Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg

advertisement
Instituut voor Natuurbehoud - Kliniekstraat 25 - 1070 Brussel - België
Tel : +32 2-558 18 11 - Fax : +32 2 558 18 05
www.instnat.be - [email protected]
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap
Evolutie van het plantenbestand
in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in
Limburg
Robert Berten en Lily Gora
instituut
voor
Wijze van citeren :
Berten R., & Gora L., 2002. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg. Rode Lijst van planten
en plantengemeenschappen in Limburg.
Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2002.02. Brussel
Het Instituut voor Natuurbehoud
Het Instituut voor Natuurbehoud (IN) is een wetenschappelijke instelling van de
Vlaamse Gemeenschap; het telt momenteel een 100-tal medewerkers.
Het werd op 1 maart 1986 operationeel met als algemene taakstelling: “alle passende wetenschappelijke studies, onderzoeken en werkzaamheden uit te voeren in
verband met het natuurbehoud, inzonderheid met het oog op het uitwerken van actiemiddelen en wetenschappelijke criteria tot het voeren van een beleid inzake natuurbehoud; hiertoe verzamelt het alle nuttige documentatie, onderneemt het de nodige
studies en onderzoekingen, richt enquêtes in en zorgt voor de overdracht van de verworven kennis aan de bevoegde overheden...”
Ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap
Colofon
Auteurs:
Robert Berten en Lily Gora
Voorpagina:
De Drijvende waterwegbree is in Europa erkend als bedreigde soort. Foto: Lily Gora
Verantwoordelijke uitgever:
Eckhart Kuijken
Algemeen directeur van het Instituut voor Natuurbehoud
Opmaak en druk:
Katrien Van den Broeck, Helen Blow - Instituut voor Natuurbehoud
Drukkerij van de Vlaamse Gemeenschap, departement LIN
D/2002/3241/153
ISBN 90-403-0151-4
NUR 941
Kostprijs : 8 euro (plus 5 euro verzendingskosten voor 1 tot 5 exemplaren)
Hoe bestellen?
Door een storting te doen op rekening 091-2226013-86 op naam van het Eigen Vermogen van het Instiuut voor
Natuurbehoud met vermelding van ‘Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg, IN.R.2002.02’.
Gelieve tegelijkertijd een briefje of mail te sturen t.a.v. Helen Blow, Instituut voor Natuurbehoud, Kliniekstraat
25, 1070 Brussel ([email protected]). Na ontvangst van uw betaling sturen wij u het rapport op, tesamen
met een factuur waarop de vermelding ‘betaald’ staat.
© 2002, Instituut voor Natuurbehoud, Brussel
2e druk
gedrukt op gerecycleerd, chloorvrij papier.
Robert Berten
Instituut voor Natuurbehoud
Kliniekstraat 25, B-1070 Brussel
e-mail: [email protected]
website:www.instnat.be
tel: 02-558 18 11
fax: 02-558 18 05
Lily Gora
Voorzitter van de Limburgse Plantenwerkgroep
Correspondentieadres:
Het Groene Huis - Provinciaal domein Bokrijk
3600 Genk
tel: 011-26 54 62
fax: 011-26 54 55
e-mail: [email protected]
website: www.limburg.be/likona
Het onderzoek heeft vooral betrekking op de diverse aspecten van de biodiversiteit, meer bepaald de inventarisatie, monitoring en ecologie van planten- en
diersoorten, populaties en levensgemeenschappen in relatie tot hun omgeving. In het
landschapsecologisch onderzoek gaat de aandacht vooral naar ecohydrologie, habitatfragmentatie en ecosysteemprocessen. De wetenschappelijke kennis ligt aan de
basis van referentiekaders (zoals Rode Lijsten van diverse taxonomische groepen),
karteringen van het natuurlijk milieu (zoals de Biologische waarderingskaart, BWK) en
gebiedsgerichte acties inzake natuurontwikkeling, -herstel en -beheer. Dit beoogt het
beleidsmatig inpassen van ruimtelijke en kwalitatieve noden van natuurbehoud in
landinrichting, ruimtelijke planning, integraal waterbeheer en milieubeheer.
Toepassingen liggen o.m. in de sfeer van het afbakenen van ecologische netwerken
en gebieden van internationale betekenis en soortbeschermingsplannen.
Het Instituut is betrokken bij verschillende regionale, nationale en internationale onderzoeksprogramma’s en netwerken. Daarnaast is er nauwe samenwerking met universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland.
Adviesverlening is een belangrijke taak van het Instituut. Deze gebeurt zowel ten
behoeve van het Kabinet van de bevoegde Minister, de Vlaamse Hoge Raad voor
Natuurbehoud , de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, AMINAL, AHROM en
andere entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap.
In opdracht van derden kunnen via het Eigen Vermogen specifieke studies,
karteringen en expertises worden uitgevoerd, waarvoor tijdelijke contractuele medewerkers kunnen worden aangetrokken.
Het Instituut voor Natuurbehoud publiceert rapporten en mededelingen in een
eigen reeks. De bibliotheek biedt een ruim aanbod van tijdschriften en referentiewerken inzake milieu en natuur. Daarnaast biedt het Instituut diverse informatie aan
via internet.
Algemeen Directeur: Prof. Dr. Eckhart Kuijken.
Evolutie van het plantenbestand
in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en
plantengemeenschappen in Limburg
Robert Berten & Lily Gora
April 2002
Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2002.02
Instituut voor
Natuurbehoud
Voorwoord
VOORWOORD
Enkele tientallen jaren geleden reeds waren de plantenliefhebbers in Limburg druk doende met het
inventariseren van de vegetaties van zoveel mogelijk groeiplaatsen. De sterke achteruitgang van de
Limburgse flora was voor kenners duidelijk en men vond het hoogst noodzakelijk om de toestand in
kaart te brengen wilde men aan die achteruitgang een halt te kunnen toeroepen. Van dat onderzoek
had Bert Berten de leiding. Hij opereerde toen vanuit Lisec met de steun van het provinciebestuur. De
inventariseerders verzamelden zich in de Limburgse Plantenwerkgroep. Bij de oprichting in 1990 van
LIKONA, de Limburgse Koepel voor Natuurstudie, werd resoluut gekozen om alle verzamelde
gegevens te gebruiken voor het maken van een verspreidingsatlas van alle Limburgse hogere planten.
Alle vrijwilligers werden ingezet om onvoldoende onderzochte gebieden te inventariseren en alle
gegevens werden gebundeld en zo verscheen in 1993 de “Limburgse Plantenatlas” van Bert Berten.
Dit was een primeur: de eerste regionale verspreidingsatlas op kilometerschaal uitgegeven door
LIKONA. De gegevens worden sindsdien veelvuldig gebruikt in allerhande publicaties, studies,
rapporten, beheersplannen enz.
Ondertussen heeft de Limburgse Plantenwerkgroep niet stil gezeten. Vele vrijwilligers vulden de atlas
aan en actualiseerden de verspreidingsgegevens.
Bovendien werden de gegevens verder wetenschappelijk verwerkt. Enerzijds werd met de hulp van
diverse soortencombinaties meer abstracte plantengemeenschappen samengesteld. Anderzijds stelde
men aan de hand van de verspreiding en de trends van de soorten een zogenaamde Rode Lijst
samen. Deze lijst brengt de soorten onder in verschillende categorieën van bedreiging van zeldzame
tot uitgestorven soorten toe. Deze wetenschappelijke analyses worden in voorliggend werk
gepubliceerd door Bert Berten, medewerker IN, en Lily Gora, de huidige voorzitter van de Limburgse
Plantenwerkgroep. De publicatie wordt uitgegeven door het Instituut voor Natuurbehoud in de reeks
van Rode Lijsten over diverse taxonomische groepen. Dit boek is ook weer een primeur: het is de
eerste Provinciale Rode Lijst in Vlaanderen.
Het voorgaande illustreert goed hoe alle beschikbare krachten gecoördineerd kunnen worden en
ingezet voor het natuurbehoud. Vrijwilligers verzamelen essentiële basisgegevens, het
Provinciebestuur via LIKONA ondersteunt en stuurt deze inventarisatiefase. Door de uitgave van de
atlas in haar reeks van provinciale verspreidingsatlassen zorgt LIKONA voor het ter beschikking stellen
van de verzamelde informatie. Het Instituut voor Natuurbehoud staat in voor een verder doorgedreven
wetenschappelijke analyse van de databanken en de uitgave van deze Rode Lijst in de eigen
publicatiereeks. Zo kan deze informatie doorstromen naar
zowel de vele vrijwilligers en
natuurbeschermers als de wetenschappelijke wereld en het beleid.
Met deze publicatie willen het Instituut voor Natuurbehoud en de provincie Limburg een krachtdadig
natuurbeleid in de eigen provincie en in Vlaanderen ondersteunen en stimuleren.
prof. Eckhart Kuijken
Algemeen directeur
Instituut voor Natuurbehoud
Frank Smeets
Voorzitter LIKONA
Gedeputeerde Leefmilieu Provincie Limburg
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Dankwoord
DANKWOORD
Bij het samenstellen van deze Rode Lijst kon ik rekenen op de steun van mijn
collega’s Dirk MAES, Wouter VAN LANDUYT en Carine WILS van het Instituut voor
Natuurbehoud.
De tekst werd nagelezen en gecorrigeerd door volgende deskundige natuurkenners:
Jan GABRIELS, Paul VAN DEN BREMT en Leo VANHECKE.
Robert Berten
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Samenvatting
SAMENVATTING
Natuurliefhebbers hebben reeds lang opgemerkt dat in een groot aantal biotopen de diversiteit van
zowel de flora als de fauna significant is afgenomen. Gevoelige soorten verdwijnen het eerst. Andere
houden plaatselijk stand, maar hun areaal verkleint. Floristen, die gedurende jaren inventariseren,
weten welke soorten zijn verdwenen en welke vegetaties in waarde zijn afgenomen en kunnen dus een
vergelijking maken tussen de toestand vroeger en nu.
Vanaf de jaren ’80 verschijnen er lijsten waarin de negatieve evolutie van het planten- en van het
dierenbestand wordt behandeld. Het zijn de zogenaamde Rode Lijsten. Er bestaan verschillende
manieren om zo’n Rode Lijst te berekenen. De methode, die in hoofdstuk 2 wordt besproken, is
dezelfde als die op het Instituut voor Natuurbehoud werd aangewend voor het opstellen voor Rode
Lijsten van de loopkevers (DESENDER 1995), de libellen (DE KNIJF 1997) en de vlinders (MAES 1996).
In deze publicatie wordt de evolutie van de hogere planten en van de plantengemeenschappen in
Limburg gegeven. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de cijfergegevens uit de Limburgse
Plantenatlas (BERTEN 1993). Van elke plantensoort werd in deze verspreidingsatlas het voorkomen
per kilometerhok in de periode 1940-1970 en de periode 1970-1992 met elkaar vergeleken. De
evolutie van het voorkomen, dus de toename of de afname, van elke plant wordt vertaald naar een
bepaalde categorie, zoals bedreigd, zeldzaam, kwetsbaar, enzovoort. Zo krijgt men een
mathematische lijst, die de actuele bedreigingsgraad van alle plantensoorten illustreert, de
zogenaamde Rode Lijst. In bijlage 1 wordt de volledige, alfabetisch (op wetenschappelijke naam)
gerangschikte lijst van alle soorten die ooit in Limburg zijn aangetroffen met vermelding van de RodeLijstcategorie waartoe deze soort behoort.
Plantensoorten zijn typisch voor bepaalde plantengemeenschappen. Het al dan niet bedreigd zijn van
een plantensoort hangt nauw samen met het al dan niet bedreigd zijn van de plantengemeenschap. In
hoofdstuk 3 worden alle Rode-Lijstsoorten in een ruimer kader gesitueerd, namelijk de socioecologische groepen waartoe ze behoren. De planten worden er – in tabellen - per groep gerangschikt
volgens hun Nederlandse naam met vermelding van het aantal hokken in de twee
onderzoeksperioden, het inheems zijn of niet, de zeldzaamheidsgraad, de bedreigingsgraad, enz.
Naast de beschrijving van de situatie van deze socio-ecologische groepen in Limburg, wordt er per
Rode-Lijstcategorie een opsomming gegeven van soorten. Aan de lang of meer recent verdwenen
soorten én de nieuwe vondsten en adventieven wordt een apart hoofdstuk besteed.
De evolutie van het plantenbestand wordt meer in detail behandeld in hoofdstuk 5. Hieruit blijkt dat de
meest bedreigde plantengemeenschappen die van voedselarme situaties (heiden, laagveen,),
kalkhoudende gronden en (voedselarme) waters zijn.
Het botanisch belang van Limburg blijkt wanneer het voorkomen van Rode-Lijstsoorten wordt
vergeleken met de situatie in Vlaanderen. Van de 1279 soorten hogere planten, behorend tot de “wilde
flora” van Vlaanderen, is 6% uitgestorven, 29% min of meer bedreigd en 15 % zeldzaam. In Limburg
zijn er heel wat gebieden waar een opvallend groot aantal Rode-Lijstsoorten voorkomen, het zijn
“hotspots” wat betreft Rode-Lijstsoorten. Verder ligt maar liefst 35 % van de totale oppervlakte van de
speciale beschermingszones (SBZ-H), die in het kader van de EU-Habitatrichtlijn zijn afgebakend, in
Limburg. Deze SBZ-H herbergen het grootste deel van de besproken Rode-Lijst-soorten.
De bescherming, het beheer en de ontwikkeling van deze in Limburg voorkomende SBZ-H, met de
voorkomende habitats en –soorten speelt een essentiële rol bij de bescherming van onze RodeLijstsoorten.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Summary
SUMMARY
Naturelovers have long noticed that in a large number of biotopes the diversity of the flora and fauna
has been significantly reduced. Sensitive sorts dissappear first. Some sorts manage to survive locally,
but their area has diminished. Florists, who have been inventorising for years, know which sorts have
dissappeared and which vegetations have lost value, and they kan compare the situation of the past
with the present.
From the eighties on, lists have been published showing the negative evolution of the plant and animal
populations. These are the so called Red Lists. There are various methods for calculating such a Red
List. The method used here, which is discussed in chapter 2, is the same as that used at the Institute
of Nature Conservation, for the drawing up of the Red Lists of the ground beetles (DESENDER 1995),
the dragon flies (DE KNIJF 1997) and the butterflies (MAES 1996).
In this publication the evolution of higher plants and the plant biotopes in Limburg is detailed. The
figures used come trom the ‘Limburgse Plantenatlas’ (BERTEN 1993). For each plant sort in this
distribution atlas the incidence per square kilometer for the period 1940-1970 and the period 19701992 are compared. This gives us a mathematical list, which illustrates the degree of endangeredness
for all plants, the so called Red List. In appendix 1 the complete, alphabetically sorted (by latin name)
list of the sorts which once thrived in Limburg has been given, mentioning the Red List category the
sort belongs to.
Plantsorts are typical for certain biotopes. Whether or not a sort is endangered is closely linked to the
endangeredness of the biotope. In chapter 3 all Red List sorts are situated in a larger framework,
namely the socio-ecological groups they belong to. The plants are organised into groups, in tables,
according to their Dutch name whereby the number of squares are mentioned in the two research
periods, whether or not they are local or not, how rare they are, how threatened, and so on.
It is also indicated which sorts have disappeared and when. The new findings of national sorts and
adventives are discussed at length.
The evolution of the plants and the results are discussed in more detail in chapter 5. This shows how
the most severely threated biotopes are those poor ones (heather, peat moor, ...), chalckholding
ground and nutrient poor water.
The botanical importance of Limburg is clear when the incidence of Red List sorts is compared with the
Flemish situation. Of the 1279 sorts higher plants which belong to the ‘wild flora’ of Flanders, has died
out with 6%, 29% are more or less threatened and 15% are rare. In Limburg many areas have a
remarkably high incidence of Red List sorts when compared with the situation for Flanders as a whole.
Indeed, Limburg numbers many ‘hotspots’ of Red List sorts. In addition about 35% of the total area is
designated a special protection zone (SBZ-H), as part of the EU Habitat guidelines. These SBZ-H’s
contain the bulk of the Red List sorts discussed.
The protection, the maintenance and the development of these SBZ-H sorts in Limburg, with the
habitats and sorts involved, plays an essential role in the protection of our Red List sorts in general.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1. Algemene inleiding.........................................................................................................1
1.1 De evolutie van het plantenbestand................................................................................1
1.2 De opmaak van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg ......................................3
1.3 Bescherming van hogere planten in Vlaanderen en soorten van internationaal belang ..4
1.4 Nut van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg ..................................................4
2. Gegevensverwerking .....................................................................................................7
2.1 Herkomst van de gegevens ............................................................................................7
2.1.1 Eerste onderzoeksperiode: 1940-1970..................................................................7
2.1.2 Tweede onderzoeksperiode: 1970-1992 ...............................................................8
2.1.3 Sinds 1993 tot en met 2000 ..................................................................................9
2.1.4 De grootte van het studiegebied ...........................................................................9
2.2 Verwerking van de gegevens per taxon..........................................................................9
2.2.1 Wetenschappelijke en Nederlandse naam ............................................................9
2.2.2 Indicatie van de status van het taxon ....................................................................9
2.2.3 Aantal kilometerhokken in de twee onderzoeksperioden.....................................10
2.2.4 Zeldzaamheidsklasse..........................................................................................10
2.2.5 Rode-Lijstcategorieën: berekening en tabel ........................................................10
2.2.6 Rode-Lijstcategorieën .........................................................................................12
2.2.7 Socio - ecologische groepen ...............................................................................13
2.2.8 Data van de laatste vondst van uitgestorven taxa en van de eerste vondst van
nieuwe taxa..................................................................................................................15
2.2.9 Bedreigingsgraad ................................................................................................15
2.2.10 Ingevoerde soorten in Vlaanderen ....................................................................15
2.3 Wijze van bespreking van de Rode-Lijstsoorten en de socio-ecologische groepen ......15
3. Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg...............................21
3.1 Pioniers van plaatsen, die sterk door de mens gestoord zijn ........................................21
3.2 Planten van zoute milieus.............................................................................................35
3.3 Planten van zoete waters en oevers .............................................................................38
3.4 Planten van matig bemeste weilanden .........................................................................55
3.5 Planten van droge graslanden, muren en rotsen ..........................................................60
3.6 Planten van heiden, vennen en zuur laagveen .............................................................69
3.7 Planten van kalkmoerassen..........................................................................................74
3.8 Planten van kaalslagen, zomen en struwelen ...............................................................76
3.9 Bosplanten ...................................................................................................................86
3.10 Het aantal uitgestorven, bedreigde en nieuwe soorten ...............................................94
4. Verdwenen en nieuwe soorten in limburg ..................................................................95
4.1 Verdwenen soorten ......................................................................................................95
4.1.1 Verdwenen vóór 1900 .........................................................................................95
4.1.2 Verdwenen vóór 1970 (de tweede onderzoeksperiode) ......................................96
4.1.3 Verdwenen na 1970 ............................................................................................98
4.2 Nieuwe soorten.............................................................................................................99
4.2.1 Nieuwe inheemse soorten...................................................................................99
4.2.2 Nieuwe exoten (neofyten) .................................................................................104
5. Evolutie van het plantenbestand in Limburg ...........................................................109
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Inhoudsopgave
5.1 Samengevatte resultaten. Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in
Limburg ............................................................................................................................109
5.2 Conclusies..................................................................................................................113
5.2.1 Meest kwetsbare en bedreigde plantengemeenschappen- en hun bedreiging ..113
5.2.2 Voorkomen in Limburg – en mogelijke beschermingsmaatregelen....................114
5.2.3 Te beschermen gebieden in Limburg ................................................................118
6. Nabeschouwingen......................................................................................................119
6.1 Botanische kwaliteit van Limburg in een Vlaams perspectief ......................................119
6.2 Botanische kwaliteit van Limburg in het NATURA2000 perspectief ............................128
6.3 Aanbevelingen met betrekking tot behoud en bescherming van Rode-Lijst- soorten ..130
LITERATUURLIJST.........................................................................................................135
BIJLAGEN .......................................................................................................................137
Algemene inleiding
1. ALGEMENE INLEIDING
1.1 De evolutie van het plantenbestand
De mens heeft sinds zijn aanwezigheid in onze streken het landschap constant gewijzigd. Hij heeft
grote delen van de vegetatie omgehakt, gemaaid, laten begrazen, geplagd, afgebrand en heeft
ingezaaid en aangeplant. Dit resulteerde in een gevarieerd landschap met bossen, heiden, hooi- en
weilanden, kleine landschapselementen, hoogstamboomgaarden, vijvers, steenkoolstorten en
dergelijke meer. Overal werd wat anders gedaan, maar het gebruik van een bepaald gebied bleef
meestal jarenlang stabiel: hooilanden bleven hooilanden, maar de percelen ernaast waren turfputten,
viskweekvijvers of graasweiden.
ste
Echter, in de loop van de 20 eeuw werd het bodemgebruik praktisch overal gewijzigd. Daar waar in
de eeuwen daarvoor het land zeer kleinschalig werd gebruikt en de landbouw in grote mate het
ste
bodemgebruik bepaalde, ontstond vooral in de tweede helft van de 20 eeuw een heel ander
landschap. Schaalvergroting en productieverhoging in de landbouwsector lagen aan de basis van een
complete verandering van het plantenkleed. Ook de aangroei van de bevolking met uitbreiding van de
wooncentra, het aanleggen van zeer veel wegen, de uitbreiding van de industrie, de groei van
recreatieverblijven de ontginningen van zand en grind, brachten met zich mee dat de vegetatie grondig
werd gewijzigd of zelfs compleet verdween.
Enkel in de gebieden, die grotendeels onaangeroerd bleven, is er nog wat van de typische flora en
fauna overgebleven. Veel van deze gebieden werden aangeduid als bos- of natuurreservaat. Hoewel
door deze bescherming en het gevoerde beheer heel wat soorten behouden zijn, zijn er typische
soorten gewoonweg verdwenen. In de landbouwgebieden hebben bijzondere soorten zich kunnen
handhaven op voor de landbouw marginale gronden: dit zijn té voedselarme, té natte, té steile of op
andere manieren weinig toegankelijke percelen. Versnipperd in het landbouwgebied vindt men nog
hooilanden of weilanden die op de klassieke manier worden beheerd. Doordat ze aan de
landbouwintensivering zijn ontsnapt, vindt men er een aantal van de oorspronkelijke soorten. Deze
relicten wijzen op een vergane glorie.
Naast het gewijzigd grondgebruik heeft ook de algemene verslechtering van de milieukwaliteit een
belangrijke invloed op fauna en flora. Door verzuring, vermesting en verdroging is tal van kritische
soorten verdwenen.
Natuurliefhebbers hebben reeds lang opgemerkt dat in een groot aantal biotopen de diversiteit van
zowel de flora als de fauna significant is afgenomen. Gevoelige soorten verdwijnen het eerst.
Anderen houden plaatselijk stand, maar hun areaal verkleint. Floristen, die gedurende vele jaren
inventariseren, weten welke soorten zijn verdwenen en welke vegetaties in waarde zijn af genomen en
kunnen dus een vergelijking maken tussen de toestand vroeger en nu.
de
Om een beeld te krijgen van de oorspronkelijke vegetatie kan men oude flora’s van de 19 en het
ste
begin van de 20 eeuw raadplegen. DE W ILDEMAN & DURAND (1898-1907) vermelden de verspreiding
de
van alle plantensoorten (zowel wieren als hogere planten) in België in de 19 eeuw. Uit hun werk blijkt
dat soorten, die men nu ver buiten de grenzen moet gaan zoeken, nog in België te vinden waren.
Planten, zoals Rozenkransje en Valkruid, die vroeger zowel in de (Limburgse) Kempen als in de
Ardennen groeiden, neemt men nu enkel nog ten zuiden van de Maas waar.
ste
In de tweede helft van de 20 eeuw gaat de vegetatie sterk achteruit. DELVOSALLE et al. (1969)
wezen er op dat de plantensoorten die vroeger meer algemeen waren zeldzamer worden en ze stelden
vast dat heel wat soorten bedreigd en zelfs verdwenen zijn. Enkele jaren later (in 1972 en 1979)
geven de Atlassen van de Belgische en Luxemburgse flora (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE) op
verspreidingskaarten weer waar de verschillende plantensoorten in de periode 1940-1970 zijn
waargenomen. Uit de kaarten blijkt dat een groot aantal kritische soorten ondertussen zijn verdwenen.
Meer recente atlassen en publicaties behandelen ook de oorzaken van achteruitgang en verdwijnen
van de planten (MENNEMA et al. 1980; VANHECKE 1986).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
1
Algemene inleiding
Een grondige wijziging van het landschap wordt geïllustreerd door bijgaande foto’s. De eerste dateert
van 1904 (J. MASSART). Op dezelfde plaats realiseerde 76 jaar later G. CHARLIER de tweede foto.
De Hoeverbergenduinen te Lommel
Foto: J. MASSART 1904
Foto: G. CHARLIER & L. VANHECKE 1980
2
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Algemene inleiding
De landduinen en de droge heide waren vroeger de normale landschappen in de Kempen.
Door de komst van de steenkoolmijnen was er een stijgende vraag naar mijnhout (stuthout). In
de loop van de twintigste eeuw werden daarom grote delen van de Kempen met Grove den (en
later met Zwarte den) bebost.
Het uitzicht van het oorspronkelijke landschap en het reliëf verdwenen zo op zeer veel
plaatsen.
Uit: Landschappen in Vlaanderen. Vroeger en nu. (Nationale Plantentuin 1981).
1.2 De opmaak van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg
Vanaf de jaren ’80 verschijnen er lijsten waarin de negatieve evolutie van het planten- en van het
dierenbestand wordt behandeld. Het zijn de zogenaamde Rode Lijsten. Voorbeelden daarvan zijn: de
hogere planten van Nederlands Limburg (CORTENRAAD & MULDER 1989), de hogere planten van
Belgisch Limburg (BERTEN 1993), Loopkevers (DESENDER et al. 1995), Dagvlinders (MAES et al. 1996),
Libellen (DE KNIJF et al. 1997), enz.
In de voorliggende publicatie wordt de evolutie van de hogere planten en van de
plantengemeenschappen in Limburg gegeven. Hiervoor werd gebruikgemaakt van de cijfergegevens
uit de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). Van elke plantensoort werd in deze verspreidingsatlas
1
het voorkomen per kilometerhok in de periode 1940-1970 en de periode 1970-1992 met elkaar
vergeleken. De evolutie van het voorkomen, dus de toename of de afname, van elke plant wordt
vertaald naar een bepaalde categorie, zoals bedreigd, zeldzaam, algemeen, enzovoort. Zo krijgt men
een mathematische lijst, die de vooruit- of de achteruitgang van alle plantensoorten illustreert, de
zogenaamde Rode Lijst (§ 2.2.5).
Een Rode Lijst moet met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. De resultaten moeten met
kennis van alle achtergrondinformatie worden genuanceerd. Bij het lezen van deze Rode Lijst moet
men onthouden dat:
•
hoewel de gegevens uit de diverse onderzoeksperiodes zonder meer vergelijkbaar zijn, moet men
rekening houden met het feit dat het aantal beschreven soorten in de recente Belgische Flora’s
enorm is toegenomen. Er is een groot verschil tussen het aantal taxa (zowel soorten als
ondersoorten) beschreven in MAC LEOD (1953) en deze van LAMBINON (1998). Bepaalde soorten of
ondergeslachten werden ondertussen opgesplitst, zoals: Taraxacum (Paardebloem), Nasturtium
(Waterkers), Centaurea (Centaurie, Knoopkruid), Rubus (Braam) en Dactylorhiza
(Handekenskruid, Orchis). De vergelijking van de resultaten is voor de planten van deze groepen
dus niet altijd betrouwbaar.
•
bepaalde Rode-Lijstcategorieën van de (zeer) zeldzame soorten zoals bedreigd, kwetsbaar en
zeldzaam een vertekend beeld van de werkelijkheid kunnen geven. Deze planten komen uiteraard
zeer weinig voor (maximum 13 hokken = hoogste zeldzaamheidsklasse), maar sommige van deze
groep zijn altijd zeldzaam geweest, omdat hun biotoop zelf slechts op enkele plaatsen
voorkomt. Hun aantal neemt daar niet noodzakelijk af. Procentueel gaan deze soorten ook
achteruit, omdat in de tweede onderzoeksperiode meer kilometerhokken werden geïnventariseerd
werden. Zulke planten zijn in feite wel zeldzaam, maar in wezen niet bedreigd. Anderzijds zijn er
natuurlijk de taxa die wel zeer zeldzaam zijn, omdat ze inderdaad sterk zijn achteruitgegaan.
•
de evolutie van het plantenbestand wordt besproken per socio-ecologische groep.
De
samenstelling van socio-ecologische groepen wordt onder andere beschreven door STIEPERAERE
et. al. (1982). Elke plant wordt aan één groep toegewezen. Deze indeling heeft zijn voor- en
nadelen. De soorten worden gegroepeerd in plantengemeenschappen en in die classificatie
besproken. Het nadeel van zo een indeling is dat een groot aantal soorten een veel bredere
ecologische amplitude kennen en zo gerangschikt kunnen worden in meerdere
plantengemeenschappen. De planten die een grote amplitude hebben en zo een verkeerd beeld
kunnen geven van de realiteit, worden verder becommentarieerd bij de bespreking van de
resultaten.
1
Kilometerhokken: een raster van vierkanten op een topografische kaart waarvan elke zijde 1 km lang is. Een
kilometerhok is dus 1 km².
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3
Algemene inleiding
Bovengenoemde problemen en bijzonderheden worden, indien relevant, besproken in de paragraaf
‘bespreking’ bij elke socio-ecologische groep.
1.3 Bescherming van hogere planten in Vlaanderen en soorten van internationaal
belang
Naast de algemene maatregelen betreffende de basismilieukwaliteit en het gebiedsgericht
2
natuurbeleid omvat het Natuurdecreet enkele aanvullende maatregelen onder andere voor de
bescherming van soorten. Hoofdstuk IV van het Natuurdecreet, dat handelt over de bescherming van
plant- en diersoorten, is echter uiterst summier. Wat betreft plantensoorten wordt er gesproken over
algemene en bijzondere soortbescherming (met de mogelijkheid om hiervoor subsidies te verlenen) en
een verbod op het introduceren van plantensoorten.
Het decreet bepaalt niet welke organismen in aanmerking komen voor soortbescherming. Voorlopig is
het Koninklijk Besluit van 1976 houdende maatregelen ter bescherming van bepaalde in het wild
groeiende plantensoorten, dat werd genomen ter uitvoering van de Natuurbehoudswet van 1973, nog
steeds van toepassing. Dit besluit regelt de bescherming van alle in België inheemse soorten van
volgende families: de orchideeën (Orchidaceae), de waterlelies (Nymphaeaceae) en de wolfsklauwen
(Lycopodiaceae), én de genussen Roos (Rosa) - behalve Akkerroos (Rosa arvensis) en Hondsroos
(Rosa canina) - en Zeekraal (Salicornia). In totaal zijn 79 soorten wettelijk beschermd. Alle
beschermde planten staan opgesomd in de bijlagen A, B en C van dit besluit. Deze Belgische lijst is
aangepast in 1993 (COSYNS et al. 1994). De beschermingsmaatregelen zijn verschillend: de planten in
bijlage A (38 soorten) zijn integraal beschermd, de planten in bijlage B (36 soorten) worden beschermd
voor wat hun ondergrondse delen betreft en de planten in bijlage C (5 soorten) tenslotte mogen niet
worden uitgetrokken of geoogst in de natuur, vervoerd of uitgevoerd, indien dit gebeurt voor handelsen industriële doeleinden.
3
Op 23 juli 1998 werd door de Vlaamse Regering het besluit goedgekeurd waarin de voorwaarden
werden bepaald voor de wijziging van bepaalde vegetaties en kleine landschapselementen. Sinds dit
besluit geldt er (afhankelijk van de gewestplanbestemming en de ligging in een richtlijngebied of een
ander beschermd gebied) een verbod op of een vergunningsplicht voor het wijzigen van een aantal
bijzondere vegetaties zoals heiden, vennen, moerassen en waterrijke gebieden, duinvegetaties,
historisch permanente graslanden en poelen. Op deze wijze hebben de eventueel voorkomende RodeLijstsoorten binnen deze gewestplanbestemmingen een bepaalde bescherming, als tenminste de
vergunningsaanvraag een ongunstig advies krijgt.
4
De soorten vermeld in bijlage I van de Conventie van Bern , die voorkomen in Vlaanderen zijn
integraal beschermd. Dit zijn: Kruipend moerasscherm (Apium repens), Drijvende waterweegbree
(Luronium natans) en Groenknolorchis (Liparis loeselli). De soorten in bijlage II van de EU5
Habitatrichtlijn , waarvoor Vlaanderen Speciale Beschermingszones moet afbakenen, zijn voor
Vlaanderen dezelfde soorten als deze in bijlage I van de Conventie van Bern.
1.4 Nut van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg
Het doel en het algemeen gebruik van Rode Lijsten werden door BLAB et al. (1984) in de volgende tien
punten beschreven. Deze kunnen ook in Vlaanderen gebruikt worden.
1. om de bedreigingen van hogere planten aan “het publiek” en in het bijzonder aan de bevoegde
gewestelijke, provinciale, gemeentelijke overheden en internationale instanties bekend te maken;
2. om gebieden waar bedreigde hogere planten voorkomen doeltreffend te beschermen, omdat enkel
een duurzaam behoud en beheer van geschikte leefgebieden het voortbestaan van bedreigde
hogere planten in Vlaanderen op lange termijn kan waarborgen (behoud van de biodiversiteit in
Vlaanderen);
3. als hulpmiddel bij het voorstellen van prioritair te beschermen gebieden en ter verdediging tegen
ingrepen in natuurgebieden;
4. als hulpmiddel bij het inrichten en beheren van landschappen ten gunste van hogere planten;
2
Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (B.S. 10 januari 1998)
Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het
decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. (B.S.). Deze werd verklaard
in een omzendbrief LNW 98/01 van 10 november 1998.
4
Het verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa dat door de Wet
van 20 april 1989 werd goedgekeurd.
5
EU-richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna.
3
4
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Algemene inleiding
5. als hulpmiddel voor het opstellen en uitvoeren van beheers- en beschermingsmaatregelen voor
populaties van bedreigde hogere planten;
6. om onderzoeksprogramma’s voor populaties van zeldzame hogere planten voor te bereiden en te
formuleren;
7. om een nauwkeurige (vnl. ecologische) basis te verschaffen voor het opstellen van een
soortenbeschermingsplan voor hogere planten;
8. om onderzoekers aan te sporen actief deel te nemen aan het oplossen van vragen in verband met
de overlevingskansen van bedreigde planten en dieren;
9. om scholen, hogescholen en universiteiten uit te nodigen om meer aandacht te besteden aan de
oorzaken van de bedreigingen van hogere planten;
10. als Vlaamse bijdrage voor het samenstellen van internationale lijsten van bedreigde hogere
planten, mede in het licht van de conventie over de biologische diversiteit.
Een Rode Lijst bespreekt de actuele bedreigingsgraad. Het voorkomen van “Rode Lijst”-soorten in
een bepaald gebied zou de overheden ertoe moeten aanzetten speciale beschermingsmaatregelen te
nemen ter bescherming van de biotopen waar deze soorten voorkomen. Op deze manier kunnen
Rode Lijsten worden gezien als belangrijke instrumenten in het moderne, offensieve natuurbeleid
(MAES et. al, 1995).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
5
6
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
2. GEGEVENSVERWERKING
2.1 Herkomst van de gegevens
In deze publicatie wordt de evolutie van de hogere planten en van de plantengemeenschappen in
Limburg besproken. Om tot een mathematisch verantwoorde vergelijking te komen tussen de
toestand van vroeger en nu wordt gebruik gemaakt van het beschikbaar cijfermateriaal. Voor elke
soort is bekend in hoeveel kilometerhokken ze in Limburg is waargenomen in de periode 1940-1970
en de periode 1970-1992. Al de cijfergegevens kan men in lijsten, in de Limburgse Plantenatlas
(BERTEN 1993) terugvinden. Deze gegevens, samen met de resultaten van de berekeningen van de
evolutie van het plantenbestand vindt men terug in bijlage 1. De soorten staan volgens hun
wetenschappelijke naam alfabetisch gerangschikt. Hoe de berekeningen verlopen en hoe de planten
geklasseerd worden in bepaalde categorieën met als resultaat het mathematisch samenstellen van
een Rode Lijst vindt men onder meer in de § 2.2.5.
2.1.1 Eerste onderzoeksperiode: 1940-1970
Het samenstellen van de Atlas van de Belgische en Luxemburgse flora gebeurde door leden van het
Instituut voor Floristisch onderzoek van België (I.F.B.L). Om België op een systematische manier te
6
inventariseren werd op de topografische kaarten met schaal 1/50 000ste een raster aangebracht
bestaande uit vierkanten met zijden van 4 km en een oppervlakte van 16 km², uurhok genoemd. Deze
uurhokken werden verdeeld in kwartierhokken met een oppervlakte van 1 km², ook kilometerhokken
genoemd. Het onderzoek gebeurde in meer gedetailleerde inventarisaties.
Limburg en zijn aangrenzende gebieden werden ingedeeld in 3168 kilometerhokken (Figuur 2.1). Het
gros van de gegevens dateert van na 1950. Voor de coördinatie van het floristisch onderzoek in
Limburg zorgde H. VANNEROM.
6
Dit raster wordt het IFBL-raster genoemd. Tegenwoordig wordt voor inventarisaties van diersoorten gebruik
gemaakt van UTM- ‘hokken’. Dit zijn hokken gebaseerd op een UTM-projectie van topografische kaarten( World
Geodetic System). Het IFBL-raster komt niet overeen met het UTM-raster. Hoewel omschakeling naar het
gebruik van UTM-hokken misschien meer up-to-date zou zijn, is dit voor planten niet wenselijk omdat de nieuwe
resultaten niet meer vergelijkbaar zouden zijn met de oude gegevens volgens kilometerhok.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
7
Gegevensverwerking
Figuur 2.1. Indeling van de provincie Limburg in kilometerhokken.
De gegevens van de periode 1940 tot 1970 dienden voor de eerste uitgave van de Belgische
Plantenatlas (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972). In die periode werden 1191 kilometerhokken
geïnventariseerd (hetzij volledig, hetzij onvolledig).
2.1.2 Tweede onderzoeksperiode: 1970-1992
Na 1970 nam R. BERTEN van het Studiecentrum voor Ecologie en Bosbouw (LISEC) de coördinatie van
de Limburgse Plantenwerkgroep over. Het onderzoek werd uitgebreid, het verliep stelselmatig over
heel de provincie zowel qua oppervlakte als qua tijd en er werkten ook meerdere (jonge) floristen mee.
De informatie die voor de verspreidingskaarten gebruikt is, berust op de inventarisaties van 19701992. Gedurende die periode werd er informatie verzameld van 2163 kilometerhokken (al of niet
volledig).
De gegevens van deze periode – meer dan 200.000 – werden gebruikt voor de publicatie van de
Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993).
Aangezien het aantal onderzochte kilometerhokken verschilt van deze onderzocht in de eerste
onderzoeksperiode, kan een vergelijking van beide periodes leiden tot discussiepunten. Deze worden
in het hoofdstuk 3 behandeld in de paragraaf ‘bespreking’.
8
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
2.1.3 Sinds 1993 tot en met 2000
Na de tweede onderzoeksperiode zijn er uiteraard ook nog nieuwe gegevens van de Limburgse
Plantenwerkgroep bijgekomen. Om de Rode Lijst zo recent mogelijk te houden werden deze
meldingen ook verwerkt. Uiteraard zijn er geen volledige lijsten meer toegevoegd, omdat deze anders
een vertekend beeld geven bij de vergelijking van de twee onderzoeksperioden. Wel gaat het over een
aantal planten die ‘nieuw’ zijn. In de eerste plaats zijn dat soorten die na 1993 voor de eerste keer in
Limburg geïnventariseerd zijn (neofyten) en in de tweede plaats over enkele ‘uitgestorven’ gewaande
planten, die na 1993 zijn teruggevonden.
2.1.4 De grootte van het studiegebied
Voor de inventarisatie van de hogere planten werd een studiegebied gekozen dat in overeenstemming
was met het gebied, dat afgebakend was tijdens de eerste onderzoeksperiode (1940-1970), dit om
vergelijkingen mogelijk te maken en om een aantal vaststellingen te verklaren.
De provincie Limburg (Figuur 2.1) omvat geheel of gedeeltelijk 198 uurhokken (= hokken van 4 km x
4 km). Dit betekent dat het studiegebied een oppervlakte heeft van 198 x 16 km² = 3.168 km².
Nochtans is de reële oppervlakte van Limburg slechts 2.421 km² (76% van het studiegebied). 208
kilometerhokken liggen gedeeltelijk binnen de provinciegrenzen, 539 kilometerhokken vallen er
volledig buiten en behoren in het westen en in het zuiden tot de provincies Antwerpen, Brabant en Luik.
In het noorden en in het oosten maken de randgebieden deel uit van Nederland (Noord-Brabant en
Limburg). Gedurende de onderzoeksperioden van 1940-1970 en van 1970-1992 werden al de
aangrenzende gebieden, samen met het grondgebied van de provincie Limburg, dus 3.168 km²
systematisch onderzocht.
Voor de verwerking van de Rode Lijst werden enkel die soorten weerhouden die op het grondgebied
van Limburg voorkomen. De soorten die in een van de onderzoeksperioden enkel in de randgebieden
aanwezig zijn behoren dus niet tot de Limburgse Rode Lijst. Meer details hierover in het eerste
intermezzo (Soorten uit bijzondere gebieden net over de Limburgse grens).
2.2 Verwerking van de gegevens per taxon
In bijlage 1 vindt men de Rode Lijst van de Limburgse planten, alfabetisch gerangschikt op hun
wetenschappelijke naam. In deze lijst vindt men 15 kolommen, die in volgende paragrafen worden
verklaard. De Rode-Lijstsoorten zelf worden in hoofdstuk 3 uitvoerig behandeld.
2.2.1 Wetenschappelijke en Nederlandse naam
Er werd maar één wetenschappelijke - eerste kolom - en één Nederlandse naam - tweede kolom gebruikt. In deze alfabetische lijst zijn al de namen overgenomen van de Flora van België, het
Groothertogdom Luxemburg, Noord - Frankrijk en de aangrenzende gebieden, derde druk (LAMBINON
et al. 1998).
De Nederlandse namen van de secties van het geslacht Paardebloem (Taraxacum) zijn overgenomen
van het “Basisbestand ten behoeve van de Checklist en de Standaardlijst van de Vlaamse
vaatplanten” (COSYNS et al. 1993).
2.2.2 Indicatie van de status van het taxon
De derde kolom heeft het symbool LB. Dat staat voor Limburg. Hierin wordt weergegeven of de
plant inheems is of niet. Als dat zo is krijgt ze code 1. Als het gaat over soorten die niet inheems zijn
is het code 2.
Het onderscheid tussen de begrippen inheems, ingeburgerd (neofyt, archeofyt), standhoudend,
adventief, antropofyt,… kan vaak voor verwarring zorgen. Deze begrippen werden zonder wijziging
voor al de soorten overgenomen van de in 1993 opgestelde standaardlijst van de Vlaamse vaatplanten
(COSYNS et al. 1993).
Bij de bespreking van de Rode-Lijstsoorten in hoofdstuk 3 worden zowel de inheemse als de niet
inheemse vermeld.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
9
Gegevensverwerking
2.2.3 Aantal kilometerhokken in de twee onderzoeksperioden
In de vierde kolom van de lijst vindt men het aantal kilometerhokken, waarin de plant in de eerste
onderzoeksperiode (1940-1970) werd waargenomen. Ze staan onder de titel ‘40-‘70.
In de vijfde kolom staat onder de titel ’70-‘92 het aantal kilometerhokken in de tweede periode (19701992). Deze aantallen zijn afkomstig van de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993).
Voor de eerste periode zijn er 1191 kilometerhokken onderzocht, in de tweede zijn er dat 2163. Men
moet er wel rekening mee houden dat al die hokken niet volledig en niet alle in detail zijn onderzocht.
2.2.4 Zeldzaamheidsklasse
De zeldzaamheidsklasse komt overeen met de frequentie in de onderzoeksperiode 1970-1992. Deze
klasse vindt men terug in de zesde kolom onder het symbool zz en in de zevende kolom onder het
symbool a-z (algemeen-zeldzaam). Dit geeft een aanduiding van de graad van zeldzaamheid (zie
onderstaande tabel).
De Limburgse zeldzaamheden zijn gebaseerd op cijfermateriaal. Van elke soort wordt berekend in
hoeveel procent van de onderzochte km-hokken ze voorkomt. Men heeft als maximumgrens het
aantal hokken genomen van de plant die in Limburg het meest voorkomt, namelijk de Grote
brandnetel, die in 1375 km-hokken opgetekend is. Men ging ervan uit dat de Grote brandnetel in elk
kilometerhok van Limburg te vinden is. Men heeft 1375 als maximumgrens gekozen en niet het aantal
onderzochte hokken (2163), omdat een groot deel onvolledig geïnventariseerd is.
De percentages worden dan gerangschikt in 10 zeldzaamheidsklassen
Tabel 2.1. Zeldzaamheidsklassen.
Klasse
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Bovengrens %
100
80
65
50
35
25
15
10
5
1
Min. - Max.
1101 – 1375
894 –1100
688 – 893
482 - 687
344 - 481
207 - 343
138 - 206
69 - 137
14 - 68
1 - 13
Aanduiding
AA: zeer algemeen
A : algemeen
A : algemeen
VA: vrij algemeen
VA: vrij algemeen
VZ: vrij zeldzaam
VZ: vrij zeldzaam
Z : zeldzaam
Z : zeldzaam
ZZ: zeer zeldzaam
De klassengrenzen zijn subjectief gekozen, maar komen vrij goed overeen met het intuïtieve begrip
van zeldzaamheid. Als men ze vergelijkt met de klassengrenzen, die worden gebruikt, voor de Rode
Lijst van de Vlaamse Dagvlinders, dan is er praktisch geen verschil te merken (MAES & VAN DYCK
1996; W YNHOFF & VAN SWAAY 1995).
2.2.5 Rode-Lijstcategorieën: berekening en tabel
Voor het bepalen van de categorieën van de Rode Lijst van de hogere planten worden dezelfde criteria
als deze van de Dagvlinders en deze van de Libellen gebruikt (MAES & VAN DYCK 1996; DE KNIJF &
7
ANSELIN 1997). Deze zijn gebaseerd op de internationale categorieën van het I.U.C.N . en op deze
van Duitsland en Nederland.
7
I.U.C.N.: International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources
10
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
De achteruitgang wordt berekend met de volgende formule (grv = gecorrigeerd relatief voorkomen):
100 x (grv 1970-1992/grv 1940-1970) – 100
Om het duidelijk te maken geven we een voorbeeld: in de periode 1940-1970 komt de Bolderik voor in
24 kilometerhokken en in de periode 1970-1992 in 3 kilometerhokken; het gecorrigeerd relatief
voorkomen in de periode 1940-1970 wordt dan 100 x 24/ 1191 = 2.01 % en 100 x 3/ 1375 = 0.21 % in
de periode 1970-1992.
De achteruitgang van Bolderik bedraagt dan (100 x 0.21/2.01) – 100 = - 89.6 %.
Door dit te herhalen voor alle soorten komen we tot een lijst, waar al de soorten, ook deze die
vooruitgaan, voorkomen. In de alfabetische lijst (bijlage 1) vinden we in de achtste, negende en
tiende kolom de resultaten van die berekeningen. Uiteraard worden ook het aantal hokken (vierde
en vijfde kolom) en de zeldzaamheidsklasse (zesde kolom) gebruikt bij het opstellen van RodeLijstcategorieën.
In tabel 2.2 wordt een schematisch overzicht gegeven van de indeling in Rode-Lijstcategorieën. Deze
gebeurt aan de hand van de procentuele verandering van een soort tussen de periode 1970-1992 en
de periode 1940-1970 en de zeldzaamheidsklasse.
Om terug te komen op ons voorbeeld van de Bolderik lezen we in de lijst dat ze in de tweede periode
in 3 hokken gevonden is en dus zeer zeldzaam is (klasse 10). Men kan de Bolderik dus plaatsen in de
Rode-Lijstcategorie 1: met uitsterven bedreigd.
Tabel 2.2. Schematisch overzicht van de indeling in Rode-Lijstcategorieën op basis van het
trendcriterium en de zeldzaamheidsklasse (MAES 1996; BERTEN 1993).
Voorkomen
Zeer zeldzaam
Achteruit- Km. Klasse 10
gang
Hokken
1 - 13
76 – 100 % (d)
Met uitsterven
bedreigd
(1)
51 - 75 % (c)
Bedreigd
(2)
26 - 50 % (b)
Kwetsbaar (5)
1 - 25 % (a)
Zeldzaam (10)
Zeldzaam
Klasse 9-8
14 - 138
Bedreigd
Vrij zeldzaam
Klasse 7-6
(3)
Bedreigd (4)
Kwetsbaar (6)
Zeldzaam (11)
Niet zeldzaam
Klasse 5-1
139 – 343
> 343
Kwetsbaar 2 (7) Achteruitgaand (13)
Kwetsbaar 2 (8) Achteruitgaand (14)
Kwetsbaar 2 (9) Achteruitgaand (15)
Zeldzaam 2 (12) Momenteel
niet
bedreigd
(16)
De Rode-Lijstsoorten vindt men in de twee eerste kolommen. Het gaat over planten die in
maximum 138 kilometerhokken voorkomen. Ze zijn oranje gekleurd.
Ten opzichte van de Rode Lijsten van de Dagvlinders en de Libellen zijn er een aantal zaken
toegevoegd. Het gaat over de volgende aspecten:
•
De achtste kolom – symbool % - geeft de eerste kolom van tabel 2.2 weer. Ze geeft het
trendcriterium aan: een achteruitgang van 76 tot 100 % krijgt het teken d, van 51 tot 75 % een c,
van 26 tot 50 % een b en een achteruitgang van 1 tot 25 % of een vooruitgang krijgt een a.
Andere codes die in deze kolom voorkomen zijn lw, w en nw. Het staat in de eerste plaats voor
de begrippen lang weg en weg: dit is van toepassing voor soorten die niet meer waargenomen zijn
na de vermelde datum.
Nw geldt voor de nieuwe soorten, die pas na de eerste
onderzoeksperiode aangetroffen zijn.
•
De vakjes van 4 kolommen van tabel 2.2 zijn genummerd van 1 “met uitsterven bedreigd” tot en
met 16 “momenteel niet bedreigd”. Deze nummers kan men terugvinden in de in de negende
kolom van de Rode Lijst met het symbool kl. In de tiende kolom wordt de categorie
aangegeven. De hogere planten, die in de periode 1970-1992 in meer dan 138 kilometerhokken
voorkomen, zijn als minder kwetsbare en zeldzame categorie aangeduid met kwetsbaar 2 (vak 7,
8 en 9) en zeldzaam 2 (vak 12).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
11
Gegevensverwerking
2.2.6 Rode-Lijstcategorieën
Hieronder geven we de categorieën en de gebruikte criteria bij het opstellen van een mathematische
lijst. Tot de Rode Lijst behoren de volgende categorieën: uitgestorven, met uitsterven bedreigd,
bedreigd, kwetsbaar en zeldzaam. Zie figuur 2.2 - oranje kolommen.
Categorie - Uitgestorven in Limburg
Hier zijn twee mogelijkheden:
•
Soort komt niet meer voor sinds 1930. Het zijn soorten die noch in de eerste noch in de tweede
de
onderzoeksperiode werden waargenomen. Uit de literatuur blijkt dat de soort in de 19 eeuw wel
voorkwam (DE W ILDEMAN & DURAND 1898-1907), maar daarna niet meer. De Atlas van de
Belgische en Luxemburgse Flora (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972) geeft aan dat sommige
hogere planten na 1930 niet meer aangetroffen werden. De vierde en de vijfde kolom met de titel
’40-‘70 en ’70-‘92 scoren beide 0 (kilometerhokken). De code lw van de achtste kolom duidt aan:
de soort is ‘lang weg’, dus al geruime tijd niet meer aangetroffen.
•
Soort komt niet meer voor na 1970. Bij soorten die wel in de eerste periode, maar niet meer in
de tweede periode waargenomen werden, is de score positief in de vierde kolom en 0 in de vijfde
kolom. De code w geeft aan dat de soort recent verdwenen is.
Categorie – Met uitsterven bedreigd = mub
Dit zijn de soorten, die zeer weinig voorkomen (1 tot 13 kilometerhokken) én zeer sterk
achteruitgaan (minstens 76 %) (vak 1 in tabel 2.2).
Categorie – Bedreigd = bed
Deze categorie bevat de soorten die met 51 tot 75 % achteruitgegaan zijn en die momenteel in 1 tot 13
kilometerhokken voorkomen (vak 2). Ook de planten die met minstens 76 % achteruitgegaan zijn en
momenteel in 14 tot 138 kilometerhokken voorkomen (vak 3) zijn bedreigd. Tenslotte rekent men ook
tot deze categorie de soorten die met 51 tot 75 % achteruitgegaan zijn en momenteel in 14 tot 138
kilometerhokken voorkomen (vak 4).
Deze categorie bevat dus de soorten die
•
•
•
zeer weinig voorkomen (1 tot 13 kilometerhokken) en sterk achteruitgaan (51 tot 75 %) (vak 2).
weinig voorkomen (14 tot 138 kilometerhokken) en zeer sterk (minstens 76 %) (vak 3) of
weinig voorkomen (14 tot 138 kilometerhokken) en sterk achteruitgaan (51 tot 75 %) (vak 4).
Categorie – Kwetsbaar = kw en kw2
Het betreft soorten, die achteruitgaan (26 tot 50 %) en momenteel zeer weinig tot weinig voorkomen (1
tot 138 kilometerhokken) (vak 5 en 6). Ze zijn kwetsbaar: code kw.
De soorten, die frequenter voorkomen (139 tot 343 kilometerhokken), maar zeer sterk achteruitgaan
(minstens 76 %) (vak 7), tot sterk (51 tot 75 %) (vak 8) of minder sterk (26 tot 50 %) (vak 9)
achteruitgaan, worden gegroepeerd in kwetsbaar 2: code kw2.
Laatstgenoemde deelcategorie (kw2) wordt niet tot de Rode Lijst gerekend, gezien het frequent
voorkomen van de soort.
Categorie – Zeldzaam = zz en zz2
Planten, die weinig achteruitgaan (minder dan 25 %), doch slecht zeer weinig tot weinig voorkomen (1
tot 138 kilometerhokken) (vak 10 en 11) zijn zeldzaam: code zz.
De soorten, die weinig achteruitgaan (minder dan 25 %), maar iets frequenter (in 139 tot 343
kilometerhokken) voorkomen (vak 12) worden aangeduid met zeldzaam 2: code zz2.
12
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
Laatstgenoemde deelcategorie (zz2) wordt niet tot de Rode Lijst gerekend, gezien het frequent
voorkomen van de soort.
Categorie – Achteruitgaand = a
Het zijn soorten, die frequent (meer dan 343 kilometerhokken) voorkomen, maar die zeer sterk (76 tot
100 %) (vak 13), sterk (51 tot 75 %) (vak 14) tot minder sterk (van 26 tot 50 %) (vak 15) zijn
achteruitgegaan.
Categorie – Momenteel niet bedreigd = mnb
Deze soorten gaan weinig achteruit (minder dan 25 %) of het aantal km-hokken neemt toe en ze
komen frequent voor (in meer dan 343 kilometerhokken) (vak 16).
Categorie – Nieuw = nw
Soorten die, in de tweede onderzoeksperiode of tussen 1993-2000, opnieuw werden aangetroffen
scoren 0 (kilometerhokken) in de vierde kolom, maar positief in de vijfde kolom. Men kan ze
terugvinden in vak 10 of 11.
Opmerking
De soorten, die zeer zeldzaam zijn (zeldzaamheidsklasse 10) en dus in minder dan 14 hokken
voorkomen kunnen gerekend worden in 4 categorieën (met uitsterven bedreigd, bedreigd, kwetsbaar
of zeldzaam). Zo zijn er soorten die al jaren te vinden zijn op één bepaalde plaats zeer kwetsbaar,
maar niet altijd bedreigd. Bij de bespreking van de resultaten in hoofdstuk 3 wordt wat meer duiding
gegeven.
2.2.7 Socio - ecologische groepen
In de elfde kolom (symbool se) vindt men de codes van de socio-ecologische groepen samengesteld
door STIEPERAERE en FRANSEN in 1982. De soorten die niet in die lijst terug te vinden zijn, krijgen de
code?. De Rode Lijst wordt ingedeeld zoals de lijst met de socio-ecologische groepen. Op deze
manier geeft de Rode Lijst niet alleen weer hoe plantensoorten, maar ook hoe de socio-ecologische
groepen zijn geëvolueerd.
Een nadeel van de samenstelling van deze lijst is dat elke plant aan één groep is toegewezen, terwijl
ze in meerdere kan voorkomen. Het voordeel van deze lijst is dat de soorten gegroepeerd zijn in
0plantengemeenschappen en in die classificaties worden besproken. Het is immers wel belangrijk dat
men weet welke ecologische groepen wijzigen en in welke mate. Dit geeft aan welke biotopen er sterk
op achteruitgaan. Zo kan men voor de bescherming van de overeenstemmende biotoop een bepaalde
beleidsstrategie voorop stellen.
De codes in de elfde kolom komen met de volgende ecologische groepen overeen:
1. Pioniers van sterk antropogeen gestoorde plaatsen: akkers, wegranden en droge ruigten
1a
1b
1c
1d
1e
1f
1g
Akkers op voedselrijke kalkhoudende maar niet kalkrijke grond.
Akkers op kalkrijke grond.
Akkers op relatief voedselarme, kalkarme grond.
Regelmatig betreden plaatsen op voedselrijke grond (tredplanten).
Ruigten op betreden, voedselrijke, niet humeuze, kalkhoudende maar niet kalkrijke, droge grond.
Ruigten op weinig betreden, kalkrijke, niet humeuze, droge grond.
Ruigten op weinig betreden, voedselrijke, humeuze, matig droge grond.
2. Pioniers van meer natuurlijke gestoorde plaatsen, op open, vochtige tot natte, humusarme
grond
2a Relatief voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk fluctuerende
milieuomstandigheden.
2b Open, voedsel- (speciaal stikstof-) rijke, natte grond.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
13
Gegevensverwerking
2c Open, matig voedselrijke tot voedselarme, vochtige grond.
3. Planten van sterk tot matig zoute milieus
3a Stranden, zeeduinen en zandige vloedmerken.
3b Zoute tot sterk brakke wateren, slikken en lage schorren.
3c Hoge schorren en contactsituaties tussen zout en zoet milieu.
4. Planten van zoete tot zwak brakke waters en oevers
4a Zoete tot matig brakke, (matig) voedselrijke wateren (overwegend obligate waterplanten).
4b Zoete, voedselarme wateren en de periodiek droogvallende oevers daarvan.
4c Verlandingsvegetaties in zoete, matig voedselrijke, stagnerende of lichtstromende, ondiepe tot
diepe wateren; dikwijls veenvormend.
4d Verlandingsvegetaties in zoete, voedselrijke, stromende of periodiek droogvallende wateren; niet
veenvormend.
4e Aanspoelingsgordels, natte ruigten en rivierbegeleidende wilgenstruwelen van voedselrijk milieu.
