Diensten groenbeheer – Fiche groenbeheer van waterlopen (versie 17/11/2014) DIENSTEN GROENBEHEER FICHE GROENBEHEER VAN WATERLOPEN //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Inhoud INHOUD ......................................................................................................................................... 1 1. TOEPASSINGSGEBIED ............................................................................................................... 2 2. OVERWEGINGEN VOORAF ....................................................................................................... 2 3. TECHNISCHE BEKWAAMHEID ................................................................................................... 2 4. TECHNISCHE VEREISTEN ........................................................................................................... 3 4.1. Oeverbeschermingsmaterialen ...................................................................................................... 3 4.2. Standaardbestekken 250 en 260 .................................................................................................... 4 4.3. Technische vademecums van het ANB ........................................................................................... 4 5. GUNNINGSCRITERIA ................................................................................................................ 4 6. UITVOERINGSVOORWAARDEN ................................................................................................ 5 6.1. Natuur- en milieuzorgmaatregelen ................................................................................................ 5 6.2. Duurzaam maaibeheer .................................................................................................................. 5 7. PRAKTIJKVOORBEELDEN .......................................................................................................... 6 7.1. Stimuleren van natuurlijke waterlopen door VMM ........................................................................ 6 7.2. NTMB-zorgsysteem ....................................................................................................................... 6 8. OPMERKINGEN M.B.T. DE FICHE?............................................................................................. 7 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// pagina 1 van 7 Diensten groenbeheer – Fiche groenbeheer van waterlopen (versie 17/11/2014) 1. Toepassingsgebied Gebruik deze fiche wanneer je duurzaam uitgevoerd groenbeheer voor waterlopen wil aankopen volgens de procedures voor overheidsopdrachten (diensten). Deze fiche vormt een aanvulling op een ‘algemene fiche diensten groenbeheer’ en bouwt hierop voort. Gebruik daarom beide dienstenfiches samen. Deze fiche richt zich op het regulier groenbeheer aan zowel bevaarbare (waterwegen en kanalen) als onbevaarbare waterlopen. Regulier beheer betreft taken als vegetatiebeheer in de waterloop en op de oever (exotenbeheer, maaien …). Je vindt in deze fiche geen criteria voor: De aanleg van waterlopen en (natuurvriendelijke) oevers Het regulier infrastructureel onderhoud, zoals herprofileringen, uitdiepen of uitbaggeren, onderhoud en herstellingen aan betuiningen, damwanden, herstellingswerken aan de oever … Investeringsprojecten i.v.m. de infrastructuur van de waterloop, bv. de sanering van een vismigratieknelpunt, de aanleg van een bufferbekken … Beheer gericht op het functioneel gebruik van waterlopen (waterbeheer, transport, recreatie …) Ecologisch waterlopenbeheer Hakhoutbeheer Voor de (her)aanleg van en werken aan waterlopen en oevers kan je het vademecum ‘Waterlopen’ van het Departement LNE1 raadplegen. 