auteurtool benodigd

advertisement
De Geo
2 kgt
Aardrijkskunde voor de onderbouw
Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3
www.degeo-online.nl
eerste druk
Hoofdstuk 3 Rampen
Start
1
2
3
a
b
aardbeving, vulkaanuitbarsting, overstroming, orkaan, epidemie
–
olielekkage
–
vervuiling uitlaatgassen
–
opwarming aarde
–
overbevissing
W1 Natuurramp of ramp door mensen?
Foto
Welke ramp?
Door natuur of mensen?
Foto A
vulkaanuitbarsting
natuur
Foto B
aardbeving
natuur
Foto C
overstroming
natuur
Foto D
luchtvervuiling
mensen
a/b
c
W2 Natuurrampen in hoofdstuk 3
Natuurramp
Gebied
§1
vulkaanuitbarsting
Italië (Etna)
§2
aardbeving
Pakistan
§3
tsunami
Sumatra/Zuidoost-Azië
Keuzemenu C
orkaan
New Orleans/VS
eigen antwoord leerling
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
2 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
§1 Vulkanen
1
a
b
c
d
e
Italië
ik brand
De vulkaan spuwt vuur.
lava, as, stoom, giftige gassen, vulkanische bommen
door de gloeiend hete lavastroom
2
a
1
2
3
4
Rome
Napels
Catania
Palermo
b
W3 Topografie Zuid-Italië
c
3
d
A Tyrrheense Zee
B Kanaal van Sicilië
C Ionische Zee
D Adriatische Zee
Sicilië
–
–
–
–
–
–
–
breuk
vulkaan
krater
platen
lava
aardkorst
magma
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
3 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
4
a/b
W4 Magmastromen onder de aardkorst
c
5
Bij A drijven de platen uit elkaar / duiken de platen onder elkaar.
Bij B drijven de platen uit elkaar / duiken de platen onder elkaar.
Vulkanisme komt voor bij A / bij B / bij A en B.
a/b
W3 Topografie Zuid-Italië
c
d
acht
Er komen platen bij elkaar, deels onder elkaar wegduikend.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
4 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
6
W5 Doorsnede van een vulkaan
7
8
a
b
c
d
e
f
rode driehoekjes
1
Euraziatische plaat
2
Afrikaanse plaat
duiken onder elkaar (je ziet een paar driehoekjes)
midden op de oceanen
Mid-oceanische ruggen
Magma komt naar boven op plekken waar platen uit elkaar drijven / onder elkaar duiken / uit elkaar
drijven of onder elkaar duiken.
1
westen van Noord- en Zuid-Amerika
2
oosten van Azië
a
b
vruchtbare grond (door lava en asbodems)
toerisme: spectaculair gezicht en mooi landschap (vulkaan)
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
5 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Herhaling
10
a
W
6
Uittreksel §1
De Etna
► De Etna grootste en de op één na actiefste
vulkaan van Europa.
 Uitwerpselen van een vulkaan: lava, as, stoom,
giftige gassen, vulkanische bommen.
Gevolgen voor mensen:
1
bedreiging dorpen op de helling
2
bosbranden
3
vieze lucht / neerdalende as

Hoe ontstaan vulkanen?
► Het buitenste deel aarde is de aardkorst.
Die is verdeeld in platen.
 Onder de aardkost kookt de aarde.
Vloeibaar gesteente binnenin de aarde magma.
Wonen bij een vulkaan
► Leven bij vulkaan is gevaarlijk.
Toch wonen er veel mensen.
 Hoge bevolkingsdichtheid komt door:
vruchtbare bodems.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt

Op het magma drijven platen.
Scheur in de aardkost: breuk
Bij breuk komt magma naar buiten.
Dat noem je dan lava.
Het gat waar het uitkomt heet krater.
Er ontstaat een vulkaan.
Twee bewegingen van platen:

Ze drijven uit elkaar.

