Tijdvak 9: De tijd van wereldoorlogen

advertisement
Tijdvak 9:
De tijd van wereldoorlogen
Hoofdstuk 12
Paragraaf 12.1
Nazi-Duitsland en het fascisme in
Europa
Kenmerkende aspecten
• Het in praktijk brengen van de totalitaire
ideologieën communisme en fascisme /
nationaalsocialisme
• De rol van moderne propaganda- en
communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie.
19e eeuw: Nationalisme is zeer aanwezig onder
volkeren (naties) in Europa.
Hitler is een ‘kind’ van zijn
1918: Einde WOI: Duitsland ‘verliest’
tijd en beïnvloed door de
gebeurtenissen in zijn leven:
het nationalisme, de
–zorgt voor wraakgevoelens
wraakgevoelens door het
verlies van WOI, het
1919: Verdrag van Versailles
‘dictaat’ van Versailles, het
aanwezige antisemitisme
(en wantrouwen), slechte
economische
omstandigheden
1933: Hitler komt aan de macht met het
nationaal-socialisme
Mein Kampf: boek van Hitler
(in 1924 in de gevangenis
geschreven, hij zit daar
i.v.m. mislukte
staatsgreep)
In dit boek staan zijn
ideeën / idealen/ politiekmaatschappelijke
stroming = uitgangspunt
van zijn latere
alleenheerschappij
Nationaal-Socialisme
Nationaal =
Voor het eigen volk (natie)
Socialisme =
VOLKSGEMEENSCHAP..
Er zijn geen klassen / standen meer
tussen mensen. Een raszuiver volk
waarbij de massa belangrijker is
dan het individu is het uitgangspunt
(EIN VOLK EIN REICH EIN
FUHRER).
Het nationaal-socialisme als politiek-maatschappelijke stroming /
ideologie = radicaal + totalitair
Examenvraag
Gebruik bron in de volgende dia.
Deze redevoering past bij:
• 1 het in praktijk brengen van een totalitaire
ideologie en
• 2 de opvatting van Hitler over een Duitse
Volksgemeinschaft.
Toon dit voor beide aan.
bron
• In 1938 verklaart Adolf Hitler tijdens een toespraak over de Duitse jeugd:
• Deze jongens komen op tienjarige leeftijd bij onze organisatie en krijgen dan
• voor het eerst frisse lucht, en dan, vier jaar later, gaan ze van het Jungvolk
• naar de Hitlerjugend en daar houden we ze voor nog eens vier jaar. En dan zijn
• we nog minder bereid hen terug te geven aan diegenen die klassen- en
• statusbarrières opwerpen en nemen hen liever op in de SA of de SS, in
• NSKK,1) enzovoort. En als ze daar achttien maanden of twee jaar zijn en nog
• altijd geen echte nationaalsocialisten zijn geworden, dan gaan ze naar de
• Arbeitsdienst en worden ze daar zes of zeven maanden bijgewerkt, en dat alles
• onder één enkel symbool, de Duitse spade. En als er na zes of zeven maanden
• nog altijd restanten van klassenbewustzijn of trots op status overgebleven zijn,
• dan zal de Wehrmacht de verdere behandeling voor twee jaar overnemen. En
• als ze dan na twee of vier jaar terugkeren, dan nemen we hen, om te
• voorkomen dat ze in oude gewoonten terugvallen, onmiddellijk op in
Antwoord examenvraag
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
Deze redevoering past bij:
• het in praktijk brengen van een totalitaire ideologie,
omdat uit de bron blijkt dat er een totale controle over de
opvattingen van de jongeren in Duitsland tot stand moet
komen / afwijkende opvattingen/daden moeten worden
gecorrigeerd 1
• de opvatting van Hitler over een Duitse
Volksgemeinschaft, omdat uit de bron naar voren komt
dat Hitler alle klassen- en statusbarrières wil opheffen 1
Fascisme / nationaalsocialisme wat
zijn de overeenkomsten / verschillen?