2. Overwegingen vooraf Het beheer van waterlopen omvat ook eenvoudige taken die moeten worden uitgevoerd op voor machines moeilijk toegankelijke of moeilijk bereikbare oevers. Dit eenvoudig handwerk leent zich uitstekend voor de sociale inschakeleconomie. Het loont dan ook om na te denken over een voorbehouden (perceel van de) opdracht of een samenwerking tussen reguliere bedrijven en sociale inschakelondernemingen. Meer informatie over voorbehouden opdrachten: http://www.bestuurszaken.be/opdrachten-voorbehoudenaan-de-sociale-economie 3. Technische bekwaamheid Het onderhoud van waterlopen moet uitgevoerd worden met een zekere kennis van zaken, onder meer om exoteninvasie te vermijden en biodiversiteit te versterken. Het is in sommige gevallen, afhankelijk van de taak, relevant dat je inschrijver ervaring heeft met dit soort werken. Je kan dat nagaan op basis van referenties over eerder geleverde, gelijkaardige diensten. De inschrijver toont zijn technische bekwaamheid aan door het voorleggen van referenties voor minstens [3] gelijkaardige opdrachten die hij in de laatste [5] jaar uitvoerde. Een opdracht kan als gelijkaardig beschouwd worden als de aard van de dienstverlening en de omvang ervan gelijkaardig was. Minstens het vermijden van exoteninvasie en het versterken van de biodiversiteit moeten een onderdeel uitmaken van deze referentieopdrachten. Let op wanneer je referenties vraagt. Door ervaring te eisen, sluit je enerzijds nieuwe marktspelers of ervaren spelers die pas met duurzame methoden groenbeheer uitvoeren, uit. Anderzijds verzeker je jezelf van een 1 http://www.lne.be/themas/milieu-en-infrastructuur/vademecums-natuurtechniek/vademecum-waterlopen pagina 2 van 7 Diensten groenbeheer – Fiche groenbeheer van waterlopen (versie 17/11/2014) opdrachtnemer die al de nodige ervaring heeft. Denk dus goed na over wat je wil bereiken met deze clausule. Stuur ook de cijfers (5 jaar – 3 gelijkaardige opdrachten) bij aan de hand van wat je wil bereiken. 4. Technische vereisten 4.1. Oeverbeschermingsmaterialen Het verstevigen van de oevers hangt sterk af van het type waterloop en is niet steeds nodig. Waar mogelijk kies je beter voor een spontane vegetatieontwikkeling die kan leiden tot vrije meandering. Soms is er toch een versteviging of verdediging nodig, bv. om erosie of uitspoeling van de oevers te voorkomen waar de vrije ruimte langs de waterloop erg beperkt is. Je kan oeverbeschermingsmaterialen opdelen in 6 types (gerangschikt van meest naar minder milieuvriendelijk)2: Type I: Levende (inheemse) materialen, bv. grassen, oeverplanten (riet, mattenbies, gele lis …), bosgoed (wilg, zwarte els …), vlechtwerk van levende en uitschietende wilgentenen. Type II: Erosiewerende, biologisch afbreekbare materialen, bv. geotextiel uit biologisch afbreekbaar materiaal, biorollen, vlechtwerk van wilgentenen (niet levend), wiepen, houten palen en planken (niet verduurzaamd, niet tropisch, zachthout). Type III: Erosiewerende, niet-biologisch afbreekbare materialen, bv. synthetische honingraatmatten, driedimensionale structuurmatten zonder vulling, geotextiel uit niet biologisch afbreekbaar materiaal, houten palen en matten uit verduurzaamd hout of (tropisch) hardhout. Type IV: Bestortingen en schanskorven, bv. steenbestortingen, schanskorven, schanskorfmatrassen / -worsten, driedimensionale structuurmatten met vulling. Type V: Materialen met open structuur op basis van betonbitumen, bv. enkelvoudige geprefabriceerde betonelementen (betondoorgroeitegels), samengestelde geprefabriceerde betonelementen (betonmatten), open steenasfalt, open colloïdaal beton. Type VI: Materialen op basis van beton, staal of kunststof, bv. damplanken, palen en kantplaten, geprefabriceerde profielelementen. Je kan in je bestek vragen dat je opdrachtnemer maximaal gebruik maakt van materialen van type I en II of zelf een keuze naar voor schuiven. Houd bij je keuze wel rekening met de lokale fauna en flora, bv. planten maken het moeilijker voor jonge watervogels die nog niet kunnen vliegen om uit het water te komen. De VMM voorziet in haar typebestek Natuurvriendelijke oevers3 criteria voor duurzame oeverbeschermingsmaterialen. Je kan bijkomend ook bepalen dat de gebruikte materialen aan deze criteria moeten voldoen. De leverancier gebruikt voor deze onderhoudsdiensten voor zover mogelijk: levende (inheemse) oeverbeschermingsmaterialen zoals bv. grassen, oeverplanten (riet, mattenbies, gele lis …), bosgoed (wilg, zwarte els …), vlechtwerk van levende en uitschietende wilgentenen of; erosiewerende, biologisch afbreekbare materialen zoals bv. geotextiel uit biologisch