Ze duiken onder elkaar.
6 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
§2 Aardbevingen
1
a
b
c
d
e
f
Pakistan
B Pakistan
A India
Islamabad
Himalaya
Indus
C
D
China
Afghanistan
W7 Topografie van Zuid-Azië
2
3
a
b
c
d
ten noordwesten van Muzzafarabad
1
Indisch-Australische plaat
2
Euraziatische plaat
Ze botsen tegen elkaar aan.
aan de rode pijlen
a
b
c
d
Een aardbeving ontstaan als twee platen langs elkaar schuiven. Dat gaat met schokken.
7,6
vernietigend: veel gebouwen ingestort, scheuren in de aarde
Lichte bevingen, of ze komen voor in een dunbevolkt gebied.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
7 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
4
a/b
W8 Vluchtelingenkampen in Pakistan
5
c
d
Ze liggen dicht bij het epicentrum.
Daar is de schade het grootst en daar zijn de meeste vluchtelingen.
a
b
rode rondjes
Vulkanen en aardbevingen liggen dichtbij / ver weg van elkaar. Ze liggen dicht bij / ver weg van de grote
breuklijnen.
pijl B
Daar duiken platen onder elkaar (spanning).
pijl B
In Pakistan duikt de Indisch-Australische plaat onder de Euraziatische plaat (botsing).
c
d
e
f
6
a
b
c
–
hulp bij een hongersnood of een andere ramp
–
hulp waar mensen blijvend iets aan hebben.
1
voedsel
2
tenten
3
kleding
4
medicijnen
(meerdere antwoorden mogelijk)
1
besmettelijke ziekten
2
koude winter: doorvriezen, longontsteking
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
8 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
7
a
Landen
A Griekenland
B Turkije
C Egypte
D Syrië
E Iran
F
Irak
G Saudi-Arabië
Steden
1
Athene
2
Istanbul
3
Ankara
4
Bagdad
5
Caïro
b/d
W9 Aardbevingen en vulkanisme in Turkije en Griekenland
c
e
1
Euraziatische plaat
2
Egeïsche plaat
3
Iraanse plaat
4
Arabische plaat
5
Euraziatische plaat
Veel verschillende platen; ze botsen tegen elkaar, schuiven langs elkaar of duiken onder elkaar (zie
figuur 3 in lesboek).
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
9 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Herhaling
9
a
W10 Uittreksel §2
Aardbeving in Pakistan
► Aardbeving Pakistan 80.000 doden.
 De plek precies boven de aardbeving: epicentrum.
Dat was in het bergachtige noorden van Pakistan.
Hoe ontstaan aardbevingen?
► Een aardbeving ontstaat als twee platen langs elkaar schuiven.
Dat gaat met schokken.
Aardbeving in Pakistan: 7.6 op de Schaal van Richter.
 In Pakistan komen aardbevingen voor omdat de Indisch-Australische plaat
tegen de Euraziatische plaat botst.
Bij die botsing is ook een gebergte ontstaan: de Himalaya.
Noodhulp
► Hulpverleners stuurden tenten, kleding en medicijnen
 Ook na de ramp vielen nog veel doden:

