonderlijk: zulke droge jaren zijn er zo af en toe in Nederland. Maar droogte zoals in het voorjaar van 2007 is nog nooit gezien. Dit leidde echter niet tot een record droge zomer, want de droge periode was al voorbij toen de zomer begon. Ozon in de troposfeer in interactie met het klimaat De (chemische) samenstelling van de atmosfeer hangt op vele manieren samen met de toestand van het klimaat op mondiale, regionale en lokale schaal. Hier worden een aantal aspecten van deze interactie besproken aan de hand van veranderingen die in recente jaren zijn waargenomen in de ozonconcentraties boven Europa. Troposferisch ozon is na kooldioxide en methaan het belangrijkste broeikasgas. Maar in de schattingen van de invloed van ozon op het klimaat zitten grote onzekerheden. Een beter begrip van troposferisch ozon is daarom van groot belang. 5 5 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Opnieuw vijf warme jaren in Nederland r luijte Rob S De opwarming van het Nederlandse klimaat heeft zich de afgelopen vijf jaar onverminderd doorgezet. De jaren 2006 en 2007 zijn de warmste sinds het begin van de Nederlandse metingen in 1706 geweest. Sinds 2003 zijn alle seizoenen warmer dan normaal verlopen, met uitzondering van de winter van 2003 en 2006 en de herfst van 2003 en 2007. Deze oplopende temperaturen in Nederland liggen in de lijn der verwachtingen die in de vorige KNMIklimaatrapportages zijn beschreven. Inmiddels zijn de opwarming en de gevolgen ervan voor de natuur goed merkbaar. Klimaatverandering is de afgelopen vijf jaar dan ook een belangrijk thema geworden. Uiteraard hebben Al Gore’s film An Inconvenient Truth en de rapportages van het IPCC hier aan bijgedragen. Neerslag en wind vertonen van 2003 tot 2007 net als in andere periodes een grote variabiliteit. In de afgelopen vijf jaar zijn 2004 en 2007 nat geweest terwijl 2003 een droog jaar was, 2005 en 2006 waren gemiddeld. Extreme windsituaties hebben zich nauwelijks voorgedaan. Een uitschieter is de storm van 18 januari 2007. Die is met zijn windkracht 10 de enige zware storm in vijf jaar geweest. 6 6 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 TEMPERATUURSTIJGING Alle jaren van 2003 tot 2008 zijn ruim warmer geweest dan het langjarige gemiddelde van 9,8 °C. Drie ervan staan hoog in de lijst van warmste jaren sinds het begin van de regelmatige metingen in 1706 (tabel 1.1). Jaar 2007, 2006 2000, 1999, 1990 2002 2005, 1989, 1779 1994 2001, 1998, 1995 Temperatuur (°C) 11,2 10,9 10,8 10,7 10,6 10,4 Jaar Temperatuurafwijking (°C) t.o.v. gemiddelde 1961-1990 1998 0,6 2005, 2003, 2002 0,5 2007, 2006, 2004 0,4 2001, 1997, 1995 0,4 Tabel 1.2: Hoogste wereldgemiddelde jaartemperatuur vanaf 1901. Bron: Climate Research Unit, Universiteit van East Anglia RENNES NANTES PARIJS POITIERS LYON PARIJS RENNES Tabel 1.1: Hoogste jaartemperatuur vanaf 1706 in De Bilt. De jaartemperatuur in De Bilt is representatief voor Nederland. Van 1706 tot 1900 zijn de gegevens herleid uit metingen in Zwanenburg en Utrecht. Als we de recente warmte in perspectief LYON zetten (zie figuur 1.1), dan blijkt dat de gemiddelde temperaturen in Nederland in 2006 en 2007 vergelijkbaar zijn met ˚C NANTES het klimaat in midden-Frankrijk tegen het eind van de vorige eeuw. Dat gebied ligt ongeveer 600-800 kilometer zuidelijk van ons land. 12.0 11.7 11.4 11.1 10.8 10.5 10.2 POITIERS Wereldwijd behoren de afgelopen vijf jaren bij de warmste in ruim een eeuw (tabel 1.2). Het decennium 1998-2007 was het warmste sinds tenminste 1850. Figuur 1.1: De jaargemiddelde temperatuur zoals die op Nederlandse stations in 2006 en 2007 werd geregistreerd was gelijk aan het langjarig gemiddelde (1961-1990) van de temperatuur van steden in Frankrijk, op een afstand van 600 tot 800 km zuidelijk van ons land. 7 7 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 3. Daartekend: 8 e g p o rd we agen agen dat opische d warme d e en elf tr rs e m o z en 40 ter naast werd zachte win °C rd o ,5 c 6 e R n : a 7 v 0 r gemeten. 2006/20 mperatuu ver°C was iddelde te ,3 m 3 e g n ee totaal a n v e e e Met iddeld er zo’n tw m e m e g n o d z g n ri n a e ja v ie lang ls d va eeft e begin n zien a Zelden h tegen een inds het te s la te r ts n re h e e te c d z h a nig, gezic ter de z et uitzon zeer zon chillende n s deze win Vooral h re . a 6 w 0 n e 17 e et e oel, ze r en juli ingen in viel op. M ter was k 6. Juni ri h 0 a c 0 u e 2 waarnem n s ja tu s n a gu °C ste karakter v warm. Au tegen 2,8 de warm droog en lijk zachte Juli was r van 7,1 °C t. u a f tu n te ra ts e a rd h p v o eeks na e zac e tem n rec maand d lete meetr omber e s gemiddeld p e m z e o c d l e e k d D e lven. e and in groot d bleek oo ee hittego n in een lenderma e a tw k normaal m in a w m k a e w en aarrig warmte k 6. IJsdag dagen, w het langja 1706. De sinds 170 fst zestien niet voor, e l li a tr a a rs a m o h v le m e nde itte urde nd h aantal langstdure tweede du van het la ht. Het e c d a ij t b n g a e a ta g lf ra In to l ittego ien te e bed guur 1.5). ee deze h it op vijft fi u m gemiddeld t ie il (z B l rt e e en van n enk 01 hoo am in D ordaantall hts om ee en na 19 c c lv re le o s e g dagen kw t d e li h ju ur ging gen De Bilt in 38. Vaak temperatu pische da werden in normaal en 11 tro g steeg de ti e a rs 2 n e lm 4 e m t g o r e fs 26 z zome va ar lie orst. R digde de ilt op ma 1 warme, 3 graadje v B in e e D jk r li e in in e mers t eerd . Uiteind of hoger, armste zo t was nie genoteerd tot 10 °C ats van w agen. Da la p rd e perate rd in e te w 0 de d delde m id m e 2006 op van de 9 g n e t e eeuw me men. ruim een voorgeko n e uw 18,5 °C. ste drie ee tuur van in tenmin an te v n r le u rfstseitu te ts ra ch lgende he tempe o e v n ld e e 2007: Za e d p id o em ee ruit Bilt een g 2006: Tw e lente ve 2005 en Met in De aal was d rm o zacht e n k d ij °C n rl a e herfst in en 8,9 begin v uitzonde t n e e h n e o te ur over d s z 11,7 °C teg tu in ra m e n p e d te m e te oral ,2 °C, de te sinds 1706. Vo gemiddeld rmaal 10 in e o n n D de zachts e g n e in g e te em dez rd dit ge waarn s 12,0 °C viel op, 2007 we 2005 wa regelmati in april 1706. In s te n d en a rm in d a s r w e e aard ijke warm indigde to hoogste w uitzonderl e herfst e ijf graden d v , n e . °C n k e ,1 °C ro 13 e n 13,6 er geb warm as met ratuur va cord alwe veertien e re maand w p e ld m te te r, e d . tobe ords De maan gemiddeld met 31 ok ieuwe rec met een normaal. 27 tot en , beiden n n n a e v het g t a e d a h v e ers erd den n In 2005 w zeven zom n en mid e rd o r ro a n ja w t 0 in 10 in he 2006 e meer. In laatselijk e warmste f p d o ij n b e d rs n e d a ra v die boven e intig g 006: Zom men met d, nog tw xima van a n a s la 2003 en 2 m rt r e e o v b s m en 03 ind at in nove r van 20 ijke waard zomers s den tot la De zome uitzonderl warmste n n ij r a z u v it tu n D a ra pe eten. lijst a delde tem 15 °C gem 1947 de ar. ng en gemid e la d ld a ie h van het ja h 3 jd te e warm oor de ti v 1901. 200 D . °C ,7 l , 1947 18 cord aanta van 18,6 °C g in het re in it u t to omt aan. Dit k izoenen allende se v Box 1.1 Op 8 8 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 winter lente zomer herfst jaar warm zeer warm 1902 1904 1906 1908 Verschillen per seizoen Maar is dat ook zo? Passen deze warme Om een goed beeld van de tem- episodes in Nederland bij het beeld dat 1912 peratuurontwikkeling in Nederland de klimaatonderzoekers hebben van de 1914 te krijgen, worden de seizoenen mondiale opwarming? In het volgende van voorbijgaande jaren met elkaar hoofdstuk van deze rapportage vergeleken. In figuur 1.2 wordt de kijken we daar naar en verdiepen temperatuurontwikkeling over de we ons in de achtergronden van 1926 periode 1901-2007 geïllustreerd deze uitzonderlijke reeks van warme 1928 aan de hand van een kleurcodering. seizoenen. 1910 1916 1918 1920 1922 1924 1930 1932 De seizoenen zijn ingedeeld in vijf 1934 1936 klassen: veel kouder dan normaal, Opwarming merkbaar kouder dan normaal, normaal, war- De bijzonder hoge temperaturen door mer dan normaal, veel warmer dan het jaar heen hebben de afgelopen normaal. Voor ieder jaar en elk seizoen jaren geleid tot voor Nederland zijn op deze manier de afwijkingen a-typische verschijnselen zoals 1948 weergegeven ten opzichte van het stranddagen in april en terrasbezoek 1950 langjarig gemiddelde in het tijdvak in februari. De opwarming is het 1954 1961-1990. meest tastbaar tijdens extreme 1956 1938 1940 1942 1944 1946 1952 1958 gebeurtenissen, bijvoorbeeld tijdens 1960 Met uitzondering van de winter van een hittegolf (zie box 1.2). De periode 1962 2003 en 2006 en de herfst van 2003 en van opwarming van Nederland is te 1964 2007 zijn alle seizoenen de afgelopen kort om verschuivingen in extreme vijf jaar warmer dan normaal verlopen. weersomstandigheden onomstotelijk De herfstseizoenen van 2005 en te kunnen vaststellen. Om toch een 2006, de winter en de lente van 2007 indruk te krijgen kan worden gekeken 1976 waren de warmste sinds tenminste naar de frequentie waarmee bijzonder 1978 1706, het begin van de regelmatige maar niet extreem warme en koude waarnemingen in ons land. De zomer dagen voorkomen - figuur 1.4. De van 2003 was de warmste sinds 1947; opwarming gaat gepaard met een die van 2006 eindigde op de derde sterke toename van het aantal warme plaats. dagen en een afname van het aantal 1966 1968 1970 1972 1974 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 koude dagen. De rond 1975 ingezette 1996 stijging van het aantal warme dagen 1998 dat al deze warmte te maken heeft heeft zich over de afgelopen vijf jaar 2000 met het - door de mens veroorzaakte - voortgezet. Vooral het extreem warme 2004 versterkte broeikaseffect. jaar 2006 scoort met 103 dagen 2006 Het ligt voor de hand om te denken 2002 2008 bijzonder hoog. zeer koud koud normaal Figuur 1.2: Afwijking van de seizoens- en jaargemiddelde temperatuur in De Bilt. 9 9 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Aanhoudende hitte vormt een gezondheidsrisico voor bepaalde groepen zoals ouderen, chronisch zieken en mensen met overgewicht. Ze kun nen gezondheidsproblemen krijgen door de warmte, en de kwaliteit van hun leven gaat sterk achteruit. Het nationaal hitteplan is er op geri cht dit zoveel mogelijk te voorkomen en te verminde ren. Het hitteplan is opgesteld in samenwerking tuss en het Ministerie van VWS, het RIVM, het Nederlandse Rod e Kruis, GGD-Nederland en het KNMI. Het plan bevat een waaier van maa tregelen die gericht zijn op de goede voorbereiding op en adequaat handelen tijdens een periode van aanhoude nde hitte. ºC Het KNMI waarschuwt het RIVM als er een tijdvak van vijf of meer dagen met een maximumte mperatuur van 27 °C of hoger wordt verwacht. Op basi s van deze informatie kan het RIVM een alarmering in gang zetten. Er gaat een waarschuwing uit naar het publiek indien de kans op aanhoudende hitte meer dan 90% bedraagt. Er volgen daarna gedragsadviezen, gericht op de doelgroepen. Hierbij zijn veel spelers betrokken zoal s GGD’s, huisartsen en de thuiszorg. In het hitteplan wordt aangegeven dat in het kader van de klimaatverandering de komende jaren gekeken moet worden naar de mogelijkheden voor lang e termijn maatregelen, zoals hittebestendig bouwen, klimaatbeheersing in zorginstellingen en de stedelijke inric hting. 40 35 30 25 20 15 10 5 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 Datum Figuur 1.3: Het temperatuursverloop tijden s de hittegolf van 15 tot en met 30 juli 2006 . Tijdens de nachten daalde de temperatuur dagen slechts kort tot onder de 20 °C. De Vierd op verschillende aagse van Nijmegen werd gehouden maar moest op 19 juli worden afgebroken. Het beslu de dood van twee wandelaars door de hitte. it volgde op In totaal werden meer dan driehonderd mens en onwel. In vijf gevallen moest er worden Het Rode Kruis sprak van een ramp. gereanimeerd. Box 1.2 Nationaal hitteplan ºC Graaddagen 3500 3200 2900 2600 2300 2000 1900 1920 1940 1960 1980 2000 2020 Figuur 1.5: Het aantal graaddagen sinds 1901, De Bilt. De rode lijn is het voortschrijdend gemiddelde van 10 jaar. Om het aantal graaddagen vast te stellen wordt voor alle dagen waarop de gemiddelde temperatuur lager was dan 17 °C bekeken hoeveel graden de temperatuur lager was. Die afwijkingen worden bij elkaar opgeteld. Achterliggende gedachte is dat de verwarming pas wordt aangezet bij een temperatuur beneden de 17 °C en dat er meer moet worden gestookt bij een lagere temperatuur. 