afbreekbaar materiaal, biorollen, vlechtwerk van wilgentenen (niet levend), wiepen, houten palen en planken (niet verduurzaamd, niet tropisch, zachthout). Alle gebruikte oeverbeschermingsmaterialen voldoen aan de bepalingen zoals beschreven in het typebestek ‘Natuurvriendelijke Oevers’ van de VMM. 2 Bron: http://www.lne.be/doelgroepen/lokale-overheden/so-2005-2007/algemene-informatie/handleiding-per-cluster/water/so_aanvulWA02.pdf Het typebestek Natuurvriendelijke Oevers van de VMM vormt een praktische handleiding die je kan begeleiden bij de inrichting van de oevers. Het typebestek bevat ook materiaalcriteria. Zie: http://www.vmm.be/water/waterbeheer/waterlopen-beheren-en-overstromingen-aanpakken/typebesteknatuurlijke-oevers 3 pagina 3 van 7 Diensten groenbeheer – Fiche groenbeheer van waterlopen (versie 17/11/2014) 4.2. Standaardbestekken 250 en 260 Het Standaardbestek 2504 (of typebestek 250) voor de wegenbouw bevat standaardeisen voor het opstellen van bestekken voor werken in verband met wegenbouw, rioleringen en groenaanleg. Hoofdstuk 13 behandelt werken aan waterlopen en onderhoud van waterlopen en oevers. Het Standaardbestek 2605 (of typebestek 260) voor kunstwerken en waterbouw bevat in deel A aanvullingen op enkele hoofdstukken van het standaardbestek 250. Daarbij zijn ook verschillende aanvullingen op hoofdstuk 13 van het standaardbestek 250. Het is voor dit type opdrachten dan ook nuttig om in je bestek te verwijzen naar deze standaardbestekken, hetzij in zijn geheel, hetzij specifiek naar hoofdstuk 13. 4.3. Technische vademecums van het ANB Het ANB brengt via Inverde o.a. het technisch vademecum water6 en het technisch vademecum beheer van invasieve uitheemse planten7 uit. Het eerste vademecum handelt over water in een parkomgeving, het tweede vademecum gaat dieper in op de problematiek van invasieve uitheemse planten en hun correct beheer. Beide vademecums bevatten nog heel wat inspiratie voor het opmaken van je bestek. Helaas betreft het betalende uitgaven. Houd hier rekening mee als je in je bestek wil verwijzen naar deze vademecums. 5. Gunningscriteria In de ‘algemene fiche diensten groenbeheer’ vond je al verschillende punten waarop je het plan van aanpak van de inschrijvers kon beoordelen. Voor het groenbeheer van waterlopen kan je hierin meer aandacht besteden aan enkele aspecten die typisch zijn voor het beheer van waterlopen: De offertes worden beoordeeld op basis van een gedetailleerd plan van aanpak dat ook de leidraad zal zijn bij de dagelijkse operationele opvolging van de uit te voeren taken. Volgende aspecten zullen minimaal aan bod komen in het plan van aanpak: Beheer van invasieve plantenexoten: De inschrijver beschrijft in zijn plan van aanpak per soort op welke manier invasieve plantenexoten beheerd zullen worden en motiveert zijn keuze en overweegt milieu, sociale en economische aspecten. [Aangezien de veelheid van invasieve plantenexoten die kunnen voorkomen definieert de opdrachtgever voor welke soorten een plan van aanpak wordt opgesteld.] Beperking ecologische schade: De inschrijver beschrijft in zijn plan van aanpak welke maatregelen hij zal uitvoeren om de ecologische schade te beperken (zowel fauna & flora als bodem en water). Gebruik duurzame materialen: De inschrijver beschrijft in zijn plan van aanpak hoe hij aandacht zal hebben voor duurzaam materialenbeheer (bv. natuurtechnische oeverbeschermingsmaterialen). Afvoer van het maaisel: De inschrijver beschrijft in zijn plan van aanpak het beheer en onderhoud van de bermen, inclusief de afvoer van het maaisel zoals beschreven in het bermbesluit en conform het uitvoeringsplan organisch-biologische afvalstoffen. […] – Zie ‘algemene fiche diensten groenbeheer’ 4 http://www.wegenenverkeer.be/standaard-bestek-250/category/standaardbestek-250.html http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/standaardbestek-260-voor-kunstwerken-en-waterbouw 6 http://www.natuurenbos.be/nl-BE/natuurbeleid/groen/Beheerplan/technische_richtlijnen/water 7 http://www.inverde.be/vademecum-invasieve-uitheemse-planten 5 pagina 4 van 7 Diensten groenbeheer – Fiche groenbeheer van waterlopen (versie 17/11/2014) 6. Uitvoeringsvoorwaarden In de ‘fiche beheer van invasieve plantenexoten’ vind je enkele uitvoeringsvoorwaarden die ook toegepast kunnen worden op het groenbeheer van waterlopen. Belangrijk hierbij is het afvoeren van verwijderde plantenmassa om verdere verspreiding te vermijden. 