besmettelijke ziektes

koude winter
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
10 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
§3 Dodelijke vloedgolf
1
a
b
c
d
2
voor de kust van Sumatra (Indonesië)
1
Het was een aardbeving / zeebeving.
2
De kracht was 9.0 op de Schaal van Richter.
Dat is matig tot sterk / zeer sterk / vernielend / zeer catastrofaal.
3
De beving duurde korter dan / langer dan / even lang als andere bevingen.
De oceaanbodem werd opgetild en weer neergegooid.
vloedgolf
a
Op volle zee zijn er nog geen hoge golven.
b
In ondiep water remmen de golven af.
c/d
W11 Hoogte van de golven bij een tsunami
3
a
b
c
zwarte ster
Indonesië
Het epicentrum lag voor de kust van Sumatra (Indonesië).
4
a
–
b/c
W12 Tsunami in Azië
5
d
e
f
g
na ± 8 uur
312
± 4500 kilometer
beschutte ligging: de tsunami komt aan de oostkust aan land
a
b
c
Het zeewater trok zich terug.
Dat had ze geleerd bij aardrijkskunde.
Als Tilly geen aardrijkskunde had gehad, waren veel mensen verdronken.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
11 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
6
a
b
1
noodhulp
2
structurele hulp
noodhulp, bijvoorbeeld: tenten, voedsel, medicijnen
structurele hulp, bijvoorbeeld: huizen, scholen en ziekenhuizen bouwen
7
a/b/c/d: zie film Cordaid
e
1
steviger huizen bouwen
2
vluchtroutes
3
waarschuwingssysteem
8
a/b
W13 Kaart
c
d
Er liggen verschillende platen en breuken (zie figuur 3 in het lesboek en W9 in het werkboek).
Dus: kans op aardbevingen, zeebevingen en vulkanisme.
Eigen antwoord leerling
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
12 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Keuzemenu
B
Continenten verschuiven
2
Pangaea
5
1 – Europa en Azië
2 – Noord-Amerika
3 – India
4 – Afrika
5 – Zuid-Amerika (of Latijns-Amerika)
6 – Antarctica (Zuidpoolgebied)
7 – Australië
6
Plak de continenten op de juiste manier in.
Tip: gebruik kaart 112D (Basis Bosatlas). (113D 60e editie)
C
De orkaan Katrina
2
boven warm zeewater (meer dan 27 °C) in de tropen
3
a
W15 Ligging orkaangebieden op aarde
b
c
 alleen op het noordelijk halfrond
 op lage breedte
 op het noordelijk en zuidelijk hafrond
 op hoge breedte
Dan is het zeewater het meest opgewarmd.
4
a
b
Noord-Amerika
Ronddraaiende ‘bal’ van wolken met een gat in het midden. (Informatie: Het gat noem je het ‘oog’ van
de orkaan.)
5
Australië en India
Verenigde Staten
Japan en China
Nederland
6
De namen staan wel / niet in alfabetische volgorde.
Het zijn jongensnamen / meisjesnamen / jongens- en meisjesnamen.
De volgorde is: eerste meisjesnamen dan de jongensnamen / om de beurt een jongensnaam en een
meisjesnaam.
Orkaan Katrina was de eerste / vierde / elfde / twintigste orkaan in 2005.








taifoen (tyfoon)
orkaan
cycloon
hurricane
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
13 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
§4 Omgaan met rampen
1
1
2
3
waarschuwingssysteem
stevige huizen en gebouwen bouwen
goed rampenplan maken
2
a
b
c
niet goed mogelijk
Je weet niet wannéér die komt, meestal wel wáár, dus in welke gebieden.
zie bron 2 in het lesboek, de nummers 1 t/m 8
3
a
b
c
d
langs de rode breuklijnen
Seismologen berekenen de kans op aardbevingen.
eigen antwoord leerling
–
stevig huis
–
instructies ‘wat te doen bij aardbevingen’
–
goede rampenplannen
–
informatie via radio/tv/internet
en andere voorbeelden
4
a
b
c
Vulkanologen meten de activiteit van een vulkaan.
metingen bij een vulkaan
W16 Maatregelen bij een vulkaanuitbarsting
5
a
b
c
d
e
Het eiland ligt in het Caribisch gebied.
 Er was een goed waarschuwingssysteem.
 De huizen waren extra stevig gebouwd.
 De vulkanologen hadden metingen gedaan.
 De aswolk kwam niet op het eiland terecht.
zuid
Daar ligt de vulkaan.
Het is een risicokaart, dus om mensen goed te waarschuwen.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
14 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
6
a/d
W17 Cirkeldiagram met schade en slachtoffers bij natuurrampen
b
c
e
f
laag ontwikkelde landen
1
slechte huizen
2
tekort aan medicijnen, hulpverlening (+ geld)
3
geen goede rampenplannen
ook: slechte infrastructuur
hoog ontwikkelde landen
schade aan (dure) huizen, gebouwen, auto’s, enzovoort
7
a
b
overstromingen
bijvoorbeeld: evacuatieplan, dijken verzwaren/verhogen, overloopgebieden aanleggen
8
Eigen antwoord leerling
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
15 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Herhaling
9
Je weet meestal wel / niet waar aardbevingen kunnen voorkomen.
Het is wel / niet bekend wanneer zo’n aardbeving komt.
Je kunt je wel / niet voorbereiden op aardbevingen.
Het is wel / niet goed te voorspellen wanneer een tsunami komt.
Een waarschuwingssysteem is wel / niet een onderdeel van rampenbestrijding
Rampenbestrijding gaat wel / niet over het bouwen van huizen.
Bij natuurrampen vallen in arme landen meer / minder slachtoffers dan in rijke landen.
Bij natuurrampen in arme landen is de schade (in geld) groter / kleiner dan in rijke landen.
In rijke landen is de rampenbestrijding beter/ slechter dan in arme landen.
De mensen zijn er wel / niet goed voorbereid op een ramp.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
16 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
§5 Milieurampen
1
a
b
c
d
Een ramp waarbij mensen grote schade toebrengen aan hun natuurlijke omgeving.
milieu
milieuvervuiling
Als vervuiling over de landsgrenzen heen gaan.
2
W19 Natuurramp of milieuramp?
Ramp
Natuurramp
Milieuramp
zware aardbeving in Iran


