6 Afvoer van water uit een tunnel door drainage

advertisement
1. ------IND- 2014 0640 SK- NL- ------ 20150112 --- --- PROJET
Ministerie van Vervoer, Bouw en Regionale ontwikkeling
van de Slowaakse Republiek
Afdeling Wegen en Wegvervoer
TP x/2014
TECHNISCHE SPECIFICATIES
BESCHERMING VAN TUNNELS TEGEN WATER EN
AFVOER VAN WATER UIT TUNNELS
Inwerkingtreding vanaf: xx.xx.xxxx
1
Bescherming van tunnels tegen water en
afvoer van water uit tunnels: TP
TP x/2014
INHOUD
1
2
3
4
5
6
7
8
Inleiding ........................................................................................................................................... 1
1.1
Onderwerp van de technische specificaties ............................................................................ 1
1.2
Doel van de technische specificaties ...................................................................................... 1
1.3
Gebruik van de technische specificaties ................................................................................. 1
1.4
Opstelling van de technische specificaties .............................................................................. 1
1.5
Verspreiding van de technische specificaties .......................................................................... 1
1.6
Inwerkingtreding van de technische specificaties ................................................................... 1
1.7
Vervangen voorschriften.......................................................................................................... 1
1.8
Aanverwante en aangehaalde wettelijke voorschriften ........................................................... 1
1.9
Aanverwante en geciteerde normen ....................................................................................... 2
1.10 Gerelateerde en geciteerde technische voorschriften en voorwaarden .................................. 2
1.11 Gerelateerde buitenlandse bepalingen ................................................................................... 2
1.12 Wederzijdse erkenning ............................................................................................................ 3
1.13 Gebruikte afkortingen .............................................................................................................. 3
Termen en definities ........................................................................................................................ 3
Algemeen......................................................................................................................................... 4
Waterbestendigheid ......................................................................................................................... 4
4.1
Waterbestendigheidssystemen ............................................................................................... 4
4.2
Materialen en methode van aanbrengen ................................................................................. 6
Afvoer van water uit tunnels tijdens bouw ....................................................................................... 7
5.1
Opvang van water in het booggebied ...................................................................................... 7
5.2
Opvang van water in het basisgebied ..................................................................................... 8
Afvoer van water uit een tunnel door drainage ................................................................................ 8
6.1
Ontwerp van drainagesysteem ................................................................................................ 8
6.2
Sedimenten (sinters) ............................................................................................................. 12
6.3
Tenuitvoerlegging van waterafvoer door drainage ................................................................ 14
Afvoer van water van een tunnelweg ............................................................................................ 14
Inspecties, controles, onderhoud en herstellingen ........................................................................ 15
2
TP x/2014
1
1.1
Bescherming van tunnels tegen water en
afvoer van water uit tunnels: TP
Inleiding
Onderwerp van de technische specificaties
Deze technische specificaties hebben betrekking op het ontwerp van systemen voor de
bescherming van tunnels tegen grondwater en de afvoer van water uit tunnels. Ze leggen
gedetailleerde specificaties vast voor het ontwerp, de bouw en de werking van
waterbeschermingssystemen en waterafvoerapparatuur in wegtunnels met als doel de kosten voor
onderhoud van waterafvoersystemen te drukken.
1.2
Doel van de technische specificaties
Deze technische specificaties zijn van toepassing op het ontwerp, de bouw en de werking van
alle tunnels op autosnelwegen, snelwegen met gelijkvloerse kruisingen en hoofdwegen.
1.3
Gebruik van de technische specificaties
De technische specificaties zijn bedoeld voor investeerders, administratieve autoriteiten,
ontwerpers, contractanten en andere entiteiten die betrokken zijn bij de bouw van wegtunnels. Ze zijn
bindend met betrekking tot het gebruik van de termen die vermeld staan in documentatie over
wegenbouw.
1.4
Opstelling van de technische specificaties
Deze technische specificaties zijn opgesteld op basis van een opdracht van Slovenská správa
ciest (SSC — Slowaakse Wegenadministratie), door Terraprojekt a.s., Podunajská 24, 821 06
Bratislava.
Verantwoordelijke ingenieurs:
– Ing. Miloslav Frankovský, tel.: +421 2 45523 771-4, e-mail: [email protected]
– Ing. Mária Šamová, PhD, tel.: +421 2 45523 771-4, e-mail: [email protected]
– Ing. Roman Šály, tel.: +421 2 45523 771-4, e-mail: [email protected]
– Ing. Jarmila Gogová, tel.: +421 2 45523 771-4, e-mail: [email protected]
1.5
Verspreiding van de technische specificaties
Na goedkeuring ervan zal een elektronische versie van de technische specificaties worden
gepubliceerd op de website van de SSC: www.ssc.sk (technische bepalingen) en op de website van
het Ministerie van Vervoer, Bouw en Regionale Ontwikkeling van de Slowaakse Republiek:
www.mindop.sk (vervoer, wegvervoer, wegeninfrastructuur, technische voorschriften).
1.6
Inwerkingtreding van de technische specificaties
Deze technische specificaties treden in werking met ingang van de op de titelpagina vermelde
datum.
1.7
Vervangen voorschriften
Deze technische specificaties vervangen geen andere voorschriften.
1.8
[Z1]
[Z1]
[Z3]
[Z4]
[Z5]
Aanverwante en aangehaalde wettelijke voorschriften
Wet nr. 135/1961 betreffende wegen (de wegenwet), zoals gewijzigd;
Wet nr. 50/1976 betreffende planning van landgebruik en bouwvoorschriften (de Bouwwet),
zoals gewijzigd;
Wet nr. 364/2004 inzake water en betreffende wijzigingen aan wet nr. 372/1990 van de
Nationale Raad van de Slowaakse Republiek inzake overtredingen, zoals gewijzigd (de
Waterwet);
Besluit nr. 100/2005 van het Ministerie van Milieu van de Slowaakse Republiek houdende
vaststelling van details over de hantering van gevaarlijke stoffen, van noodplannen en van
procedures voor het omgaan met uitzonderlijke degradatie van water;
Besluit nr. 211/2005 van het Ministerie van Milieu van de Slowaakse Republiek houdende
opstelling van een lijst van belangrijkste waterlopen en waterlopen die waterwerken
bevoorraden;
Bescherming van tunnels tegen water en
afvoer van water uit tunnels: TP
TP x/2014
[Z6]
[Z7]
1.9
Verordening nr. 269/2010 van de regering van de Slowaakse Republiek houdende vaststelling
van vereisten voor het behalen van een goede waterkwaliteit, zoals gewijzigd;
Wet nr. 133/2013 betreffende bouwproducten en betreffende wijzigingen van bepaalde
wetten.