5. Planten van (licht) bemeste graslanden op matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige tot
natte grond
5a Matig bemeste graslanden op (matig) vochtige grond.
5b Matig bemeste graslanden op natte grond.
6. Planten van (zeer) droge graslanden, muren en rotsen
6a Muren en rotsen.
6b Graslanden op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, niet tot matig kalkhoudende, neutrale tot
zwak basische grond.
6c Graslanden op droge, voedselarme, kalkrijke of zinkhoudende, neutrale tot basische grond.
6d Graslanden op zeer droge, voedselarme, kalkrijke grond.
6e Graslanden op droge, voedselarme, kalkarme, zure grond.
7. Planten van heiden, venen, schraallanden en kalkmoerassen
7a
7b
7c
7d
Matig voedselarme, kalkarme, zure laagveenmoerassen.
Voedselarme, kalkrijke, basische laagveenmoerassen.
Onbemeste graslanden op vochtige tot natte voedselarme, zwak zure grond.
Hoogvenen, natte heiden en onbemeste graslanden op natte zeer voedselarme, zure, humeuze
grond.
7e Droge heiden op zeer voedselarme grond.
7f Onbemeste, heischrale graslanden op matig vochtige tot droge, voedselarme, zure, humeuze
grond.
8. Planten van kaalslagen, zomen en struwelen
8a Kaalslagen op matig vochtige tot droge, matig voedselrijke tot voedselrijke grond.
8b Jonge aanplanten en zomen op voedsel- (vooral stikstof-) rijke, neutrale, humeuze matig vochtige
grond.
8c Zomen op kalkhoudende, lemige, matig vochtige tot droge grond.
8d Struwelen op matig vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselrijke grond.
9. Bosplanten
9a
9b
9c
9d
9e
9f
Bossen op relatief voedselrijke, vochtige tot natte grond en van brongebieden.
Bossen op voedselarme tot matig voedselrijke, neutrale tot kalkhoudende grond.
Alluviale bossen, op min of meer hydromorfe grond.
Bossen op gerijpte, zwak zure tot kalkrijke, relatief droge grond.
Bossen op matig voedselarme, droge, zure grond.
Bossen op gerijpte, matig voedselrijke tot voedselrijke, matig vochtige tot droge grond, samen
voorkomend met 9b tot 9d.
9g Bossen op jonge, weinig stabiele, matig vochtige puinbodems (ravijnbossen).
? Komt niet voor in de lijst van STIEPERAERE en FRANSEN in 1982.
14
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
2.2.8 Data van de laatste vondst van uitgestorven taxa en van de eerste vondst van nieuwe
taxa.
De data waarop verdwenen soorten voor het laatst zijn waargenomen zijn overgenomen van de
Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). De datum vindt men in twaalfde kolom (symbool d1).
De soorten die noch in de eerste, noch in de tweede periode zijn waargenomen krijgen code lw.
Als de soort sinds 1970 niet meer aangetroffen werd krijgt ze code w.
De nieuwe taxa zijn terug te vinden in de dertiende kolom (symbool d2). De in de tweede
onderzoeksperiode bijgekomen taxa kunnen het gevolg zijn van 1) het verschijnen van nieuwe
adventieven, 2) een uitgebreider onderzoek (bijvoorbeeld van de waterplanten) of 3) het gebruik van
nieuwe Flora’s die sterk gewijzigd zijn. Dit is onder meer van toepassing voor bepaalde geslachten
zoals Braam (Rubus), Paardebloem (Taraxacum), Zwenkgras (Festuca), Orchis (Dactylorhiza), enz.
Deze nieuwe taxa worden aangeduid met de code nw.
In hoofdstuk 4 vindt men de gedetailleerde gegevens van de datums van aankomst of van laatste
vondst en van de juiste locatie.
2.2.9 Bedreigingsgraad
In de veertiende kolom (symbool Vl) geeft men de bedreigingsgraad in Vlaanderen.
p staat voor potentieel bedreigd,
b: bedreigd,
b!: sterk bedreigd,
b!!: zeer sterk bedreigd,
?: onbekend en
+: verdwenen.
2.2.10 Ingevoerde soorten in Vlaanderen
In de vijftiende kolom (symbool T) geeft aan wanneer bepaalde soorten werden ingevoerd
Ar = archeofyt (ingevoerd voor 1500) en
Ne = Neofyt (ingevoerd na 1500).
De gegevens van beide kolommen zijn afkomstig van het “Basisbestand ten behoeve van de Checklist
en de Standaardlijst van de Vlaamse vaatplanten” van COSYNS et al. (1993).
2.3 Wijze van bespreking van de Rode-Lijstsoorten en de socio-ecologische
groepen
In hoofdstuk 3 worden de Rode-Lijstsoorten per socio-ecologische groep besproken. Ze zijn
alfabetisch gerangschikt op de Nederlandse naam. Eerst de inheemse, dan de niet inheemse. (In
bijlage 1 wordt de volledige lijst gegeven van de Limburgse soorten vroeger en nu, gesorteerd op
wetenschappelijke naam). Er wordt gezocht naar een verklaring voor de bedreigingsgraad van de
plantengemeenschappen. Hierbij wordt niet alleen rekening gehouden met de naakte cijfers voor elke
soort, maar ook het voorkomen van de socio-ecologische groepen in Limburg wordt onder de loep
genomen. De gegevens worden als volgt besproken:
1. Situering
Hierin wordt gedetailleerd besproken over welke socio-ecologische groepen het gaat en waar ze in de
provincie voorkomen.
In sommige gevallen tracht men aan de hand van ecologische
randvoorwaarden van de socio-ecologische groepen het ontstaan en de aanwezigheid van de groep te
verklaren.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
15
Gegevensverwerking
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: het aantal inheemse en niet inheemse voorkomende soorten behorend tot deze socioecologische groep wordt hier weergegeven.
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Deze paragraaf geeft de meest zeldzame taxa weer (klassen 10 en 9). Tussen haakjes wordt het
aantal kilometerhokken, waar deze taxa voorkomen, vermeld. Deze data zijn terug te vinden in de lijst
van de hogere planten (vijfde en zesde kolom).
Ook het gemiddeld aantal hokken voor elke socio-ecologische groep wordt weergegeven.
Voor de duidelijkheid geven we hier een voorbeeld (onderstaande tabel 2.3):
De socio-ecologische groep 1a (voedselrijke akkers) bevat 43 inheemse soorten.
Van deze groep komt Hondspeterselie (Aethusa cynapium) in 383 kilometerhokken
(zeldzaamheidsklasse 5) voor, Bolderik (Agrostemma githago) in 3 (zeldzaamheidsklasse 10), enz. De
de
som van het aantal hokken (383 + 3 +) wordt weergegeven in de 3 kolom van tabel 2.3 en bedraagt
12175. Het gemiddelde (12175: 43) is 283.
In de socio-ecologische groep 6d (zeer droog kalkgrasland) is er 1 soort, die in 1 hok aanwezig is,
namelijk Blauwgras (Sesleria coerulea). Het gemiddelde (1) is de minimum waarde.
In groep 1d (tredplanten) zijn er 13 soorten. Samen komen die in 6231 hokken voor. Een gemiddelde
van 479: de maximum waarde.
Het gemiddelde van die waarden van de onderzoeksperiode 1970-1992 bedraagt 159 (zie
onderstaande tabel). De aantallen hebben enkel betrekking op de inheemse soorten.
Tabel 2.3. Soortenaantal, aantal kilometerhokken en gemiddelde per socio-ecologische groep
van de inheemse planten in de periode 1970-1992.
Groep
Aantal soorten
Aantal km-hokken
Gemiddeld aantal
1a
1b
1c
1d
1e
1f
1g
2a
2b
2c
3a
3b
3c
4a
4b
4c
4d
4e
5a
5b
6a
6b
6c
6d
6e
7a
7b
7c
7d
7e
43
10
22
13
31
27
14
35
20
29
3
3
4
44
30
31
27
25
58
26
5
44
45
1
18
25
13
23
23
13
12175
90
4632
6231
9648
2074
5734
12016
3510
1182
15
17
224
2012
709
5350
3796
7091
24559
6932
203
7276
1181
1
5477
3095
15
1804
2033
2164
283
9
210
479
311
76
409
343
175
40
5
5
56
45
23
172
140
163
423
266
40
165
26
1
301
123
1
138
88
94
16
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
Groep
Aantal soorten
Aantal km-hokken
Gemiddeld aantal
7f
8a
8b
8c
8d
9a
9b
9c
9d
9e
9f
9g
19
22
38
21
22
24
8
20
14
34
30
7
2132
2375
16455
837
5335
4061
75
2307
2694
11132
10280
33
112
107
433
39
242
169
9
115
192
327
342
4
De soorten met de grootste zeldzaamheid worden opgesomd. Enkel de (inheemse) planten, die in 20
of in minder hokken voorkomen, worden vermeld.
Het gemiddelde van de waarden in de onderzoeksperiode 1940-1970 bedraagt 122.
In § 5.1.1 wordt daar verder op ingegaan.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Verder geeft men de Rode-Lijstsoorten, in dit geval zowel de inheemse als de niet inheemse. Men
geeft voor elke soort de bedreigingsgraad aan, zijnde: lang weg, weg, met uitsterven bedreigd,
bedreigd, kwetsbaar, zeldzaam.
Ook de planten, die nieuw zijn in de tweede onderzoeksperiode, worden met datum van de eerste
vondst vermeld. Meestal gaat het over adventieven. Toch zijn er een groot aantal soorten niet ‘nieuw’,
maar werden pas in de tweede periode genoteerd. Voorbeelden daarvan zijn Grove den, Canadese
guldenroede, Amerikaanse eik, Paardebloem, enz.
Bespreking
Tenslotte volgt de bespreking over de algemeenheden, de zeldzaamheden en de bedreiginggraden
van de taxa en de socio-ecologische groepen.
3. Ecotopen
Hierin tracht men aan te geven hoe de socio-ecologische groepen op de Biologische
Waarderingskaart zijn aangeduid en hoe ze terug te vinden zijn.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
17
18
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Soorten uit bijzondere gebieden
net over de Limburgse grens
In de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993) is het studiegebied voor het opmaken van die Atlas groter
dan de werkelijke oppervlakte van de provincie. Zoals reeds eerder vermeld werden de in Limburg
afgebakende uurhokken volledig onderzocht, ook al lagen grote delen van deze uurhokken buiten de
provinciegrens (zie ook figuur 2.1). De nabije omgeving van Limburg is immers op bodemkundig als op
geomorfologisch vlak vergelijkbaar met de provincie zelf: de Limburgse Kempen is vergelijkbaar met
de Antwerpse Kempen en Limburgs Haspengouw komt voor de planten qua groeiplaats overeen met
Brabants of Luiks Haspengouw.
Nochtans zijn er vier gebieden, gelegen in het studiegebied van de Plantenatlas maar buiten de huidige
provinciegrens, die omwille van bijzondere abiotische karakteristieken van de Limburgse situatie
onderscheiden moeten worden. De planten, die voorkomen in een van de vier volgende arealen werden
niet in de Rode Lijst opgenomen. Maar omdat deze soorten bijzonder zijn en wel voorkomen in de
Limburgse Plantenatlas zetten we ze voor de lezer graag op een rij.
1. Kalkmoeras in het Buitengoor te Mol (regio 1)
Ten westen van Lommel zijn er moerasgebieden, die onder invloed van het Kempens kanaalwater
alkalisch geworden zijn. Soortgelijke kalkrijke moerasvegetaties komen in Limburg enkel nog in
beperkte mate voor in het Hageven te Neerpelt of in vloeiweiden. Slechts enkele soorten typisch
voor kalkmoerassen (zie hiervoor § 3.7) hebben zich in Limburg kunnen handhaven.
In het Buitengoor te Mol vindt men bovendien andere kensoorten zoals Alpenrus (Juncus alpinoarticulatus); Breed wollegras (Eriophorum latifolium); Canadese rus (Juncus canadensis).
2. De Sint-Pietersberg (regio 2)
De Sint-Pietersberg ligt ten zuiden van Kanne (Riemst) en ten oosten van Sluizen (Tongeren) in de
Luikse gemeenten Wonck, Bassenge, Eben-Emaël, Lanaye,…(zie Limburgse Plantenatlas). Deze
gemeenten werden op 27.11.1962 ‘politiek’ gewisseld met Voeren en maakten daarvóór nog deel
uit van Limburg. De Sint- Pietersberg is een heuvelrug met een kalkrijke bodem (mergel, tufkrijt).
In Limburg komen dergelijke bodems slechts zeer lokaal voor en zijn ze in oppervlakte zeer klein.
Men vindt ze in Riemst (Kanne, Valmeer, Zichen-Zussen-Bolder) en in Tongeren (Berg, Sluizen).
Op de Sint-Pietersberg, grenzend aan Limburg, werden onder meer de volgende soorten
waargenomen: Bijenorchis (Ophrys apifera); Breed fakkelgras (Koeleria pyramidata); Bruinrode
wespenorchis (Epipactis atrorubens); Duitse gentiaan (Gentianella germanica); Echte gamander
(Teucrium chamaedrys); Eironde leeuwebek (Kickxia spuria); Europese blazenstruik (Colutea
arborescens); Grote muggenorchis (Gymnadenea conopsea); Hommelorchis (Ophrys fuciflora);
Hondskruid (Anacamptis pyramidalis); Kleine roos (Rosa micrantha); Knollathyrus (Lathyrus
linifolius);
Kruiptijm
(Thymus
praecox);
Kuifvleugeltjesbloem
(Polygala
comosa);
Nachtkoekoeksbloem (Silene noctiflora); Nachtsilene (Silene nutans); Ronde ooievaarsbek
(Geranium rotundifolium); Soldaatje (Orchis militaris); Tengere veldmuur (Minuartia hybrida);
Veldgentiaan (Gentianella campestris); Vroege ereprijs (Veronica pracox).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
19
Het Gewoon Engels gras groeit niet alleen op de zinkhoudende gronden aan de Geul te
Sippenaeken, maar ook aan aanvoerwegen naar metaalverwerkende bedrijven. Hier
veel exemplaren in de omgeving van zo’n fabriek te Balen.
Foto: Bert BERTEN.
3. Zinkvegetaties te Sippenaeken (regio 3)
Sippenaeken is een deelgemeente van Plombières. In de vallei van de Geul, enkele kilometers ten
oosten van Teuven (deelgemeente Voeren) komen zinkgraslanden voor.
Deze graslanden
strekken zich oostwaarts uit naar Plombières en Kelmis. Dergelijke vegetaties vindt men niet terug
in Limburg.
Bijzondere soorten zijn: Genaald schapegras (Festuca ophioliticola ssp. calaminare); Gewoon
Engels gras (Armeria maritima var. halleri); Zinkviooltje (Viola calaminaria).
4. Soorten, aangetroffen buiten de provincie aangetroffen, doch niet in de drie hoger
genoemde regio’s (regio 4)
Het gaat over planten, die waargenomen zijn in de provincies Antwerpen, Brabant, Luik of in
Nederland. Volgende soorten worden in de Limburgse Plantenatlas besproken: Boszwenkgras
(Festuca altissima), Luik; Caucalis (Caucalis platycarpa), Luik; Gewoon Engels gras (Armeria
maritima var. Halleri), Antwerpen; Kogelbies (Scirpus holoschoenus), Luik; Oranje havikskruid
(Hieracium aurantiacum), Luik; Paarse schubwortel (Lathraea clandestina), Luik; Smalle
waterweegbree (Alisma gramineum), Nederland; Stijve steenraket (Erysimum virgatum), Luik;
Velderwt (Pisum sativum ssp. arvense), Brabant; Vergroeidstijlige roos (Rosa stylosa), Brabant;
Wilde akelei (Aquilegia vulgaris), Nederland; Wilde ridderspoor (Delphilium consolida), Luik.
20
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3. RODE LIJST VAN PLANTEN EN
PLANTENGEMEENSCHAPPEN IN LIMBURG
De Rode-Lijstsoorten worden in dit hoofdstuk per socio-ecologische groep besproken. In de
bespreking van de socio-ecologisch groepen wordt tevens vermeld waar deze nog voorkomen in
Limburg. Op deze wijze wordt niet alleen duidelijk welke soorten “lang weg”, “weg”, met uitsterven
bedreigd”, “bedreigd”, kwetsbaar” of ”zeldzaam” zijn, maar ook welke plantengemeenschappen het
goed of minder goed doen in Limburg.
In paragraaf 3.10 vindt men in een tabel het aantal gegevens van de verdwenen en de nieuwe soorten.
De tabel bevat ook het aantal Rode-Lijstsoorten, gerangschikt per categorie.
3.1 Pioniers van plaatsen, die sterk door de mens gestoord zijn
A. AKKERS
1. Situering
Akkerplanten zijn in feite pioniers van gronden die pas bewerkt zijn. Op die ‘naakte’ bodems kunnen
zich heel wat soorten vestigen. Maar aangezien de huidige akkers door allerlei landbouwtechnieken zoals doorgedreven chemische bestrijding, zware bemesting enz. - ten behoeve van de productie zeer
sterk beïnvloed worden, is de soortenrijkdom van de akker sterk gedaald. Zo heeft men nu meer kans
om op recent omgewoelde gronden aan wegbermen of in tuinen de vroegere ‘akkerplanten’ of
onkruiden aan te treffen.
Er worden 3 akkergemeenschappen onderscheiden:
•
1a: akkers op voedselrijke kalkhoudende, maar niet kalkrijke grond;
•
1b: akkers op kalkrijke grond;
•
1c: akkers op relatief voedselarme, kalkarme grond.
Deze situeren zich op verschillende bodems. In Limburg komt ten noorden van de Demer overwegend
zand en ten zuiden ervan hoofdzakelijk leem voor. Kalkrijke bodems treft men slechts zeer lokaal aan,
bijvoorbeeld aan de Maas, in Voeren en in Zuidoost Limburg (Kanne, Riemst, Zichen-Zussen-Bolder,
zie figuur 5.5: kalkhoudende bodems).
1a
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se
d1
1 mub 1a
d2
Vl
T
Ranunculus arvensis
Akkerboterbloem
1
27
5
10 zz d
Veronica agrestis
Akkerereprijs
1
59
95
8
Sonchus arvensis
Akkermelkdistel
1
154
235
6 vz a 12 zz2 1a
Agrostemma githago
Bolderik
1
24
3
10 zz d
Veronica opaca
Doffe ereprijs
1
0
0
lw
1a 1890
+
Lolium temulentum
Dolik
1
2
0
w
1a 1967
+ Ar?
Bromus secalinus
Dreps
1
17
39
9
1a
p
Alopecurus myosuroides
Duist
1
164
258
6 vz a 12 zz2 1a
Sonchus asper
Gekroesde melkdistel
1
430
603
4 va a 16 mnb 1a
Fumaria officinalis
Gewone duivekervel
1
80
179
7 vz a 12 zz2 1a
Sonchus oleraceus
Gewone melkdistel
1
424
594
4 va a 16 mnb 1a
Valerianella locusta
Gewone veldsla
1
38
63
9
z
a 11
zz
1a
Veronica polita
Gladde ereprijs
1
3
58
9
z
a 11
zz
1a
Legousia speculum-veneris Groot spiegelklokje
1
18
8
10 zz
Veronica persica
Grote ereprijs
1
192
Papaver rhoeas
Grote klaproos
1
264
z
z
a 11
zz
1 mub 1a
a 11
zz
b!! Ar
1a
b!! Ar
Ar?
bed 1a
b!! Ar
382
5 va a 16 mnb 1a
Ne
379
5 va a 16 mnb 1a
Ar
c
2
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
21
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz a-z % kl
108
a 11
zz
1a
10 zz a 10
zz
1a
8
z
d1
d2
Vl
T
Aphanes arvensis
Grote leeuwenklauw
1
Bromus commutatus
Grote trosdravik
1
1
5
Sinapis arvensis
Herik
1
218
428
5 va a 16 mnb 1a
Lamium amplexicaule
Hoenderbeet
1
161
286
6 vz a 12 zz2 1a
Aethusa cynapium
Hondspeterselie
1
244
383
Lamium hybridum
Ingesneden dovenetel
1
2
9
Senecio vulgaris
Klein kruiskruid
1
662
924
2
Urtica urens
Kleine brandnetel
1
394
433
5 va a 16 mnb 1a
Chaenorrhinum minus
Kleine leeuwenbek
1
48
115
8
a 11
zz
1a
Amaranthus blitum
Chenopodium
polyspermum
Kleine majer
1
3
10
10 zz a 10
zz
1a
Korrelganzenvoet
1
60
187
7 vz a 12 zz2 1a
Euphorbia helioscopia
Kroontjeskruid
1
210
352
5 va a 16 mnb 1a
Avena fatua
Oot
1
16
37
9
z
a 11
Lamium purpureum
Paarse dovenetel
1
582
899
2
a
a 16 mnb 1a
Polygonum persicaria
Perzikkruid
1
424
677
4 va a 16 mnb 1a
Vicia hirsuta
Anagallis arvensis ssp,
arvensis
Ringelwikke
1
388
534
4 va a 16 mnb 1a
Rood guichelheil
1
142
254
6 vz a 12 zz2 1a
Geranium dissectum
Slipbladige ooievaarsbek
1
232
464
5 va a 16 mnb 1a
Kickxia elatine
Spiesleeuwenbek
1
13
25
9
Mercurialis annua
Tuinbingelkruid
1
263
377
5 va a 16 mnb 1a
Euphorbia peplus
Tuinwolfsmelk
1
81
112
8
z
Vicia tetrasperma
Vierzadige wikke
1
112
107
8
z
Lolium remotum
Vlasdolik
1
0
0
Stellaria media ssp, media Vogelmuur
1
932
1282
1 za a 16 mnb 1a
Thlaspi arvense
Witte krodde
1
59
100
8
Fallopia convolvulus
Zwaluwtong
1
412
589
4 va a 16 mnb 1a
Solanum nigrum
Zwarte nachtschade
1
364
577
4 va a 16 mnb 1a
Matricaria recutita
Echte kamille
2
439
657
Avena strigosa
Evene
2
10
4
10 zz
Abutilon theophrasti
Fluweelblad
2
0
10
10 zz nw
Oxalis corniculata
Gehoornde klaverzuring
2
4
6
10 zz a 10
1a
Ar
Galinsoga quadriradiata
Harig knopkruid
2
88
382
5 va a 16 mnb 1a
Ne
Euphorbia lathyrus
Kruisbladige wolfsmelk
2
16
81
8
Ne
Oxalis fontana
Stijve klaverzuring
2
235
316
6 vz a 12 zz2 1a
Ar
Veronica peregrina
Vreemde ereprijs
2
1
13
10 zz a 10
Ne
Barbarea verna
Vroeg barbarakruid
2
0
2
10 zz nw
22
24
kl2 se
?
Ar
5 va a 16 mnb 1a
10 zz a 10
a
z
z
zz
a 11
zz
zz
1a
zz
1a
b
kw
1a
6
Ar
Ar
1a
a 11
lw
z
1a
a 16 mnb 1a
b
1a 1900
a 11
zz
+
1a
Ar
4 va a 16 mnb 1a
z
c
2
a 11
Ne
Ne
bed 1a
?
Ne
1a
1985 ?
Ne
zz
zz
zz
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
1a
1a
1a
1992
Ne
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
1b
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se
Anagallis arvensis ssp,
coerulea
Blauw guichelheil
1
1
1
10 zz b
5
kw
Sherardia arvensis
Blauw walstro
1
46
39
9
z
6
kw
Valerianella dentata
Getande veldsla
1
1
0
Euphorbia exigua
Kleine wolfsmelk
1
15
23
9
z
a 11
zz
Vaccaria hispanica
Koekruid
1
2
0
Lathyrus aphaca
Naakte lathyrus
1
3
8
10 zz a 10
Scandix pecten-veneris
Naaldekervel
1
11
2
Lithospermum arvense
Ruw parelzaad
1
13
Galeopsis angustifolia
Smalle raai
1
8
Bromus grossus
Zware dreps
1
Linaria supina
Liggende leeuwenbek
Lathyrus hirsutus
Ruige lathyrus
b
w
d1
d2
Vl
T
1b
b!!
Ar
1b
b
1b 1950
w
b!!
1b
p
1b 1954
b!! Ar?
1b
b
10 zz d
1 mub 1b
b!!
6
10 zz
c
2
bed 1b
b!!
8
10 zz b
5
kw
0
3
10 zz nw
2
4
4
10 zz b
5
kw
2
4
2
10 zz
2
c
zz
Ar
1b
b
1b
1984 b!!
Ar
1b
?
Ne
bed 1b
?
Ne
Vl
T
1c
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz a-z %
Stachys arvensis
Akkerandoorn
Veronica hederifolia ssp,
hederifolia
Akkerklimopereprijs
1
55
67
9
1
303
480
5 va a
16 mnb 1c
Misopates orontium
Akkerleeuwenbek
1
44
64
9
z
a
11
Viola arvensis
Akkerviooltje
1
470
703
3
a
a
16 mnb 1c
Galeopsis segetum
Bleekgele hennepnetel
1
24
44
9
z
a
11
Papaver dubium
Bleke klaproos
1
64
216
6 vz a
12 zz2 1c
Galeopsis speciosa
Dauwnetel
1
3
4
10 zz a
10
Viola tricolor
Driekleurig viooltje
1
150
204
7 vz a
12 zz2 1c
Scleranthus annuus
Eenjarige hardbloem
1
299
297
6 vz b
9
Chrysanthemum segetum Gele ganzebloem
1
253
372
5 va a
16 mnb 1c
Spergula arvensis
Gewone spurrie
1
391
504
4 va a
16 mnb 1c
Hypochaeris glabra
Glad biggekruid
1
3
3
10 zz b
5
Apera spica-venti
Grote windhalm
1
316
362
5 va a
16 mnb 1c
Veronica triphyllos
Handjesereprijs
1
14
6
10 zz
2
Aphanes inexpectata
Kleine leeuwenklauw
1
133
166
7 vz a
12 zz2 1c
Raphanus raphanistrum
Knopherik
1
291
479
5 va a
16 mnb 1c
Centaurea cyanus
Korenbloem
1
450
334
6 vz b
9
kw2 1c
Arnoseris minima
Korensla
1
28
17
9
z
c
4
bed 1c
Anchusa arvensis
Kromhals
1
19
50
9
z
a
11
zz
1c
Papaver argemone
Ruige klaproos
1
70
103
8
z
a
11
zz
1c
Anthemis arvensis
1
103
79
8
z
b
6
kw
1c
Myosotis discolor
Valse kamille
Veelkleurig vergeet-mijnietje
1
84
78
8
z
b
6
kw
1c
Setaria pumila
Geelrode naaldaar
2
19
8
10 zz
c
2
bed 1c
Setaria viridis
Groene naaldaar
2
32
72
8
a
11
Echinochloa crus-galli
Hanenpoot
2
175
303
6 vz a
12 zz2 1c
Ar
Galinsoga parviflora
Kaal knopkruid
2
146
186
7 vz a
12 zz2 1c
Ne
Setaria verticillata
Kransnaaldaar
2
2
5
10 zz a
10
zz
1c
Ar?
Amaranthus retroflexus
Papegaaiekruid
2
6
19
9
11
zz
1c
Ne
Anthoxanthum aristatum
Slofhak
2
110
168
7 vz a
12 zz2 1c
Ar
Vicia villosa ssp, villosa
Zachte wikke
2
11
23
9
11
?
z
z
z
z
a
c
a
a
kl
kl2 se
11
zz
zz
zz
zz
1c
d1
d2
p
1c
1c
1c
p
Ar
b
kw2 1c
kw
1c
bed 1c
zz
zz
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
1c
1c
b!!
Ar
b
Ar
b!!
Ar
p
Ar?
Ar?
23
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 75 inheemse en 19 niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Ligt hoger (167.3) dan het algemene gemiddelde (159). De voedselrijke (283) en de voedselarme
akkers (210) scoren beduidend hoger. De soorten van de kalkrijke akkers (aantal hokken 9) zijn
verdwenen of zeer zeldzaam.
De grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
•
1a: Bolderik (3), Akkerboterbloem (5), Grote trosdravik (5), Groot spiegelklokje (8), Ingesneden
dovenetel (9), Kleine majer (10);
1b: Blauw guichelheil (1), Naaldekervel (2), Zware dreps (3), Ruw parelzaad (6), Smalle raai (8),
Naakte lathyrus (8);
1c: Glad biggekruid (3), Dauwnetel (4), Handjesereprijs (6), Korensla (17).
•
•
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: 2
•
inheems (2): 1a: Vlasdolik (<1900), Doffe ereprijs (1890);
Weg: 3
•
inheems (3): 1a: Dolik (1967); 1b: Koekruid (1954), Getande veldsla (1950);
Met uitsterven bedreigd: 3
•
inheems (3): 1a: Bolderik, Akkerboterbloem; 1b: Naaldekervel (1b);
Bedreigd: 7
•
inheems (4): 1a: Groot spiegelklokje; 1b: Ruw parelzaad; 1c: Handjesereprijs, Korensla;
•
niet inheems (3): 1a: Evene; 1b: Ruige lathyrus; 1c: Geelrode naaldaar;
Kwetsbaar: 8
•
inheems (7): 1a: Vierzadige wikke; 1b: Blauw guichelheil, Smalle raai, Blauw walstro; 1c: Glad
biggekruid, Valse kamille, Veelkleurig vergeet-mij-nietje;
•
niet inheems (1): 1b: Liggende leeuwenbek;
Zeldzaam: 28
•
inheems (21): 1a: Kleine majer, Grote trosdravik, Ingesneden dovenetel, Grote leeuwenklauw, Oot,
Dreps, Kleine leeuwenbek, Tuinwolfsmelk, Spiesleeuwenbek, Witte krodde, Gewone veldsla,
Akkerereprijs, Gladde ereprijs; 1b: Naakte lathyrus, Kleine wolfsmelk; 1c: Dauwnetel, Kromhals,
Bleekgele hennepnetel, Akkerleeuwenbek, Ruige klaproos, Akkerandoorn;
•
niet inheems (7): 1a: Gehoornde klaverzuring, Vreemde ereprijs, Kruisbladige wolfsmelk; 1c:
Kransnaaldaar, Papegaaiekruid, Groene naaldaar, Zachte wikke;
Nieuw: 3
•
inheems (1): 1b: Zware dreps (1984);
•
niet inheems (2): 1a: Fluweelblad (1985), Vroeg barbarakruid (1992).
Bespreking
Veel planten van zowel voedselrijke als van voedselarme akkers komen frequent voor. Dit is normaal
omdat deze soorten, de zogenaamde onkruiden, niet alleen in de akkers, maar ook in wegbermen en
in tuinen groeien. De meest voorkomende planten zijn Vogelmuur, Klein kruiskruid, Paarse dovenetel,
Akkerviooltje, Echte kamille, Zwaluwtong, Perzikkruid, Zwarte nachtschade, Gekroesde en Gewone
melkdistel, Ringelwikke, Gewone spurrie, enz.
24
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Opvallend is wel dat van de ‘algemene’ soorten enkel de Korenbloem en de Eenjarige hardbloem
kwantitatief afnemen.
De planten van de kalkrijke akkers komen allen in zeer weinig hokken voor. Blauw walstro en Kleine
wolfsmelk zijn het minst zeldzaam. Het is logisch dat deze akkergemeenschap zeer weinig voorkomt,
omdat de kalkrijke bodems in Limburg slechts sporadisch aanwezig zijn.
De planten die in Limburg verdwenen zijn werden in Vlaanderen ook niet meer waargenomen. Enkel
Koekruid en Getande veldsla behoren in Vlaanderen niet tot de uitgestorven soorten maar zijn wel zeer
sterk bedreigd (b!!). Ook de met uitsterven begreigde en de bedreigde planten van Limburg zijn in
Vlaanderen eveneens (zeer) sterk bedreigd (b!, b!!).
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart kan men de akkers terugvinden bij de karteringseenheden bs
(akker op zandgrond) en bl (akker op leem- en zandleemgrond) of bs* en bl* (waardevolle akkers).
Als het om tuinen, omgewoelde bermen of terreinen gaat, worden ze niet aangeduid op de kaart.
Dikwijls worden intensieve landbouwgebieden als complex aangeduid. Bijvoorbeeld bs + hx (ingezaaid
grasland) + bomenrij (kb). Dit betekent dat de exacte locatie van zeldzame soorten niet rechtstreeks
via de Biologische Waarderingskaart kan worden opgespoord.
Het Klein kruiskruid is als pionier te vinden
op pas bewerkte gronden.
De plant komt algemeen voor op akkers en
in tuinen.
Foto: Bert BERTEN.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
25
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
B. WEG EN WEGRAND
1. Situering
Deze vegetatie staat net als de volgende – droge ruigten – op plaatsen die door de mens beinvloed
worden. Er zijn op de ene of op de andere manier grondstoffen, bouwstoffen, afval en dergelijke
aangevoerd. De wegen en wegranden worden in tegenstelling tot de ruigten vaak betreden. Sommige
soorten van deze groep - als de betreding constant gebeurt - noemt men ook tredplanten.
Deze vegetatie is het best ontwikkeld in stedelijke gebieden.
De oorspronkelijke bodem samen met het aangevoerde materiaal is droog, vrij voedselrijk en niet al te
basisch of te zuur.
Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden:
•
1d: regelmatig betreden plaatsen op voedselrijke grond (tredplanten);
•
1e: ruigten op betreden, voedselrijke, niet humeuze, kalkhoudende maar niet kalkrijke
droge grond.
1d
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz a-z %
kl
kl2
se
Lolium perenne
Engels raaigras
1
677
839
3
a
a
16 mnb 1d
Capsella bursa-pastoris
Gewoon herderstasje
1
528
1113
1
za
a
16 mnb 1d
Digitaria ischaemum
zz
d1
d2
Vl
T
Glad vingergras
1
33
92
8
z
a
11
Plantago major ssp, major Grote weegbree
1
960
1271
1
za
a
16 mnb 1d
1d
Coronopus squamatus
Grove varkenskers
1
25
43
9
z
a
11
Herniaria glabra
Kaal breukkruid
1
14
32
9
z
a
Hordeum murinum
Kruipertje
1
175
149
7
vz
b
Sagina procumbens
Liggende vetmuur
1
380
584
4
va
a
16 mnb 1d
Corrigiola litoralis
Riempjes
1
2
2
10
zz
b
5
kw
1d
Lepidium ruderale
Steenkruidkers
1
6
4
10
zz
c
2
bed
1d
Poa annua
Straatgras
1
931
1240
1
za
a
16 mnb 1d
Polygonum aviculare
Varkensgras
1
587
821
3
a
a
16 mnb 1d
Cichorium intybus
Wilde cichorei
1
56
41
9
z
b
6
1d
Ne?
Conyza canadensis
Canadese fijnstraal
2
339
485
4
va
a
16 mnb 1d
Ne
Eragrostis minor
Klein liefdegras
2
3
9
10
zz
a
10
zz
1d
Ne
Coronopus didymus
Kleine varkenskers
2
3
22
9
z
a
11
zz
1d
Ne
Matricaria discoidea
Schijfkamille
2
469
678
4
va
a
16 mnb 1d
Ne
a-z
%
zz
1d
11
zz
1d
9
kw2
1d
kw
b!!
1e
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz
kl
kl2
Bromus arvensis
Akkerdravik
1
0
0
Convolvulus arvensis
Akkerwinde
1
291
447
5
va
a
16 mnb 1e
Silene latifolia ssp, alba
Avondkoekoeksbloem
1
162
301
6
vz
a
12 zz2
1e
Vulpia bromoides
Eekhoorngras
1
7
9
10
zz
a
10
1e
Chenopodium hybridum
Esdoornganzenvoet
1
0
5
10
zz
nw
Anhemis tinctoria
Gele kamille
1
0
2
10
zz
nw
Erysimum cheiranthoides
Gewone steenraket
1
24
45
9
z
a
11
zz
1e
Vulpia myuros
Gewoon langbaardgras
1
12
72
8
z
a
11
zz
1e
Malva sylvestris
Groot kaasjeskruid
1
105
133
8
z
a
11
zz
1e
Digitaria sanguinalis
Harig vingergras
1
9
27
9
z
a
11
zz
1e
Equisetum arvense
Heermoes
1
550
844
3
a
a
16 mnb 1e
Verbena officinalis
Ijzerhard
1
204
202
7
vz
b
9
Tussilago farfara
Klein hoefblad
1
594
838
3
a
a
16 mnb 1e
26
lw
se
d1
d2
1e 1900
zz
T
b!!
b!
1e
1975
1e
1977 b!
kw2 1e
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Vl
b
?
Ar?
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
kl2
se
vz
a
12 zz2
1e
d1
d2
Vl
T
Malva neglecta
Klein kaasjeskruid
1
177
229
6
Crepis capillaris
Klein streepzaad
1
435
718
3
a
a
16 mnb 1e
Geranium pusillum
Kleine ooievaarsbek
1
236
448
5
va
a
16 mnb 1e
Senecio viscosus
Kleverig kruiskruid
1
80
170
7
vz
a
12 zz2
1e
Cerastium glomeratum
Kluwenhoornbloem
1
95
185
7
vz
a
12 zz2
1e
Elymus repens
Kweek
1
451
744
3
a
a
16 mnb 1e
Chenopodium album
Matricaria maritima ssp,
inodora
Melganzevoet
1
618
852
3
a
a
16 mnb 1e
Reukeloze kamille
1
182
430
5
va
a
16 mnb 1e
?
Crepis tectorum
Smal streepzaad
1
0
3
10
zz
nw
1e
1973 b!
Cirsium vulgare
Speerdistel
1
587
921
2
a
a
16 mnb 1e
Atriplex prostrata
Spiesmelde
1
191
208
6
vz
a
12 zz2
Chenopodium vulvaria
Stinkende ganzenvoet
1
0
0
1e 1930
b!! Ar?
Anthemis cotula
Stinkende kamille
1
7
15
9
z
a
11
zz
1e
b!
Chenopodium ficifolium
Stippelganzenvoet
1
13
58
9
z
a
11
zz
1e
Atriplex patula
Uitstaande melde
1
202
326
6
vz
a
12 zz2
1e
Lepidium campestre
Veldkruidkers
1
17
23
9
z
a
11
1e
Linaria vulgaris
Vlasbekje
1
789
980
2
a
a
16 mnb 1e
Geranium molle
Zachte ooievaarsbek
1
291
413
5
va
a
16 mnb 1e
Artemisia absinthium
Absintalsem
2
8
6
10
zz
b
5
Amaranthus graecizans
Afrikaanse amarant
2
0
1
10
zz
nw
Trifolium alexandrinum
Alexandrijnse klaver
2
0
4
10
zz
nw
Ambrosia artemisiifolia
Alsemambrosia
2
20
13
10
zz
c
2
bed
1e
Lepidium virginicum
Amerikaanse kruidkers
2
33
64
9
z
a
11
zz
1e
Herniaria hirsuta
Behaard breukkruid
2
0
2
10
zz
nw
Senecio inaequidens
Bezemkruiskruid
2
2
96
8
z
a
Rapistrum rugosum
Bolletjesraket
2
0
14
9
z
nw
Vicia villosa ssp, varia
Bonte wikke
2
7
11
10
zz
Lathyrus latifolius
2
3
5
10
2
109
118
Lepidium densiflorum
Brede lathyrus
Citroengele
honingklaver
Dichtbloemige
kruidkers
2
12
Datura stramonium
Doornappel
2
16
Bromus carinatus
Gekielde dravik
2
0
Vicia lutea
Gele wikke
2
1
Senecie squalidus
Glanzend kruiskruid
2
Berteroa incana
Grijskruid
Hirschfeldia incana
Grijze mosterd
Amaranthus hybridus
lw
zz
kw
1e
p
1e
b!!
?
1e
1980
?
Ne
1e
1979
?
Ne
?
Ne
b
Ar?
1e
Ne
1983
11
zz
a
10
zz
1e
zz
a
10
zz
1e
Ne
8
z
a
11
zz
1e
?
2
10
zz
d
1
41
9
z
a
11
zz
1
10
zz
nw
6
10
zz
a
10
zz
0
1
10
zz
nw
2
41
47
9
z
a
11
zz
1e
2
1
6
10
zz
a
10
zz
1e
Groene amarant
2
0
4
10
zz
nw
1e
1987
?
Ne
Xanthium orientale
Grote stekelnoot
2
0
1
10
zz
nw
1e
1990
?
Ne
Trifolium incarnatum
Inkarnaatklaver
2
0
5
10
zz
nw
1e
1980
?
Ne
Lolium multiflorum
Italiaans raaigras
2
161
298
6
vz
a
Phalaris canariensis
Kanariezaad
2
0
49
9
z
nw
1e
1970
?
Ne
Melilotus indicus
Kleine honingklaver
2
0
2
10
zz
nw
1e
1980
?
Ne
Xanthium strumarium
Late stekelnoot
2
0
1
10
zz
nw
1e
1996
?
Medicago sativa
Luzerne
2
39
68
9
z
a
11
zz
1e
Ne?
Potentilla intermedia
Middelste ganzerik
2
6
27
9
z
a
11
zz
1e
Ne
Tanacetum parthenium
Moederkruid
Coincya monensis ssp,
cheiranthos
Muurbloemmosterd
2
91
98
8
z
a
11
zz
1e
Ne
2
0
2
10
zz
nw
Potentilla norvegica
Noorse ganzerik
2
4
11
10
zz
a
10
zz
1e
Senecio vernalis
Oostelijk kruiskruid
2
2
7
10
zz
a
10
zz
1e
Melilotus officinalis
1e
1e
Ne
1981
?
?
mub 1e
12 zz2
1997
?
Ne
?
Ne
1994
Ne
Ne
Ne
1e
1e
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Ne
1e
1e
?
Ne
1e
1e
Ne
Ne
1987
Ne
Ar?
Ne
?
Ne
27
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
kl2
se
d1
d2
Vl
T
Cardaria draba
Pijlkruidkers
2
20
12
10
zz
c
2
bed
1e
Ne
Potentilla recta
Heracleum
mantegazzianum
Rechte ganzerik
2
18
23
9
z
a
11
zz
1e
Ne
Reuzenberenklauw
2
0
13
10
zz
nw
Myrrhis odorata
Roomse kervel
2
0
7
10
zz
nw
?
Ne
Rudbeckia hirta
Ruige rudbeckia
2
2
3
10
zz
a
10
zz
1e
?
Ne
Medicago polymorpha
Ruige rupsklaver
2
1
2
10
zz
a
10
zz
1e
?
?
Erucastrum gallicum
Schijnraket
2
0
1
10
zz
nw
1e
1988
?
Ne
Xanthium spinosum
Stekende stekelnoot
2
0
1
10
zz
nw
1e
1976
?
Ne
Artemisia biennis
Tweejarige alsem
2
0
1
10
zz
nw
1e
1980
?
Ne
Parthenocissus inserta
Valse wingerd
2
0
19
9
z
nw
1e
1970
?
Ne
Lupinus polyphyllus
Chenopodium
ambrosioides
Vaste lupine
Welriekende
ganzenvoet
2
6
19
9
z
a
2
0
4
10
zz
nw
1e
1980
Sorghum halepense
Wilde sorgo
2
0
2
10
zz
nw
1e
1986
Amaranthus albus
Witte amarant
2
1
1
10
zz
b
5
kw
1e
Melilotus albus
Witte honingklaver
2
58
112
8
z
a
11
zz
1e
Sinapis alba
Witte mosterd
2
2
6
10
zz
a
10
zz
1e
Ambrosia coronopifolia
Zandambrosia
2
0
2
10
zz
nw
Plantago arenaria
Zandweegbree
2
5
2
10
zz
c
2
bed
11
zz
1e
1980
1e
1980
Ne
1e
1e
1e
Ne
Ne
?
Ne
?
Ne
?
Ne
?
Ne
?
Ne
Ar
1983
De eerste (officiële) melding van
Inkarnaatklaver is van 1980. In Zuid-Europa
is ze een akkerplant. Hier is ze een
adventief.
Foto: Bert BERTEN.
28
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 44 inheemse en 53 niet inheemse soorten.
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Ligt veel hoger dan het algemene gemiddelde van 159, namelijk 270 (= gemiddelde van 1d en 1e). De
tredplanten scoren zeer hoog (336); de soorten van de wegranden (204) vrij hoog.
Grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
•
•
1d: Steenkruidkers (4);
1e: Gele kamille (2), Smal streepzaad (3), Esdoornganzenvoet (5), Eekhoorngras (9), Stinkende
kamille (15).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: 2
•
inheems (2): 1 e: Akkerdravik (<1900), Stinkende ganzenvoet (<1930);
Weg: Met uitsterven bedreigd: 1
•
niet inheems (1): 1 e: Dichtbloemige kruidkers;
Bedreigd: 4
•
inheems (1): 1 e: Steenkruidkers;
•
niet inheems (3): 1 e: Alsemambrosia, Pijlkruidkers, Zandweegbree;
Kwetsbaar: 4
•
inheems (2): 1d: Riempjes, Wilde cichorei;
•
niet inheems (2): 1 e: Witte amarant, Absintalsem;
Zeldzaam: 33
•
inheems (11): 1d: Grove varkenskers, Glad vingergras, Kaal breukkruid; 1 e: Eekhoorngras,
Stinkende kamille, Stippelganzenvoet, Harig vingergras, Gewone steenraket, Veldkruidkers, Groot
kaasjeskruid, Gewoon langbaardgras;
•
niet inheems (22): 1d: Klein liefdegras, Kleine varkenskers; 1e: Grijze mosterd, Brede lathyrus,
Ruige rupsklaver, Noorse ganzerik, Ruige rudbeckia, Oostelijk kruiskruid, Witte mosterd, Gele
wikke, Bonte wikke, Grijskruid, Doornappel, Amerikaanse kruidkers, Vaste lupine, Luzerne, Witte
honingklaver, Citroengele honingklaver, Middelste ganzerik, Rechte ganzerik, Bezemkruiskruid,
Moederkruid;
Nieuw: 25
•
inheems (3): 1e: Gele kamille (1977), Esdoornganzenvoet (1975), Smal streepzaad (1973);
•
niet inheems (22): 1e: Afrikaanse amarant (1980), Groene amarant (1987), Zandambrosia (1983),
Tweejarige alsem (1980), Gekielde dravik (1997), Welriekende ganzenvoet (1980),
Muurbloemmosterd (1987), Schijnraket (1988), Reuzenbereklauw (1980), Behaard breukkruid
(1983), Kleine honingklaver (1980), Roomse kervel (1980), Valse wingerd (1970), Kanariezaad
(1970), Bolletjesraket (1981), Glanzend kruiskruid (1994), Wilde sorgo (1986), Alexandrijnse klaver
(1979), Inkarnaatklaver (1980), Grote stekelnoot (1990), Stekende stekelnoot (1976), Late
stekelnoot (1996).
Bespreking
Bij de planten van de wegen (1d) is het aantal van de vindplaatsen van praktisch al de inheemse
soorten toegenomen. Steenkruidkers en Riempjes zijn in de tweede onderzoeksperiode elk nog op
twee plaatsen waargenomen, waar ze in de eerste periode ook voorkwamen. Er zijn geen nieuwe
meldingen meer bekend.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
29
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Van de inheemse soorten van droge ruigten (1e) zijn er 2 na 1930 niet meer waargenomen. Al de
andere taxa zijn kwantitatief toegenomen. Opvallend is wel dat er in de tweede periode 25 nieuwe
soorten aan de lijst konden toegevoegd worden.
De Akkerdravik en de Stinkende ganzenvoet zijn in Vlaanderen aangegeven als zeer sterk bedreigd
(b!!), maar niet verdwenen.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart zijn de ecotopen van deze groepen, namelijk wegen, ruigten,
enz., niet aangeduid.
30
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
C. DROGE RUIGTEN
1. Situering
Deze vegetatie bevat biotopen die (zeer) artificieel zijn. Ze sluit aan bij de vegetatie van wegen en
wegranden (vorige paragraaf). Het onderscheid tussen beide is moeilijk, omdat ze in de praktijk vaak
naast elkaar voorkomen. De ruigten liggen in de onmiddellijke omgeving van wegen, maar worden
weinig of niet betreden. Spoorwegbermen, rangeerstations, industriële gebieden, mijnterreinen en
dergelijke zijn dikwijls afgesloten, weinig toegankelijk en hun vegetatie wordt dan ook praktisch niet
betreden. De soorten van de ruigten zijn pionierplanten. Het verschil met de akkers ligt in het feit dat
eens de ruigte ‘ontstaan’ is door een of andere menselijke actie (afgraven, storten, …) de gronden niet
meer omgewoeld worden. De ruigte wordt dan door allerlei pionierplanten stelselmatig gekoloniseerd.
Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden:
•
1f: ruigten op weinig betreden, kalkrijke, niet humeuze, droge grond;
•
1g: ruigten op weinig betreden, voedselrijke, humeuze, matig droge grond.
1f
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92
zz
a-z
%
kl
kl2
se
d1
d2
Vl
T
b!
Ar
Hyoscyamus niger
Bilzekruid
1
6
3
10
zz
c
2
bed
1f
Picris echioides
Dubbelkelk
1
16
15
9
z
b
6
kw
1f
Sisymbrium officinale
Gewone raket
1
514
773
3
a
a
16
mnb
1f
Dipsacus fullonum
Grote kaardenbol
1
44
111
8
z
a
11
zz
1f
Diplotaxis tenuifolia
Grote zandkool
1
11
15
9
z
a
11
zz
1f
Agrostis gigantea
Hoog struisgras
1
1
71
8
z
a
11
zz
1f
Centaurea calcitrapa
Kalketrip
1
2
0
Verbascum phlomoides
Keizerskaars
1
1
1
10
zz
b
5
kw
1f
Diplotaxis muralis
Kleine zandkool
1
5
12
10
zz
a
10
zz
1f
Carduus nutans
Knikkende distel
1
5
3
10
zz
c
2
bed
1f
Lactuca serriola
Kompassla
1
51
116
8
z
a
11
zz
1f
Verbascum thapsus
Koningskaars
1
73
152
7
vz
a
12
zz2
1f
Marrubium vulgare
Malrove
1
11
1
10
zz
d
1
mub
1f
Verbascum blattaria
Mottenkruid
1
3
7
10
zz
a
10
zz
1f
Chenopodium murale
Muurganzenvoet
1
3
4
10
zz
a
10
zz
1f
Echium vulgare
Slangekruid
1
81
133
8
z
a
11
zz
1f
Descurainia sophia
Sofiekruid
1
5
1
10
zz
d
1
mub
1f
Verbascum densiflorum
Stalkaars
1
7
19
9
z
a
11
zz
1f
Crepis foetida
Stinkend streepzaad
1
1
1
10
zz
b
5
kw
1f
Cynoglossum officinale
Veldhondstong
1
12
12
10
zz
b
5
kw
1f
Onopordum acanthium
Wegdistel
1
3
7
10
zz
a
10
zz
1f
b
Nepeta cataria
Wild kattekruid
1
3
9
10
zz
a
10
zz
1f
b!
Reseda lutea
Wilde reseda
1
101
177
7
vz
a
12
zz2
1f
Reseda luteola
Wouw
1
43
88
8
z
a
11
zz
1f
Ar
Saponaria officinalis
Zeepkruid
1
76
113
8
z
a
11
zz
1f
Ar?
Verbascum nigrum
Zwarte toorts
1
114
184
7
vz
a
12
zz2
1f
Bromus tectorum
Zwenkdravik
1
41
46
9
z
a
11
zz
1f
Crepis setosa
Borstelstreepzaad
2
1
6
10
zz
a
10
zz
1f
Pastinaca sativa ssp, urens Brandpastinaak
2
0
5
10
zz
nw
Hesperis matronalis
Damastbloem
2
3
8
10
zz
a
10
zz
1f
Galega officinalis
Galega
2
2
4
10
zz
a
10
zz
1f
Anchusa officinalis
Gewone ossentong
2
0
1
10
zz
nw
1f
1984
Ne
Oenothera glazioviana
Grote teunisbloem
2
0
7
10
zz
nw
1f
1980
Ne
Sisymbrium altissimum
Hongaarse raket
2
33
59
9
z
a
w
1f
1f
11
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
zz
Ar
Ne
1965
+
Ar
?
b
b!! Ne
b
b!!
Ar?
Ar
?
Ne
1983
Ne
?
1f
Ne
?
31
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92
zz
a-z
%
kl
kl2
se
zz
1f
d1
d2
Vl
T
Oenothera parviflora
Kleine teunisbloem
2
7
81
8
z
a
11
Salvia verticillata
Kranssalie
2
2
6
10
zz
a
10
zz
1f
Silybum marianum
Mariadistel
Middelste
teunisbloem
2
8
2
10
zz
d
1
mub
1f
2
72
106
8
z
a
11
zz
1f
Ooievaarsbek (ve)
2
0
1
10
zz
nw
Pyreneese raket
2
3
24
9
z
a
11
zz
1f
Ne
Roedewolfsmelk
Ar?
Oenothera biennis
Geranium versicolor
Sisymbrium austriacum
ssp, chrysanthum
Euphorbia esula ssp,
tommasiniana
Ne
Ne
?
Ne
1f
2
12
16
9
z
a
11
zz
1f
Corispermum leptopterum Smal vlieszaad
2
1
3
10
zz
a
10
zz
1f
Sisymbrium loeselii
Spiesraket
2
4
3
10
zz
b
5
kw
1f
Foeniculum vulgare
Venkel
2
0
4
10
zz
nw
Camelina sativa
Zaadhuttentut
2
2
4
10
zz
a
10
zz
1f
zz
a-z
%
kl
kl2
se
Ne
1983
?
Ne
Ne
1f
1972
?
Ne
?
Ne
?
Ne
Vl
T
b
Ar
1g
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92
d1
d2
Cirsium arvense
Akkerdistel
1
884
1249
1
za
a
16
mnb
1g
Artemisia vulgaris
Bijvoet
1
804
1088
2
a
a
16
mnb
1g
Tanacetum vulgare
Chenopodium bonushenricus
Boerenwormkruid
1
669
820
3
a
a
16
mnb
1g
Brave Hendrik
1
4
0
Arctium tomentosum
Donzige klit
1
2
2
10
zz
b
5
kw
1g
Conium maculatum
Gevlekte scheerling
1
8
31
9
z
a
11
zz
1g
Arctium lappa
Grote klit
1
19
35
9
z
a
11
zz
1g
Arctium minus
Kleine klit
1
323
366
5
va
a
16
mnb
1g
Carduus crispus
Kruldistel
1
257
455
5
va
a
16
mnb
1g
Arctium pubens
Middelste klit
1
2
24
9
z
a
11
zz
1g
Campanula rapunculus
Rapunzelklokje
1
194
218
6
vz
a
12
zz2
1g
Rumex obtusifolius
Ridderzuring
1
911
1229
1
za
a
16
mnb
1g
Ballota nigra
Stinkende ballote
1
170
198
7
vz
a
12
zz2
1g
Malva alcea
Vijfdelig kaasjeskruid
1
6
19
9
z
a
11
zz
1g
Amsinckia micrantha
2
0
1
10
zz
nw
Epilobium ciliatum
Amsinckia
Beklierde
basterdwederik
2
1
234
6
vz
a
12
zz2
1g
Geranium pyrenaicum
Bermooievaarsbek
2
38
63
9
z
a
11
zz
1g
Borago officinalis
2
4
10
10
zz
a
10
zz
1g
Solidago canadensis
Bernagie
Canadese
guldenroede
2
0
46
9
z
nw
1g
1970
Lupinus luteus
Gele lupine
2
0
5
10
zz
nw
1g
1980
Guizotia abyssinica
Gingellikruid
2
2
13
10
zz
a
10
zz
1g
Mentha spicata s,l,
Groene munt
2
1
8
10
zz
a
10
zz
1g
Bunias orientalis
Grote hardvrucht
2
1
1
10
zz
b
5
kw
1g
?
Ne
Leonurus cardiaca
2
8
3
10
zz
c
2
bed
1g
b
Ar?
Fallopia japonica
Hartgespan
Japanse
duizendknoop
2
69
197
7
vz
a
12
zz2
1g
Cyperus esculentus
Knolcyperus
2
0
23
9
z
nw
Cydonia oblonga
Kwee
2
2
4
10
zz
a
Solidago gigantea
Late guldenroede
2
0
12
10
zz
nw
1g
1970
Lathyrus annuus
Erigeron annuus ssp,
septentronalis
Lathyrus (an)
2
0
2
10
zz
nw
1g
1979
Madelieffijnstraal
2
0
12
10
zz
nw
1g
1982
Armoracia rusticana
Mierikswortel
Nieuw-Nederlandse
aster
2
1
13
10
zz
a
2
0
7
10
zz
nw
Aster novi-belgii
32
w
1g
1g
1g
10
10
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
zz
zz
1968
b!!
1989
p
?
?
Ne
Ne
?
?
Ne
?
?
Ne
Ne
Ar?
Ne
1985
1g
?
Ne
?
Ne
Ne
?
Ne
Ne
1g
1g
Ne
Ne
1979
?
Ne
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92
zz
a-z
%
kl
kl2
se
11
zz
1g
10
zz
Cardaminopsis arenosa
Symphytum 'asperum'
groep
Rozetsteenkers
2
19
26
9
z
a
Ruwe smeerwortel
2
0
10
10
zz
nw
Aster lanceolatus
Smalle aster
2
1
8
10
zz
a
Rumex patientia
Spinaziezuring
2
0
23
9
z
nw
1g
Cuscuta campestris
Veldwarkruid
2
0
4
10
zz
nw
1g
Prunus virginiana
Erigeron annuus ssp,
annuus
Virginische vogelkers
2
2
1
10
zz
c
2
bed
1g
Zomerfijnstraal
2
2
2
10
zz
b
5
kw
1g
1g
d1
d2
Vl
Ne
1974
1g
Ne
?
Ne
1980
?
Ne
1983
?
Ne
?
Ne
Ne
Het Zeepkruid -afkomstig van Zuid-Europais lang ingeburgerd in onze streken.
Men vindt ze veel in de Maasvallei.
Foto: Bert BERTEN.
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 41 inheemse en 43 niet inheemse.
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddeld aantal hokken bedraagt 242 en ligt duidelijk hoger dan het algemeen gemiddelde (159).
Dit is te wijten aan het feit dat het aantal hokken van de voedselrijke ruigte (1g) zeer hoog scoort (409).
De kalkrijke ruigten (1f) scoren zeer laag (76).
Grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
•
1f: Sofiekruid (1), Malrove (1), Stinkend streepzaad (1), Keizerskaars (1), Knikkende distel (3),
Bilzekruid (3), Muurganzenvoet (4), Wegdistel (7), Mottenkruid (7), Wild kattekruid (9),
Veldhondstong (12), Kleine zandkool (12), Dubbelkelk (15), Grote zandkool (15), Stalkaars (19);
• 1g: Donzige klit (2), Vijfdelig kaasjeskruid (19).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
T
33
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Weg: 2
•
inheems (2): 1f: Kalketrip (1965); 1g: Brave Hendrik (1968);
Met uitsterven bedreigd: 3
•
inheems (2): 1f: Sofiekruid, Malrove;
•
niet inheems (1): 1f: Mariadistel;
Bedreigd: 4
•
inheems (2): 1f: Knikkende distel, Bilzekruid;
•
niet inheems (2): 1f: Virginische vogelkers ; 1g: Hartgespan;
8
Kwetsbaar: 8
•
inheems (5): 1f: Stinkend streepzaad, Veldhondstong, Keizerskaars, Dubbelkelk; 1g: Donzige klit;
•
niet inheems (3): 1f: Spiesraket, Grote hardvrucht; 1g: Zomerfijnstraal;
Zeldzaam: 37
•
inheems (18): 1f: Muurganzenvoet, Kleine zandkool, Wild kattekruid, Wegdistel, Mottenkruid, Hoog
struisgras, Zwenkdravik, Grote zandkool, Grote kaardenbol, Slangekruid, Kompassla, Wouw,
Zeepkruid, Stalkaars; 1g: Grote klit, Middelste klit, Gevlekte scheerling, Vijfdelig kaasjeskruid;
•
niet inheems (19): 1f: Zaadhuttentut, Smal vlieszaad, Borstelstreepzaad, Galega, Damastbloem,
Kranssalie, Roedewolfsmelk, Middelste teunisbloem, Kleine teunisbloem, Hongaarse raket,
Pyreneese raket; 1g: Mierikswortel, Smalle aster, Bernagie, Kwee, Gingellikruid, Groene munt,
Rozetsteenkers, Bermooievaarsbek;
Nieuw: 15
•
niet inheems (15): 1f: Gewone ossentong (1984), Venkel (1972), Ooievaarsbek (versicolor) (1983),
Grote teunisbloem (1980); 1g: Amsinckia (1989), Nieuw-Nederlandse aster(1979), Veldwarkruid
(1983), Knolcyperus (1985), Madelieffijnstraal (1982), Lathyrus (annuus) (1979), Gele lupine
(1980), Spinaziezuring (1980), Canadese guldenroede (1970), Late guldenroede (1970), Ruwe
smeerwortel (1974).
Bespreking
Bedreigde soorten vindt men bij de groep van de kalkrijke ruigten (1f), wat logisch is als men weet dat
de kalkrijke bodems in Limburg zeer weinig voorkomen (Figuur 5.5).
Kalketrip wordt vermeld bij de uitgestorven planten. Een aantal jaren geleden is ze aangetroffen op het
aan Kanne grenzend Nederlands deel van de Sint-Pietersberg. De plant bevindt zich nu nog op een
100-tal meter van de grens met Vlaanderen. Waarschijnlijk verschijnt de soort binnen enkele jaren
terug in Kanne.
In Vlaanderen is de Kalketrip ook aangegeven als verdwenen. Voor de Brave Hendrik geldt de
categorie bedreigd (b). Ook de Malrove is zeer sterk bedreigd (b!!), terwijl Sofiekruid in Vlaanderen
helemaal niet bedreigd is.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart worden de ruigten niet apart aangeduid. Deze vegetaties vindt
men aan spoorwegen, industriegebieden en dergelijke en worden op de BWK aangeduid als ui
(industriële bebouwing), kc (groeve), kg (mijnterril), ki (vliegveld), ko (stort), ks (verlaten spoorweg),
ku (ruderale vegetatie), kz (opgespoten terrein, industrieterrein).
8
Opmerking: LAMBINON et al. (1998) verwijzen in de Belgische Flora naar een mogelijke foutieve determinatie van
de Virginische vogelkers.
34
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.2 Planten van zoute milieus
Tot deze groep behoren soorten van zeeduinen, zoute wateren, schorren en contactsituaties tussen
zout en zoet milieu. In Limburg betreft het aangevoerde soorten op brakke grond.
D. ZILTE TERREINEN
1. Situering
De plantengemeenschappen van zoute milieus zijn gebonden aan het maritiem district. Deze omvat
de Vlaamse kust, het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen en de Schelde met haar oevers tot
Antwerpen. Ze komt dus in Limburg niet voor. Toch zijn er planten van het maritiem district in Limburg
aanwezig. Deze zijn gebonden aan zilte terreinen, zoals de zinkgronden aan de Geul, de steenstorten
aan de steenkoolmijnen, de fabrieksterreinen van de metaalverwerkende bedrijven en de autowegen,
als gevolg van het gebruik van strooizouten. Slechts één soort van de zeeduinen vindt men in de
Kempense landduinen (Helm).
Er worden 3 gemeenschappen weergegeven:
•
3a: stranden, zeeduinen en zandige vloedmerken;
•
3b: zoute tot sterk brakke wateren, slikken en lage schorren;
•
3c: hoge schorren en contactsituaties tussen zout en zoet milieu.
3 a, b, c
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
%
kl kl2 se
Ammophila arenaria
Helm
1
7
4
10
Salsola kali ssp, ruthenica
Zacht loogkruid
1
0
1
10
zz
c
2 bed 3a
zz
nw
Leymus arenarius
Zandhaver
1
1
10
10
zz
a
10 zz
3a
Puccinellia distans
Stomp kweldergras
1
3
11
10
zz
a
10 zz
3b
Spergularia marina
Zilte schijnspurrie
1
Aster tripolium
Zulte
1
0
1
10
zz
nw
1
5
10
zz
a
Cochlearia danica
Deens lepelblad
Scirpus maritimus
Heen
1
0
201
7
vz
nw
1
17
16
9
zz
b
6 kw
3c
Plantago coronopus
Hertshoornweegbree
1
10
7
10
zz
b
5 kw
3c
Carex distans
Zilte zegge
1
0
0
LB
40-'70 70-'92 zz
a-z
d1
3a
1992 b
3b
3c
lw
Vl T
1991 b
3b
10 zz
d2
3c
1997
1900
b
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 10 inheemse soorten
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 22.2 – 3a: 5, 3b: 5 en 3c: 56 - en ligt veel lager dan het algemene gemiddelde
(159). Dit wordt verklaard door het feit dat die soorten ecologisch wel aan de kust, maar niet in
Limburg thuishoren.
De grootste zeldzaamheden zijn:
• 3a: Zacht loogkruid (1), Helm (4);
• 3b: Zilte schijnspurrie (1), Zulte (5), Stomp kweldergras (10);
• 3c: Hertshoornweegbree (7), Heen (16).
Tussen haakjes wordt het aantal kilometerhokken vermeld.
Enkel het Deens lepelblad is (op dit ogenblik) niet zeldzaam en komt al in 201 hokken voor. Men stelt
de laatste tijd ook een toename van de Hertshoornweegbree vast.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
35
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Zandhaver is een maritieme plant. Aan de
kust is ze algemeen in de zeeduinen.
In de landduinen van de Kempen is ze zeer
zeldzaam (Lommel-Balen).
Foto: Bert BERTEN.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: 1
•
inheems (1): 3c: Zilte zegge (<1900);
Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 1
•
inheems (1): 3a: Helm;
Kwetsbaar: 2
•
inheems (2): 3c: Hertshoornweegbree, Heen;
Zeldzaam: 3
•
inheems (3): 3a: Zandhaver, 3b: Zulte, 3c: Stomp kweldergras;
Nieuw: 3
•
inheems (3): 3a: Zacht loogkruid (1991), 3b: Zilte schijnspurrie (1992), 3c: Deens lepelblad (1997).
36
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Bespreking
Zilte zegge werd na 1900 niet meer aangetroffen. Blijkbaar groeide de plant ook op zinkgronden.
Van deze groep is er één soort bedreigd: Helm.
Al de rest is nieuw of gebonden aan industries of autowegen.
Men constateert dat er een sterke uitbreiding is van zowel Deens lepelblad als van Hertshoornweegbree.
In Vlaanderen zijn Zilte zegge, Zacht loogkruid en Zilte schijnspurrie aangegeven als bedreigd (b).
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart worden dergelijke zilte milieus niet weergegeven. In de praktijk
zijn ze in Limburg gebonden aan de volgende ‘milieus’, die wel op de kaart staan aangeduid:
industriële bebouwing (ui), opgespoten terreinen, industrieterreinen (kz) en autowegen.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
37
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.3 Planten van zoete waters en oevers
Deze groepering bevat de vegetatie van de open waters en de aangrenzende biotopen. Deze laatste
kunnen bestaan uit kruidige vegetaties (moerassen, natte ruigten), uit struweel of uit bomen
(bronbossen).
In open water treft men verschillende plantengemeenschappen aan. Enerzijds kunnen het zwevende
plantjes zijn, zoals Klein kroos of diepwortelende grote kruiden zoals de Witte waterlelie. Anderzijds
zijn een aantal fysische en chemische factoren bepalend voor de ‘samenstelling’ van de vegetatie,
zoals onder andere: de waterdiepte, de aanwezige golfslag, de voedselrijkdom, de zuurtegraad, de
aanwezigheid van (rottings)slib, de verontreinigingen, enz. De watervegetaties worden ingedeeld aan
de hand van het criterium “voedselrijkdom”.
Als gevolg van de verlanding van die open waters ontstaan moerassen. Deze kunnen ook opduiken
op natte gronden grenzend aan deze wateren. In een later stadium worden deze kruidige vegetaties in
de omgeving van open waters omgevormd tot natte ruigten, struwelen of (bron)bossen.
E. VOEDSELRIJKE WATERS
1. Situering
Men maakt een onderscheid tussen stromende en stilstaande waters. In de beken en de rivieren ligt
de diversiteit aan planten beduidend lager dan in stilstaande waters. De aanwezige kruiden dienen,
om hier te overleven, over een stevig wortelgestel te beschikken. Schedefonteinkruid en Vlottende
waterranonkel kunnen wel gemakkelijk gedijen in snelstromende beken. Veel rivieren hebben echter
een beduidend slechte waterkwaliteit zodat er nog weinig planten aanwezig zijn. De soort die het
langst standhoudt is Schedefonteinkruid. Men kan ze bijna in elke beek van Zuid-Limburg aantreffen.
Stilstaande waters zijn het soortenrijkst. In Limburg zijn er veel vijvers (vooral in Midden-Limburg) voor
visvangst of viskweek. In elke vallei in de noordelijke helft van Limburg vindt men bij elk
weekendverblijf een gegraven vijver. Ook de grachten rekent men bij stilstaande waters. In de
omgeving van de woningen zijn ze, omwille van de lozing van huishoudelijk afvalwater, vaak
verontreinigd en soortenarm of enkel begroeid met wieren. Tot slot zijn er de Kempense zand- en de
Maaslandse grindgroeven die worden gerekend tot de diepe plassen. Deze groeven bevatten zeer
weinig waterplanten. Dit is niet te wijten aan de waterkwaliteit, maar wel aan de diepte van de plassen.
Enkel de drijvende planten kan men hier waarnemen.
Er wordt één plantengemeenschap weergegeven:
•
4a: zoete tot matig brakke, (matig) voedselrijke waters (overwegend obligate waterplanten).
4a
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
Myriophyllum spicatum
Aarvederkruid
1
Lemna gibba
Bultkroos
Potamogeton perfoliatus
Doorgroeid fonteinkruid
Potamogeton natans
40-'70 70-'92
zz
a-z
%
kl
kl2
se
zz
4a
d1
d2
Vl T
18
31
9
z
a
11
1
5
11
10
zz
a
10
zz
4a
1
13
8
10
zz
c
2
bed
4a
Drijvend fonteinkruid
1
125
126
8
z
b
6
kw
4a
Potamogeton crispus
Gekroesd fonteinkruid
1
65
85
8
z
a
11
zz
4a
Nuphar lutea
Gele plomp
1
68
61
9
z
b
6
kw
4a
Callitriche brutia
Gesteeld sterrenkroos
1
0
28
9
z
nw
Callitriche platycarpa
Gewoon sterrenkroos
1
3
30
9
z
a
11
zz
4a
Potamogeton lucens
Glanzig fonteinkruid
1
12
9
10
zz
b
5
kw
4a
Ceratophyllum demersum Grof hoornblad
1
25
57
9
z
a
11
zz
4a
Utricularia vulgaris
Groot blaasjeskruid
1
18
24
9
z
a
11
zz
4a
b!
Najas marina
Groot nimfkruid
1
0
5
10
zz
nw
4a
1985 b
Ranunculus peltatus
Grote waterranonkel
1
95
83
8
z
b
6
kw
4a
Callitriche hamulata
Haaksterrenkroos
1
6
35
9
z
a
11
zz
4a
Potamogeton trichoides
Haarfonteinkruid
1
13
35
9
z
a
11
zz
4a
38
4a
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
b!
1980
b!
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
zz
a-z
%
kl
kl2
se
20
9
z
c
4
bed
4a
40-'70 70-'92
Hydrocharis morsus-ranae Kikkerbeet
1
48
Potamogeton berchtoldii
Klein fonteinkruid
1
6
15
9
z
a
11
zz
4a
Lemna minor
Klein kroos
1
320
432
5
va
a
16
mnb
4a
Najas minor
Klein nimfkruid
1
0
0
Ranunculus trichophyllus
Kleine waterranonkel
lw
d1
4a 1900
d2
Vl T
p
+
1
4
11
10
zz
a
10
zz
4a
Myriophyllum verticillatum Kransvederkruid
Langstengelig
Potamogeton praelongus fonteinkruid
1
4
3
10
zz
b
5
kw
4a
b
1
0
0
4a 1900
+
Utricularia australis
Loos blaasjeskruid
Middelste
waterranonkel
1
1
14
9
z
a
11
zz
4a
p
1
2
27
9
z
a
11
zz
4a
Paarbladig fonteinkruid
Penseelbladige
waterranonkel
1
2
8
10
zz
a
10
zz
4a
b
Ranunculus aquatilis
Groenlandia densa
Ranunculus penicillatus
lw
1
2
1
10
zz
c
2
bed
4a
b
Potamogeton compressus Plat fonteinkruid
1
7
2
10
zz
d
1
mub
4a
b
Potamogeton friesii
Puntig fonteinkruid
1
0
0
4a 1900
p
Lemna trisulca
Puntkroos
1
43
42
9
z
b
6
kw
Potamogeton nodosus
Rivierfonteinkruid
1
0
2
10
zz
nw
Potamogeton pectinatus
Schedefonteinkruid
1
38
71
8
z
a
11
zz
Potamogeton acutifolius
Spits fonteinkruid
1
0
1
10
zz
nw
Ranunculus circinatus
Stijve waterranonkel
1
3
14
9
z
a
11
zz
4a
Potamogeton obtusifolius
1
3
28
9
z
a
11
zz
4a
Callitriche obtusangula
Stomp fonteinkruid
Stomphoekig
sterrenkroos
1
2
7
10
zz
a
10
zz
4a
Potamogeton pusillus
Tenger fonteinkruid
1
16
21
9
z
a
11
zz
4a
Spirodela polyrrhiza
Veelwortelig kroos
1
22
20
9
z
b
6
kw
4a
Polygonum amphibium
1
261
463
5
va
a
16
mnb
4a
Ranunculus fluitans
Veenwortel
Vlottende
waterranonkel
1
15
21
9
z
a
11
zz
4a
b!
Nymphoides peltata
Watergentiaan
1
0
6
10
zz
nw
4a
1972 b!
Hottonia palustris
Waterviolier
1
77
69
8
z
b
6
kw
4a
Nymphaea alba
Witte waterlelie
1
72
68
9
z
b
6
kw
4a
Wolffia arrhiza
Wortelloos kroos
1
3
0
Zannichellia palustris
Zannichellia
1
3
18
9
z
a
11
zz
4a
Elodea canadensis
Brede waterpest
2
99
77
8
z
b
6
kw
4a
Ne
Lemna minuta
Dwergkroos
2
0
18
9
z
nw
4a
1983 ? Ne
Azolla filiculoides
Grote kroosvaren
2
0
7
10
zz
nw
4a
1985 b Ne
Elodea nuttallii
Smalle waterpest
2
12
39
9
z
a
4a
Ne
lw
4a
4a
4a
w
4a 1950
11
zz
1979 b!
4a
1990 b
p
b!
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 44 inheemse en 4 niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 45 en ligt veel lager dan het algemene gemiddelde (159).
De grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
•
4a: Spits fonteinkruid (1), Penseelbladige waterranonkel (1), Plat fonteinkruid (2),
Rivierfonteinkruid (2), Kransvederkruid (3), Groot nimfkruid (5), Watergentiaan (6), Stomphoekig
sterrenkroos (7), Doorgroeid fonteinkruid (8), Paarbladig fonteinkruid (8), Glanzig fonteinkruid (9),
Bultkroos (11), Kleine waterranonkel (11), Stijve waterranonkel (14), Loos blaasjeskruid (14), Klein
fonteinkruid (15), Zannichellia (18), Kikkerbeet (20) en Veelwortelig kroos (20).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
39
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
De frequentie van Kikkerbeet is met meer dan de helft verminderd.
Foto: Bert BERTEN.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: 3
•
inheems (3): Klein nimfkruid (<1900), Puntig - en Langstengelig fonteinkruid (<1900);
Weg: •
inheems (1): Wortelloos kroos (1950)
Met uitsterven bedreigd: 1
•
inheems (1): Plat fonteinkruid;
Bedreigd: 3
•
inheems (3): Doorgroeid fonteinkruid, Penseelbladige waterranonkel, Kikkerbeet;
Kwetsbaar: 10
•
inheems (9): Kransvederkruid, Glanzig fonteinkruid, Waterviolier, Puntkroos, Gele plomp, Witte
waterlelie, Drijvend fonteinkruid, Grote waterranonkel, Veelwortelig kroos;
•
niet inheems (1): Brede waterpest;
Zeldzaam: 21
•
inheems (20): Stomphoekig sterrenkroos, Paarbladig fonteinkruid, Bultkroos, Kleine
waterranonkel, Haaksterrenkroos, Gewoon sterrenkroos, Grof hoornblad, Aarvederkruid, Klein -,
Gekroesd -, Stomp -, Schede-, Tenger -, Haarfonteinkruid, Middelste -, Stijve -, Vlottende
waterranonkel, Loos -, Groot blaasjeskruid, Zannichellia;
•
niet inheems (1): Smalle waterpest;
Nieuw: 7
•
inheems (5):Gesteeld sterrenkroos (1980), Groot nimfkruid (1985), Watergentiaan (1972), Spits
fonteinkruid (1990), Rivierfonteinkruid (1979);
•
niet inheems (2): Grote kroosvaren (1985), Dwergkroos (1983).
40
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Bespreking
Praktisch al de waterplanten zijn zeldzaam. Enkel het Klein kroos en de Veenwortel komen veel voor.
Uiteraard heeft de minder goede kwaliteit van de waters daar veel mee te maken. Bovendien worden
inventarisaties van vijvers en stromende waters ook zelden grondig uitgevoerd.
In Vlaanderen zijn Klein nimfkruid en Langstengelig fonteinkruid ook verdwenen. Het Puntig
fonteinkruid is aangegeven als potentiëel bedreigd (p) en het Wortelloos kroos als sterk bedreigd (b!).
De in Limburg (sterk) bedreigde planten zijn in Vlaanderen ook bedreigd. Enkel Kikkerbeet is er minder
zeldzaam.
Er dient opgemerkt te worden dat niet alle waarnemingen van Veenwortel van voedselrijke waters zijn.
Veenwortel komt tegenwoordig meer op akkers en vergelijkbare biotopen voor dan in water.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart worden de rivieren en de grachten niet aangeduid. De
stilstaande voedselrijke waters worden als ae (vijvers) of als ap (zand- en grindgroeven) aangeduid.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
41
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
F. VOEDSELARME WATERS
1. Situering
Deze groep bevat de planten van waters in zandige streken. Het zijn vennen, plassen of vijvers met
voedselarm water. Deze waterpartijen worden voornamelijk gevoed door neerslagwater en afstromend
oppervlaktewater. Het water is in mindere of meerdere mate gebufferd, naargelang er een invloed van
mineralenrijker grondwater is. Meestal zijn deze waterpartijen ondiep.
Ook tot deze vegetatie rekent men de pionierplanten van open, vochtige grond. Deze gemeenschap
ontwikkelt zich op de bodem van drooggevallen voedselarme waters. Voorwaarden voor de
ontwikkeling van de typische vegetatie zijn het voedselarme water en een open, mineraal (zandig)
substraat, waar zich geen veen heeft gevormd en waar er weinig of geen slib aanwezig is. Deze
omstandigheden komen echter nog zelden voor, waardoor ook de daaraan verbonden soorten
zeldzaam zijn.
Tegenwoordig zijn vennen verzuurd en geëutrofieerd. De meeste vijvers worden gevoed door
voedselrijk water uit beken en grachten. Vijvers, die gebruikt worden voor hengelsport of voor
viskweek, zijn nog eens extra belast door het gebruik van meststoffen en/of door de hoge
concentraties bodemwoelende vissen. De typische pionierssoorten krijgen in dergelijke vijvers niet de
kans zich te ontwikkelen, omdat de waterstand in de vijvers constant hoog wordt gehouden. Trouwens
is in de meeste stilstaande waters de vijverbodem venig en/of bedekt met een laag (rottings)slib.
Voedselarme wateren zijn beperkt tot de arme zandgronden en in gebieden waar door regelmatige
drooglegging van de plassen het slib verdroogt of verwijderd wordt op een natuurlijke manier of door
beheer.
Men onderscheidt 2 gemeenschappen:
•
4b: zoete, voedselarme waters en de periodiek droogvallende oevers daarvan;
•
2c: open, matig voedselrijke tot voedselarme, vochtige grond.
4b
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
kl2 se
d1
d2
Vl T
Utricularia ochroleuca
Bleekgeel blaasjeskruid
1
0
0
lw
4b 1895
Ranunculus tripartitus
Driedelige waterranonkel
1
0
0
lw
4b 1930
Elatine triandra
Drietallig glaskroos
1
0
7
10
zz
nw
4b
1987 b
Sparganium angustifolium Drijvende egelskop
1
0
2
10
zz
nw
4b
1978 b
Luronium natans
Drijvende waterweegbree
1
22
19
9
z
b
6
kw
4b
p
Potamogeton polygonifolius Duizendknoopfonteinkruid
1
84
120
8
z
a 11
zz
4b
p
Elatine hexandra
Gesteeld glaskroos
1
13
35
9
z
a 11
zz
4b
b!
Utricularia minor
Klein blaasjeskruid
1
24
22
9
z
b
kw
4b
b
Elatine hydropiper
Klein glaskroos
1
0
23
9
z
nw
4b
1985 b
Callitriche palustris
Klein sterrenkroos
1
0
25
9
z
nw
4b
1986 p
Isoetes echinospora
Kleine biesvaren
1
4
3
10
zz
b
5
kw
4b
b
Sparganium natans
Kleinste egelskop
1
12
11
10
zz
b
5
kw
4b
p
Juncus bulbosus
Baldellia ranunculoides
ssp, repens
Knolrus
Kruipende
moerasweegbree
1
166
195
7
vz
a 12 zz2 4b
1
10
13
10
zz
a 10
zz
4b
Hypericum elodes
Moerashertshooi
1
31
38
9
z
a 11
zz
4b
p
Deschampsia setacea
Moerassmele
1
18
5
10
zz
d
1 mub 4b
b!
Eleocharis acicularis
Naaldwaterbies
1
22
38
9
z
a 11
zz
4b
p
Littorella uniflora
1
19
14
9
z
b
6
kw
4b
b
Apium inundatum
Oeverkruid
Ondergedoken
moerasscherm
1
12
9
10
zz
b
5
kw
4b
b!
Potamogeton gramineus
Ongelijkbladig fonteinkruid
1
6
6
10
zz
b
5
kw
4b
b!
Pilularia globulifera
Pilvaren
1
11
18
9
z
a 11
zz
4b
p
Utricularia intermedia
Plat blaasjeskruid
1
3
2
10
zz
c
bed 4b
b!!
Subularia aquatica
Priemkruid
1
?
0
42
6
2
w
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
4b 1942
+
+
b!
+
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
kl2 se
a 10
zz
d1
d2
Potamogeton alpinus
Rossig fonteinkruid
Baldellia
ranunculoides
ssp, ranunculoides
Stijve moerasweegbree
1
2
4
10
zz
1
12
7
10
zz
c
Myriophyllum alternifolium Teer vederkruid
1
0
3
10
zz
nw
Eleocharis multicaulis
Veelstengelige waterbies
1
39
44
9
z
a 11
zz
4b
Scirpus fluitans
Vlottende bies
1
31
39
9
z
a 11
zz
4b
Lobelia dortmanna
Waterlobelia
1
12
5
10
zz
c
2
Ranunculus ololeucos
Witte waterranonkel
1
7
2
10
zz
d
1 mub 4b
Juncus foliosus
Gestreepte rus
2
0
13
10
zz
nw
4b
1984 p Ne
Nymphaea candida
Noordelijke waterlelie
2
0
3
10
zz
nw
4b
1978 ? Ne
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
kl2 se
2
4b
Vl T
b!!
bed 4b
b!
4b
1979 b
bed 4b
b!!
b!
2c
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
d1
d2
Vl T
Gnaphalium luteoalbum
Bleekgele droogbloem
1
18
26
9
z
a 11
zz
2c
Scirpus setaceus
Borstelbies
1
23
50
9
z
a 11
zz
2c
Cyperus fuscus
Bruin cypergras
1
5
8
10
zz
a 10
zz
2c
b
Carex bohemica
Cyperzegge
1
0
0
2c 1890
+
Cicendia filiformis
Draadgentiaan
1
7
4
10
zz
c
Carex scandinavica
Duindwergzegge
1
1
2
10
zz
a 10
Centunculus minimus
Dwergbloem
1
2
0
Radiola linoides
Dwergvlas
1
3
1
10
zz
d
Eleocharis ovata
Eivormige waterbies
1
5
14
9
z
a 11
zz
2c
Centaurium pulchellum
Fraai duizendguldenkruid
1
7
5
10
zz
b
kw
2c
Cyperus flavescens
Plantago major ssp,
intermedia
Geel cypergras
1
0
0
Getande weegbree
1
4
47
Gypsophila muralis
Gipskruid
1
1
0
Illicebrum verticillatum
Grondster
1
16
Montia minor
Klein bronkruid
1
Polygonum minus
Kleine duizendknoop
1
Lythrum hyssopifolia
Kleine kattenstaart
Juncus capitatus
Delia segetalis
lw
2
bed 2c
zz
w
2c
2c 1963
1 mub 2c
5
lw
2c 1900
a 11
zz
b!!
?
b!!
b!
b
+
9
z
2c 1968
+
11
10
zz
b
5
kw
2c
b
40
46
9
z
a 11
zz
2c
32
57
9
z
a 11
zz
2c
1
1
2
10
zz
a 10
zz
2c
?
Koprus
1
?
0
w
2c 1945
+
Korenschijnspurrie
1
?
0
w
2c 1940
+
Hypericum humifusum
Liggend hertshooi
1
59
123
8
Potentilla supina
Liggende ganzerik
1
1
1
Gnaphalium uliginosum
Moerasdroogbloem
1
289
509
Crassula tillaea
Mosbloempje
1
0
0
Myosurus minimus
Muizenstaart
1
5
24
9
z
a 11
Spergularia rubra
Rode schijnspurrie
1
93
151
7
vz
a 12 zz2 2c
Sagina nodosa
Sierlijke vetmuur
1
0
0
Limosella aquatica
Slijkgroen
1
0
4
10
zz
Sagina apetala ssp, erecta Tengere vetmuur (er)
1
9
44
9
z
a 11
Lythrum portula
Waterpostelein
1
53
98
8
z
a 11
Juncus tenageia
Wijdbloeiende rus
1
3
2
10
zz
c
Lindernia procumbens
Liggende lindernia
2
0
1
10
zz
nw
2c
1995 ? Ne
Lindernia dubia
Schijngenadekruid
2
0
2
10
zz
nw
2c
1993 ? Ne
w
2c
z
a 11
zz
2c
10
zz
b
kw
2c
4
va
a 16 mnb 2c
5
lw
2c 1863
zz
lw
2c 1930
2c
zz
2c
zz
2c
bed 2c
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
+
2c
nw
2
b!
b
b
1982 b!
b!!
43
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 60 inheemse en 4 niet inheemse.
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 32 (2c: 40 en 4b: 23) en ligt veel lager dan het algemeen gemiddelde (159).
De grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
•
2c: Dwergvlas (1), Liggende ganzerik (1), Wijdbloeiende rus (2), Kleine kattenstaart (2),
Duindwergzegge (2), Slijkgroen (4), Draadgentiaan (4), Fraai duizendguldenkruid (5), Bruin
cypergras (8), Grondster (11), Eivormige waterbies (14);
• 4b: Witte waterranonkel (2), Plat blaasjeskruid (2), Drijvende egelskop (2), Teer vederkruid (3),
Kleine biesvaren (3), Rossig fonteinkruid (4), Moerassmele (5), Waterlobelia (5), Ongelijkbladig
fonteinkruid (6), Drietallig glaskroos (7), Stijve moerasweegbree (7), Ondergedoken
moerasscherm (9), Kleinste egelskop (11), Kruipende moerasweegbree (13), Oeverkruid (14),
Pilvaren (18), Drijvende waterweegbree (19).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Waterlobelia komt voor in vennen met een
‘kale’, zuivere zandbodem.In Limburg is dat
beperkt tot enkele vennen.
Foto: Jan GABRIELS.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: 6
•
Inheems (6): 2c: Cyperzegge (1890), Mosbloempje (1863), Geel cypergras (<1900), Sierlijke
vetmuur (1930); 4b: Driedelige waterranonkel (1930), Bleekgeel blaasjeskruid (1895);
Weg: 5
•
Inheems (5): 2c: Dwergbloem (1963), Gipskruid (1968), Koprus (1945), Korenschijnspurrie (1940);
4b: Priemkruid (1942);
44
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Met uitsterven bedreigd: 3
•
inheems (3): 2c: Dwergvlas; 4b: Moerassmele, Witte waterranonkel;
Bedreigd: 5
•
inheems (5): 2c: Draadgentiaan, Wijdbloeiende rus; 4b: Stijve moerasweegbree, Waterlobelia, Plat
blaasjeskruid;
Kwetsbaar: 10
•
inheems (10): 2c: Fraai duizendguldenkruid, Grondster, Liggende ganzerik; 4b: Ondergedoken
moerasscherm, Kleine biesvaren, Ongelijkbladig fonteinkruid, Kleinste egelskop, Oeverkruid,
Drijvende waterweegbree, Klein blaasjeskruid;
Zeldzaam: 21
•
inheems (21): 4b: Kruipende moerasweegbree, Rossig fonteinkruid, Gesteeld glaskroos,
Naaldwaterbies, Veelstengelige waterbies, Moerashertshooi, Pilvaren, Duizendknoopfonteinkruid,
Vlottende bies, Duindwergzegge, Bruin cypergras, Kleine kattenstaart, Eivormige waterbies,
Bleekgele droogbloem, Liggend hertshooi, Waterpostelein, Klein bronkruid, Muizenstaart, Tengere
vetmuur, Borstelbies, Kleine duizendknoop;
Nieuw: 10
•
inheems (6): 4b: Klein sterrenkroos (1986), Klein glaskroos (1985), Drietallig glaskroos (1987),
Teer vederkruid (1979), Drijvende egelskop (1978); 2c: Slijkgroen (1982);
•
niet inheems (4): 4b: Gestreepte rus (1984), Noordelijke waterlelie (1978); 2c: Schijngenadekruid
(1993), Liggende lindernia (1995).
Bespreking
Praktisch alle soorten van deze groep zijn dus Rode-Lijstsoorten. Enkel de Moerasdroogbloem (2c)
komt in meer dan 500 hokken voor en is momenteel niet bedreigd. De Rode schijnspurrie (2c) en de
Knolrus (4b) zijn nog zeldzaam (klasse 12: zz2), maar zijn toch waargenomen in meer dan 150
hokken. De rest van de soorten is zeer kwetsbaar.
Van de 11 verdwenen soorten van Limburg zijn er in Vlaanderen 9 niet meer waargenomen. De
Sierlijke vetmuur is er bedreigd (b) en de Dwergbloem zeer sterk bedreigd (b!!). De in Limburg sterk
bedreigde planten zijn dat ook in Vlaanderen. Van de in Vlaanderen bedreigd aangegeven soorten
komt enkel de Rode schijnspurrie in Limburg nog veel voor.
Opmerking: Moerasdroogbloem heeft een veel bredere ecologische amplitude. LAMBINON et al.
(1998) geven aan dat de plant niet alleen kan voorkomen op vijveroevers en in drooggevallen plassen,
maar ook op natte wegen en akkers.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart is deze vegetatie weergegeven bij de voedselarme waters (ao,
aom).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
45
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
G. MOERASSEN
1. Situering
Deze groep bevat de plantengemeenschappen van verlandingsvegetaties van stilstaande of
stromende waters. Ook de pionierplanten van de natte gronden in de omgeving van die waters
worden hierbij besproken.
Deze vegetaties grenzen aan vijvers, plassen, grachten, beken, rivieren enz. die alle voedselrijk water
bevatten. Deze groeiplaatsen kunnen op een natuurlijke of op een artificiële wijze ontstaan.
Moerassen ontstaan in overstromingsgebieden van beken en rivieren, op plaatsen met een hoge
grondwaterstand en/of waar het oppervlaktewater niet of onvoldoende kan afstromen.
Ook menselijke activiteiten creëren zulke biotopen. Als gevolg van het graven van grachten, poelen,
plassen,… , van het onderhoud (al dan niet mechanisch) van de rivieren, van het aanleggen van dijken
in vijvergebieden en van het droogvallen van vijvers en grachten worden gronden omgewoeld en
ontstaan er natte, kale bodems. In eerste instantie koloniseren de pionierplanten de naakte bodem.
Als de bodem open blijft, handhaaft zich de pioniervegetatie, anders raakt de bodem (en de plas)
begroeid met verlandingsvegetaties.
Tot deze groep rekent men ook natte grazige plaatsen, waar er zich sterk wisselvallige milieuomstandigheden kunnen voordoen als gevolg van de aanvoer van kwelwater of van een overstroming.
Er zijn 4 gemeenschappen:
•
2a: relatief voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk
fluctuerende milieu-omstandigheden;
•
2b: open, voedsel- (speciaal stikstof-)rijke natte grond;
•
4c: verlandingsvegetaties in zoete, matig voedselrijke, stagnerende of lichtstromende,
ondiepe tot diepe waters; dikwijls veenvormend;
•
4d: verlandingsvegetaties in zoete, voedselrijke, stromende of periodiek droogvallende
waters; niet veenvormend.
2a
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
Trifolium fragiferum
Aardbeiklaver
1
Rorippa sylvestris
Akkerkers
Mentha arvensis
Trifolium hybridum ssp,
hybridum
Akkermunt
Ranunculus sardous
a-z
%
kl
kl2
se
z
b
6
kw
2a
d1
d2
Vl
18
15
9
1
75
125
8
z
a
11
zz
2a
1
170
251
6
vz
a
12
zz2
2a
Basterdklaver
1
175
215
6
vz
a
12
zz2
2a
Behaarde boterbloem
1
230
268
6
vz
a
12
zz2
2a
Inula brittannica
Engelse alant
1
6
4
10
zz
c
2
bed
2a
Agrostis stolonifera
Fioringras
1
351
497
4
va
a
16 mnb 2a
Alopecurus geniculatus
Geknikte vossenstaart
1
190
270
6
vz
a
12
zz2
Gratiola officinalis
Genadekruid
1
0
1
10
zz
nw
Pulicaria dysenterica
Heelblaadjes
1
193
245
6
vz
a
12
zz2
2a
Rumex conglomeratus
Kluwenzuring
1
193
266
6
vz
a
12
zz2
2a
Ranunculus repens
Kruipende boterbloem
1
1032
1365
1
za
a
16 mnb 2a
Rumex crispus
Krulzuring
1
490
812
3
a
a
16 mnb 2a
Equisetum palustre
Lidrus
1
455
466
5
va
a
16 mnb 2a
Lysimachia nummularia
Penningkruid
1
419
453
5
va
a
16 mnb 2a
Juncus effusus
Pitrus
1
758
1044
2
a
a
16 mnb 2a
Juncus compressus
Platte rus
1
18
20
9
z
a
11
zz
2a
p
Mentha pulegium
Polei
1
1
2
10
zz
a
10
zz
2a
b!!
Festuca arundinacea
Rietzwenkgras
1
304
451
5
va
a
16 mnb 2a
Odontites vernus
Rode ogentroost
1
164
141
7
vz
b
9
Carex hirta
Ruige zegge
1
332
367
5
va
a
16 mnb 2a
46
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
?
b!
2a
2a
kw2
T
2a
2000
+
Ar?
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Poa trivialis
Ruw beemdgras
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
kl2
se
1
252
351
5
va
a
16 mnb 2a
Deschampsia cespitosa
Ruwe smele
Trifolium hybridum ssp,
elegans
Slanke klaver
1
375
462
5
va
a
16 mnb 2a
1
0
5
10
zz
nw
Eleocharis uniglumis
Slanke waterbies
1
0
1
10
zz
nw
Juncus tenuis
Tengere rus
1
427
453
5
va
a
16 mnb 2a
Veronica serpyllifolia
Tijmereprijs
1
107
174
7
vz
a
12
zz2
2a
Carex cuprina
Valse voszegge
1
42
77
8
z
a
11
zz
2a
Leontodon autumnalis
Vertakte leeuwentand
1
500
674
4
va
a
16 mnb 2a
Potentilla reptans
Vijfvingerkruid
1
211
258
6
vz
a
12
Trifolium repens
Mentha suaveolens +
hybriden
Witte klaver
1
732
947
2
a
a
16 mnb 2a
Witte munt + hybriden
1
166
171
7
vz
a
12
zz2
2a
Juncus inflexus
Zeegroene rus
1
156
178
7
vz
a
12
zz2
2a
Potentilla anserina
Zilverschoon
1
582
726
3
a
a
16 mnb 2a
Juncus articulatus
Zomprus
1
151
199
7
vz
a
12
zz2
2a
Myosotis cespitosa
Zompvergeet-mij-nietje
1
61
67
9
z
a
11
zz
2a
Rorippa austriaca
Oostenrijkse kers
2
4
5
10
zz
a
10
zz
2a
Trifolium resupinatum
Perzische klaver
2
0
3
10
zz
nw
40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
5
va
a
16 mnb 2b
12
zz2
d1
d2
2a
1980
2a
1983
Vl
T
?
Ne
2a
Ne
2a
1980
?
Ne
kl2 se d1
d2
Vl
T
1987
b!!
2b
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
Ranunculus sceleratus
Beklierde
duizendknoop
Blaartrekkende
boterbloem
1
149
254
6
vz
a
Ludwigia palustris
Echt waterlepeltje
1
0
3
10
zz
nw
Rumex maritimus
Goudzuring
1
18
25
9
z
a
11
Juncus bufonius
Greppelrus
1
433
621
4
va
a
16 mnb 2b
Pulicaria vulgaris
Klein vlooienkruid
1
4
5
10
zz
a
10
zz
2b
Bidens cernua
1
56
78
8
z
a
11
zz
2b
Apium repens
Knikkend tandzaad
Kruipend
moerasscherm
1
1
1
10
zz
b
5
kw
2b
Senecio congestus
Moerasandijvie
1
28
7
10
zz
d
1
Rorippa islandica
Moeraskers
1
193
442
5
va
a
16 mnb 2b
Rumex palustris
Moeraszuring
1
6
41
9
z
a
11
zz
2b
Leersia oryzoides
Rijstgras
1
16
12
10
zz
b
5
kw
2b
Chenopodium rubrum
Rode ganzenvoet
1
25
89
8
z
a
11
zz
2b
Alopecurus aequalis
Rosse vossenstaart
1
44
72
8
z
a
11
zz
2b
Bidens tripartita
Veerdelig tandzaad
1
248
331
6
vz
a
12
zz2 2b
Catabrosa aquatica
Watergras
1
11
9
10
zz
b
5
kw
Myosoton aquaticum
Watermuur
1
254
425
5
va
a
16 mnb 2b
Polygonum hydropiper
Waterpeper
1
413
573
4
va
a
16 mnb 2b
Polygonum mite
Zachte duizendknoop
1
33
95
8
z
a
11
zz
2b
Chenopodium glaucum
Zeegroene ganzenvoet
1
17
26
9
z
a
11
zz
2b
Ar
Bidens connata
Smal tandzaad
2
13
44
9
z
a
11
zz
2b
Ne
Bidens frondosa
Zwart tandzaad
2
64
97
8
z
a
11
zz
2b
Ne
Polygonum lapathifolium
1
220
401
zz2 2b
2b
zz
2b
b!!
b!!
mub 2b
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2b
b!
b
47
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
4c
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
kl2
se
Carex vesicaria
Blaaszegge
1
78
54
9
z
b
6
kw
4c
Scutellaria galericulata
1
113
159
7
vz
a
12
zz2
4c
Epilobium obscurum
Blauw glidkruid
Donkergroene
basterdwederik
1
12
39
9
z
a
11
zz
4c
Cladium mariscus
Galigaan
1
13
8
10
zz
c
2
bed
4c
Iris pseudacorus
Gele lis
1
500
620
4
va
a
16
mnb
4c
Ranunculus lingua
Grote boterbloem
1
10
3
10
zz
d
1
mub
4c
Sparganium erectum
Grote egelskop
1
185
308
6
vz
a
12
zz2
4c
Typha latifolia
Grote lisdodde
1
241
403
5
va
a
16
mnb
4c
Sium latifolium
Grote watereppe
1
17
4
10
zz
d
1
mub
4c
Calamagrostis canescens
Hennegras
1
154
203
7
vz
a
12
zz2
4c
Carex pseudocyperus
Hoge cyperzegge
1
50
62
9
z
a
11
zz
4c
Equisetum fluviatile
Holpijp
1
290
317
6
vz
a
12
zz2
4c
Acorus calamus
Kalmoes
1
61
70
8
z
a
11
zz
4c
Typha angustifolia
Kleine lisdodde
1
58
72
8
z
a
11
zz
4c
Glyceria maxima
Liesgras
1
264
348
5
va
a
16
mnb
4c
Scirpus lacustris
Mattenbies
1
93
80
8
z
b
6
kw
4c
Poa palustris
Moerasbeemdgras
1
53
104
8
z
a
11
zz
4c
Carex acutiformis
Moeraszegge
1
129
199
7
vz
a
12
zz2
4c
Carex riparia
Cardamine pratensis ssp,
paludosa
Oeverzegge
1
5
35
9
z
a
11
zz
4c
Pinksterbloem (pa)
1
7
18
9
z
a
11
zz
4c
Carex paniculata
Pluimzegge
1
74
110
8
z
a
11
zz
4c
Phragmites australis
Riet
1
435
576
4
va
a
16
mnb
4c
Scirpus tabernaemontani
Ruwe bies
1
1
2
10
zz
a
10
zz
4c
Carex acuta
Scherpe zegge
1
139
145
7
vz
a
12
zz2
4c
Calla palustris
Slangewortel
1
15
17
9
z
a
11
zz
4c
Carex elata
Stijve zegge
1
45
57
9
z
a
11
zz
4c
Carex vulpina
Voszegge
1
28
18
9
z
c
4
bed
4c
Mentha aquatica
Watermunt
1
282
375
5
va
a
16
mnb
4c
Cicuta virosa
Waterscheerling
1
15
29
9
z
a
11
zz
4c
Rumex hydrolapathum
Waterzuring
1
180
250
6
vz
a
12
zz2
4c
Lycopus europaeus
Wolfspoot
1
526
682
4
va
a
16
mnb
4c
Leucojum aestivum
Zomerklokje
1
0
1
10
zz
nw
40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
kl2
se
d1
d2
Vl
b
b!
p
p
p
p
p
p
4c
1980 b!!
4d
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
Veronica beccabunga
Beekpunge
Veronica anagallis-aquatica
ssp, an-aq
Blauwe waterereprijs
1
1
Rorippa amphibia
Gele waterkers
1
Scrophularia auriculata
Geoord helmkruid
1
Glyceria declinata
Getand vlotgras
Scrophularia umbrosa ssp, Gevleugeld helmkruid
neesii
(n)
Scrophularia umbrosa ssp, Gevleugeld helmkruid
umbrosa
(u)
Gevleugeld
Callitriche stagnalis
sterrenkroos
1
Eleocharis palustris
Gewone waterbies
1
Apium nodiflorum
Groot moerasscherm
1
Alisma plantago-aquatica
Grote waterweegbree
1
48
174
d1
d2
Vl
276
6
vz
a
12
zz2
4d
24
47
9
z
a
11
zz
4d
109
137
8
z
a
11
zz
4d
234
376
5
va
a
16
mnb
4d
1
93
81
8
z
b
6
kw
4d
1
3
2
10
zz
c
2
bed
4d
?
1
7
7
10
zz
b
5
kw
4d
p
13
32
9
z
a
11
zz
4d
131
145
7
vz
a
12
zz2
4d
163
232
6
vz
a
12
zz2
4d
312
394
5
va
a
16
mnb
4d
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
T
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz
9
a-z
%
kl
kl2
se
z
a
11
zz
4d
d1
d2
Vl
Sparganium emersum
Kleine egelskop
1
45
48
Berula erecta
Kleine watereppe
1
23
35
9
z
a
11
zz
4d
Ranunculus hederaceus
Klimopwaterranonkel
1
7
10
10
zz
a
10
zz
4d
p
Hippuris vulgaris
Lidsteng
1
4
4
10
zz
b
5
kw
4d
p
Glyceria fluitans
1
414
483
4
va
a
16
mnb
4d
Myosotis scorpioides
Mannagras
Moerasvergeet-mijnietje
1
268
355
5
va
a
16
mnb
4d
Sagittaria sagittifolia
Pijlkruid
1
78
60
9
z
b
6
kw
4d
Oenanthe fistulosa
Pijptorkruid
1
43
33
9
z
b
6
kw
4d
Phalaris arundinacea
Rietgras
Veronica anagallis-aquatica
ssp, aquatica
Rode waterereprijs
1
515
679
4
va
a
16
mnb
4d
1
12
27
9
z
a
11
zz
4d
Nasturtium microphyllum
Slanke waterkers
1
13
38
9
z
a
11
zz
4d
Alisma lanceolatum
Slanke waterweegbree
1
22
20
9
z
b
6
kw
4d
Glyceria notata
Stomp vlotgras
1
47
52
9
z
a
11
zz
4d
Oenanthe aquatica
Watertorkruid
1
141
145
7
vz
a
12
zz2
4d
Nasturtium officinale
Witte waterkers
1
7
58
9
z
a
11
zz
4d
Butomus umbellatus
Zwanebloem
1
14
20
9
z
a
11
zz
4d
p
Mimulus guttatus
Gele maskerbloem
2
0
1
10
zz
nw
4d
2000 0
T
p
Ne
Het Echt waterlepeltje is in Limburg de
eerste maal (officieel) gemeld in 1987. In de
Antwerpse Kempen kwam de plant al
langer voor.
Foto: Tom VERSCHRAEGEN.
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 115 inheemse en 5 niet inheemse
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
49
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 276 (2a: 343; 2b: 175; 4c: 172 en 4d: 140) en ligt hoger dan het algemene
gemiddelde (159).
De grootste zeldzaamheden zijn:
•
•
2a: Slanke waterbies (1), Polei (2), Engelse alant (4), Aardbeiklaver (15), Platte rus (20);
2b: Kruipend moerasscherm (1), Echt waterlepeltje (3), Klein vlooienkruid (5), Watergras (9),
Rijstgras (12);
• 4c: Zomerklokje (1), Ruwe bies (2), Grote boterbloem (3), Grote watereppe (4), Galigaan (8),
Slangewortel (17), Voszegge (18);
• 4d: Gevleugeld helmkruid (ssp neesii: 2, ssp umbrosa: 7), Lidsteng (4), Klimopwaterranonkel (10),
Slanke waterweegbree (20), Zwanebloem (20).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: 3
•
inheems (3): 2b:Moerasandijvie; 4c:Grote boterbloem, Grote watereppe;
Bedreigd: 4
•
inheems (3): 2a: Engelse alant; 4c: Galigaan, Voszegge; 4d: Gevleugeld helmkruid (ssp neesii);
Kwetsbaar: 12
•
inheems (12): 2a: Aardbeiklaver; 2b: Kruipend moerasscherm, Watergras, Rijstgras; 4c:
Blaaszegge, Mattenbies; 4d: Lidsteng, Gevleugeld helmkruid (ssp umbrosa), Slanke
waterweegbree, Getand vlotgras, Pijptorkruid, Pijlkruid;
Zeldzaam: 38
•
inheems (35): 2a: Polei, Valse voszegge, Platte rus, Zompvergeet-mij-nietje, Akkerkers; 2b: Klein
vlooienkruid, Rosse vossenstaart, Knikkend tandzaad, Zeegroene ganzenvoet, Rode ganzenvoet,
Zachte duizendknoop, Goudzuring, Moeraszuring; 4c: Ruwe bies, Kalmoes, Slangewortel, Stijve
zegge, Pluimzegge, Hoge cyperzegge, Oeverzegge, Waterscheerling, Donkergroene
basterdwederik, Moerasbeemdgras, Kleine lisdodde; 4d: Klimopwaterranonkel, Kleine watereppe,
Zwanebloem, Gevleugeld sterrenkroos, Stomp vlotgras, Slanke waterkers, Witte waterkers, Gele
waterkers, Kleine egelskop, Blauwe- en Rode waterereprijs;
•
niet inheems (3): 2a: Oostenrijkse kers; 2b: Smal tandzaad, Zwart tandzaad;
Nieuw: 6
•
inheems (4): 2a: Slanke waterbies (1983), Genadekruid (2000); 2b: Echt waterlepeltje (1987); 4c:
Zomerklokje (1980);
•
niet inheems (2): 2a: Perzische klaver (1980); 4d: Gele maskerbloem (2000).
Bespreking
De cijfers geven aan dat het gemiddeld aantal hokken vrij hoog is. De biotopen komen veel voor,
vooral in Midden-Limburg en in de Maasvallei. Toch zijn er verschillende soorten al jaren niet meer
aangetroffen op hun vroegere standplaatsen. Dit geldt onder meer voor Moerasandijvie, Grote
watereppe, Voszegge, Lidsteng, Watergras, Rijstgras, Zwanebloem en Klimopwaterranonkel.
De in Limburg bedreigde soorten zijn dit ook in Vlaanderen. Enkel Moerasandijvie en Grote watereppe
zijn in Vlaanderen niet als bedreigd aangegeven.
50
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart kan men deze vegetaties net als deze van de voedselrijke waters
aantreffen in vijvers (ae) of diepe plassen (ap). Andere karteringseenheden waar men die kan vinden
zijn, de moerassen: rietland (mr), galigaanvegetatie (mm) en grote zeggenvegetaties (mc).
De grazige plaatsen met sterk wisselvallige milieu-omstandigheden worden gekarteerd als vochtig,
halfnatuurlijk grasland zoals het dottergrasland (hc) of het russengrasland (hj).
H. NATTE RUIGTEN – BOSSEN OP NATTE GRONDEN EN BRONBOSSEN
1. Situering
Tot deze groep rekent men de vegetaties die grenzen aan moerassen en aan beken en rivieren.
De vegetatie kan bestaan uit kruiden. Het zijn natte ruigten met meestal een hoogopgaande
begroeiing. Vaak zijn het verwaarloosde weilanden, al dan niet beplant met Canadapopulier.
Doorgaans zijn het voedselrijke ecotopen in vochtige gebieden al dan niet grenzend aan waterlopen.
Na verloop van tijd evolueert de vegetatie van de natte ruigten naar een struweel met wilg of els.
Langs rivieren en beken, waar er nog een contact is met de aanliggende oevers, ontwikkelen zich
aanspoelingsgordels en rivierbegeleidende struwelen. In een latere fase evolueert de vegetatie naar
een bos met als kensoorten Zwarte els en allerlei wilgensoorten.
In brongebieden en in de bovenlopen van de rivieren en de beken komen bronbossen voor. In
Limburg vindt men deze op het Kempens plateau (bijvoorbeeld aan de Itterbeek, de Abeek, enz.) en in
de Voerstreek.
Er worden 2 gemeenschappen weergegeven:
•
4e: aanspoelingsgordels, natte ruigten en rivierbegeleidende wilgenstruwelen van
voedselrijk milieu (4 e);
•
9a: bossen op relatief voedselrijke, vochtige tot natte grond en van brongebieden.
4e
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z %
Salix triandra
Amandelwilg
1
29
54
Barbarea intermedia
Bitter barbarakruid
1
1
0
Salix purpurea
Bittere wilg
1
33
Solanum dulcamara
Bitterzoet
1
Angelica sylvestris
Gewone engelwortel
Symphytum officinale
Gewone smeerwortel
Barbarea vulgaris
Gewoon barbarakruid
Melilotus altissima
Goudgele honingklaver 1
Petasites hybridus
Groot hoefblad
1
a
kl
kl2
se
11
zz
4e
kw
9
z
23
9
z
b
6
468
754
3
a
a
16 mnb
4e
1
647
807
3
a
a
16 mnb
4e
1
407
558
4 va a
16 mnb
4e
1
119
165
7
vz a
12
zz2
4e
13
35
9
z
a
11
zz
4e
101
154
7
vz a
12
zz2
4e
39
9
a
11
zz
4e
w
4e 1961
Groot warkruid
1
14
Lythrum salicaria
Grote kattenstaart
1
398
554
4 va a
16 mnb
4e
Calystegia sepium
Haagwinde
1
493
724
3
a
16 mnb
4e
Epilobium hirsutum
Harig wilgenroosje
4e
a
d2
Vl
b
1
364
586
4 va a
16 mnb
Euphorbia esula ssp, esula Heksenmelk
1
37
45
9
z
a
11
Humulus lupulus
Hop
1
623
780
3
a
a
16 mnb
Salix viminalis
Katwilg
1
68
135
8
z
a
11
Eupatorium cannabinum
Koninginnenkruid
1
387
532
4 va a
16 mnb
4e
Salix 'fragilis' groep
Kraakwilg
1
84
270
6
vz a
12
zz2
4e
Stachys palustris
Moerasandoorn
1
231
344
6
vz a
12
zz2
4e
Senecio paludosus
Moeraskruiskruid
1
5
2
10 zz
c
2
bed
4e
b
Geranium palustre
Moerasooievaarsbek
1
1
3
10 zz a
10
zz
4e
b!
Thalictrum flavum
Poelruit
1
54
62
9
11
zz
4e
z
a
zz
zz
T
4e
Cuscuta europaea
z
d1
4e
4e
4e
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
51
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z %
kl
kl2
se
d1
d2
Vl
T
Salix alba
Schietwilg
1
89
260
6
vz a
12
zz2
4e
Epilobium parviflorum
Viltige basterdwederik
1
102
199
7
vz a
12
zz2
4e
Brassica nigra
Zwarte mosterd
1
2
6
10 zz a
10
zz
4e
Ar
Helianthus tuberosus
Aardpeer
2
25
34
9
11
zz
4e
Ne?
Inula helenium
Griekse alant
2
0
2
10 zz
nw
4e
1976
Angelica archangelica
Grote engelwortel
2
0
5
10 zz
nw
4e
1978
Mentha longifolia
Hertsmunt
2
0
4
10 zz
nw
4e
Lepidium latifolium
Peperkers
2
0
1
10 zz
nw
4e
Impatiens glandulifera
Reuzenbalsemien
2
16
43
9
z
a
11
zz
4e
Ne
Barbarea stricta
Stijf barbarakruid
2
3
40
9
z
a
11
zz
4e
Ar
z
a
?
Ne
1980
b
Ar?
1996
?
Ne
Ne
9a
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB
40-'70
70-'92
zz
a-z
% kl
kl2 se
Cardamine amara
Bittere veldkers
1
86
121
8
z
a 11
zz
9a
Veronica montana
Bosereprijs
1
13
24
9
z
a 11
zz
9a
Stellaria nemorum
Bosmuur
1
16
23
9
z
a 11
zz
9a
p
Equisetum sylvaticum
Bospaardestaart
1
3
4
10
zz
a 10
zz
9a
b
Cardamine flexuosa
Bosveldkers
1
13
38
9
z
a 11
zz
9a
Lysimachia nemorum
Boswederik
1
15
16
9
z
a 11
zz
9a
Carex elongata
Elzenzegge
1
49
56
9
z
a 11
zz
9a
Salix aurita
Geoorde wilg
1
416
459
5
va
a 16 mnb 9a
Salix 'cinerea' groep
Grauwe wilg
1
482
650
4
va
a 16 mnb 9a
Montia fontana
Groot bronkruid
1
8
13
10
zz
a 10
Impatiens noli-tangere
Groot springzaad
1
7
10
10
zz
Carex pendula
Hangende zegge
1
4
4
10
zz
Carex remota
Ijle zegge
1
98
119
8
Osmunda regalis
Koningsvaren
1
71
91
Viscum album
Maretak
1
100
148
Stellaria uliginosa
Chrysosplenium
oppositifolium
Cardamine pratensis ssp,
picra
Moerasmuur
1
346
Paarbladig goudveil
1
Pinksterbloem (pi)
Equisetum telmateia
Salix atrocinerea
Carex strigosa
zz
9a
a 10
zz
9a
b
5
kw
9a
z
a 11
zz
9a
8
z
a 11
zz
9a
7
vz
a 12 zz2 9a
423
5
va
a 16 mnb 9a
11
19
9
z
a 11
1
0
35
9
z
Reuzenpaardestaart
1
30
41
9
z
a 11
zz
9a
Rossige wilg
1
7
8
10
zz
a 10
zz
9a
Slanke zegge
1
4
4
10
zz
b
kw
9a
Sporkehout
Verspreidbladig
Chrysosplenium alternifolium goudveil
1
674
822
3
a
a 16 mnb 9a
1
13
27
9
z
a 11
zz
9a
Ribes nigrum
Zwarte bes
1
25
42
9
z
a 11
zz
9a
Alnus glutinosa
Zwarte els
1
703
899
2
a
a 16 mnb 9a
Salix pentandra
Laurierwilg
2
6
6
10
zz
b
Frangula alnus
zz
nw
5
kw
d2
Vl T
p
p
9a
9a
5
d1
1970
b
9a
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 50 inheemse en 8 niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 166 (4 e: 163 en 9a: 169) en ligt iets hoger dan het algemene gemiddelde (159).
De grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
52
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
?
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
•
•
4e: Moeraskruiskruid (2), Moerasooievaarsbek (3), Zwarte mosterd (6);
9a: Hangende zegge (4), Slanke zegge (4), Bospaardestaart (4), Rossige wilg (8), Groot
springzaad (10), Groot bronkruid (13), Boswederik (16), Paarbladig goudveil (19).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
De Koningsvaren is een opvallende
verschijning in natte bossen.
Foto: Felix BAETEN.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: Weg: 1
•
Inheems (1): 4 e: Bitter barbarakruid (1961);
Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 1
•
Inheems (1): 4 e: Moeraskruiskruid;
Kwetsbaar: 4
•
inheems (3): 4 e: Bittere wilg; 9a: Hangende zegge, Slanke zegge;
•
niet inheems (1): 9a: Laurierwilg;
Zeldzaam: 27
•
inheems (24): 4 e: Zwarte mosterd, Moerasooievaarsbek, Groot warkruid, Heksenmelk, Goudgele
honingklaver, Amandelwilg, Katwilg, Poelruit; 9a: Bospaardestaart, Groot springzaad, Groot
bronkruid, Rossige wilg, Bittere veldkers, Bosveldkers, Elzenzegge, Ijle zegge, Verspreidbladig
goudveil, Paarbladig goudveil, Reuzenpaardestaart, Boswederik, Koningsvaren, Zwarte bes,
Bosmuur, Bosereprijs;
•
niet inheems (3): 4 e: Stijf barbarakruid, Aardpeer, Reuzenbalsemien;
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
53
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nieuw: 4
•
niet inheems (4): 4 e: Grote engelwortel (1978), Griekse alant (1976), Peperkers (1996),
Hertsmunt (1980).
Bespreking
De Rode Lijst geeft 2 planten aan die in Limburg niet meer werden waargenomen. Het Bitter
barbarakruid is al bijna 40 jaar en het Moeraskruiskruid al meer dan 30 jaar niet meer aangetroffen
(BERTEN 1993).
