Katten en honden Zowel hond- als katachtigen zijn hoofdzakelijk vleeseters. Dat is goed te zien aan hun bouw. Beide groepen zijn teengangers (ze lopen op hun tenen), waardoor ze sneller kunnen rennen. Toch zijn er een aantal duidelijke kenmerken waarop hond en kat van elkaar verschillen. Felle ogen Als je in het donker op de ogen van katachtigen schijnt, lichten ze op. Dat komt door een reflecterende laag in het oog (het “tapetum lucidum”). ’s Nachts komt het weinige licht dankzij deze reflectie tweemaal langs de zenuwcellen in het netvlies. Daardoor zien katten in het donker veel beter dan mensen. Honden zien overdag heel goed, maar ’s nachts zien ze niet zo scherp als katten. Spits of stomp Hondachtigen hebben een lange, spitse snuit, terwijl de kop van katachtigen juist klein en stomp is. De kaken van katten zijn korter en bevatten minder tanden (30 stuks) dan bij hondachtigen (42 stuks). In beide groepen spelen de hoektanden en knipkiezen een belangrijke rol bij het doden en verscheuren van prooidieren. In de lange snuit van honden ligt tevens hun extreme reukvermogen verscholen. Bos of gras ? Een van de kenmerken die veel katachtigen in de loop van de vele eeuwen behouden hebben, is hun gecamoufleerde vacht. Driekwart van de soorten leeft namelijk verscholen in bosrijke gebieden. Hun solitaire levenswijze en sluipende jachttechniek hangen hier ook mee samen. Hondachtigen leven daarentegen vooral op open vlaktes. Honden kunnen hard rennen en hebben een goed uithoudingsvermogen. Ze drijven hun prooi net zo lang op tot deze uitgeput is. Deze jachttechniek werkt goed op open vlakten en sluit aan bij hun groepsleven. Hond, kat en mens Sinds mensenheugenis leven honden en katten in de buurt van mensen. Lang geleden werd de hond voor het eerst gedomesticeerd in Duitsland. Veel later volgde in Egypte de kat. Het is duidelijk dat deze domesticatie meer “per ongeluk” dan bewust gebeurde. Katten werden bijvoorbeeld geduld omdat ze knaagdieren uit de voedselvoorraden vingen. De domesticatie van honden is niet geheel duidelijk: werd hij eerst tam gemaakt als kameraad of werd hij meteen als jachtgenoot gebruikt ? Tegenwoordig vormen veel gedomesticeerde dieren een grote bedreiging voor hun wilde verwanten, doordat ze onbekende ziekten op hen overdragen. Alle wilde hond- en katachtigen zijn in meer of mindere mate bedreigd door vernietiging van hun leefgebied, stroperij of jacht. Een warme thuis voor dier en mens