Aanverwante en geciteerde normen
STN 73 6100
STN 73 6101
STN 73 6124-2
STN 73 6615
STN 73 6713
STN 73 7507
STN 75 6101
STN 75 7241
STN EN 1433
(73 6135)
STN EN 124/O1
(13 6301)
STN EN 13256
(80 6112)
STN EN 14487-1
(73 2431)
STN EN 15743
(72 2130)
STN EN 14487-2
(73 2431)
STN EN ISO 14688-1
(72 1003)
STN EN ISO 14689-1
(72 1001)
Terminologie van wegen
Ontwerp van wegen en autosnelwegen
Wegenbouw. Deel 2: Doorlaatbaar beton
Opvang van grondwater
Regenwaterafvoerleidingen
Ontwerp van wegtunnels
Rioleringssystemen en voedingsbuizen
Waterkwaliteit. Afvalwater en speciale waterinspectie
Afwateringsgoten voor verkeersgebieden. Classificatie, ontwerp- en
beproevingseisen, merken en conformiteitsbeoordeling
Roosters voor regenwaterafvoerleidingen en deksels voor mangaten in
wegen. Ontwerpvereisten, typetests, markering, kwaliteitscontrole
Geotextielen en aan geotextiel verwante producten. Vereiste eigenschappen
voor toepassing in de tunnelbouw en in ondergrondse werken
Spuitbeton. Deel 1: Definities, eisen en conformiteit
Gesulfateerd
cement.
conformiteitsbeoordeling
Spuitbeton. Deel 2: Uitvoering
Samenstelling,
specificaties
en
Geotechnisch onderzoek en beproeving. Identificatie en classificatie van
grond. Deel 1: Identificatie en beschrijving (ISO 14688-1:2002)
Geotechnisch onderzoek en beproeving. Identificatie en classificatie van
gesteente - Deel 1: Identificatie en beschrijving (ISO 14689-1:2003)
Opmerking: gerelateerde en geciteerde normen, met inbegrip van huidige wijzigingen, addenda en nationale bijlagen
1.10
Gerelateerde en geciteerde technische voorschriften en voorwaarden
[T1]
TP 9C1/2005
[T2]
TP 03/2006
[T3]
TP 05/2006
[T4]
TP 04/2014
[T5]
TP 11/2011
[T6]
VL 5
[T7]
TKP deel 15
[T8]
TKP deel 26
Inspectie, onderhoud en herstelling van wegen. Tunnels - structuurbouw,
Ministerie van Vervoer, Post en Telecommunicatie van de Slowaakse
Republiek: 2005
Documentatie over wegenbouw, Ministerie van Vervoer, Post en
Telecommunicatie van de Slowaakse Republiek: 2006
Tunnelterminologie, bijlagen 01 tot en met 13, bijlage 14, Ministerie van
Vervoer, Post en Telecommunicatie van de Slowaakse Republiek: 2006
Inspectie, onderhoud en herstelling van wegen. Tunnels - Technologische
uitrusting, Ministerie van Vervoer, Bouw en Regionale ontwikkeling van de
Slowaakse Republiek: 2014
Brandveiligheid in wegtunnels, Ministerie van Vervoer, Bouw en Regionale
ontwikkeling van de Slowaakse Republiek: 2011
Tunnels, Ministerie van Vervoer, Bouw en Regionale ontwikkeling van de
Slowaakse republiek: 2011
Algemene betonnen constructies, Ministerie van Vervoer, Bouw en Regionale
ontwikkeling van de Slowaakse republiek: 2013
Tunnels, Ministerie van Vervoer, Bouw en Regionale ontwikkeling van de
Slowaakse republiek: 2014
1.11 Gerelateerde buitenlandse bepalingen
[T9]
Richtlinie Tunnelentwässerung, Ausgabe: April 2010, Österreichische Vereinigung für Betonund Bautechnik, (Richtsnoeren voor de afvoer van water uit tunnels, uitgave: april 2010,
Oostenrijkse Maatschappij voor Bouwtechnologie)
2
[T10]
[T11]
ZTV-ING – Zusätzliche Technische Vertragsbedingungen und Richtlinien für Ingenieurbauten,
Teil 5 Tunnelbau, Abschnitt 5 – Abdichtung, Ausgabe: Juli 2007, Ausgestellt: Bundesanstalt
für Straßenwesen, (Bijkomende technische specificaties en richtsnoeren voor civiele
bouwkunde, Deel 5, Tunnelbouw, Sectie 5 – Isolatie, uitgave: juli 2007, Federaal instituut
voor onderzoek van snelwegen)
Richtlinie für Bergwasserdränagesysteme von Straßentunneln, Ausgabe: Dezember 2007,
Ausgestellt: Bundesanstalt für Straßenwesen Abteilung Brücken- und Ingenieurbau,
(Richtsnoeren voor de afvoer van grondwater in wegtunnels, uitgave: december 2007,
Federaal instituut voor onderzoek van snelwegen, departement Bruggen en Structurele
Technologie)
1.12 Wederzijdse erkenning
Terwijl deze specificaties een vereiste vastleggen voor conformiteit met enig ander onderdeel
van een Slowaakse norm („Slowaakse technische norm”) of andere technische specificatie, kan aan
een dergelijke vereiste worden voldaan door conformiteit te verzekeren met:
(a) een norm of gedragscode uitgegeven door het nationale normalisatie-instituut of een
gelijkwaardige instantie van een EER-lidstaat;
(b) een internationale norm die wordt erkend om te worden gebruikt als norm of gedragscode
door een EER-lidstaat;
(c) een technische specificatie die wordt erkend als een norm door een openbare instantie
van een EER-lidstaat; of
(d) een Europese technische beoordeling die is uitgegeven overeenkomstig de procedure
die is gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 305/2011.
De hierboven beschreven punten zijn evenwel alleen van toepassing als de norm in kwestie
een gelijkwaardig niveau van technische en veiligheidsparameters biedt als beschreven in de norm of
technische specificatie.
„EER-lidstaat” betekent een lidstaat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte die werd ondertekend in Oporto op 2 mei 1992, zoals gewijzigd.