6.1. Natuur- en milieuzorgmaatregelen Het standaardbestek 250 voorziet al natuur- en milieuzorgmaatregelen in het kader van onderhoudswerken aan waterlopen. Deze bepalingen zijn ook belangrijk bij het groenbeheer aan de waterlopen. Omwille van de zorgplicht in uitvoering van het natuurdecreet moet er o.a. rekening gehouden worden met het broedseizoen (vogels) en paaiseizoen (vissen). Artikel 14 van het Natuurdecreet8 voert voor iedereen een algemene zorgplicht in: "Iedereen die handelingen verricht of hiertoe opdracht verleent, en die weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat de natuurelementen in de onmiddellijke omgeving daardoor kunnen worden vernietigd of ernstig geschaad, is verplicht om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijze van hem kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen, beperken of te herstellen." Bijlage 1 van de omzendbrief LNW/98/019 verduidelijkt o.a. hoe die algemene zorgplicht ingevuld moet worden voor o.a. groenbeheer aan waterlopen. Dit is namelijk de Code voor goede natuurpraktijk in functie van wijziging van vegetatie van kleine landschapselementen. De bepalingen uit bijlage 1 hebben zowel betrekking op de uitvoeringswijze als op de uitvoeringsperiode van de werken. Je kan in je bestek eisen dat de werkzaamheden uitgevoerd worden volgens deze code van goede praktijk. De werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de code van goede natuurpraktijk in functie van wijziging van vegetatie van kleine landschapselementen, zoals opgenomen in bijlage 1 van de omzendbrief LNW/98/01 van 10 november 1998. De overtreding van de bepalingen inzake de zorgplicht worden gesanctioneerd door de in artikelen 58 en 59 van het Natuurdecreet vermelde strafbepalingen. 6.2. Duurzaam maaibeheer Het Bermbesluit10 bevat verschillende maatregelen m.b.t. het maaien van talud- en oevervegetatie. Deze maatregelen gaan o.a. over de periode in het jaar waarin gemaaid kan worden, de afvoer van het maaisel en het vermijden van beschadiging aan de ondergrondse plantendelen en de houtige gewassen. Deze bepaling is ook opgenomen in het Standaardbestek 250 (versie 2.2). Het werkprogramma van de opdrachtnemer houdt rekening met de bepaling uit het Bermbesluit van 27 juni 1984 en bijhorende omzendbrieven m.b.t. het maaien van de talud- en/of oevervegetatie. De opdrachtnemer houdt zich aan de regeling van het Bermbesluit: een eerste maaibeurt mag niet vóór 15 juni plaatsvinden, een tweede niet vóór 15 september; het maaisel moet binnen 10 dagen afgevoerd worden; het maaibeheer mag de ondergrondse plantendelen en bovengrondse houtgewassen (zoals bomen) niet beschadigen. 8 Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu Omzendbrief LNW/98/01 van 10 november 1998 betreffende algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu 10 Besluit van de Vlaamse Executieve van 27 juni 1984 houdende maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen 9 pagina 5 van 7 Diensten groenbeheer – Fiche groenbeheer van waterlopen (versie 17/11/2014) De gebruikte machines moeten aangepast zijn aan het uit te voeren werk. De opdrachtnemer verbindt zich er toe manueel te maaien op plaatsen waar gebruik van machines niet mogelijk is om schade te voorkomen. Alle schade aangebracht door het gebruik van niet aangepaste machines wordt binnen de 24 uur hersteld door de opdrachtnemer of wordt na de 24 uur onmiddellijk hersteld door het opdrachtgevende bestuur op kosten van de opdrachtnemer. Niet te herstellen schade aan bomen of andere hindernissen veroorzaakt door de maaiwerken zal door de opdrachtnemer vergoed worden. Het groenbeheer moet aangepast worden aan de waterloop en de lokale omstandigheden, zoals het afvoerdebiet, maar ook aan de ecologische waarden van de waterloop of de gracht. Als aanbestedende overheid moet je goed afwegen welke keuzes je maakt. Volgende aandachtspunten kunnen je alvast