In Vlaanderen is dezelfde tendens van bedreiging waar te nemen. De twee genoemde soorten worden
in Vlaanderen als bedreigd (b) beschouwd.
Het gemiddeld aantal hokken van de inheemse soorten van de natte ruigten en bronbossen ligt iets
hoger dan het algemene gemiddelde, omdat deze biotopen veel voorkomen. Veel soorten van deze
groep komen voor in de Maasvallei.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart vindt men de soorten van deze vegetatie in de ecotopen die in de
paragraaf ‘Moeras’ (G) vermeld zijn. Dit geldt voor de moerassen: rietland (mr) en Grote
zeggenvegetatie (mc).
Bijkomende karteringseenheden zijn hf (natte ruigte); so en sf (wilgenstruwelen); va, vn, vc (alluviale
elzenbossen op minerale bodem); vm (elzenbos op veengrond) en lh (populierenaanplantingen).
54
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.4 Planten van matig bemeste weilanden
I. MATIG BEMEST GRASLAND
1. Situering
In deze vegetatie maakt men onderscheid in begraasde en gehooide graslanden. Men vindt ze op
voedselrijke, (matig) vochtige tot natte grond. Als de bemesting en de ontwatering achterwege blijven
zijn het soortenrijke vegetaties. Typische kensoorten voor deze bloemrijke graslanden zijn – van droog
naar nat - Scherpe boterbloem, Pinksterbloem, Echte koekoeksbloem en Dotterbloem.
In het geval dat de bemesting en de ontwatering gaan toenemen, zullen de indicatorsoorten zowel
kwantitatief als kwalitatief verminderen en zullen ze na verloop van tijd verdwijnen. Men krijgt dan
soortenarme graslanden met een zeer beperkt aantal kensoorten zoals de grassen Engels raaigras,
Italiaans raaigras, Ruw beemdgras, Kropaar, en dergelijke.
Productiegraslanden worden vaak ingezaaid met hoger vermelde grassen. Er groeien heel weinig
bloeiende planten: enkel Paardebloem en Vogelmuur kunnen zich aanpassen en er plaatselijk in
voorkomen.
Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden:
•
5a: matig bemeste graslanden op (matig) vochtige grond;
•
5b: matig bemeste graslanden op natte grond.
5a
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Lathyrus tuberosus
Aardaker
1
9
22
9
Torilis arvensis
Akkerdoornzaad
1
0
2
10 zz nw
Cynosurus cristatus
Beemdkamgras
1
319
325
6 vz a 12 zz2 5a
Knautia arvensis
Beemdkroon
1
242
250
6 vz a 12 zz2 5a
Festuca pratensis
Beemdlangbloem
1
183
204
7 vz a 12 zz2 5a
Carum carvi
Echte karwij
1
1
3
10 zz a 10
zz
5a
?
Alchemilla xanthochlora
Geelgroene vrouwenmantel 1
9
9
10 zz b
5
kw
5a
p
Tragopogon pratensis
Gele morgenster
1
92
124
zz
5a
Holcus lanatus
Gestreepte witbol
1
681
Medicago arabica
Gevlekte rupsklaver
1
10
Prunella vulgaris
Gewone brunel
1
384
Veronica chamaedrys
Gewone ereprijs
1
Cerastium fontanum
Gewone hoornbloem
1
Dactylis glomerata
Gewone kropaar
z
a 11
kl2 se d1
zz
8
z
a 11
931
2
a
a 16 mnb 5a
10
10 zz b
471
5 va a 16 mnb 5a
522
627
4 va a 16 mnb 5a
921
1185
1 za a 16 mnb 5a
kw
Vl
1997
+
5a
5a
5
d2
T
Ar
?
5a
1
881
1148
Pastinaca sativa ssp, sativa Gewone pastinaak
1
12
12
1 za a 16 mnb 5a
Achillea millefolium
Gewoon duizendblad
1
1026
1283
1 za a 16 mnb 5a
Centaurea thuillieri
Gewoon knoopkruid
1
519
618
4 va a 16 mnb 5a
Anthoxanthum odoratum
Gewoon reukgras
1
549
633
4 va a 16 mnb 5a
Phleum pratense
Gewoon timoteegras
1
285
481
5 va a 16 mnb 5a
Galium mollugo
Glad walstro
1
596
674
4 va a 16 mnb 5a
Arrhenatherum elatius
Glanshaver
1
549
800
3
a
a 16 mnb 5a
Trisetum flavescens
Goudhaver
1
119
91
8
z
b
6
kw
5a
Lathyrus nissolia
Graslathyrus
1
2
2
10 zz b
5
kw
5a
Stellaria graminea
Grasmuur
1
603
751
3
Crepis biennis
Groot streepzaad
1
252
258
6 vz a 12 zz2 5a
Pimpinella major
Grote bevernel
1
435
546
4 va a 16 mnb 5a
Alopecurus pratensis
Grote vossenstaart
1
381
502
4 va a 16 mnb 5a
Festuca trachyphylla
Hard zwenkgras
1
0
1
Carex ovalis
Hazezegge
1
173
243
10 zz b
a
5
kw
5a
b!!
a 16 mnb 5a
10 zz nw
5a
1988
?
6 vz a 12 zz2 5a
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
55
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Carex ovalis var,
argyroglochin
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se d1
d2
Hazezegge (ar)
1
0
3
Medicago lupulina
Hopklaver
1
353
451
5 va a 16 mnb 5a
5a
1987
Alchemilla glabra
Kale vrouwenmantel
1
29
23
9
z
b
6
kw
5a
Ononis spinosa
Kattedoorn
1
147
121
8
z
b
6
kw
5a
Orobanche minor
Klavervreter
1
2
5
10 zz a 10
zz
5a
Trifolium dubium
Kleine klaver
1
469
559
4 va a 16 mnb 5a
Rhinanthus minor
Kleine ratelaar
1
64
25
9
Saxifraga granulata
Knolsteenbreek
1
237
269
6 vz a 12 zz2 5a
Centaurea jacea
Knoopkruid
1
7
3
10 zz
Centaurea decipiens
Knoopkruid (de)
1
0
2
10 zz nw
5a
1976
?
Centaurea serotina
Knoopkruid (se)
1
0
4
10 zz nw
5a
1982
?
Potentilla anglica
Kruipganzerik
1
41
36
9
z
b
Bellis perennis
Madeliefje
1
818
1031
2
a
a 16 mnb 5a
Leucanthemum vulgare
Taraxacum sectio
Subvulgaria
Margriet
1
637
717
3
a
a 16 mnb 5a
Paardebloem
1
0
435
5 va nw
Crepis polymorpha
Paardebloemstreepzaad
1
2
12
10 zz a 10
Daucus carota
Cardamine pratensis ssp,
pratensis
Peen
1
596
750
3
a
a 16 mnb 5a
Pinksterbloem (pr)
1
634
894
3
a
a 16 mnb 5a
Trifolium pratense
Rode klaver
1
786
876
3
a
a 16 mnb 5a
Festuca rubra
Rood zwenkgras
1
392
572
4 va a 16 mnb 5a
Ranunculus acris
Scherpe boterbloem
1
934
1116
1 za a 16 mnb 5a
Plantago lanceolata
Smalle weegbree
1
984
1160
1 za a 16 mnb 5a
Poa pratensis
Veldbeemdgras
1
574
676
4 va a 16 mnb 5a
Hordeum secalinum
Veldgerst
1
2
2
Lathyrus pratensis
Veldlathyrus
1
320
396
5 va a 16 mnb 5a
Rumex acetosa
Veldzuring
1
934
1134
1 za a 16 mnb 5a
Senecio erucifolius
Viltig kruiskruid
1
31
24
9
Vicia cracca
Vogelwikke
1
357
426
5 va a 16 mnb 5a
Bromus hordeaceus
Zachte dravik
1
526
618
4 va a 16 mnb 5a
Centaurea nigra
Zwart knoopkruid
1
17
16
9
b
6
kw
5a
Geranium pratense
Beemdooievaarsbek
2
6
6
10 zz b
5
kw
5a
Ne
Geranium sylvaticum
Bosooievaarsbek
2
1
1
10 zz b
5
kw
5a
Ne
Veronica filiformis
Draadereprijs
2
18
26
9
a 11
zz
5a
Ne
Rumex thyrsiflorus
Geoorde zuring
2
3
5
10 zz a 10
zz
5a
Ne
Campanula patula
Weideklokje
2
1
4
10 zz a 10
zz
5a
Ne
10 zz nw
z
c
c
10 zz b
z
z
z
b
4
2
6
6
T
p
b!
bed 5a
b
Ar
bed 5a
kw
5a
5a
5
Vl
zz
kw
kw
1970
5a
5a
p
5a
?
5b
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Polygonum bistorta
Adderwortel
1
105
160
Scirpus sylvaticus
Bosbies
1
298
347
Dactylorhiza fuchsii
Bosorchis
1
1
4
10 zz a 10
Dactylorhiza fistulosa
Brede orchis
1
35
19
9
Lychnis flos-cuculi
Echte koekoeksbloem
1
430
565
4 va a 16 mnb 5b
Valeriana repens
Echte valeriaan
1
576
717
3
a
a 16 mnb 5b
Hypericum quadrangulum
Gevleugeld hertshooi
1
90
128
8
z
a 11
Caltha palustris
Gewone dotterbloem
1
321
434
5 va a 16 mnb 5b
Sanguisorba officinalis
Grote pimpernel
1
8
8
10 zz b
Rhinanthus angustifolius
Grote ratelaar
1
73
76
8
Lysimachia vulgaris
Grote wederik
1
617
744
3
56
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se d1
d2
Vl
T
7 vz a 12 zz2 5b
5 va a 16 mnb 5b
z
c
4
zz
5b
bed 5b
zz
b
5b
5
kw
5b
b
z
a 11
zz
5b
p
a
a 16 mnb 5b
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Ar
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se d1
Colchicum autumnale
Herfsttijloos
1
48
64
Cirsium palustre
Kale jonker
1
842
859
Peucedanum carvifolia
Karwijvarkenskervel
1
0
1
Ajuga reptans
Kruipend zenegroen
1
380
519
Veronica longifolia
Lange ereprijs
1
1
1
10 zz b
Taraxacum sectio Palustria
Moeraspaardebloem
1
0
5
10 zz nw
Lotus pedunculatus
Moerasrolklaver
1
529
657
4 va a 16 mnb 5b
Filipendula ulmaria
Moerasspirea
1
602
714
3
a
a 16 mnb 5b
Crepis paludosa
Moerasstreepzaad
1
50
48
9
z
b
6
kw
5b
Cirsium oleraceum
Moesdistel
1
60
106
8
z
a 11
zz
5b
Dactylorhiza praetermissa
Rietorchis
1
0
1
10 zz nw
Bromus racemosus s, str,
Trosdravik
1
32
18
9
Carex disticha
Tweerijige zegge
1
148
179
7 vz a 12 zz2 5b
Senecio aquaticus
Waterkruiskruid
1
20
36
9
Achillea ptarmica
Wilde bertram
1
506
522
4 va a 16 mnb 5b
Campanula rhomboidales
Bergklokje
2
3
2
10 zz b
5
kw
5b
Ne
Crocus vernus
Bonte krokus
2
1
3
10 zz a 10
zz
5b
Ne
Cirsium rivulare
Oeverdistel
2
5
2
10 zz
bed 5b
Ne
9
z
a 11
zz
3
a
a 16 mnb 5b
10 zz nw
d2
5b
5b
Vl
T
p
1974
b!
4 va a 16 mnb 5b
z
z
c
5
5b
5b
5b
4
a 11
c
kw
2
bed 5b
zz
5b
b
1971
b
1999
p
b
b
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 85 inheemse en 8 niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 344 (5a: 423 en 5b: 266) en ligt hoger dan het algemene gemiddelde (159).
De grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
• 5a: Hard zwenkgras(1), Knoopkruid (decipiens:2), Akkerdoornzaad (2), Veldgerst (2), Graslathyrus
(2), Knoopkruid (jacea:3), Echte karwij (3), Knoopkruid (serotina:4), Klavervreter (5), Geelgroene
vrouwenmantel (9), Gevlekte rupsklaver (10), Paardebloemstreepzaad (12), Gewone pastinaak
(12), Zwart knoopkruid (16);
• 5b: Rietorchis (1), Karwijvarkenskervel (1), Lange ereprijs (1), Bosorchis (4), Moeraspaardebloem
(5), Grote pimpernel (8), Trosdravik (18), Brede orchis (19).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 5
•
inheems (4): 5a: Knoopkruid (jacea), Kleine ratelaar; 5b: Trosdravik, Brede orchis;
•
niet inheems (1): 5b: Oeverdistel;
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
57
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Kwetsbaar: 17
•
inheems (14): 5a: Geelgroene vrouwenmantel, Veldgerst, Graslathyrus, Gevlekte rupsklaver,
Gewone pastinaak, Kale vrouwenmantel, Zwart knoopkruid, Kattedoorn, Kruipganzerik, Viltig
kruiskruid, Goudhaver; 5b: Grote pimpernel, Lange ereprijs, Moerasstreepzaad;
•
niet inheems (3): 5a: Beemdooievaarsbek, Bosooievaarsbek; 5b: Bergklokje;
De Brede orchis behoort tot de bedreigde
hooilandsoorten.
Foto: Tom VERSCHRAEGEN.
Zeldzaam: 15
•
inheems (11): 5a: Echte karwij, Paardebloemstreepzaad, Klavervreter, Aardaker, Gele
morgenster; 5b: Bosorchis, Moesdistel, Herfsttijloos, Gevleugeld hertshooi, Grote ratelaar,
Waterkruiskruid;
•
niet inheems (4): 5a: Weideklokje, Geoorde zuring, Draadereprijs; 5b: Bonte krokus;
Nieuw: 8
•
inheems (8): 5a: Knoopkruid (decipiens) (1976), Knoopkruid (serotina) (1982), Hard zwenkgras
(1988), Paardebloem (1970), Akkerdoornzaad (1997); 5b: Rietorchis (1999), Karwijvarkenskervel
(1974), Moeraspaardebloem (1971).
Bespreking
Het gemiddeld aantal hokken met soorten van graasweiden ligt beduidend hoger dan het algemene
gemiddelde. Dit geldt ook voor hooilandsoorten, zij het in mindere mate.
De Rode Lijst geeft geen soorten aan die verdwenen zijn of die met uitsterven bedreigd zijn. Toch is
de situatie niet zo rooskleurig als ze eruit ziet. De planten van de graasweiden en hooilanden zijn in
het begin van de tweede onderzoeksperiode (1970-1992) wel veelvuldig waargenomen, maar die
standplaatsen namen vooral na 1980 in sterke mate af.
Een onderzoek naar het voorkomen van de Brede orchis (BERTEN 1997) gaf aan dat op de 38 gekende
vindplaatsen de orchidee nog slechts 13 maal voorkwam. Deze achteruitgang betekent ook dat de
soortendiversiteit van het grootste deel van de hooilanden er in dezelfde mate op achteruit gaat.
58
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
De bedreiging van de soorten die voor Limburg van toepassing is, geldt ook voor Vlaanderen. De in
Vlaanderen uitgestorven gewaande Akkerdoornzaad werd in 1997 in Limburg op twee plaatsen
aangetroffen.
Opmerking: In deze groep zijn 5 Centaurea’s (Knoopkruiden) ondergebracht. De Belgische Flora
(LAMBINON et al. 1998) geeft voor het ondergeslacht 9 ‘microsoorten’ aan. De Nederlandse Flora van
HEUKELS en de Nederlandse Oecologische Flora van W EEDA (1991) houden het bij één soort. Zij
wijzen op een zeer grote variabiliteit van Knoopkruid. Als uitersten zien zij Zwart knoopkruid (C. nigra)
en Knoopkruid (C. jacea). Al de andere microsoorten zijn tussenvormen daarvan.
In de twee onderzoeksperioden heeft men 4 microsoorten aangegeven. De opgaven van Gewoon
knoopkruid zijn reëel. Van de meldingen van de 3 andere microsoorten mag men geen conclusies
trekken over bedreiging of kwetsbaarheid, gezien de grote variabiliteit van het Knoopkruid.
De Paardebloem (Taraxacum sectie Subvulgaria) is in de periode 1940-1970 niet genoteerd, gezien de
complexiteit van de soort enerzijds en omdat de plant anderzijds zowat overal kan voorkomen. Enkel
van de tweede onderzoeksperiode zijn er cijfers voorhanden. Daarom wordt de Paardebloem als
“nieuw” aangegeven.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart kan men de hooilanden terugvinden bij de karteringseenheden
hu (mesofiel hooiland), hc (dottergrasland), hj (russengrasland). Voor de graasweiden gelden de
volgende symbolen: hp, hp* (graasweide) en hx (soortenarm grasland). De karteringseenheid hp*
geeft aan dat de graasweiden bloemrijk zijn.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
59
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.5 Planten van droge graslanden, muren en rotsen
J. MUUR
1. Situering
Tot deze groep rekent men de vegetatie van stenige, steile standplaatsen. In de natuur vindt men
deze laatste op rotsen. Maar ook door de mens gemaakte wallen, muren, putten, ruïnes en dergelijke
zijn overeenkomende habitats.
In Limburg vindt men natuurlijke ‘rotsen’ slechts plaatselijk: de grotten in Vechmaal (Mergelkuilen),
Gelinden (Overbroek), Riemst (Zichen-Zussen-Bolder, Kanne, …), de ‘rots’wanden aan het
Albertkanaal tussen Veldwezelt en de Sint-Pietersberg en plaatselijk een aantal groeven te Voeren.
De kunstmatige groeiplaatsen (muren, wallen, e.d.) komen overal in de provincie voor. Goed
ontwikkelde muurvegetaties vindt men echter vooral op oudere muren. Als de voegen tussen de
stenen kalkrijk zijn is de muurvegetatie bijzonder soortenrijk. De gebouwen en de muren, die
opgetrokken zijn met mergelblokken bevatten vaak dergelijke bijzondere muurvegetaties (bijvoorbeeld
in het Begijnhof te Tongeren en een groot aantal kerken in (Zuid)-Limburg).
Er wordt 1 gemeenschap onderscheiden:
•
6a: muren en rotsen.
6a
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Cystopteris fragilis
Blaasvaren
1
3
0
Asplenium ruta-muraria
Muurvaren
LB
40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2
w
se
d1
d2 Vl, T
6a 1967
1
136
165
Gymnocarpium robertianum Rechte driehoeksvaren
1
?
0
Asplenium trichomanes
1
29
34
9
a 11
zz
6a
Asplenium adiantum-nigrum Zwartsteel
1
2
4
10 zz a 10
zz
6a
Sempervivum tectorum
Donderblad
2
4
8
10 zz a 10
zz
6a
? Ne
Pseudofumaria lutea
Gele helmbloem
2
13
13
10 zz b
kw
6a
Ne
Antirrhinum majus
Grote leeuwenbek
2
4
7
10 zz a 10
zz
6a
? Ne
Erysimum cheiri
Muurbloem
2
6
6
10 zz b
5
kw
6a
b Ne
Cymbalaria muralis
Muurleeuwenbek
2
33
58
9
a 11
zz
6a
Ar?
Rumex scutatus
2
4
5
10 zz a 10
zz
6a
Ne
Hieracium amplexicaule
Spaanse zuring
Stengelomvattend
havikskruid
2
2
4
10 zz a 10
zz
6a
Buddleja davidii
Vlinderstruik
2
0
10
10 zz nw
Steenbreekvaren
7 vz a 12 zz2
b!!
w
z
z
6a
6a 1942
5
6a
b!!
b!!
Ne
1990
Ne
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 5 inheemse en 8 niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 40 en ligt veel lager dan het algemene gemiddelde (159).
Twee soorten zijn verdwenen. Van de drie overgebleven muurplanten is de varen Zwartsteel de meest
zeldzame. Ze komt in 4 kilometerhokken voor.
60
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
De Muurbloem op een bakstenen
muur te Sint-Truiden.
Foto: Eddy DUPAE.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: -
Weg: 2
•
Inheems (2): Blaasvaren (1967), Rechte driehoeksvaren (1942);
Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: Kwetsbaar: 2
•
niet inheems (2): Muurbloem, Gele helmbloem;
Zeldzaam: 7
•
inheems (2): Zwartsteel, Steenbreekvaren;
•
niet inheems (5): Grote leeuwenbek, Stengelomvattend havikskruid, Spaanse zuring, Donderblad,
Muurleeuwenbek;
Nieuw: 1
•
niet inheems (1): Vlinderstruik (1990).
Bespreking
Dit milieutype komt zeer beperkt voor. Dit betekent dat al de soorten, op de Muurvaren na, zeldzaam
zijn.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
61
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
In oude stadscentra vindt men op grote gebouwen, die opgetrokken zijn met mergelblokken veel
muurplanten.
De grootste bedreiging voor de muurvegetatie ligt in het feit dat bepaalde muren ‘hersteld’ worden,
waarbij de oude voegen vervangen worden door een nieuwe cementspecie en de stenen tijdens een
gevelreiniging worden gekuist.
De in Limburg verdwenen soorten zijn in Vlaanderen zeer sterk bedreigd (b!!).
3. Ecotopen
De Biologische Waarderingskaart geeft de volgende karteringseenheden aan: km (oude muur of
ruine), kr (rotswand), … Men vindt deze eenheden enkel als hun oppervlakte groter is dan 0,25 ha,
hetgeen zich in Limburg waarschijnlijk niet voordoet.
De gebouwen (inclusief muren) in de gemeenten worden gekarteerd als ud (dichte bebouwing) en ua
(minder dichte bebouwing).
62
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
K. NATUURLIJK DROOG GRASLAND
1. Situering
In Limburg kan men deze vegetatie vinden in de graslanden van Zuid-Limburg en de Kempen. In
Voeren, in de Maasvallei en in Zuidoost- Limburg ( Heers, Tongeren, Riemst) bevat deze groep de
droge graslanden op kalkhoudende bodems. In de Kempen omvat ze de graslanden op droge,
voedselarme zandgrond.
De kalkgraslanden zijn in Limburg in oppervlakte zeer beperkt. Op de Sint-Pietersberg (Maastricht,
Lanaye, Eben-Emaël, Wonck, Visé,…) komen ze veel voor, maar zowat 90 % van de Sint-Pietersberg
bevindt zich net over de grens in Wallonië en in Nederland. De kalkbodems liggen hier aan de
oppervlakte.
In Zuidoost-Limburg dagzomen deze bodems lokaal (mergels van Gelinden
bijvoorbeeld), maar nemen slechts een kleine oppervlakte in beslag (Figuur 5.5). Andere plaatsen
waar kalkgraslandsoorten ook lokaal voorkomen zijn de oevers van de Maas, de spoorwegbermen of
de metaalverwerkende bedrijven in de Kempen. De kalkgraslanden zijn soortenrijke gemeenschappen
met opvallend veel orchideeën en mossen.
De droge graslanden op zandgrond komen in de Kempen veelvuldig voor. Het zijn niet altijd
cultuurgraslanden, maar ze ontstaan ook natuurlijk op de landduinen, op taluds of langs wegbermen.
De vegetaties zijn open tot gesloten, soortenrijk vooral wat betreft de lichenen en de bladmossen.
Er worden 4 gemeenschappen weergegeven:
•
6b: graslanden op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, niet tot matig kalkhoudende,
neutrale tot zwak basische grond;
•
6c: graslanden op droge, voedselarme, kalkrijke of zinkhoudende, neutrale tot basische
grond;
•
6d: graslanden op zeer droge, voedselarme, kalkrijke grond, xerotherm;
•
6e: graslanden op droge, voedselarme, kalkarme zure grond.
De gemeenschappen 6c en 6d zijn duidelijk beperkt tot Zuidoost-Limburg, Voeren, de Maasvallei en
de zinkhoudende gronden. De gemeenschap 6 e is beperkt tot de Kempen (bij voorkeur Kempens
plateau). De soorten van de gemeenschap 6b kunnen zowel in de Kempen, in de Maasvallei als aan
spoorwegbermen gevonden worden.
6b
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
Cerastium arvense
Akkerhoornbloem
1
294
327
Filago arvensis
Akkerviltkruid
1
0
0
Trifolium filiforme
Taraxacum sectio
Erythrosperma
Erodium cicutarium ssp,
dunense
Draadklaver
1
0
1
10
Duinpaardebloem
1
0
6
Duinreigersbek
1
0
3
Filago lutescens
Geel viltkruid
1
2
0
Galium verum
Geel walstro
1
141
168
7
vz
a 12 zz2 6b
Trifolium striatum
Erodium cicutarium ssp,
cicutarium
Lotus corniculatus ssp,
corniculatus
Gestreepte klaver
1
1
1
10
zz
b
Gewone reigersbek
1
242
341
6
vz
a 12 zz2 6b
Gewone rolklaver
1
319
382
5
va
a 16 mnb 6b
Hypochaeris radicata
Gewoon biggekruid
1
772
994
2
a
a 16 mnb 6b
Thymus pulegioides
Grote tijm
1
108
76
8
z
b
6
kw
Holosteum umbellatum
Heelbeen
1
6
3
10
zz
c
2
bed 6b
Senecio jacobaea
Jacobskruiskruid
1
478
550
4
va
a 16 mnb 6b
Saxifraga tridactylites
Kandelaartje
1
20
38
9
z
a 11
zz
6b
Phleum bertolonii
Klein timoteegras
1
25
17
9
z
b
kw
6b
Pimpinella saxifraga
Kleine bevernel
1
262
277
6
vz
a 12 zz2 6b
6
a-z
vz
% kl
kl2 se
d1
d2
Vl
T
a 12 zz2 6b
lw
6b 1900
zz
nw
6b
1996
10
zz
nw
6b
1974
10
zz
nw
6b
1970
w
6b 1957
5
6
kw
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
6b
+
b
+
p
6b
b!!
63
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
Leontodon saxatilis
Kleine leeuwentand
1
Medicago minima
Kleine rupsklaver
1
Cardamine hirsuta
Kleine veldkers
1
Erodium lebelii
Kleverige reigersbek
1
0
Poa bulbosa
Knolbeemdgras
1
Ranunculus bulbosus
Knolboterbloem
1
Ononis repens
Kruipend stalkruid
1
10
Vicia lathyroides
Lathyruswikke
1
6
0
Trifolium campestre
Liggende klaver
1
44
Hieracium pilosella
Muizenoor
1
Sedum acre
Scleranthus perennis
Muurpeper
Overblijvende
hardbloem
Dianthus armeria
Ruige anjer
Myosotis ramosissima
163
a-z
% kl
kl2 se
kw2 6b
9
d1
d2
Vl
T
141
7
vz
b
1
3
10
zz
a 10
74
321
6
vz
a 12 zz2 6b
1
10
zz
2
5
10
zz
a 10
360
331
6
vz
b
13
10
zz
a 10
65
9
z
a 11
zz
6b
530
508
4
va
b 15
a
6b
1
132
244
6
vz
a 12 zz2 6b
1
4
1
10
zz
d
1
7
11
10
zz
a 10
zz
6b
Ruw vergeet-mij-nietje
1
102
106
8
z
a 11
zz
6b
Erigeron acer
Scherpe fijnstraal
1
54
46
9
z
b
6
kw
6b
Koeleria macrantha
Cerastium pumilum ssp,
glutinosum
Smal fakkelgras
1
4
6
10
zz
a 10
zz
6b
b
Steenhoornbloem
1
7
12
10
zz
a 10
zz
6b
p
Myosotis stricta
Stijf vergeet-mij-nietje
1
5
12
10
zz
a 10
zz
6b
b
Sagina apetala ssp, apetala
Tengere vetmuur (ap)
1
3
5
10
zz
a 10
zz
6b
?
Sedum rupestre
Tripmadam
1
3
8
10
zz
a 10
zz
6b
b
Veronica arvensis
Veldereprijs
1
283
624
4
va
a 16 mnb 6b
Vicia sativa
Voederwikke
1
311
382
5
va
a 16 mnb 6b
Erophila verna
Vroegeling
1
140
183
7
vz
a 12 zz2 6b
Sedum sexangulare
Zacht vetkruid
1
16
9
10
zz
c
Cerastium semidecandrum
Zandhoornbloem
1
91
174
7
vz
a 12 zz2 6b
Arenaria serpyllifolia
Zandmuur
1
235
344
6
vz
a 12 zz2 6b
Arabidopsis thaliana
Zandraket
1
235
425
5
va
a 16 mnb 6b
Carex arenaria
1
122
115
8
z
b
6
Linaria repens
Zandzegge
Gestreepte
leeuwenbek
2
3
1
10
zz
d
1 mub 6b
Cynodon dactylon
Handjesgras
2
5
4
10
zz
b
5
Iberis umbellata
Schermscheefbloem
2
0
1
10
zz
nw
6b
1990
Teucrium botrys
Trosgamander
2
0
1
10
zz
nw
6b
1989
?
Ne
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
d2
Vl
T
1996
?
zz
nw
6b
p
6b
9
zz
1995
6b
p
p
kw2 6b
zz
w
6b
6b 1969
1 mub 6b
2
b!!
b
bed 6b
kw
kw
b!
?
6b
?
6b
Ne
Ar?
Ne
6c
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Orchis simia
Aapjesorchis
1
0
1
10
zz
nw
Cirsium acaule
Euphrasia officinalis ssp,
rostkoviana
Aarddistel
1
9
9
10
zz
b
5
kw
6c
b
Beklierde ogentroost
1
5
4
10
zz
b
5
kw
6c
b!!
Bromus erectus
Bergdravik
1
29
31
9
z
a 11
zz
6c
p
Silene vulgaris
Blaassilene
1
25
56
9
z
a 11
zz
6c
Alyssum alyssoides
Bleek schildzaad
1
1
1
10
zz
b
5
kw
6c
b!!
Euphorbia cyparissias
1
7
6
10
zz
b
5
kw
6c
b
Thlaspi perfoliatum
Cypreswolfsmelk
Doorgroeide
boerenkers
1
1
1
10
zz
b
5
kw
6c
?
Carlina vulgaris
Driedistel
1
20
8
10
zz
c
2
bed 6c
b!
Scabiosa columbaria
Duifkruid
1
20
20
9
z
b
6
kw
6c
p
Picris hieracioides
Echt bitterkruid
1
100
126
8
z
a 11
zz
6c
Eryngium campestre
Echte kruisdistel
1
16
15
9
z
b
kw
6c
64
kl2 se
6c
6
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
d1
Ar
b
?
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
kl2 se
Helianthemum nummularium
Geel zonneroosje
1
9
9
Linum catharticum
Geelhartje
1
32
Brachypodium pinnatum
Gevinde kortsteel
1
20
Coeloglossum viride
Groene nachtorchis
1
0
Centaurea scabiosa
Grote centaurie
1
Primula veris
Gulden sleutelbloem
1
Rhinanthus alecterolophus
Harige ratelaar
1
2
Orchis morio
Harlekijn
1
1
0
Trifolium arvense
Hazenpootje
1
103
113
Herminium monorchis
Honingorchis
1
0
0
Asperula cynanchica
Kalkbedstro
1
2
2
10
zz
b
5
Galium pumilum
Kalkwalstro
1
6
5
10
zz
b
5
Sanguisorba minor
Kleine pimpernel
1
74
79
8
z
Acinos arvensis
Kleine steentijm
1
6
9
10
zz
Moenchia erecta
Kruismuur
1
0
0
Petrorhagia prolifera
Mantelanjer
1
3
5
10
zz
a 10
Poa compressa
Plat beemdgras
1
57
79
8
z
a 11
Aceras anthropophorum
Poppenorchis
1
3
6
10
zz
Leontodon hispidus
Ruige leeuwentand
1
158
136
8
Arabis hirsuta ssp, hirsuta
Ruige scheefkelk
1
6
7
10
Plantago media
Ruige weegbree
1
181
136
8
Medicago falcata
Sikkelklaver
1
4
5
Euphrasia stricta
Stijve ogentroost
1
19
10
Salvia pratensis
Veldsalie
1
9
9
Genista tinctoria
Verfbrem
1
1
0
Potentilla neumanniana
Voorjaarsganzerik
1
20
17
Carex caryophyllea
Voorjaarszegge
1
24
20
9
Draba muralis
Wit hongerbloempje
1
0
2
10
Sedum album
Wit vetkruid
1
16
21
9
z
a 11
Anthyllis vulneraria
Wondklaver
1
13
19
9
z
Avenula pubescens
Zachte haver
1
31
28
9
z
Carex flacca
Thlaspi caerulescens ssp,
calaminare
Zeegroene zegge
1
36
32
9
Zinkboerenkers
1
0
6
Securigera varia
Bont kroonkruid
2
5
4
Hieracium piloselloides
Florentijns havikskruid
2
12
Hieracium bauhinii
Hongaars havikskruid
2
8
Bromus inermis
Kweekdravik
2
Orobanche amethystea
Violette bremraap
2
d1
10
zz
b
5
kw
6c
p
24
9
z
b
6
kw
6c
b!!
18
9
z
b
6
kw
6c
1
10
zz
nw
9
8
10
zz
b
5
kw
6c
98
96
8
z
b
6
kw
6c
1
10
zz
c
2
bed 6c
8
z
2000
zz
lw
+
2000
+
b!!
b!
kw
6c
b!!
kw
6c
b!!
a 11
zz
6c
a 10
zz
6c
b!!
6c 1930
+
zz
6c
b
zz
6c
a 10
zz
6c
z
b
6
kw
6c
zz
a 10
zz
6c
z
b
kw
6c
10
zz
a 10
zz
6c
10
zz
c
2
bed 6c
b
10
zz
b
5
kw
6c
b!
6c 1964
b!!
9
z
b
6
kw
6c
z
b
6
kw
6c
zz
nw
6
w
Ar
6c
6c 1900
lw
T
b!
6c 1964
a 11
Vl
p
6c
w
d2
b!!
b
b!
Ar?
p
b
6c
1973
b
zz
6c
Ne
a 11
zz
6c
b!
b
6
kw
6c
p
z
b
6
kw
6c
10
zz
nw
10
zz
b
5
kw
6c
?
15
9
z
a 11
zz
6c
Ne
43
9
z
a 11
zz
6c
Ne
1
5
10
zz
a 10
zz
6c
0
1
10
zz
nw
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
zz
nw
6c
1979
b
Ne
Ar
6c
1984
?
Ne
d2
Vl
T
1990
b!
6d
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Sesleria caerulea
Blauwgras
1
0
1
10
kl2 se
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
6d
d1
65
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
6e
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
Corynephorus canescens
Buntgras
1
232
256
Filago minima
Dwergviltkruid
1
18
17
6
vz
a 12 zz2 6e
9
z
b
Festuca filiformis
Fijn schapegras
1
429
Luzula campestris
Gewone veldbies
1
561
521
4
va
a 16 mnb 6e
640
4
va
a 16 mnb 6e
Agrostis capillaris
Gewoon struisgras
1
Campanula rotundifolia
Grasklokje
1
505
799
3
a
a 16 mnb 6e
343
302
6
vz
Spergula morisonii
Heidespurrie
1
b
43
91
8
z
a 11
zz
6e
Teesdalia nudicaulis
Klein tasjeskruid
1
Ornithopus perpusillus
Rumex acetosella ssp,
angiocarpus
Rumex acetosella ssp,
tenuifolius
Klein vogelpootje
1
79
89
8
z
a 11
zz
6e
236
283
6
vz
a 12 zz2 6e
Schapezuring (ang)
1
733
857
3
a
a 16 mnb 6e
Schapezuring (ten)
1
Hypericum perforatum
Sint-Janskruid
1
21
97
8
z
a 11
663
960
2
a
a 16 mnb 6e
Dianthus deltoides
Steenanjer
1
16
17
9
z
a 11
zz
6e
p
Potentilla argentea
Viltganzerik
1
Aira praecox
Vroege haver
1
23
21
9
z
b
6
kw
6e
p
73
107
8
z
a 11
zz
6e
Thymus serpyllum
Wilde tijm
1
8
5
10
zz
c
2
bed 6e
Jasione montana
Agrostis vinealis
Zandblauwtje
1
301
293
6
vz
b
9
kw2 6e
Zandstruisgras
1
102
137
8
z
a 11
zz
6e
Aira caryophyllea
Zilverhaver
1
74
82
8
z
a 11
zz
6e
Mibora minima
Dwerggras
2
1
3
10
zz
a 10
zz
6e
6
9
kl2 se
kw
d1
d2
6e
T
b
kw2 6e
zz
6e
Het Limburgs areaal van de Steenanjer beperkte zich vroeger tot de meest noordelijk
gelegen gemeenten (Hamont-Achel, Neerpelt,…). Nu breidt het areaal zich in zuidelijke
richting uit: Schulensmeer, Boksbergheide,…
Foto: Jan GABRIELS.
66
Vl
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
b!!
p
Ne
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 110 inheemse en 10 niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 123 (6b: 165; 6c: 26; 6d: 1 en 6 e: 301) en ligt lager dan het algemene gemiddelde
(159).
De grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
•
6b: Kleverige reigersbek (1), Draadklaver (1), Overblijvende hardbloem (1), Gestreepte klaver (1),
Heelbeen (3), Kleine rupsklaver (3), Knolbeemdgras (5), Tengere vetmuur (apetala: 5),
Duinpaardebloem (6), Smal fakkelgras (6), Tripmadam (8), Zacht vetkruid (9), Ruige anjer (11),
Steenhoornbloem (12), Stijf vergeet-mij-nietje (12), Kruipend stalkruid (13), Klein timoteegras (17);
• 6c: Harige ratelaar (1), Bleek schildzaad (1), Doorgroeide boerenkers (1), Groene nachtorchis (1),
Aapjesorchis (1), Wit hongerbloempje (2), Kalkbedstro (2), Beklierde ogentroost (4), Mantelanjer
(5), Sikkelklaver (5), Zinkboerenkers (6), Cipreswolfsmelk (6), Poppenorchis (6), Ruige scheefkelk
(7), Grote centaurie (8), Driedistel (8), Aarddistel (9), Geel zonneroosje (9), Veldsalie (9), Kleine
steentijm (9), Stijve ogentroost (10), Echte kruisdistel (15), Voorjaarsganzerik (17), Gevinde
kortsteel (18), Wondklaver (19), Duifkruid (20), Voorjaarszegge (20);
• 6d: Blauwgras (1);
• 6e: Wilde tijm (5), Dwergviltkruid (17), Steenanjer (17).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: 3
•
inheems (3): 6b: Akkerviltkruid (< 1900); 6c: Honingorchis (< 1900), Kruismuur (<1930);
Weg: 4
•
inheems (4): 6b: Geel viltkruid (1957), Lathyruswikke (1969); 6c: Verfbrem (1964), Harlekijn
(1964);
Met uitsterven bedreigd: 2
•
inheems (1): 6b: Overblijvende hardbloem;
•
niet inheems (1): 6b: Gestreepte leeuwenbek;
Bedreigd: 6
•
inheems (6): 6b: Heelbeen, Zacht vetkruid; 6c: Driedistel, Stijve ogentroost, Harige ratelaar; 6e:
Wilde tijm;
Kwetsbaar: 30
•
inheems (28): 6b: 5: Gestreepte klaver, Zandzegge, Scherpe fijnstraal, Klein timoteegras, Grote
tijm; 6c: 21: Bleek schildzaad, Kalkbedstro, Grote centaurie, Aarddistel, Cypreswolfsmelk,
Beklierde ogentroost, Kalkwalstro, Geel zonneroosje, Veldsalie, Doorgroeide boerenkers, Zachte
haver, Gevinde kortsteel, Voorjaarszegge, Zeegroene zegge, Echte kruisdistel, Ruige
leeuwentand, Geelhartje, Ruige weegbree, Voorjaarsganzerik, Gulden sleutelbloem, Duifkruid; 6e:
2: Dwergviltkruid, Viltganzerik;
•
niet inheems (2): 6b: 1: Handjesgras, 6c: 1: Bont Kroonkruid;
Zeldzaam: 35
•
inheems (31): 6b: 12: Steenhoornbloem, Ruige anjer, Smal fakkelgras, Kleine rupsklaver, Stijf
vergeet-mij-nietje, Kruipend stalkruid, Knolbeemdgras, Tengere veldmuur (apetala), Tripmadam,
Ruw vergeet-mij-nietje, Kandelaartje, Liggende klaver; 6c: 13: Poppenorchis, Kleine steentijm,
Ruige scheefkelk, Sikkelklaver, Mantelanjer, Wondklaver, Bergdravik, Echt bitterkruid, Plat
beemdgras, Kleine pimpernel, Wit vetkruid, Blaassilene, Hazepootje; 6e: 6: Zandstruisgras,
Zilverhaver, Vroege haver, Steenanjer, Heidespurrie, Klein tasjeskruid;
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
67
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
•
niet inheems (4): 6c: 3: Kweekdravik, Hongaars havikskruid, Florentijns havikskruid; 6e: 1:
Dwerggras
Nieuw: 11
•
inheems (8): 6b: 3: Kleverige reigersbek (1995), Duinpaardebloem (1979), Draadklaver (1996); 6c:
4: Groene nachtorchis (2000), Wit hongerbloempje (1973), Aapjesorchis (1996), Zinkboerenkers
(1979); 6d: 1: Blauwgras (1990);
•
niet inheems (3): 6b: 2: Schermscheefbloem (1990), Trosgamander (1989); 6c: 1: Violette
bremraap (1984).
Bespreking
De soorten van de graslanden op kalkhoudende bodem (6c en 6d) zijn zowat alle zeldzaam, omdat het
voorkomen van kalkgronden in oppervlakte zeer beperkt is. Dit geldt onder meer voor de opduikingen
in Zuid-Limburg, lokale Maasoevers, zinkhoudende gronden aan de fabrieksterreinen in NoordLimburg, enz.
Aangezien het een grote groep is en de oppervlakte, waar ze kan voorkomen, zeer klein is, zijn er ook
heel wat planten plaatselijk al een tijd verdwenen. Toch kunnen bepaalde soorten lokaal in grote
getale aanwezig zijn. De Harige ratelaar is in 2000 aangetroffen in Limburg. Men dacht dat de soort in
Limburg (en in Vlaanderen) uitgestorven was. Vroeger was ze enkel gekend van de Sint-Pietersberg
(in de provincie Luik, grenzend aan Riemst).
De planten van de graslanden op droge zandgronden (6e) zijn niet zo zeldzaam en niet zo bedreigd.
Behalve dan voor de Wilde tijm. Deze laatste is zeer sterk afgenomen en mogelijk verdwenen (laatste
melding in 1982 (BERTEN 1993).
De gemeenschap 6b heeft een ‘hokkengemiddelde’ (165) dat overeenkomt met het algemene
gemiddelde (159). Toch zijn er in deze groep ook zeer zeldzame soorten. Ze zijn gevonden in de
Kempen, in de Maasvallei en in de spoorwegbermen. De Rode Lijst bevat zelfs verdwenen als (sterk)
bedreigde planten uit deze groep.
Er is sprake van een achteruitgang van de soorten van de gemeenschappen 6b, 6c en 6d. In de
tweede periode stelt men geen kwantitatieve achteruitgang vast, maar door de toename van het aantal
onderzochte hokken is er wel een procentuele afname waar te nemen.
De achteruitgang van deze groep in zijn geheel is hoofdzakelijk te wijten aan biotoopverlies meestal
door uitbreiding van de menselijke activiteiten. Door de aanleg van de grindplassen in de Maasvallei,
de uitbreiding van de industriezones, de toename van de woonwijken, de aanleg van verkeerswegen
zijn vele van deze graslanden gewoonweg verdwenen.
In Vlaanderen zijn Akkerviltkruid, Kruismuur, Geel viltkruid ook uitgestorven. Harige ratelaar is in 1993
(COSYNS) aangegeven als verdwenen in Vlaanderen. Later werd de soort op meerdere plaatsen
aangetroffen. Honingorchis, Verfbrem en Harlekijn zijn zeer sterk bedreigd (b!!). De bedreigde
‘Limburgse soorten’ zijn in Vlaanderen (sterk) bedreigd (b!, b!!).
Opmerking: de grassen Zandstruisgras, Zilverhaver en Vroege haver zijn vermoedelijk niet zo
zeldzaam. Vaak worden ze over het hoofd gezien, omdat ze niet zo opvallend zijn.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart gelden de volgende karteringseenheden: ha (struisgrasvegetatie,
Kempen), hn (zure borstelgrasvegetatie, Kempen), hk (kalkgrasland, Zuid-Limburg), hv (zinkgrasland,
industrie), cg (droge struikheide-vegetatie, Kempen), dm (stuifduin, Kempen), ks (verlaten spoorweg),
…
68
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.6 Planten van heiden, vennen en zuur laagveen
L. ZUUR LAAGVEEN, DROGE, VOCHTIGE EN NATTE HEIDE
1. Situering
Het zuur laagveen omvat gemeenschappen van natte tot vochtige, matig voedselarme substraten
(SCHAMINEE, 1995). Het milieu is in het algemeen minder waterrijk dan dat van de rietmoerassen (G),
minder voedselarm dan dat van de natte heide (zie verder). De vegetatie is meestal soortenrijk. De
grondwaterstand blijft gedurende het vegetatieseizoen (zomer) op dezelfde hoogte als het maaiveld.
Op de zeer voedselarme zandgronden vindt men voor de Kempen zeer typische begroeiingen. Op de
droge bodems komen vlaktes voor met Struikhei, Bochtige smele, enz. . Op de vochtige gronden
groeien onder meer Gewone dophei en Pijpenstrootje. Vennen zijn natuurlijke plassen in
heidegebieden. Deze vennen worden vooral of zelfs uitsluitend gevoed door neerslagwater en
afstromend oppervlaktewater. De vegetatie is typisch voor dergelijke voedselarme waters. Door de
ontwikkeling van veenmossen is op meerdere plaatsen hoogveen ontstaan. Andere (niet-natuurlijke)
plassen zijn ontstaan waar turf of ijzeroer werd ontgonnen.
Op vele plaatsen in de Kempen zijn heiden, vennen, hoogveen, laagveen en plassen zeer
kenmerkend.
De belangrijkste heide- en laagveengebieden zijn ondertussen beschermd als
natuurreservaat. De reservaten worden in functie van het behoud van deze typische vegetaties
beheerd.
Er worden 5 gemeenschappen onderscheiden:
•
7a: matig voedselarme, kalkarme, zure laagveenmoerassen;
•
7c: onbemeste graslanden op vochtige tot natte voedselarme, zwak zure grond;
•
7d: hoogvenen, natte heiden en onbemeste graslanden op natte zeer voedselarme, zure,
humeuze grond;
•
7e: droge heiden op zeer voedselarme grond;
•
7f: onbemeste, heischrale graslanden op matig vochtige tot droge, voedselarme, zure,
humeuze grond.
7a
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2
se
d1
d2
Vl
Juncus filiformis
Draadrus
1
52
59
9
z
a 11
zz
7a
p
Carex lasiocarpa
Draadzegge
1
16
15
9
z
b
kw
7a
b!!
Ranunculus flammula
Egelboterbloem
1
366
420
5
va
a 16 mnb
7a
Carex demissa
Geelgroene zegge
1
20
26
9
z
a 11
zz
7a
Dryopteris cristata
Kamvaren
1
2
5
10
zz
a 10
zz
7a
Peucedanum palustre
Melkeppe
1
252
306
6
vz
a 12 zz2
7a
Epilobium palustre
Moerasbasterdwederik
1
73
101
8
z
a 11
7a
Pedicularis palustris
Moeraskartelblad
1
4
0
w
7a 1957
Agrostis canina
Moerasstruisgras
1
188
198
7
vz
a 12 zz2
7a
Thelypteris palustris
Moerasvaren
1
5
3
10
zz
c
bed
7a
Viola palustris
Moerasviooltje
1
82
130
8
z
a 11
zz
7a
Galium palustre
Moeraswalstro
1
432
536
4
va
a 16 mnb
7a
Lysimachia thyrsiflora
Moeraswederik
1
8
7
10
zz
b
5
kw
7a
b
Pyrola rotundifolia
Rond wintergroen
1
1
5
10
zz
a 10
zz
7a
p
Galium uliginosum
Ruw walstro
1
137
149
7
vz
a 12 zz2
7a
Veronica scutellata
Schildereprijs
1
42
48
9
z
a 11
zz
7a
Carex rostrata
Snavelzegge
1
126
136
8
z
a 11
zz
7a
Carex echinata
Sterzegge
1
41
43
9
z
a 11
zz
7a
Dactylorhiza sphagnicola
Veenorchis
1
0
8
10
zz nw
6
2
zz
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
7a
T
p
b!
p
1981
b!
69
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Comarum palustre
Wateraardbei
1
Menyanthes trifoliata
Waterdrieblad
1
Hydrocotyle vulgaris
Waternavel
1
Stellaria palustris
Zeegroene muur
1
Carex canescens
Zompzegge
Carex nigra
Zwarte zegge
181
204
7
85
79
179
187
109
1
1
kl2
se
zz2
7a
vz
a 12
8
z
b
6
kw
7a
7
vz
a 12
zz2
7a
92
8
z
b
kw
7a
103
109
8
z
a 11
zz
7a
259
229
6
vz
b
kw2
7a
6
9
d1
d2
Vl
T
p
7c
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2
se
d1
d2
Vl
Juncus conglomeratus
Biezenknoppen
1
324
371
5 va a 16 mnb
7c
Succisa pratensis
Blauwe knoop
1
255
164
7 vz c
8
kw2
7c
Carex panicea
Blauwe zegge
1
100
62
9
c
4
bed
7c
p
Carex hostiana
Blonde zegge
z
1
1
1
10 zz b
5
kw
7c
b!!
Carex viridula
Dwergzegge
Dactylorhiza maculata ssp,
maculata
Gevlekte orchis
1
17
19
9
z
a 11
zz
7c
p
1
49
24
9
z
c
4
bed
7c
b
Ophioglossum vulgatum
Gewone addertong
1
41
23
9
z
c
4
bed
7c
p
Hypericum dubium
Kantig hertshooi
1
485
544
4 va a 16 mnb
7c
Selinum carvifolia
Karwijselie
1
8
15
9
z
a 11
zz
7c
p
Scutellaria minor
Klein glidkruid
1
13
16
9
z
a 11
zz
7c
p
Valeriana dioica
Kleine valeriaan
1
15
7
10 zz c
bed
7c
b
Wahlenbergia hederacea
Klimopklokje
1
0
0
lw
7c 1900
b!
Carum verticillatum
Kranskarwij
1
0
4
10 zz nw
2
7c
Salix repens ssp, argentea Kruipwilg (arg)
1
2
10
10 zz a 10
Salix repens ssp, repens
Kruipwilg (rep)
1
292
218
6 vz b
Huperzia selago
Taraxacum sectio
Spectabilia
Plompe wolfsklauw
1
0
0
Schraallandpaardebloem 1
15
34
Senecio helenitis
Spatelkruiskruid
1
0
0
Juncus acutiflorus
Veldrus
1
242
281
Carex pulicaris
Vlozegge
1
0
0
lw
Platanthera bifolia
Welriekende nachtorchis 1
11
10
10 zz b
5
Serratula tinctoria
Zaagblad
1
3
1
10 zz d
1 mub
Spiranthes aestivalis
Zomerschroeforchis
1
1
0
w
9
zz
7c
kw2
7c
lw
9
z
a 11
zz
lw
6 vz a 12 zz2
kw
1975
T
b!
?
7c 1900
+
7c
p
7c 1900
+
7c
7c 1900
b!!
7c
b!
7c
b
7c 1950
+
7d
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Narthecium ossifragum
Beenbreek
1
62
42
Rhynchospora fusca
Bruine snavelbies
1
33
Eriophorum vaginatum
Eenarig wollegras
1
9
Erica tetralix
Gewone dophei
1
327
Pedicularis palustris
Heidekartelblad
Dactylorhiza maculata ssp,
elodes
Heide-orchis
1
Vaccinium oxycoccus
Drosera intermedia
kl2
se
d1
d2
Vl
9
z
b
6
kw
7d
p
22
9
z
c
4
bed
7d
b
9
10 zz b
5
kw
7d
b
277
6
vz b
9
kw2
7d
54
31
9
z
4
bed
7d
b
1
5
8
10 zz a 10
zz
7d
b
Kleine veenbes
1
39
31
9
z
b
6
kw
7d
Kleine zonnedauw
1
57
65
9
z
a 11
zz
7d
Gentiana pneumonanthe
Klokjesgentiaan
1
78
66
9
z
b
6
kw
7d
p
Drosera longifolia
Lange zonnedauw
1
0
0
7d 1888
+
Andromeda polifolia
Lavendelhei
1
21
18
9
z
b
6
kw
7d
b
Lycopodiella inundata
Moeraswolfsklauw
1
51
64
9
z
a 11
zz
7d
p
70
c
lw
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
T
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Molinia caerulea
Pijpenstrootje
1
681
744
Drosera rotundifolia
Ronde zonnedauw
1
98
Carex limosa
Slijkzegge
1
2
Juncus squarrosus
Scirpus cespitosus ssp,
cespitosus
Scirpus cespitosus ssp,
germanicus
Trekrus
1
164
151
Veenbies (ce)
1
0
1
Veenbies (ge)
1
62
53
9
Scheuchzeria palustris
Veenbloembies
1
0
1
10 zz nw
Hammarbya paludosa
Veenmosorchis
kl2
se
3
a
a 16 mnb
7d
88
8
z
b
6
kw
7d
1
10 zz
c
2
bed
7d
vz b
9
kw2
7d
7
10 zz nw
z
b
d1
kw
Vl
1996
?
7d
p
7d
1975 b!!
1
1
1
10 zz b
5
kw
7d
b!!
Eriophorum angustifolium Veenpluis
1
151
119
8
z
6
kw
7d
p
Myrica gale
Wilde gagel
1
182
201
7
vz a 12 zz2
7d
Rhynchospora alba
Witte snavelbies
1
48
39
9
z
b
b
6
kw
7d
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2
se
a
7e
T
b!!
7d
6
d2
b
7e
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
d1
d2
Vl
Cytisus scoparius
Brem
1
736
743
3
a
b 15
Ulex europaeus
Gaspeldoorn
1
22
21
9
z
b
6
kw
7e
p
Lycopodium clavatum
Grote wolfsklauw
1
18
14
9
z
b
6
kw
7e
b!
Orobanche rapum-genistae Gtote bremraap
1
6
11
10 zz a 10
zz
7e
b!
Spiranthes spiralis
Herfstschroeforchis
1
0
0
7e 1900
0
Juniperus communis
Jeneverbes
1
54
52
b
Cuscuta epithymum
Klein warkruid
lw
9
z
b
6
kw
7e
z
c
4
1
53
35
9
Diphasiastrum tristachyum Kleine wolfsklauw
1
11
2
10 zz d
bed
7e
p
1 mub
7e
b!!
Carex pilulifera
Pilzegge
1
195
216
6
vz a 12 zz2
7e
Vaccinium vitis-idaea
Rode bosbes
1
33
Erica cinerea
Rode dophei
1
69
46
9
z
a 11
zz
7e
p
63
9
z
b
6
kw
7e
Genista anglica
Stekelbrem
1
b
338
263
6
vz b
9
kw2
7e
Calluna vulgaris
Struikhei
1
695
698
3
a
a
7e
kl2
se
b 15
T
7f
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Briza media
Bevertjes
1
42
30
Nardus stricta
Borstelgras
1
369
277
Euphrasia nemorosa
Luzula multiflora ssp,
congesta
Bosogentroost
1
9
4
Dichtbloemige veldbies
1
56
Botrychium lunaria
1
7
Polygala vulgaris
Gelobde maanvaren
Gewone
vleugeltjesbloem
1
Viola canina
Hondsviooltje
Scorzonera humilis
Kleine schorseneer
Genista pilosa
Galium saxatile
9
z
b
6
kw
7f
6
vz b
9
kw2
7f
2
bed
7f
d1
d2
Vl
b
10 zz
c
63
9
a 11
zz
7f
?
5
10 zz b
5
kw
7f
b!
28
25
9
z
b
6
kw
7f
b
1
98
32
9
z
d
3
bed
7f
b
1
1
3
10 zz a 10
zz
7f
b!!
Kruipbrem
1
187
126
8
z
bed
7f
p
1
139
188
7
vz a 12 zz2
7f
Polygala serpyllifolia
Liggend walstro
Liggende
vleugeltjesbloem
1
54
62
9
z
Veronica officinalis
Mannetjesereprijs
1
68
72
8
z
Antennaria dioica
Rozenkransje
1
0
0
Hieracium umbellatum
Schermhavikskruid
1
413
424
Hieracium lactucella
Spits havikskruid
1
36
9
Danthonia decumbens
Tandjesgras
1
244
199
z
c
4
a 11
zz
7f
a 11
zz
7f
lw
7f
5 va a 16 mnb
7f
10 zz d
1 mub
7f
7
9
7f
vz b
kw2
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
T
?
p
1930
0
b!!
71
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Potentilla erecta
Tormentil
1
387
334
Arnica montana
Luzula multiflora ssp,
multiflora
Valkruid
1
0
0
Veelbloemige veldbies
1
263
279
6
vz b
9
kl2
se
kw2
7f
lw
6
vz a 12 zz2
7f
d1
1900
d2
Vl
T
0
7f
De Grote wolfsklauw komt nog zeer weinig voor. Foto: © Wildlife Pictures.
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 103 inheemse. Geen niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 111 (7a: 123; 7c: 138; 7d: 88; 7e: 94 en 7f: 112) en ligt lager dan het algemene
gemiddelde (159).
De grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
•
7a: Moerasvaren (3), Kamvaren (5), Rond wintergroen (5), Moeraswederik (7), Veenorchis (8),
Draadzegge (15);
• 7c: Zaagblad (1), Blonde zegge (1), Kranskarwij (4), Kleine valeriaan (7), Kruipwilg (argentea: 10),
Welriekende nachtorchis (10), Karwijselie (15), Klein glidkruid (16), Dwergzegge (19);
• 7d: Slijkzegge (1), Veenbies (cespitosus: 1), Veenbloembies (1), Veenmosorchis (2), Heide-orchis
(8), Eenarig wollegras (9), Lavendelhei (18)
• 7e: Kleine wolfsklauw (2), Grote bremraap (11), Grote wolfsklauw (14);
• 7f: Kleine schorseneer (3), Bosogentroost (4), Gelobde maanvaren (5), Spits havikskruid (9).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg:
inheems (8): 7c: Vlozegge (< 1900), Plompe wolfsklauw (<1900), Spatelkruiskruid (<1900),
Klimopklokje (<1900); 7d: Lange zonnedauw (1888); 7 e: Herfstschroeforchis (<1900); 7f:
Rozenkransje (<1900), Valkruid (<1900);
72
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Weg: 2
•
inheems (2): Moeraskartelblad (1957); 7c: Zomerschroeforchis (1950);
Met uitsterven bedreigd: 3
•
inheems: 7c: Zaagblad; 7e: Kleine wolfsklauw; 7f: Spits havikskruid;
Bedreigd: 12
•
inheems (12 ): 7a: Moerasvaren; 7c: Kleine valeriaan, Blauwe zegge, Gevlekte orchis, Gewone
addertong; 7d: Slijkzegge, Heidekartelblad, Bruine snavelbies;
7e: Klein warkruid; 7f:
Bosogentroost, Hondsviooltje, Kruipbrem;
Kwetsbaar: 22
•
inheems (22): 7a: Moeraswederik, Draadzegge, Waterdrieblad, Zeegroene muur; 7c: Blonde
zegge, Welriekende nachtorchis; 7d: Eenarig wollegras, Lavendelhei, Ronde zonnedauw,
Veenpluis, Klokjesgentiaan, Beenbreek, Witte snavelbies, Veenbies (cespitosus), Kleine veenbes;
7e: Rode bosbes, Jeneverbes, Grote wolfsklauw, Gaspeldoorn; 7f: Gelobde maanvaren, Bevertjes,
Gewone vleugeltjesbloem;
Zeldzaam: 25
•
inheems ( 25): 7a: Kamvaren, Rond wintergroen, Zompzegge, Geelgroene zegge, Sterzegge,
Snavelzegge, Moerasbasterdwederik, Draadrus, Schildereprijs, Moerasviooltje; 7c: Kruipwilg
(argentea), Dwergzegge, Klein glidkruid, Karwijselie, Schraallandpaardebloem; 7d: Heideorchis,
Veenmosorchis, Kleine zonnedauw, Moeraswolfsklauw; 7 e: Grote bremraap, Rode bosbes; 7f:
Kleine schorseneer, Dichtbloemige veldbies, Liggende vleugeltjesbloem, Mannetjesereprijs;
Nieuw: 4
•
inheems (4): 7a: Veenorchis (1981); 7c: Kranskarwij (1975); 7d: Veenbloembies (1975), Veenbies
(cespitosus: 1996);
Bespreking
Het gemiddeld aantal hokken ligt overal lager dan het algemene gemiddelde. Ondanks het feit dat in
de Kempen de ideale omstandigheden aanwezig zijn, zijn meer dan de helft (54/103) van de soorten
zeer zeldzaam (29), bedreigd (15) of zelf verdwenen (10).
