Oogheelkunde Als uw oogarts spreekt over staar (cataract) In deze brochure vindt u informatie over het ontstaan en de behandeling van staar (cataract). Het is mogelijk dat in het gesprek met uw oogarts nog andere feiten aan de orde komen dan beschreven in deze brochure. Wat is staar? Staar of grijze staar is een vertroebeling van de ooglens die het zien verstoort. Het oog is een stevige bol die bestaat uit de harde oogrok (het oogwit), met aan de voorzijde het hoornvlies en aan de achterzijde de oogzenuw (zie figuur 1). Binnen in het oog aan de voorzijde bevindt zich het regenboogvlies (iris) met in het centrum de pupil opening. De lens bevindt zich achter het regenboogvlies. Onder normale omstandigheden is de lens helder en doorzichtig. Figuur 1. Het oog Achter de lens bevindt zich een grote geleiachtige massa die het glasachtig lichaam wordt genoemd. Daarachter ligt het netvlies met in het centrum de gele vlek (macula) en de oogzenuw. De lens zorgt voor het scherpstellen van de beelden op het netvlies. Vanuit het netvlies wordt het daar gevormde beeld via de oogzenuw doorgegeven aan de hersenen. Als de ooglens troebel is (staar), worden de lichtstralen in hun beloop gestoord, zodat er een onscherp beeld op het netvlies ontstaat. Daardoor lijken de dingen die iemand met staar ziet waziger en grauwer van kleur. Hoe ontstaat staar? Staar ontstaat als de chemische samenstelling van de lens verandert. De precieze oorzaak van die chemische verandering is in de meeste gevallen niet bekend. De lens is opgebouwd uit een lenskern, omgeven door de lensschors. Hieromheen bevindt zich het lenskapsel. De lensschors bestaat uit cellen die eiwitvezels vormen. Die vezels blijven gedurende het hele leven langzaam aangroeien en vormen de lenskern. Door die levenslange aangroei van lensvezels wordt de lenskern steeds dikker en verliest zo geleidelijk aan haar helderheid. Als hierdoor het zien vermindert, spreekt men van kernstaar. Het dikker en stugger worden van de lens is overigens ook de reden dat men meestal een leesbril moet dragen om dit te compenseren. Een andere vorm van staar is die waarbij de cellen in de lensschors beschadigd raken. De cellen worden dan troebel door het stollen van hun eiwitten. Deze vorm van staar wordt schorsstaar genoemd. Zowel schors- als kernstaar kunnen een vorm van ouderdomsstaar zijn: een normaal verouderingsproces. Staar kan ook ontstaan door een oogontsteking of door een beschadiging van het oog door een ongeval. Verder kan staar het gevolg zijn van erfelijke ziekten, algemene lichamelijke ziekten (bijv. diabetes mellitus) en van chemische beïnvloeding (bijv. gebruik van bepaalde medicijnen). Als laatste kennen we nog het zeldzame aangeboren of congenitaal staar. Deze vorm van staar is aanwezig bij de geboorte en ontstaat nogal eens als gevolg van erfelijke afwijkingen. Verschijnselen Door staar wordt het zien geleidelijk aan slechter. Staar ontwikkelt zich gewoonlijk heel langzaam. Het belangrijkste verschijnsel of symptoom van staar is dat men geleidelijk aan waziger gaat zien. In een vroeg ontwikkelingsstadium van staar kan de gezichtsscherpte nogal wisselen. Soms moet daardoor de sterkte van de bril een aantal keren worden aangepast. Als de vertroebeling van de lens verder toeneemt, heeft veranderen van de brilsterkte geen zin meer. Dubbelzien met één oog komt wel eens voor, maar verdwijnt vaak weer als de staar toeneemt. Staar veroorzaakt nogal eens problemen bij het autorijden in schemer en duisternis. Dit komt door de sterke verstrooiing van het licht van de koplampen van tegemoetkomende auto’s. Mensen met schorsstaar zien meestal het best bij zwakke verlichting, als de pupil enigszins wijd is. Mensen met kernstaar hebben vaak meer licht nodig om nog redelijk te kunnen zien. Soms ontdekken patiënten met kernstaar dat zij weer kunnen lezen zonder bril, terwijl zij voor het zien in de verte nog steeds een bril nodig hebben. Dat komt door de toename van de brekende kracht van de lens. Lichtstralen vanaf korte afstand worden dan goed afgebeeld op het netvlies. Het oog is bijziend geworden. Dit ‘goede zien’ gaat geleidelijk weer verloren als de