helpen bij het uitwerken van uitvoeringsvoorwaarden m.b.t. het maaibeheer: Maaien11 veroorzaakt minder verstoring van de leefomgeving dan ruimen en de kans dat interessante soorten volledig weggenomen worden is dan ook kleiner. Het verwijderen van invasieve plantenexoten moet op zeer nauwkeurige, geïntegreerde wijze gebeuren. Hiervoor verwijzen we naar de ‘fiche beheer van invasieve plantenexoten’. Maaien gebeurt bij voorkeur manueel, zeker bij kwetsbare, kleinere, natuurlijke en halfnatuurlijke waterlopen en de ecologisch waardevolle waterlopen12. Jaarlijks maaien is niet altijd noodzakelijk, er dient enkel gemaaid te worden wanneer de omstandigheden het vereisen (obstructie van de waterdoorvoer met risico op overstroming stroomopwaarts). Je kan een periodiciteit voor het maaien in het bestek opnemen. Je kan o.a. bepalingen over de maaifrequentie en afvoer van het maaisel opnemen in het bestek. De opdrachtnemer voorziet [x] maaibeurten per kalenderjaar gedurende de wettelijke tijdspanne. Bijkomende maaibeurten kunnen in samenspraak met het opdrachtgevende bestuur bepaald worden. Dat kan bv. om een minimum vereiste waterdoorvoer te garanderen. Alle maaisel moet, zonder tussenopslag, afgevoerd worden en mag niet in de waterloop meegevoerd worden. Met extra aandacht voor invasieve plantenexoten. De afgevoerde plantenmassa moet verwerkt worden in een erkende composteringsinstallatie of vergistingsinstallatie. De weegbonnen moeten (dagelijks) ingeleverd worden bij het opdrachtgevende bestuur. 7. Praktijkvoorbeelden 7.1. Stimuleren van natuurlijke waterlopen door VMM Natuurlijke waterlopen moeten zich natuurlijk kunnen ontwikkelen. Daarom laat de VMM ze zoveel mogelijk hun gang gaan. Niets doen geniet de voorkeur. Toch is dat niet altijd mogelijk. In woongebieden is hier dikwijls onvoldoende ruimte voor. Op andere plaatsen zijn de natuurlijke kenmerken van de waterloop al verstoord door eerdere ingrepen. In dat geval probeert de VMM de ecologie van de waterloop te herstellen. 7.2. NTMB-zorgsysteem Bij veel onbevaarbare en bevaarbare waterlopen kunnen inrichtingswerken natuurtechnisch uitgevoerd worden. Hiervoor werd het NTMB-zorgsysteem voor producenten en leveranciers van natuurtechnische oeverbeschermingsmaterialen (afgekort NTMB-materialen) in het leven 11 In de Leidraad voor het onderhoud van de waterlopen en grachtenstelsels wordt een tabel gegeven met de positieve en negatieve effecten van maaien en ruimen. Door deze punten in beschouwing te nemen kan je een overwogen afweging maken tussen maaien en ruimen: http://www.lne.be/doelgroepen/lokale-overheden/so-2005-2007/algemene-informatie/handleiding-per-cluster/water/so_aanvulWA02.pdf 12 Dit is een waterloop die een belangrijke natuurfunctie heeft omwille van het voorkomen van waardevolle fauna zoals vissoorten en / of flora. pagina 6 van 7 Diensten groenbeheer – Fiche groenbeheer van waterlopen (versie 17/11/2014) geroepen. Dat zorgsysteem helpt enerzijds om een voldoende technisch vertrouwen in NTMB-materialen op te bouwen en te behouden en anderzijds om deze materialen op een soortgelijke wijze als traditionele materialen in bestekken te kunnen opnemen. Natuurtechnische oeverbeschermingsmaterialen worden onderverdeeld in levend materiaal (bijvoorbeeld plantgoed), hout en afgeleide producten (bijvoorbeeld naaldhout), natuurtechnische geotextielen (bijvoorbeeld biodegradeerbare textielen) en natuurtechnische composieten (bijvoorbeeld voorbeplante kokosrol). De criteria van het NTMB-zorgsysteem zijn opgenomen in een lastenboek. Om het NTMB-zorgsysteem ook certificeerbaar te maken, werd ook een certificatiereglement opgemaakt. Meer informatie: www.lne.be/themas/milieu-en-infrastructuur/NTMB-zorgsysteem 8. Opmerkingen m.b.t. de fiche? Het is voor de Vlaamse overheid belangrijk dat deze fiche gebruikersvriendelijk is voor alle aankopers. Hoe meer aankopers hun ervaringen m.b.t. het gebruik van (de criteria uit) deze fiche delen, hoe beter we de fiche kunnen maken. Aarzel dus niet om je opmerkingen door te geven. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Team Interne Milieuzorg E-mail: [email protected] Tel.: 02 553 80 17 pagina 7 van 7