Hoewel ze zelf zegt dat er vroeger meer Astrid Lindgren en Roald

advertisement
Samen staan ze aan de basis van de familievoorstelling Minoes naar het beroemde
boek van Annie M.G. Schmidt: Tamara Bos schreef het script, Tamar Stalenhoef
maakte de poezenpoppen.
Schuim, lijm en nepbont
Hoewel er vroeger eigenlijk alleen maar Astrid Lindgren en Roald Dahl in haar
kinderboekenkast te vinden was, kleeft het werk van Annie M.G. Schmidt aan
schrijfster Tamara Bos (47). Ze begon een klein twintig jaar geleden aan de tvbewerking van Otje en maakte daarna scripts voor de films Minoes, Pluk van de
Petteflet en Wiplala. Nu heeft ze ook de theatervoorstelling Minoes geschreven. “Ik
heb ervoor gekozen om de katten vertellers van het verhaal te maken. Zo kunnen ze
grappige dialoogjes houden om het verhaal een stapje verder te brengen.”
Tijdloze wereld
Dat de verhalen en boeken van Annie Schmidt nog altijd populair zijn blijkt maar
weer nu er dit theaterseizoen onder meer Minoes en Pluk van de Petteflet te zien is,
maar ook de eerste musical die Schmidt schreef met componist Harry Bannink,
Heerlijk duurt het langst. Bovendien komt de film Wiplala in november uit. Tamara
Bos heeft er wel een verklaring voor: „Ze schiep een tijdloze wereld. Met humor en
Hollandse nuchterheid.‟ De waarde van Schmidt ligt volgens Bos in haar taligheid:
„Haar werk heeft een heerlijk soort anarchisme in zich. Zij schreef vanuit het
perspectief van een kind, dat was vrij nieuw in haar tijd. Kinderboeken waren
daarvóór vooral educatief, sturend.‟ Minoes beschouwde Annie zelf ook als een van
haar beste boeken. De aantrekkingskracht zit „m in het fantasievolle gegeven dat een
kat een mens wordt. Voor Bos begint het daar al leuk te worden: „Kinderen vinden
misschien het gedeelte leuk dat slechterik Ellemeet ontmaskerd wordt door journalist
Tibbe en de katten, maar voor mij is dat het minst interessante stuk van het verhaal. Ik
vind het mooier om te zien hoe Minoes worstelt met haar mens-zijn en haar twijfels of
ze toch weer kat moet worden.‟
Humor en lichtheid
Al dat bewerken is natuurlijk leuk, maar Tamara Bos is blij dat ze ook haar eigen
boeken en films kan schrijven. Haar grootste hit? De film Het paard van Sinterklaas
(2005). „Mijn eigen werk is realistischer dan het werk van Annie M.G. Schmidt. Zij
hield van gekkigheid en dat komt bij mij van nature niet meteen naar voren. Wat ik
met haar deel is de humor en lichtheid. Maar ik houd erg van het klein menselijk leed.
Dat we er allemaal ook maar wat van proberen te maken in het leven.‟
Toch is Bos het werken aan de voorstelling Minoes goed bevallen. „Theater is
eigenlijk mijn eerste liefde. Als kind vond ik het al bijzonder: de magie ontstaat voor
je neus. Later heb ik, tijdens mijn studie Nederlands, in theater De Engelenbak in
Amsterdam gewerkt en daar droeg ik ook gedichten en liedjes voor die ik zelf schreef.
Vorig seizoen heb ik mijn eerste theatervoorstelling geschreven, Hema, de musical.
Dat smaakte naar meer. Nu vind ik het bijvoorbeeld heel leuk om opnieuw eigen
liedjes te schrijven, over juffrouw Minoes, over de kattenpersdienst en de Mauw
Mauw Song natuurlijk.‟
Poezenanatomie
Tamar Stalenhoef (30), al bekroond voor de hondenpoppen van de familiemusical
„Woef Side Story‟, mag zich nu helemaal uitleven op poezen. Heerlijk, want ze is een
kattenmens: „Maar ik liep meteen tegen de moeilijkheid aan dat er van katten niet zo
veel soorten zijn als van honden, bij katten zijn geen grote verschillen zoals bij
honden.‟ De tweede uitdaging was dat het echte karakters moeten worden, de katten
spelen immers een grote rol in de voorstelling: „Ik wil ze een bepaald uiterlijk
meegeven, ze moeten meer zijn dan alleen maar poezen.‟ Tegelijkertijd moeten ze
namelijk weer een beetje mens worden. „Ja, mensen vinden het altijd leuk als hun kat
op ze lijkt. Stalenhoef struinde het internet af op zoek naar poezen. „Ik heb vooral veel
skelettenfoto‟s en anatomieplaatjes opgezocht. Die abstraheer ik en het moet
vereenvoudigd, maar ik wil wel dat de poppen bewegen zoals een echte kat.‟
Koppen kleien
Voor Stalenhoef is werken aan de poppen voor Minoes een groot feest. „Dit is wat ik
het allerliefste doe.‟ En dus zit zij in haar atelier uren te kleien aan poezenhoofden en
zoekt zij stad en land af naar het allerbeste en –mooiste bont voor de vachten. Nep
welteverstaan, want ze wil niet dat er iemand aanstoot aan neemt. „De poezen zijn
gemaakt van polyether schuim, wat ook in matrassen zit. En héél erg veel lijm.‟
Lachend: „Ik ben eigenlijk constant stoned.‟ Over de gekleide koppen gaat thermoplastic en daaroverheen borduurt Stalenhoef de stof of het bont. Zo ontstaan
langzamerhand de personages. Zwerfkat de Jakkepoes is haar favoriet en niet alleen
omdat ze zo‟n mooie fleece-deken voor de lapjeskat vond. „Als kind was de
Jakkepoes al mijn lievelingskat omdat ik haar mocht spelen in een musical van mijn
kinderkoor.‟
Het boek Minoes herlas Stalenhoef wel, maar de film uit 2001 durfde ze niet opnieuw
te bekijken omdat ze bang was voor haar poppen te veel beïnvloed te worden door de
filmkatten. „Het gaat er niet op lijken, want het zijn geen echte poezen. Maar kinderen
gaan er heel makkelijk in mee. Dat kan ik me van vroeger wel herinneren: het was
juist het feest van de magie van theater. Je mag mee naar een andere wereld waar alles
kan en dat geloof je meteen.‟
Download