smog door auto’s in Londen


bosbrand in Indonesië


lawine in Zwitserland


opwarming van de aarde








overstroming in Bangladesh


sprinkhanenplaag in China


aids in Afrika
ontbossing in Brazilië
vissterfte door giflozing in de Rijn
NB: Lawines kunnen ook een milieuramp zijn: mensen halen bossen weg langs hellingen, waardoor
gemakkelijker lawines ontstaan (de sneeuw wordt niet meer tegengehouden). Ook ontstaan er
overstromingen: het water zakt niet in de bodem, maar stroomt snel de helling af naar beneden; gevolg: na
regenbuien veel water tegelijk in de rivier, dus overstromingsgevaar.
3
a
b
het vasthouden van warmte door gassen in de dampkring
Dan zou het te koud zijn op aarde: –18° C.
4
a
fabrieken:
via schoorstenen
auto’s:
uitlaatgassen
huishoudens: centrale verwarming, energie (stroom)
milieuramp
Het wordt veroorzaakt door verbranding van fossiele brandstoffen door mensen.
b
c
5
a
b
Links op de tekening zie je het natuurlijke broeikaseffect / versterkte broeikaseffect.
Een laag broeikasgassen laat de zonnestralen wel / voor een deel / niet door.
Via de aarde gaat de warmte weer de lucht in.
De warmte wordt wel / voor een deel / niet tegengehouden door de broeikasgassen.
Rechts op de tekening zie je natuurlijke broeikaseffect / versterkte broeikaseffect.
Rechts wordt er minder / meer warmte vastgehouden dan links op de tekening.
Dat komt door: toegenomen broeikasgassen in de lucht door de uitstoot van CO2 door menselijke
activiteiten.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
17 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
6
a/b
W20/21 Broeikaseffect
7
a
b
c
rijke landen
veel fabrieken, veel auto’s
W22 Uitstoot koolstofdioxide (aandeel per land)
d
e
1
2
1
2
India
China
veel inwoners: India 1,1 miljard, China 1,3 miljard
snel groeiende economie
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
18 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
b
figuur 13 uitlaatgassen zorgen voor meer CO2 in de lucht → meer broeikasgassen
figuur 14 door opwarming van de aarde smelt het ijs in het poolgebied
Het is een internationaal probleem (grensoverschrijdend).
9
a
b
c
d
0,8° C
Hoe meer uitstoot van CO2, hoe hoger de temperatuur op aarde.
Als de temperatuur stijgt, dan stijgt de zeespiegel.
overstromingen
10
a
1
Noord-Amerika
2
Australië/Oceanië
ook: Europa en Saudi-Arabië (+ andere kleine olielanden)
Het zijn rijke landen, veel autobezit (grote afstanden); ook: verschillen in milieuwetgeving).
stijging
0,5 °C
8
a
b
c
d
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
19 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Herhaling
11
a
–
–
–
–
–
–
–
–
milieuvervuiling
broeikaseffect
energiebronnen (fossiele brandstoffen)
dampkring
grensoverschrijdende vervuiling
milieuramp
milieu
versterkt broeikaseffect
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
20 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
§6 Raakt de energie op?
1
a
b
c
d
2
a
b
c
d
3
a
b
c
d
1
snelle bevolkingsgroei op aarde
2
stijging van de welvaart
Meer mensen gebruiken meer energiebronnen (auto’s, centrale verwarming, airco, enzovoort).
onder andere meer auto’s, elektrische apparaten, verre reizen, enzovoort
meer vervuiling (CO2) (tekort aan benzine)
1
aardolie
2
aardgas
3
steenkool
Aardolie en aardgas zijn samen goed voor de helft / minder dan de helft / meer dan de helft van alle
energieverbruik.
De belangrijkste energiebron is aardolie / aardgas / steenkool.
Sinds 1965 is het verbruik bijna twee keer / drie keer / vier keer zo groot geworden.
aardolie, aardgas, steenkool
1
meer vervuiling (CO2)
2
ze raken op
1
minder vervuiling (CO2) in de lucht
2
ze kunnen opraken (er kunnen tekorten ontstaan)
 meer snelwegen om files tegen te gaan
 De benzineprijs gaat omhoog.
 Het openbaar vervoer wordt goedkoper.
 geen nieuwe snelwegen
 Vliegtickets goedkoper maken.
Eigen antwoord leerling