10 10 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Aantal De afname in het aantal graaddagen, Koude dagen 100 als maat voor de behoefte aan 80 huisverwarming, heeft zich de 60 afgelopen vijf jaar ook onverminderd 40 doorgezet (figuur 1.5). Het aantal 20 graaddagen in 2007, met de extreem zachte winter, was met 2205 record 0 1900 Aantal 1920 1940 1960 1980 2000 2020 1920 1940 1960 1980 2000 2020 laag. Warme dagen 100 80 60 40 20 0 1900 Figuur 1.4: Het aantal warme en koude dagen per jaar in De Bilt, vanaf 1901. De rode en blauwe lijn geven het voortschrijdend gemiddelde van 10 jaar. Als grens voor warm en koud is voor elke kalenderdag gekozen voor de temperatuur die maar op 10% van die kalenderdag tussen 1961 en 1990 werd gepasseerd. Zomerse en tropische dagen 70 60 50 40 30 20 10 0 1905 1910 1915 1920 1925 1930 1935 1940 1945 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 Vorst en ijsdagen 120 100 80 60 40 20 0 1905 1910 1915 1920 1925 1930 1935 1940 1945 1950 1955 1960 1965 Box 1.3 Tropische 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 de Figuur 1.6 + 1.7: In g in ht lic pu bl ie ks vo or er nt wi de s wordt tijden over vaak gesproken n’, ge da ijs en t‘vors er m en tijdens de zo tro en over ‘zomerse x bo e (zi pische dagen’ taalmeteorologisch ufig de t Ui . gebruik) t da lijk ide du t rd ren wo og zowel het aantal ho se er nt zomerse als wi riadagen een grote va tot r jaa n tie kennen va t ng ha en m sa jaar die n va eid gh illi gr met de merons klimaat. De zo gen se en winterse da ke lij de laten een gelei n zie g lin stijging, c.q. da k oo en is t an die signific de et m t ng samenha ing. mondiale opwarm en ijsdagen 11 11 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 mm Jaarlijkse neerslag 1200 1000 800 600 400 200 0 1900 2000 1950 Figuur 1.8: Jaarlijkse neerslag in Nederland (gemiddelde van 13 stations) tussen 1906 en 2007. De rode lijn toont het voortschrijdend gemiddelde van 10 jaar. Aantal dagen 14 Zware neerslag 12 10 8 6 4 2 0 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 Figuur 1.9: Aantal dagen met zware neerslag (50 mm of meer) in de zomer in Nederland Neerslag De jaarlijkse hoeveelheid neerslag met de KNMI-klimaatscenario’s waarin afgetapt (elf dagen) is sinds 1951 (figuur 1.8) is in Nederland de afge- een toename van de hevigheid van niet zo hoog geweest. In Zeeuws- lopen eeuw toegenomen met achttien buien in de zomer wordt voorzien. Vlaanderen viel aan het begin van de maand tot ruim honderddertig procent. Maar de neerslagsom kent een grote variabiliteit van jaar tot jaar. Uitzonderlijk natte maanden millimeter in twee etmalen. In de afgelopen vijf jaar waren 2007 en Augustus 2006 (figuur 1.10) was, met Een dergelijke hoeveelheid wordt op 2004 nat en 2003 was een droog jaar. gemiddeld over het land 184 millimeter een bepaalde plaats in Nederland veel In 2005 en 2006 week de neerslagsom neerslag tegen normaal 62 millimeter, minder vaak dan eens per honderd jaar gemiddeld over het land niet veel af de natste oogstmaand in honderd overschreden. van het langjarig gemiddelde. jaar. Op diverse stations werd deze maand de driehonderd millimeter Juli 2007 (figuur 1.11) was de op één De laatste jaren is er sprake van een overschreden. Het aantal dagen met na natste julimaand sinds 1906 met groot aantal dagen met zware neerslag zware regen waarbij op tenminste één landelijk gemiddeld 155 millimeter in Nederland (figuur 1.9). Dit is in lijn KNMI-station vijftig millimeter werd tegen 70 millimeter normaal. Op het 12 12 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 mm 360 mm 300 240 180 120 60 Figuur 1.10: Neerslag in augustus 2006 270 240 210 180 150 120 90 Figuur 1.11: Neerslag in juli 2007 KNMI-neerslagstation in Oudenbosch tegen een langjarig gemiddelde van (zeer) warme weer leidde tot een voor werd 267 millimeter afgetapt. 202 millimeter. Van 1 tot en met 27 de tijd van het jaar uitzonderlijk groot augustus viel er in een groot deel neerslagtekort. Op vijf dagen viel lokaal tenminste van het land geen of slechts enkele vijftig millimeter neerslag met millimeters neerslag. Door het vaak In het derde hoofdstuk van deze plaatselijke wateroverlast. De natste zonnige en warme weer was de rapportage gaan we dieper in op dat julimaand was overigens juli 1942 met verdamping groot. De lokale droogte begrip ‘neerslagtekort’ en zetten we de 158 millimeter. De figuren 1.10 - 1.11 in combinatie met de uitzonderlijk droge periodes van de afgelopen jaren laten goed zien dat de meeste neerslag lage afvoer van de grote rivieren leidde in perspectief. in die natte zomermaanden in de tot problemen voor onder meer de buurt van de kust viel. Dat komt door agrarische sector, het waterbeheer en Wind de invloed van het warme Noordzee- energieproducenten (zie box 1.4). Ondanks de grote jaar-op-jaar water. In het derde hoofdstuk van deze variabiliteit van de wind in Nederland rapportage gaan we dieper in op dit Het warme voorjaar van 2007 kende is er sprake van een lichte daling van kusteffect. ook een lang, zeer droog tijdvak. de gemiddelde windsterkte. Hoeveel Tussen 22 maart en 6 mei viel op wind er daadwerkelijk beschikbaar is Langdurige droogte in 2003 & 2007 veel plaatsen gedurende 46 dagen voor het opwekken van energie met De zomer van 2003 was niet alleen uit- geen neerslag. De lange duur van windmolens wordt bijgehouden met zonderlijk warm maar ook zeer droog. de droogte was uniek in tenminste de zogeheten ‘Windex’ (zie box 1.5). In alle drie zomermaanden viel minder de laatste honderd jaar. Het gebrek Ook in die Windex zien we de grote neerslag dan normaal. Gemiddeld over aan neerslag in combinatie met veel variabiliteit van de wind en een lichte het land viel 119 millimeter neerslag verdamping door het vaak zonnige en daling de afgelopen jaren. 13 13 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Wie kent niet de frase van H erman Finker “Het stoplicht s: staat op rood, he t stoplicht staa op groen, in A t lmelo is altijd w at te doen.” Dez frase is missc e hien wel kenm erkend voor de aandacht die dr oge en warme zomerperiodes in het algemee n in de pers kr ijg en en die van 2003 in het bi jzonder. Bij ve le n en zeker bij waterbeherend West-Nederland staat die zomer nog in het gehe ugen gegrift. Elektriciteitspr oducenten gebr uikten voor he eerst de stoplic t htmethode om bij hogere tem peraturen van het rivierwater de omvang va hun reservecap n aciteit en daar mee hun kwet baarheid aan te sgeven. Het blee f gelukkig uiteindelijk bij de code oranje, m aa r de schrik zat er toch wel in. Een droog vo orjaar met la ge rivierafvoer deed de zoutto en ng bij Rotterdam tot aan Gouda de rivier opkrui pen. Voor het peilbeheer op Rijnlandse bo de ezem was he t hoogheemraad schap gedwon gen dit ‘zoute’ water in te late en uiteindelijk n zelfs water via Amstellandsboe zem vanuit he t IJmeer aan te voeren. Ko nadat de water rt aanvoerroute in werking wer gezet, begon he d t te regenen. En als klap op de vuurpijl versch oof de boezem veendijk bij W nis op de voor ilavond van een debat in de Tw de Kamer, gevo ee lgd door een tweede veendi bij Rotterdam jk . Een uitgebre ide inspectieac van de watersc tie happen moest er ge r vo or ko Terugkijkend ku men. n je je afvragen of de commo- WILNIS mm 14 14 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 0 -50 -100 -150 -200 -250 -300 -350 Figuur 1.12: In W ilnis schoof in de zomer van 2003 gevolg van verdro als ging een veendijk af, met grote wateroverlast in een wo onwijk als gevolg. De kaart toont de ruimtelijke verdeli ng van het neersla gtekort op 26 augu tus. De positie van sWilnis is aangegev en; met een neersla tekort van ruim g250 mm lag de Ve endijk in één van droogste regio’s. de Box 1.4 Het sto Joost Buntsma, tie in die zom er wel de erns t van de situat goed weergaf. ie De droogte va n die zomer w met haar freque as ntie van voorko men namelijk achteraf niet eens zo except io neel (zie het hoofdstuk over droogte). Maa r die vraag is eigenlijk niet zo heel erg be la ngrijk. Veel belangrijker is het besef dat die bijzondere zomer van toen wel eens de ge w on e zomer van straks kan zijn . Terugkijken is al tij d makkelijker dan voorui tkijken, en dat laatste is toch w de inwoners va at n Nederland va n hun waterbe heerders vragen . plicht van de zo Ministerie van Ve mer van 2003 rkeer en Waterst aat a. maanden o. e van 3 - 6 od e ri ld pe de e id rt ko de gem ur orden wat taande figu w rs d ne de n bi on ke ur re dt in be lijn we win De zwarte van een nieu index over de middelde W jaarproductie ge ar ja n ee de t is toon e Windex zal worden. intig jaar. D eft hoe ge afgelopen tw n aa d n aa d is evendie per m d van de win de wind wind index ou n h va in ed dgi ou er h De en ergie-in t van de win groot de en derde mach n langjarig ee de d n et in va m w g te redi zich dat als de n was ten op wil zeggen, rekening va at be D er e d. D n ei h ie d. el n aa sn maa gaat w ngemiddelde er zo hard nkzij de maa den b.v. twee ke mogelijk da is x uit kan wor ce de u gi in od er W de zoveel en n molenpr er va clun ke g t n co h ri I ac ve M le genaren. wel het KN delijkse aan ei oe en H ol . m en n n gewon tientalle jf jaren een dex voor afgelopen vi ties door vele in W de de er t ddt da or deert i ‘96 w name in win Vanaf januar hand van de gnificante af si de ks n de ij aa el in d w n nau reke trend de dalende Nederland be die deelneelheid zit, is indturbines w sn hieronder) n n va lij e die od in ct produ Windex (r in “De W e ld en de ek id ti rbineis m at ge st voor windtu men aan de n). e betekenis ze ot le gr g van r n lin de va da er V d laat een en Maand” (zie tr e D ! en eigenar 20% sinds ie van ruim g met de ct di du re ro en -p ev h t de kW is rech windturDe Windex ctie van een u 1988 zien. od pr ts ei ef it elektric a een relati n n ka x de Win bine. Met de Nederland is te klein en de meetreeksen zijn te kort om veranderingen in het aantal zware stormen bij ons vast te kunnen stellen. Daarvoor komen ze te weinig voor. Maar volgens metingen op KNMI-stations sinds 1962 neemt het aantal periodes met sterke wind (vanaf windkracht 6 in het binnenland en vanaf windkracht 7 % aan de kust) in Nederland af Windex 130 (figuur 1.13). 120 110 De storm van 18 januari 2007 was de 100 enige zware storm in vijf jaar. Langs 90 vrijwel de hele kust stond geruime tijd 80 een windkracht 10. Tijdens de storm 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 Figuur 1.14 viel bovendien bijzonder veel neerslag; op veel plaatsen 50 tot 60 millimeter in 36 uur. Er waren zeven doden in ons Windex e uit de wind: Box 1.5 Energi e Holland ch, Wind Servic Jaap Langenba land te betreuren en er werd voor ruim tweehonderd miljoen euro schade aangericht. Aantal VERDER LEZEN Stormen 25 De volgende informatie is te vinden op: www.knmi.nl/klimatologie 20 • Dagelijkse overzichten van diverse weerselementen in grafiek- en kaartvorm; • Maand-, seizoens- en jaaroverzichten; • Klimaatatlas 1971-2000; Langjarige gemiddelden en extremen van het Nederlandse klimaat; • Databestanden van tijdreeksen 15 10 5 0 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 • Alles over de windexen is te lezen op: http:// home.planet.nl/~windsh/windmaand.html Figuur 1.13: Het aantal stormen per jaar in Nederland 15 De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 15 De Nederland warmt sneller op dan verwacht h enborg an Old rt Jan v Gee rijfhout D Sybren s Sterl Andrea n Ulden Aad va De aarde warmt op door het versterkte broeikaseffect en Nederland heeft een uitzonderlijke reeks warme seizoenen achter elkaar meegemaakt. Past de opwarming van Nederland tot nu toe in het beeld van de mondiale klimaatverandering, rekening houdend met de grillige weer- en klimaatschommelingen die van nature ons klimaat bepalen? Nederland is sinds 1950 twee keer zo snel opgewarmd als de wereldgemiddelde temperatuur. Die snellere opwarming wordt hoogstwaarschijnlijk niet veroorzaakt door natuurlijke schommelingen. De temperaturen van herfst 2006, winter 2007 en voorjaar 2007 zijn - zelfs als we rekening houden met de snellere opwarming van Nederland - uitzonderlijk grote afwijkingen boven de trend. 