„Slowaakse norm” („Slowaakse technische norm”) betekent elke norm die is uitgegeven door
het Slowaakse Instituut voor Normen, Metrologie en Tests, met inbegrip van omgezette Europese of
andere internationale normen.
1.13 Gebruikte afkortingen
TP
TKP
ZTKP
DP
PD
2
technische specificaties
technische en kwalitatieve specificaties
bijzondere technische en kwalitatieve specificaties
aanbestedingsdocumenten
projectdocumenten
Termen en definities
Afvoer van water uit tunnels tijdens bouw
Waterafvoerelementen die worden gebruikt voor de tijdelijke afvoer van water tijdens de
bouw.
Oppervlaktewaterafvoerelementen
Oppervlakte-elementen die penetratie en opvang van grondwater uit tunnelbogen, steunen en
bases naar afvoerleidingen mogelijk maken.
Zijafvoerleidingen
Drainage- en verzamelleidingen voor de afvoer van grondwater uit bogen, steunen en bases
langsheen de steunen.
Afvoer van water uit een tunnel door drainage
Een geheel van leidingen en waterafvoerelementen en apparatuur voor de permanente afvoer
van grondwater uit een tunnel.
3
Bescherming van tunnels tegen water en
afvoer van water uit tunnels: TP
TP x/2014
Afvoer van water van een wegverharding
Afvoer van grondwater van een wegverharding via drainageleidingen.
Collector voor drainagewater
Leidingen voor de afvoer van grondwater van zijafvoerleidingen en afvoer van water van de
wegverharding.
Polyvalente collector
Combinatie van de hoofdcollector in een tunnel en afvoer van water van de wegverharding.
Afvoer van water van een weg
Afvoer van water en vloeistof van de weg van een wegtunnel en van water van het reinigen
van de tunnel, water van het blussen van een brand en gevaarlijke vloeistoffen van de weg.
3
Algemeen
De dragende structuren van een wegtunnel moeten volledig waterbestendig zijn. Bij het
ontwerp van een systeem voor bescherming van wegtunnels tegen grondwater zijn de belangrijkste
inputparameters het grondwaterniveau, de instroomhoeveelheid en de eigenschappen van het water
in het gesteente waarin de tunnel zich bevindt. Ook centraal zijn externe overwegingen zoals de
nodige mate van bescherming en eventuele vereisten om het grondwaterniveau niet te verlagen
(tijdelijk of permanent).
Bij het ontwerp van een systeem voor afvoer van water uit tunnels moet rekening worden
gehouden met de waterbestendigheid, de afvoer van water uit de tunnel door drainage en de afvoer
van water van wegen.
4
Waterbestendigheid
De bescherming van een tunnel tegen grondwater wordt ontworpen in verhouding tot de
hydrogeologische omstandigheden, de agressiviteit van het grondwater, de bouwprocedure en het
type tunnelstructuur. De bescherming is verzekerd wanneer de volgende maatregelen worden
opgevolgd:
 impermeabiliteit van de definitieve bekleding
 waterbestendigheidssysteem
4.1
Waterbestendigheidssystemen
Bescherming die gebruikmaakt van een waterbestendigheidssysteem vereist dat de structuur
van de tunnel volledig ondoordringbaar wordt gemaakt; tijdens deze procedure mag er geen water op
de bekleding lekken.
In de betekenis van STN 73 7507 zijn de volgende typen behuizingsisolatie ontworpen:
 open
 gesloten
 cassette
De maatregelen die zorgen voor de ondoordringbaarheid van openbouwput- en geboorde
tunnels die voor dit doel zijn vereist krachtens [T10] zijn weergegeven in tabellen 1 en 2. Open en
gesloten afdichtingssystemen zijn dezelfde als deze waarnaar in STN 73 7507 wordt verwezen.
Tabel 1 Afdichtingssysteem voor openbouwputtunnels
Afdichtingssy
steem
Open
Hydrostatisch
e druk op
tunnelboog
[m
waterkolom]
Geen
Bijkomende vereiste maatregelen
Chemische
agressiviteit
van
omgeving
Plafon
d/boog
Geen
folie
4
Muur Basislaag
folie
-
Werk- en
expansieopening
-
Gesloten
Tot ong. 30
agressiviteit,
zwakke
chemische
agressiviteit
Matige en
sterke
chemische
agressiviteit
Geen
agressiviteit,
zwakke
chemische
agressiviteit
Matige en
sterke
chemische
agressiviteit
van
van
3 mm
3 mm
Waterondoorlatend beton
van dragende structuur
Aangebrachte
afdichtingsstrook
folie van 3 mm
-
Waterondoorlatend beton
van dragende structuur
Aangebrachte
afdichtingsstrook
Aangebrachte
afdichtingsstrook
Waterondoorlatend beton
van dragende structuur +
folie van 3 mm
Tabel 2 Afdichtingssysteem voor geboorde tunnels
Afdichtingssystee
m
Hydrostatisch
e druk op
tunnelboog
[m
waterkolom]
Open
Geen
Gesloten
Tot ong. 30 2)
Chemische
agressivitei
t van
omgeving
Bijkomende vereiste maatregelen
Boog
Geen
agressivitei
t, zwakke
chemische
agressivitei
t
folie
van
2 mm
Waterondoorlaten
d beton van
dragende
structuur
Matige en
sterke
chemische
agressivitei
t
folie van 2 mm
Geen
agressivitei
t, zwakke
chemische
agressivitei
t
folie van 3 mm
2)
-
folie van 3 mm
Aangebrachte
afdichtingsstro
ok
-
-
Externe
Geïntegreerd
afdichtingsstro injectiesystee
ok
m 1)
-
Externe
Geïntegreerd
afdichtingsstro injectiesystee
ok
m 1)
van waterkolom van 10 m; voor eenlagige afdichting tussen folie en interne behuizing
als de waterdruk > 30 m waterkolom is, moeten speciale maatregelen worden genomen
5
Andere
-
Waterondoorlaten
Aangebrachte
d beton van
afdichtingsstroo
dragende
k
structuur
Matige en
sterke
chemische
agressivitei
t
1)
Basislaa
Werk- en
g
expansieopening
Bescherming van tunnels tegen water en
afvoer van water uit tunnels: TP
TP x/2014
4.2
Materialen en methode van aanbrengen
[T6] is van toepassing op de kwalitatieve en kwantitatieve vereisten voor materialen van
waterbestendigheidssystemen en de methoden van aanbrengen en testen ervan. Eventuele
wijzigingen aan materialen of aan bouwproducten of hun eigenschappen waarnaar in de
aanbestedingsdocumenten, technische en kwalitatieve specificaties of speciale technische en
kwalitatieve specificaties wordt verwezen, moeten vooraf worden goedgekeurd door de
bouwtoezichter en de klant.