Verschillende antwoorden mogelijk: licht uit, standby-knop uit, cv een graadje lager, deuren dicht
4
a
b
De energie raakt nooit op (duurzaam = voor lange tijd).
1
Duurzame energie raakt nooit op.
2
Duurzame energie vervuilt niet (geen CO2).
5
a
figuur 17 windenergie
figuur 18 thermische energie
figuur 19 waterkracht
 duurzame energie
 fossiele brandstoffen
 schone energie
 schone energie, maar niet duurzaam
b
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
21 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
6
a
W23 Duurzame energie in Europa
b
c
d
e
7
1
Noord-Europa
2
Alpen
veel thermische energie (vulkanisme, zie figuur 2 in je lesboek) + weinig inwoners in IJsland
veel bergen, (+ lage bevolkingsdichtheid Noorwegen en Zweden)
 hoog, maar dalend
 laag, maar stijgend
 even hoog als het Europese gemiddelde
a/b Eigen antwoord leerling
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
22 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Herhaling
8
a
W24 Uittreksel §6
Energie-explosie
► Het energieverbruik neemt snel toe.
Dat komt door:
 snelle bevolkingsgroei
 stijging welvaart
Twee landen die snel groeien China en India.
Gevolg: meer producten → meer energieverbruik.
Uitputting en vervuiling
► Drie grootste energiebronnen: aardolie, aardgas en steenkool.
Dat zijn fossiele brandstoffen.
Milieu-uitputting: het afnemen van natuurlijke voorraden.
 Milieuvervuiling bij verbranding fossiele brandstoffen.
Zijn er oplossingen?
► energiebesparing
 Gebruik van schone energie
wel / niet vervuilend en raken wel / niet op.
 Klein, maar stijgend aandeel schone energie of duurzame energie.
Vijf voorbeelden duurzame energie:
1
zonne-energie
2
windenergie
3
waterkracht
4
thermische energie
5
bio-energie
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
23 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Keuzemenu
A
Begrippenpuzzel
b
W27 Puzzel
c
rampenbestrijding
C
Het ijs smelt – ramp of nieuwe kansen?
2, 3 en 4
W28 Vier zeeroutes Rotterdam-Yokohama
5
route via de noordpool
6
Nu ligt er nog steeds ijs, maar het ijs smelt wel snel.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
24 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Finish
1
Als er bij een breuk magma naar buiten komt (lava), afkoelt en hard wordt.
2
lava, as, stoom, giftige gassen, vulkanische bommen
3
Als twee platen lang elkaar schuiven (of botsen).
4
bij breuken
5
door een zeebeving
6
Door metingen van vulkanologen van de vulkanische activiteit.
7
Een aardbeving is er opeens; er zijn geen voortekenen; wel weet je wáár er aardbevingen kunnen
voorkomen.
8
rampenbestrijding:
–
stevige huizen en gebouwen
–
rampenplannen
–
waarschuwingssysteem
9
Een ramp waarbij mensen grote schade toebrengen aan hun natuurlijke omgeving (milieu).
10
Via water, lucht of bodem verspreidt de vervuiling zich, vaak zelfs grensoverschrijdend.
11
–
–
12
Overstappen op duurzame energie; andere mogelijkheid: kernenergie.
energiebesparing
schone (duurzame) energie gebruiken
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
25 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Fotofinish
1
–
–
vulkaanuitbarsting
veel rook/as
2
–
–
modderstroom
huizen verwoest, veel modder
3
–
–
Azië
Aziatisch uiterlijk man op scooter + tropische begroeiing + soort huizen
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
26 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Project 1 Milieu dichterbij
1
a
b
Eigen antwoord leerling: W1: woordspin invullen
Eigen antwoorden groepje
2
a
b
Eigen antwoorden groepje
foto a: vervuiling
foto b: uitputting
foto c: aantasting
3
a
b
Vervuiling van lucht is een milieuprobleem.
Je ademt de vervuilde lucht zelf ook in.
4
a
b
gebieden met veel stikstofoxiden in de lucht (2005)
Ja / Nee, want in gebieden met veel stikstofoxiden in de lucht is de bevolkingsdichtheid (meestal) hoog.
5
a