16 16 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Patronen van opwarming ºC De opwarming van het klimaat als 2 gevolg van het versterkte broeikas- 1.5 effect gaat niet overal even snel. De grote landmassa’s warmen duidelijk sneller op dan de oceanen. Het Noordpoolgebied warmt nog sterker op. Dit is vooral een gevolg van het smelten van sneeuw en ijs, waardoor zonnestraling, die eerst teruggekaatst DJF MAM Nederland (CNT) Wereld (CRU) Wereld (GISS) 1 0.5 0 -0.5 -1 -1.5 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 Figuur 2.1: Jaargemiddelde temperatuur (afwijking van 1951-1980) in Nederland (rode lijn) en wereldgemiddeld (blauwe en groene lijn). Bron: KNMI, CRU/Hadley Centre, NASA/GISS JJA SON 3.0 2.5 2.0 1.5 1.0 0.5 0.0 −0.5 Figuur 2.2: Waargenomen trends in de temperatuur over 1950-2007 (lokale temperatuurstijging per graad stijging van de wereldgemiddelde temperatuur) in de meteorologische seizoenen: december-februari (a), maart-mei (b), juni-augustus (c) en september-november (d). Data: CRU/Hadley Centre. werd door het witte oppervlak, nu het Tot nu toe werd verwacht dat de temperatuurstijging in het midden land en de oceaan kan opwarmen. opwarming in Nederland (en van Nederland (Centraal Nederland Uitdroging van continentale gebieden omstreken) ongeveer even snel zou Temperatuur, CNT, zie het hoofdstuk in de zomer zorgt ook voor snellere gaan als de wereldgemiddelde stijging over temperatuurreeksen) vergeleken opwarming, omdat verdamping van van de temperatuur. We liggen immers wordt met de wereldgemiddelde water dan geen afkoelende factor op middelbare breedte en staan onder temperatuurstijging. meer is. Die ongelijke opwarming in invloed van zowel land als van zee. De verschillende gebieden wordt door opwarming in Nederland blijkt tot nu de klimaatmodellen beschreven en toe echter twee keer zo groot te zijn ook in de werkelijkheid duidelijk geweest als de mondiale opwarming. waargenomen. Dat is te zien in figuur 2.1, waar de 17 De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 17 De Het gebied met snellere opwarming is schommelingen rondom de geleidelijk in de jaargemiddelde temperatuur, niet beperkt tot Nederland, maar strekt stijgende trend. Die zijn het gevolg van ook nog goed meetbaar in de zich uit over een groot gedeelte van onvoorspelbare weersveranderingen seizoensgemiddelde temperatuur, Europa. De kleuren in figuur 2.2 en klimaatvariaties. Tussen die maar per maand nog maar net groter geven, per seizoen, aan hoeveel schommelingen door kunnen we de dan de toevallige weersinvloeden. sneller of langzamer de plaatselijke trendlijn inderdaad wel wat steiler opwarming gegaan is dan de mondiale of minder steil tekenen. Als we Waardoor komt die snelle opwarming. In het voorjaar is de aannemen dat het karakter van de opwarming? stijging sinds 1950 meer dan twee schommelingen niet is veranderd, Nederland en de omringende keer zo snel als de stijging van de kan met een statistische techniek landen warmen hoogstwaarschijnlijk wereldgemiddelde temperatuur in een geschat worden wat de kans is dat systematisch sneller op dan de gebied dat zich uitstrekt van Frankrijk de opwarming in Nederland eigenlijk wereld gemiddeld. Wat is er dan tot Rusland. In de zomer ligt dit gebied hetzelfde was als de wereldgemiddelde nog meer veranderd in ons klimaat zuidelijker en loopt van Spanje, Italië opwarming, maar dat een toevallige dan die geleidelijke stijging van de en de Balkan tot Nederland. In de reeks van warmere periodes de wereldgemiddelde temperatuur? We herfst en de winter is de opwarming in opwarming in Nederland sneller hebben al drie factoren genoemd: westelijk Europa minder snel gegaan, doet lijken. Die kans blijkt in deze een snellere opwarming in het maar nog steeds sneller dan de berekening kleiner dan 1 op 1000. winterhalfjaar in Azië (door minder wereldgemiddelde temperatuur. Dat kan dus bijna geen toeval zijn: sneeuw) en in de zomer in het Nederland warmt sinds 1950 duidelijk Middellandse-Zeegebied (door Kan de snelle opwarming sneller op dan het wereldgemiddelde. uitdroging), en een langzamere toeval zijn? Jaargemiddeld ongeveer 2,2 keer zo opwarming van de Atlantische In “De Toestand van het Klimaat snel. Oceaan. In West-Europa compenseren deze factoren elkaar grotendeels. in Nederland 2003” maakten we nog aannemelijk dat het toen waar- De temperatuurstijging is niet Daarnaast hebben we nog twee andere genomen verschil met de wereldwijde gelijk verdeeld over het jaar. De factoren gevonden die een extra opwarming zeer wel toeval zou kunnen lentetemperaturen zijn over 1950-2008 temperatuurstijging in Nederland zijn. Een opeenvolging van een aantal 2,8 keer zo snel gestegen als de veroorzaken: een systematische trend warmere jaren is er altijd wel geweest. wereldgemiddelde temperatuur, naar meer westenwind in de late winter Kunnen we nog volhouden dat de terwijl de herfsttemperaturen een en het vroege voorjaar en een toename snellere opwarming in Nederland en factor 1,8 laten zien. Zomer en winter in de hoeveelheid zonnestraling in het omgeving het gevolg van zo’n toevallige zitten daartussenin met 2,1 en 2,4. voorjaar en de zomer. rij warmere jaren kan zijn? De onzekerheid van deze getallen Eigenlijk vragen we ons dan af of de is echter vrij groot, omdat de jaar- De trend naar meer (zuid)westenwind trendlijn misschien ook minder steil op-jaar variaties groter worden als in de late winter en het vroege voorjaar had kunnen zijn. Daarvoor kunnen je kortere perioden beschouwt. De die in “De Toestand van het Klimaat in we om te beginnen kijken naar de opwarming is het duidelijkst zichtbaar Nederland 2003” werd genoemd heeft 18 18 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 onverminderd doorgezet. Als gevolg hiervan is er in de tussenliggende jaren niet één strenge winter geweest en de meeste vorstperiodes traden op in december, niet in januari of februari. De verschuiving in de overheersende windrichting hangt samen met een toename van de luchtdruk in het Middellandse-Zeegebied in de maanden De flu ctuatie s va rond een g n de temper atuur emidd beschr elde even m sterk worde et een af van Dit is n kansve een cu versch h et gem r deling rve die uivin vaak e iddeld . aangee en afw e v a en van gen van n f ij de ka t hoe king v delde de bre nsverd an de tempe edte beelde eling. gemid ratuur n voorbe z ij Als vo n v oorkom in eld va k f ig a ornsverd uur 2.3 n zo’n t. Een is de elinge nog tw kansve groene n s t e e g , rode, e e rde curve Kleine is gem geven. De e in figu ling afwijk spronk eraakt d ur 2.3 ingen delde z e li o o . r de o van he ijn het te sch jke kansverd t gemid m uiven. eling ie oren gro te afwij eest waarsch H ts op w ie aarsch ijnlijk kingen der w ijnlijkh rdoor neem zijn ve aarsch t f e lu id de ctuatie el min ijnlijk. van e geïnte sterk t en gro V ressee ven m oe Dit te rd in d aak zijn we e men, t is de ond aangeg e ka dus ho De pa erste v e hoog ns op extrearse c de kan erticale eu de sta r sverde v gebeu p e laat art van ling is rt als kans zien w ijl. , en h de kan verand at er breder oe dez s ert. D v er wordt. e ie kan De kan deling ook extrem s han s op d e waa kansve g t ezelfd rde n rd verder e eemt versch eling toe. dan n oven k og ansver versch d oven e e n bred ling ere ver deling januari tot maart. De invloed op de temperatuur van deze verandering in overheersende windrichting verklaart het overgrote gedeelte van de snellere opwarming in die tijd van het jaar. Gegeven de grilligheid van de Nederlandse winters zijn strenge winters nog lang niet uitgesloten, maar de kans erop lijkt kleiner te zijn geworden. Figuur 2.3: Eff ecten o (rood) e p de ka n een ve ns op e rschove xtremen n èn bre door ve dere ver rschuiv deling (p ing van aars). een kan sverd Box 2. 1 Kans verdeli ngen e Sinds de vroege jaren zeventig wordt eling n extre men de hoeveelheid zonnestraling die direct en indirect de grond bereikt Er is echter een tweede effect zichtbaar goed gemeten in Nederland. Zowel de in de metingen van de zonnestraling, hoeveelheid wolken als de helderheid dat op langere termijn belangrijker van de lucht beïnvloeden deze me- is: een gestage toename over de hele tingen. In de lente en zomer was er meetperiode, zowel in de lente als in een lichte afname tot ongeveer 1985 de zomer, voornamelijk bij oosten- en Drie extreme seizoenen en daarna een sterke toename. De zuidenwind. Deze stijging wordt op De herfst van 2006, de daarop- luchtvervuiling met stofdeeltjes alle stations waargenomen bovenop de volgende winter en de lente van 2007 (aërosolen) in de jaren zeventig en verandering door luchtvervuiling met waren de warmste herfst, winter en tachtig zorgde ervoor dat minder stofdeeltjes. Het temperatuureffect lente sinds het begin van de metingen zonnestraling de grond bereikte. De ervan in Nederland verklaart een groot in Nederland in 1706. Hoe bijzonder afgelopen twintig jaar is de lucht gedeelte van de waargenomen extra is zoiets eigenlijk? Als de gemiddelde weer schoner geworden, waardoor opwarming in deze seizoenen. De toe- temperatuur zo snel stijgt, is elke de zonnestraling aan de grond is name in de gemeten zonnestraling aan afwijking naar boven misschien wel toegenomen. Mede hierdoor zijn de de grond is waarschijnlijk een gevolg een record (zie box 2.1). Maar als lente- en zomertemperaturen tot van een afname van de bewolking, we de opwarming over de periode midden jaren 1980 nauwelijks toe- vooral bij zuidelijke wind, als droge en 1906-2005/2006 van de gemeten genomen, en daarna dubbel zo snel warme lucht uit het snel opwarmende temperaturen aftrekken, blijken de gestegen. Zuid-Europa wordt aangevoerd. temperatuurfluctuaties in de drie 19 19 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 genoemde seizoenen nog steeds de herhalingstijd van 25 tot 50 jaar. modellen. Dat zijn computerpro- grootste (herfst, lente) of op één na Nu is een herhalingstijd van gramma’s die nabootsen hoe de grootste (winter) afwijkingen naar bijvoorbeeld honderd jaar voor de atmosfeer en oceanen stromen en boven te zijn in de hele meetreeks temperatuurafwijking naar boven hoe ze reageren op veranderingen in 1906-2007. Dit geeft aan dat de tem- in één bepaald seizoen niet echt broeikasgassen, vulkaanuitbarstingen, peraturen zelfs voor een opwarmend heel uitzonderlijk: gemiddeld komt zonneactiviteit en andere verstoringen. klimaat uitzonderlijk hoog waren. zo’n seizoen eens per 25 jaar voor. Op het KNMI is met een state-of-the- Hoe uitzonderlijk extremen zijn, wordt De temperatuurafwijking van de art klimaatmodel zeventien keer de beschreven met een herhalingstijd. zomer van 1947 had bijvoorbeeld een periode 1950-2100 doorgerekend, Een herhalingstijd van tien jaar herhalingstijd van rond de 300 jaar telkens met dezelfde stijgende betekent dat er elk jaar een kans van vergeleken met de fluctuaties in de concentraties broeikasgassen, maar één op tien is dat zoiets gebeurt. In jaren daarvoor. Maar de herhalingstijd met andere dag-op-dag variaties van honderd jaar waarnemingen komt zo’n van de herfst van 2006 was nog hoger, het weer (zie box 2.2 Essence project). gebeurtenis dus ongeveer tien keer en werd gevolgd door twee seizoenen Deze verzameling berekeningen wordt voor. Als de gebeurtenis nog nooit met redelijk hoge herhalingstijden. Het een ‘ensemble’ genoemd. Het geeft eerder is voorgekomen, zoals de is een aanwijzing dat ook iets anders dus voor elk jaar zeventien mogelijke afwijkingen in 2006/2007, wordt de in het klimaat veranderd zou kunnen waarden voor de temperatuur. kans daarop geschat door de kans- zijn dan alleen een stijging van de verdeling van zeldzame gebeurtenis- gemiddelde temperatuur. sen die zich wel hebben voorgedaan De gemodelleerde stijging van de wereldgemiddelde temperatuur door te trekken naar nog zeldzamere De resultaten tot nu toe zijn gebaseerd stemt tot op heden goed overeen waarden buiten de verdeling. Dat op de aanname dat de fluctuaties rond met de waargenomen stijging. wordt extremenstatistiek genoemd. de trend niet van karakter zijn veranderd. Ook het grootschalige patroon van Een alternatieve hypothese is dat het de opwarming toont een goede De berekende herhalingstijd voor de klimaat variabeler geworden is, waar- overeenkomst met de waarnemingen: herfst van 2006 in Nederland blijkt op door uitschieters minder zeldzaam snellere opwarming boven grote die manier tussen de 300 en 1500 jaar geworden zijn. Deze hypothese is nog landmassa’s, in gebieden waar sneeuw te liggen, afhankelijk van de details niet met waarnemingen te toetsen. en ijs verdwijnt en in droge gebieden. van de berekening. Voor de winter Maar we kunnen wel klimaatmodellen Door deze overeenstemming van 2007 is dat 25 tot 150 jaar en voor gebruiken om te onderzoeken of dit kunnen we er op vertrouwen dat de lente van 2007 50 tot 150 jaar. Als het geval zou kunnen zijn. de voornaamste grootschalige we rekening houden met de ervaring processen die de temperatuurstijging dat een zachte winter vaak door een Opwarming in klimaatmodellen veroorzaken goed gerepresenteerd warmer voorjaar gevolgd wordt, is de De belangrijkste