vertroebeling van de lens (de staar) toeneemt. Behandeling Staar kan alleen door een operatie worden verholpen. Wanneer behandelen? Wie nog goed genoeg ziet om zonder problemen te werken of met hobby’s bezig te zijn, hoeft zich niet te laten behandelen. Een operatie is dan nog niet noodzakelijk. Het is echter wel realistisch om rekening te houden met een staaroperatie in de toekomst. Staar wordt immers nooit minder. Het gezichtsvermogen gaat langzaam maar zeker achteruit. Zodra staar zo hinderlijk wordt dat het dagelijkse leven erdoor verstoord raakt, kan het gezichtsvermogen worden hersteld door een staaroperatie. De operatieve behandeling Bij een staaroperatie wordt de troebele ooglens vervangen door een heldere kunstlens. De soorten kunstlenzen kunt u lezen onder het kopje: ‘soorten kunstlenzen’ in de volgende paragraaf. Velen verkeren in de veronderstelling dat staar tegenwoordig met laser behandeld kan worden. Dit misverstand is ontstaan doordat nastaar - het na een staaroperatie troebel worden van het lenskapsel - met laser behandeld wordt. Het is echter onmogelijk staar te behandelen met behulp van laser. De operatie-technieken zijn de laatste jaren sterk verbeterd. Daardoor verlopen operaties tegenwoordig veel vlotter. De staaroperatie duurt over het algemeen ongeveer 20 minuten. Meestal kan zo’n operatie onder plaatselijke verdoving worden uitgevoerd. De operatie vindt plaats in dagbehandeling. Ter verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Voordat de operatie begint wordt u steriel afgedekt met een doek. Onder deze doek krijgt u frisse lucht om eventuele benauwdheid te voorkomen. Tijdens de operatie wordt uw gezondheidstoestand doorlopend bewaakt; uw hartslag en zuurstofgehalte worden constant gemeten. Verder zorgen de operatie- en/ of anesthesie-assistenten ervoor dat u zich kunt ontspannen en u op uw gemak voelt op het moment dat de operatie begint. Gedurende de operatie wordt er veelal gesproken door de oogarts en het operatiekamerpersoneel. Bovendien produceert de aanwezige operatieapparatuur tal van geluiden. Dit is echter niets om u ongerust over te maken. Na de operatie krijgt u medicijnen in het oog om eventuele ontstekingsreacties tegen te gaan. Daarna krijgt u ter bescherming een oogverband op het geopereerde oog. De meeste patiënten kunnen hun normale activiteiten korte tijd na de operatie hervatten. Soorten kunstlenzen 1. Monofocale lens Een monofocale kunstlens kan - net als de natuurlijke oude lens - maar op 1 afstand scherpzien. Op welke afstand scherp kan worden gezien, hangt af van de sterkte van de kunstlens die in het oog is gezet. Meestal is het doel na een staaroperatie zo goed mogelijk veraf scherp te kunnen zien met een zo weinig mogelijk (of geen) reststerkte in de bril. Voor het lezen moet dan wel een leesbril worden gedragen. U kunt er ook voor kiezen een bril voor veraf op te zetten (minsterkte bril) en dan zonder bril te lezen van dichtbij. Is er sprake van een cylindrische afwijking, dan moet bij het plaatsen van de monofocale lens, na de operatie, zeker een bril worden gedragen om in de verte scherp te kunnen zien. Daarnaast hebt u nog een leescorrectie nodig. 2. Torische monofocale lens Bij een cylinderafwijking kan de afwijking ook operatief worden gecorrigeerd met een torische monofocale lens. De kwaliteit van deze lens is exact dezelfde als de standaard monofocale lens. Alleen zit er een cylindrische correctie in de lens, waardoor er in 60% van de gevallen geen bril voor veraf hoeft te worden gedragen na een operatie. Een leesbril blijft bij deze lens wel nodig. 