b
6
a
b
Kopererts raakt een keer op.
Koper is een metaal dat niet roest.
De hele berg wordt afgegraven.
Je kunt koper vrij gemakkelijk buigen.
Er stroom giftig afvalwater uit de mijn.
Aardgas
 Windenergie
Water
 Steenkool
Zon
c
verstoring
Door militaire oefeningen raken zeehondjes hun moeder kwijt
De snelweg A1 loopt dwars door het bosgebied van de Veluwe
Dwars door het Naardermeer loopt een spoorlijn
Met de radio hard aan door een natuurgebied lopen.
Door de verlichting van snelwegen raken trekvogels de weg kwijt.
een ecoduct (brug waar dieren veilig kunnen oversteken)
7
a
b
c
Eigen antwoord leerling
Eigen antwoord leerling
Eigen antwoord leerling
8
Eigen antwoord leerling: projectformulier van W3 invullen.
9
a
b
Eigen antwoord leerling: voorbeelden van 6 milieuthema’s in eigen gemeente invullen.
nummers 4, 5 en 6
10
a
b
Naam van gemeente bovenaan W5 invullen.
Eigen antwoord leerling: milieuproblemen van eigen gemeente invullen in W5.
11
a
Door de verschillende kringlopen is er een natuurlijk evenwicht.
Als de mens het natuurlijk evenwicht verstoort, is er sprake van een milieuprobleem.
Er zijn drie soorten milieuproblemen: vervuiling, aantasting en uitputting.
3
Wolken drijven van zee naar land.
4
Het sneeuwt en het regent.
6
Een rivier stroomt van de bergen naar lagergelegen gebieden.
2
Waterdamp condenseert en er ontstaan wolken.
5
De sneeuw smelt.
1
Water verdampt uit zee.
7
De rivier mondt uit in zee.
Vervuiling van water wat in de natuur terecht komt (door vervuiling grondwater of oppervlakte water).
b
c
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
Verstoring
Versnippering
Versnippering
Verstoring
Verstoring
27 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
12
a
b
c
13
a
b
14
a
b
c
d
e
f
15
Het duurt miljoenen jaren voordat aardolie en aardgas ontstaan.
 Opwekken van elektriciteit door windmolens.
 De aardolie raakt op.
 Er is steeds minder vis in de Noordzee.
 Door verbranding van fossiele brandstoffen komt er veel koolstofdioxide in de lucht.
 In bossen groeit nieuw hout.
bijvoorbeeld voor de verwarming van huizen (aardgas) of vervoer per (vracht)auto/brommer (aardolie)
Vervuiling is het meest zichtbare milieuprobleem.
Er zijn drie soorten vervuiling: lucht-, water- en bodemvervuiling.
Eigen antwoord leerling, ligt aan de woongemeente.
 Verkeer  Landbouw
 Industrie  Huishoudens
W6 Gassen die platen, mensen en dieren nodig hebben
Welk(e) gas(sen) uit de dampkring nodig?
Waarvoor is het gas nodig?
Planten
Zuurstof en koolstofdioxide (CO2)
Om te ademen en te groeien
Mensen en dieren
Zuurstof
Om te ademen
Ja / Nee, want zonder koolstofdioxide zouden planten niet kunnen leven / groeien.
door de verbranding van steenkool, aardolie en aardgas