De meest voor de hand liggende verklaring is de algemene achteruitgang van de milieukwaliteit:
verzuring, vervuiling en verdroging. Verzuring en eutrofiëring van de vennen, vergrassing van de heide,
verdroging van de natte gebieden zijn de moeilijke of zelf onomkeerbare gevolgen daarvan. Het
uitblijven van enig beheer is nog een oorzaak van het verdwijnen van een aantal soorten. Het zijn
immers halfnatuurlijke cultuurlandschappen, die door ontbreken van enig beheer, snel evolueren naar
hun climaxvegetatie. Het beheer (maaien, kappen, branden, begrazen, plaggen) is zeer
arbeidsintensief en dus kostelijk, waardoor het behoud van deze plantengemeenschappen niet evident
is.
Van de 10 verdwenen soorten zijn alle, op Vlozegge (b!!) en Moeraskartelblad (b!) na, niet meer
waargenomen in Vlaanderen. Ook de in Limburg bedreigde planten zijn dat ook in Vlaanderen, zij het
in mindere mate. Moerasvaren, Blauwe zegge, Gewone addertong, Klein warkruid en Kruipbrem zijn in
Vlaanderen als potentiëel bedreigd aangegeven.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart komen de volgende karteringseenheden in aanmerking voor
deze groep: ao (oligotroof water, ven), hm (onbemest, vochtig Pijpenstrootjesgrasland), ha
(struisgrasvegetatie op zure bodem), hn (zure borstelgrasvegetatie), cg (droge struikheivegetatie), ce
(vochtige of natte dopheivegetatie), cm-cd-cp (gedegradeerde heide), cv (droge heide met Bosbes),
ct (venige heide met Bosbes), sm (gagelstruweel), t (hoogveen), tm (gedegradeerd hoogveen), dm
(duin), …
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
73
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.7 Planten van kalkmoerassen
M. BASISCH LAAGVEEN
1. Situering
Deze vegetatie omvat gemeenschappen van natte tot vochtige, matig voedselarme alkalische
substraten. Deze gemeenschappen vindt men in kalkrijke duinvalleien en bepaalde contactmilieus in
kalkrijke streken in het binnenland.
Op dit ogenblik komen in Limburg slechts 3 soorten uit deze socio-ecologische groep voor. De rest is
verdwenen. Het echte basisch laagveenmoeras komt in Limburg niet voor.
Er wordt 1 gemeenschap weergegeven:
•
7b: voedselarme, kalkrijke, basische laagveenmoerassen.
7b
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se
d1
d2
Vl
Eleocharis quinqueflora
Armbloemige waterbies
1
1
0
w
7b 1951
b!!
Liparis loeselii
Groenknolorchis
1
2
0
w
7b 1953
b!!
Epipactis palustris
Moeraswespenorchis
1
1
0
w
7b 1967
b!
Triglochin palustre
Moeraszoutgras
1
8
4
10 zz c
Juncus subnodulosus
Padderus
1
0
0
lw
7b 1900
b
Parnassia palustris
Parnassia
1
0
0
lw
7b 1930
b!!
Blysmus compressus
Platte bies
1
0
0
lw
7b 1900
b!!
Carex diandra
Ronde zegge
1
2
0
w
7b 1964
b!!
Carex lepidocarpa
Schubzegge
1
2
0
w
7b 1952
b!
Eriophorum gracile
Slank wollegras
1
?
0
w
7b 1948
b!
Anagallis tenella
Teer guichelheil
1
4
9
Carex dioica
Tweehuizige zegge
1
0
0
lw
Dactylorhiza incarnata
Vleeskleurige orchis
1
3
2
10 zz c
2
10 zz a 10
bed 7b
zz
7b
7b 1930
2
T
bed 7b
b
b!!
b
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 13 inheemse en geen niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 1. Dit is de laagste waarde van de socio-ecologische groepen.
De grootste zeldzaamheden zijn: Vleeskleurige orchis (2), Moeraszoutgras (4), Teer guichelheil (9).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: 4
•
inheems (4) : Platte bies (<1900), Tweehuizige zegge (<1930), Padderus (<1900), Parnassia
(<1930);
Weg: 6
•
inheems (6): Ronde zegge (1964), Schubzegge (1952), Armbloemige waterbies (1951), Slank
wollegras (1949), Moeraswespenorchis (1967), Groenknolorchis (1953);
Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 2
•
inheems (2): Vleeskleurige orchis, Moeraszoutgras;
Kwetsbaar: 74
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Zeldzaam: 1
•
inheems (1): Teer guichelheil;
Nieuw: -
Teer guichelheil groeit op verschillende plaatsen op een opgespoten (kalkhoudend)
terrein aan het Albertkanaal. Door toename van concurrerende kruiden is ze al op
meerdere plaatsen verdwenen.
Foto: Felix BAETEN.
Bespreking
De verdwenen soorten Slank wollegras, Groenknolorchis, Armbloemige waterbies,… werden in 1949
nog waargenomen in het Hageven (VANDEN BERGHEN 1950). De Moeraswespenorchis werd in 1967
nog gevonden in een vloeiweide. Het Hageven en de vloeiweiden werden immers met kalkrijkwater uit
het Kempens kanaal bevloeid.
Het Moeraszoutgras vindt men nog steeds in het Hageven. Het Teer guichelheil treft men veel aan op
de opgespoten terreinen aan het Albertkanaal.
In Vlaanderen is geen enkele van de opgesomde planten verdwenen. Wel zijn alle bedreigd tot zeer
sterk bedreigd (b-b!!).
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart wordt dit aangeduid als mk (alkalisch laagveen). In Limburg niet
aanwezig, wel in de nabije omgeving van Lommel, namelijk in het gebied Buitengoor te Mol.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
75
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.8 Planten van kaalslagen, zomen en struwelen
N. KAALSLAG
1. Situering
Deze groep bevat gemeenschappen die ontstaan op plaatsen waar loofhout- of naaldhoutbos is
gekapt, gedund of afgebrand. Gezien de laatste jaren de trend bestaat het naaldhout te vervangen
door loofbomen komen nu praktisch alle kaalslagen enkel in naaldbossen voor.
De kappingen in populierenbestanden horen niet thuis bij deze groep. De vegetatie, die te voorschijn
komt na het kappen van de populieren is de oorspronkelijke vegetatie - zij het onder een verruigde
vorm - en is niet te vergelijken met de ondergroei van een bos.
Er wordt 1 gemeenschap weergegeven:
•
8a: kaalslagen op matig vochtige tot droge, matig voedselrijke tot voedselrijke grond.
8a
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se d1
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Stachys alpina
Alpenandoorn
1
Carex pallescens
Bleke zegge
1
Fragaria vesca
Bosaardbei
1
Gnaphalium sylvaticum
Bosdroogbloem
1
49
Arctium nemorosum
Bosklit
1
2
Senecio sylvaticus
Carex muricata ssp,
lamprocarpa
Boskruiskruid
1
76
104
Dichte bermzegge
1
2
Centaurium erythraea
Echt duizendguldenkruid
1
48
Rubus idaeus
Framboos
1
295
332
6 vz a 12 zz2 8a
Galeopsis bifida
Gespleten hennepnetel
1
37
79
8
z
a 11
zz
8a
Senecio ovatus
Gewoon schaduwkruiskruid 1
52
69
8
z
a 11
zz
8a
Calamagrostis epigejos
Gewoon struisriet
1
145
227
6 vz a 12 zz2 8a
Digitalis purpurea
Gewoon vingerhoedskruid
1
47
75
8
z
a 11
Epilobium angustifolium
Epilobium tetragonum ssp,
lamyi
Epilobium tetragonum ssp,
tetragonum
Gewoon wilgenroosje
1
747
963
2
a
a 16 mnb 8a
Harde basterdwederik
1
8
31
9
z
a 11
zz
8a
Kantige basterdwederik
1
16
90
8
z
a 11
zz
8a
Dipsacus pilosus
1
11
21
9
z
a 11
zz
8a
p
Epilobium lanceolatum
Kleine kaardenbol
Lancetbladige
basterdwederik
1
1
4
10 zz a 10
zz
8a
b
Ceratocapnos claviculata
Rankende helmbloem
1
0
3
10 zz nw
Hypericum hirsutum
Ruig hertshooi
1
14
23
9
Bromus ramosus
Ruwe dravik
1
8
5
10 zz
c
Sambucus racemosa
Trosvlier
1
40
52
9
a 11
76
1
d2
Vl
1
10 zz b
5
kw
8a
p
29
20
9
z
b
6
kw
8a
p
112
109
8
z
b
6
kw
8a
66
9
z
a 11
zz
8a
p
4
10 zz a 10
zz
8a
p
8
a 11
zz
8a
7
10 zz a 10
zz
8a
90
8
zz
8a
z
z
z
z
a 11
zz
2
zz
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Ne
1980
8a
bed 8a
zz
b
8a
8a
a 11
T
8a
b
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 22 inheemse en geen niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 107. Het ligt lager dan het algemene gemiddelde (159).
De grootste zeldzaamheden zijn:
•
Alpenandoorn (1), Rankende helmbloem (3), Lancetbladige basterdwederik (4), Bosklit (4), Ruwe
dravik (5), Dichte bermzegge (7), Bleke zegge (20).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Gewoon vingerhoedskruid kent de laatste
jaren een sterke uitbreiding.
Foto: © Wildlife Pictures.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 1
•
inheems (1): Ruwe dravik;
Kwetsbaar: 3
•
inheems (3): Alpenandoorn, Bleke zegge, Bosaardbei;
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
77
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Zeldzaam: 14
•
inheems (14): Bosklit, Dichte bermzegge, Lancetbladige basterdwederik, Echt duizendguldenkruid,
Gewoon vingerhoedskruid, Kleine kaardenbol, Harde basterdwederik, Kantige basterdwederik,
Gespleten hennepnetel, Bosdroogbloem, Ruig hertshooi, Trosvlier, Gewoon schaduwkruiskruid,
Boskruiskruid;
Nieuw: 1
•
inheems (1): Rankende helmbloem (1980);
Bespreking
Er zijn geen soorten verdwenen. Enkel de Ruwe dravik is bedreigd. Kwantitatief komt naast de Ruwe
dravik ook de Bleke zegge in minder hokken voor in de tweede onderzoeksperiode.
In Vlaanderen worden Dichte bermzegge, Lancetbladige basterdwederik en Ruwe dravik als bedreigd
(b) beschouwd.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart wordt een kapvlakte aangeduid met de karteringseenheid se,
meestal vergezeld van de karteringseenheid van de oorspronkelijke begroeiing.
78
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
O. ZOOM
1. Situering
Deze groep omvat vegetaties van licht beschaduwde zomen van bomen en struwelen of van ruderaal
beïnvloede grensstroken op voedselrijke grond tussen het bos of het struweel en hun omgeving.
Tot deze vegetatie rekent m
en ook jonge aanplanten op voedselrijke grond.
Er wordt 1 gemeenschap weergegeven:
•
8b: jonge aanplanten en zomen op voedsel- (vooral stikstof-) rijke, neutrale, humeuze matig
vochtige grond.
8b
Wetenschappelijke
naam
Gagea villosa
Lapsana communis
Nederlandse naam
Akkergeelster
Akkerkool
Akkervergeet-mijMyosotis arvensis
nietje
Epilobium montanum
Bergbasterdwederik
Epilobium roseum
Bleke basterdwederik
Myosotis sylvatica
Bosvergeet-mij-nietje
Silene dioica
Dagkoekoeksbloem
Chaerophyllum temulum Dolle kervel
Geranium columbinum
Fijne ooievaarsbek
Anthriscus sylvestris
Fluitenkruid
Geum urbanum
Geel nagelkruid
Lamium maculatum
Gevlekte dovenetel
Heracleum sphondylium Gewone berenklauw
Carex spicata
Gewone bermzegge
Galeopsis tetrahit
Gewone hennepnetel
Sambucus nigra
Gewone vlier
Ornithogalum umbellatum Gewone vogelmelk
Parietaria officinalis
Groot glaskruid
Urtica dioica
Grote brandnetel
Torilis japonica
Heggendoornzaad
Fallopia dumetorum
Heggenduizendknoop
Stellaria media ssp,
neglecta
Heggenvogelmuur
Vicia sepium
Heggenwikke
Sedum telephium
Hemelsleutel
Glechoma hederacea
Hondsdraf
Bromus sterilis
Ijle dravik
Galium aparine
Kleefkruid
Orobanche hederae
Klimopbremraap
Allium vineale
Kraailook
Sambucus ebulus
Kruidvlier
Cruciata laevipes
Kruisbladwalstro
Alliaria petiolata
Look-zonder-look
Viola odorata
Maarts viooltje
Malva moschata
Muskuskaasjeskruid
Fumaria capreolata
Rankende duivekervel
Geranium robertianum
Robertskruid
Chelidonium majus
Stinkende gouwe
Lamium album
Witte dovenetel
Aegopodium podagraria Zevenblad
Geranium phaeum
Donkere ooievaarsbek
LB
40-'70
70-'92
zz a-z
%
kl
1
1
0
515
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
kl2
0
764
3
a
lw
a
8b 1900
16 mnb 8b
164
79
32
48
336
566
30
294
339
36
755
45
500
701
96
3
1019
276
123
369
111
67
111
543
835
28
520
513
46
1035
62
774
1152
103
3
1375
362
125
5
8
9
8
4
3
9
4
4
9
2
9
3
1
8
10
1
5
8
va
z
z
z
va
a
z
va
va
z
a
z
a
za
z
zz
za
va
z
a
a
a
a
a
a
b
a
a
a
a
a
a
a
a
b
a
a
a
16
11
11
11
16
16
6
16
16
11
16
11
16
16
11
5
16
16
11
0
154
167
841
216
717
0
195
16
261
344
158
9
5
385
411
715
718
3
2
247
147
1091
287
1095
2
254
31
332
598
287
19
10
652
587
960
957
5
10
6
7
2
6
2
10
6
9
6
4
6
9
10
4
4
2
2
10
zz nw
vz a
vz b
a
a
vz a
a
a
zz nw
vz a
z
a
vz a
va a
vz a
z
a
zz a
va a
va a
a
a
a
a
zz a
mnb
zz
zz
zz
mnb
mnb
kw
mnb
mnb
zz
mnb
zz
mnb
mnb
zz
kw
mnb
mnb
zz
se
d2
Vl
T
0
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
8b
12 zz2 8b
9 kw2 8b
16 mnb 8b
12 zz2 8b
16 mnb 8b
8b
12 zz2 8b
11 zz 8b
12 zz2 8b
16 mnb 8b
12 zz2 8b
11 zz 8b
10 zz 8b
16 mnb 8b
16 mnb 8b
16 mnb 8b
16 mnb 8b
10 zz 8b
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
d1
p
b
1973
1983 b!!
b
b
?
Ar
Ne
79
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke
naam
Nederlandse naam
Vinca major
Arum italicum
Impatiens parviflora
Geranium nodosum
Grote maagdenpalm
Italiaanse aronskelk
Klein springzaad
Knopige ooievaarsbek
Overblijvende
Pentaglottis sempervirens ossentong
Lysimachia punctata
Puntwederik
Claytonia perfoliata
Witte winterpostelein
LB
40-'70
70-'92
zz a-z
%
kl
kl2
se
2
2
2
2
0
4
11
0
3
4
24
1
10 zz
10 zz
9 z
10 zz
nw
b
a
nw
kw
zz
8b
8b
8b
8b
1978
5
11
2
2
2
0
1
5
1
2
20
10 zz
10 zz
9 z
nw
a
a
8b
8b
8b
1983
10
11
zz
zz
d1
d2
Vl
p
1978
?
?
T
Ne
Ne
Ne
Ne
Ne
Ne
Ne
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 39 inheemse en 8 niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 433. Dat ligt hoger dan het algemene gemiddelde (159).
De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: Klimopbremraap (2), Groot glaskruid (3), Rankende
duivekervel (10), Muskuskaasjeskruid (19).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
In de Maasvallei komt de Gewone
vogelmelk vrij veel voor.
Foto: © Wildlife Pictures.
80
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: 1
•
inheems (1): Akkergeelster (<1900);
Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: Kwetsbaar: 3
•
inheems (2): Groot glaskruid, Fijne ooievaarsbek;
•
niet inheems (1): Italiaanse aronskelk;
Zeldzaam: 14
•
inheems (10): Rankende helmbloem, Gewone bermzegge, Bergbasterdwederik, Bleke
basterdwederik, Heggenduizendknoop, Gevlekte dovenetel, Muskuskaasjeskruid, Bosvergeet-mijnietje, Gewone vogelmelk, Kruidvlier;
•
niet inheems (4): Donkere ooievaarsbek, Puntwederik, Witte winterpostelein, Klein springzaad;
Nieuw: 4
•
inheems (1): Klimopbremraap (1983);
•
niet inheems (3): Knopige ooievaarsbek (1978), Overblijvende ossentong (1983), Grote
maagdenpalm (1978).
Bespreking
Er zijn slechts twee zeldzaamheden: Klimopbremraap en Groot glaskruid. Voor 1900 verdween de
Akkergeelster. Er zijn na 1970 geen soorten meer verdwenen. Er zijn geen soorten bedreigd.
Zelfde tendens voor Vlaanderen. Daar is Akkergeelster ook niet meer waargenomen.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart worden jonge aanplanten aangegeven als n (aanplant loofhout)
of als n-gmn (aanplant gemengd naaldhout). De recente kaarten duiden in de meeste gevallen met
een symbool ook aan over welke boomsoort het gaat.
Zomen en bossen vormen een geheel op de Biologische Waarderingskaart.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
81
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
P. STRUWEEL
1. Situering
Deze vegetatie bevat struwelen (inclusief zomen) op enerzijds kalkhoudende, lemige droge grond en
anderzijds op matig vochtige, matig voedselrijke grond.
Struwelen kunnen op verschillende manieren ontstaan. De vegetatie van een kapvlakte of van een
open plaats in een bos evolueert via een struweelvegetatie naar een nieuwe bosvegetatie. De
houtkanten langs wegen, beken of akkerranden bestaan hoofdzakelijk uit jonge bomen, struiken en
kruiden. Ondanks het feit dat daar ook grote bomen in kunnen voorkomen wordt deze vegetatie
gerekend bij het struweel, gezien de beperkte breedte en hoogte. Bij het uitblijven van enig beheer
zullen (cultuur)graslanden na verloop van tijd evolueren naar een struweel. In een latere fase zal dan
een bosvegetatie ontstaan.
Struwelen bevatten dan veel kruiden, veel struiken en jonge bomen.
Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden:
•
8c: zomen op kalkhoudende, lemige, matig vochtige tot droge grond;
•
8d: struwelen op matig vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselrijke grond.
8c
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
% kl
kl2
se
zz
b
5
kw
8c
b!!
d1
d2
Vl
Platanthera chlorantha
Bergnachtorchis
1
4
4
Stachys officinalis
Betonie
1
17
21
9
z
a 11
zz
8c
p
Trifolium medium
Bochtige klaver
1
3
4
10
zz
a 10
zz
8c
b
Clinopodium vulgare
Borstelkrans
1
32
37
9
z
a 11
zz
8c
p
Lathyrus sylvestris
Boslathyrus
1
17
29
9
z
a 11
zz
8c
Orchis purpurea
Bruine orchis
1
9
12
10
zz
a 10
zz
8c
b
Inula conyza
Donderkruid
1
43
71
9
z
a 11
zz
8c
p
Agrimonia eupatoria
Gewone agrimonie
1
286
297
6
vz
a 12 zz2
8c
Carex divulsa ssp, divulsa Ijle bermzegge
1
1
3
10
zz
a 10
8c
Thalictrum minus
Kleine ruit
1
0
1
10
zz
nw
Orchis mascula
Mannetjesorchis
1
6
2
10
zz
d
1 mub
8c
Verbascum lychnitis
Melige toorts
1
5
5
10
zz
b
5
kw
8c
Allium oleraceum
Moeslook
1
2
1
10
zz
c
2
bed
8c
b!!
Campanula persicifolia
Prachtklokje
1
4
1
10
zz
d
1 mub
8c
+
Viola hirta
Ruig viooltje
1
14
14
9
z
b
6
kw
8c
p
Arabis glabra
Torenkruid
1
1
3
10
zz
a 10
zz
8c
b!!
Ophrys insectifera
Vliegenorchis
1
3
4
10
zz
a 10
zz
8c
b!!
Agrimonia repens
Welriekende agrimonie
1
7
11
10
zz
a 10
zz
8c
b
Astragalus glycyphyllos
Wilde hokjespeul
1
12
23
9
z
a 11
zz
8c
b
Origanum vulgare
Wilde marjolein
1
236
288
6
vz
a 12 zz2
8c
Vincetoxicum hirundinaria Witte engbloem
1
5
6
10
zz
a 10
zz
8c
Campanula rapunculoides Akkerklokje
2
9
15
9
z
a 11
zz
8c
Laburnum anagyroides
Goudenregen
2
0
2
10
zz
nw
Aristolochia clematis
Pijpbloem
2
5
5
10
zz
b
82
10
a-z
zz
8c
8c
5
kw
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
8c
T
b
1987
p
b!
b!
1972
p
Ar
?
Ne
b!!
Ar
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
8d
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z %
kl
kl2
se
d1
d2
Vl
T
Clematis vitalba
Bosrank
1
134
182
7
vz a
12
zz2
8d
Rubus caesius
Dauwbraam
1
163
265
6
vz a
12
zz2
8d
Crataegus monogyna
Eenstijlige meidoorn
1
656
989
2
a
a
16
mnb
8d
Rosa rubiginosa
Egelantier
1
22
28
9
z
a
11
zz
8d
Rubus sectio Rubus
Gewone braam
1
800
1000
2
a
a
16
mnb
8d
Lithospermum officinale
Glad parelzaad
1
1
1
10 zz b
5
kw
8d
Bryonia dioica
Heggenrank
1
291
410
5 va a
16
mnb
8d
Rosa canina
Hondsroos
1
493
664
4 va a
16
mnb
8d
Rosa corymbifera
Hondsroos (cor)
1
28
66
9
z
a
11
zz
8d
?
Crataegus rhipidophylla
Koraalmeidoorn
1
4
2
10 zz
c
2
bed
8d
b!!
Rosa agrestis
Kraagroos
1
2
4
10 zz a
10
zz
8d
b!
Ribes uva-crispa
Kruisbes
1
151
284
6
vz a
12
zz2
8d
Mespilus germanica
Mispel
1
11
15
9
z
a
11
zz
8d
Cornus sanguinea
Rode kornoelje
1
300
433
5 va a
16
mnb
8d
Prunus spinosa
Sleedoorn
1
529
691
3
a
a
16
mnb
8d
Asparagus officinalis
Tuinasperge
1
19
48
9
z
a
11
zz
8d
Rosa tomentosa
Viltroos
1
57
64
9
z
a
11
zz
8d
Rhamnus catharticus
Wegedoorn
1
9
8
10 zz b
5
kw
8d
Euonymus europaeus
Wilde kardinaalsmuts
1
116
163
7
vz a
12
zz2
8d
Ligustrum vulgare
Wilde liguster
1
22
14
9
z
c
4
bed
8d
Viburnum lantana
Wollige sneeuwbal
1
1
3
10 zz a
10
zz
8d
p
Berberis vulgaris
Zuurbes
1
0
1
10 zz nw
8d
1997 b!!
Lycium barbarum
Boksdoorn
2
1
2
10 zz a
10
zz
8d
Pyrus communis
Gekweekte peer
2
10
23
9
a
11
zz
8d
?
Ne
Cornus mas
Gele kornoelje
2
3
5
10 zz a
10
zz
8d
?
Ne?
Fragaria moschata
Grote bosaardbei
2
1
3
10 zz a
10
zz
8d
b
Ne
Mahonia aquifolium
Mahonia
2
0
50
9
z nw
Symphoricarpos albus
Sneeuwbes
2
44
67
9
z
a
11
zz
8d
Prunus cerasus
Zure kers
2
21
28
9
z
a
11
zz
8d
z
8d
b
Ar
b
?
p
?
Ne
1970
Ne
Ne
?
Ne
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 43 inheemse en 10 niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 140 (8c: 39 en 8d: 242). Het ligt veel lager voor de droge, kalkrijke struwelen en
hoger voor de vochtige, voedselrijke struwelen dan het algemene gemiddelde (159).
De grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
•
8c: Prachtklokje (1), Moeslook (1), Kleine ruit (1), Mannetjesorchis (2), Torenkruid (3), IJle
bermzegge (3), Bergnachtorchis (4), Vliegenorchis (4), Bochtige klaver (4), Melige toorts (5), Witte
engbloem (6), Welriekende agrimonie (11), Bruine orchis (12), Ruig viooltje (14);
• 8d: Glad parelzaad (1), Zuurbes (1), Koraalmeidoorn (2), Wollige sneeuwbal (3), Kraagroos (4),
Wegedoorn (8), Wilde liguster (14), Mispel (15).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
83
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
De Bruine orchis is een imposante orchidee
aan de bosranden (van Voeren).
Foto: Bert BERTEN.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: 2
•
inheems (2): 8c: Prachtklokje, Mannetjesorchis;
Bedreigd: 3
•
inheems (3): 8c: Moeslook; 8d: Koraalmeidoorn, Wilde liguster;
Kwetsbaar: 6
•
inheems (5): 8c: Bergnachtorchis, Melige toorts, Ruig viooltje; 8d: Glad parelzaad, Wegedoorn;
•
niet inheems (1): 8c: Pijpbloem;
Zeldzaam: 26
•
inheems (19): 8c: Welriekende nachtorchis, Torenkruid, IJle bermzegge, Vliegenorchis, Bruine
orchis, Bochtige klaver, Witte engbloem, Wilde hokjespeul, Borstelkrans, Donderkruid,
Boslathyrus, Betonie; 8d: Kraagroos, Wollige sneeuwbal, Tuinasperge, Mispel, Hondsroos
(corymbifera), Egelantier, Viltroos;
•
niet inheems (7): 8c: Akkerklokje; 8d: Gele kornoelje, Grote bosaardbei, Boksdoorn, Zure kers,
Gekweekte peer, Sneeuwbes;
Nieuw: 4
•
inheems (2): 8c: Kleine ruit (1987); 8d: Zuurbes (1997);
•
niet inheems (2): 8c: Goudenregen (1972); 8d: Mahonie (1970).
84
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Bespreking
De struwelen van kalkhoudende, lemige droge grond komen in Limburg niet veel voor. Ze beperken
zich tot Zuidoost-Limburg en enkele opduikingen van kalkgronden in de Maasvallei en in Haspengouw
(Figuur 5.5). Daarom ligt het aantal hokken laag (39) en is twee derde van de soorten (14 van de 21)
zeer zeldzaam. Alleen de Wilde marjolein en de Gewone agrimonie komen in ongeveer 300
kilometerhokken voor en zijn niet zeldzaam noch bedreigd.
De voedselrijke struwelen komen vooral in Zuid-Limburg voor. Dit betekent dat het aantal bedreigde
soorten ook beduidend minder is dan deze van de kalkhoudende grond. Toch zijn er nog 8 zeldzame
soorten, waarvan de Koraalmeidoorn en de Wilde liguster er verder op achteruitgaan. Deze
laatstgenoemde soorten vindt men ook in Zuidoost-Limburg op kalkrijke gronden.
In Vlaanderen is het Prachtklokje verdwenen. De andere soorten die bedreigd zijn, zijn in Limburg ook
zeldzaam.
Opmerking: van bomen en struiken is het verspreidingsbeeld slecht gekend. De geslachten Roos,
Braam, Meidoorn, enz. worden vaak foutief of niet gedetermineerd.
Bovendien zijn er heel wat gekweekte soorten bij, zoals Tuinasperge, Mispel, Boksdoorn, Zure kers,
Gekweekte peer, Sneeuwbes, Gele kornoelje, Wilde liguster, enz.
Bij controle van deze
waarnemingen, door iemand anders dan de oorspronkelijke waarnemer, is niet altijd meer op te maken
in welke mate de plant verwilderd was of niet.
Dit betekent dat men met wat betreft de bovengenoemde soorten zeer voorzichtig moet zijn bij de
conclusies over bedreiging of kwetsbaarheid.
3. Ecotopen
De ecotopen, die met de hier besproken struweelvegetaties overeenkomen, zijn op de Biologische
Waarderingskaart aangeduid als sp (doornstruweel), sk (struweel op kalkhoudende bodem), sz
(opslag van allerlei aard), kh (houtwal), khw (houtwal), kb (bomenrij), kw (holle weg), …
Andere karteringseenheden van struwelen zijn op de Biologische Waarderingskaart aangeduid als so
en sf (vochtige wilgenstruwelen) of sm (gagelstruweel). Ze komen respectievelijk overeen met de
volgende vegetaties: natte ruigten en bronbossen (zie par. H) en planten van heiden, vennen en zuur
laagveen (zie par. L).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
85
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.9 Bosplanten
De bosplanten zijn hier verdeeld in 2 groepen. Deze indeling is gebeurd op basis van de bodem. Een
eerste groep bossen komt voor in Zuid-Limburg en in de Maasvallei en vindt men op voedselrijke
bodems.
De tweede groep heeft betrekking op de bossen in de Kempen, de Zandleemstreek en Voeren, waar
voedselarme gronden voorkomen.
Q. VOEDSELRIJK BOS
1. Situering
9
In deze groep vindt men de bossen op voedselrijke (matig) droge bodems . Over het algemeen gaat
het hier over eikenbossen met onder andere kensoorten als Beuk, Haagbeuk, Esdoorn, …
Er worden 5 gemeenschappen onderscheiden:
•
9b: bossen op voedselarme tot matig voedselrijke, neutrale tot kalkhoudende grond;
•
9c: alluviale bossen op min of meer hydromorfe grond;
•
9d: bossen op gerijpte, zwak zure tot kalkrijke, relatief droge grond;
•
9f: bossen op gerijpte, matig voedselrijke tot voedselrijke, matig vochtige tot droge grond,
samen voorkomend met 9b tot 9d;
•
9g: Bossen op jonge, weinig stabiele, matig vochtige puinbodem (ravijnbossen).
9b
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
70-'92
zz
a-z
% kl
kl2 se
1
4
10
zz
a 10
zz
9b
18
20
9
z
a 11
zz
9b
40-'70
d1
d2
Vl T
Cephalanthera
damasonium
Bleek bosvogeltje
1
Melica uniflora
Eenbloemig parelgras
1
Gymnocarpium dryopteris Gebogen driehoeksvaren 1
?
0
Galium odoratum
Lievevrouwebedstro
1
15
14
9
z
b
6
kw
9b
b
Mycelis muralis
Muursla
1
25
19
9
z
b
6
kw
9b
p
Lonicera xylosteum
Rode kamperfoelie
1
12
16
9
z
a 11
zz
9b
Carex digitata
Vingerzegge
1
3
0
Neottia nidus-avis
Vogelnestje
1
2
2
10
zz
b
Euonymus latifolius
Brede kardinaalsmuts
2
0
1
10
zz
nw
9b
1992 ? Ne
Physalis alkekengi
Lampionplant
2
0
5
10
zz
nw
9b
1976 ? Ne
Taxus baccata
Taxus
2
0
1
10
zz
nw
9b
1970 ?
Scrophularia vernalis
Voorjaarshelmkruid
2
0
1
10
zz
nw
9b
1997 ? Ne
LB
40-'70
70-'92
zz
a-z
% kl
w
b!!
p
9b 1945
w
5
kw
b!!
b
9b 1968
b!!
9b
b!
?
9c
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
kl2 se
Ribes rubrum
Aalbes
1
167
254
6
vz
a 12 zz2 9c
Rumex sanguineus
Bloedzuring
1
72
127
8
z
a 11
zz
9c
Gagea lutea
Bosgeelster
1
1
2
10
zz
a 10
zz
9c
Brachypodium sylvaticum
Boskortsteel
1
154
216
6
vz
a 12 zz2 9c
Allium ursinum
Daslook
1
8
26
9
z
a 11
zz
9c
Hypericum pulchrum
Fraai hertshooi
1
28
19
9
z
b
6
kw
9c
Anemone ranunculoides
Gele anemoon
1
1
4
10
zz
a 10
zz
9c
9
d1
d2
Vl T
b!
b!!
De bossen van de valleien (elzen-, essenbossen, …) worden besproken bij de natte ruigten en de bronbossen
(zie par. H).
86
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70
70-'92
2
0
zz
% kl
a-z
kl2 se
w
Aconitum vulparia
Gele monnikskap
1
Pulmonaria officinalis
Gevlekt longkruid
1
3
6
10
zz
a 10
Ulmus minor
Gladde iep
1
249
446
5
va
a 16 mnb 9c
Circaea lutetiana
Groot heksenkruid
1
80
120
8
z
a 11
zz
9c
Ranunculus auricomus
Gulden boterbloem
1
63
83
8
z
a 11
zz
9c
Doronicum pardalianches
Hartbladzonnebloem
1
3
7
10
zz
a 10
zz
9c
Elymus caninus
Hondstarwegras
1
15
15
9
z
b
kw
9c
Adoxa moschatellina
Muskuskruid
1
195
316
6
vz
a 12 zz2 9c
Festuca gigantea
Reuzenzwenkgras
1
99
116
8
z
a 11
zz
9c
Equisetum hyemale
Schaafstro
1
7
10
10
zz
a 10
zz
9c
Primula elatior
Slanke sleutelbloem
1
190
292
6
vz
a 12 zz2 9c
Corydalis solida
Vingerhelmbloem
1
21
23
9
z
a 11
Prunus padus
Vogelkers
1
114
225
6
vz
a 12 zz2 9c
Allium scorodoprasum
Slangelook
2
10
6
10
zz
c
Galanthus nivalis
Sneeuwklokje
2
16
37
9
z
Matteucia struthiopteris
Struisvaren
2
0
1
10
zz
Eranthis hyemalis
Winterakoniet
2
2
3
10
zz
a 10
Alnus incana
Populus alba + (P x
canescens)
Witte els
2
82
124
8
z
a 11
Witte/Grauwe abeel
2
0
25
9
z
LB
40-'70
70-'92
zz
a-z
% kl
129
148
7
vz
a 12 zz2 9d
zz
6
zz
2
d2
d1
Vl T
9c 1967
+
9c
b
Ne
?
b
b
9c
bed 9c
a 11
zz
Ne
9c
Ar?
9c
1988 ? Ne
zz
9c
Ne
zz
9c
Ne
nw
nw
9c
1970
Ne
d2
Vl T
9d
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
kl2 se
Potentilla sterilis
Aardbeiganzerik
1
Poa chaixii
Bergbeemdgras
1
1
8
10
zz
a 10
Rosa arvensis
Bosroos
1
46
26
9
z
c
Stellaria holostea
Grote muur
1
424
460
5
va
a 16 mnb 9d
Carpinus betulus
Haagbeuk
1
281
326
6
vz
a 12 zz2 9d
Vinca minor
Kleine maagdenpalm
1
76
108
8
z
a 11
zz
9d
Campanula trachelium
Ruig klokje
1
40
65
9
z
a 11
zz
9d
Acer campestre
Spaanse aak
1
85
102
8
z
a 11
zz
9d
Ranunculus ficaria
Speenkruid
1
488
772
3
a
a 16 mnb 9d
Monotropa hypopitys
Stofzaad
1
3
3
10
zz
b
Hyacinthoides non-scripta
Wilde hyacint
1
0
2
10
zz
nw
Tilia cordata
Winterlinde
1
6
33
9
Prunus avium
Zoete kers
1
377
632
Phyteuma nigrum
Zwartblauwe rapunzel
1
15
9
LB
40-'70
4
zz
d1
9d
p
bed 9d
5
kw
9d
z
a 11
zz
4
va
a 16 mnb 9d
10
zz
c
b!!
9d
2
1979
9d
bed 9d
b
9f
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
70-'92
zz
a-z
% kl
kl2 se
Euphorbia amygdaloides
Amandelwolfsmelk
1
1
4
10
zz
a 10
zz
9f
Fagus sylvatica
Beuk
1
154
214
6
vz
a 12 zz2
9f
Viola riviniana
Bleeksporig bosviooltje
1
122
118
8
z
b
9f
Stachys sylvatica
Bosandoorn
1
389
656
4
va
a 16 mnb 9f
Anemone nemorosa
Bosanemoon
1
222
291
6
vz
a 12 zz2
9f
Mercurialis perennis
Bosbingelkruid
1
14
20
9
z
a 11
zz
9f
Milium effusum
Veronica hederifolia ssp,
lucorum
Bosgierstgras
1
71
113
8
z
a 11
zz
9f
Bosklimopereprijs
1
0
65
9
z
6
nw
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
kw
9f
d1
d2
Vl T
b!
1973
87
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70
70-'92
zz
a-z
% kl
kl2 se
Salix caprea
Boswilg
1
547
866
3
a
a 16 mnb 9f
Carex sylvatica
Boszegge
1
109
112
8
z
a 11
zz
9f
Viola reichenbachiana
Donkersporig bosviooltje
1
71
87
8
z
a 11
zz
9f
Moehringia trinervia
Drienerfmuur
1
396
525
4
va
a 16 mnb 9f
Paris quadrifolia
Eenbes
1
40
48
9
z
a 11
Viburnum opulus
Gelderse roos
1
438
598
4
va
a 16 mnb 9f
Lamium galeobdolon
Gele dovenetel
1
174
234
6
vz
a 12 zz2
Dryopteris affinis
Geschubde niervaren
1
64
16
9
z
d
Arum maculatum
Gevlekte aronskelk
1
171
305
6
vz
a 12 zz2
Fraxinus excelsior
Gewone es
1
559
789
3
a
a 16 mnb 9f
Polygonatum multiflorum
Gewone salomonszegel
1
231
306
6
vz
a 12 zz2
9f
Listera ovata
Grote keverorchis
1
74
90
8
z
a 11
9f
Corylus avellana
Hazelaar
1
564
722
3
a
a 16 mnb 9f
Sanicula europaea
Heelkruid
1
20
30
9
z
a 11
Hedera helix
Klimop
1
556
819
3
a
a 16 mnb 9f
Scrophularia nodosa
Knopig helmkruid
1
591
771
3
a
a 16 mnb 9f
Dryopteris filix-mas
Mannetjesvaren
1
519
737
3
a
a 16 mnb 9f
Poa nemoralis
Schaduwgras
1
503
761
3
a
a 16 mnb 9f
Crataegus laevigata
Tweestijlige meidoorn
1
76
141
7
vz
a 12 zz2
Athyrium filix-femina
Wijfjesvaren
1
584
712
3
a
a 16 mnb 9f
Malus sylvestris
Wilde appel
1
11
20
9
z
a 11
Narcissus pseudonarcissus Wilde narcis
1
29
54
9
z
Oxalis acetosella
1
120
121
8
z
Witte klaverzuring
3
zz
d2
9f
bed 9f
zz
zz
Vl T
9f
p
9f
9f
p
9f
zz
9f
a 11
zz
9f
b
kw
9f
6
d1
9g
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70
70-'92
zz
a-z
% kl kl2 se
Actaea spicata
Phegopteris connectilis
Cardamine impatiens
Christoffelkruid
Smalle beukvaren
Springzaadveldkers
1
1
1
1
4
0
6
1
3
10
10
10
zz
zz
zz
a 10 zz
d 1 mub 9g
nw
9g
Polystichum aculeatum
Stijve naaldvaren
d1
d2
Vl T
b!!
b!!
1983 ?
1
4
8
10
zz
a 10 zz
9g
b
Asplenium scolopendrium Tongvaren
Lunaria rediviva
Wilde judaspenning
1
1
4
0
11
1
10
10
zz
zz
a 10 zz
nw
9g
9g
p
1998 ?
Helleborus viridis
Wrangwortel
1
1
3
10
zz
a 10 zz
9g
p
Acer pseudoplatanus
Acer platanoides
Ulmus glabra
Tilia 'platyphyllos' groep
Gewone esdoorn
Noorse esdoorn
Ruwe iep
Zomerlinde
2
2
2
2
290
38
18
21
426
63
10
49
5
9
10
9
va
z
zz
z
a 16 mnb
a 11 zz
c 2 bed
a 11 zz
9g
9g
9g
9g
Ne
Ne
?
?
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 94: 80 inheemse en 14 niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 132 (9b: 9; 9c: 115; 9d: 192; 9f: 342 en 9g: 4) en ligt lager dan het algemene
gemiddelde van 159.
De grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
•
9b: Vogelnestje (2), Bleek bosvogeltje (4), Lievevrouwebedstro (14), Rode kamperfoelie (16),
Muursla (19), Eenbloemig parelgras (20);
9c: Bosgeelster (2), Gele anemoon (4), Gevlekt longkruid (6), Hartbladzonnebloem (7), Schaafstro
(10), Hondstarwegras (15), Fraai hertshooi (19);
•
88
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
•
•
•
9d: Wilde hyacint (2), Stofzaad (3), Bergbeemdgras (8), Zwartblauwe rapunzel (9);
9f: Amandelwolfsmelk (4), Geschubde niervaren (16), Wilde appel (20), Bosbingelkruid (20);
9g: Smalle beukvaren (1), Wilde judaspenning (1), Springzaadveldkers (3), Wrangwortel (3),
Christoffelkruid (6), Stijve naaldvaren (8), Tongvaren (11).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Het Bleek bosvogeltje geeft de voorkeur
aan bossen op een kalkhoudende bodem.
Foto: © Wildlife Pictures.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: Weg: 3
•
inheems (3): 9b: Vingerzegge (1968), Gebogen driehoeksvaren (1945); 9c: Gele monnikskap
(1967);
Met uitsterven bedreigd: 1
•
inheems (1): 9g: Smalle beukvaren;
Bedreigd: 5
•
inheems (3): 9d: Zwartblauwe rapunzel, Bosroos; 9f: Geschubde niervaren;
•
niet inheems (2): 9c: Slangelook; 9g: Ruwe iep;
Kwetsbaar: 8
•
inheems (8): 9b: Vogelnestje, Lievevrouwebedstro, Muursla; 9c: Hondstarwegras, Fraai hertshooi;
9d: Stofzaad; 9f: Witte klaverzuring, Bleeksporig bosviooltje;
Zeldzaam: 38
•
inheems (33) : 9b: Bleek bosvogeltje, Rode kamperfoelie, Eenbloemig parelgras; 9c: Gele
anemoon, Hartbladzonnebloem, Schaafstro, Bosgeelster, Gevlekt longkruid, Daslook, Groot
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
89
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
heksenkruid, Vingerhelmbloem, Reuzenzwenkgras, Gulden boterbloem, Bloedzuring; 9d:
Bergbeemdgras, Spaanse aak, Ruig klokje, Winterlinde, Kleine maagdenpalm; 9f:
Amandelwolfsmelk, Boszegge, Grote keverorchis, Wilde appel, Bosbingelkruid, Bosgierst, Wilde
narcis, Eenbes, Heelkruid, Donkersporig viooltje; 9g: Christoffelkruid, Tongvaren, Wrangwortel,
Stijve naaldvaren;
•
extern (5): 9c: Winterakoniet, Witte els, Sneeuwklokje; 9g: Noorse esdoorn, Zomerlinde;
Nieuw: 9
•
inheems (3): 9d: Wilde hyacint (1979); 9g: Springzaadveldkers (1983), Wilde judaspenning (1998);
•
niet inheems (6): 9b: Brede kardinaalsmuts (1992), Lampionplant (1976), Voorjaarshelmkruid
(1997), Taxus (1970); 9c: Struisvaren (1988), Witte/Grauwe els (1970).
Bespreking
De meeste Rode-Lijstsoorten komen voor in bossen op kalkhoudende grond (9b) en in de
ravijnbossen (9g). Dat is normaal omdat dergelijke milieutypen in Limburg vrij weinig voorkomen.
De andere bossen (9c, 9d, 9f) bevatten minder Rode-Lijstsoorten, omdat deze bossen een ‘goede
bescherming’ genieten. Ze worden meer natuurvriendelijk beheerd door de privé-eigenaars of de
diensten van Aminal (Bos en Groen en Natuur).
In Vlaanderen is enkel de Gele monnikskap verdwenen. De andere planten, die in Limburg niet meer
waargenomen zijn, zijn dat wel voor Vlaanderen.
Opmerking: de houtige gewassen, die vaak worden aangeplant, zoals deze van de geslachten Linde,
Appel, Esdoorn, Taxus, Abeel, enz. zijn dikwijls geïnventariseerd als verwilderd. Ze geven dan ook
geen goed beeld van de reële zeldzaamheid van de echte ‘wilde’ bomen en struiken. Andere
houtsoorten zoals de geslachten Wilg, Iep, Abeel, enz. worden vaak foutief of niet gedetermineerd.
Voor al deze planten is kwetsbaarheid of bedreiging dus niet altijd van toepassing.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart worden de bossen van deze groep als volgt aangeduid: eikenhaagbeukenbos (qa, qk) en beukenbos (fa, fk, fm). Enkel in Voeren kunnen de kalkrijke bossen (qk,
fk en de beukenbossen met Lievevrouwebedstro) voorkomen.
90
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
R. VOEDSELARM BOS
1. Situering
Tot deze vegetatie rekent men de bossen op zure, droge bodems. Deze komen voor in de Kempen en
op de zandige opduikingen in de Zandleemstreek en in Voeren.
Er wordt 1 gemeenschap onderscheiden:
•
9e: bossen op matig voedselarme, droge zure grond ( 9 e).
9e
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70
70-'92
zz
a-z
%
kl
kl2 se d1
Pteridium aquilinum
Adelaarsvaren
1
Vaccinium myrtillus
Blauwe bosbes
1
478
536
4
va
a
16
mnb 9e
458
470
5
va
a
16
mnb 9e
Deschampsia flexuosa
Bochtige smele
Hieracium sabaudum
Boshavikskruid
1
657
716
3
a
a
16
mnb 9e
1
103
171
7
vz
a
12
zz2 9e
Dryopteris dilatata
Epipactis helleborine
Brede stekelvaren
1
264
371
5
va
a
16
mnb 9e
Brede wespenorchis
1
176
322
6
vz
a
12
zz2 9e
Maianthemum bifolium
Dalkruid
1
75
102
8
z
a
11
zz
9e
Hieracium lachenalii
Dicht havikskruid
1
92
66
9
z
b
6
kw
9e
Blechnum spicant
Dubbelloof
1
99
84
8
z
b
6
kw
9e
Solidago virgaurea
Polypodium vulgare ssp,
prionodes
Polypodium vulgare ssp,
vulgare
Echte guldenroede
1
230
147
7
vz
c
8
kw2 9e
Eikvaren (pr)
1
9
8
10
zz
b
5
kw
Eikvaren (vu)
1
175
103
8
z
c
4
bed 9e
Holcus mollis
Gladde witbol
1
286
531
4
va
a
16
mnb 9e
Luzula sylvatica
Grote veldbies
1
16
18
9
z
a
11
zz
9e
Melampyrum pratense
Hengel
1
154
133
8
z
b
6
kw
9e
Ilex aquifolium
Hulst
1
229
292
6
vz
a
12
zz2 9e
Pyrola minor
Klein wintergroen
1
2
5
10
zz
a
10
zz
9e
Convallaria majalis
Lelietje-van-dalen
1
105
121
8
z
a
11
zz
9e
Hieracium murorum
Muurhavikskruid
1
49
33
9
z
c
4
bed 9e
Populus tremula
Ratelpopulier
1
390
547
4
va
a
16
mnb 9e
Luzula pilosa
Ruige veldbies
1
106
90
8
z
b
6
Betula pendula
Ruwe berk
1
712
898
2
a
a
16
mnb 9e
Dryopteris carthusiana
Smalle stekelvaren
1
540
668
4
va
a
16
mnb 9e
Hieracium laevigatum
Stijf havikskruid
1
188
357
5
va
a
16
mnb 9e
Oreopteris limbosperma
Stippelvaren
1
7
7
10
zz
b
5
Teucrium scorodonea
Valse salie
1
541
576
4
va
a
16
Carex reichenbachii
Valse zandzegge
1
0
3
10
zz
nw
Lonicera periclymenum
Wilde kamperfoelie
1
740
851
3
a
a
16
mnb 9e
Sorbus aucuparia
Wilde lijsterbes
1
619
849
3
a
a
16
mnb 9e
Quercus petraea
Wintereik
1
183
88
8
z
c
4
bed 9e
Luzula luzuloides
Witte veldbies
1
14
8
10
zz
c
2
bed 9e
Betula pubescens
Zachte berk
1
497
625
4
va
a
16
mnb 9e
Trientalis europaea
Zevenster
1
0
2
10
zz
nw
Quercus robur
1
1009
1334
1
za
a
16
Amelanchier lamarckii
Zomereik
Amerikaans
krenteboompje
2
49
57
9
z
a
11
Quercus rubra
Amerikaanse eik
2
0
446
5
va
nw
Prunus serotina
Amerikaanse vogelkers 2
521
761
3
a
a
16
Goodyera repens
Dennenorchis
2
2
3
10
zz
a
10
Robinia pseudoacacia
Gewone robinia
2
365
476
5
va
a
16
kw
kw
9e
Vl T
?
p
9e
9e
b!
mnb 9e
9e
9e
1975 b
b!
1982 b!
mnb 9e
zz
9e
9e
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
d2
mnb 9e
zz
Ne
1970
Ne
Ne
9e
b Ne
mnb 9e
Ne
91
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70
Pinus sylvestris
Grove den
2
Castanea sativa
Tamme kastanje
2
70-'92
zz
a-z
%
0
500
4
va
nw
137
196
7
vz
a
kl
12
kl2 se d1
d2
9e
1970
zz2 9e
Vl T
Ne
?
Ar
De Zomereik is in Limburg de meest voorkomende boom.
Foto: © Wildlife Pictures.
2. Cijfers en bespreking
Cijfergegevens: 41: 34 inheemse en 7 niet inheemse
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Het gemiddelde is 327 en ligt duidelijk hoger dan het algemene gemiddelde (159).
De grootste zeldzaamheden zijn: Zevenster (2), Valse zandzegge (3), Klein wintergroen (5),
Stippelvaren (7), Eikvaren (prionodes:8), Witte veldbies (8), Grote veldbies (18).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Rode Lijst (inheems en niet inheems)
Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 4
•
inheems (4): Witte veldbies, Muurhavikskruid, Eikvaren (vulgare), Wintereik;
Kwetsbaar: 6
•
inheems (6): Stippelvaren, Eikvaren (prionodes), Dubbelloof, Dicht havikskruid, Ruige veldbies,
Hengel;
Zeldzaam: 6
92
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
•
inheems (4): Klein wintergroen, Lelietje-van-dalen, Grote veldbies, Dalkruid;
•
niet inheems (2):Dennenorchis, Amerikaans krenteboompje;
Nieuw: 4
•
inheems (2): Valse zandzegge (1975), Zevenster (1982);
•
niet inheems (2):Grove den (1970), Amerikaanse eik (1970).
Bespreking
Voedselarme bossen zijn niet zeldzaam in Limburg. Er zijn geen soorten verdwenen, noch ernstig
bedreigd.
Hetzelfde geldt voor Vlaanderen.
Opmerking: de ondersoorten van de Eikvaren worden de laatste jaren niet systematisch
gedetermineerd, zodat de conclusie van bedreiging en kwetsbaarheid ook voorzichtig geïnterpreteerd
moet worden.
De Grove den en de Amerikaanse eik worden gerangschikt als nieuw, omdat ze in de eerste
onderzoeksperiode niet werden gekarteerd terwijl ze wel aanwezig waren.
3. Ecotopen
Op de Biologische Waarderingskaart vindt men in de Kempen, in de Zandleemstreek en in Voeren de
voedselarme bossen bij de karteringseenheden: qb, qs ( (arm), zuur eikenbos), fs (zuur beukenbos)
en fl, ql (bos met Witte veldbies).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
93
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.10 Het aantal uitgestorven, bedreigde en nieuwe soorten
In de vorige paragrafen 3.1 – 3.9 wordt in detail ingegaan op de verdwenen, de bedreigde (Rode Lijst)
en de nieuwe soorten.
In de volgende tabel - 3.10 - wordt dat aantal weergegeven :
De verdwenen vindt men in de kolommen lw (lang weg) en w (weg); de soorten, die behoren tot de
Rode Lijst, in de kolommen mub (met uitsterven bedreigd), bed (bedreigd), kw (kwetsbaar) en zz
(zeldzaam); de niet bedreigde in kolom (n.bed) en de nieuwe in kolom nw.
1a:voedselrijke akker
1b:kalkrijke akker
1c:voedselarme akker
1d:tredplant
1e:betreden ruigte
1f:kalkrijke ruigte
1g:voedselrijke ruigte
2a:wisselend milieu
2b:rijke, natte grond
2c:bodem, v, arm water
3a:strand
3b:slik
3c:schor
4a:voedselrijk water
4b:voedselarm water
4c:verlanding water
4d:verlanding rivier
4e:natte ruigte
5a:bemest grasland
5b:bemest hooiland
6a:muur
6b:droog, arm grasland
6c:kalkgrasland
6d:zeer droog grasland
6e:kalkarm grasland
7a:zuur laagveen
7b:basisch laagveen
7c:arm, nat grasland
7d:natte heide
7e:droge heide
7f:heischraal grasland
8a:kaalslag
8b:zoom
8c:kalkstruweel
8d:voedselrijk struweel
9a:bronbos
9b:voedselrijk bos
9c:alluviaal bos
9d:'kalkrijk' bos
9e:voedselarm bos
9f:'rijk, vochtig' bos
9g:'ravijn'bos
Som
94
lw
2
w
1
2
%
6
17
mub
2
1
1
1
3
2
3
1
3
4
4
25
1
3
2
1
1
25
8
9
1
3
2
2
2
15
6
8
1
6
1
4
77
22
4
8
11
2
1
2
4
4
1
1
2
1
1
1
2
1
1
2
2
3
3
2
1
1
2
3
2
2
3
1
1
1
1
1
2
4
3
1
3
1
2
2
2
1
30
bed
2
2
3
1
3
2
2
1
29
17
4
1
2
1
1
2
4
1
1
22
67
kw
1
4
3
2
2
5
3
1
3
3
2
10
7
2
6
1
13
4
2
6
22
2
4
2
10
4
3
3
3
4
2
3
3
2
1
6
2
156
zz
16
2
10
5
28
25
12
6
10
13
1
2
21
9
12
11
11
8
7
7
12
16
%
40
75
53
47
43
78
44
21
64
59
67
67
50
73
66
56
64
41
36
48
69
45
82
8
10
1
5
3
2
4
14
14
13
13
16
3
14
5
6
10
6
55
60
23
52
70
62
58
82
36
83
59
73
50
65
57
39
42
73
391
n.bed
26
0
14
9
19
4
10
26
7
2
0
0
0
2
1
13
9
14
35
12
1
18
0
0
9
8
0
5
4
4
6
3
24
2
10
6
0
6
5
21
17
1
353
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
%
50
0
47
53
24
9
26
68
32
6
0
0
0
4
3
41
32
44
55
41
8
37
0
0
45
32
0
22
17
31
32
14
51
8
34
23
0
23
36
51
55
9
nw
2
1
0
0
25
5
11
4
1
3
1
1
1
7
7
1
1
4
6
3
1
6
5
1
0
1
0
1
2
0
0
1
5
2
2
1
4
2
1
4
1
2
126
%
4
8
0
0
31
11
28
11
5
9
33
33
25
15
22
3
4
13
9
10
8
12
10
100
0
4
0
4
9
0
0
5
11
8
7
4
33
8
7
10
3
18
Σ
52
12
30
17
80
45
39
38
22
32
3
3
4
48
32
32
28
32
64
29
13
49
50
1
20
25
13
23
23
13
19
22
47
24
29
26
12
26
14
41
31
11
1174
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
4. VERDWENEN EN NIEUWE SOORTEN IN
LIMBURG
4.1 Verdwenen soorten
Door vergelijking van oude Flora’s en de gegevens verzameld tijdens de verschillende
onderzoeksperiodes krijgt men een beeld van de evolutie van het plantenbestand in Limburg.
Bepaalde soorten zijn reeds geruime tijd niet meer waargenomen (Tabel 4.1), andere soorten zijn
recent verdwenen (Tabel 4.3)
4.1.1 Verdwenen vóór 1900
Tabel 4.1 vermeldt de soorten die nog in de Prodrome staan beschreven, maar die sindsdien niet meer
zijn waargenomen.
Tabel 4.1. Soorten reeds verdwenen vóór 1900.
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Standplaats
Locatie
Arnica montana
Blysmus compressus
Bromus arvensis
Carex bohemica
Carex distans
Carex pulicaris
Crassula tillaea
Cyperus flavescens
Drosera logifolia
Filago arvensis
Gagea villosa
Herminium monorchis
Huperzia selago
Juncus subnodulosus
Lolium remotum
Najas minor
Potamogeton friesii
Potamogeton praelongus
Senecio helenitis
Spiranthes spiralis
Utricularia ochroleuca
Veronica opaca
Wahlenbergia hederacea
Valkruid
Platte bies
Akkerdravik
Cyperzegge
Zilte zegge
Vlozegge
Mosbloempje
Geel cypergras
Lange zonnedauw
Akkerviltkruid
Akkergeelster
Honingorchis
Plompe wolfsklauw
Padderus
Vlasdolik
Klein nimfkruid
Puntig fonteinkruid
Langstengelig fonteinkruid
Spatelkruiskruid
Herfstschroeforchis
Bleekgeel blaasjeskruid
Doffe ereprijs
Klimopklokje
Heischraal grasland
Basisch laagveen
Betreden ruigte
Voedselarm water
Zilt terrein
Voedselarm grasland
Droogvallend water
Droogvallend water
Natte heide
Voedselarm grasland
Zoom
Kalkgrasland
Voedselarm grasland
Basisch laagveen
Voedselrijke akker
Voedselrijk water
Voedselrijk water
Voedselrijk water
Vedselarm grasland
Droge heide
Voedselarm water
Voedselrijke akker
Voedselarm grasland
Kerkhoven
Donk
Sint-Truiden
Hasselt
Sint-Truiden
Genk
Genk
Diepenbeek
Zelem
Lanaken
Lanaken
Teuven
Genk
Sint Truiden
Sint-Truiden
Stokrooi
Lummen
Lummen
Kortenbos
Sint-Pietersberg
Helchteren
Sint-Truiden
Beverlo
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
95
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
De Herfstschroeforchis verdween (volgens
de literatuur) al van voor 1900 uit Limburg.