Figuur 1: Diagram en details van waterbestendigheid voor een profiel met een lagere boog
Primárne ostenie / striekaný betón
Hydroizolácia
Sekundárne ostenie
DETAIL ‘A’
DETAIL ‘B’
Sekundárne ostenie
Hydroizolačná fólia
Ochranná vrstva zo strany horniny (Geotextília)
Primaire bekleding / spuitbeton
Waterbestendigheid
Secundaire bekleding
DETAIL ‘A’
DETAIL ‘B’
Secundaire bekleding
Waterbestendigheidsfolie
Beschermende laag op rotszijde
(Geotextiel)
6
Drenážne prvky (v prípade potreby)
Podkladná vrstva pre izoláciu
Primáme osteníe / striekaný betón
Sekundárne ostenie
Ochranná vrstva zo vzdušnej strany (Geotextília)
Drainage-elementen (waar nodig)
Basislaag voor isolatie
Primaire bekleding / spuitbeton
Secundaire bekleding
Beschermende laag op luchtzijde
(Geotextiel)
Waterbestendigheidsfolie
Beschermende laag op rotszijde
(Geotextiel)
Drainage-elementen (waar nodig)
Basislaag voor isolatie
Primaire bekleding / spuitbeton
5
Hydroizolačná fólia
Ochranná vrstva zo strany horniny (Geotextília)
Drenážne prvky (v prípade potreby)
Podkladná vrstva pre izoláciu
Primárne ostenie / striekaný betón
Afvoer van water uit tunnels tijdens bouw
Naast de verbetering van de werkomstandigheden verlaagt de correcte afvoer van water
tijdens de bouw de alkaliniteit van water en vermindert ze de hoeveelheden modder en afvalwater die
worden gegenereerd.
Oppervlaktewater moet worden gedraineerd naar een sloot. Kleine slibtanks met
reinigingsapparatuur die zich naast het werkgebied bevinden, maken het reinigen van water in
afvalwaterbehandelingsinstallaties aanzienlijk gemakkelijker. Hoewel sloten die zijn afgesloten met
spuitbeton de geologische omgeving beschermen, verhogen ze ook de alkaliniteit van tunnelwater.
Norm STN 74 7241 specificeert de vereiste kwaliteit van water dat in de recipiënt wordt
geloosd. De kwaliteit wordt gecontroleerd tijdens de bouw en na de voltooiing ervan. De
technologische behandeling van water vóór het lozen wordt geïntegreerd in de afzonderlijke stadia
van voorbereiding van projectdocumenten, overeenkomstig de waarden die worden gemeten tijdens
een engineering-geologisch onderzoek en tijdens de bouw. De waterbehandeling omvat bijvoorbeeld
aanpassing van de pH-waarde van het water dat uit de tunnel stroomt, en neutraliserings- en
bezinktanks.
In een bezinktank die is opgesteld voor het zuiveren van water dat uit een tunnel stroomt,
wordt een systeem van onderwatermuren gecreëerd om de tank in drie secties te verdelen. De
opgevangen sedimenten die in het water zweven en langzaam door het systeem van muren stromen,
zullen zich nestelen op de bodem van de tank. De tank, en in het bijzonder de eerste kamer, moet
regelmatig worden schoongemaakt afhankelijk van de hoeveelheid sediment.
Als water van een tunnel met olieproducten is vervuild, wordt een olieproductseparator
beschikbaar gesteld op de drainageleiding bij het portiek.
In het geval van watergevoelig gesteente is het nodig tijdens het boren op voorhand rekening
te houden met de afvoer van afvalwater (waar nodig van beide zijden) zodanig dat het water wordt
afgevoerd via de kortst mogelijke route, volgens plaatselijke drainageregelingen. Ook de afvoer van
geologisch en technologisch water is nodig om de basisopening van de structuur te beschermen
alvorens te bevochtigen.
5.1
Opvang van water in het booggebied
Er moet tijdens de uitgravingswerkzaamheden bijzondere aandacht worden besteed aan de
opvang en afvoer van water dat door de primaire bekleding in spuitbeton sijpelt. Om het contactgebied
van water en spuitbeton zo klein mogelijk te maken, moet het water rechtstreeks op het oppervlak
tussen uitgraving en spuitbeton worden opgevangen.
Het water wordt door de laag spuitbeton geleid via slangen, buizen of leidingen. Als dit niet
mogelijk is door horizontaal water of een ongunstig gesteente, wordt het water via boorgaten
afgevoerd vanuit bijkomende gaten die na het aanbrengen van de bekledingslaag in spuitbeton
worden gemaakt. Ander water dat tevoorschijn komt tijdens uitgravingswerkzaamheden, wordt op
dezelfde wijze afgevoerd.
7
Bescherming van tunnels tegen water en
afvoer van water uit tunnels: TP
TP x/2014
Buisdrainages genieten de voorkeur om water op te vangen omdat de natte gebieden hierbij
kleiner zijn. Na voltooiing van de uitgravingswerkzaamheden en voordat de waterbestendigheidslagen
op de tunnel worden aangebracht, wordt de drainageapparatuur gecontroleerd en waar nodig
aangevuld. Alleen horizontaal water mag worden afgevoerd met behulp van noppenfolie of gelaagd,
niet geweven textiel.
5.2
Opvang van water in het basisgebied
Tijdens de uitgravingswerkzaamheden met de gelijktijdige installatie van permanente
waterafvoer bij de basis zijn beschermingsmaatregelen tegen verontreiniging vereist, zoals randen,
afdekking met folie of een beschermende betonlaag.
Opvang van water – bodemboog
Onder de bodemboog van een tunnel wordt water opgevangen met drainagematerialen (bijv.
16/32 mm grind of drainagebeton) en via tijdelijke drainage afgevoerd naar het diepste gedeelte van
de bodemboog. Membraanstroken mogen worden voorzien in de dwarsrichting om een opbouw van
waterdruk te voorkomen. In sommige gevallen kan tijdelijke drainage worden gebruikt als permanente
basisdrainage.
5.2.1
Alvorens de spuitbeton of monolitische basis van een boog aan te brengen, moeten de
drainagematerialen worden bedekt met een folie zodat er geen voegmortel in kan lekken.