uitzetten zeewater, smelten van gletsjers berggebieden, smelten van de poolijskappen zorgen voor een
stijging van de zeespiegel
Deze landen krijgen als eerste last van het stijgende water.
Eigen antwoord leerling
a-d
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
28 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
16
17
W8 Veroorzakers van milieuproblemen
Milieuproblemen
Veroorzaker:
1
Uitstoot broeikasgas
Autobezitter, huizenbezitter, fabrieksdirecteur
2
Uitstoot auto-uitlaatgassen
(Vracht)autochauffeur
3
Vervuiling water door bestrijdingsmiddelen
Akkerbouwer
4
Het opraken van brandstoffen
Huizenbezitter, autobezitter
5
Zwerfafval
Iemand die iets niet in prullenbak gooit
a
Landen hebben afspraak gemaakt om minder broeikasgassen uit te stoten.
Landen willen voorkomen dat het klimaat op aarde steeds warmer wordt.
Deze afspraak heet het verdrag van Kyoto.
Koolstofdioxide (of CO2).
b
18
Eigen antwoord leerling
19
a
b
c
20
a
 niet opraken
 snel opraken
 een keer opraken
 opraken
Grondstoffen opnieuw gebruiken, aan recycling doen.
 Goedkoop bouwen
 Milieuvriendelijke materialen
 Water besparen
 Isolatie
 Energiebesparing
 Milieuvervuiling
b
c
Muren isoleren
Dubbel glas
Kantoren boven elkaar
Gezamenlijke parkeerplaats
Schuine oevers
Regenwater gebruiken
Eigen antwoord leerling
Eigen antwoord leerling
21
a
b
c
d
milieu-uitputting
Eigen antwoord leerling
Eigen antwoord leerling
bijvoorbeeld: papier, glas (flessen), blikjes, ijzer/staal, plastic, hout, enz.
22
a
b
Minder energie
Minder energie
Minder grond
Minder grond
Meer natuur
Minder drinkwaterkosten
Duurzaam
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
29 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
23
a
b
c
24
a
b
1
meer elektrische apparaten in huis
2
meer / langer gebruik elektrische apparaten (bijvoorbeeld computer, airco’s)
bijvoorbeeld: computer, airco, koffiepad apparaat, enzovoort
vanwege beter geïsoleerde huizen: muurisolatie, dubbel glas, hoger rendement gasketels, enzovoort
bijvoorbeeld: energiezuinige apparaten kopen, producten met minder verpakkingen kopen,
fruitproducten in de supermarkt niet (altijd) uit verre landen kopen, enzovoort
–
Het energieverbruik van een apparaat wordt aangegeven met letters / cijfers.
–
Een A geeft het zuinigste / minst zuinige verbruik aan.
–
Een G geeft het zuinigste / minst zuinige verbruik aan.
25
Eigen antwoord leerling: doe de milieutest op De Geo-online en kijk hoe milieubewust jij bent.
26
muurkrant maken
27
Leerlingen bekijken de verschillende muurkranten.
De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van kgt – Docentenhandleiding 2 kgt
30 © ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2008
Download