hulpmiddelen bij worden in dit model. temperatuurafwijking van de lente van het begrijpen en voorspellen van 2007 minder uitzonderlijk, met een klimaatveranderingen zijn klimaat- 20 20 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 eer’). s (‘het w e ti a tu uitgejke fluc werden atuurli n n e g et het nin is met bereke king m t r e c e D je w o n r e e p it van sam eer Essenc iversite um erd in ntien k t n o e e v v U h e z e n l I tr ar ode van d kencen t het ja maatm IMAU het re 1950 to een kli ekenn r ie n e t a e v la t t u D trech maa am. e sim U d r lk in e t E s . het kli t ts Am puter egin ageboo ercom dere b SARA in p n u or a s o d 2100 n n m ie ee werd t chao n min tijd op ttgart oor he er u t t D S . had ee A t 0 S a e I 5 in 19 eer la Duits ct DE w d t je e t n o e a r h t h p s Het toe van opese arakter steld. maatm t Euro k e li e g e k h h t c e tis AM5/ lin h ing is ECH rsie va nder k schikk e a e l v b e s t d e o ie lk e een -Planck te m eekarom t Max ebruik de spr e g n h in a a n del da nk va van ologie r ien (de MPI-OM voor Meteor ‘vlinde maat z n e odel is t d r u e o u lijk dit m len w Instit r il o h o ige c V s woorde r e ve urg. et huid urlijk ’). De Hamb t het h De uite natu a d d r Lorenz m o n o o a v n t. zaakt d gekoze oed naboots iddelde en veroor g et gem keningen, t el kom H a d a o . s m m li ie e t k r it e ia d r b va s van vereen n variatie eveer o msten eventie e g o z k n jk . o li r e w u d enario atu eeu rd, W+ sc de 21e us de n n uitgefilte 6 in ’0 in I M waar d g zij t KN hebben n nderin deels met he e aatvera ningen groten m e s li k a e k r duurd ik e e de e b den ge n bro D a n v a im a u e toont r m n am de cht te (= e toen te verle e totaal a TeraBy n lee ig c e t f e g door d r ij p v d het in veer data o g e in o g n n n a n o a e s ) jk gas ogeli en. d DVD’s t we m en verwacht duizen en wa n id n st ku et gem verd. toekom ingen van h n de a v k g ij in w tt De af n scha even ee delde g B oject ence pr et Ess ox 2.2 H In de details is de overeenstemming overigens ook voor andere klimaat- het verschil tussen het model en de minder goed. Eén van de grootste modellen. In een groot gedeelte waarnemingen is dat de processen, discrepanties is in West-Europa, wat van Europa is de discrepantie van die hierboven als redenen voor de op de wereldkaart maar een klein de trend tussen de waarnemingen waargenomen snelle opwarming gebied is. Hier is de opwarming in en de modelberekeningen hoogst- in Nederland genoemd zijn, in het werkelijkheid veel sneller verlopen waarschijnlijk niet het gevolg van model minder sterk zijn dan in de dan het model aangeeft. Dit geldt toevallige fluctuaties . De oorzaak van waarnemingen. De gemiddelde toe- 21 21 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 name van de (zuid)westen wind in In de herfst, winter en lente geeft het Zelfs bovenop deze snelle opwarming de late winter en vroege lente wordt model echter geen aanwijzingen dat blijven de hoge temperaturen van door klimaatmodellen weliswaar ook warme extremen vaker voorkomen. Dit herfst 2006 en winter 2007 zeer voorspeld, maar deze verandering is betekent dat de temperaturen in deze uitzonderlijk, met herhalingstijden van kleiner dan de waargenomen toename. seizoenen in 2006/2007 een gevolg honderden jaren. In de lente en zomer neemt in het van uitzonderlijk toeval waren, of dat klimaatmodel de zonnestraling aan de processen die in deze seizoenen Klimaatmodellen beschrijven de de grond toe, maar minder sterk dan voor uitzonderlijk hoge temperaturen klimaatverandering over heel grote in de waarnemingen. De toename zorgden niet goed in het klimaatmodel gebieden goed, maar onderschatten de van zonnestraling wordt in het model gerepresenteerd worden. temperatuurtrend in West-Europa tot veroorzaakt door een afname van de nu toe. Ook voorspellen ze hier alleen Conclusies in de zomer een toename van de kans De hoge temperaturen in Nederland op warme extremen bovenop de trend, Met het klimaatmodel kan ook van de afgelopen jaren bevestigen dat terwijl die ook zijn waargenomen in de onderzocht worden of de kans op het klimaat in Nederland opwarmt. herfst, winter en lente. Het KNMI doet warme extremen toeneemt. In de De opwarming gaat twee keer intensief onderzoek om de lokaal waar- berekening van de herhalingstijden uit zo snel als de wereldgemiddelde genomen snellere temperatuurstijging de waarnemingen werd aangenomen temperatuurstijging in een gebied en extreme seizoenen beter te dat die kans niet veranderd is en dat zich uitstrekt van Frankrijk tot begrijpen. dus kan worden bepaald uit de Polen. De snellere opwarming wordt fluctuaties in het verleden. In het hoogstwaarschijnlijk niet veroorzaakt klimaatmodel zien we echter dat in door natuurlijke klimaatvariaties. de zomer de temperatuur van warme Oorzaken voor de sterkere tem- extremen sneller stijgt dan die van peratuurstijging zijn gevonden in een de gemiddelde zomertemperatuur: sterke toename van de hoeveelheid de kans op warme extremen neemt westenwind in de late winter en het toe. Dit wordt veroorzaakt door vroege voorjaar en een toename van uitdrogingseffecten, zoals die nu al de zonnestraling in voorjaar en zomer. elk jaar een rol spelen in zuidelijke Een verband met het versterkte broei- gebieden van Europa. kaseffect ligt voor de hand, maar is bewolking. nog niet aangetoond. VERDER LEZEN De volgende informatie is te vinden op: www.knmi.nl/kenniscentrum • De herfst van 2006 • De zachte winter van 2007 • Het voorjaar van 2007 • De stijging van de wereldgemiddelde temperatuur • G.J. van Oldenborgh, How unusual was autumn 2006 in Europe? Climate of the Past, 2007, 3, 659-668 www.clim-past.net/3/659/2007/cp-3-659-2007.html • G.J. van Oldenborgh, S.S. Drijfhout, A. van Ulden, R. Haarsma, A. Sterl, C. Severijns, W. Hazeleger and H. Dijkstra, Western Europe is warming much faster than expected, ingediend, Clim. Dyn., 2008 www.knmi.nl/publications/fulltexts/ why_is_europe.pdf 22 22 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Het ve rsterkte broeika lijkst b s e ff e c t oven d komt h e natu wereld urlijke et d gemidd v a r e iaties u uidelde tem ste 40 La Niñ it in d peratuu a een a jaar is e r. Ove fkoeli de wer tuur m • De te r eldgem de laatet zo’n mperatu ng van 0,1 tot id d 0 e ,7 nog m 0,2°C. lde tem gemete ur wor °C ges eer fac dt niet n, voor tegen. peratoren d al in de overal Er zijn wereld n ig ie th op aard d p gemidd ermom echter e meetw oolgeb e eters. elde tem ieden s aarden worden D ta peratuu e an weivan de ontbrek weggela r beïnv e te • Niet n m d n ate Res e gebie loeden alleen de earch U in de reeks die . broeika van Ea nit (CR door de n len hoe s g a s U ts sen zoa ) van d Anglia Cliveel str e Univ wordt g ls CO2 van het aling h vangt e ersiteit emaak bepaet aard NASA n uitstr t. Voor Goddar opperv d aalt. S ie houden s la d ( d G e k I I to reeks S n o S f s n ) d titute f zonnes teeltjes wordt van de or Spac traling een ru (aëroso afkoeli temper e Stuwe sch tegen. len) ng in s atuur in atting Dit zor terk ve van de na gro gem gt voor rvuilde deze ge schaars te vulk g b e e ieden o aakt a b g v a ieden. eroorza nuitbar egeven de doo p basis s die e Ook stingen akt een r stof in r wel z koelt d onzeke wereld de hog 1991 w ij n g e r . Dit em heid va ere luc aaras er htlagen n opwarm iddelde tem bijvoor wereld af. In peratuu ±0,1°C in de beeld ing van wijde r. De een ti afkoeli het No jaren w uitbars jdelijke ng van ordpoo sterke ordt in ting va lgebied 0,2°C d e n de v g C e R Filippij n U o d door d -r m e ulkaan e la e e n atste k . nen. s mind e Pinatu • Wee er sterk ba op r- en m d eee klimaa Door d voor to tschom e z evallige e m effecte elingen tijdvak fluctua n wijk zijn El zorgen ken va ties. V en tr Niño e ak af v a n n tr L ja e a Niña maand a n an de la ends over ko r d to o t jaar ver de het bela rte op ma ngjar afgelop hangt ngrijks and oo landma en 8 ja ige trend. De dan oo t, van k het ssa’s, v k sterk ar bijv weer in af. In oo Niño u oorbee van de de CRU grote itzonde ral Azië. In ld gebruik -reeks rlijk ste 1998 w gemidd gemidd te is dataset d r a e e k s ld te elde te El en hee 0 m ,0 p 1° e ratuurs C per ja de GISS ft de w mperatu verhoo tijging ereld-reeks is ar over ur me gd. In 2000-2 er dan dit 0,0 2008 v h e d e n 3°C per 007, in eroorza daarin 0,2°C jaar. De zijn ech akt een rige wa onzeke ter zo g sterke ard rroot da foutenm e van zo’n 0,0 t d e langja2°C pe arges v r jaar b an beid innen d e schatt e ingen li gt. Box 2.3 Trends in de were ldgemid delde te mperat uur 23 23 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Neerslag en droogte k derin t Len Geer Jules ma Beers In de (late) zomer is de Nederlandse kust gemiddeld natter dan de rest van het land. Ook in de afgelopen zomers is een paar keer sprake geweest van overvloedige regenval en wateroverlast in kustprovincies. In hoeverre heeft het warme Noordzeewater daar mee te maken? Naast die uitzonderlijke regenval waren er ook een paar heel droge periodes. Hoe ongewoon waren die eigenlijk? Het warme Noordzeewater blijkt inderdaad de zomerse neerslag aan de kust te kunnen versterken. Naarmate Nederland verder opwarmt, zal dat effect sterker worden. De droge zomer van 2003 was niet zo uitzonderlijk: zulke droge jaren zijn er zo af en toe in Nederland. Maar droogte zoals in het voorjaar van 2007 is nog nooit gezien. Dit leidde echter niet tot een record droge zomer, want de droge periode was al voorbij toen de zomer begon. 24 24 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 De invloed van zeewater- herfst aan de kust kunnen verwachten? “ten dele” is, zal na het voorafgaande temperatuur op kustneerslag Nee, niet altijd. Er moet ook (vochtige) duidelijk zijn. De hoofdoorzaak van Dat de Noordzee een sterke invloed lucht worden aangevoerd over zee. Het de buiigheid was de atmosferische op het klimaat in Nederland heeft, warme Noordzeewater veroorzaakt circulatie. Begin augustus kwam er zal niemand verbazen. Zowel op op zich geen hevige regen. Maar de een sterke noordwestelijke stroming temperatuur als neerslag is de invloed buiigheid in lucht die van over zee op op gang, die koude en onstabiele van de Noordzee onmiskenbaar. ons land afkomt, wordt geactiveerd of lucht naar ons land voerde. Deze Gedurende het hele jaar heeft de versterkt door het warme zeewater. stroming hield de hele maand aan, Noordzee een temperende invloed en veroorzaakte een zeer sterke op de temperatuur aan de kust. Voor De extreme neerslag van augustus 2006 buienactiviteit. Deze buienactiviteit neerslag is de invloed sterk van het Augustus 2006 was een extreem natte werd versterkt door het zeer warme seizoen afhankelijk. In het voorjaar maand (zie het eerste hoofdstuk). Noordzeewater. Maar voor hoeveel? warmt het land snel op ten opzichte Een groot gedeelte van de neerslag van de Noordzee. Het relatief koude viel in deze maand in zogeheten Kan dat uit de waarnemingen worden Noordzeewater zorgt dan voor een buiencomplexen, met een typische afgeleid? Om die vraag te beantwoorden, onderdrukking van buienactiviteit schaal van enkele tientallen kilometers. zou je naar augustusmaanden in het aan de kust. De kustzone is daarom Augustus 2006 werd voorafgegaan verleden kunnen zoeken met een ver- in het voorjaar en de vroege zomer door een lange periode met zeer warm gelijkbare circulatie maar een andere droog en zonnig ten opzichte van weer. De gemiddelde temperatuur in Noordzeetemperatuur. Zulke ‘analoge het binnenland, met name in mei en juli bedroeg 22,3 C. Dit is bijna 5 graden maanden’ zouden dan de afhankelijkheid juni. In de late zomer en het najaar boven het langjarige gemiddelde van zeewatertemperatuur laten zien. is de situatie precies omgekeerd. De voor juli en bijna 1 graad warmer dan Maar helaas kunnen ook subtiele Noordzee is dan relatief warm en enige andere zomermaand sinds het verschillen in de circulatie een grote buienactiviteit wordt versterkt boven begin van de metingen in De Bilt. De invloed hebben op de neerslag. Er dit relatief warme water. In september, temperatuur van de Noordzee was zijn dus nogal veel analoge maanden oktober en november valt er in de aan het eind van juli zeer hoog. Aan de nodig om de invloed van de Noordzee- kustzone de meeste regen (zie KNMI kust werden watertemperaturen tot temperatuur te kunnen onderscheiden klimaatatlas). 