Toch komt ze nu nog op enkele kilometer
van de grens met Limburg voor (SintPietersberg).
Foto: Felix BAETEN.
4.1.2 Verdwenen vóór 1970 (de tweede onderzoeksperiode)
De preciese data van de soorten, die na 1970 niet meer waargenomen werden, zijn afkomstig van de
gegevens van de Limburgse Plantenwerkgroep.
De data, die niet exact aangeduid zijn, maar weergegeven worden als < 1930, zijn afkomstig van de
‘Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora van Van Rompaey en Delvosalle (1972, 1979).
Het Rozenkransje wordt in de Prodrome als uitgestorven beschouwd, maar Cauberghs et al. (1956)
geven aan dat deze plant nog op verschillende plaatsen in de Limburgse Kempen aanwezig is.
Tabel 4.2. Soorten niet meer waargenomen na 1970.
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Standplaats
Vindplaats - Datum
Aconitum vulparia
Antennaria dioica
Carex diandra
Carex digitata
Carex dioica
Carex lepidocarpa
Centaurea calcitrapa
Centunculus minimus
Chenopodium b.-henricus
Chenopodium vulvaria
Cystopteris fragilis
Delia segetalis
Eleocharis quinqueflora
Epipactis palustris
Eriophorum gracile
Filago lutescens
Gele monnikskap
Rozenkransje
Ronde zegge
Vingerzegge
Tweehuizige zegge
Schubzegge
Kalketrip
Dwergbloem
Brave Hendrik
Stinkende ganzenvoet
Blaasvaren
Korenschijnspurrie
Armbloemige waterbies
Moeraswespenorchis
Slank wollegras
Geel viltkruid
Alluviaal bos
Heischraal grasland
Basisch laagveen
Voedselrijk bos
Basisch laagveen
Basisch laagveen
Kalkrijke ruigte
Droogvallend water
Voedselrijke ruigte
Betreden ruigte
Muur
Droogvallend water
Basisch laagveen
Basisch laagveen
Basisch laagveen
Voedselarm grasland
Moelingen, 1967
Kempen, < 1930
Hechtel, 1964
Sint-Pietersberg, 1968
Neeroeteren, < 1930
Zonhoven, 1952
Uikhoven, 1965
De Maten, 1963
Moelingen, 1968
Sint-Truiden, < 1930
Alden Biesen, 1967
Neeroeteren, 1940
Hageven, 1951
Lozen, 1967
Hageven, 1948
Diest, 1957
96
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Standplaats
Vindplaats - Datum
Genista tinctoria
Gymnocarpium dryopteris
Gymnocarpium robertianum
Gypsophila muralis
Juncus capitatus
Liparis loeselii
Lolium temulentum
Moenchia erecta
Orchis morio
Parnassia palustris
Pedicularis palustris
Ranunculus tripartitus
Sagina nodosa
Spiranthes aestivalis
Subularia aquatica
Vaccaria hispanica
Valerianella dentata
Vicia lathyroides
Wolffia arrhiza
Verfbrem
Gebogen driehoeksvaren
Rechte driehoeksvaren
Gipskruid
Koprus
Groenknolorchis
Dolik
Kruismuur
Harlekijn
Parnassia
Moeraskartelblad
Driedelige waterranonkel
Sierlijke vetmuur
Zomerschroeforchis
Priemkruid
Koekruid
Getande veldsla
Lathyruswikke
Wortelloos kroos
Kalkgrasland
Voedselrijk bos
Muur
Droogvallend water
Droodvallend water
Basisch laagveen
Voedselrijke akker
Kalkgrasland
Kalkgrasland
Basisch laagveen
Zuur laagveenmoeras
Voedselarm water
Droogvallend water
Voedselarm grasland
Voedselarm water
Kalkrijke akker
Kalkrijke akker
Voedselarm grasland
Voedselrijk water
Tessenderlo, 1964
Moelingen, 1945
Sint-Pietersberg, < 1930
Leopoldsburg, 1968
Genk, 1945
Hageven, 1953
Leopoldsburg, 1967
Sint-Pietersberg, < 1930
Tessenderlo, 1964
Maaseik, < 1930
Webbekom, 1957
Zonhoven, < 1930
Genk, < 1930
Genk, 1950
De Maten, 1942
Velm, 1954
Sint-Pietersberg, 1950
Diest, 1969
Hasselt, 1950
In de vloeiweiden te Lozen werd de
Moeraswespenorchis nog in 1967
aangetroffen.
Foto: G. MATAGNE.
De verdwenen soorten behoren tot plantengemeenschappen
milieuverslechtering erop achteruit zijn gegaan, namelijk:
•
•
•
die
door
de
algemene
De plantengemeenschappen die op kalkhoudende of kalkrijke gronden voorkomen;
Heide- en venvegetaties;
Vegetaties van waters, oevers en zuur laagveen.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
97
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
4.1.3 Verdwenen na 1970
In de tweede onderzoeksperiode werd een groot aantal planten in het begin van de jaren ’70 nog
waargenomen, maar bij herinventarisaties in de jaren ’90 werden ze niet meer aangetroffen. Dit geldt
voor 15 soorten (Tabel 4.3).
Tabel 4.3. Soorten die recent niet meer werden aangetroffen.
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Laatste (officiële) Standplaats
vondst
Locatie
Agrostemma githago
Bolderik
1971
Voedselrijke akker
Anagallis arvensis ssp.
coerulea
Asperula cynanchica
Campanula persicifolia
Descurainia sophia
Hammarbya paludosa
Hieracium lactucella
Holosteum umbellatum
Marrubium vulgare
Potamogeton compressus
Ranunculus arvensis
Scandix pecten-veneris
Senecio paludosus
Sium latifolium
Thymus serpyllum
Blauw guichelheil
1972
Kalkrijke akker
KolverenZonhoven
Moelingen
Kalkbedstro
Prachtklokje
Sofiekruid
Veenmosorchis
Spits havikskruid
Heelbeen
Malrove
Plat fonteinkruid
Akkerboterbloem
Naaldekervel
Moeraskruiskruid
Grote watereppe
Wilde tijm
1970
1970
1978
1975
1976
1970
1976
1970
1974
1979
1970
1979
1981
Kalkgrasland
Bos:voedselrijk, kalk
Kalkrijke ruigte
Hoogveen, natte heide
Heischraal grasland
Voedselarm grasland
Kalkrijke ruigte
Voedselrijk water
Voedselrijke akker
Kalkrijke akker
Natte ruigte
Verlanding stilstaand water
Voedselarm, kalkarm
grasland
A.
B.
C.
D.
E.
F.
G.
H.
J
K
L.M.
N.O.P.Q.
Opglabbeek
Sint-Pietersberg
Tessenderlo
Maasmechelen
Meldert
Heppen
Lauw
Lommel-Kolonie
Boorsem
Kortessem
Lozen
Herk-de-stad
Beringen-mijn
Bloeiende plant
Blad, onderaanzicht
Bloem
Bloem zonder kroon
Opengevouwen kroon
Meeldraden
Stuifmeelkorrels
Opengevouwen kelk en
stamper
Stamper, overlangse
doorsnede
Vruchtbeginsel, dwarse
doorsnede
Vruchten
Nootjes
Wilde tijm nog aangetroffen op de terril
van Beringen-Mijn in 1981.
Foto: © Collectie Nationale Plantentuin
van België – Meise.
98
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
4.2 Nieuwe soorten
Inheemse soorten zijn per definitie soorten die reeds vóór 1500 tot de Vlaamse flora behoorden. Deze
soorten vermeerderen zich op een natuurlijke manier en komen standvastig op hun groeiplaatsen voor.
Neofyten zijn soorten die nadien zijn ingevoerd, maar die ondertussen ingeburgerd zijn en zich
gedragen als een wilde, inheemse soort, dit wil zeggen dat ze ter plaatse stand houden en zich op een
natuurlijke manier vermenigvuldigen.
4.2.1 Nieuwe inheemse soorten
Tabel 4.4 geeft soorten weer die recent voor de eerste keer in Limburg en soms zelfs voor de eerste
keer in Vlaanderen werden waargenomen. Ondanks het feit dat er een aantal soorten verdwenen zijn,
stelt men toch vast dat er constant een evolutie te merken is in het plantenbestand. De soorten zijn
soms maar één keer waargenomen. Soms was het maar één plant (zoals Orchis simia (Aapjesorchis),
Scheuchzeria palustris (Veenbloembies), Thalictrum minus (Kleine ruit), …). Ze vertonen in Limburg
geen standvastig patroon en kunnen dus nog niet echt als inheems beschouwd worden. Op hun
vindplaats komen de Kleine ruit en de Veenbloembies niet meer voor en was hun aanwezigheid
eenmalig. Maar mogelijk verschijnen ze morgen dan weer op een andere plaats..
Andere soorten zijn na hun eerste officiële melding op die groeiplaatsen nog altijd veelvuldig aanwezig.
Dit geldt voor enkele waterplanten in de vijvers van Midden-Limburg als Elatine triandra (Drietallig
glaskroos), Elatine hydropiper (Klein glaskroos), Ludwigia palustris (Echt waterlepeltje), Callitriche
brutia en C. palustris (Gesteeld en Klein sterrekroos). Ook andere soorten ziet men steeds weer op
hun groeiplaatsen: Trientalis europaea (Zevenster), Thlaspi caerulescens ssp. calaminare
(Zinkboerenkers), Centaurea decipiens en serotina (Knoopkruid), enz.
Planten die net over de grens van Limburg op de Sint-Pietersberg en in Nederlands-Limburg groeien,
zijn sinds 2000 ontdekt op Limburgse bodem. Dit geldt voor Rhinanthus alectorolophus (Harige
ratelaar) en Coeloglossum viride (Groene nachtorchis). Ze werden gevonden in enkele graslanden in
Zuid-Limburg.
Het Gesteeld glaskroos (rechts) en het Klein glaskroos (links) op een vijverbodem
in Midden-Limburg.
Foto: André STEEGMANS.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
99
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Het Klein glaskroos in detail.
Foto: André STEEGMANS.
100
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Groene Nachtorchis, een
verdwenen gewaande soort
Coeloglossum viride is een soort die - volgens de Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora - in
Vlaanderen in de periode 1930-1972 eenmaal is waargenomen. Dit in de omgeving van Mechelen.
Daarna is er geen melding meer van. Deze orchidee werd recent ontdekt op een steil hellend weilandje
in Haspengouw. Hoewel deze weide regelmatig omwille van de voorkomende Gevlekte orchis werd
bezocht door leden van de Limburgse Plantenwerkgroep, die ook actief zijn binnen SEMO
(Studiegroep voor Europese en Mediterrane orchideeën), is deze Groene nachtorchis pas ontdekt in
2000. Of deze orchis steeds over het hoofd is gezien en of ze er recent terug is gekomen is niet
duidelijk. De Groene nachtorchis is immers een vrij onopvallend, geelgroen orchideetje van amper 15
de
cm hoog, dat amper 3 weken bloeit (van begin tot de 3 week van mei). Het heeft trouwens een
extreem korte levenscyclus: de gemiddelde levensduur bedraagt drie jaar, gerekend vanaf het tijdstip
dat de zaailingen voor het eerst boven de grond komen. Als kortlevende soort kent ze een grote
zaadproductie. Volgens W ILLEMS (2001) bevatten de vruchten circa 2.300 zaden. Het behoud en de
uitbreiding van de populatie is bovendien afhankelijk van de vestiging van nieuwe zaailingen en een
goed verloop van de ontwikkeling van de noodzakelijke mycorrhiza’s. Het feit dat deze fase in de
levenscyclus zeer kwetsbaar is, is waarschijnlijk één van de redenen voor de zeldzaamheid van deze
soort.
In Europa heeft de Groene Nachtorchis een montaan en arctisch verspreidingspatroon. In
Scandinavië bijvoorbeeld is het één van de meest voorkomende orchideeënsoorten. Buiten de
berggebieden komt deze soort eerder sporadisch voor. Ze komt meestal voor in goed ontwikkelde
extensief gebruikte graslanden, met name op gradiënten van kalkarme naar kalkrijke omstandigheden
(C.A.J. KREUTZ).
De Groene Nachtorchis is een kensoort van de associatie van Betonie en Gevinde kortsteel (BetonicoBrachypodietum). Deze associatie behoort tot het verbond van de heischrale graslanden, maar komt in
tegenstelling tot de andere associaties eerder voor op kalkhoudende, zwak zure bodems. Het
Betonico-Brachypodietum wordt aangetroffen op vrij droge en warme standplaatsen, meestal in
stroken aan de bovenkant van hellingen, met een hellingshoek van 5-25°, die op het westen,
zuidwesten en zuiden zijn geëxposeerd. Naast de kenmerkende soorten Betonie (Stachys officinalis)
en Groene nachtorchis (Coeloglossum viride) zijn ook Borstelgras (Nardus stricta), Tormentil
(Potentilla erecta), Hondviooltje (Viola canina), Tandjesgras (Danthonia decumbens), Stekelbrem
(Genista anglica), Pilzegge (Carex pilulifera) en Gewone vleugeltjesbloem (Polygala vulgaris) typisch.
Deze associatie onderscheidt zich van de andere associaties doordat het ook soorten uit het
Mesobromion herbergt, zoals: Ruige leeuwentand (Leontodon hispidus), Zachte haver (Avenula
pubescens), Gevinde kortsteel (Brachypodium pinnatum), Kleine bevernel (Pimpinella saxifraga),
Voorjaarszegge (Carex caryophyllea), Kleine pimpernel (Sanguisorba minor) en Aarddistel (Cirsium
acaula). Andere veel voorkomende soorten zijn Gewoon duizendblad (Achillea millefolium), Gewoon
struisgras (Agrostis capillaris), Grasklokje (Campanula rotundifolia), Rood zwenkgras (Festuca rubra),
Knoopkruid (Centaurea jacea), Sint-Janskruid (Hypericum perforatum), Gewone rolklaver (Lotus
corniculatus var. corniculatus), Smalle weegbree (Plantago lanceolata), Veldzuring (Rumex acetosa),
Blauwe knoop (Succisa pratensis) en Schermhavikskruid (Hieracium umbellatum) (SCHAMINÉE et al.
1996).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
101
Uit bovenvermeld werk blijkt dat deze associatie enkel in Zuid-Limburg voorkomt, onder andere op het
Belgisch gedeelte van de Sint-Pietersberg. De totale oppervlakte zou zich in Nederland beperken tot
10 à 15 hectare. Ze komt er voor op hellingen waar het krijt in mozaïek voorkomt met lemige tot
kleiige, vaak min of meer zure afzettingen. Van de verspreiding van deze associatie in Vlaanderen is
weinig of niets bekend. Deze soort is erg gevoelig voor bemesting en is wellicht daardoor verdwenen.
De weide, waar Groene nachtorchis is gevonden, beantwoordt wel aan boven geschetst profiel.
Tijdens een gedetailleerde inventaris van dit perceeltje van ca. 0,6 ha werden maar liefst 197 soorten
waargenomen.
Deze weide is naar het zuidwesten geëxposeerd. Ze is beplant met populieren en wordt begraasd door
1 à 2 pony’s. De weide is gemeentelijk eigendom, maar wordt verpacht. Met de pachter wordt een
provinciale ondersteuningsovereenkomst afgesloten, zodat het beheer van deze weide wordt
verzekerd. De mogelijke inspoeling van meststoffen van bijvoorbeeld erboven gelegen akkers vormt
momenteel nog een bedreiging.
Foto: Felix BAETEN.
102
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Tabel 4.4. Nieuwe inheemse planten.
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Eerste (officiële)
vondst
Standplaats
Anthemis tinctoria
Berberis vulgaris
Bromus grossus
Callitriche brutia
Callitriche palustris
Cardamine impatiens
Carex reichenbachii
Carum verticillatum
Gele kamille
Zuurbes
Zware dreps
Gesteeld sterrekroos
Klein sterrekroos
Springzaadveldkers
Valse zandzegge
Kranskarwij
1977
1997
1984
1980
1986
1983
1975
1975
Centaurea decipiens
Centaurea serotina
Ceratocapnos claviculata
Chenopodium hybridum
Cochlearia danica
Coeloglossum viride
Crepis tectorum
Dactylorhiza praetermissa
Dactylorhiza sphagnicola
Draba muralis
Elatine hydropiper
Elatine triandra
Eleocharis uniglumis
Knoopkruid (de)
Knoopkruid (se)
Rankende helmbloem
Esdoornganzevoet
Deens lepelblad
Groene nachtorchis
Smal streepzaad
Rietorchis
Veenorchis
Wit hongerbloempje
Klein glaskroos
Drietallig glaskroos
Slanke waterbies
1976
1982
1980
1975
1997
2000
1973
1999
1981
1973
1985
1987
1983
Erodium lebelii
Kleverige reigersbek
1995
Festuca trachyphylla
Gratiola officinalis
Hard zwenkgras
Genadekruid
1988
2000
Hyacinthoides nonscripta
Leucojum aestivum
Limosella aquatica
Ludwigia palustris
Lunaria rediviva
Myriophyllum alternifolium
Najas marina
Nymphoides peltata
Orchis simia
Orobanche hederae
Peucedanum carvifolia
Potamogeton acutifolius
Potamogeton nodosus
Salsola kali ssp. ruthenica
Scheuchzeria palustris
Scirpus cespitosus ssp.
cespitosus
Sesleria caerulea
Sparganium angustifolium
Spergularia marina
Taraxacum s. Erythrosperma
Wilde hyacint
Zomerklokje
Slijkgroen
Echt waterlepeltje
Wilde judaspenning
Teer vederkruid
Groot nimfkruid
Watergentiaan
Aapjesorchis
Klimopbremraap
Karwijvarkenskervel
Spits fonteinkruid
Rivierfonteinkruid
Zacht loogkruid
Veenbloembies
Veenbies (ce)
1979
1980
1982
1987
1998
1979
1985
1972
1996
1983
1974
1990
1979
1991
1975
1996
Betreden ruigte
Voedselrijk, vochtig struweel
Kalkrijke akker
Voedselrijk water
Voedselarm water
Ravijnbos
Voedselarm bos
Onbemest, nat, voedselarm
grasland
Matig bemest grasland
Matig bemest grasland
Kaalslag
Betreden ruigte
Zilt terrein
Kalkgrasland
Betreden ruigte
Matig bemest hooiland
Zuur laagveenmoeras
Kalkgrasland
Voedselarm water
Voedselarm water
Wisselende milieu-(water)omstandigheden
Voedselarm grasland
(kalkhoudend)
Matig bemest grasland
Wisselende milieu-(water)omstandigheden
Droog, kalkrijk bos
Verlanding stilstaand water
Droogvallend voedsel-arm water
Voedselrijke, natte grond
Ravijnbos
Voedselarm water
Voedselrijk water
Voedselrijk water
Kalkgrasland
Zoom
Matig bemest hooiland
Voedselrijk water
Voedselrijk water
Zilt terrein
Hoogveen. Natte heide
Hoogveen. Natte heide
Blauwgras
Drijvende egelskop
Zilte schijnspurrie
Duinpaardebloem
1990
1978
1992
1974
Taraxacum s. Palustria
Taraxacum s. Taraxacum
Thalictrum minus
Thlaspi caerulescens ssp.
calaminare
Moeraspaardebloem
Paardebloem
Kleine ruit
Zinkboerenkers
1971
1970
1987
1979
Zeer droog kalkgrasland
Voedselarm water
Zilt terrein
Voedselarm grasland
(kalkhoudend)
Matig bemest hooiland
Matig bemest grasland
Droog struweel (kalkhoudend)
Kalkgrasland
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
103
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Eerste (officiële)
vondst
Standplaats
Torilis arvensis
Trientalis europaea
Trifolium filiforme
Akkerdoornzaad
Zevenster
Draadklaver
1997
1982
1996
Matig bemest grasland
Voedselarm bos
Voedselarm grasland
(kalkhoudend)
Een verklaring voor het weer verschijnen van verdwenen geachte soorten is niet altijd duidelijk.
Mogelijkerwijs werden ze steeds over het hoofd gezien, omdat ze klein en weinig opvallend zijn,
zoals de Glaskroossoorten. In sommige gevallen is de groeiplaats niet gemakkelijk of zelfs
(on)bereikbaar: als je geen laarzen (of zelfs waadbroek) aan hebt, zijn bijvoorbeeld tal van
waterplanten buiten handbereik en worden ze niet gedetermineerd.
Andere soorten verschijnen weer door gewijzigde omstandigheden. Dit kan een gevolg zijn van de
verbetering van de waterkwaliteit. Ook kan het beheer van voormalige of potentieel geschikte
groeiplaatsen de groei-omstandigheden verbeteren zodat de soorten er zich weer gaan vestigen.
Dit geldt onder meer voor een aantal waterplanten zoals Sterrenkroos of Glaskroos.
4.2.2 Nieuwe exoten (neofyten)
In tabel 4.5 worden maar liefst 88 neofyten opgesomd, die de laatste jaren in Limburg genoteerd
zijn. Naast de datum en het (officiëel) aantal kilometerhokken wordt ook de standplaats
aangegeven.
Tabel 4.5. Nieuwe exoten (neofyten).
Wetenschappelijke Naam
Nederlandse naam
Aantal
Eerste (officiële)
kilometerhokken vondst
Standplaats
Abutilon theophrasti
Agrostis scabra
Allium paradoxum
Amaranthus graecizans
Amaranthus hybridus
Ambrosia coronopifolia
Ammi majus
Amsinckia micrantha
Anchusa officinalis
Angelica archangelica
Artemisia biennis
Aster novibelgii
Azolla filiculoides
Barbarea verna
Brassica juncea
Bromus carinatus
Chenopodium ambrosioides
Cicerbita macrophylla
Coincya monensis ssp.
Cheiranthos
Coriandrum sativum
Crypsis schoenoides
Cuscuta campestris
Cyperus esculentus
Echinochloa utilis
Eragrostis cilianensis
Eragrostis pilosa
Eragrostis tenuifolia
Erigeron annuus ssp.
septentrionalis
Fluweelblad
Struisgras (sc)
Look (pa)
Afrikaanse amarant
Groene amarant
Zandambrosia
Groot akkerscherm
Amsinckia
Gewone ossen-tong
Grote engelwortel
Tweejarige alsem
Nieuw-nederlandse aster
Grote kroosvaren
Vroeg barbarakruid
Sareptamosterd
Gekielde dravik
Welriekende ganzen-voet
Grote bergsla
Muurbloemmosterd
10
1
1
1
4
2
2
1
1
5
1
7
7
2
1
2
4
1
2
1985
1998
1999
1980
1987
1983
1995
1989
1984
1978
1980
1979
1985
1992
1993
1997
1980
1998
1987
Voedselrijke akker
Adventief, akker
Adventief
Betreden ruigte, Maas
Betreden ruigte, Maas
Betreden ruigte
Voedselrijke akker
Voedselrijke ruigte
Kalkrijke ruigte
Natte ruigte, Maas
Betreden ruigte, Herk
Wegranden
Voedselrijk water
Voedselrijke akker
Adventief-haven
Betreden ruigte
Betreden ruigte
Adventief
Betreden ruigte
Koriander
Crypsis (sc)
Veldwarkruid
Knolcyperus
Hanenpoot (u)
Liefdegras (ci)
Straatliefdegras
Liefdegras (te)
Madelieffijnstraal
1
1
4
23
1
1
1
1
12
1997
1999
1983
1985
1995
1998
1998
1998
1982
Adventief, Maas
Adventief, vijvergebied
Adventief, tuin
(Maïs)akker
Adventief, akker
Adventief
Adventief
Adventief
Voedselrijke ruigte
104
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Wetenschappelijke Naam
Nederlandse naam
Aantal
Eerste (officiële)
kilometerhokken vondst
Standplaats
Erucastrum gallicum
Euonymus latifolius
Schijnraket
Brede kardinaalsmuts
1
1
1988
1992
Euphorbia maculata
Foeniculum vulgare
Geranium nodosum
Geranium versicolor
Heracleum mantegazzianum
Herniaria hirsuta
Hydrocotyle ranunculoides
Iberis umbellata
Inula helenium
Juncus foliosus
Laburnum anagyroides
Lathyrus annuus
Gevlekte wolfsmelk
Venkel
Knopige ooievaarsbek
Ooievaarsbek (ve)
Reuzenberenklauw
Behaard breukkruid
Waternavel (ra)
Schermscheefbloem
Griekse alant
Bladgreppelrus
Goudenregen
Lathyrus (an)
1
4
1
1
13
2
1
1
2
13
2
2
1995
1972
1978
1983
1980
1983
1999
1990
1976
1984
1972
1979
Lemna minuta
Lepidium latifolium
Lindernia dubia
Lindernia procumbens
Ludwigia peploides
Lupinus luteus
Lythrum junceum
Matteucia struthiopteris
Melilotus indicus
Mentha longifolia
Mimulus guttatus
Myriophyllum bresiliense
Myrrhis odorata
Nicandra physalodes
Nymphaea candida
Oenothera glazioviana
Orobanche amethystea
Parthenocissus inserta
Pentaglottis sempervirens
Phacelia tanacetifolia
Physalis alkekengi
Physalis angulata
Physalis peruviana
Portulaca oleracea
Rapistrum rugosum
Rumex patientia
Rumex salicifolius
Scrophularia vernalis
Senecio squalidus
Setaria faberi
Sida spinosa
Solanum lycopersicum
Solanum sisymbriifolium
Sorghum halepense
Symphytum ‘asperum’ groep
Taxus baccata
Teucrium botrys
Trifolium alexandrinum
Trifolium incarnatum
Trifolium resupinatum
Verbesina alternifolia
Dwergkroos
Peperkers
Schijngenadekruid
Liggende lindernia
Postelein-waterlepeltje
Gele lupine
Kruipkattenstaart
Struisvaren
Kleine honingklaver
Hertsmunt
Gele maskerbloem
Vederkruid (br)
Roomse kervel
Zegekruid
Noordelijke waterlelie
Grote teunisbloem
Violette bremraap
Valse wingerd
Overblijvende ossen-tong
Phacelia
Lampionplant
Lampionplant (an)
Lampionplant (pe)
Postelein
Bolletjesraket
Spinaziezuring
Wilgzuring
Voorjaarshelmkruid
Glanzend kruiskruid
Naaldaar (fa)
Sida
Tomaat
Nachtschade (si)
Wilde sorgo
Ruwe smeerwortel
Taxus
Trosgamander
Alexandrijnse klaver
Inkarnaatklaver
Perzische klaver
Verbesina
18
1
2
1
1
5
1
1
2
4
1
1
7
3
3
7
1
19
1
10
5
1
1
1
14
23
2
1
1
1
1
10
1
2
10
1
1
4
5
3
1
1983
1996
1993
1995
1995
1980
1997
1988
1980
1980
2000
1999
1980
1995
1978
1980
1984
1970
1983
1980
1976
1995
1995
1996
1981
1980
1995
1997
1994
1998
1998
1978
1995
1986
1974
1970
1989
1979
1980
1980
1998
Betreden ruigte
Bos:voedselrijk,
kalkhoudend
Adventief, spoor
Verwilderd, weg
Zoom
Kalkrijke ruigte
Verwilderd, weg
Adventief, spoor
Voedselrijk water
Adventief, terril
Natte ruigte, Maas
Vijverbodem
Verwilderd, weg
Voedselrijke ruigte,
Maas
Voedselrijk water
Adventief, Maas
Vijverbodem
Vijverbodem
Adventief
Adventief, weg
Adventief
Verwilderd
Adventief, Maas
Natte ruigte
Verwilderd, puin
Voedselrijk water
Betreden ruigte
Adventief, Maas
Voedselarm water
Verwilderd, weg
Adventief
Verwilderd, muur
Adventief
Verwilderd
Adventief, Maas
Adventief, Maas
Adventief, Maas
Verwilderd
Betreden ruigte
Voedselrijke ruigte
Adventief
Adventief, bosrand
Adventief, spoor
Adventief
Adventief
Adventief, Maas
Adventief
Adventief
Voedselrijke ruigte
Verwilderd
Verwilderd, spoor
Verwilderd, weg
Verwilderd
Verwilderd, weg
Adventief
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
105
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Wetenschappelijke Naam
Nederlandse naam
Aantal
Eerste (officiële)
kilometerhokken vondst
Standplaats
Vinca major
Xanthium orientale
Xanthium spinosum
Xanthium strumarium
Grote maagdenpalm
Grote stekelnoot
Stekende stekelnoot
Late stekelnoot
3
1
1
1
Verwilderd
Adventief, Maas
Adventief, Maas
Adventief, Maas1996
1978
1990
1976
1996
Deze groep nieuwe soorten zou ingedeeld kunnen worden op basis van de manier waarop ze naar hier
zijn gevoerd.
1. Transport via verkeers- en waterwegen
Via autowegen, spoorwegen, rivieren, kanalen en zelfs via het luchtverkeer worden heel wat planten
aangevoerd.
Langs de Grensmaas worden bijvoorbeeld heel veel neofyten en adventieven gevonden. Opvallende
zijn de soorten die onder andere in de keuken worden gebruikt: tomaten, Koriander, Physalis
(Lampionplant), Peperkers, … Andere adventieven die er zijn gevonden zijn: Stekelnoot, Zegekruid,
Amarant, …
De Lampionplant (Physalis peruviana) op een grindbank in de Maas. Op de
achtergrond tomaten.
Foto: Bert BERTEN.
106
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Rond bloemmolens aan kanalen vindt men onder meer Sareptamosterd en Bolletjesraket. Gevlekte
wolfsmelk is een mediterrane soort gevonden aan het spoorwegcomplex te Lanaken.
2. Invoer van vis uit het buitenland
Sinds in de jaren ’80 vis uit Oost- en Zuid-Europa wordt ingevoerd in het Vijvergebied Midden-Limburg,
worden er bijzonder soorten waargenomen, zoals: Schijngenadekruid, Liggende lindernia, Grote
kroosvaren, Dwergkroos en Genadekruid.
3. Gebruik van strooizouten, industriële activiteiten
Op terreinen waar een verhoogde zoutconcentratie aanwezig is, zoals de steenkoolmijnen en de
metaalverwerkende bedrijven, en langs de wegen komen tegenwoordig soorten voor die oorspronkelijk
thuis horen op de zilte grond in de kustgebieden. Hertshoornweegbree en Stomp kweldergras komen
al enige tijd voor. Recentere soorten zijn: Zilte schijnspurrie, Zacht loogkruid en Zinkboerenkers.
Deens lepelblad is een soort die zich, zeer waarschijnlijk door het gebruik van strooizouten, heeft
gevestigd langs de vierbaanswegen.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
107
108
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
5. EVOLUTIE VAN HET PLANTENBESTAND IN
LIMBURG
5.1 Samengevatte resultaten. Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen
in Limburg
Cijfergegevens: 973 inheemse en 228 niet inheemse soorten zijn in beide onderzoeksperioden
gekarteerd.
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten
Tabel 5.1 geeft het gemiddeld aantal hokken per socio-ecologische groep weer. De gemiddelde
waarde voor het aantal hokken in de tweede periode 1970-1992 bedraagt 159 (varieert van 1 tot 479)
(Tabel 2.3). Dit wordt geïllustreerd in figuur 5.1.
Al de socio-ecologische groepen zijn in de figuren 5.1, 5.2 en 5.4 gekleurd:
Aantal hokken van de inheemse soorten 70-92
550
Gemidd. aantal kmhokken
500
450
400
350
300
250
200
150
100
50
0
6d 7b 9g 3a 3b 1b 9b 4b 6c 8c 2c 6a 4a 3c 1f 7d 7e 8a 7f 9c 7a 7c 4d 4e 6b 9a 4c 2b 9d 1c 8d 5b 1a 6e 1e 9e 9f 2a 1g 5a 8b 1d
Socio-ecologische groep
Figuur 5.1.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
109
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
Aantal hokken van de inheemse soorten 40-70
Gemidd. aantal kmhokken
400
350
300
250
200
150
100
50
0
6d 3b 7b 9g 3a 3c 9b 1b 4b 2c 6c 4a 8c 6a 1f 9c 8a 7d 7e 2b 4d 7a 7f 6b 4c 9a 9d 7c 1c 8d 1a 4e 1e 5b 6e 9f 2a 9e 8b 1g 1d 5a
Socio-ecologische groep
Figuur 5.2.
Verdwenen en bedreigde soorten
100
90
80
70
%
60
50
40
30
20
10
0
3b 2a 1e 9a 8b 9f 4e 1g 9g 9c 1a 6e 8a 8d 5b 4c 2b 9d 5a 1c 1d 7a 6b 4d 8c 9e 1f 3a 4a 6a 7f 2c 4b 7c 7e 7d 9b 6c 1b 3c 7b
Socio-ecologische groep
Figuur 5.4.
De ‘kalkvegetaties’ (1b, 1f, 6a, 6b, 6c, 6d, 7b, 8c, 9b, 9d, 9g) zijn rood gekleurd, de zilte vegetaties (3a,
3b, 3c) blauw, de voedselarme (1c, 6e, 7d, 7e, 7f, 9e) groen, de voedselarme waters en natte zones
110
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
(2c, 4b, 7a, 7c) geel , de voedselrijke waters en natte zones (2a, 4a, 4c, 4d, 4e, 9a) oranje en de
andere voedselrijke milieus (1a, 1d, 1e, 1g, 2b, 5a, 5b, 8a, 8b, 8d, 9c, 9f) paars.
De gemiddelde waarde voor het aantal hokken per socio-ecologische groep in de eerste periode 19401970 bedraagt 122 (met een variatie van 0 tot 338). De socio-ecologische groepen die een lagere
waarde dan gemiddeld hebben worden in het vet weergegeven. Deze groepen komen weinig voor
ofwel omdat ze bedreigd zijn, ofwel omdat het vereiste milieutype gewoonweg zeldzaam is. Figuur 5.2
illustreert dit.
Gemidd. aantal hokken
Vergelijking periode 40-70 met 70-92
550
500
450
400
350
300
250
200
150
100
50
0
6d 7b 9g 3a 3b 1b 9b 4b 6c 8c 2c 6a 4a 3c
1f 7d 7e 8a 7f
9c 7a 7c 4d 4e 6b 9a 4c 2b 9d 1c 8d 5b 1a 6e 1e 9e 9f 2a 1g 5a 8b 1d
Socio-ecologische groep
70-92
40-70
Figuur 5.3.
In figuur 5.3 worden de gemiddelden van de twee onderzoeksperioden met elkaar vergeleken. De
ecologische groepen waarvan het gemiddelde afneemt zijn de kalkvegetaties (1b, 6c), de planten van
waters en oevers (4 e) en de soorten van heiden en vennen (7c, 7d, 7e, 7f).
Rode Lijst
Van elke socio-ecologische groep wordt nagegaan hoeveel soorten er zijn verdwenen of bedreigd.
Men heeft daarvoor de Rode-Lijstcategorieën gebruikt en de soorten die verdwenen zijn daaraan
toegevoegd. Het aantal Rode-Lijstsoorten en verdwenen soorten wordt per socio-ecologische groep in
procenten omgezet. Op deze wijze wordt duidelijk welke socio-ecologische groepen het meeste
bedreigd zijn. Is meer dan 25 % van de soorten in een socio-ecologische groep bedreigd of verdwenen
dan wordt de groep in het vet aangeduid in tabel 5.1.
Een voorbeeld: socio-ecologische groep 1a (voedselrijke akkers): 2 lang weg, 1 weg, 2 met uitsterven
bedreigd, 1 bedreigd en 1 kwetsbaar. Dit houdt dus in dat 7 van de 43 soorten of 16 % verdwenen zijn
of bedreigd zijn.
In figuur 5.4 geeft men in opklimmende volgorde het percentage verdwenen en bedreigde soorten
weer.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
111
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
Tabel 5.1. Gemiddeld aantal hokken per socio-ecologische groep in de twee
onderzoeksperioden.
Periode
Periode
1970-1992 1940-1970
1. Pioniers antropogeen gestoorde plaatsen
A. Akkers
1a. Voedselrijk
1b. Kalkrijk
1c. Voedselarm
B. Weg en wegrand
1d. Tredplant
1 e. Betreden ruigten
C. Droge (onbetreden) ruigten
1f. Kalkrijke ruigten
1g. Voedselrijke ruigten
% verdwenen/
bedreigde soorten
283
9
210
184
10
162
16
70
23
479
311
336
204
23
6
76
45
409
303
2. Planten van zoute milieus
D. Zilte terreinen (3a, 3b, 3c)
66
9
3. Planten van zoete waters en oevers
E. Voedselrijke waters (4a)
45
32
F. Voedselarme waters
2c.Droogvallende voedselarme waters
40
23
4b. Voedselarme waters
23
18
G. Moerassen
2a.Wisselende milieu(water)-omstandig343
266
heden
2b. Voedselrijke, natte grond
175
108
4c. Verlanding stilstaand water, veen172
131
vormend
4d.Verlanding stromend water, niet
140
108
venig
H. Natte ruigten. Bronbossen.
4 e. Natte ruigten
163
190
9a. Bronbos
169
133
4. Planten van bemeste weilanden
I. Bemest grasland
5a. Matig bemest grasland
423
338
5b. Matig bemest hooiland
266
222
5.Planten van droog grasland, muren, rotsen
J.Muur (6a)
40
34
K. Natuurlijk droog grasland
6b.Voedselarm grasland (+kalkhoudend)
165
127
6c. Kalkgrasland
26
26
6d. Zeer droog kalkgrasland
1
0
6 e. Voedselarm, kalkarm grasland
301
246
6. Planten van heide, ven, zuur laagveen
L. Zuur laagveen. Droge en natte heide
7a. Zuur laagveenmoeras
123
110
144
7c. Onbemest, nat, voedselarm grasland
138
7d. Hoogveen, natte heide
88
92
7 e. Droge heide
94
96
126
7f. Heischraal grasland
112
7. Planten van kalkmoerassen
1
M. Basisch laagveen (7b)
1
8.Planten van kaalslagen, zomen, struwelen
112
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
33
14
33, 0, 75
39
48
50
6
20
19
26
12
8
22
19
40
25
62
0
17
24
52
57
54
47
92
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
Periode
Periode
1970-1992 1940-1970
107
79
433
296
N. Kaalslag (8a)
O. Zoom (8b)
P. Struweel
8c. Op droge, kalkhoudende grond
39
8d.Matig voedselrijk, vrij vochtig struweel
242
9. Bosplanten
Q. Voedselrijk bos
9b. Voedselrijke, kalkhoudende grond
9
9c. Alluviaal bos
115
9d. Bos op kalkrijke, droge grond
192
9f. Bos op voedselrijke, matig vochtige
342
grond
9g. ‘Ravijn’bos
4
R. Voedselarm bos (9e)
327
Gemiddeld
159
% verdwenen/
bedreigde soorten
18
8
33
173
29
18
9
73
140
254
62
15
21
10
2
270
122
14
29
5.2 Conclusies
5.2.1 Meest kwetsbare en bedreigde plantengemeenschappen- en hun bedreiging
Tabel 5.1 geeft per socio-ecologische groep enerzijds de evolutie in de vorige eeuw weer en anderzijds
het percentage Rode-Lijstsoorten in deze groep
De meest zeldzame én meest kwetsbare en bedreigde plantengemeenschappen zijn:
•
Plantengemeenschappen van voedselarme situaties:
Onbemeste, natte, voedselarme (7c) en heischrale graslanden (7f)
Hoogveen, natte heide (7d) en droge heide (7e)
Zuur laagveenmoeras (7a)
Matig bemest hooiland (5b)
Voedselarm, kalkarm grasland (6 e)
Voedselarm bos (9 e)
Deze plantengemeenschappen zijn de laatste decennia sterk achteruitgegaan. Heel wat soorten
zijn bedreigd of zelfs verdwenen en staan op de Rode Lijst. De belangrijkste oorzaak voor deze
achteruitgang is de verslechtering van de algemene milieukwaliteit. Door de luchtvervuiling valt er in
Limburg jaarlijks 26-40 kg N/ha, hetgeen de maximale normen voor het behoud van deze vegetaties
ver overschrijdt.
Naast de eutrofiëring via atmosferische depositie is er de aanrijking via het water. Door het gebruik van
meststoffen, door de lozing van afvalwaters zijn zowel oppervlaktewater als het grondwater verrijkt.
Eutrofiëring van natte gebieden is hierdoor moeilijk te voorkomen.
Een ander probleem is het wegvallen van het oorspronkelijk beheer dat verschralend werkte. Doordat
er niet meer wordt gekapt, gemaaid, gehooid en geplagd zoals voorheen wijzigen de
concurrentieverhoudingen en aldus de vegetatie.
De plantengemeenschappen waarvan het voorkomen de laatste decennia weinig is gewijzigd (aantal
hokken blijft ongeveer status-quo), doch waarvan een zeer groot aantal soorten verdwenen of
bedreigd is, zijn plantengemeenschappen van kalkhoudende of -kalkrijke grond enerzijds en van
waters en oevers anderzijds:
•
Plantengemeenschappen op kalkhoudend of –kalkrijk substraat
Het betreft plantengemeenschappen van kalkrijke akkers (1b), kalkrijke ruigten (1f), muren (6a),
kalkhoudende graslanden (6b, 6c, 6d), basisch laagveen (7b), struwelen op kalkhoudende grond (8c)
en bossen op kalkhoudende grond (9b, 9g). Het voorkomen van deze plantengemeenschappen is
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
113
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
gebonden aan de bodem. De vereiste kalkrijke of (in mindere mate) kalkhoudende gronden komen
enkel voor in Zuidoost-Limburg (Figuur 5.5) en deze vegetaties dus ook. Door het beperkt voorkomen
van deze kalkhoudende of kalkrijke gronden enerzijds of gebieden met kalkhoudend water anderzijds
zijn de typische soorten (natuurlijk) zeldzaam, maar niet noodzakelijk bedreigd.
•
Plantengemeenschappen van waters en oevers
De planten van voedselrijke waters (4a), voedselarme waters (4b, 2c), zuur laagveen (7a), zijn
allemaal zeldzaam omdat het milieutype niet zóveel voorkomt. Anderzijds zijn de planten op en in het
water niet gemakkelijk bereikbaar en daarbij komt nog eens dat ze zeer variabel kunnen zijn en
moeilijk te determineren.
De bedreiging van beide gemeenschappen komt ook van een verslechterende milieukwaliteit.
Verdroging, verzuring en eutrofiëring maken dat de typische soorten niet kunnen standhouden. Maar
ook het gewijzigd beheer en grondgebruik hebben bijgedragen tot de achteruitgang van deze soorten.
Het valt tevens op dat niet alle socio-ecologische groepen, die in een beperkt aantal hokken
voorkomen (dus zeldzaam zijn) en eventueel een groot aantal Rode-Lijstsoorten herbergen, in
negatieve zin evolueren, zoals de
•
Planten van zoute milieus (3a, 3b, 3c)
Deze plantengemeenschap is in Limburg zeldzaam, omdat ze zich buiten haar normaal areaal bevindt.
Ten opzichte van de eerste periode is het aantal soorten, gebonden aan zoute milieus, echter
opvallend toegenomen. Dit is louter te wijten aan menselijk ingrijpen. Door de exploitatie van
metaalverwerkende bedrijven en steenkoolmijnen zijn heel wat zouten als afval in de omgeving
terechtgekomen. Daarbij komt nog eens dat het gebruik van strooizouten ertoe heeft geleid dat
zoutminnende soorten, zoals Deens lepelblad, talrijk voorkomen langs de gewestwegen.
Plantengemeenschappen die in positieve zin evolueren en dus méér voorkomen, zijn
•
Planten van houtige begroeiingen
Deze vindt men in zomen (8b), struwelen (8d) en bossen (9c, 9d, 9f, 9g) (uitgezonderd deze op
kalkhoudende en voedselarme grond ).
•
Planten van voedselrijke plaatsen
De gemeenschappen van antropogeen gestoorde plaatsen komen zeer veel voor en ze nemen grote
oppervlakten in. Dit is van toepassing voor de tredplanten (1d), de ruigten ( 1 e, 1g), de planten van
voedselrijke, natte grond (2b) en de voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand (2a).
5.2.2 Voorkomen in Limburg – en mogelijke beschermingsmaatregelen.
A. AKKERS
De bedreigde soorten (Bolderik, Akkerboterbloem, Naaldekervel,…) komen niet meer voor op de
vroegere plaatsen. De moderne landbouwer weert alle mogelijke ‘akkeronkruiden’ omwille van de
productieverhoging.
Het behouden van bepaalde soorten is enkel mogelijk als er ‘akkerreservaten’ worden aangelegd
10
worden of mogelijkerwijze ook door ‘akkerrandbeheer’ .
10
“Botanisch beheer”, is één van de nieuwe beheerspakketten* waarvoor subsidies kunnen worden
aangevraagd. Deze beheersdoelstelling beoogt de handhaving van botanisch waardevolle graslanden en
kruidengemeenschappen in akkers.
* De beheersovereenkomsten in uitvoering van de verordening 2078/92 (Europese verordening van 30 juni 1992
betreffende landbouwmethoden die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubeheer en betreffende
natuurbeheer) zijn recent opgenomen in een “Programma voor Plattelandsontwikkeling” in toepassing van
verordening 1257/99 en naar aanleiding daarvan is het aantal beheerspakketten uitgebreid.
114
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
B. WEG EN WEGRAND
Tredplanten en ruigtekruiden op voedselrijke al dan niet betreden grond zijn typische weg- en
bermplanten. Een aantal ‘wegplanten’ zijn samen met het verharden van de vroegere karrensporen met hun karakteristieke middenberm - op verschillende wegranden verdwenen. Dit geldt onder meer
voor Wilde cichorei, Riempjes en Grove varkenskers.
Anderzijds zijn er veel ‘andere’ soorten in de bermen verschenen:
•
Wegbermen zijn ideale plaatsen voor adventieven om er zich te vestigen: het rijtje nieuwe soorten
is dan ook niet onaanzienlijk.
•
Van de soorten die vroeger in akkers groeiden -akkeronkruiden- overleven een aantal in de
wegbermen. Het is zelfs zo dat een aantal soorten bijna uitsluitend nog in die wegbermen te
vinden zijn. Voor het behoud van deze soorten is het natuurvriendelijk bermbeheer belangrijk.
Voorbeelden zijn Naakte lathyrus en Aardaker.
Een natuurvriendelijk wegbermbeheer, dat rekening houdt met het bloeitijdstip van de bijzondere
soorten en waarbij het maaisel wordt afgevoerd, is belangrijk voor het behoud van de soortenrijkdom
op deze lintvormige landschapselementen.
C. DROGE RUIGTEN
De droge (kalkrijke) ruigten vindt men aan de Sint-Pietersberg (tussen Kanne, Maastricht en Visé),
rond mergelgrotten (Zichen-Zussen-Bolder), te Teuven en op de terreinen van de steenkoolmijnen.
Kensoorten zijn onder meer: Kleine zandkool, Grote zandkool en Veldhondstong. Ondertussen zijn de
mijnterreinen met gras ingezaaid en bevatten ze geen (of zeer weinig) adventieve soorten meer. Het
behoud van de niet-ingezaaide stukken is een noodzaak. Enkel op de terril van Heusden-Zolder
komen momenteel nog een groot aantal planten van droge ruigten voor. Voorbeelden daarvan zijn de
drie soorten Teunisbloem en het Slangekruid.
Door het gebruik van de - van elders aangevoerde - stenen voor de aanleg van spoorwegtracés,
herbergen spoorwegen ook soorten (zowel inheemse als niet inheemse) van kalkrijke ruigten. Er zijn
trouwens opvallend veel niet inheemse, adventieve planten op dergelijke tracés aanwezig, die er al
jaren standhouden (bijvoorbeeld Madelieffijnstraal, Gevlekte wolfsmelk, Behaard breukkruid).
Verlaten spoorwegen zouden in functie van deze soorten kunnen worden beheerd. Interessante tracés
liggen in de omgeving van de mijngebieden en van daaruit naar Hasselt of Bilzen-Lanaken-Maastricht.
De oprichting van een ‘spoorweg-reservaat’ (Genk, Lanaken) is meer dan aan te bevelen.
D. ZOUTE MILIEUS
De soorten zijn van maritieme afkomst (kust of stroomafwaarts Schelde) en bevinden zich in Limburg
in de omgeving van industrieën (metaalverwerkende bedrijven, mijnterreinen). Ze komen hier ver
buiten hun areaal voor. Langs autostrades en vierbaanswegen hebben zich, door het gebruik van
strooizouten, zoutminnende soorten gevestigd.
Verlaten industriële sites met een bijzondere zoutminnende vegetatie zouden kunnen worden
beschermd door de oprichting van een reservaatgebied, eventueel gekoppeld aan andere industrieelarcheologische instandhoudingsprojecten.
E. VOEDSELRIJKE EN
F. VOEDSELARME WATERS
De grootste oppervlakte aaneengesloten voedselrijke waters vindt men in het Vijvergebied MiddenLimburg, hierbij rekent men het hele vijvergebied van de vijvers van Terlaemen tot en met het
reservaat de Platwijers, Balleweiers, De Maten, Het Wik en Bokrijk. Het Schulensmeer en omgeving
zijn eveneens belangrijke watergebieden. In sloten en (sterk) stromende waterlopen in de omgeving
van de vloeiweiden (Lommel, Neeroeteren, Sint-Huibrechts-Lille) en in de Voerstreek vindt men
bedreigde soorten als Doorgroeid fonteinkruid en Vlottende waterranonkel.
Voedselarme waters met hun karakteristieke vegetaties vindt men hoofdzakelijk op het Kempens
plateau meestal in (voormalige) heidegebieden: belangrijke vennen zijn het Lobeliaven, het
Heuvelsven, het Ven-onder-de-berg, vennen in De Maten, …
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
115
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
Drijvende waterweegbree, een volgens de Europese Habitatrichtlijn te beschermen soort, is een
kwetsbare soort die in de vijvers van Midden-Limburg en van de Hoge Kempen lokaal frequent
voorkomt. Bedreigde soorten als Grondster, Waterlobelia of Fraai duizendguldenkruid komen er
occasioneel voor.
Voor het behoud van deze soorten is goede waterkwaliteit en een aangepast vijverbeheer
noodzakelijk. Bescherming en (integraal) beheer van grotere vijvergebieden als reservaat is zeker
aangewezen.
G. MOERASSEN
De moerassen zijn vaak verbonden met open waters. Het Vijvergebied Midden-Limburg is het
geschikte biotoop voor soorten als: Goudzuring, Moeraszuring, Rijstgras, Klimopwaterranonkel en
Lidsteng. In de reservaatgebieden is het beheer afgestemd op het behoud en het herstel van
moerasvegetaties.
Soorten in niet beschermde gebieden worden in hun voortbestaan bedreigd. Grote boterbloem komt
voor in een reservaat, in Noord(oost)-Limburg. Polei en Aardbeiklaver houden stand in de
11
uiterwaarden van de Maas.
Het zeer zeldzame Kruipend moerasscherm (Schulensmeer), het
Vlooienkruid en Watergras komen slechts zeer plaatselijk voor ergens in West- en Zuid-Limburg. Of
deze soorten er zullen stand houden is niet zeker; de huidige groeiplaatsen van het Vlooienkruid en
Watergras zijn vrij bedreigd. Grote watereppe en Moerasandijvie zijn al lang niet meer waargenomen
en waarschijnlijk verdwenen op die plaatsen waar ze vroeger groeiden.
H. NATTE RUIGTEN - BOSSEN OP NATTE GRONDEN EN BRONBOSSEN
De groeiplaatsen van de belangrijke en bedreigde soorten Bospaardestaart, Moerasooievaarsbek,
Boswederik liggen in kleine valleien in de Kempen zoals die van de Stiemerbeek, Zutendaalbeek,
Laambeek, Asbeek en in de bovenlopen van de Herk. Hun groeiplaatsen blijven bedreigd omdat ze
meestal op privé-eigendommen liggen die niet in functie van de aanwezige natuurwaarden worden
beheerd.
De beekvalleien waar Groot bronkruid werd waargenomen, zijn ook bedreigd. Hetzelfde geldt voor de
bossen met Slanke zegge in Haspengouw.
Het Moeraskruiskruid is al meer dan 30 jaar niet meer aan de Maas aangetroffen.
I. BEMESTE GRASLANDEN
Soorten van licht bemeste graslanden zijn op het eerste zicht niet bedreigd. Toch nam het aantal
standplaatsen na 1980 duidelijk af.
Kensoorten als Brede en Gevlekte orchis zijn sterk
achteruitgegaan. Deze graasweiden en hooilanden liggen versnipperd in het landschap en zijn vaak
verlaten. De weilanden in de valleien met kritische soorten als Veldgerst, Grote pimpernel,
Moeraspaardebloem en Brede orchis zijn niet beschermd.
Vloeiweiden waren bijzonder soortenrijk omdat ze werden bevloeid met het kalkhoudende water uit de
kanalen dat oorspronkelijk afkomstig is uit de Ardennen. Bekende gebieden met vloeiweiden zijn:
Lommel-Kolonie, Sint-Huibrechts-Lille, Hageven, Lozen, ..... In de vloeiweiden van Noord-Limburg
groeien belangrijke inheemse en niet inheemse soorten. Moesdistel, een inheemse soort die eerder in
Haspengouw is terug te vinden, komt er voor. Niet inheemse planten zijn Oeverdistel, Bergklokje,
Weideklokje en Bonte krokus.
Slechts enkele delen van de oorspronkelijk gebieden die werden bevloeid zijn beschermd als
reservaat. De grootste oppervlaktes zijn ondertussen beplant met populieren, waardoor de kensoorten
geen schijn van kans maken en dus gewoon verdwijnen.
J. MUREN
Hoewel de muren van historische gebouwen vaak zijn beschermd, geldt dit zeker niet voor de
eventueel aanwezige muurvegetatie. Kerken en oude woningen in Zuid-Limburg zijn vaak (zij het
gedeeltelijk) gebouwd met mergelblokken of met bakstenen waartussen kalkrijk cement werd
gevoegd. Voorbeelden zijn: de gebouwen in het Begijnhof te Tongeren, de Romeinse wallen in
Tongeren, Bij de restauratie van historische monumenten wordt er meestal geen rekening gehouden
11
Kruipend moerasscherm komt enkel aan de kust en in Limburg voor.
116
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
met de aanwezige vegetatie en wordt ze gewoon verwijderd. Nochtans kan door gebruikmaking van
consolidatie-technieken de muurvegetatie perfect behouden blijven. Overleg met eigenaars, meestal
openbare besturen, is hiervoor noodzakelijk. Vaak is voor hen de bijzondere waarde van de
muurvegetatie onbelangrijk en zijn ze niet bekend met de mogelijkheden om deze te behouden.
K. DROGE GRASLANDEN
De natuurlijke droge graslanden komen voor op al dan niet kalkhoudende gronden. In de Kempen
vindt men bedreigde soorten langs spoorwegen (Heelbeen) en op zandgronden in Genk
(Overblijvende hardbloem, Dwergviltkruid, Viltganzerik). Bepaalde groeiplaatsen van Overblijvende
hardbloem en Dwergviltkruid liggen in een natuurreservaat en zijn dus beschermd. De andere zijn niet
verzekerd van hun voortbestaan.
Aan de Maasoevers of op de winterdijken groeien bedreigde planten als Wit vetkruid, Tripmadam,
Zacht vetkruid en Veldsalie. De winterdijken zijn ‘beschermd’, omdat ze in de eerste plaats als
waterwerende dijk fungeren en zo behouden worden. Het behoud echter van de vegetaties op de
Maasoevers en de dijken is afhankelijk van werkzaamheden voor of na overstromingen.
De kalkvegetaties in Limburg zijn in oppervlakte klein en zeer plaatselijk (Figuur 5.5.). Men vindt in
Haspengouw de volgende kalksoorten: Voorjaarsganzerik, Voorjaarszegge, Harige ratelaar, Duifkruid,
Groene nachtorchis en Bergdravik. Deze kalkgraslanden zijn meestal privé-eigendom waardoor het
behoud van deze soorten helemaal niet is verzekerd.
In de Kempen vindt men ook plaatselijk kalkvegetaties, met onder meer Driedistel, Geelhartje,
Draadklaver, Zinkboerenkers, Beklierde ogentroost, Mantelanjer en Kleine steentijm.
Twee
laatstgenoemde soorten groeien in beschermde gebieden gelegen (mijnterreinen). De anderen komen
hier en daar voor en zijn daar niet beschermd.
De meeste planten van de droge zandgronden zijn niet bedreigd, omdat ze in de Kempen heel veel
aanwezig zijn. De Wilde tijm is in de tabel aangegeven als ‘bedreigd’. Bij controle van de laatst
gekende standplaatsen kwam ze daar evenwel niet meer voor.
L. ZUUR LAAGVEENMOERASSEN, DROGE EN NATTE HEIDE
De zure laagveenmoerassen, de heischrale graslanden en de onbemeste graslanden op zure grond
herbergen heel wat zeldzame en bedreigde soorten. Sommige bevinden zich in natuurreservaten of
‘veilige’ gebieden. Voorbeelden daarvan zijn Moerasvaren (Bokrijk, Noordoost Limburg), Rond
wintergroen (mijngebieden), Draadzegge (Teut, Mechelse heide), Veenorchis (Teut), Kranskarwij
(Diepenbeek en de Dommelvallei), enz. De Kleine schorseneer (Diepenbeek) en de Kleine valeriaan
(Kolberg) komen zelfs buiten de reservaten (vermoedelijk) nergens meer voor!
Het voorkomen van andere soorten is niet beveiligd, zoals: Kamvaren, Moeraswederik, Welriekende
nachtorchis, Maanvaren, Addertong, Hondsviooltje en Bosogentroost. Ze groeien op plaatsen buiten
reservaten. Spits havikskruid is al heel lang niet meer opgemerkt in Limburg.
De droge en natte heide (inclusief het hoogveen) zijn typisch voor Limburg. Ondanks dat de
heidegebieden nog een behoorlijke oppervlakte innemen en zelfs beschermd zijn als natuurreservaten,
zijn heel wat soorten er sterk op achteruitgegaan; het aantal groeiplaatsen is verminderd. De volgende
soorten groeien nog in een zeer beperkt areaal: Grote wolfsklauw (Lanaken), Jeneverbes (Zutendaal,
As, Genk), Grote bremraap (Bolderberg), Veenmosorchis (Maasmechelen), Slijkzegge
(Maasmechelen). Kleine zonnedauw, Bruine snavelbies en Lavendelhei komen nog in meerdere
gebieden voor.
M. KALKMOERASSEN (BASISCH LAAGVEEN)
Dit biotoop komt in Limburg niet meer voor. De laatste meldingen van soorten behorend tot deze
plantengemeenschap komen uit het Hageven (1949) en Lozen (1967). Het huidige bodemgebruik van
deze gebieden is sterk veranderd in vergelijking met vroeger, doordat er niet meer wordt bevloeid zijn
typische soorten als Padderus, Parnassia, .... verdwenen.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
117
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
N. KAALSLAGEN,
O. ZOMEN,
P. STRUWELEN
In deze biotopen vindt men de meest zeldzame en bedreigde soorten op kalkhoudende gronden.
Uiteraard heeft dit te maken met het feit dat kalkbodems in Limburg zeer weinig voorkomen (Figuur
5.5: Zuidoost-Limburg, Voeren, lösshoudende leem in Zuid-Limburg).
De soorten, die bedreigd zijn en slechts lokaal voorkomen, zijn Zuurbes (Groot Gelmen), Ruig viooltje
(Voeren), Borstelkrans (mijngebied, winterdijk Maas), Betonie (Zuid-Limburg, mijngebied), Bruine
orchis (Voeren), Mannetjesorchis (Voeren), Bergnachtorchis (Voeren).