Opvang van water – vlakke basis
In tunnelsecties met een vlakke basis is het ook nodig horizontaal water onder de basislaag
van de weg te verwijderen met behulp van drainagemateriaal (bijv. grind van 16/32 mm of
drainagebeton). Voor grotere hoeveelheden water worden plaatselijk drainageleidingen aangebracht
en aangesloten op de basisdrainage, of drainage in de basislaag. De drainagematerialen en
drainageleidingen worden bedekt met noppenfolie of textiel voordat het basisbeton of de vorstvrije
onderlaag wordt aangebracht.
5.2.2
5.2.3
Afvoer van geologisch water als de onderlaag is gewijzigd
Als het nodig is de onderlaag te wijzigen, bijvoorbeeld in een sectie van een
openbouwputtunnel, moet de waterafvoer afzonderlijk worden ontworpen.
6
Afvoer van water uit een tunnel door drainage
De bouw en inbedrijfstelling van wegtunnels die gebruikmaken van continue drainage van
tunnels is economisch en functioneel betrouwbaar. Als een tunnel evenwel wordt geboord in
gesteente met onmiddellijk oplosbare mineralen, of als de samenstelling van de spuitbeton voor de
primaire bekleding niet correct is gespecificeerd, zal lekkage van grondwater ervoor zorgen dat de
oplosbare componenten uitlogen en dat het drainagesysteem van de tunnel snel verstopt raakt; de
afvoer van dergelijke verontreinigende stoffen vormt een aanzienlijk deel van de onderhoudskosten.
6.1
Ontwerp van drainagesysteem
6.1.1
Onderzoek voor het ontwerp van een drainagesysteem
Reeds bij het engineering-geologisch onderzoek moet de mogelijke bedreiging van
aanslagvorming die het drainagesysteem vormt worden beoordeeld door de uitvoering van chemische
analyses van grondwater, die de volgende gegevens moeten verstrekken:
 gehalte kalk verdund met zoutzuur volgens STN EN ISO 14688-1 en STN EN ISO 146891,
 chemische agressiviteit in beton,
 calciumverzadiging,
 totale hardheid en tijdelijke hardheid.
6.1.2
Afvoer van water door drainage
Het basisdrainagesysteem omvat een systeem van drainageleidingen dat grondwater uit de
tunnel afvoert.
8
Een drainagesysteem wordt ontworpen volgens de hoeveelheid water dat van het gesteente
komt als:
 een systeem van zijafvoerleidingen zonder hoofdcollector
 een systeem van zijafvoerleidingen met leidingen die door een inspectiekoker gaan naar
een excentrisch geplaatste hoofdcollector (in het midden van de snelle rijstrook)
Elementen van een drainagesysteem zijn geïllustreerd in figuur 3; figuur 2 geeft een diagram
van een drainagesysteem met een hoofdcollector.
Water moet van de wegverharding worden afgevoerd door afzonderlijke drainageleidingen die
worden geledigd in zijafvoerkokers of een geperforeerde hoofdcollector waardoor de afvoer van water
van de wegverharding mogelijk is.
Bovenaanz
icht
Hoofdcollector
Inspectiekoker
Hoofdcollector
≥ DN 300
Dwarsverbinding
≥ DN 200
Inspectiekoker van
zijafvoerleidingen
Zijafvoerleiding
≥ DN 200
Figuur 2: Diagram van tunneldrainagesysteem
9
Bescherming van tunnels tegen water en
afvoer van water uit tunnels: TP
TP x/2014
Figuur 3: Elementen van een drainagesysteem in een tunnel – dwarsdoorsnede en details
DETAIL ‘A’
DETAIL ‘B’
Folie, d = 2 mm
Geotextiel
Grindlaag of doorlaatbaar drainagebeton
Mortellaag / ongewapend beton
Primaire bekleding (spuitbeton)
Drainageleiding, gladde binnenkant, Ø DN 200
Basisbeton
Doorlaatbaar drainagebeton
Mortellaag / ongewapend beton
DETAIL ‘A’
DETAIL ‘B’
Fólia d = 2 mm
Geotextília
štrkový obsyp alebo drenážny medzerovitý betón
Maltové lôžko / prostý betón
Primárne o ste nie (Striekaný betón)
Drenážna rúra vo vnútri Hladká. Ø DN 200
Podkladný betón
Drenážny medzerovitý betón
Maltová lôžko / prostý betón
10
De volgende paragrafen geven de minimumvereisten voor wateropvang- en -afvoerelementen
in een basissysteem:
6.1.2.1 Primaire bekleding bestaande uit spuitbeton
De vereisten in STN EN 14487-1 en STN EN 14487-2 zijn van toepassing op spuitbeton die
wordt gebruikt als primaire bekleding in tunnels.
Om uitloging van spuitbeton te voorkomen, is het volgende noodzakelijk:
 gebruik van cement met een laag alkaligehalte,
 verhardingsversnellers met alkalitoeslagstoffen mogen niet worden gebruikt.
6.1.2.2 Drainageleidingen

Vereisten voor het materiaal van drainageleidingen staan vermeld in [T6].
6.1.2.3 Filtratie-opvulling

Er moet gebruik worden gemaakt van gewassen filtratiegrind met een fractie van 16/32
mm.
 Kalksteen of dolomiet mag niet worden gebruikt.
 Doorlaatbaar drainagebeton mag worden gebruikt.
Type gebruikt cement: CEM III/B, CEM II met geschikte geselecteerde toeslagstoffen (zodat
het 25-30 % portlandklinker bevat), of sulfaatbestendig cement – overeenkomstig STN EN
15743. STN 73 6124-2 en [T7] zijn van toepassing op doorlaatbaar beton.
6.1.2.4 Oppervlakteverwijdering van water uit de waterbestendigheidslaag


Geotextielen met de parameters vermeld in [T6].
Gebieden van externe behuizing met intensieve indringing van water moeten bovendien
worden voorzien van geprofileerde folie of drainagematten vervaardigd uit
geocomposieten.
6.1.2.5 Inspectiekokers van zijafvoerleidingen in reinigingsopeningen



Afstand tussen kokers: 50-75 m.
De deksels moeten waterdicht zijn en vervaardigd zijn uit een composietmateriaal
(vezelversterking en bindmiddel) of uit roestvrij staal (staal A4).
Schroefvoegen en afdekklemmen moeten vervaardigd zijn uit roestvrij staal (staal A4).