22 C gemeten. van de variaties in regenval door deze o o subtiele verschillen in de circulatie. Dit Betekent dit, als aan het eind van Kunnen de zeer grote neerslaghoeveel- blijkt voor maandgemiddelden niet een relatief warme zomer de zee- heden in augustus 2006 verklaard mogelijk te zijn. Er zijn er simpelweg watertemperaturen relatief hoog zijn, worden uit de hoge temperatuur van niet genoeg. Maar voor dagelijkse data dat we dan ook een natte nazomer of het Noordzeewater? Dat het antwoord lijkt dat wel mogelijk (zie box 3.1). 25 25 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 mm/ oC 1.2 gemiddel d kustzone binnenla nd de neers laghoeve elheid. D zet in de ie is hori 0.8 figuur. V zontaal u ervolgen neminge itges is in elke n gekeke groep wa n h oe het ve hoeveelh areid werk rband is tussen d elijk gev 0.4 tempera e a ll en neers tuur va n het N lag en d ondersch o e o rdzeewa eid word ter, waa t gemaa de kust rbij 5%/ o kt tussen en meer C 0 stations landinwa Als er we a an a rt s gelege inig of g n station een verb tempera a s. n d tuur en is tussen de hoev Noordze getal op -0.4 e e e lh eid neers de linkera JAS lag is h s (de z.g klein of e t . re nul. Als gressieco ëfficiënt) er een s regressie 1958-200 0 terk verb , 6 1 coëfficië 2 and is, is n 3 t g ro ter. 4 de 5 6 7 We zien mm Figuur 3.1: dat in de Verband tu groepen (c irculatie ssen dagel met ‘dro temperatu s waarb ijkse neers ge’ circu ur van de ij gewoonli o la laties p g tr en N e e o d o z rd ee t, jk weinig z w links in ee in de per aterseptember d . n e iode juli, au e g h e ra e rs id tussen fiek) wein lag gustus en zeewatert ig afhan neerslag kelijkemperatu is ur en op . In de n Om dez getreden attere cir e figuur terkant v culaties, te make an de fig van dage aan de re n u zijn waa u lijkse ne r, N o z ie o chrdzee du n we da rneming erslag en de perio t een wa idelijk in en van luch de 1958 heid nee rmere vloed he tc ir – c u 2 rs 0 e la la ft op de min of m 06 verde tie uit g, vooral hoeveeleld in gro eer hetz in het ku elfde cir epen die stgebied Omdat n c u . la tiepatroo eerslag s V o o r de mee n hebbe terk van hoort bij st natte n. de circu elk circu circulatie kelijkheid latie afh latiepatr s wordt van rond groepen a n g o t, o een afha n , dus bij waarnem d B e 15 % p ij e nen twee elk van d ingen, e e r graad g graden h en bepaa e evonden kan er d ogere ze lde gem . ewaterte us in de iddelmperatu kustzone neerslag ur per dag vallen. 30 % m eer 15%/ o C Box 3.1 D agelijkse neerslag Kustneerslag in een model Het effect van zeewatertemperatuur op kustneerslag kan ook bestudeerd perfecte analoge maanden met dezelfde worden in een klimaatmodel. Hierbij circulatie maar met verschillende kan de atmosferische circulatie aan zeewatertemperaturen creëren. We het model worden opgelegd. We gebruiken hiervoor het KNMI regionale kunnen in de modelwereld dus vrijwel klimaatmodel RACMO2 (zie box 3.2). 26 26 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 RACMO2 es Observati 400 250 225 200 175 150 125 0 aakt met een ulatie is gem m si e D . 6 0 ur. stus 20 ertemperatu rslag in augu tie en zeewat men van nee la u om rc ci ds n e h aa sc m erde osferi t binen gesimule istische atm rder in he door een real eobserveerde one en ve G z en st 2: ev u 3. en in dr k r d u e ge e n d gu Fi O2) aa ssen oeveelh eerslag tu tmodel (RACM neerslagh n aa e im ch kl leerd is l e il p d aa ta ty lf e region r ged ok de n deze p een mee nenland. O del worde O o . ct erde tm e a le n rr a e u e co m m t als in es zijn naal kli De gesi n ik . o io z ru n g b e le e re il id g e n ch ls b e e In e n reg elmeer ter vers aal e wetten e d het IJss en region zijn er ech ig n e d u ro n a in u e n r e iv rk a n u a p natu en in en o odel. M gedaan in oeveelhed oeveelhed klimaat m neerslagh keningen neerslagh e re e D b . eelte mondiaal g d je o e d li o g h te n ag. Een elijk te l worde ere ruim la e id g d u o o te d h n l n tm e ij ij a z z a ve klim ingen lolland et een nale mode n waarnem en Zuid-H e bied en m io e l g g e rd re d o o t in o e le m h N k n een d tusse nd van cte locahe toestan dat de exa verschillen sc . Aan de ra it e e ri ti e d fe t sf lu n e o h so va tm it re ke ard u ret de a ijn waarvoorgesch ein) word Maar er z rden verkla – . o m o is w id r e (d n a h a a d g k lb ti ie geb orspe n voch een odel, die aan met buien onvo peratuur e in het m d n e m n g e te va g , n e d ij in ti z in m –w hier o lijken kortko huikeningen zorgen. Z jk ook te er dan de re li g e n n o b e ij h g e h in D 30 sc k r . ij o ven e afw ren n fact kelen, en stematisch het simule n 6 km, ee l te ontwik sy t e va k r a e o sn a ti vo m te lu l it e so re n buien lijk. t mod llen. D xen moge ustering va zich in he iale mode le cl d n p e n ie d o m t u m e b co n e m dig rde erbuie Er wordt moeite gesimulee enomen. halige zom het model rg 2 sc a ft O a e in M e w le C h k t A R n rd va mazig oor t wo voed nieuw fijn laat het d ie frequen model ge d n 2 t e e e ls 3. h a o r n r z a u e a e u n t Fig eeen. n, wan MI gewerk enomen z te verhelp atroon zie op het KN omingen 006 waarg k 2 neerslagp rt t s e o u k H st te . u e e g ti dez circula de in au model om sferische wordt met chil in r en atmo rs u ve tu n ra e e m p eno watertem het waarg roduceert p re l e d o m B l R ACMO2 maatmode ionaal kli ox 3.2 Reg 27 27 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Figuur 3.3 laat de neerslaghoeveelheid mm stations RACMO2 koud RACMO2 warm zien als functie van de afstand tot de kust. Voor deze figuur is Nederland 240 opgedeeld in verschillende zones afhankelijk van de afstand tot de kust. De neerslaghoeveelheden in de 200 verschillende zones zijn in de figuur gezet voor stationswaarnemingen 160 en voor twee modelsimulaties met RACMO2. Eén modelsimulatie gebruikt waargenomen zeewatertemperaturen 120 (“warm”) in augustus 2006, en één gebruikt een twee graden lagere 80 zeewatertemperatuur (“koud”). De simulatie met hogere zeewater- -120 -80 -40 0 40 80 120 160 km temperatuur reproduceert het typische verschil tussen de kustzone en het binnenland. Wel is het patroon in het model zeewaarts verschoven, en zijn de neerslaghoeveelheden boven land Figuur 3.3: Neerslag op verschillende afstand van de kust in augustus 2006. De zwarte lijn geeft het gemiddelde op basis van stationswaarnemingen weer, boven zee aangevuld met gegevens van de buienradar (gestippeld). De gekleurde lijnen zijn modelsimulaties met een realistische zeewatertemperatuur (‘warm’) en een twee graden lagere zeewatertemperatuur (‘koud’). aan de lage kant. In de simulatie met Meer kustneerslag door warmer een lagere zeewatertemperatuur is er klimaat? nauwelijks verschil tussen de neerslag zoals in augustus 2006. Is er ook Figuur 3.4 geeft het verschil weer aan de kust en in het binnenland. Aan een verandering in de klimatologie te tussen de neerslag aan de kust de kust bedraagt het verschil tussen verwachten? De temperatuur van de (minder dan 30 kilometer van de beide simulaties zo’n 50 millimeter, Noordzee lijkt vooral sinds de jaren kustlijn) en het binnenland, zoals ofwel 30 procent. Aangezien het negentig sterk gestegen. Over de we dat gemeten hebben. Zowel het verschil in zeewatertemperatuur 2 laatste vijftig jaar is de trend van de klimatologisch gemiddelde als de graden bedroeg, betekent dit een temperatuur in de Noordzee ongeveer verandering over de laatste 55 jaar neerslagtoename aan de kust van zo’n twee maal zo groot als de trend in de zijn weergegeven. Het klimatologisch 15 procent per graad. wereldgemiddelde temperatuur (zie gemiddelde laat zien dat de kust in ook het hoofdstuk “Nederland warmt het voorjaar relatief droog is, en in het Uit de modelsimulaties kunnen we dus sneller op dan verwacht”). Heeft de najaar relatief nat. Interessant is dat concluderen dat de warme Noordzee sterke opwarming van de Noordzee er een trend in het neerslagpatroon een belangrijke bijdrage kan leveren een invloed op de klimatologische zichtbaar is; de kust wordt natter ten aan sterke buienactiviteit aan de kust, neerslagverdeling binnen Nederland? opzichte van het binnenland. Omdat 28 28 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 de natuurlijke grilligheid van neerslag groot is, is de onzekerheid in de bepaling van de trend ook groot. Toch mm per maand klimatologisch. gem. 1951-2006 verandering 1951-2006 15 lijkt de verandering voor de zomer significant te zijn. Het ligt voor de hand deze verandering toe te schrijven 10 aan de sterk oplopende temperatuur van de Noordzee; maar een hard bewijs hiervoor ontbreekt nog. Droogte Neerslagtekort 5 0 Droogte is geen grootheid die je direct kan meten. Het is natuurlijk in eerste instantie het gevolg van gebrek aan -5 neerslag. Maar om een goed beeld te krijgen van droogte moet ook rekening worden gehouden met de verdamping. Het verschil tussen de hoeveelheid neerslag en de hoeveelheid verdamping bepaalt of er droogte ontstaat. De verdamping wordt vooral bepaald Jan Maa Mei Jul Sep Nov Figuur 3.4: Waargenomen verschil tussen neerslag aan de kust en neerslag in het binnenland door het jaar heen op basis van 238 neerslagstations. Het klimatologische gemiddelde over de periode 1951-2006 en de verandering over dezelfde periode zijn weergegeven. In grijs is de 10-90 % betrouwbaarheidsband weergegeven. De figuur is gebaseerd op periodes van 3 maanden; ‘Jan’ verwijst bijvoorbeeld naar het gemiddelde over december, januari en februari. door aanwezige vegetatie. Het door de vegetatie opgenomen water wordt voor Zomerdroogte slechts een klein deel in de vegetatie verdamping genomen van grasland dat Gedurende het groeiseizoen (het zelf vastgelegd. Het grootste deel over voldoende water kan beschikken. zomerhalfjaar) houden periodes met verdampt. Die verdamping wordt Als er gedurende het groeiseizoen weinig neerslag en/of veel verdamping bepaald door de weersomstandig- minder neerslag valt dan deze referentie- vaak meerdere maanden aan. Het heden (temperatuur, zonlicht, wind, verdamping, spreken we van een neer- optreden van een neerslagtekort is luchtvochtigheid), het type vegetatie slagtekort. Omgekeerd is er sprake dus een normaal verschijnsel. en het beschikbare vocht in de van een neerslagoverschot. Het begrip Daarom spreken we meestal pas bij bodem. Verdamping varieert hierdoor neerslagtekort, dat dus eigenlijk weer- boven-normale neerslagtekorten over ruimtelijk sterk en is moeilijk te meten. geeft dat er niet genoeg neerslag is droogte. Daarom wordt in Nederland, om de gevallen voor optimale groei van gras, verdamping bij bepaalde weers- kan goed gebruikt worden om zomer- omstandigheden te schatten, vaak de droogte in Nederland te karakteriseren. 29 29 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 mm 300 5% droogste jaren mediaan recordjaar 1976 jaar 2003 200 100 0 April mm 300 Juni Juli Augustus September Juni Juli Augustus September Juni Juli Augustus September mm 5% droogste jaren mediaan recordjaar 1976 jaar 2004 300 200 200 100 100 0 5% droogste jaren mediaan recordjaar 1976 jaar 2005 0 April Mei Juni Juli Augustus September mm 300 Mei April Mei mm 5% droogste jaren mediaan recordjaar 1976 jaar 2006 300 200 200 100 100 0 5% droogste jaren mediaan recordjaar 1976 jaar 2007 0 April Mei Juni Juli Augustus September April Mei Figuur 3.5: Ontwikkeling van het neerslagtekort gedurende het zomerhalfjaar (1 april t/m 30 september) voor 2003 tot en met 2007 (zwarte lijnen), het recordjaar 1976 (rode lijn), het niveau dat slechts in 5% van de jaren wordt overschreden (groene lijn) en het niveau dat in de helft van de jaren wordt overschreden (mediaan, blauwe lijn). 30 De 30 De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Figuur 3.5 toont, voor de jaren 2003 tot (groter dan 300 millimeter) zullen ontwikkeling van het neerslagtekort en met 2007, de ontwikkeling van het pas tussen half augustus en half heel gemiddeld. In beide jaren lag neerslagtekort gedurende het zomer- september kunnen optreden. Een het maximale neerslagtekort rond halfjaar (1 april t/m 30 september). figuur als 3.5 laat ook duidelijk zien de 100 millimeter, een waarde die Ter vergelijking zijn daarbij steeds drie of het voor de tijd van het jaar droog bij benadering in de helft van de ontwikkelingen van het neerslagtekort was of niet. Naast de ontwikkeling van jaren gehaald wordt. De ontwikkeling aangegeven: het neerslagtekort in de tijd is ook het van het neerslagtekort in 2006 was 1) In het record droge jaar 1976; grootste (maximale) neerslagtekort gemiddeld in april. De eerste helft 2) Het niveau dat slechts in 5 procent gedurende het zomerhalfjaar van mei was droog, maar dat werd van de jaren wordt overschreden interessant, want dat is een maat gecompenseerd in de tweede helft (gemiddeld eens in de twintig jaar); voor de absolute droogte van een van mei. Van begin juni tot en met jaar en dus of dat jaar als ‘droog’ de eind juli was het vrijwel droog en geschiedenis in gaat. steeg het neerslagtekort tot ongeveer 3) Het niveau dat in de helft van de jaren wordt overschreden (en in de andere helft dus niet). 