Q. VOEDSELRIJKE EN
R. VOEDSELARME BOSSEN
De meeste soorten van de bossen op voedselrijke bodems zijn niet onmiddellijk bedreigd. Toch is de
Gele monnikskap na 1967 (Moelingen) niet meer waargenomen.
Soorten van bossen op
kalkhoudende grond, zoals Zwartblauwe rapunzel (Lommel-Kolonie, Nieuwerkerken), Bleek
bosvogeltje (Voeren), Gele anemoon (Kortessem), Vingerhelmbloem (Kanne en Voeren), Bosgeelster
(Stevoort), Gevlekt longkruid (Loksbergen, Teuven), Fraai hertshooi (Bolderberg), zijn zeldzaam
omdat het bostype waarin ze voorkomen in Limburg zeer weinig voorkomt. Bossen op kalkhoudende
gronden zouden meer aandacht moeten krijgen. Bescherming is meer dan wenselijk!
Bossen op voedselarme bodems komen in de Kempen en in Voeren veel voor. Het grootste aantal
soorten is niet bedreigd. De meest kwetsbare is Stippelvaren. Deze is in Limburg slechts bekend van
2 plaatsen: Beverst en Lozen. De zeer zeldzame Zevenster is recent ontdekt in Voeren en in
Bolderberg (privé-bos). De groeiplaatsen van beide soorten blijven evenwel al jaren ongewijzigd.
5.2.3 Te beschermen gebieden in Limburg
De gebieden in Limburg, die relatief veel zeldzame planten en plantengemeenschappen bevatten en
die voor het behoud zouden moeten beschermd worden, zijn:
Vloeiweiden: Lommel-Kolonie, Lozen, Sint-Huibrechts-Lille (voedselrijke sloten, weilanden,
bosjes);
Noordoost-Limburg: bossen, moerassen;
Maas: oevers, droge graslanden (winterdijken), weilanden en poelen (uiterwaarden);
Mijngebieden: Heusden-Zolder, en andere (droge ruigten, niet ingezaaide terreinen,
spoorwegen, zoutrijke zones);
Vijvergebieden Midden-Limburg: De Maten, Het Wik, Bokrijk, Vijvercomplex Midden-Limburg,
Welleke, Ballewijer;
Pomperik (Weilanden, laagveen);
Heidegebieden met hun vennen, Maasmechelen, Lanaken, Zutendaal, Lanklaar, Teut,
Tenhaagdoornheide, de heidegebieden op de militaire domeinen, Bolderberg (voedselrijke
en voedselarme waters, heiden),
Beken Noord- en Midden-Limburg: onder andere Itterbeek, Zwarte beek, Stiemerbeek,
Mangelbeek, Laambeek;
Hoge Kempen: Zutendaalbeek, Asbeek;
Schulensmeer: weilanden, waters;
Spoorwegen: van de mijnterreinen naar Hasselt en naar Bilzen-Lanaken-Maastricht;
Zuid-Limburg: Kortessem, Heers, Borgloon (kalkhoudende graslanden), Riemst (mergelgrotten,
droge ruigten), begijnhof Tongeren (omwallingen, gebouwen), kerken, Kanne (bos, rand
Albertkanaal);
Voeren: snelstromende beken, kalkgraslanden, bossen (Veursbos, Alsbos, e.a.).
118
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
6. NABESCHOUWINGEN
6.1 Botanische kwaliteit van Limburg in een Vlaams perspectief
Uit gegevens van de Florabank blijkt dat in Vlaanderen ooit 1279 soorten hogere planten, behorend tot
de “wilde flora”, zijn waargenomen, waarvan 1011 als inheems en 175 als “ingeburgerd” worden
beschouwd. Ongeveer 6% van de soorten is uitgestorven, 29% is min of meer bedreigd en 15% is
12
zeldzaam. Figuur 6.1 toont de “hot spots ” in Vlaanderen wat betreft de Rode-Lijstsoorten van hogere
planten (Natuurrapport, 1999).
S
#
# S# #
S
S
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
##S
S#SS
#
S
#
S
#
S
#
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
#
S
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
#
S
#
S
#
S
#
S
S
#
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
#S
#
S
S
#
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
#
S
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
#S
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
#
S
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
#
S
#
S
S
#
#S
#
S
#
S
#
S
#
S
S
#
S
#
S
#
#
S
S
#
S#
#
S
S
#
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
#
S
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
S
#
#
S
S
#
Figuur 6.1. Rode-Lijstsoorten “hot spots” van hogere planten in verschillende ecoregio’s.
In de periode 1997-2000 werd een studie uitgevoerd naar de evolutie van de botanische kwaliteit van
13
ecotopen in Vlaanderen (VAN LANDUYT et al. 2000). De in deze studie gebruikte ecotoopindeling
verschilt weliswaar van deze in de Rode Lijst, maar ze overlapt met de indeling in socio-ecologische
groepen, waardoor vergelijking mogelijk is. In het rapport worden voor Vlaanderen 30 ecotoopgroepen
(CML) onderscheiden en wordt de verspreiding van deze ecotopen ervan besproken.
De resultaten uit beide rapporten maken het mogelijk om de gegevens in deze Rode Lijst in een
ruimere context te plaatsen. Zo wordt duidelijk dat bepaalde plantengemeenschappen ofwel méér of
beter ontwikkeld voorkomen in Limburg ofwel zelfs uitsluitend nog in Limburg voorkomen. Dit zijn
bijkomende argumenten om maatregelen te nemen voor het behoud en het herstel van deze
vegetaties.
12
Aan de hand van de ruimtelijke verspreiding van “hot spots” is getracht gebieden te lokaliseren waar een
opvallend groot aantal soorten of veel Rode-Lijstsoorten aanwezig zijn. Een “hot spot” is een karteringshok dat
behoort tot de 5% (resp. 10%) soortenrijkste hokken voor de beschouwde groep organismen.
13
De ecotoopindeling werd in 1987 uitgewerkt door het Centrum voor Milieukunde in Leiden (RUNHAAR &
STEVERS et al.) en is gebaseerd op milieukenmerken en de structuur van de vegetatie. Eenheden in andere
ecologische indelingen, waarmee de ecotoopgroep van het Centrum voor Milieukunde in Leiden (CML) volledig
of ten dele overlapt worden in de studie van VAN LANDUYT opgesomd. Op die manier worden er verbanden
gelegd met de indeling in socio-ecologische groepen van STIEPERAERE & FRANSEN (1982) en met de ecotopen,
die onderscheiden worden in de Biologische waarderingskaarten.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
119
Nabeschouwingen
1.
Verlandings- en waterplantenvegetaties
ECOTOOPINDELING VOLGENS CML
OVEREENKOMENDE SOCIOECOLOGISCHE GROEP VOLGENS
STIEPERAERE
Voedselrijke en matig voedselrijke waters
4a: voedselrijke waters,
4c: verlandingsvegetaties in
stilstaand voedselrijk water
4d: verlandingsvegetaties in
stromend voedselrijk water.
4% van de kenmerkende planten van (matig) voedselrijke waters is uitgestorven en 27 % is bedreigd.
Deze ecotooptypes zijn in Vlaanderen goed ontwikkeld en komen voor in de valleigebieden van OostVlaanderen, Vlaams Brabant, Antwerpen en Limburg.
Stilstaande, voedselarme, (neutrale tot basische) waters
4b: voedselarme waters
Kenmerkende plantensoorten van oligotrofe wateren zijn sterk bedreigd. Van deze soorten is 10%
uitgestorven in Vlaanderen, terwijl 59% bedreigd is. Dit type is beperkt tot de Kempen (Figuur A12).
2. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op brakke of zilte grond
Hier worden vier ecotoopgroepen onderscheiden die overeenkomen met 3a: stranden, 3b: slikken,
lage schorren en 3c: hoge schorren:
Vegetaties op een droge brakke of zilte grond bodem zijn beperkt tot de zeereep.
Vegetaties op een vochtige of natte, brakke of zilte bodem komen voor in de kustduinen, de
polders, het Schelde estuarium ter hoogte van Antwerpen.
De pioniersvegetaties en graslanden op natte brakke of zilte bodem komen goed ontwikkeld voor
in het Zwin, de Kustpolders, de Scheldepolders en ter hoogte van Antwerpen. Minder goed
ontwikkelde vegetaties beperken zich buiten het maritiem district tot Limburg . Vermits deze soorten
van zilte milieus ver buiten hun normale verspreidingsgebied zitten, zijn deze plantengemeenschappen
niet volledig ontwikkeld aanwezig en zijn deze soorten in Limburg zeldzaam. Men treft slecht enkele
120
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
soorten aan bijvoorbeeld langs vierbaanswegen (via strooizouten), aan metaalverwerkende bedrijven
of aan de steenkoolmijnen.
Figuur bk 20 toont ons de polders, estuaria en de zilte mijnplassen nabij Eisden.
3. Pioniersvegetaties en graslanden op natte voedselarme bodem
Men kan deze waarnemen op een zuur, een neutraal of een basisch substraat.
Pioniersvegetaties en graslanden op natte, voedselarme
7b: basisch laagveen
basische bodems
In Vlaanderen vindt men de vegetaties op dit substraat in de duinen, op opgespoten terreinen aan de
benedenloop van de Schelde ter hoogte van Antwerpen, de omgeving van Berg (Brabant).
In Limburg komen dergelijke vegetaties, die zwak ontwikkeld zijn, voor op opgespoten terreinen aan
het Albertkanaal te Genk-Zutendaal.
Pioniersvegetaties en graslanden op natte, voedselarme
neutrale bodems
7c: onbemest nat, voedselarm
grasland,
7a: zuur laagveenmoeras
In Vlaanderen komen deze vegetaties het meest voor in de Kempen (Antwerpen en Limburg). Toch
zijn er op andere plaatsen nog goed ontwikkelde vegetaties zoals te Berg, omgeving Gent en de
duinen.
Pioniersvegetaties en graslanden op natte, voedselarme
7d: hoogveen, natte heide.
zure bodems
Planten van natte heiden en hoogvenen vormen een groep met een hoog aandeel bedreigde soorten:
8% van de soorten is uitgestorven in Vlaanderen, 50% is bedreigd. In Vlaanderen is deze
ecotoopgroep nagenoeg volledig beperkt tot de Kempen. De enige goed ontwikkelde locatie buiten de
Kempen is gelegen in het natuurreservaat ‘de Gulke Putten’ te Wingene. (Figuur k21).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
121
Nabeschouwingen
4. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op natte matig voedselrijke tot natte
voedselrijke bodem
Deze ecotoopgroep komt overeen met volgende socio-ecologische groepen 5b: matig bemest
hooiland, 4c: verlandingsvegetatie in stilstaand voedselrijk water, 2b: voedselrijke, natte grond, 2c:
droogvallende voedselarme waters en:4d: verlandingsvegetatie in voedselrijk stromend water.
Deze vegetaties komen zowat overal in Vlaanderen voor, maar hoofdzakelijk in de valleigebieden die
de voorkeur genieten.
5. Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige voedselarme bodem
Ofwel zijn het zure, neutrale of basische bodems.
Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige,
6c: kalkgrasland
voedselarme basische bodem
In Vlaanderen zijn de vegetaties op basische bodems hoofdzakelijk gelokaliseerd in West-Vlaanderen
(duinen) en in Limburg (Figuur k 43). In Limburg vindt men dergelijke graslanden in de Leemstreek
(Heers, Tongeren), in de Voerstreek en langs de Maas. In de Kempen zijn de locaties verbonden aan
mijnterreinen.
122
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige,
voedselarme neutrale bodem
7c: onbemest, nat, voedselarm
grasland,
2c: droogvallende voedselarme
waters en
7f: heischraal grasland.
De vegetaties op neutrale bodem komen verspreid voor in Vlaanderen.
Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige,
voedselarme zure bodem
7d: hoogveen, natte heide,
7e: droge heide
7f: heischraal grasland
De goed ontwikkelde vegetaties op vochtige, voedselarme zure bodems zijn in hoofdzaak beperkt tot
de Kempen (Antwerpen en Limburg). Buiten de Kempen komen minder goed ontwikkelde vormen
voor in de Vlaamse zand- en zandleemstreek. (Figuur k41).
6. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op vochtige bodem
Ofwel op een matig voedselrijk of op een zeer voedselrijk substraat.
Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op vochtige,
matige voedselrijke bodems
Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op vochtige,
zeer voedselrijke bodems
5a: matig bemest grasland,
1c: voedselarme akker,
1e: betreden ruigte
1a: voedselrijke akker,
1g: voedselrijke ruigte
Deze vegetaties komen overal in Vlaanderen voor (Figuur k46).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
123
Nabeschouwingen
7. Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme bodem.
Men kan deze waarnemen op een zuur, neutraal of basisch substraat.
Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme
basische bodems
6b: voedselarm (kalkhoudend)
grasland
6c: kalkgrasland
In de groep hogere planten, kenmerkend voor kalkgraslanden’ is een hoog percentage bedreigde
soorten: 15% is uitgestorven en 47% is bedreigd. Dit type is nagenoeg beperkt tot de duinen, waar ze
het best vertegenwoordigd is langsheen de Westkust. Buiten de duinen is ze enkel aanwezig op de
kalkhellingen van Kanne (Figuur k63).
124
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme
neutrale bodems
6e: voedselarm, kalkarm grasland
6b: voedselarm (kalkhoudend)
grasland.
De vegetaties op neutrale bodems komen veel in Midden-Limburg en aan de Westkust voor. Ook
andere plaatsen in Vlaanderen (onder andere Krekengebied) kennen deze vegetatie.
Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme
7e: droge heide
zure bodems
6e: voedselarm, kalkarm grasland
De ecotoopgroep van de zure bodems is hoofdzakelijk beperkt tot de Kempen met het zwaartepunt
Midden-Limburg. (figuren k21 en k41).
8. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op droge bodem
Deze vegetaties vindt men op een matig voedselrijke, maar ook op een zeer voedselrijke bodem.
Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op
droge, matig voedselrijke bodems
Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op
droge, zeer voedselrijke bodems
6b: voedselarm (kalkhoudend)
grasland,
1c: voedselarme akker,
1d: tredplant
1e: betreden ruigte
1f: kalkrijke ruigte
1a: voedselrijke akker,
1d: tredplant
1g: voedselrijke ruigte
Ze komen zowat overal in Vlaanderen voor. We verwijzen naar Figuur k46 (zie hoger).
Bossen en struwelen op natte bodem.
De bodems kunnen qua voedselrijkdom zeer verschillend zijn: van zeer voedselrijk, tot matig
voedselrijk of tot voedselarm.
Bossen en struwelen op natte, matig of zeer voedselrijke
gronden
9a: bronbos
4e: natte ruigte
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
125
Nabeschouwingen
Dergelijke bossen vindt men op veel plaatsen in Vlaanderen. Het meest frequent komen ze voor in
valleigebieden.
Bossen en struwelen op natte, voedselarme, neutrale
9a: bronbos
bodems
4e: natte ruigte
Dit type is niet zo algemeen. Men vindt deze in bronbossen van de Vlaamse Ardennen, Halle,
Rodebos, Meerdaal en Voeren. In de Kempen beperkt het zich tot elzen- en wilgenbosjes in de
valleien (Figuur h22).
9. Bossen en struwelen op vochtige bodem
Ofwel zijn de bodems matig voedselrijk, voedselarm en basisch of voedselarm en neutraal of
voedselarm en zuur.
Bossen en struwelen op vochtige, matig voedselrijke
bodems
8b: zoom
9d: bos op kalkrijke, droge grond en
9f: bos op voedselrijke, matig
vochtige grond.
De ecotoopgroep op een matig voedselrijk substraat kent de grootste verspreiding in Vlaanderen, in de
Leemstreek en in Voeren. Toch komt deze ook nog op verschillende andere plaatsen voor.
Bossen en struwelen op vochtige, voedselarme, basische
en neutrale bodems
9f: bos op voedselrijke, matig vochtige
grond,
9d: bos op kalkrijke, droge grond,
9b: bos op voedselrijke, kalkhoudende
grond
8c: struweel op droge, kalkhoudende
grond.
Van de soorten bijvoorbeeld gebonden aan struwelen op kalkhoudende gronden (8c) is 7%
uitgestorven en 63% bedreigd. Van de groep van het eiken-haagbeukenbos en beukenbos op
kalkhoudende grond (9b) is maar liefst 75% van de soorten bedreigd. Op een voedselarme vochtige
bodem vindt men de bossen in Vlaanderen in de Leemstreek (Zoniënwoud, Halle, Vlaamse Ardennen).
In de Limburgse Leemstreek is het de omgeving van Sint-Truiden, Heers, Tongeren, Bilzen, Kanne.
Ook in de Leemstreek vindt men dergelijke bossen (Figuur h43).
126
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
Bossen en struwelen op vochtige, voedselarme, zure
bodems
9e: voedselarm bos
9f: bos op voedselrijke, matig
vochtige grond
De ecotoopgroep op een zure bodem is frequent aanwezig in de Kempen, ook elders in Vlaanderen
komt deze groep veel voor. De Leemstreek is het voornaamste verspreidingsgebied van de bossen en
de struwelen op vochtige, voedselarme neutrale bodem. Ook in de Voerstreek en enkele valleien in de
Kempen vindt men deze groep.
10. Bossen en struwelen op droge, voedselarme, neutrale of basische bodem
Bossen en struwelen op droge, voedselarme, basische en
neutrale bodems
8c: struweel op droge, kalkhoudende
grond,
8d: matig voedselrijk, vrij vochtig
struweel
9e: voedselarm bos.
De vegetaties van neutrale bodem komen verspreid in Vlaanderen voor (zowel de Leemstreek als de
Kempen). De bossen en de struwelen op droge basische bodems zijn beperkt tot de kustduinen en
Kanne. Zelfde verspreidingspatroon als figuur k63 (zie § 7. Pioniersvegetaties en graslanden op
droge, voedselarme bodem).
Bossen en struwelen op droge, voedselarme, zure bodems 9e: voedselarm bos
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
127
Nabeschouwingen
Deze ecotoopgroep kent voor Vlaanderen zijn hoofdverspreiding in de Kempen.(Figuur h41-61).
6.2 Botanische kwaliteit van Limburg in het NATURA2000 perspectief
De EU-Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EEG) beoogt het waarborgen van de biologische diversiteit door
het instandhouden van de natuurlijke habitats en van de wilde flora en fauna binnen de EU-lidstaten.
14
In Vlaanderen komen 46 habitats van communautair belang voor, waarvan 25 typen ook in Limburg
voorkomen (Tabel 6.1).
Ter bescherming van deze habitats zijn in Vlaanderen speciale
beschermingszones (SBZ-H) afgebakend met een totale oppervlakte van ongeveer 102.000 ha,
waarvan ongeveer 35.500 ha (35%) gelegen is in Limburg. Deze SBZ-H moeten op dit moment (dd.
15
dec. 2001) nog worden goedgekeurd door de Europese commissie , daarna worden het pas
Habitatrichtlijngebieden en vormen ze samen met de EU-Vogelrichtlijngebieden (richtlijn 79/409/EEG)
het NATURA2000 netwerk. Deze SBZ-H herbergen het grootste deel van de besproken RodeLijstsoorten.
In bijlage II van de Habitatrichtlijn worden specifiek enkele te beschermen plantensoorten opgesomd.
Twee daarvan, namelijk Drijvende waterweegbree (Luronium natans) en Kruipend moerasscherm
(Apium repens) komen voornamelijk in Limburg voor.
14
15
Van belang voor de Europese Unie
Er wordt nagegaan of volledig en voldoende is afgebakend (alle habitats in voldoende oppervlakte)
128
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
Figuur 6.2. Verspreiding van Drijvende waterweegbree (Luronium natans) in Vlaanderen.
De bescherming, het beheer en de ontwikkeling van deze in Limburg voorkomende SBZ-H met de
voorkomende habitats en -soorten speelt een essentiële rol bij de bescherming van onze RodeLijstsoorten.
De Drijvende waterweegbree is in Europa erkend als bedreigde soort.
Foto: Lily GORA.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
129
Nabeschouwingen
Tabel 6.1. In Limburg voorkomende habitats van internationaal belang volgens de Habitatrichtlijn.
(De vetgedrukte habitats zijn prioritaire habitats die verplicht moeten worden opgenomen in het
NATURA2000 netwerk).
Code
2310
2330
3110
3130
3150
4010
4030
5130
6210
6410
6430
6510
7110
7120
7140
7150
8310
9110
9120
9130
9160
9190
91D0
91E0
Habitattype
Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten
Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen
Mineraalarme oligotrofe wateren van de Atlantische zandvlakten met
amfibische vegetatie: Lobelia, Littorellia en Isoëtes
Oligotrofe wateren van het Middeneuropese en peri-alpiene gebied met
Littorella- of isoëtes-vegetatie of met eenjarige vegetatie op
droogvallende oevers (Nanocyperetalia)
Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamium
of Hydrocharition
Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix
Droge heide (alle subtypen)
Juniperus communis-formaties in heidevelden of kalkgrasland
Gebieden waar zeldzame orchideeën groeien (Festuco-Brometalia)
Grasland met Molinia op kalkhoudende bodem en kleibodem (EuMolinion)
Voedselrijke ruigten
Laaggelegen, schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba
officinalis)
Actief hoogveen
Aangetast hoogveen
Overgangs- en trilveen
Slenken in veengronden (Rhynchosporion)
Niet voor publiek opengestelde grotten
Beukenbosssen van het type Luzulo-Fagetum
Beukenbosssen van het type met Ilex- en Taxus-soorten rijk aan
epifyten (Ilici-Fagetum)
Beukenbosssen van het type Asperula-Fagetum
Eikenbossen van het type Stellario-Carpinetum
Oude zuurminnende bossen met Quercus robur op zandvlakten
Veenbossen
Overblijvende of relictbossen op alluviale grond (Alnion-glutinosoincanae)
BWK-Code
cg
Delen van ha
Delen van ao
Delen van ao
Delen van ae
ce
cg, hn, cv
(cg)
hk
hm
Delen van sp, sk en
ku*
Delen van hu, hpu
t, ces, ct
tm, ctm
md, ms
ce
/
fl
qs en delen van fs
(niet fs°)
fm, qe, fe
qa, fa
Delen van qb
vo, vt, vm,
va, vc, vn, vf
6.3 Aanbevelingen met betrekking tot behoud en bescherming van Rode-Lijstsoorten
Het Natuurdecreet maakt het mogelijk om maatregelen te nemen ter bescherming van soorten, doch
bepaalt niet welke organismen in aanmerking komen voor bescherming. De Rode-Lijstsoorten zijn
alleszins wettelijk beschermd in het kader van het Koninklijk Besluit van 1976 houdende maatregelen
ter bescherming van in het wild groeiende plantensoorten. Bij de afbakening van het Vlaams
Ecologisch Netwerk (VEN) moet er rekening worden gehouden met de habitats van de RodeLijstsoorten; deze gebieden zouden in de GEN of GENO-gebieden moeten liggen. In de praktijk
is dit echter niet altijd het geval – in Limburg bijvoorbeeld ligt 40% van de Speciale Beschermingszones
(SBZ), afgebakend in het kader van de EU-Habitatrichtlijn, buiten het VEN. Voor alle SBZ, maar
speciaal voor de bedreigde habitats met Rode-Lijstsoorten buiten het VEN, hebben de voor Limburg
bevoegde overheden de verantwoordelijkheid voor de bescherming en het behoud van vermelde
habitatgebieden en –soorten. Zij moeten de nodige beheer- en beschermingsmaatregelen treffen
om te verzekeren dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats in deze Speciale
Beschermingszones niet verslechtert en er geen storende factoren optreden voor de soorten.
De vereiste instandhouding van de gebieden vraagt een permanente bestuurlijke oplettendheid bij de
130
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
beoordeling van ontwikkelingen op ruimtelijk vlak en een geïntegreerde beleidsaanpak. Liggen
bijzondere habitats met Rode-Lijstsoorten noch in VEN, noch in Habitatrichtlijngebied, maar is het
gebied “habitatrichtlijn-waardig”, dan nog hebben overheden de verantwoordelijkheid te zoeken naar
andere mogelijkheden om deze gebieden te beschermen en het behoud van voorkomende RodeLijstsoorten te verzekeren. De meest geschikte basis voor een duurzame instandhouding te
verzekeren is een groene gewestplanbestemming voor tenminste alle SBZ te realiseren. Bij de
opmaak van de Ruimtelijke structuurplannen en de uitvoeringsplannen moet weldegelijk
rekening worden gehouden met de EU-habitats in het algemeen en meer specifiek met de
habitats van de Rode-Lijstsoorten.
Tijdens de aankoopprocedures moeten gebieden die deel uitmaken van VEN of rijk zijn aan
Rode-Lijstsoorten prioritair worden behandeld. Erkende terreinverwervende natuurverenigingen
zouden bijkomend financieel door provincie en gemeenten kunnen worden gesteund bij hun aankoop
van natuurgebieden. Deze verenigingen moeten immers, in tegenstelling tot Nederland waar ze voor
100% door de overheid worden gesubsidieerd, nog 10 % van de aankoopsom zelf betalen.
Ontsnippering en vergroting van de belangrijke, kwetsbare en zeldzame habitats zijn immers
nodig om de nodige randvoorwaarden voor behoud van deze Rode-Lijstsoorten te kunnen
creëren.
Uit het Milieu- en Natuurrapport Vlaanderen (2000) blijkt dat verdroging, vermesting en verzuring de
biodiversiteit significant aantasten. Voedselarme leefgebieden, zoals vochtige of droge, schrale
graslanden, heiden en duinen staan door deze achteruitgaande milieukwaliteit onder zware druk en dit
uit zich ook door het hoge aantal Rode Lijst soorten in deze voedselarme biotopen. De
habitatkwaliteit moet verbeterd worden door te zorgen voor het handhaven of herstellen van
een optimale milieukwaliteit en door een degelijke inrichting en beheer.
In het kader van het MINA-plan 2 werden activiteiten opgestart die toelaten om meer gericht beleid te
ontwikkelen.
Een belangrijk stimulerende maatregel zijn de beheersovereenkomsten, waarvan reeds melding is
gemaakt. Op dit moment bestaat in het kader van het “Programma voor Plattelandsontwikkeling 20002006” reeds de mogelijkheid om beheersovereenkomsten met beroepslandbouwers af te sluiten. Het
betreft de beheerspakketten: weidevogelbeheer, perceelsrandenbeheer en het pakket herstel,
ontwikkeling en onderhoud van kleine landschapselementen.
Recent werden aan de bestaande beheerspakketten enkele nieuwe toegevoegd, met name:
• botanisch beheer.
De beheerdoelstelling beoogt de handhaving van botanisch
waardevolle graslanden en kruidengemeenschappen in akkers.
• Natuur. Deze kan worden afgesloten voor percelen waar het bemestingsverbod en
verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen van kracht is en waar bepaalde
natuurwaarden aanwezig zijn.
• Water. Deze kan worden afgesloten in kwetsbare gebieden en heeft betrekking op
verminderd gebruik van stikstof uit dierlijk mest.
Voor de natuurgebieden in privé-gebruik bestaan er tot op heden nog geen beheersovereenkomsten.
Nochtans is ook daar de natuurkwaliteit achteruitgegaan wegens het ontbreken van elke vorm van
beheer – denk maar eens aan de natte dotterbloemgraslanden die door gebrek aan beheer evolueren
naar natte ruigtes met moerasspirea. Voorlopig zijn er nog geen instrumenten, die privé-eigenaars
zouden stimuleren het beheer van deze gebieden te hervatten. Dergelijke stimulerende maatregelen
voor het beheer van natuurgebieden zouden kunnen resulteren in het herstel van een aantal bedreigde
habitats en de eventueel aanwezige Rode-Lijstsoorten. Het is dus belangrijk dat de Vlaamse overheid
werk maakt van dergelijke beheersovereenkomsten. In de provincie Limburg bestaat een dergelijk
initiatief in de vorm van de provinciale ondersteuningsovereenkomsten, die met privé-eigenaars en
grondgebruikers kunnen worden afgesloten. In de bepalingen betreffende deze provinciale
ondersteuningsovereenkomsten zou moeten worden opgenomen, dat alle percelen waarop
plantensoorten uit voorliggende Rode Lijst voorkomen, in aanmerking komen voor een
dergelijke overeenkomst.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
131
Nabeschouwingen
Vermits deze beheers- en ondersteuningsovereenkomsten nieuwe of nog vrij onbekende instrumenten
zijn, is het belangrijk dat ook de gemeenten meewerken door bijvoorbeeld het initiatief te nemen om
eigenaars of gebruikers van gebieden, die Rode-Lijstsoorten herbergen, te contacteren en aan te
moedigen een dergelijke overeenkomst af te sluiten.
Tenslotte kunnen gemeenten voor de gebieden met Rode-Lijstsoorten in het kader van het
gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) natuurgerichte projecten, die het herstel en/of het
behoud van deze soorten bewerkstelligen, uitwerken en uitvoeren
Om te voorkomen dat de nu reeds bedreigde tot zeer sterk bedreigde soorten voorgoed verloren
zouden gaan, doordat hun biotoop volledig is vernietigd, heeft de Nationale Plantentuin de zaden van
deze soorten verzameld en ingevroren (zie intermezzo “Zaadinzameling 1994-1995”). Op deze wijze
wordt het genetisch materiaal voor de toekomst bewaard. Laten we hopen dat het nooit nodig zal zijn
om deze genenbron aan te spreken. Het is ieders zorg om ervoor te zorgen dat we de huidige
biodiversiteit minstens kunnen behouden.
132
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Zaadinzameling van bedreigde tot
zeer sterk bedreigde soorten
Gedurende de periode 1994-1995 heeft de Limburgse Plantenwerkgroep haar medewerking verleend
aan een zaadinzamelingsproject van de Nationale Plantentuin. Daar had men het initiatief genomen
om in België zaad in te zamelen van bedreigde planten om zo het genetisch materiaal voor de
toekomst te bewaren. De inzamelacties waren voor 1994 gebeurd in het maritiem district, het Ardens
district en het Maasdistrict. In de jaren 1994 en 1995 volgden het Kempens district en Limburg. De
équipe van de Nationale Plantentuin bestond uit Frieda Billiet, Leo Vanhecke en Thierry Vanderborght.
Men had de planten uitgekozen, die zowel in Limburg als in Vlaanderen een redelijke graad van
bedreiging kenden. Ook de planten die een meer typisch Limburgse verspreiding kenden en daar niet
zo zeldzaam zijn, werden opgenomen.
Voor de Limburgse Plantenwerkgroep verleenden Leo Andriessen, Bert Berten, Cécile Nagels en Luc
Vanoppen hun medewerking.
De zaden werden zodanig ingevroren dat het zaad na 100 jaar nog voldoende kiemkracht zal hebben.
Er werden zaden verzameld van 78 planten en sporen van 2 varens en 2 wolfsklauwen. Van sommige
soorten waren in de natuur grote voorraden zaad aanwezig. Zo zijn er ongeveer 20.000 zaadjes van de
Platte rus en 15.000 van de Grote bremraap geoogst. Andere planten zetten minder zaad. Het aantal
ingezamelde van de Draadzegge was 12 en dat van Eenarig wollegras 25.
Hierna worden de planten, waarvan de zaden werden ingezameld opgesomd.
Ze zijn gerangschikt volgens de bedreigingsgraad in Vlaanderen.
Van Oeverkruid werd in 1995 een hoeveelheid zaad
ingezameld. Foto: Lily GORA.
Uitgestorven: Harige ratelaar;
Zeer sterk bedreigd: Draadzegge, Slijkzegge, Stinkend streepzaad, Kleine wolfsklauw, Beklierde
ogentroost, Graslathyrus, Waterlepeltje, Pilvaren, Overblijvende hardbloem;
Sterk bedreigd: Stinkende kamille, Wondklaver, Veenorchis, Rijstgras, Watergentiaan, Klavervreter,
Grote bremraap;
Bedreigd: Lavendelhei, Kruipende moerasweegbree, Bruin cypergras, Gesteeld glaskroos, Klein
glaskroos, Veelstengelige waterbies, Eivormige waterbies, Eenarig wollegras, Grondster, Jeneverbes,
Naakte lathyrus, Oeverkruid, Kleine ratelaar, Witte snavelbies, Bruine snavelbies, Drijvende egelskop;
Potentiëel bedreigd: Slangewortel, Voorjaarssterrekroos, Waterscheerling, Klein warkruid,
Klokjesgentiaan, Kikkerbeet, Moerashertshooi, Platte rus, Gestreepte rus, Drijvende waterweegbree,
Moeraswolfsklauw, Waterdrieblad, Beenbreek, Rondbladig wintergroen, Klein glidkruid, Grote
watereppe, Kleinste egelskop, Moerasvaren.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
133
134
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Literatuurlijst
LITERATUURLIJST
Berten, R., 1990. Natuur en Flora Limburg. Eigen uitgave. Genk, 235 pp.
Berten, R., 1993. Limburgse plantenatlas (Pteridofyten en Spermatofyten). LISEC. LIKONA. Vier delen.
Blab, J., Nowak, E., Trautmann, W. & Sukopp, H., 1984. Rote Liste der gefährdeten Tier und Pflanzen
e
in der Bundesrepublik Deutschland, 4 erweiterte und neubearbeitete Auflage. Naturschutz Aktuel Nr.
1. Kilda-Verlag, Greven, 270 pp.
Cortenraad, J. & Mulder, T., 1989. Bedreigde planten van Limburg (incl. Rode Lijst). Natuurhistorisch
Maandblad 78 (11), 181-184.
Cosyns, E., Leten, M., Hermy, M., Triest, L. & Vanhecke, L., 1993. Voorlopige standaardlijst van de
Vlaamse vaatplanten. Vrije Universiteit Brussel. Rapport in opdracht van het Instituut voor
Natuurbehoud.
Cosyns, E., Leten, M., Hermy, M., Triest, L. & Vanhecke, L., 1994. Checklist van de Vlaamse Flora.
Vrije Universiteit Brussel. Instituut voor Natuurbehoud.
De Knijf, G. & Anselin, A., 1997. Een gedocumenteerde Rode Lijst van de libellen van Vlaanderen.
Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 4, 1-90.
Delvosalle, L., Demaret, F., Lambinon, J. & Lawalrée, A., 1969. Plantes rares, disparues ou menacées
de disparition en Belgique: l’ apprauvissement de la flore indigène. Bestuur van Waters en Bossen.
Dienst domaniale Natuurreservaten en Natuurbescherming 4, 1-129.
Desender, K., Maes, D., Maelfait, J-P & Van Kerckvoorde, M., 1995. Een gedocumenteerde Rode Lijst
van de zandloopkevers en loopkevers van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor
Natuurbehoud 1, 1-208.
De Wildeman, E. & Durand, T., 1898, 1899. Prodrome de la Flore belge. III Phanérogames, 1112 pp.
Lambinon, J., De Langhe, J., Delvosalle, L. & Duvigneaud, J., 1998. Flora van België, het
Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en aangrenzende gebieden (Pteridofyten en
de
Spermatofyten), 3 druk. Nationale Plantentuin Meise.
Maes, D., Maelfait, J-P. & Kuijken, E., 1995. Rode Lijsten: een onmisbaar instrument in het moderne
Vlaamse Natuurbehoud. Wielewaal, 61 (5): 149-156.
Maes, D. & Van Dyck, H., 1996. Een gedocumenteerde Rode Lijst van de dagvlinders van Vlaanderen.
Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 3, 1-154.
Mennema, J., Quene-Boterenbrood, A. & Plate, C., 1980-1985. Atlas van de Nederlandse Flora.
Amsterdam.
Stieperaere, H. & Fransen, K., 1982. Standaardlijst van de Belgische vaatplanten met aanduiding van
hun zeldzaamheid en socio-ecologische groep. Dumortiera 22, 1-41.
Van der Meijden, R., 1996. Heukels’ Flora van Nederland, 22
ste
druk. Wolters-Noordhoff. Groningen.
Vanhecke, L., Charlier, G. & Verelst, L., 1981. Landschappen in Vlaanderen vroeger en nu. Nationale
Plantentuin van België. Meise
Vanhecke, L., 1986. Onze flora verwelkt. Natuurreservaten 8 (5), 140-143.
Van Landuyt, W., Heylen, O., Vanhecke, L., Van den Bremt, P. & Baeté, H., 2000. Verspreiding en
evolutie van de botanische kwaliteit van ecotopen: gebaseerd op combinaties van indicatorsoorten uit
Florabank. Rapport Vlina project 96/02.
Van Rompaey, E. & Delvosalle, L., 1972. Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora (Pteridofyten
ste
en Spermatofyten). 1 uitgave. Nationale Plantentuin Meise.
Van Rompaey, E. & Delvosalle, L., 1979. Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora (Pteridofyten
de
en Spermatofyten). 2 uitgave. Nationale Plantentuin Meise.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
135
Literatuurlijst
Weeda, E., Westra, R., Westra, C. & Westra, T., 1985-1991.Nederlandse oecologische Flora. Wilde
planten en hun relaties. 5 delen.
Willems, J.H., 2001. De Groene nachtorchis (Coeloglossum viride) een kortlevende orchideeënsoort in
Zuid-Limburg. Natuurhistorisch Maandblad, 90: 11-15.
Wynhoff, I. & Van Swaey, C., 1995. Bedreigde en kwetsbare dagvlinders in Nederland, basisrapport
met voorstel voor de Rode Lijst. De Vlinderstichting, Wageningen, 84 pp.
136
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Bijlagen
BIJLAGEN
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
137
%LMODJH
Bijlage 1
/(*(1'(±DDQGXLGLQJSDUDJUDDI
.RORP Wetenschappelijke naam ( LAMBINON et. al. 1998) - † ;
.RORPNederlandse naam ( LAMBINON et.al. 1998) † ;
.RORPSymbool /% (= Limburg): (= inheems); (= niet inheems) - † ;
.RORPSymbool ¶µ: aantal hokken periode 1940-1970; maximum 1191 - †± ;
.RORPSymbool ¶µ: aantal hokken periode 1970-1992; maximum 1375 - †±±
.RORPSymbool ]]: De zeldzaamheid wordt uitgedrukt in getallen - : zeer algemeen , & : algemeen, & : vrij algemeen, & : vrij zeldzaam, & : zeldzaam, : zeer zeldzaam; EODQFR: plant is verdwenen † ;
.RORPSymbool D]: De zeldzaamheid wordt uitgedrukt in symbolen - DD : zeer algemeen, D: algemeen,
YD: vrij algemeen, Y]: vrij zeldzaam, ]: zeldzaam, ]]: zeer zeldzaam - †
.RORP Symbool geeft trendcriterium aan - D: vooruitgang of achteruitgang 1-25 %, E: achteruitgang 2650 %, F: achteruitgang 51-75 %, G: achteruitgang 76-100 %, OZ: lang weg (voor de eerste
onderzoeksperiode), Z: weg (voor de tweede onderzoeksperiode), QZ: nieuw - †±±
.RORPSymbool NO: ,8&1FDWHJRULHsQ : : met uitsterven bedreigd, & & : bedreigd, & : kwetsbaar,
& & : kwetsbaar2, & : zeldzaam, : zeldzaam2, & & : achteruitgaand, : niet met
uitsterven bedreigd; %ODQFR : geen categorie voor soorten die weg of nieuw zijn. De 5RGH/LMVWVRRUWHQ
behoren tot en - 報
.RORPSymbool NO: ,&81FDWHJRULHsQ: PXE: met uitsterven bedreigd, EHG: bedreigd, NZ: kwetsbaar,
NZ: kwetsbaar 2, ]]: zeldzaam, ]]: zeldzaam 2, D: achteruitgaand, PQE: momenteel niet bedreigd. De
5RGH/LMVWVRRUWHQbehoren tot PXEEHGNZen ]] - 報
.RORPSymbool VH: socio-ecologische groepen: D Í J, ": komt niet voor in de lijst Stieperaere &
Fransen - †
.RORPSymbool G: laatste melding voor verdwenen soort - †
.RORPSymbool G: eerste melding nieuwe soort - †
.RORPSymbool 9O= De bedreigingsgraad in Vlaanderen; S: potentieel bedreigd, E: bedreigd, E: sterk
bedreigd, E: zeer sterk bedreigd, : verdwenen, ": niet bekend - †
.RORPSymbool 7: $U: archeofyt (ingevoerd voor 1500), 1H: neofyt (ingevoerd na 1500) - †
9HUGZHQHQVRRUWHQ
%HGUHLJGHVRRUWHQ
1LHXZHVRRUWHQ
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
1
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Abutilon theophrasti
Acer campestre
Acer platanoides
Acer pseudoplatanus
Aceras anthropophorum
Achillea millefolium
Achillea ptarmica
Acinos arvensis
Fluweelblad
Spaanse aak
Noorse esdoorn
Gewone esdoorn
Poppenorchis
Gewoon duizendblad
Wilde bertram
Kleine steentijm
2
1
2
2
1
1
1
1
0
85
38
290
3
1026
506
6
10
102
63
426
6
1283
522
9
10
8
9
5
10
1
4
10
zz nw
z
a 11
z
a 11
va a 16
zz a 10
za a 16
va a 16
zz a 10
Aconitum vulparia
Acorus calamus
Actaea spicata
Adoxa moschatellina
Aegopodium podagraria
Aethusa cynapium
Agrimonia eupatoria
Agrimonia repens
Agrostemma githago
Agrostis canina
Agrostis capillaris
Agrostis gigantea
Agrostis scabra
Agrostis stolonifera
Agrostis vinealis
Aira caryophyllea
Aira praecox
Ajuga reptans
Alchemilla glabra
Alchemilla xanthochlora
Alisma lanceolatum
Alisma plantago-aquatica
Alliaria petiolata
Allium oleraceum
Allium paradoxum
Allium scorodoprasum
Allium ursinum
Allium vineale
Alnus glutinosa
Alnus incana
Alopecurus aequalis
Alopecurus geniculatus
Alopecurus myosuroides
Alopecurus pratensis
Alyssum alyssoides
Amaranthus albus
Amaranthus blitum
Amaranthus graecizans
Amaranthus hybridus
Amaranthus retroflexus
Ambrosia artemisiifolia
Ambrosia coronopifolia
Amelanchier lamarckii
Ammi majus
Ammophila arenaria
Amsinckia micrantha
Anagallis arvensis ssp. arvensis
Anagallis arvensis ssp. coerulea
Anagallis tenella
Gele monnikskap
Kalmoes
Christoffelkruid
Muskuskruid
Zevenblad
Hondspeterselie
Gewone agrimonie
Welriekende agrimonie
Bolderik
Moerasstruisgras
Gewoon struisgras
Hoog struisgras
Struisgras (sc)
Fioringras
Zandstruisgras
Zilverhaver
Vroege haver
Kruipend zenegroen
Kale vrouwenmantel
Geelgroene vrouwen-mantel
Slanke waterweegbree
Grote waterweegbree
Look-zonder-look
Moeslook
Look (pa)
Slangelook
Daslook
Kraailook
Zwarte els
Witte els
Rosse vossenstaart
Geknikte vossenstaart
Duist
Grote vossenstaart
Bleek schildzaad
Witte amarant
Kleine majer
Afrikaanse amarant
Groene amarant
Papegaaiekruid
Alsemambrosia
Zandambrosia
Amerikaans krente-boompje
Groot akkerscherm
Helm
Amsinckia
Rood guichelheil
Blauw guichelheil
Teer guichelheil
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
2
1
1
1
1
1
2
1
2
2
2
2
2
2
2
1
2
1
1
1
2
61
1
195
718
244
286
7
24
188
505
1
0
351
102
74
73
380
29
9
22
312
344
2
0
10
8
195
703
82
44
190
164
381
1
1
3
0
0
6
20
0
49
0
7
0
142
1
4
0
70
6
316
957
383
297
11
3
198
799
71
1
497
137
82
107
519
23
9
20
394
598
1
1
6
26
254
899
124
72
270
258
502
1
1
10
1
4
19
13
2
67
3
4
1
254
1
9
8
10
6
2
5
6
10
10
7
3
8
10
4
8
8
8
4
9
10
9
5
4
10
10
10
9
6
2
8
8
6
6
4
10
10
10
10
10
9
10
10
9
10
10
10
6
10
10
z
zz
vz
a
va
vz
zz
zz
vz
a
z
zz
va
z
z
z
va
z
zz
z
va
va
zz
zz
zz
z
vz
a
z
z
vz
vz
va
zz
zz
zz
zz
zz
z
zz
zz
z
zz
zz
zz
vz
zz
zz
2
/%
]] D] w
a
a
a
a
a
a
a
d
a
a
a
nw
a
a
a
a
a
b
b
b
a
a
c
nw
c
a
a
a
a
a
a
a
a
b
b
a
nw
nw
a
c
nw
a
nw
c
nw
a
b
a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
zz
zz
mnb
zz
mnb
mnb
zz
1a
9d
9g
9g
6c
5a
5b
6c
11
10
12
16
16
12
10
1
12
16
11
zz
zz
zz2
mnb
mnb
zz2
zz
mub
zz2
mnb
zz
16
11
11
11
16
6
5
6
16
16
2
mnb
zz
zz
zz
mnb
kw
kw
kw
mnb
mnb
bed
2
11
12
16
11
11
12
12
16
5
5
10
11
2
bed
zz
zz2
mnb
zz
zz
zz2
zz2
mnb
kw
kw
zz
zz
bed
11
zz
2
bed
12
5
10
zz2
kw
zz
9c
4c
9g
9c
8b
1a
8c
8c
1a
7a
6e
1f
?
2a
6e
6e
6e
5b
5a
5a
4d
4d
8b
8c
?
9c
9c
8b
9a
9c
2b
2a
1a
5a
6c
1e
1a
1e
1e
1c
1e
1e
9e
??
3a
1g
1a
1b
7b
G
G
9O
7
1985
?
Ne
Ne
Ne
b!!
b!!
1967
+
p
b!!
1998
Ne
b
b!!
Ar
?
Ne
p
p
1998
b!!
?
Ne
Ne
Ne
Ar?
b!!
?
1980
1987
?
?
1983
?
?
1995
?
1989
?
b!!
b
Ne
Ne
Ne
Ne
Ne
Ne
Ne
Ne
Ne
Ar
Ar
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Anchusa arvensis
Anchusa officinalis
Andromeda polifolia
Anemone nemorosa
Anemone ranunculoides
Angelica archangelica
Angelica sylvestris
Antennaria dioica
Anthemis arvensis
Anthemis cotula
Anthemis tinctoria
Anthoxanthum aristatum
Anthoxanthum odoratum
Anthriscus sylvestris
Anthyllis vulneraria
Antirrhinum majus
Apera spica-venti
Aphanes arvensis
Aphanes inexpectata
Kromhals
Gewone ossentong
Lavendelhei
Bosanemoon
Gele anemoon
Grote engelwortel
Gewone engelwortel
Rozenkransje
Valse kamille
Stinkende kamille
Gele kamille
Slofhak
Gewoon reukgras
Fluitenkruid
Wondklaver
Grote leeuwenbek
Grote windhalm
Grote leeuwenklauw
Kleine leeuwenklauw
/%
1
2
1
1
1
2
1
1
1
1
1
2
1
1
1
2
1
1
1
]] D] 19
0
21
222
1
0
647
0
103
7
0
110
549
294
13
4
316
24
133
50
1
18
291
4
5
807
0
79
15
2
168
633
520
19
7
362
108
166
9
10
9
6
10
10
3
NO
NO
VH
zz
8
9
10
7
4
4
9
10
5
8
7
z
a 11
zz nw
z
b
6
vz a 12
zz a 10
zz nw
a
a 16
lw
z
b
6
z
a 11
zz nw
vz a 12
va a 16
va a 16
z
a 11
zz a 10
va a 16
z
a 11
vz a 12
zz2
mnb
mnb
zz
zz
mnb
zz
zz2
1c
1f
7d
9f
9c
4e
4e
7f
1c
1e
1e
1c
5a
8b
6c
6a
1c
1a
1c
Apium inundatum
Apium nodiflorum
Apium repens
Arabidopsis thaliana
Arabis glabra
Arabis hirsuta ssp. hirsuta
Arctium lappa
Arctium minus
Arctium nemorosum
Arctium pubens
Arctium tomentosum
Arenaria serpyllifolia
Aristolochia clematitis
Armoracia rusticana
Arnica montana
Arnoseris minima
Arrhenatherum elatius
Artemisia absinthium
Artemisia biennis
Artemisia vulgaris
Arum italicum
Arum maculatum
Asparagus officinalis
Asperula cynanchica
Asplenium adiantum-nigrum
Asplenium ruta-muraria
Asplenium scolopendrium
Asplenium trichomanes
Aster lanceolatus
Aster novi-belgii
Aster tripolium
Astragalus glycyphyllos
Athyrium filix-femina
Atriplex patula
Atriplex prostrata
Avena fatua
Avena strigosa
Ondergedoken
moerasscherm
Groot moerasscherm
Kruipend moerasscherm
Zandraket
Torenkruid
Ruige scheefkelk
Grote klit
Kleine klit
Bosklit
Middelste klit
Donzige klit
Zandmuur
Pijpbloem
Mierikswortel
Valkruid
Korensla
Glanshaver
Absintalsem
Tweejarige alsem
Bijvoet
Italiaanse aronskelk
Gevlekte aronskelk
Tuinasperge
Kalkbedstro
Zwartsteel
Muurvaren
Tongvaren
Steenbreekvaren
Smalle aster
Nieuw-Nederlandse aster
Zulte
Wilde hokjespeul
Wijfjesvaren
Uitstaande melde
Spiesmelde
Oot
Evene
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
2
2
1
2
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
1
1
2
12
163
1
235
1
6
19
323
2
2
2
235
5
1
0
28
549
8
0
804
4
171
19
2
2
136
4
29
1
0
1
12
584
202
191
16
10
9
232
1
425
3
7
35
366
4
24
2
344
5
13
0
17
800
6
1
1088
4
305
48
2
4
165
11
34
8
7
5
23
712
326
208
37
4
10
6
10
5
10
10
9
5
10
9
10
6
10
10
zz
vz
zz
va
zz
zz
z
va
zz
z
zz
vz
zz
zz
5
12
5
16
10
10
11
16
10
11
5
12
5
10
kw
zz2
kw
mnb
zz
zz
zz
mnb
zz
zz
kw
zz2
kw
zz
9
3
10
10
2
10
6
9
10
10
7
10
9
10
10
10
9
3
6
6
9
10
z
a
zz
zz
a
zz
vz
z
zz
zz
vz
zz
z
zz
zz
zz
z
a
vz
vz
z
zz
4
16
5
bed
mnb
kw
b
a
b
a
a
a
a
a
a
a
b
a
b
a
lw
c
a
b
nw
a
b
a
a
b
a
a
a
a
a
nw
a
a
a
a
a
a
c
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
16
5
12
11
5
10
12
10
11
10
10
11
16
12
12
11
2
kw
zz2
zz
mnb
kw
zz
mnb
kw
zz2
zz
kw
zz
zz2
zz
zz
zz
zz
zz
mnb
zz2
zz2
zz
bed
4b
4d
2b
6b
8c
6c
1g
1g
8a
1g
1g
6b
8c
1g
7f
1c
5a
1e
1e
1g
8b
9f
8d
6c
6a
6a
9g
6a
1g
1g
3b
8c
9f
1e
1e
1a
1a
G
G
9O
1984
7
Ne
b
b!!
1978
Ne
1930
+
b!
b!
1977
Ar
b!
?
Ne
Ar
b!
b!!
b!!
b
p
b!!
b!!
1900
Ar
Ne
+
b!!
1980
b!!
?
?
Ne
p
Ne
b
b!!
b!!
?
p
?
?
1979
Ne
Ne
b
?
3
Ar
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
NO
NO
VH
Avenula pubescens
Azolla filiculoides
Zachte haver
Grote kroosvaren
1
2
31
0
28
7
9
10
z
b
zz nw
6
kw
6c
4a
Stijve moerasweegbree
1
12
7
10
zz
c
2
bed
4b
b!
Kruipende moerasweegbree
Stinkende ballote
Bitter barbarakruid
Stijf barbarakruid
Vroeg barbarakruid
Gewoon barbarakruid
Madeliefje
Zuurbes
Grijskruid
Kleine watereppe
Ruwe berk
Zachte berk
Knikkend tandzaad
Smal tandzaad
Zwart tandzaad
Veerdelig tandzaad
Dubbelloof
Platte bies
Bernagie
Gelobde maanvaren
Gevinde kortsteel
Boskortsteel
Sareptamosterd
Zwarte mosterd
Bevertjes
Akkerdravik
Gekielde dravik
Grote trosdravik
Bergdravik
Zware dreps
Zachte dravik
Kweekdravik
Trosdravik
Ruwe dravik
Dreps
IJle dravik
Zwenkdravik
Heggenrank
Vlinderstruik
Grote hardvrucht
Zwanebloem
Hennegras
Gewoon struisriet
Slangewortel
Gesteeld sterrenkroos
Haaksterrenkroos
Stomphoekig sterrenkroos
Klein sterrenkroos
Gewoon sterrenkroos
Gevleugeld sterrenkroos
Struikhei
Gewone dotterbloem
1
1
1
2
2
1
1
1
2
1
1
1
1
2
2
1
1
1
2
1
1
1
2
1
1
1
2
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
10
170
1
3
0
119
818
0
41
23
712
497
56
13
64
248
99
0
4
7
20
154
0
2
42
0
0
1
29
0
526
1
32
8
17
216
41
291
0
1
14
154
145
15
0
6
2
0
3
13
695
321
13
198
0
40
2
165
1031
1
47
35
898
625
78
44
97
331
84
0
10
5
18
216
1
6
30
0
1
5
31
3
618
5
18
5
39
287
46
410
10
1
20
203
227
17
28
35
7
25
30
32
698
434
10
7
zz
vz
10
12
zz
zz2
z
zz
vz
a
zz
z
z
a
va
z
z
z
vz
z
11
zz
10
10
9
6
10
10
9
zz
zz
z
vz
zz
zz
z
4b
1g
4e
4e
1a
4e
5a
8d
1e
4d
9e
9e
2b
2b
2b
2b
9e
7b
1g
7f
6c
9c
?
4e
7f
1e
1e
1a
6c
1b
5a
6c
5b
8a
1a
8b
1f
8d
6a
1g
4d
4c
8a
4c
4a
4a
4a
4b
4a
4d
7e
5b
b
9
10
7
2
10
9
9
2
4
8
9
8
6
8
a
a
w
a
nw
a
a
nw
a
a
a
a
a
a
a
a
b
lw
a
b
b
a
nw
a
b
lw
nw
a
a
nw
a
a
c
c
a
a
a
a
nw
b
a
a
a
a
nw
a
a
nw
a
a
b
a
Baldellia ranunculoides ssp.
ranunculoides
Baldellia ranunculoides ssp.
repens
Ballota nigra
Barbarea intermedia
Barbarea stricta
Barbarea verna
Barbarea vulgaris
Bellis perennis
Berberis vulgaris
Berteroa incana
Berula erecta
Betula pendula
Betula pubescens
Bidens cernua
Bidens connata
Bidens frondosa
Bidens tripartita
Blechnum spicant
Blysmus compressus
Borago officinalis
Botrychium lunaria
Brachypodium pinnatum
Brachypodium sylvaticum
Brassica juncea
Brassica nigra
Briza media
Bromus arvensis
Bromus carinatus
Bromus commutatus
Bromus erectus
Bromus grossus
Bromus hordeaceus
Bromus inermis
Bromus racemosus s.str.
Bromus ramosus
Bromus secalinus
Bromus sterilis
Bromus tectorum
Bryonia dioica
Buddleja davidii
Bunias orientalis
Butomus umbellatus
Calamagrostis canescens
Calamagrostis epigejos
Calla palustris
Callitriche brutia
Callitriche hamulata
Callitriche obtusangula
Callitriche palustris
Callitriche platycarpa
Callitriche stagnalis
Calluna vulgaris
Caltha palustris
4
/%
]] D] 10
10
9
10
4
10
9
10
9
6
9
5
10
10
9
7
6
9
9
9
10
9
9
9
3
5
zz
zz
z
zz
va
zz
z
zz
z
vz
z
va
zz
zz
z
vz
vz
z
z
z
zz
z
z
z
a
va
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
12
16
zz2
mnb
11
11
16
16
11
11
11
12
6
zz
zz
mnb
mnb
zz
zz
zz
zz2
kw
10
5
6
12
zz
kw
kw
zz2
10
6
zz
kw
10
11
zz
zz
16
10
4
2
11
12
11
16
mnb
zz
bed
bed
zz
zz2
zz
mnb
5
11
12
12
11
kw
zz
zz2
zz2
zz
11
10
zz
zz
11
11
15
16
zz
zz
a
mnb
G
G
9O
7
1985
p
b
Ne
1961
b
Ar
Ne
1992
1997
b!!
Ne
Ne
Ne
1900
b!!
?
b!
p
1993
1900
1997
1984
?
b
b!!
?
?
p
b!!
Ne
Ne
Ar
Ne
Ar
Ar
b
b
p
1990
?
p
p
1980
1986
p
Ne
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
/%
Calystegia sepium
Camelina sativa
Campanula patula
Campanula persicifolia
Campanula rapunculoides
Campanula rapunculus
Campanula rhomboidalis
Campanula rotundifolia
Campanula trachelium
Capsella bursa-pastoris
Cardamine amara
Cardamine flexuosa
Cardamine hirsuta
Cardamine impatiens
Cardamine pratensis ssp,
paludosa
Cardamine pratensis ssp, picra
Cardamine pratensis ssp,
pratensis
Cardaminopsis arenosa
Cardaria draba
Carduus crispus
Carduus nutans
Carex acuta
Carex acutiformis
Carex arenaria
Carex bohemica
Carex canescens
Carex caryophyllea
Carex cuprina
Carex demissa
Carex diandra
Carex digitata
Carex dioica
Carex distans
Carex disticha
Carex divulsa ssp. divulsa
Carex echinata
Carex elata
Carex elongata
Carex flacca
Carex hirta
Carex hostiana
Carex lasiocarpa
Carex lepidocarpa
Carex limosa
Carex muricata ssp. lamprocarpa
Carex nigra
Carex ovalis
Carex ovalis var, argyroglochin
Carex pallescens
Carex panicea
Carex paniculata
Carex pendula
Carex pilulifera
Carex pseudocyperus
Carex pulicaris
Carex reichenbachii
Haagwinde
Zaadhuttentut
Weideklokje
Prachtklokje
Akkerklokje
Rapunzelklokje
Bergklokje
Grasklokje
Ruig klokje
Gewoon herderstasje
Bittere veldkers
Bosveldkers
Kleine veldkers
Springzaadveldkers
1
2
2
1
2
1
2
1
1
1
1
1
1
1
]] D] 493
2
1
4
9
194
3
343
40
528
86
13
74
0
724
4
4
1
15
218
2
302
65
1113
121
38
321
3
3
10
10
10
9
6
10
6
9
1
8
9
6
10
a
a
zz a
zz a
zz d
z
a
vz a
zz b
vz b
z
a
za a
z
a
z
a
vz a
zz nw
Pinksterbloem (pa)
Pinksterbloem (pi)
1
1
7
0
18
35
9
9
z
z
a 11
nw
Pinksterbloem (pr)
Rozetsteenkers
Pijlkruidkers
Kruldistel
Knikkende distel
Scherpe zegge
Moeraszegge
Zandzegge
Cyperzegge
Zompzegge
Voorjaarszegge
Valse voszegge
Geelgroene zegge
Ronde zegge
Vingerzegge
Tweehuizige zegge
Zilte zegge
Tweerijige zegge
IJle bermzegge
Sterzegge
Stijve zegge
Elzenzegge
Zeegroene zegge
Ruige zegge
Blonde zegge
Draadzegge
Schubzegge
Slijkzegge
Dichte bermzegge
Zwarte zegge
Hazezegge
Hazezegge (ar)
Bleke zegge
Blauwe zegge
Pluimzegge
Hangende zegge
Pilzegge
Hoge cyperzegge
Vlozegge
Valse zandzegge
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
634
19
20
257
5
139
129
122
0
103
24
42
20
2
3
0
0
148
1
41
45
49
36
332
1
16
2
2
2
259
173
0
29
100
74
4
195
50
0
0
894
26
12
455
3
145
199
115
0
109
20
77
26
0
0
0
0
179
3
43
57
56
32
367
1
15
0
1
7
229
243
3
20
62
110
4
216
62
0
3
3
9
10
5
10
7
7
8
a
z
zz
va
zz
vz
vz
z
8
9
8
9
z
z
z
z
a
a
c
a
c
a
a
b
lw
a
b
a
a
w
w
lw
lw
a
a
a
a
a
b
a
b
b
w
c
a
b
a
nw
b
c
a
b
a
a
lw
nw
7
10
9
9
9
9
5
10
9
vz
zz
z
z
z
z
va
zz
z
10
10
6
6
10
9
9
8
10
6
9
zz
zz
vz
vz
zz
z
z
z
zz
vz
z
10
zz
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
16
10
10
1
11
12
5
9
11
16
11
11
12
mnb
zz
zz
mub
zz
zz2
kw
kw2
zz
mnb
zz
zz
zz2
4e
1f
5a
8c
8c
1g
5b
6e
9d
1d
9a
9a
6b
9g
1983
4c
9a
1970
zz
16
11
2
16
2
12
12
6
mnb
zz
bed
mnb
bed
zz2
zz2
kw
11
6
11
11
zz
kw
zz
zz
12
10
11
11
11
6
16
5
6
zz2
zz
zz
zz
zz
kw
mnb
kw
kw
2
10
9
12
bed
zz
kw2
zz2
6
4
11
5
12
11
kw
bed
zz
kw
zz2
zz
5a
1g
1e
1g
1f
4c
4c
6b
2c
7a
6c
2a
7a
7b
9b
7b
3c
5b
8c
7a
4c
9a
6c
2a
7c
7a
7b
7d
8a
7a
5a
5a
8a
7c
4c
9a
7e
4c
7c
9e
G
G
9O
7
?