6.1.2.6 Inspectiekokers in de hoofdcollector in de weg



Afstand tussen kokers: 50-75 m.
De deksels moeten waterdicht en afsluitbaar zijn en vervaardigd zijn uit gietijzer (nodulair
gietijzer), en moeten van belastingsklasse D400 zijn, overeenkomstig STN EN 124.
Schroefvoegen en afdekklemmen moeten vervaardigd zijn uit roestvrij staal (staal A4).
De deksels moeten voldoen aan de brandweerstandsvereisten overeenkomstig [T5] (hoofdstuk
8).
6.1.2.7 Andere vereisten







De leidingen moeten beschikken over voldoende grote gradiënten (minstens 0,5 %).
Waar mogelijk moet er een rechtstreekse verbinding tussen inspectiekokers zijn.
Veranderingen van richting (bijv. in insprongen of noodinhammen) moeten tot een
minimum worden beperkt.
Als de basis onder de drainageleiding niet voldoende vlak is, moet de leiding op een
mortelbed of een laag basisbeton worden gelegd (minimale dikte 50 mm).
Bij een overgangsinspectiekoker moet een stuk drainageleiding worden gebruikt.
Ontoegankelijke aftakkingen moeten worden vermeden.
Er mogen geen andere structuren bovenop deksels van inspectiekokers worden geplaatst
waardoor ze niet open kunnen.
11
Bescherming van tunnels tegen water en
afvoer van water uit tunnels: TP
TP x/2014
Het drainagesysteem kan verstopt raken om de volgende redenen:
 degradatie van de bouwmaterialen als gevolg van grotere agressiviteit van geologisch
water
 aanwezigheid van kalksedimenten in een rotsachtige omgeving.
Het basisdrainagesysteem is de minimumvereiste voor een drainagesysteem voor de afvoer
van water uit een tunnel. De minimumvereisten zijn alleen voldoende als er geen enkele verstopping –
of slechts een milde verstopping – van het systeem wordt verwacht. Als er een toegenomen risico is
op het optreden van agressief grondwater of van natuurlijke kalkafzettingen, moeten er bij het ontwerp
speciale maatregelen worden overwogen.
6.1.3
Verbeteringen aan het basissysteem
Als er toegenomen niveaus van verstopping van waterafvoerstructuren met sedimenten te
verwachten zijn, worden bijkomende structurele maatregelen in het ontwerp van het drainagesysteem
verwerkt – artikel 6.2.1.1.
6.2
Sedimenten (sinters)
Sedimenten die optreden bij de verwijdering van water uit een tunnel, kunnen snel een
negatieve invloed hebben op de individuele drainage-elementen. Als ze niet regelmatig worden
verwijderd, zullen ze gaten en openingen van de drainageleidingen verstoppen en de doorsnede van
de leiding verkleinen, waardoor het onmogelijk is grondwater doorheen het hele profiel te verwijderen.
Dit kan druk veroorzaken in water achter dichtingen, wat ertoe leidt dat er water in de tunnel lekt.
Bij het opstellen van de afzonderlijke stadia van de projectdocumenten moet de ontwerper het
mogelijke ontstaan van sediment beoordelen en de wijze van beperking hiervan voorstellen en
beschrijven in de afzonderlijke stadia van voorbereiding van de projectdocumenten.
De volgende processen kunnen het ontstaan van sediment veroorzaken:
- sedimentatie als gevolg van de oververzadiging van water met kalksteen
Wanneer oververzadigd water uit het gesteente naar een tunnel loopt als gevolg van
drukvermindering en temperatuurschommelingen, kan dit water calcium vrijgeven, dat wordt afgezet in
het waterafvoersysteem. Dit proces wordt niet aangetast door beton of spuitbeton.
Ca(HCO3)2 => CaCO3 + CO2 + H2O
(Een basisvereiste voor deze reactie is dat CO2 kan ontsnappen)
- sedimentatie als gevolg van de pH van grondwater
Verhoogde pH-waarden van grondwater in contact met alkalistoffen kunnen het uitlogen van
kalk veroorzaken. Dit sedimentatieproces kan alle tunnels aantasten waar grondwater in contact komt
met spuitbeton, monolitisch beton of cementinjectie. Additieven zoals verhardingsversnellers op basis
van natrium- of kaliumaluminaat en alkalimetaalsilicaat (waterglas) kunnen de sedimentatie verder
doen toenemen.
Ca(HCO3)2 + Na(OH) => CaCO3 + NaHCO3 + H2O
Ca(HCO3)2 + Ca(OH)2 => 2 CaCO3 + 2H2O
Reactie met een groot gehalte bicarbonaten in het grondwater.
- sedimentatie onder invloed van water dat verzadigd is met koolstofdioxide (agressief
water)
Wanneer verzadigd water in contact komt met beton, loogt het een grote hoeveelheid
calciumhydroxide (Ca(OH) 2) uit, waardoor water ontstaat dat oververzadigd is met kalksteen.
Kalksteen kan vrijkomen voor of na het binnenkomen in drainagekanalen.
Ca(OH)2 + H2CO3 => CaCO3 + 2H2O
12
Opmerking: agressief water tast ook carbonaatmengsels aan (bijv. loskomen van kalksteen), wat kan leiden tot het
uitlogen van calcium in het drainagesysteem.
- sedimentatie onder invloed van niet-agressief water (druipsteeneffect)
In dit sedimentatieproces, dat meestal slechts tot een kleine hoeveelheid kalkafzetting leidt,
komt het water dat het calciumhydroxide Ca(OH)2 uit het beton heeft gewassen in contact met de
lucht. Absorptie van CO2 uit de lucht, voornamelijk bij lage stroomdebieten, leidt tot het vrijkomen van
calcium (druipsteeneffect).
Ca(OH)2 + CO2 => CaCO3 + H2O (Ca(OH)2 in contact met CO2 uit de lucht)
6.2.1.1 Bijkomende structurele maatregelen
Als het systeem verstopt raakt door het uitlogen van bouwmaterialen of als gevolg van het
natuurlijke calciumgehalte in het grondwater, moet het basissysteem voor waterafvoer worden
verstevigd met bijkomende structurele maatregelen, maar zonder de drainageroute te wijzigen.