200 millimeter, de maximale waarde In 2003 steeg het neerslagtekort dat jaar. Absoluut gezien niet heel Figuur 3.5 laat zien dat een groot vanaf de derde week van mei vrijwel uitzonderlijk maar wel redelijk uit- neerslagtekort (ofwel droogte) tijd onafgebroken door tot een maximale zonderlijk voor de tijd van het jaar. nodig heeft om zich te ontwikkelen. waarde van ongeveer 230 millimeter 2007, tot slot, kenmerkte zich door Serieuze droogte (bijvoorbeeld een rond de derde week van augustus een bijzonder droog voorjaar. Het neerslagtekort groter dan en bleef daarna tot eind september maximale neerslagtekort van dat jaar, 200 millimeter) komt slechts eens redelijk constant. Vooral het moment iets meer dan 100 millimeter, werd al in de twintig jaar eerder dan eind waarop neerslagtekorten van meer in de eerste week van mei bereikt. Over juli voor. In recordjaar 1976 werd dit dan 200 millimeter werden bereikt de uitzonderlijkheid van het droge niveau echter al een maand eerder (half augustus) maakt 2003 relatief voorjaar van 2007 wordt verderop bereikt. Zeer grote neerslagtekorten bijzonder. In 2004 en 2005 was de meer verteld. 31 31 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Max. neerslag tekort in mm 400 300 200 100 0 1905 1910 1915 1920 1925 1930 1935 1940 1945 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 Figuur 3.6: Het maximale neerslagtekort in het zomerhalfjaar (april t/m september in blauw) en in het voorjaar (maart en april in rood) vanaf 1906. Figuur 3.6 geeft vanaf 1906 tot en met negentig jaar voorkomt terwijl een en verdamping bestaan er ook 2007 het maximale neerslagtekort ge- maximaal neerslagtekort van 230 regionale verschillen in het maximale durende het zomerhalfjaar. Het jaar 1976 millimeter, zoals in 2003, gemiddeld neerslagtekort en het moment in heeft het record met een maximaal ongeveer eens per tien jaar voorkomt. het jaar waarop dat wordt behaald. neerslagtekort van ongeveer Als we in 2003 ook rekening houden Zoals we hierboven, in het stukje over 360 millimeter en wordt, in de top 5, met het moment in het zomerhalfjaar kustneerslag, al vertellen, hebben gevolgd door 1959, 1947, 1911 en 1921. waarop de grote neerslagtekorten de kustregio’s in de vroege zomer Met ongeveer 230 millimeter komt van 200 tot 220 millimeter bereikt vaak iets minder bewolking dan 2003 op de zevende plek. Er is tussen werden (rond half augustus), dan meer landinwaarts gelegen regio’s. 1906 en 2007 geen trend in het maximale geldt daarvoor een herhalingstijd van Het gevolg is dat er aan de kust neerslagtekort waarneembaar. ongeveer twintig jaar. dan vaak iets minder neerslag valt Statistische methodes geven aan en dat de zonneschijnduur en dus dat het maximale neerslagtekort in Regionale verschillen in zomerdroogte de verdamping er iets groter zijn. 1976, van 360 millimeter gemiddeld Doordat er binnen Nederland Beide effecten leiden tot een groter in Nederland, ongeveer eens per regionale verschillen zijn in neerslag neerslagtekort. 32 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 32 Landregio’s NL 2003 ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 3 ( ) Tabel 3.1: Maximaal neerslagtekort (mm) in het zomerhalfjaar in 1976 en 2003 voor zes verschillende regio’s en voor Nederland als geheel met de bijbehorende herhalingstijden in jaren tussen haakjes. Het droge voorjaar van 2007 In tabel 3.1 is Nederland opgedeeld in In figuur 3.5 hadden we al het neerslagtekort ontstaan zijn. Zo ook in zes regio’s en wordt voor elk van deze uitzonderlijk droge voorjaar van het voorjaar van 2007 waarin er tussen zes regio’s zowel voor 1976 als voor 2007 opgemerkt. Onder normale 22 maart en 6 mei (46 dagen) geen 2003 het maximale neerslagtekort in omstandigheden is het een goede neerslag van betekenis is gevallen het zomerhalfjaar met de bijbehorende keuze om de berekening van het en het boven normaal warm was. herhalingstijd gegeven. neerslagtekort op 1 april te starten. Deze situatie leidde ertoe dat er al vóór 1 april een neerslagtekort werd De tabel laat zien dat in 1976 en De eerste april wordt beschouwd als opgebouwd, dat uitzonderlijk groot 2003 het maximale neerslagtekort het begin van het groeiseizoen. Vanaf was voor de tijd van het jaar. Hoe in de kustregio’s groter is dan in de 1 april zijn de (lucht)temperatuur en uitzonderlijk, is te zien in figuur 3.6 landregio’s. Daarnaast, hoe groter de hoeveelheid zonnestraling waarin naast het neerslagtekort in de herhalingstijd hoe zeldzamer de voldoende voor de meeste planten en het zomerhalfjaar ook het maximale gebeurtenis. In 1976 vallen vooral gewassen om te gaan groeien. Begin neerslagtekort in de maanden maart Zeeland en middenoost Nederland op april is dan ook het moment waarop en april is weergegeven (de rode met hun respectievelijk veel grotere gemiddeld genomen in Nederland staafjes). In 2007 is het voorjaarstekort en veel kleinere herhalingstijd. Uit de verdamping groter wordt dan de van bijna 100 millimeter nog ruim de herhalingstijden voor 2003 blijkt neerslag en er dus een neerslagtekort 20 millimeter groter dan het voorjaars- dat het vooral in noordwest- en gaat ontstaan. Maar wanneer het tekort in 1996, 1974 en 1976, de top middenwest Nederland droger was voorjaar uitzonderlijk droog en warm drie van de historische reeks tot en dan in de rest van Nederland. is, kan er op 1 april al een (klein) met 2006. 33 33 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Troposferisch ozon oije nN an va Tw en het klimaat skes E Henk erver Gé V der A d van l Rona De chemische samenstelling van de atmosfeer hangt op vele manieren samen met de toestand van het klimaat op mondiale, regionale en lokale schaal. Hier zullen we een aantal aspecten van deze interactie bespreken aan de hand van veranderingen die in recente jaren zijn waargenomen in de ozonconcentraties boven Europa. Troposferisch ozon is na kooldioxide en methaan het belangrijkste broeikasgas. Maar in de schattingen van de invloed van ozon op het klimaat zitten grote onzekerheden. Een beter begrip van troposferisch ozon is daarom van groot belang. 34 34 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Troposferisch en door oxidatie van precursorgassen centraties aan de grond. Vooral stratosferisch ozon zoals koolstofmonoxide (CO), in warme zomers vinden er Het is ten eerste van belang methaan (CH4) en andere vluchtige lokaal overschrijdingen plaats, onderscheid te maken tussen ozon koolwaterstoffen in de aanwezigheid gerelateerd aan de uitstoot van op verschillende hoogtes. van stikstofoxiden (NOx) en zonlicht. ozonprecursorgassen. De toename van de emissies van deze Ozon tussen ongeveer 12 en 50 gassen in de twintigste eeuw heeft Vanwege de verticale uitwisseling in kilometer boven het oppervlak (de de hoeveelheid ozon in de troposfeer de atmosfeer, is er sprake van een stratosferische ozonlaag) is van sterk verhoogd. Vooral in de hogere samenhang tussen de concentraties cruciaal belang voor het leven op troposfeer (tussen 5 en 12 km), in de stratosfeer en de troposfeer aarde, omdat het schadelijke UV- waar de temperaturen laag zijn, is enerzijds en de vrije troposfeer en de straling van de zon tegenhoudt. In ozon een sterk broeikasgas. Volgens grenslaag aan de grond anderzijds. de stratosfeer wordt ozon (O3) direct de laatste klimaatrapportage van gevormd uit zuurstof (O2) onder het Intergovernmental Panel on Effecten van invloed van zonlicht. De menselijke Climate Change (IPCC) is de bijdrage emissiebeleid in Europa uitstoot van chloorfluorkoolstoffen van troposferisch ozon aan de In Europa is de uitstoot van (cfk’s) heeft een negatieve invloed op stralingsforcering tussen de 0,25 en gassen waaruit ozon gevormd kan de ozonlaag en is de oorzaak van het 0,65 W/m2, met 0,35 W/m2 als beste worden, aanzienlijk gereduceerd jaarlijks ontstaan van het ozongat schatting. Recente modelberekeningen sinds eind jaren ’80. Dit heeft sterk boven de Zuidpool. Na het onder- laten zien dat de toename van tropo- wisselende effecten gehad op de tekenen van het internationale Protocol sferisch ozon in de periode 1890 tot ozonconcentraties in Europa. De van Montreal in 1987 is de uitstoot 1990 vooral sterk heeft bijgedragen gemeten concentraties op grondniveau van cfk’s sterk afgenomen, en de aan de opwarming van het Noord- laten een gevarieerd beeld zien over verwachting is dat de stratosferische poolgebied in de winter en de lente de laatste 10-15 jaar, waarbij de trends ozonlaag zich halverwege deze eeuw (ongeveer 0,4-0,5 oC) en vervuilde sterk afhankelijk zijn van de locatie van zal herstellen. gebieden van het Noordelijk Halfrond het meetstation en van het seizoen. in de zomer (lokaal meer dan 0,5 oC). De meeste stations in vervuilde Veranderingen in de ozonconcentraties gebieden vertonen een verlaging in de troposfeer (tot een hoogte van Directe blootstelling aan verhoogde van de hoge ozonconcentraties, met ongeveer 12 km) spelen een belang- ozonconcentraties is schadelijk voor name ’s zomers, en een verhoging rijke rol in opwarming van de aarde. mens en natuur. In Europa is er regel- van de lage concentraties, met name Ozon wordt niet direct uitgestoten, geving rond ozon en worden er ’s winters. Dit patroon is kwalitatief maar wordt gevormd in de troposfeer grenzen gesteld aan de ozoncon- in overeenstemming met een afname 35 35 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 jaargemidename van de to n ee n te la gen -20 De waarnemin re stratosfeer (12 een ozonzien in de lage s g ijk in el ud ek en w ho ss er 92 tu gv ber 19 per jaar delde men dt sinds decem n meer dan 1% vanaf de va t ee um m im ie In De Bilt wor ax at le tr m concen er niet ge id km) met een n die de ozon t dit heeft echt sche ef gi lo he lt ro Bi eo e et D m n sonde opgelate ve en met Tussen 5 12 en 15 km. Bo de troposfeer. stratosfeer sam din in de e w in am en t en to id to d he re gron ijkba g in de , luchtvochtig tot een vergel nte veranderin s temperatuur geen significa ijk el grootheden al m gere na is de en 12 km treden. In la houding opge er gv en snelheid. m e nd ld d gevo en. jaargemidde n positieve tren e vertiee ld r de ee w id m el w ge dt erhouding rgenomen troposfeer wor iddelde mengv de r toont de waa m s uu ge ng ig ar la rf ja ij ke rb de lin aa is e D km ond n de Bilt, w en. Aan de gr Tussen 2 en 5 van ozon bove r jaar toegenom weergegeven. pe is 5% cale verdeling on 0, dan r oz er ee n ve m va deld en met onge de partiële druk er de volper jaar gemid ov 2% en a rd jn horizontale as de aa bi t w in e to iddeld Alleen loopt dit op geven de gem rfst en winter. lken de he ba e, en nt ut le fo de De datapunten de ge nderin n 2007 en 2% per jaar in ificant. De vera del93 tot en met gn id 19 si m n et re ge ni ja ar ja er ge e hi di le end or een derliggend zomer is de tr osfeer zijn vo ingen in de on de lagere trop ingen over de el en rd standaardafwijk g ve aa emise sl ld de en de id me van in de gr e seizoensgem lg van een afna 2007 zijn r vo be ge t m de waarden. D ve he no el de D met ng van e Bilt. belangrijk ber 1992 tot en n in de omgevi se toont de r as rg uu so ig rf ur te periode decem ec ch . De re sies van ozonpr et stippellijnen e trends in de ld aangegeven m de id m ge ns 007) jaar- en seizoe De Bilt (1993-2 bijbehorende n ozon boven va . g in on ud oz ho n er ing va in de mengv mengverhoud Lineaire trend -2007) lt (1993 on boven De Bi rdeling van oz rticale ve Gemiddelde ve ri-februari december-janua i maart-april-me us juni-juli-august er-november september-oktob middelden rge jaa de in trend Hoogte in km Hoogte in km 20 20 10 10 ri-februari december-janua i maart-april-me us juni-juli-august er-november september-oktob rgemiddelden spreiding vd jaa gehele jaar en 0 0 2 4 8 6 12 10 36 36 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 16 -2 -1 1 0 O 3 [mPa] n De Bilt entraties bove de ozonconc omen trends in en Box 4.1 Waarg 14 0 2 3 trend [%/jaar] van de lokale uitstoot. In brongebieden 0,31 ± 0,12 ppb (parts per billion) per Intercontinentaal transport van ozon leidt dat namelijk tot een verlaging jaar. Op een gemiddelde van 38,4 ppb en ozonprecursorgassen zoals NOx, van de ozonproductie, die vooral in de over deze periode, komt dit overeen CO en koolwaterstoffen vanuit Noord- zomer plaatsvindt, maar