Fascisme
Nationaal Socialisme
Nationalistisch
Persoonlijkheidsverheerlijking v.d.
leider
Imperialistisch
Totalitair
Militaristisch
Masculien (mannelijk)
Anti-democratisch
Gemengde economie
Anti-’andere ideologieën’
Nationalistisch
Persoonlijkheidsverheerlijking vd
leider
Imperialistisch
Totalitair
Militaristisch
Masculien (mannelijk)
Anti-democratisch
Gemengde economie
Anti-’andere ideologieën’
Racistisch (rassenleer) en met
name antisemitisch
https://www.youtube.com/watch?v=EFAYPqLI
Alo
Fascisme /nationaal-socialisme is
populair in Europa in de jaren ‘20 ‘30
Omdat:
• Vernederende vredesverdragen (It + Du) en
‘verlies’ na WO I
• Angst voor communisme
• Teleurgesteld in democratie
Italië (1926 fascistisch) + Portugal (1928
fascistisch) + Duitsland (1933 nationaal
socialistisch) + Spanje (1936 fascistisch)
Nationaalsocialisme is een totalitaire
ideologie:
• Politiek gebied: alleen de nationaalsocialistische partij is
toegestaan. Politieke tegenstanders worden vervolgd /
opgesloten / gedood.
• Economisch gebied: geleide economie = vrije markt
economie en enkele zaken worden door de staat geleid.
• Cultureel gebied: Rijkscultuurkamer (alle kunstenaars
moeten hierbij zijn aangesloten), propaganda / scholing en
massaorganisaties (Hitlerjugend) zorgen voor
indoctrinatie van de bevolking.
• Sociaal gebied: de staat bepaald de rollen van mensen in
de maatschappij: verheerlijking van soldaten. Vrouwen
zijn ondergeschikt. Enkele groepen (joden, zigeuners
en gehandicapten) hebben geen burgerrechten.
Examenvraag
Zowel het communisme als het fascisme hebben een totalitair karakter.
Leg met een voorbeeld uit een communistisch en een voorbeeld uit een
fascistisch land uit wat dit betekende voor een burger van dat land.
ANTWOORD:
Uit de gekozen voorbeelden moet blijken dat in een totalitaire dictatuur de
heersende ideologie doordringt op alle terreinen van het maatschappelijk
leven om daarover controle uit te oefenen, bijvoorbeeld:
• een Sovjetburger die in een café een grap over Stalin vertelde, kon naar de
Goelag worden gestuurd 1
• in nazi-Duitsland werden alle jeugdverenigingen (behalve de Hitlerjugend)
ontbonden 1
Examenvraag
Vraag 1:
Gebruik bronnen in de volgende dia.
Stel: je ziet bij een bezoek aan Rome deze
mozaïeken en je constateert dat deze mozaïeken
passen bij het fascisme.
Noem drie kenmerken van het fascisme en geef
aan hoe die in de mozaïeken naar voren komen.
Twee mozaiëken op het Foro Italico in Rome, gemaakt na 1936, tijdens het
bewind van de fascistische dictator Mussolini:
Tekst op het eerste mozaïek
“9 mei 14 E.F., Italië heeft
eindelijk haar imperium”
Toelichting
E.F. is de afkorting van “Era
Fascista”. Dit tijdperk begint
met Mussolini’s
machtsovername in 1922. In
1936 verovert Italië Abessinië,
het huidige Ethiopië
in Afrika, om er een kolonie van
te maken.
Onderaan de afbeelding staan
zes fasces (= een bijl met
daaromheen een roede van
berkentakken. Dit was in de
Romeinse tijd een symbool van
macht
Tekst op het tweede mozaïek
“Duce”: de aanspreektitel van Mussolini,
leider
Antwoord examenvraag
In een juist antwoord worden drie juiste kenmerken van het fascisme
aan de mozaïeken ontleend, bijvoorbeeld (drie van de volgende):
• Het verheerlijken van geweld/het militarisme komt naar voren in de
afbeelding van een tank/vliegtuig/geweer.
• Het nationalisme kan verbonden worden aan het teruggrijpen op
het Romeinse verleden door de mozaïeken / de fasces.
• Het agressieve/expansionistische karakter van het fascisme kan
verbonden worden aan de tekst: “Italië heeft eindelijk haar rijk”.
• Het leiderschapsbeginsel/de persoonsverheerlijking van het
fascisme kan verbonden worden aan de titel Duce.
• Het totalitaire karakter blijkt uit de naam Era Fascista waarbij zij
pretenderen bepalend te zijn voor hun tijd. per juist aan een
mozaïek ontleend kenmerk van het fascisme 1
Examenvraag
Vraag 2
Gebruik dezelfde bron
Uit deze foto blijkt dat de Italiaanse fascisten
een nieuwe tijdrekening invoeren,de Era
Fascista.
Leg uit wat zij daarmee willen laten zien.
Antwoord examenvraag
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De fascisten willen laten zien dat de
fascistische machtsovername een zo’n
belangrijke/grote verandering in de
geschiedenis van Italië is, dat een nieuw
tijdperk is aangebroken.
Download