Op basis van een engineering-geologisch onderzoek en wateranalyses moeten maatregelen
worden voorgesteld om de overmatige verstopping van de drainageleidingen te beperken. De
maatregelen worden gespecificeerd in de afzonderlijke stadia van voorbereiding van de
projectdocumenten, en minstens in het stadium van documentatie van de bouwvergunning.
6.2.1.1.1 Verstopping van een basiswaterafvoersysteem als gevolg van bouwmaterialen
Bij agressief grondwater dat matig tot zeer agressief is voor beton, moeten in het bijzonder de
cementelementen van de bouwmaterialen zijn aangepast. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat zo
weinig mogelijk grondwater in contact komt met de structuren. Daarom moet het water indien mogelijk
rechtstreeks bij de uitgravingsmuur worden opgevangen.
1. Bekleding in spuitbeton
 Een afvoerpunt van grondwater moet rechtstreeks worden gedraineerd in een
drainageleiding via een geperforeerde slang.
 Voor lineaire stromen moet het water worden afgevoerd door drainage en afgeleid naar
een drainageleiding (alleen bij cohesieve gronden).
 In een homogeen ondergelopen omgeving met een constant grote waterstroom moet folie
met noppen regelmatig worden aangebracht op de onderste helft van de bekleding. De
folie met noppen moet rechtstreeks op het oppervlak van het gesteente worden
aangebracht.
2. Filtratie-opvulling
 alleen filtratie-opvulmateriaal mag worden gebruikt, zonder bindmiddel,
 elektrisch gelaste voegen moeten worden gebruikt op drainageleidingen.
6.2.1.1.2 Verstopping van het basissysteem voor waterafvoer als gevolg van de chemische
samenstelling van grondwater
1. Oppervlakteverwijdering van water uit de waterbestendigheidslaag
 In een homogeen ondergelopen omgeving met een constante horizontale waterstroom
hangt de doordringbaarheid van de horizontale drainage af van de hoeveelheid
binnenkomend water. Een gecombineerde beschermende en drainerende laag wordt
daarom gebruikt als oppervlaktedrainage van de waterbestendigheidslaag.
 In een niet-homogeen ondergelopen omgeving moet worden gewaarborgd dat lokaal
toegenomen waterstromen zullen worden opgevangen door folie met noppen of
drainagematten in geocomposiet. De afmetingen moeten worden gekozen op basis van het
verwachte debiet.
2. Filtratie-opvulling
 alleen filtratie-opvulmateriaal mag worden gebruikt, zonder bindmiddel,
 elektrisch gelaste voegen moeten worden gebruikt op drainageleidingen.
13
Bescherming van tunnels tegen water en
afvoer van water uit tunnels: TP
TP x/2014
6.2.1.2 Hardheidsstabilisatiesystemen
Als bij een engineering-geologisch onderzoek een bijzonder ongunstige hoeveelheid minerale
stoffen in het grondwater aan het licht komt, met andere woorden, als een substantiële verstopping
van leidingen wordt verwacht, zullen bijkomende maatregelen of systemen voor stabilisering van de
waterhardheid worden voorgesteld. Deze worden gespecificeerd in de aanbestedingsdocumenten en
in speciale technische en kwalitatieve specificaties.
6.3
Tenuitvoerlegging van waterafvoer door drainage
6.3.1
Optimalisatie van bouwprocedures
Het is aanbevolen dat de volgende punten worden opgevolgd om de bouwprocedures
optimaal te maken:
 Een geperforeerde leiding moet worden gelegd op een vlakke en stevige ondergrond (op
een betonnen laag of fundering/in een mortellaag die loopt tot het geperforeerde deel van
de drainageleiding).
 Nauwkeurigheid in de richtingen en hoogten van de leidingen moet worden gewaarborgd.
 De methode voor het leggen van de drainageleidingen (met andere woorden in de
volgorde inspectiekoker – leiding – inspectiekoker – leiding enz.). Indien mogelijk moet een
leiding tussen twee inspectiekokers in één handeling worden gelegd. Gedeeltelijke
afdekking van drainageleidingen met filtratiegrind moet worden voorkomen. Tijdens de
tenuitvoerlegging moeten gebreken, zoals een onnauwkeurige basis of het leggen van
leidingen of breuken op kruisingen en aansluitingen worden vermeden.
 Afzonderlijke secties moeten met filtratiegrind worden afgedekt vlak nadat ze zijn voltooid.
 Waterafvoersystemen moeten worden ingebouwd op afstanden die het optreden van
oneffenheden voorkomen. Als de bouw door externe beperkingen wordt stilgelegd, moeten
de drainageleidingen worden beschermd door gepaste veiligheidsmaatregelen.
 Het waterafvoersysteem moet – indien mogelijk – worden geïnstalleerd in de richting van
de waterstroom: door de leidingen aldus in de hellingsrichting te leggen, vervult het
systeem zijn functie na voltooiing van de waterafvoer. Als het niet mogelijk is zo te werk te
gaan, moeten de drainageleidingen worden beschermd tegen verontreiniging door
stromend, verontreinigd water.
6.3.2
Eerste inspectie
Tijdens een eerste inspectie, en totdat het waterafvoersysteem helemaal is voltooid, en
voordat de tunnel in bedrijf wordt gesteld, moet de aannemer continu alle relevante gegevens over
verstopping verzamelen. Dit omvat in het bijzonder een camera-inspectie van het hele
drainagesysteem en een onderzoek van de inspectiekokers.
6.3.2.1 Camera-inspectie
Na voltooiing van het hele drainagesysteem is een continue inspectie met een camera vereist.
Het volledige waterafvoersysteem moet worden doorgespoeld vóór de camera-inspectie.
De camera moet zijn uitgerust met een roterende kop zodat de wanden van de leidingen over
hun hele omtrek kunnen worden geïnspecteerd. De camerabeelden moeten in kleur zijn.
Logbestanden en opnamen van camera-inspecties van leidingen moeten deel uitmaken van
de documentatie die tijdens de opleveringsprocedure van een tunnelwaterafvoersysteem (of een deel
ervan) wordt overhandigd.
6.3.2.2 Onderzoek van inspectiekokers
Gegevens over verstopping moeten worden gedocumenteerd voor alle inspectiekokers.
7
Afvoer van water van een tunnelweg
In de betekenis van STN 73 7507 moet er een drainagekanaal met openingen langsheen de
hele lengte van de tunnel lopen. Reinigingskokers met reinigingsschermen, of leidingverbindingen met
14
reinigingskokers moeten zich op regelmatige intervallen bevinden langsheen de drainagelijn. De
reinigingskokers en -schermen moeten zodanig worden ontworpen dat de verspreiding van brandende
vloeistof wordt voorkomen.