ook tot een met een relatieve toename van 0,81 ± Amerika en in mindere mate vanuit afname van de verwijdering van ozon 0,31 procent per jaar. Omdat de toe- Azië draagt in belangrijke mate bij aan door reactie met stikstofmonoxide name het sterkst is in de lente en in de achtergrondconcentraties boven (NO), die vooral in de winter van de winter en het zwakst in de zomer, Europa, met name in de lente. belang is. is ook de amplitude van de jaarlijkse cyclus toegenomen. In feite is de Veranderingen in het transport Het KNMI-terrein in De Bilt is een achtergrondconcentratie toegenomen van ozon en ozonprecursorgassen voorbeeld van een locatie die sterk tot eind jaren ’90 en lijkt deze zich vanuit Noord-Amerika lijken echter beïnvloed wordt door emissies uit de hierna min of meer te hebben ge- van ondergeschikt belang voor het nabije omgeving (zie box 4.1). stabiliseerd. begrijpen van de trend in ozon. De antropogene emissies van Achtergrondconcentraties Ook op grotere hoogten vertonen ozonprecursorgassen in Noord- De gemeten trends kunnen de ozonconcentraties boven Europa Amerika zijn relatief stabiel gebleven echter slechts gedeeltelijk worden een opwaartse trend in de jaren ’90, of licht afgenomen in de jaren ’90. verklaard door de afname van met name ’s winters. Dit blijkt uit Ook de mogelijkheid dat het transport de lokale emissies. Ook de de meetreeksen van de bergstations over de Atlantische Oceaan naar achtergrondconcentratie in Europa, Jungfraujoch in de Zwitserse Alpen Europa effectiever is geworden in de dat wil zeggen de concentratie die (3580 m boven zeeniveau) en jaren ’90, kan worden uitgesloten. niet door lokale bronnen wordt Zugspitze in Zuid-Beieren In de lente hangt dit transport beïnvloed, is veranderd. Deze (2962 m), uit de met sondes gemeten namelijk samen met de sterkte van vertoont een jaarlijkse cyclus met verticale profielen boven Payerne in de Noord-Atlantische Oscillatie een maximum in de lente en een Zwitserland, en uit vliegtuigmetingen (NAO), een grootschalig windpatroon. minimum in de zomer. Metingen boven Frankfurt en Parijs. De NAO-index, die de sterkte van van de achtergrondconcentratie in de westenwind aangeeft, is echter Mace Head aan de westkust van Oorzaken van de waargenomen Ierland vertonen een toename van veranderingen in de ozon- de hoeveelheid ozon die vanaf de concentratie In Azië zijn de antropogene Atlantische Oceaan wordt aangevoerd. Mogelijk hebben verschillende factoren emissies de afgelopen 10-15 jaar Over de afgelopen twintig jaar bijgedragen aan de toename van enorm snel gegroeid, met name (1987-2007) is de mengverhouding troposferisch ozon boven Europa in de in China. Satellietmetingen laten van ozon (dit is het aantal moleculen jaren ’90. De belangrijkste zullen we een verdubbeling zien van de ozon op het totale aantal moleculen hieronder bespreken. hoeveelheid stikstofdioxide in de in een volume lucht) toegenomen met afgenomen sinds begin jaren ’90. troposfeer boven China tussen 37 37 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 1996 en 2005, vergelijkbaar met de economische groei (zie box 4.2). De toename van de emissies in China heeft echter slechts een beperkte invloed gehad op de ozonconcentraties in Europa. Op basis van modelberekeningen zou een verdubbeling van de antropogene emissies in Oost-Azië (inclusief die in Japan en Korea) een toename van de mengverhouding van ozon op grondniveau in Europa opleveren van maximaal ongeveer 1 ppb in de lente – veel minder dan de waargenomen toename. In 1998-1999 en 2002-2003 vertonen de metingen extra hoge ozonconcentraties door de invloed van bosbranden in Canada en Siberië, waarbij grote hoeveelheden CO2 en ozonprecursorgassen zijn vrijgekomen. De grootste branden vonden plaats in Siberië in de zomer Satellietmetinge n spelen een be langrijke rol bij de bepa ling van de co nc en traties van sporengass en in de atmos feer. Instrumenten zoals GO ME (Global Ozo ne Monitoring Experim ent) op de ER S-2 -satelliet van ESA, SCIAM ACHY op ESA-En visat, en OMI (Ozone M onitoring Instru m ent) op EOS-Aura van NA SA zijn in staat om luchtvervuiling dicht bij het oppervla k te meten. Nederland en het KNMI leve re n hierbij een belangrijke bijdrage. OMI is een Nederlands-Fins instrument en het KNMI heeft de weten schappelijke le iding over het OMI-project . De eerste figuu r geeft de mon diale verdeling van stikstof dioxide (NO ) in de tropo2 sfeer weer voor het jaar 2007, gemeten door het OMI-i nstrument. Ro od en geel corresponderen met hoge conc en traties. Deze komen in het algemee n vo or in geïndustrialisee rde gebieden, gr ot e steden en gebieden m et een grote be vo lkingsdichtheid, waar relatief veel stik st of ox iden (NOx is NO en NO2 ) worden ui tg es toten. Blauwe kleuren corresponderen m et lage concentraties in schone gebieden . De tweede figuu en herfst van 1998, r laat de verand eringen in de hoeveelheid NO in de tropo sfeer zien in de periode 19 2 96 tot en met 20 05, afgeleid uit de sate llietmetingen va n GO ME en SCIAMACHY. De rode gebieden la ten een sterke toename zien, de blauwe ge bieden een afname. De witte gebieden co rr es ponderen met een geringe toe- of af na me, of met lage concen traties. Gebiede n in grijs hebben geen significante tre nd op ge leverd. Voor de donkergrijze ge bieden waren niet geno eg metingen be schikbaar om een tijdserie van troposferisch NO2 uit te construeren. Vooral Oost-Azi ë en China late n een enorme toename in NO2 zien, wel ke wordt veroorzaakt do or een toenam e in de uitstoot van NO . De trend bo x ve n China komt gemidde ld genomen ov er ee n met een verdubbelin g van de uitsto ot in 10 jaar. Deze ster ke toename in stikstofoxiden leidt tot een toename van de regionale ozonproductie. Een deel van he t geproduceerde ozon w ordt over grote afstanden getransporteerd en draagt bij aa n de ozonconcentraties bo ven de VS en Eu ro pa , waar de hoeveelheid NO2 in de tropo sf eer juist is afgenomen do or lokale reduct ie s in de uitstoot van NO x 2002 en 2003. De Canadese branden zijn weliswaar veel kleiner van 38 38 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Box 4.2 Verander ingen in de hoev eelheid stikstofdi in de troposfeer oxide , gemeten met sa tellieten stikstofdioxide de hoeveelheid in n ge in er nd 2 Vera et satellieten Vervolg Box 4. er gemeten m in de troposfe 39 39 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 omvang geweest, maar hebben een van de grootschalige circulatie in de een algemeen herstel van de ozonlaag relatief grotere invloed gehad op de stratosfeer heeft plaatsgevonden. door veranderingen in de chemie van ozonconcentraties in Mace Head. Deze circulatie transporteert ozon de stratosfeer. van de tropen, waar veel ozon wordt De toename van de emissies van gevormd, naar hogere geografische Conclusie en vooruitzicht scheepvaart is ook van belang. De breedtes en lagere delen van de De gemeten trends in de huidige bijdrage van scheepvaart aan stratosfeer, waar uitwisseling met de ozonconcentraties boven Europa de mengverhouding van ozon in Mace troposfeer plaatsvindt. Een vergelijking kunnen slechts gedeeltelijk worden Head wordt geschat op ongeveer van metingen van ozonsondes boven verklaard door veranderingen in de 6 ppb in de zomer en 1 ppb in de Payerne en Hohenpeissenberg (Zuid- emissies van ozonprecursorgassen in winter. Gemiddeld over het jaar is Duitsland) en van de bovengenoemde and buiten Europa. Het lijkt erop dat deze bijdrage zo’n 2,5 ppb. Uitgaande bergstations Jungfraujoch en een versterking van de stratosferische van een groei van het scheepverkeer Zugspitze over de periode 1992-2004 circulatie een belangrijke oorzaak van ongeveer 2% per jaar, levert dit heeft laten zien dat er in de winter en is geweest van de toename van een toename van de jaargemiddelde in de lente een significante correlatie de ozonconcentraties in de vrije mengverhouding in Mace Head van bestaat tussen de ozonconcentraties troposfeer sinds de jaren ’90. 0,05 ppb per jaar. De toename van in de vrije troposfeer en in de lagere scheepvaart kan dus slechts een klein stratosfeer. Ook ozonsondes opgelaten De meeste klimaatmodellen gedeelte van de waargenomen trend boven Canada laten sterk oplopende voorspellen dat de opwarming van de verklaren. ozonconcentraties zien in de aarde de stratosferische circulatie en troposfeer en in de lagere stratosfeer daarmee de instroom van ozon vanuit De mengverhouding van methaan (beneden ongeveer 19 km) tussen de stratosfeer verder zal versterken. is sinds 1990 met ongeveer 2% 1993 en 2001. Bovendien vertonen de Daar staat tegenover dat de afbraak toegenomen tot 1751 ppb in 1999 en vrije troposfeer en de lagere stratosfeer van ozon in de troposfeer onder is daarna vrijwel constant gebleven. In vergelijkbare trends en een significante invloed van zonlicht, die vooral boven modelstudies leidt een reductie van de correlatie in de tijd. Vliegtuigmetingen de tropische oceanen plaatsvindt, in huidige mengverhouding van methaan boven de Noord-Atlantische Oceaan de toekomst sneller zal verlopen door met 20% tot een afname van de laten een vergelijkbare correlatie een hogere luchtvochtigheid. Ook de jaargemiddelde mengverhouding van zien. Deze waarnemingen wijzen frequentie en omvang van bosbranden, ozon op grondniveau in Europa met erop dat ten minste een deel van de natuurlijke emissies van methaan ongeveer 1,2 ppb, waarbij de impact de toename in troposferisch ozon en andere ozonprecursorgassen, en ’s zomers het grootst is. Omgerekend op gematigde noordelijke breedten de productie van stikstofoxiden in naar de 2%-stijging die in de jaren ’90 en in het Noordpoolgebied is toe de hogere troposfeer door bliksem is waargenomen, levert dat slechts te schrijven aan een toename in kunnen veranderen onder invloed een marginale toename van de de ozonconcentraties in de lagere van veranderingen in het mondiale ozonconcentratie in deze periode. stratosfeer sinds het midden klimaat, maar de uitwerkingen van Een andere factor die uit een aantal van de jaren ‘90. Overigens is de deze koppelingen tussen de chemie recente studies naar voren is laatstgenoemde toename toe te van de atmosfeer en het klimaat zijn gekomen, is dat sinds het midden schrijven aan een versterking van de nog onvoldoende bekend. Een warmer van de jaren ’90 een versterking stratosferische circulatie en niet aan klimaat in Europa kan ook bijdragen 40 40 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 aan het relatief vaker voorkomen van weersomstandigheden die ozonsmog kunnen veroorzaken (zie box 4.3). Klimaatverandering vormt daarmee een belangrijke, maar onzekere factor voor onze toekomstige luchtkwaliteit. Omgekeerd levert troposferisch ozon een belangrijke bijdrage aan het broeikaseffect. De studie die het KNMI maakt van de processen De luchtkwalite it boven Europa wordt sterk beïnvloed door de meteorologi sche omstandigheden. Vo oral hoge tem peraturen en sterke zonneinstraling spel en een belangrijke rol bij de vorming van oz onsmog. Met name gedurend e warme, zonn ige periodes in de zomer ka n de ozonconc entratie daardoor sterk toen emen. berekend met het Franse lu chtkwaliteitsmodel CHIMER E, en onafhank elijke metinge aan de grond n laten vergelijk bare concentr ties zien. In de aperiode 25-29 juli 2006 was het erg warm en zonnig in West-Europa, omstandighed en die hebben ge leid tot relatief hoge ozon concentraties. Dit in tegenstelling tot de zelfde periode in 2007, een koele zomer. In de figuren zijn de maxim ale ozonconcentraties wee rgegeven op 27 ju li 2006 en 2007. Een conc De afname va entratie van 10 n emissies va 0 microgram ozon per kubi n precursorgas sen in Europa eke meter luch zal naar verw t komt overeen met een achting leiden tot een verlag mengverhoud ing van de ho ing van onge veer 50 ppb. ge ozonwaard en een vermin In de Europe en dering van he se regelgeving omtrent luch t aantal overschrijdingen tkwaliteit zijn van de Europe de informatie en waarschuw se normen in de zomer. Hog ingsdrempel ere zomertem va st gesteld op respectievelijk pe raturen door klimaatverande 180 µg/m 3 (o ring zouden ranje) en 240 µg/m 3 (rood) di t effect echter deels teniet . De ozonconc kunnen doen. entraties zijn die de ozonconcentratie bepalen is van belang voor het kwantificeren van de klimaatforcering en het verkleinen van de onzekerheden daarin. VERDER LEZEN • Voor de bijdrage van tropo­ sferisch ozon tot de opwarming van de aarde in de vorige eeuw, zie Shindell, Box 4.3 De rela tie tussen luch D., G. Falvegi, A. Lacis, tkwaliteit en kl imaat J. Hansen, R. Ruedy, E. Aguilar (2006), Role of tropospheric ozone increases in 20th-century climate change, Journal of Geophysical Research, 111, D08302, doi: 10.1029/2005JD006348. • De Mace Head-metingen zijn beschreven in Derwent, R.G., P.G. Simmonds, A.J. Manning, en T.G. Spain, Trends over a 20-year period from 1987 to 2007 in surface ozone at the atmospheric research station, Mace Head, Ireland, Atmospheric Environment, 41, 9091-9098. • Voor een analyse van de trends in ozonconcentraties in Europa sinds 1990, zie Jonson, J.E., D. Simpson, H. Fagerli, en S. Solberg (2006), Can we explain the trends in European ozone levels?, Atmospheric Chemistry and Physics, 6, 51-66. • De laatste inzichten over de bijdragen van intercontinentaal transport aan de ozonconcentraties boven Europa zijn samengevat in het 2007-rapport van de Task Force on Hemispheric Transport of Air Pollution (HTAP), te vinden op: www.htap.org. 41 41 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Temperatuurreeksen ma ands Br Theo lden an U Aad v Bij het vaststellen van het klimaat is in De Bilt is sinds 1897 weinig De Centraal Nederland Temperatuur er een speciale rol weggelegd voor veranderd en wordt, mede vanwege (CNT) is een samenstelling van de temperatuur als indicator voor haar centrale ligging in Nederland, het waarnemingen van een aantal klimatologische variaties in tijd (dag, meest gebruikt om klimatologische stations die gezamenlijk het midden seizoen, jaar, eeuw) en plaats. analyses mee te maken. Voor sommige van Nederland omspannen. Deze toepassingen is zelfs deze reeks niet samengestelde reeks is niet zo nauwkeurig genoeg. gevoelig voor lokale veranderingen Door de eeuwen heen is er veel zorg besteed aan het nauwkeurig meten in de meetomstandigheden van de en vastleggen van de temperatuur Daarom worden op het KNMI individuele stations en daardoor onder andere door middel van met verschillende methoden zeer geschikt voor vergelijkingen met standaardisatie van instrumenten. temperatuurreeksen gemaakt. In dit gegevens van klimaatmodellen. Sinds einde 19e eeuw worden er ook rapport worden naast de onbewerkte internationaal afspraken gemaakt over waarnemingen uit De Bilt twee De gehomogeniseerde reeks van De de directe omgeving en behuizing van reeksen geïntroduceerd: De Centraal Bilt is gemaakt om voor één locatie de meetinstrumenten. Nederland Temperatuur en de de weersomstandigheden uit het gehomogeniseerde reeks van De Bilt. verleden zo nauwkeurig mogelijk te Toch zijn er weinig meetlocaties De reeks uurlijkse waarnemingen van reconstrueren. waar in de afgelopen eeuw geen station De Bilt is de basis voor wat wijzigingen in meetomstandigheden betreft onze nationale klimatologie. De Voor wat betreft de jaargemiddelde zijn opgetreden. Meetstations hoogste temperatuur ooit gemeten en temperatuur, die als schatter van de zijn verplaatst, instrumenten de langste hittegolf worden bepaald voortschrijdende klimaatverandering gemoderniseerd, bebouwing is aan de hand van de in De Bilt gemeten gebruikt wordt, wijken de 3 reeksen dichterbij gekomen. De meetlocatie waarden. enige tienden graden Celsius van 42 42 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 elkaar af (zie figuur 5.1). Ook voor dan een beeld van de grootte van De CNT is geconstrueerd na maandgemiddelden is de standaard- de inhomogeniteiten in samenhang analyse van de maandgemiddelde deviatie van het verschil tussen de met het weer. Een enkele keer, zoals temperatuurreeksen van 22 stations reeksen slechts 0,2 C. Dit geeft aan, bij de veranderingen van locatie en in Nederland. Stations aan de kust en dat de metingen in De Bilt in hoge meetopstelling in 1950-1951, zijn er in het uiterste noorden en zuiden van mate representatief zijn voor Midden- niet afdoende parallelmetingen het land blijken minder representatief Nederland en dat de zorg om de verricht. Dan wordt gekozen voor een voor de temperatuur in het midden metingen goed te verrichten beloond andere correctiemethode, namelijk van het land en zijn daarom verder wordt. vergelijking met naburige stations. buiten beschouwing gelaten. Alle 0 reeksen zijn statistisch onderzocht De gehomogeniseerde Sinds enige jaren worden er mobiele op homogeniteit en trend door temperatuurreeks van De Bilt temperatuurmetingen verricht langs vergelijking met naburige stations. De temperatuurreeks van De Bilt het traject Nieuwegein-Utrecht-De Er zijn kleine correcties uitgevoerd begint in 1897 en is daarmee de Bilt. Deze metingen zijn bedoeld om en een enkele ontbrekende waarde is langste ononderbroken en nu nog meer inzicht te krijgen in het effect aangevuld. actuele temperatuurreeks van van de stad Utrecht op de metingen Nederland. Net als andere waar- in De Bilt. In de huidige versie van de Op basis van bovengenoemde analyse neemstations heeft De Bilt te maken gehomogeniseerde reeks van De Bilt zijn er (naast De Bilt) 2 reeksen met veranderingen in meetmetho- is dat effect geschat door onderlinge geselecteerd als referentiereeks voor diek en waarneemomstandigheden. vergelijking van de stations De Bilt de periode 1906-1957 (Winterswijk Dit kan leiden tot inhomogeniteiten en Soesterberg voor verschillende en Oudenbosch) en 7 reeksen voor (zie meteorologisch taalgebruik) in de windrichtingen. de periode vanaf 1958 (Rotterdam, temperatuurreeks die een verstoord Soesterberg, Deelen, Winterswijk/ beeld geven van het klimaat door de De Centraal Nederland Hupsel, Oudenbosch/Gilze Rijen, eeuwen heen. Temperatuur Gemert/Volkel en Eindhoven). Een Klimaatmodellen berekenen meteo- gewogen gemiddelde van deze Vanaf het begin van de waarnemingen rologische grootheden met een gecorrigeerde reeksen noemen we in De Bilt is er veel gedaan om deze typische ruimtelijke schaal van de Centraal Nederland Temperatuur. inhomogeniteiten te voorkomen 100 km. Lokale effecten ten gevolge De weegfactoren na 1958 worden zo dan wel te kwantificeren. Zo werd van vegetatie, kleine watervlakken en gekozen dat meetwaarden die veel waar mogelijk een aantal jaren hoogteverschillen worden door het afwijken van het gemiddelde minder parallel gemeten bij de overgang model niet opgelost. Om de kwaliteit meetellen. De Centraal Nederland naar bijvoorbeeld een nieuw type van klimaatmodellen te toetsen zijn Temperatuur is representatief voor thermometerhut, verandering van waarnemingen nodig op dezelfde het gebied tussen de steden Utrecht, huthoogte of -lokatie. Vergelijking van schaal. De Centraal Nederland Arnhem, Breda en Eindhoven. de oude met de nieuwe situatie geeft Temperatuur voorziet in deze behoefte. 43 43 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 11.5 Centraal Nederland Temperatuur De Bilt gemeten De Bilt gehomogeniseerd 11 10.5 10 9.5 9 8.5 8 7.5 1900 1920 1940 1960 1980 2000 2020 Figuur 5.1: De drie temperatuurreeksen die in dit rapport gebruikt zijn verschillen maar heel weinig van elkaar. De gemeten temperaturen in De Bilt vormen de rode reeks. De blauwe waarden geven de gehomogeniseerde De Bilt reeks. De groene reeks, de Centraal Nederland Temperatuur, is representatief voor een groter gebied dan alleen De Bilt. 44 44 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Het afleze n van ther mometers een standaa die in rd meethu t zijn opgeh gen behoo anrt in Neder land bijna het verled tot en. Het KNMI bes tegenwoord ch ik t ig over ee n automat meteorolog is ch ische meetn et. Alle Ned landse w ereerstations zijn volled geautomat ig iseerd. Een groot voord van volled ee l ig geautom atiseerde w nemingen aa ris de mogel ijkheid om de Box 5.1 Auto gegevens zeer frequ ent te bep zodat de in alen, formatie zo actueel mo lijk is. In gefeite word en de geg iedere seco evens nde ingez ameld. Ver gens word volen ze bew er kt en zijn elke tien m ze inuten bes chikbaar vo gebruik. Ie or der uur wo rdt op basis deze geg van evens ee n weerrappo gemaakt vo rt or onderlin ge uitwisse tussen wee ling rdiensten. matisch we erstation 45 45 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Net als in veel andere vakgeb ieden hebben jargon’. In een de onderzoeke rapportage vo rs van weer en or een breed publ lijk te vermijd klimaat een ei iek, zoals deze en, maar in so gen taalgebrui , proberen we mmige gevalle k, ‘vakdat jargon natu n is dat niet pr urlijk zoveel m aktisch. Hiero ogender leggen w e enkele begrip pen uit: Winter 2006: Hiermee wordt de winter bedo in 2006 eind eld die igt. Het betref schillen in de t de maanden metingen die 2005, januari december het beeld van 2006 en februa ke lingen in de lo de ontwikri 2006. op van de tijd verstoren. Klim gen noemen di atoloNormaal: Lang t inhomogenite jarige gemidde iten. lden, door met gen ook wel ‘n eoroloormalen’ geno Neerslagsom: emd, worden over een tijdv Bij neerslag (r berekend ak van 30 jaar egen, sneeuw he t vaak belangri (meestal 1971-2 enz.) is jk om niet alle 000). en te weten ho er viel, maar oo eveel Trend en fluct k hoe lang he t duurde. 50 m uaties: Het w regen in een ill oord ‘trend’ he im eter et statistische be m aa l wijst op hevi eft een tekenis. Als w ge regen, 50 m meter in een e een meetree illim temperatuur op aa nd kan een dr ks (bv de een bepaalde oge maand be nen. Daarom plek in de loop te ketijd) of een an w or den neerslag van de der signaal da hoeveelheden over een bepa t in de loop va al tij verandert (uit al d d tijdvak opgete n de tijd een model, bv ld en dat tij wordt ook ge ) hebben, dan dv no ak vaak gezien w em d. Er is dan kan dat orden als een sprake van bv ‘uursom’ of ee langzaam vera een n ‘maandsom deel (de trend) nderend ’. en grillige flu ctuaties, die ge nul zijn, daar middeld omheen. Neerslagovers chot en neersl agtekort: Het overschot wor neerslagdt verkregen do Graaddagen: Als het buite or het verschil kenen tussen n 17 graden te berede doen wij onze ho ev of lager is, eelheid gevalle verwarming aa berekende refe n neerslag en n. Hoe lager de de ratuur, hoe m re nt ie gewasverdam tempeeer er gestookt ping. Dit vers wordt dagelijks wordt. Om he ch graaddagen in il ge so mmeerd in he t aantal een jaar (of ee t tijdvak van 1 a tot en met 30 n seizoen) te pr se wordt van elke il pt em ber. Een negatie bepalen dag dat de ge vocht-tekort aa f getal geeft ee middelde tem lager is dan n (‘neerslagtek n peratuur 17 graden de ort’). Zie ook he st uk ov af er wijking van 17 t hoofdNeerslag en dr bijgeteld. Een graden oogte) dag waarop he t bijvoorbeeld deld 14 graden gemidwas, telt dus Meteorologen voor 3 graadd dag met -1 gr hanteren bij agen, een aden gemidde bepaalde tem om standigheden peratuursld e temperatuur graaddagen. D een vast taalge voor 18 e som van gr bruik: aa ddagen over zoen of een ja een seiar is een goed IJsdag: Maxim e maat om te behoefte aan hu umtemperatu zien wat de ur lager dan 0, isverwarming Vo rstdag: Minim 0 °C is. umtemperatu ur lager dan 0, Warme dag: M 0 °C aximumtempe Inhomogenite ratuur 20,0 °C iten: Bij mee Zomerse dag: treeksen van of hoger M jaren lang, ko ax im um tientallen temperatuur 25 mt het nogal Tropische dag: ,0 °C of hoger eens voor dat Maximumtem digheden of he de omstanperatuur 30,0 t meetinstrum H itt eg °C of hoger ol f: en Een hittegolf t niet al die tij hetzelfde war d exact is een opeenv en. Dit geeft aa De Bilt minim ol gi ng van in nleiding tot kl aal 5 zomerse eine verdagen, waarvan maal drie trop er miniisch zijn. Meteorologisc h taalgebruik 46 46 De De toestand toestand van van het het klimaat klimaat in in Nederland Nederland 2003 2008 Algehele redactie Arie Kattenberg Vormgeving neman Studio KNMI, Kim Pie tie Productie en coördina Kim Pieneman Lithografie en druk n Haag Drukkerij Opmeer, De Fotografie KNMI beeldbank j www.sxc.hu Rechtenvri Papier 2 ga mat, 150 g/m Binnenwerk: Reviva Me 2 mat, 250 g/m Omslag: Reviva Mega 50% Reviva Mega bestaat uit recycled en 50% totaal chloorvrij papier. ruik ductie hiervan is geen geb t laminaat. Voor de pro ma een van nen­ en bin rzi het voo is als Het omslag l het omslag rbindingen of pvc. Zowe rve oo chl en, tal of me ter are geen grondwa gemaakt van zw r. Bij huisvuilstort vindt pie pa d ou van ing ycl rec werk is geschikt voor ats. bodemverontreiniging pla Electronische versie klimaat www.knmi.nl/toestand Oplage 5000 © KNMI, De Bilt, juli 2008 papier karton kringloop Colofon 2 De toestand van het klimaat in Nederland 2008 47 De toestand van het klimaat in Nederland 2008 Postadres: Postbus 201, 3730 AE De Bilt Bezoekadres: Wilhelminalaan 10 Telefoon: 030 - 220 69 11, Telefax: 030 - 221 04 07 Internet: www.knmi.nl in Nederland 2008 Konin tituut k l i j k N e d e r l a n d s Meteorologisch Ins De toestand van het klimaat