3. Multifocale lens Met een multifocale lens kan na de operatie zowel veraf als dichtbij scherp worden gezien. Ongeveer 80% van de mensen met een multifocale lens kan na een staaroperatie lezen zonder bril. De overige 20% is wel minder afhankelijk van de leesbril, maar heeft voor de kleinere letters nog een leesbril nodig. Een nog veel kleiner deel (5-10%) heeft (soms) voor veraf toch nog een bril nodig. Slechts een klein deel van de mensen komt in aanmerking voor deze multifocale lenzen. Bij grotere pupillen of juist heel kleine pupillen kan de lens niet het gewenste resultaat hebben. Mensen met grotere pupillen kunnen met een multifocale lens in het oog last hebben van ringen (halo’s) in het beeld en glinsteringen (glare). In het donker zijn de pupillen altijd groter. Daarom wordt een multifocale lens afgeraden bij personen die beroepsmatig veel in het donker autorijden. Ook het contrast zien kan met een multifocale lens iets minder zijn dan met een monofocale lens. Monovisie Bij monovisie wordt 1 oog gebruikt om mee te lezen en 1 oog om in de verte te kijken. Niet iedereen is hiervoor geschikt. Vooral mensen die al vóór de staaroperatie een monovisie systeem, met bijvoorbeeld hun contactlenscorrectie gebruikten, zijn hier geschikt voor. Het grote voordeel is dat in beide ogen de standaard monofocale of torische lens kan worden geplaatst, zonder de nadelen van de multifocale lens (risico op halo’s, glare en contrastvermindering). Na de operatie wordt door verschillende eindsterkten het ene oog een leesoog (minsterkte) en het andere oog een verziend oog (zo weinig mogelijk sterkte). Om met 2 ogen tegelijk goed te kunnen zien, mag het verschil tussen de 2 ogen niet te groot zijn. Voor het lezen van de echt kleine lettertjes moet daarom bij dit monovisie systeem vaak nog wel een lichte leesbril worden gedragen. Kosten De torische monofocale en multifocale lens zijn duurder dan de standaard monofocale lens. De monofocale lens wordt door uw zorgverzekeraar vergoed, omdat dit wordt beschouwd als medisch noodzakelijke zorg. Het plaatsten van een torische of multifocale lens wordt gezien als luxe niet medisch noodzakelijke zorg en wordt daarom in principe niet vergoed door de zorgverzekeraar. Indien u kiest voor een torische of multifocale lens worden de meerkosten ten opzichte van de standaard monofocale lens aan u in rekening gebracht. Lenskeuze Standaard wordt een monofocale lens gebruikt. De oogarts zal u informeren als u voor een torische of multifocale lens in aanmerking komt. De operatietechniek Vroeger werd bij een staaroperatie de gehele lens verwijderd, inclusief het lenszakje. Het was dan niet erg gemakkelijk om een kunstlens te plaatsen, zodat vele aan staar geopereerde mensen na de operatie met een bril met dikke glazen door het leven moesten. Tegenwoordig wordt de kunstlens in het lenszakje geplaatst. Met een kunstlens wordt de natuurlijke situatie van het oog zo dicht mogelijk benaderd. De meest moderne techniek is die van de zogenaamde phaco-emulsificatie. De operatie begint met een klein sneetje in het oog (kleiner dan 3 mm). Dan maakt de oogarts een ronde opening in de voorkant van het lenskapsel (lenszakje). Door deze opening brengt de arts een zuigbuisje dat ultrasoon trilt. De lens wordt verpulvert en weggezogen. Als het lenszakje leeg is, wordt er een kunstlens in geplaatst. Door de speciale manier waarop het sneetje gemaakt wordt, is er veelal geen hechting nodig. Bij 95-99% van de patiënten verloopt de operatie probleemloos. Binnen enkele dagen ziet men aanzienlijk beter. Daarmee behoort de staaroperatie tot de meest succesvolle chirurgische ingrepen die tegenwoordig worden verricht. Samenvatting • Grijze staar (cataract) is een vertroebeling van de ooglens die het zien verstoort. • Door cataract wordt het zien geleidelijk aan slechter. • Cataract kan alleen door een operatie worden verholpen. • 95 tot 99% van de cataractoperaties verloopt succesvol. Vragen Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen of wilt u meer informatie? Belt u dan gerust naar de polikliniek Oogheelkunde in Winterswijk. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 08.30 - 16.30 uur bereikbaar op tel. 0543 54 45 50. Meer informatie over staaroperatie staat in folder “Staar (cataract)”. Geheimhouding en recht op privacy Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen, hebben een geheimhoudingsplicht. Ook hebt u recht op privacy. Uitgebreide informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’, verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënten-informatie in de centrale hal. Ook staat de folder op: www.skbwinterswijk.nl ____________________________________ Foldernummer: oog 496 versie: februari 2017