Kanalen met gaten zijn normaal gezien vervaardigd uit een materiaal dat kunststofvezels
(composiet) bevat of uit waterdicht beton dat in grote mate bestand is tegen vorst en chemicaliën. De
vereisten voor materialen en ontwerp staan vermeld in [T6] en [T8].
Het voordeel van een kanaal met gaten is de samenstelling ervan in combinatie met de
kromming en de afvoer van water, evenals het feit dat de uitstroom van water van de weg systemisch
in ontwerp is: in het bijzonder gevaarlijke vloeistoffen worden snel en vlot van de weg verwijderd.
Bovendien compenseert het accumulatieve volume (de capaciteit), dat het product is van de
doorsnede en de lengte van de kanaalsectie, de grootte van de openingen.
8
Inspecties, controles, onderhoud en herstellingen
Regelmatige inspectie, onderhoud en reiniging van leidingen en systeemcomponenten
vormen een basisvereiste voor de bruikbaarheid en duurzaamheid van een waterafvoersysteem.
Specifieke principes voor reiniging van componenten van een tunnelwaterafvoersysteem en
de tenuitvoerlegging van richtsnoeren moeten worden vermeld in de gebruiksaanwijzing van het
systeem als onderdeel van de gebruikershandleiding van de structuur.
Vóór ingebruikname van een tunnel moeten instructies voor het veilige gebruik en onderhoud
van de tunnel en vereisten voor de prestatie van controles en inspecties of herstellingen worden
opgenomen in de technische documentatie.
De technische documentatie moet ook een reinigings- en onderhoudsplan en een
controleplan omvatten.
Daarnaast moeten vóór ingebruikname van een tunnel de volgende onafhankelijke en
uitgebreide inspecties worden uitgevoerd: een inspectie van de leidingen met camera, en een visuele
inspectie van de andere zichtbare apparatuur op wegniveau.
De operationele documentatie moet het volgende omvatten: een verslag van reiniging en
onderhoud, een verslag van uitgevoerde inspecties, een verslag van uitgevoerde herstellingen, een
overzicht van gedetecteerde fouten en het verhelpen ervan, en een overzicht van bezinksel.
Minimumvereisten voor onderhoud:
De leidingen moeten regelmatig worden gereinigd. Regelmatige reiniging voorkomt dat de
leidingen geleidelijk verstopt raken. Het gebruik van verhardingsstabilisatoren voorkomt of vermindert
de vorming van aanslag. De reinigingsintervals moeten worden bepaald aan de hand van de instroom
van water, de verontreiniging en verstopping, en eventuele speciale vereisten moeten worden
gedocumenteerd. Het reinigingsinterval moet worden gespecificeerd in de gebruiksaanwijzing. De
reiniging wordt uitgevoerd binnen de betekenis van [T1].
De leidingen moeten worden gereinigd door gekwalificeerd personeel. De reiniging wordt
meestal uitgevoerd tegen de helling van de leiding in. Als er veel afzetting is, als de afzetting niet op
gepaste wijze is verwijderd of als de reiniging niet afdoende is, is het aanbevolen dat de leidingen
worden gecontroleerd met een camerasysteem.
De basis van een reinigings- en onderhoudsplan is documentatie over het eigenlijke ontwerp
van de structuur met diagrammen van de drainageleidingen en systeemcomponenten, die de
hoeveelheid grondwater en de eigenschappen ervan tijdens de bouw vermeldt.
Op basis van de verslagen die tijdens de reiniging zijn opgesteld, kunnen wijzigingen worden
gecontroleerd, zoals de hoeveelheid grondwater en de verstopping van leidingen, en kan indien nodig
het reinigingsinterval worden aangepast.
15
Bescherming van tunnels tegen water en
afvoer van water uit tunnels: TP
TP x/2014
Tijdens de reiniging moeten de leidingen worden ontdaan van afzetting, maar er mag geen
schade worden veroorzaakt. Een hogedrukstroom met afzuigdruk tot 200 bar bij de pomp (en tot 150
bar bij de mondstukken) en een totaal volume water bij de spoelkop tot maximaal 500 l/min wordt
meestal gebruikt om de opgeloste afzetting te verwijderen. Ongeacht de gebruikte methode moet men
vóór het reinigen beoordelen of het materiaal van de leiding geschikt is voor het specifieke type
reiniging om beschadiging aan de wanden van de leiding te voorkomen.
In principe moet men een onderscheid maken tussen het reinigen van vollewandleidingen,
drainageleidingen en polyvalente leidingen.
Vollewandleidingen behouden hun functie wanneer afzettingen en residu's worden
afgevoerduit de doorsnede door hogedrukreiniging en doorspoeling.
Bij drainage- en polyvalente leidingen, die niet alleen tot functie hebben voor uitstroom te
zorgen maar meer specifiek om grondwater te absorberen via invoeropeningen, moet de
hogedrukspoeling worden aangepast zodat afzettingen en residu's niet alleen uit de doorsnede van de
leiding, maar ook uit de drainageopeningen worden afgevoerd. Er moet dan ook bijzondere aandacht
worden besteed aan de keuze van reinigingsapparatuur, reinigingskoppen en mondstukken voor
drainage- en polyvalente leidingen. De keuze van een geschikte spoelkop hangt onder meer afvan het
type leiding, de diameter van de leiding en het type en de samenstelling van de verontreiniging, en het
materiaal waaruit de leiding is gemaakt.
Voor drainageleidingen wordt meestal een radiaal roterend mondstuk (RRD) gekozen, dat
voorwaarts beweegt en een waterstroom diagonaal naar achteren stuurt, terwijl het verzamelde
materiaal wordt weggespoeld met de radiale stroom.
Voor vaste afzettingen in leidingen is een oscillerend-roterend mondstuk geschikt. Door de
trillingen komt het sediment los van de wanden van de leiding om vervolgens te worden weggespoeld.
Inspecties, controles, onderhoud en herstellingen moeten zodanig worden uitgevoerd dat de
gezondheid ende veiligheid vande werknemers die deze werkzaamheden uitvoeren is verzekerd.
Tegelijkertijd moeten werknemers duidelijk worden aangewezen overeenkomstig de van toepassing
zijnde voorschriften en moeten zij op de hoogte worden gebracht van bepalingen inzake veiligheid en
gezondheid op het werk.
16
Download