Ne
Ne
+
p
Ar
Ne
?
Ne
Ne
b
1890
+
b
1964
1968
1930
1900
b!!
b!!
b!!
b
b
b!!
b!!
b!
b!!
b
1952
1987
p
p
1900
b!!
b
1975
5
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Carex remota
Carex riparia
Carex rostrata
Carex scandinavica
Carex spicata
Carex strigosa
Carex sylvatica
Carex vesicaria
Carex viridula
Carex vulpina
Carlina vulgaris
Carpinus betulus
Carum carvi
Carum verticillatum
Castanea sativa
Catabrosa aquatica
Centaurea calcitrapa
Centaurea cyanus
Centaurea decipiens
Centaurea jacea
Centaurea nigra
Centaurea scabiosa
Centaurea serotina
Centaurea thuillieri
Centaurium erythraea
Centaurium pulchellum
Centunculus minimus
Cephalanthera damasonium
Cerastium arvense
Cerastium fontanum
Cerastium glomeratum
Cerastium pumilum ssp.
glutinosum
Cerastium semidecandrum
Ceratocapnos claviculata
Ceratophyllum demersum
Chaenorrhinum minus
Chaerophyllum temulum
Chelidonium majus
Chenopodium album
Chenopodium ambrosioides
Chenopodium bonus-henricus
Chenopodium ficifolium
Chenopodium glaucum
Chenopodium hybridum
Chenopodium murale
Chenopodium polyspermum
Chenopodium rubrum
Chenopodium vulvaria
Chrysanthemum segetum
Chrysosplenium alternifolium
Chrysosplenium oppositifolium
Cicendia filiformis
Cicerbita macrophylla
Cichorium intybus
Cicuta virosa
Circaea lutetiana
IJle zegge
Oeverzegge
Snavelzegge
Duindwergzegge
Gewone bermzegge
Slanke zegge
Boszegge
Blaaszegge
Dwergzegge
Voszegge
Driedistel
Haagbeuk
Echte karwij
Kranskarwij
Tamme kastanje
Watergras
Kalketrip
Korenbloem
Knoopkruid (de)
Knoopkruid
Zwart knoopkruid
Grote centaurie
Knoopkruid (se)
Gewoon knoopkruid
Echt duizendguldenkruid
Fraai duizendguldenkruid
Dwergbloem
Bleek bosvogeltje
Akkerhoornbloem
Gewone hoornbloem
Kluwenhoornbloem
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
98
5
126
1
45
4
109
78
17
28
20
281
1
0
137
11
2
450
0
7
17
9
0
519
48
7
2
1
294
921
95
119
35
136
2
62
4
112
54
19
18
8
326
3
4
196
9
0
334
2
3
16
8
4
618
90
5
0
4
327
1185
185
8
9
8
10
9
10
8
9
9
9
10
6
10
10
7
10
Steenhoornbloem
Zandhoornbloem
Rankende helmbloem
Grof hoornblad
Kleine leeuwenbek
Dolle kervel
Stinkende gouwe
Melganzenvoet
Welriekende ganzenvoet
Brave Hendrik
Stippelganzenvoet
Zeegroene ganzenvoet
Esdoornganzenvoet
Muurganzenvoet
Korrelganzenvoet
Rode ganzenvoet
Stinkende ganzenvoet
Gele ganzebloem
Verspreidbladig goudveil
Paarbladig goudveil
Draadgentiaan
Grote bergsla
Wilde cichorei
Waterscheerling
Groot heksenkruid
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
7
91
0
25
48
566
411
618
0
4
13
17
0
3
60
25
0
253
13
11
7
0
56
15
80
12
174
3
57
115
835
587
852
4
0
58
26
5
4
187
89
0
372
27
19
4
1
41
29
120
10
7
10
9
8
3
4
3
10
6
/%
]] D] 6
10
10
9
10
10
4
8
10
10
6
1
7
9
9
10
10
7
8
5
9
9
10
10
9
9
8
NO
NO
VH
z
a 11
z
a 11
z
a 11
zz a 10
z
a 11
zz b
5
z
a 11
z
b
6
z
a 11
z
c
4
zz c
2
vz a 12
zz a 10
zz nw
vz a 12
zz b
5
w
vz b
9
zz nw
zz c
2
z
b
6
zz b
5
zz nw
va a 16
z
a 11
zz b
5
w
zz a 10
vz a 12
za a 16
vz a 12
zz
zz
zz
zz
zz
kw
zz
kw
zz
bed
bed
zz2
zz
9a
4c
7a
2c
8b
9a
9f
4c
7c
4c
6c
9d
5a
7c
9e
2b
1f
1c
5a
5a
5a
6c
5a
5a
8a
2c
2c
9b
6b
5a
1e
zz a 10
vz a 12
zz nw
z
a 11
z
a 11
a
a 16
va a 16
a
a 16
zz nw
w
z
a 11
z
a 11
zz nw
zz a 10
vz a 12
z
a 11
lw
va a 16
z
a 11
z
a 11
zz c
2
zz nw
z
b
6
z
a 11
z
a 11
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz2
kw
kw2
bed
kw
kw
mnb
zz
kw
zz
zz2
mnb
zz2
zz
zz2
zz
zz
mnb
mnb
mnb
zz
zz
zz
zz2
zz
mnb
zz
zz
bed
kw
zz
zz
6b
6b
8a
4a
1a
8b
8b
1e
1e
1g
1e
2b
1e
1f
1a
2b
1e
1c
9a
9a
2c
?
1d
4c
9c
G
G
9O
7
?
b
p
p
b!
1975
?
b!
?
Ar
b
+
1965
1976
?
1982
?
b!
?
1963
Ar
Ar
b!!
b!!
p
1980
Ar
1980
1968
b
Ne
Ar
Ar
1975
1930
b
b
b!!
1998
b!!
?
p
Ar?
Ne
Ne?
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Cirsium acaule
Cirsium arvense
Cirsium oleraceum
Cirsium palustre
Cirsium rivulare
Cirsium vulgare
Cladium mariscus
Claytonia perfoliata
Clematis vitalba
Clinopodium vulgare
Cochlearia danica
Coeloglossum viride
Coincya monensis ssp.
cheiranthos
Colchicum autumnale
Comarum palustre
Conium maculatum
Convallaria majalis
Convolvulus arvensis
Conyza canadensis
Coriandrum sativum
Corispermum leptopterum
Cornus mas
Cornus sanguinea
Coronopus didymus
Coronopus squamatus
Corrigiola litoralis
Corydalis solida
Corylus avellana
Corynephorus canescens
Crassula tillaea
Crataegus laevigata
Crataegus monogyna
Crataegus rhipidophylla
Crepis biennis
Crepis capillaris
Crepis foetida
Crepis paludosa
Crepis polymorpha
Crepis setosa
Crepis tectorum
Crocus vernus
Cruciata laevipes
Crypsis schoenoides
Cuscuta campestris
Cuscuta epithymum
Cuscuta europaea
Cydonia oblonga
Cymbalaria muralis
Cynodon dactylon
Cynoglossum officinale
Cynosurus cristatus
Cyperus esculentus
Cyperus flavescens
Cyperus fuscus
Cystopteris fragilis
Cytisus scoparius
Aarddistel
Akkerdistel
Moesdistel
Kale jonker
Oeverdistel
Speerdistel
Galigaan
Witte winterpostelein
Bosrank
Borstelkrans
Deens lepelblad
Groene nachtorchis
/%
1
1
1
1
2
1
1
2
1
1
1
1
]] D] 9
884
60
842
5
587
13
5
134
32
0
0
9
1249
106
859
2
921
8
20
182
37
201
1
10
1
8
3
10
2
10
9
7
9
7
10
zz b
za a
z
a
a
a
zz c
a
a
zz c
z
a
vz a
z
a
vz nw
zz nw
Muurbloemmosterd
Herfsttijloos
Wateraardbei
Gevlekte scheerling
Lelietje-van-dalen
Akkerwinde
Canadese fijnstraal
Koriander
Smal vlieszaad
Gele kornoelje
Rode kornoelje
Kleine varkenskers
Grove varkenskers
Riempjes
Vingerhelmbloem
Hazelaar
Buntgras
Mosbloempje
Tweestijlige meidoorn
Eenstijlige meidoorn
Koraalmeidoorn
Groot streepzaad
Klein streepzaad
Stinkend streepzaad
Moerasstreepzaad
Paardebloemstreepzaad
Borstelstreepzaad
Smal streepzaad
Bonte krokus
Kruisbladwalstro
Crypsis (sc)
Veldwarkruid
Klein warkruid
Groot warkruid
Kwee
Muurleeuwenbek
Handjesgras
Veldhondstong
Beemdkamgras
Knolcyperus
Geel cypergras
Bruin cypergras
Blaasvaren
Brem
2
1
1
1
1
1
2
2
2
2
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
2
1
2
2
1
1
2
2
2
1
1
2
1
1
1
1
0
48
181
8
105
291
339
0
1
3
300
3
25
2
21
564
232
0
76
656
4
252
435
1
50
2
1
0
1
261
0
0
53
14
2
33
5
12
319
0
0
5
3
736
2
64
204
31
121
447
485
1
3
5
433
22
43
2
23
722
256
0
141
989
2
258
718
1
48
12
6
3
3
332
1
4
35
39
4
58
4
12
325
23
0
8
0
743
10
9
7
9
8
5
4
10
10
10
5
9
9
10
9
3
6
zz nw
z
a 11
vz a 12
z
a 11
z
a 11
va a 16
va a 16
zz nw
zz a 10
zz a 10
va a 16
z
a 11
z
a 11
zz b
5
z
a 11
a
a 16
vz a 12
lw
vz a 12
a
a 16
zz c
2
vz a 12
a
a 16
zz b
5
z
b
6
zz a 10
zz a 10
zz nw
zz a 10
vz a 12
zz nw
zz nw
z
c
4
z
a 11
zz a 10
z
a 11
zz b
5
zz b
5
vz a 12
z nw
lw
zz a 10
w
a
b 15
7
2
10
6
3
10
9
10
10
10
10
6
10
10
9
9
10
9
10
10
6
9
10
3
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
5
16
11
16
2
16
2
11
12
11
kw
mnb
zz
mnb
bed
mnb
bed
zz
zz2
zz
6c
1g
5b
5b
5b
1e
4c
8b
8d
8c
3c
6c
zz
zz2
zz
zz
mnb
mnb
zz
zz
mnb
zz
zz
kw
zz
mnb
zz2
zz2
mnb
bed
zz2
mnb
kw
kw
zz
zz
zz
zz2
bed
zz
zz
zz
kw
kw
zz2
zz
a
1e
5b
7a
1g
9e
1e
1d
?
1f
8d
8d
1d
1d
1d
9c
9f
6e
2c
9f
8d
8d
5a
1e
1f
5b
5a
1f
1e
5b
8b
?
1g
7e
4e
1g
6a
6b
1f
5a
1g
2c
2c
6a
7e
G
G
9O
7
b
Ne
b
Ne
p
1997
2000
+
1987
Ar?
p
1997
?
?
Ne
Ne
Ne
Ne?
Ne
b!!
1863
+
b!!
b!!
?
b!
1973
Ne
Ne
1999
1983
1985
1900
1967
7
?
?
p
Ne
Ne
?
Ne
Ar?
Ar?
?
+
b
b!!
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
NO
NO
VH
Dactylis glomerata
Dactylorhiza fistulosa
Dactylorhiza fuchsii
Dactylorhiza incarnata
Dactylorhiza maculata ssp.
elodes
Dactylorhiza maculata ssp.
maculata
Dactylorhiza praetermissa
Dactylorhiza sphagnicola
Danthonia decumbens
Datura stramonium
Daucus carota
Delia segetalis
Deschampsia cespitosa
Deschampsia flexuosa
Deschampsia setacea
Descurainia sophia
Dianthus armeria
Dianthus deltoides
Digitalis purpurea
Digitaria ischaemum
Digitaria sanguinalis
Diphasiastrum tristachyum
Diplotaxis muralis
Diplotaxis tenuifolia
Dipsacus fullonum
Dipsacus pilosus
Doronicum pardalianches
Draba muralis
Drosera intermedia
Drosera longifolia
Drosera rotundifolia
Dryopteris affinis
Dryopteris carthusiana
Dryopteris cristata
Dryopteris dilatata
Dryopteris filix-mas
Echinochloa crus-galli
Echinochloa utilis
Echium vulgare
Elatine hexandra
Elatine hydropiper
Elatine triandra
Eleocharis acicularis
Eleocharis multicaulis
Eleocharis ovata
Eleocharis palustris
Eleocharis quinqueflora
Eleocharis uniglumis
Elodea canadensis
Elodea nuttallii
Elymus caninus
Elymus repens
Epilobium angustifolium
Epilobium ciliatum
Epilobium hirsutum
Gewone kropaar
Brede orchis
Bosorchis
Vleeskleurige orchis
1
1
1
1
881
35
1
3
1148
19
4
2
1
9
10
10
za
z
zz
zz
a
c
a
c
16
4
10
2
mnb
bed
zz
bed
5a
5b
5b
7b
Heide-orchis
1
5
8
10
zz
a
10
zz
7d
Gevlekte orchis
Rietorchis
Veenorchis
Tandjesgras
Doornappel
Peen
Korenschijnspurrie
Ruwe smele
Bochtige smele
Moerassmele
Sofiekruid
Ruige anjer
Steenanjer
Gewoon vingerhoedskruid
Glad vingergras
Harig vingergras
Kleine wolfsklauw
Kleine zandkool
Grote zandkool
Grote kaardenbol
Kleine kaardenbol
Hartbladzonnebloem
Wit hongerbloempje
Kleine zonnedauw
Lange zonnedauw
Ronde zonnedauw
Geschubde niervaren
Smalle stekelvaren
Kamvaren
Brede stekelvaren
Mannetjesvaren
Hanenpoot
Hanenpoot (ut)
Slangekruid
Gesteeld glaskroos
Klein glaskroos
Drietallig glaskroos
Naaldwaterbies
Veelstengelige waterbies
Eivormige waterbies
Gewone waterbies
Armbloemige waterbies
Slanke waterbies
Brede waterpest
Smalle waterpest
Hondstarwegras
Kweek
Gewoon wilgenroosje
Beklierde basterdwed
Harig wilgenroosje
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
2
1
49
0
0
244
16
596
?
375
657
18
5
7
16
47
33
9
11
5
11
44
11
3
0
57
0
98
64
540
2
264
519
175
0
81
13
0
0
22
39
5
131
1
0
99
12
15
451
747
1
364
24
1
8
199
41
750
0
462
716
5
1
11
17
75
92
27
2
12
15
111
21
7
2
65
0
88
16
668
5
371
737
303
1
133
35
23
7
38
44
14
145
0
1
77
39
15
744
963
234
586
9
10
10
7
9
3
z
c
4
zz nw
zz nw
vz b
9
z
a 11
a
a 16
w
va a 16
a
a 16
zz d
1
zz d
1
zz a 10
z
a 11
z
a 11
z
a 11
z
a 11
zz d
1
zz a 10
z
a 11
z
a 11
z
a 11
zz a 10
zz nw
z
a 11
lw
z
b
6
z
d
3
va a 16
zz a 10
va a 16
a
a 16
vz a 12
zz nw
z
a 11
z
a 11
z nw
zz nw
z
a 11
z
a 11
z
a 11
vz a 12
w
zz nw
z
b
6
z
a 11
z
b
6
a
a 16
a
a 16
vz a 12
va a 16
bed
7c
5b
7a
7f
1e
5a
2c
2a
9e
4b
1f
6b
6e
8a
1d
1e
7e
1f
1f
1f
8a
9c
6c
7d
7d
7d
9f
9e
7a
9e
9f
1c
?
1f
4b
4b
4b
4b
4b
2c
4d
7b
2a
4a
4a
9c
1e
8a
1g
4e
8
/%
]] D] 5
3
10
10
10
9
8
8
9
10
10
9
8
9
10
10
9
8
9
4
10
5
3
6
10
8
9
9
10
9
9
9
7
10
8
9
9
3
2
6
4
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
kw2
zz
mnb
mnb
mnb
mub
mub
zz
zz
zz
zz
zz
mub
zz
zz
zz
zz
zz
zz
kw
bed
mnb
zz
mnb
mnb
zz2
zz
zz
zz
zz
zz
zz2
kw
zz
kw
mnb
mnb
zz2
mnb
G
G
9O
7
b
b
b
1999
1981
b
p
b!
Ne
1940
+
b!
b
p
?
b!!
Ne
1973
1888
p
b
b
Ne?
+
p
p
1995
?
1985
1987
b
b
b
p
Ar
Ne
b
1951
1983
b!!
?
Ne
Ne
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Epilobium lanceolatum
Epilobium montanum
Lancetbladige
basterdwederik
Bergbasterdwederik
1
1
1
79
4
111
10
8
zz
z
Epilobium obscurum
Epilobium palustre
Epilobium parviflorum
Epilobium roseum
Epilobium tetragonum ssp. lamyi
Donkergroene
basterdwederik
Moerasbasterdwederik
Viltige basterdwederik
Bleke basterdwederik
Harde basterdwederik
1
1
1
1
1
12
73
102
32
8
39
101
199
67
31
9
8
7
9
9
Epilobium tetragonum ssp.
tetragonum
Epipactis helleborine
Epipactis palustris
Equisetum arvense
Equisetum fluviatile
Equisetum hyemale
Equisetum palustre
Equisetum sylvaticum
Equisetum telmateia
Eragrostis cilianensis
Eragrostis minor
Eragrostis pilosa
Eragrostis tenuifolia
Eranthis hyemalis
Erica cinerea
Kantige basterdwederik
Brede wespenorchis
Moeraswespenorchis
Heermoes
Holpijp
Schaafstro
Lidrus
Bospaardestaart
Reuzenpaardestaart
Liefdegras (ci)
Klein liefdegras
Straatliefdegras
Liefdegras (te)
Winterakoniet
Rode dophei
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
1
16
176
1
550
290
7
455
3
30
0
3
0
0
2
69
90
322
0
844
317
10
466
4
41
1
9
1
1
3
63
Erica tetralix
Gewone dophei
Erigeron acer
Scherpe fijnstraal
Erigeron annuus ssp. annuus
Zomerfijnstraal
Erigeron annuus ssp.
septentrionalis
Madelieffijnstraal
Eriophorum angustifolium
Veenpluis
Eriophorum gracile
Slank wollegras
Eriophorum vaginatum
Eenarig wollegras
Erodium cicutarium ssp,
cicutarium
Gewone reigersbek
Erodium cicutarium ssp, dunense Duinreigersbek
Erodium lebelii
Kleverige reigersbek
Erophila verna
Vroegeling
Erucastrum gallicum
Schijnraket
Eryngium campestre
Echte kruisdistel
Erysimum cheiranthoides
Gewone steenraket
Erysimum cheiri
Muurbloem
Euonymus europaeus
Wilde kardinaalsmuts
Euonymus latifolius
Brede kardinaalsmuts
Eupatorium cannabinum
Koninginnenkruid
Euphorbia amygdaloides
Amandelwolfsmelk
Euphorbia cyparissias
Cipreswolfsmelk
Euphorbia esula ssp. esula
Heksenmelk
Euphorbia esula ssp.
tommasiniana
Roedewolfsmelk
Euphorbia exigua
Kleine wolfsmelk
Euphorbia helioscopia
Kroontjeskruid
Euphorbia lathyrus
Kruisbladige wolfsmelk
Euphorbia maculata
Gevlekte wolfsmelk
Euphorbia peplus
Tuinwolfsmelk
Euphrasia nemorosa
Bosogentroost
1
1
2
327
54
2
2
1
1
1
Euphrasia officinalis ssp.
rostkoviana
Beklierde ogentroost
/%
]] D] NO
NO
VH
a
a
10
11
zz
zz
8a
8b
z
z
vz
z
z
a
a
a
a
a
11
11
12
11
11
zz
zz
zz2
zz
zz
4c
7a
4e
8b
8a
8
6
z
vz
11
12
zz
zz2
3
6
10
5
10
9
10
10
10
10
10
9
a
vz
zz
va
zz
z
zz
zz
zz
zz
zz
z
a
a
w
a
a
a
a
a
a
nw
a
nw
nw
a
b
16
12
10
16
10
11
mnb
zz2
zz
mnb
zz
zz
10
zz
10
6
zz
kw
8a
9e
7b
1e
4c
9c
2a
9a
9a
?
1d
?
?
9c
7e
277
46
2
6
9
10
vz
z
zz
b
b
b
9
6
5
kw2
kw
kw
7d
6b
1g
0
151
?
9
12
119
0
9
10
8
6
kw
10
zz nw
z
b
w
zz b
5
kw
1
1
1
1
2
1
1
2
1
2
1
1
1
1
242
0
0
140
0
16
24
6
116
0
387
1
7
37
341
3
1
183
1
15
45
6
163
1
532
4
6
45
6
10
10
7
10
9
9
10
7
10
4
10
10
9
vz
zz
zz
vz
zz
z
z
zz
vz
zz
va
zz
zz
z
12
zz2
2
1
1
2
2
1
1
12
15
210
16
0
81
9
16
23
352
81
1
112
4
1
5
4
a
nw
nw
a
nw
b
a
b
a
nw
a
a
b
a
12
zz2
6
11
5
12
kw
zz
kw
zz2
16
10
5
11
mnb
zz
kw
zz
9
9
5
8
10
8
10
z
a 11
z
a 11
va a 16
z
a 11
zz nw
z
a 11
zz c
2
zz
zz
mnb
zz
10
zz
b
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
5
1g
7d
7b
7d
6b
6b
6b
6b
1e
6c
1e
6a
8d
9b
4e
9f
6c
4e
zz
bed
1f
1b
1a
1a
?
1a
7f
kw
6c
G
G
9O
7
b
Ne
1967
b!
b
b
1995
1995
1998
?
Ne
Ne
Ne
Ne
Ne
b
Ne
1982
Ne
p
b!
b
1948
1970
1995
p
1988
1992
?
b
Ne
b
Ne
?
Ne
b!
b
Ar?
p
1995
?
?
b!!
9
Ne
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Euphrasia stricta
Fagus sylvatica
Fallopia convolvulus
Fallopia dumetorum
Fallopia japonica
Festuca arundinacea
Festuca filiformis
Festuca gigantea
Festuca pratensis
Festuca rubra
Festuca trachyphylla
Filago arvensis
Filago lutescens
Filago minima
Filipendula ulmaria
Foeniculum vulgare
Fragaria moschata
Fragaria vesca
Frangula alnus
Fraxinus excelsior
Fumaria capreolata
Fumaria officinalis
Gagea lutea
Gagea villosa
Galanthus nivalis
Galega officinalis
Galeopsis angustifolia
Galeopsis bifida
Galeopsis segetum
Galeopsis speciosa
Galeopsis tetrahit
Galinsoga parviflora
Galinsoga quadriradiata
Galium aparine
Galium mollugo
Galium odoratum
Galium palustre
Galium pumilum
Galium saxatile
Galium uliginosum
Galium verum
Genista anglica
Genista pilosa
Genista tinctoria
Gentiana pneumonanthe
Geranium columbinum
Geranium dissectum
Geranium molle
Geranium nodosum
Geranium palustre
Geranium phaeum
Geranium pratense
Geranium pusillum
Geranium pyrenaicum
Geranium robertianum
Geranium sylvaticum
Geranium versicolor
Stijve ogentroost
Beuk
Zwaluwtong
Heggenduizendknoop
Japanse duizendknoop
Rietzwenkgras
Fijn schapegras
Reuzenzwenkgras
Beemdlangbloem
Rood zwenkgras
Hard zwenkgras
Akkerviltkruid
Geel viltkruid
Dwergviltkruid
Moerasspirea
Venkel
Grote bosaardbei
Bosaardbei
Sporkehout
Gewone es
Rankende duivekervel
Gewone duivekervel
Bosgeelster
Akkergeelster
Sneeuwklokje
Galega
Smalle raai
Gespleten hennepnetel
Bleekgele hennepnetel
Dauwnetel
Gewone hennepnetel
Kaal knopkruid
Harig knopkruid
Kleefkruid
Glad walstro
Lievevrouwbedstro
Moeraswalstro
Kalkwalstro
Liggend walstro
Ruw walstro
Geel walstro
Stekelbrem
Kruipbrem
Verfbrem
Klokjesgentiaan
Fijne ooievaarsbek
Slipbladige ooievaarsbek
Zachte ooievaarsbek
Knopige ooievaarsbek
Moerasooievaarsbek
Donkere ooievaarsbek
Beemdooievaarsbek
Kleine ooievaarsbek
Bermooievaarsbek
Robertskruid
Bosooievaarsbek
Ooievaarsbek (ve)
10
/%
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
2
2
1
2
1
2
2
]] D] 19
154
412
123
69
304
429
99
183
392
0
0
2
18
602
0
1
112
674
559
5
80
1
0
16
2
8
37
24
3
500
146
88
717
596
15
432
6
139
137
141
338
187
1
78
30
232
291
0
1
3
6
236
38
385
1
0
10
214
589
125
197
451
521
116
204
572
1
0
0
17
714
4
3
109
822
789
10
179
2
0
37
4
8
79
44
4
774
186
382
1095
674
14
536
5
188
149
168
263
126
0
66
28
464
413
1
3
5
6
448
63
652
1
1
10
6
4
8
7
5
4
8
7
4
10
9
3
10
10
8
3
3
10
7
10
9
10
10
8
9
10
3
7
5
2
4
9
4
10
7
7
7
6
8
9
9
5
5
10
10
10
10
5
9
4
10
10
zz c
vz a
va a
z
a
vz a
va a
va a
z
a
vz a
va a
zz nw
lw
w
z
b
a
a
zz nw
zz a
z
b
a
a
a
a
zz a
vz a
zz a
lw
z
a
zz a
zz b
z
a
z
a
zz a
a
a
vz a
va a
a
a
va a
z
b
va a
zz b
vz a
vz a
vz a
vz b
z
c
w
z
b
z
b
va a
va a
zz nw
zz a
zz a
zz b
va a
z
a
va a
zz b
zz nw
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
2
12
16
11
12
16
16
11
12
16
bed
zz2
mnb
zz
zz2
mnb
mnb
zz
zz2
mnb
6c
9f
1a
8b
1g
2a
6e
9c
5a
5a
5a
6b
6b
6e
5b
1f
8d
8a
9a
9f
8b
1a
9c
8b
9c
1f
1b
8a
1c
1c
8b
1c
1a
8b
5a
9b
7a
6c
7f
7a
6b
7e
7f
6c
7d
8b
1a
1e
8b
4e
8b
5a
1e
1g
8b
5a
1f
6
16
kw
mnb
10
6
16
16
10
12
10
zz
kw
mnb
mnb
zz
zz2
zz
11
10
5
11
11
10
16
12
16
16
16
6
16
5
12
12
12
9
4
zz
zz
kw
zz
zz
zz
mnb
zz2
mnb
mnb
mnb
kw
mnb
kw
zz2
zz2
zz2
kw2
bed
6
6
16
16
kw
kw
mnb
mnb
10
10
5
16
11
16
5
zz
zz
kw
mnb
zz
mnb
kw
G
G
9O
7
b
Ne
1988
?
+
+
b
1972
?
b
1900
1957
Ne
Ne
b
b!
+
1900
?
b
Ar?
Ne
p
b
Ne
Ne
b
b!!
p
b!!
p
1964
1978
?
b!
Ar?
Ne
Ne
Ne
?
1983
?
Ne
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Geum urbanum
Glechoma hederacea
Glyceria declinata
Glyceria fluitans
Glyceria maxima
Glyceria notata
Gnaphalium luteoalbum
Gnaphalium sylvaticum
Gnaphalium uliginosum
Goodyera repens
Gratiola officinalis
Groenlandia densa
Guizotia abyssinica
Gymnocarpium dryopteris
Gymnocarpium robertianum
Gypsophila muralis
Hammarbya paludosa
Hedera helix
Helianthemum nummularium
Helianthus tuberosus
Helleborus viridis
Heracleum mantegazzianum
Heracleum sphondylium
Herminium monorchis
Herniaria glabra
Herniaria hirsuta
Hesperis matronalis
Hieracium amplexicaule
Hieracium bauhinii
Hieracium lachenalii
Hieracium lactucella
Hieracium laevigatum
Hieracium murorum
Hieracium pilosella
Hieracium piloselloides
Hieracium sabaudum
Hieracium umbellatum
Hippuris vulgaris
Hirschfeldia incana
Holcus lanatus
Holcus mollis
Holosteum umbellatum
Hordeum jubatum
Hordeum murinum
Hordeum secalinum
Hottonia palustris
Humulus lupulus
Huperzia selago
Hyacinthoides non-scripta
Hydrocharis morsus-ranae
Hydrocotyle vulgaris
Hyoscyamus niger
Hypericum dubium
Hypericum elodes
Hypericum hirsutum
Hypericum humifusum
Hypericum perforatum
Geel nagelkruid
Hondsdraf
Getand vlotgras
Mannagras
Liesgras
Stomp vlotgras
Bleekgele droogbloem
Bosdroogbloem
Moerasdroogbloem
Dennenorchis
Genadekruid
Paarbladig fonteinkruid
Gingellikruid
Gebogen driehoeksvaren
Rechte driehoeksvaren
Gipskruid
Veenmosorchis
Klimop
Geel zonneroosje
Aardpeer
Wrangwortel
Reuzenberenklauw
Gewone berenklauw
Honingorchis
Kaal breukkruid
Behaard breukkruid
Damastbloem
Stengelomv, havikskruid
Hongaars havikskruid
Dicht havikskruid
Spits havikskruid
Stijf havikskruid
Muurhavikskruid
Muizenoor
Florentijns havikskruid
Boshavikskruid
Schermhavikskruid
Lidsteng
Grijze mosterd
Gestreepte witbol
Gladde witbol
Heelbeen
Kwispelgerst
Kruipertje
Veldgerst
Waterviolier
Hop
Plompe wolfsklauw
Wilde hyacint
Kikkerbeet
Waternavel
Bilzekruid
Kantig hertshooi
Moerashertshooi
Ruig hertshooi
Liggend hertshooi
Sint-Janskruid
/%
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
2
1
1
1
1
1
1
2
1
2
1
1
1
2
2
2
2
1
1
1
1
1
2
1
1
1
2
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
]] D] 339
841
93
414
264
47
18
49
289
2
0
2
2
?
?
1
1
556
9
25
1
0
755
0
14
0
3
2
8
92
36
188
49
530
12
103
413
4
1
681
286
6
1
175
2
77
623
0
0
48
179
6
485
31
14
59
663
513
1091
81
483
348
52
26
66
509
3
1
8
13
0
0
0
1
819
9
34
3
13
1035
0
32
2
8
4
43
66
9
357
33
508
15
171
424
4
6
931
531
3
1
149
2
69
780
0
2
20
187
3
544
38
23
123
960
4
2
8
4
5
9
9
9
4
10
10
10
10
10
3
10
9
10
10
2
9
10
10
10
9
9
10
5
9
4
9
7
5
10
10
2
4
10
10
7
10
8
3
10
9
7
10
4
9
9
8
2
NO
NO
VH
va a 16
a
a 16
z
b
6
va a 16
va a 16
z
a 11
z
a 11
z
a 11
va a 16
zz a 10
zz nw
zz a 10
zz a 10
w
w
w
zz b
5
a
a 16
zz b
5
z
a 11
zz a 10
zz nw
a
a 16
lw
z
a 11
zz nw
zz a 10
zz a 10
z
a 11
z
b
6
zz d
1
va a 16
z
c
4
va b 15
z
a 11
vz a 12
va a 16
zz b
5
zz a 10
a
a 16
va a 16
zz c
2
zz b
5
vz b
9
zz b
5
z
b
6
a
a 16
lw
zz nw
z
c
4
vz a 12
zz c
2
va a 16
z
a 11
z
a 11
z
a 11
a
a 16
mnb
mnb
kw
mnb
mnb
zz
zz
zz
mnb
zz
8b
8b
4d
4d
4c
4d
2c
8a
2c
9e
2a
4a
1g
9b
6a
2c
7d
9f
6c
4e
9g
1e
8b
6c
1d
1e
1f
6a
6c
9e
7f
9e
9e
6b
6c
9e
7f
4d
1e
5a
9e
6b
?
1d
5a
4a
4e
7c
9d
4a
7a
1f
7c
4b
8a
2c
6e
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz
zz
kw
mnb
kw
zz
zz
mnb
zz
zz
zz
zz
kw
mub
mnb
bed
a
zz
zz2
mnb
kw
zz
mnb
mnb
bed
kw
kw2
kw
kw
mnb
bed
zz2
bed
mnb
zz
zz
zz
mnb
G
G
9O
7
p
b
+
b
?
b!!
b!!
+
b!!
2000
1945
1942
1968
Ne
Ar?
Ne
p
Ne?
p
1980
Ne
1900
b!
1983
b
Ar?
Ne
Ne
Ne
b!!
Ne
p
Ne
b!!
?
Ne
p
1900
+
1979
p
b!
p
11
Ar
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
/%
Hypericum pulchrum
Hypericum quadrangulum
Hypochaeris glabra
Hypochaeris radicata
Iberis umbellata
Ilex aquifolium
Illecebrum verticillatum
Impatiens glandulifera
Impatiens noli-tangere
Impatiens parviflora
Inula britannica
Inula conyzae
Inula helenium
Iris pseudacorus
Isoetes echinospora
Jasione montana
Juncus acutiflorus
Juncus articulatus
Juncus bufonius
Juncus bulbosus
Juncus capitatus
Juncus compressus
Juncus conglomeratus
Juncus effusus
Juncus filiformis
Juncus foliosus
Juncus inflexus
Juncus squarrosus
Juncus subnodulosus
Juncus tenageia
Juncus tenuis
Juniperus communis
Kickxia elatine
Knautia arvensis
Koeleria macrantha
Laburnum anagyroides
Lactuca serriola
Lamium album
Lamium amplexicaule
Lamium galeobdolon
Lamium hybridum
Lamium maculatum
Lamium purpureum
Lapsana communis
Lathyrus annuus
Lathyrus aphaca
Lathyrus hirsutus
Lathyrus latifolius
Lathyrus nissolia
Lathyrus pratensis
Lathyrus sylvestris
Lathyrus tuberosus
Leersia oryzoides
Legousia speculum-veneris
Lemna gibba
Lemna minor
Lemna minuta
Fraai hertshooi
Gevleugeld hertshooi
Glad biggekruid
Gewoon biggekruid
Schermscheefbloem
Hulst
Grondster
Reuzenbalsemien
Groot springzaad
Klein springzaad
Engelse alant
Donderkruid
Griekse alant
Gele lis
Kleine biesvaren
Zandblauwtje
Veldrus
Zomprus
Greppelrus
Knolrus
Koprus
Platte rus
Biezenknoppen
Pitrus
Draadrus
Gestreepte rus
Zeegroene rus
Trekrus
Padderus
Wijdbloeiende rus
Tengere rus
Jeneverbes
Spiesleeuwenbek
Beemdkroon
Smal fakkelgras
Goudenregen
Kompassla
Witte dovenetel
Hoenderbeet
Gele dovenetel
Ingesneden dovenetel
Gevlekte dovenetel
Paarse dovenetel
Akkerkool
Lathyrus (an)
Naakte lathyrus
Ruige lathyrus
Brede lathyrus
Graslathyrus
Veldlathyrus
Boslathyrus
Aardaker
Rijstgras
Groot spiegelklokje
Bultkroos
Klein kroos
Dwergkroos
1
1
1
1
2
1
1
2
1
2
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
2
12
]] D] 28
90
3
772
0
229
16
16
7
11
6
43
0
500
4
301
242
151
433
166
?
18
324
758
52
0
156
164
0
3
427
54
13
242
4
0
51
715
161
174
2
36
582
515
0
3
4
3
2
320
17
9
16
18
5
320
0
19
128
3
994
1
292
11
43
10
24
4
71
2
620
3
293
281
199
621
195
0
20
371
1044
59
13
178
151
0
2
453
52
25
250
6
2
116
960
286
234
9
46
899
764
2
8
2
5
2
396
29
22
12
8
11
432
18
9
8
10
2
10
6
10
9
10
9
10
8
10
4
10
6
6
7
4
7
9
5
2
9
10
7
7
10
5
9
9
6
10
10
8
2
6
6
10
9
2
3
10
10
10
10
10
5
9
9
10
10
10
5
9
NO
NO
VH
z
b
6
z
a 11
zz b
5
a
a 16
zz nw
vz a 12
zz b
5
z
a 11
zz a 10
z
a 11
zz c
2
z
a 11
zz nw
va a 16
zz b
5
vz b
9
vz a 12
vz a 12
va a 16
vz a 12
w
z
a 11
va a 16
a
a 16
z
a 11
zz nw
vz a 12
vz b
9
lw
zz c
2
va a 16
z
b
6
z
a 11
vz a 12
zz a 10
zz nw
z
a 11
a
a 16
vz a 12
vz a 12
zz a 10
z
a 11
a
a 16
a
a 16
zz nw
zz a 10
zz c
2
zz a 10
zz b
5
va a 16
z
a 11
z
a 11
zz b
5
zz c
2
zz a 10
va a 16
z nw
kw
zz
kw
mnb
9c
5b
1c
6b
6b
9e
2c
4e
9a
8b
2a
8c
4e
4c
4b
6e
7c
2a
2b
4b
2c
2a
7c
2a
7a
4b
2a
7d
7b
2c
2a
7e
1a
5a
6b
8c
1f
8b
1a
9f
1a
8b
1a
8b
1g
1b
1b
1e
5a
5a
8c
5a
2b
1a
4a
4a
4a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz2
kw
zz
zz
zz
bed
zz
mnb
kw
kw2
zz2
zz2
mnb
zz2
zz
mnb
mnb
zz
zz2
kw2
bed
mnb
kw
zz
zz2
zz
zz
mnb
zz2
zz2
zz
zz
mnb
mnb
zz
bed
zz
kw
mnb
zz
zz
kw
bed
zz
mnb
G
G
9O
7
b!!
1990
Ne
b
Ne
Ne
1976
b!
p
?
Ne
b
1945
+
p
1984
1900
p
p
Ne
b
b!!
Ne
b
b
1972
b
?
Ne
p
1979
?
b
?
Ne
Ar
Ne
Ne
b!!
Ar
1983
b!
b!!
Ar
?
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Lemna trisulca
Leontodon autumnalis
Leontodon hispidus
Leontodon saxatilis
Leonurus cardiaca
Lepidium campestre
Lepidium densiflorum
Lepidium latifolium
Lepidium ruderale
Lepidium virginicum
Leucanthemum vulgare
Leucojum aestivum
Leymus arenarius
Ligustrum vulgare
Limosella aquatica
Linaria repens
Linaria supina
Linaria vulgaris
Lindernia dubia
Lindernia procumbens
Linum catharticum
Liparis loeselii
Listera ovata
Lithospermum arvense
Lithospermum officinale
Littorella uniflora
Lobelia dortmanna
Lolium multiflorum
Lolium perenne
Lolium remotum
Lolium temulentum
Lonicera periclymenum
Lonicera xylosteum
Lotus corniculatus ssp.
corniculatus
Lotus pedunculatus
Ludwigia palustris
Ludwigia peploides
Lunaria annua
Lunaria rediviva
Lupinus luteus
Lupinus polyphyllus
Luronium natans
Luzula campestris
Luzula luzuloides
Luzula multiflora ssp. congesta
Luzula multiflora ssp. multiflora
Luzula pilosa
Luzula sylvatica
Lychnis flos-cuculi
Lycium barbarum
Lycopodiella inundata
Lycopodium clavatum
Lycopus europaeus
Lysimachia nemorum
Lysimachia nummularia
Lysimachia punctata
Puntkroos
Vertakte leeuwentand
Ruige leeuwentand
Kleine leeuwentand
Hartgespan
Veldkruidkers
Dichtbloemige kruidkers
Peperkers
Steenkruidkers
Amerikaanse kruidkers
Margriet
Zomerklokje
Zandhaver
Wilde liguster
Slijkgroen
Gestreepte leeuwenbek
Liggende leeuwenbek
Vlasbekje
Schijngenadekruid
Liggende lindernia
Geelhartje
Groenknolorchis
Grote keverorchis
Ruw parelzaad
Glad parelzaad
Oeverkruid
Waterlobelia
Italiaans raaigras
Engels raaigras
Vlasdolik
Dolik
Wilde kamperfoelie
Rode kamperfoelie
/%
1
1
1
1
2
1
2
2
1
2
1
1
1
1
1
2
2
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
]] D] 43
500
158
163
8
17
12
0
6
33
637
0
1
22
0
3
4
789
0
0
32
2
74
13
1
19
12
161
677
0
2
740
12
42
674
136
141
3
23
2
1
4
64
717
1
10
14
4
1
4
980
2
1
24
0
90
6
1
14
5
298
839
0
0
851
16
9
4
8
7
10
9
10
10
10
9
3
10
10
9
10
10
10
2
10
10
9
z
va
z
vz
zz
z
zz
zz
zz
z
a
zz
zz
z
zz
zz
zz
a
zz
zz
z
8
10
10
9
10
6
3
z
zz
zz
z
zz
vz
a
3
9
a
z
b
a
b
b
c
a
d
nw
c
a
a
nw
a
c
nw
d
b
a
nw
nw
b
w
a
c
b
b
c
a
a
lw
w
a
a
Gewone rolklaver
Moerasrolklaver
Echt waterlepeltje
Postelein-waterlepeltje
Tuinjudaspenning
Wilde judaspenning
Gele lupine
Vaste lupine
Drijvende waterweegbree
Gewone veldbies
Witte veldbies
Dichtbloemige veldbies
Veelbloemige veldbies
Ruige veldbies
Grote veldbies
Echte koekoeksbloem
Boksdoorn
Moeraswolfsklauw
Grote wolfsklauw
Wolfspoot
Boswederik
Penningkruid
Puntwederik
1
1
1
2
2
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
2
319
529
0
0
0
0
0
6
22
561
14
56
263
106
16
430
1
51
18
526
15
419
1
382
657
3
1
50
1
5
19
19
640
8
63
279
90
18
565
2
64
14
682
16
453
2
5
4
10
10
9
10
10
9
9
4
10
9
6
8
9
4
10
9
9
4
9
5
10
va
va
zz
zz
z
zz
zz
z
z
va
zz
z
vz
z
z
va
zz
z
z
va
z
va
zz
a
a
nw
nw
nw
nw
nw
a
b
a
c
a
a
b
a
a
a
a
b
a
a
a
a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
6
16
6
9
2
11
1
kw
mnb
kw
kw2
bed
zz
mub
4a
2a
6c
6b
1g
1e
1e
4e
1d
1e
5a
4c
3a
8d
2c
6b
1b
1e
2c
2c
6c
7b
9f
1b
8d
4b
4b
1e
1d
1a
1a
9e
9b
2
11
16
bed
zz
mnb
10
4
zz
bed
1
5
16
mub
kw
mnb
6
kw
11
2
5
6
2
12
16
zz
bed
kw
kw
bed
zz2
mnb
16
11
mnb
zz
16
16
mnb
mnb
11
6
16
2
11
12
6
11
16
10
11
6
16
11
16
10
zz
kw
mnb
bed
zz
zz2
kw
zz
mnb
zz
zz
kw
mnb
zz
mnb
zz
6b
5b
2b
?
?
9g
1g
1e
4b
6e
9e
7f
7f
9e
9e
5b
8d
7d
7e
4c
9a
2a
8b
G
G
1996
9O
7
b
p
Ar?
?
Ne
Ne
Ne
1980
b!!
1982
b!
?
?
1993
1995
?
?
b!!
b!!
1953
Ne
Ne
Ne
Ne
b!!
b
b
b!!
Ne
1900
1967
+
+
Ne
Ar?
b
1987
1995
1972
1998
1980
b!!
?
?
?
?
Ne
Ne
Ne
Ne
p
b!
?
Ne
p
b!
?
13
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Lysimachia thyrsiflora
Lysimachia vulgaris
Lythrum hyssopifolia
Lythrum junceum
Lythrum portula
Lythrum salicaria
Mahonia aquifolium
Maianthemum bifolium
Malus sylvestris
Malva alcea
Malva moschata
Malva neglecta
Malva sylvestris
Marrubium vulgare
Matricaria discoidea
Matricaria maritima ssp, inodora
Matricaria recutita
Matteucia struthiopteris
Medicago arabica
Medicago falcata
Medicago lupulina
Medicago minima
Medicago polymorpha
Medicago sativa
Melampyrum pratense
Melica uniflora
Melilotus albus
Melilotus altissima
Melilotus indicus
Melilotus officinalis
Mentha aquatica
Mentha arvensis
Mentha longifolia
Mentha pulegium
Mentha spicata sl
Mentha suaveolens + hybriden
Menyanthes trifoliata
Mercurialis annua
Mercurialis perennis
Mespilus germanica
Mibora minima
Milium effusum
Mimulus guttatus
Moeraswederik
Grote wederik
Kleine kattenstaart
Kruipkattenstaart
Waterpostelein
Grote kattenstaart
Mahonia
Dalkruid
Wilde appel
Vijfdelig kaasjeskruid
Muskuskaasjeskruid
Klein kaasjeskruid
Groot kaasjeskruid
Malrove
Schijfkamille
Reukeloze kamille
Echte kamille
Struisvaren
Gevlekte rupsklaver
Sikkelklaver
Hopklaver
Kleine rupsklaver
Ruige rupsklaver
Luzerne
Hengel
Eenbloemig parelgras
Witte honingklaver
Goudgele honingklaver
Kleine honingklaver
Citroengele honingklaver
Watermunt
Akkermunt
Hertsmunt
Polei
Groene munt
Witte munt + hybriden
Waterdrieblad
Tuinbingelkruid
Bosbingelkruid
Mispel
Dwerggras
Bosgierstgras
Gele maskerbloem
1
1
1
2
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
2
1
2
2
1
1
1
1
2
2
1
1
2
1
2
2
1
1
2
1
2
1
1
1
1
1
2
1
2
8
617
1
0
53
398
0
75
11
6
9
177
105
11
469
182
439
0
10
4
353
1
1
39
154
18
58
13
0
109
282
170
0
1
1
166
85
263
14
11
1
71
0
7
744
2
1
98
554
50
102
20
19
19
229
133
1
678
430
657
1
10
5
451
3
2
68
133
20
112
35
2
118
375
251
4
2
8
171
79
377
20
15
3
113
1
10
3
10
10
8
4
9
8
9
9
9
6
8
10
4
5
4
10
10
10
5
10
10
9
8
9
8
9
10
8
5
6
10
10
10
7
8
5
9
9
10
8
10
zz
a
zz
zz
z
va
z
z
z
z
z
vz
z
zz
va
va
va
zz
zz
zz
va
zz
zz
z
z
z
z
z
zz
z
va
vz
zz
zz
zz
vz
z
va
z
z
zz
z
zz
b
a
a
nw
a
a
nw
a
a
a
a
a
a
d
a
a
a
nw
b
a
a
a
a
a
b
a
a
a
nw
a
a
a
nw
a
a
a
b
a
a
a
a
a
nw
Misopates orontium
Moehringia trinervia
Moenchia erecta
Molinia caerulea
Monotropa hypopitys
Montia fontana
Montia minor
Mycelis muralis
Myosotis arvensis
Myosotis cespitosa
Myosotis discolor
Myosotis ramosissima
Myosotis scorpioides
Myosotis stricta
Akkerleeuwenbek
Drienerfmuur
Kruismuur
Pijpenstrootje
Stofzaad
Groot bronkruid
Klein bronkruid
Muursla
Akkervergeet-mij-nietje
Zompvergeet-mij-nietje
Veelkleurig vergeet-mij-nie
Ruw vergeet-mij-nietje
Moerasvergeet-mij-nietje
Stijf vergeet-mij-nietje
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
44
396
0
681
3
8
40
25
164
61
84
102
268
5
64
525
0
744
3
13
46
19
369
67
78
106
355
12
9
4
z
va
3
10
10
9
9
5
9
8
8
5
10
a
zz
zz
z
z
va
z
z
z
va
zz
a
a
lw
a
b
a
a
b
a
a
b
a
a
a
14
/%
]] D] (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
5
16
10
kw
mnb
zz
7a
5b
2c
?
2c
4e
8d
9e
9f
1g
8b
1e
1e
1f
1d
1e
1a
9c
5a
6c
5a
6b
1e
1e
9e
9b
1e
4e
1e
1e
4c
2a
4e
2a
1g
2a
7a
1a
9f
8d
6e
9f
4d
11
16
zz
mnb
11
11
11
11
12
11
1
16
16
16
zz
zz
zz
zz
zz2
zz
mub
mnb
mnb
mnb
5
10
16
10
10
11
6
11
11
11
kw
zz
mnb
zz
zz
zz
kw
zz
zz
zz
11
16
12
zz
mnb
zz2
10
10
12
6
16
11
11
10
11
zz
zz
zz2
kw
mnb
zz
zz
zz
zz
11
16
zz
mnb
16
5
10
11
6
16
11
6
11
16
10
mnb
kw
zz
zz
kw
mnb
zz
kw
zz
mnb
zz
1c
9f
6c
7d
9d
9a
2c
9b
8b
2a
1c
6b
4d
6b
G
G
9O
7
b
1975
?
?
1970
Ne
Ne
p
b
?
?
b!!
Ne
Ne
?
1988
?
Ne
Ne
b!
p
?
?
Ne?
p
Ar
1980
?
Ne
?
1980
b
b!!
Ar?
Ar?
p
2000
1930
p
Ar
Ne
+
Ne
+
b!!
p
p
b
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Myosotis sylvatica
Myosoton aquaticum
Myosurus minimus
Myrica gale
Myriophyllum alternifolium
Myriophyllum spicatum
Myriophyllum verticillatum
Myrrhis odorata
Najas marina
Najas minor
Narcissus pseudonarcissus
Nardus stricta
Narthecium ossifragum
Nasturtium microphyllum
Nasturtium officinale
Neottia nidus-avis
Nepeta cataria
Nicandra physalodes
Nuphar lutea
Nymphaea alba
Nymphaea candida
Nymphoides peltata
Odontites vernus
Oenanthe aquatica
Oenanthe fistulosa
Oenothera biennis
Oenothera glazioviana
Oenothera parviflora
Ononis repens
Ononis spinosa
Onopordum acanthium
Ophioglossum vulgatum
Ophrys insectifera
Orchis mascula
Orchis morio
Orchis purpurea
Orchis simia
Oreopteris limbosperma
Origanum vulgare
Ornithogalum umbellatum
Ornithopus perpusillus
Orobanche amethystea
Orobanche hederae
Orobanche minor
Orobanche rapum-genistae
Osmunda regalis
Oxalis acetosella
Oxalis corniculata
Oxalis fontana
Papaver argemone
Papaver dubium
Papaver rhoeas
Parietaria officinalis
Paris quadrifolia
Parnassia palustris
Parthenocissus inserta
Pastinaca sativa ssp, sativa
Bosvergeet-mij-nietje
Watermuur
Muizenstaart
Wilde gagel
Teer vederkruid
Aarvederkruid
Kransvederkruid
Roomse kervel
Groot nimfkruid
Klein nimfkruid
Wilde narcis
Borstelgras
Beenbreek
Slanke waterkers
Witte waterkers
Vogelnestje
Wild kattekruid
Zegekruid
Gele plomp
Witte waterlelie
Noordelijke waterlelie
Watergentiaan
Rode ogentroost
Watertorkruid
Pijptorkruid
Middelste teunisbloem
Grote teunisbloem
Kleine teunisbloem
Kruipend stalkruid
Kattedoorn
Wegdistel
Gewone addertong
Vliegenorchis
Mannetjesorchis
Harlekijn
Bruine orchis
Aapjesorchis
Stippelvaren
Wilde marjolein
Gewone vogelmelk
Klein vogelpootje
Violette bremraap
Klimopbremraap
Klavervreter
Grote bremraap
Koningsvaren
Witte klaverzuring
Gehoornde klaverzuring
Stijve klaverzuring
Ruige klaproos
Bleke klaproos
Grote klaproos
Groot glaskruid
Eenbes
Parnassia
Valse wingerd
Gewone pastinaak
/%
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
2
1
1
1
1
2
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
1
1
2
1
]] D] 48
254
5
182
0
18
4
0
0
0
29
369
62
13
7
2
3
0
68
72
0
0
164
141
43
72
0
7
10
147
3
41
3
6
1
9
0
7
236
96
236
0
0
2
6
71
120
4
235
70
64
264
3
40
0
0
12
111
425
24
201
3
31
3
7
5
0
54
277
42
38
58
2
9
3
61
68
3
6
141
145
33
106
7
81
13
121
7
23
4
2
0
12
1
7
288
103
283
1
2
5
11
91
121
6
316
103
216
379
3
48
0
19
12
8
5
9
7
10
9
10
10
10
9
6
9
9
9
10
10
10
9
9
10
10
7
7
9
8
10
8
10
8
10
9
10
10
10
10
10
6
8
6
10
10
10
10
8
8
10
6
8
6
5
10
9
9
10
NO
NO
VH
z
a 11
va a 16
z
a 11
vz a 12
zz nw
z
a 11
zz b
5
zz nw
zz nw
lw
z
a 11
vz b
9
z
b
6
z
a 11
z
a 11
zz b
5
zz a 10
zz nw
z
b
6
z
b
6
zz nw
zz nw
vz b
9
vz a 12
z
b
6
z
a 11
zz nw
z
a 11
zz a 10
z
b
6
zz a 10
z
c
4
zz a 10
zz d
1
w
zz a 10
zz nw
zz b
5
vz a 12
z
a 11
vz a 12
zz nw
zz nw
zz a 10
zz a 10
z
a 11
z
b
6
zz a 10
vz a 12
z
a 11
vz a 12
va a 16
zz b
5
z
a 11
lw
z nw
zz b
5
zz
mnb
zz
zz2
8b
2b
2c
7d
4b
4a
4a
1e
4a
4a
9f
7f
7d
4d
4d
9b
1f
?
4a
4a
4b
4a
2a
4d
4d
1f
1f
1f
6b
5a
1f
7c
8c
8c
6c
8c
6c
9e
8c
8b
6e
6c
8b
5a
7e
9a
9f
1a
1a
1c
1c
1a
8b
9f
7b
1e
5a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz
kw
zz
kw2
kw
zz
zz
kw
zz
kw
kw
kw2
zz2
kw
zz
zz
zz
kw
zz
bed
zz
mub
zz
kw
zz2
zz
zz2
zz
zz
zz
kw
zz
zz2
zz
zz2
mnb
kw
zz
kw
G
G
9O
1979
b
1980
1985
b
?
b
+
1900
7
Ne
p
b!
b!
1995
1978
1972
?
b!
Ar?
Ne
Ne
Ne
Ne
Ne
1980
b
p
b!!
b!
b!!
b
?
b!
1964
1996
1984
1983
?
b!!
b!
b!
p
Ne
Ar
Ar
Ar
Ar
Ar
b
1930
b!!
?
1970
15
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Pastinaca sativa ssp, urens
Pedicularis palustris
Pedicularis sylvatica
Pentaglottis sempervirens
Petasites hybridus
Petrorhagia prolifera
Peucedanum carvifolia
Peucedanum palustre
Phacelia tanacetifolia
Phalaris arundinacea
Phalaris canariensis
Phegopteris connectilis
Phleum bertolonii
Phleum pratense
Phragmites australis
Physalis alkekengi
Physalis angulata
Physalis peruviana
Phyteuma nigrum
Picris echioides
Picris hieracioides
Pilularia globulifera
Pimpinella major
Pimpinella saxifraga
Pinus sylvestris
Plantago arenaria
Plantago coronopus
Plantago lanceolata
Plantago major ssp, intermedia
Plantago major ssp, major
Plantago media
Platanthera bifolia
Platanthera chlorantha
Poa annua
Poa bulbosa
Poa chaixii
Poa compressa
Poa nemoralis
Poa palustris
Poa pratensis
Poa trivialis
Polygala serpyllifolia
Polygala vulgaris
Polygonatum multiflorum
Polygonum amphibium
Polygonum aviculare
Polygonum bistorta
Polygonum hydropiper
Polygonum lapathifolium
Polygonum minus
Polygonum mite
Polygonum persicaria
Polypodium vulgare ssp.
prionodes
Polypodium vulgare ssp. vulgare
Polystichum aculeatum
Populus alba + (P x canescens)
Brandpastinaak
Moeraskartelblad
Heidekartelblad
Overblijvende ossentong
Groot hoefblad
Mantelanjer
Karwijvarkenskervel
Melkeppe
Phacelia
Rietgras
Kanariezaad
Smalle beukvaren
Klein timoteegras
Gewoon timoteegras
Riet
Lampionplant
Lampionplant (an)
Lampionplant (pe)
Zwartblauwe rapunzel
Dubbelkelk
Echt bitterkruid
Pilvaren
Grote bevernel
Kleine bevernel
Grove den
Zandweegbree
Hertshoornweegbree
Smalle weegbree
Getande weegbree
Grote weegbree
Ruige weegbree
Welriekende nachtorchis
Bergnachtorchis
Straatgras
Knolbeemdgras
Bergbeemdgras
Plat beemdgras
Schaduwgras
Moerasbeemdgras
Veldbeemdgras
Ruw beemdgras
Liggende vleugeltjesbloem
Gewone vleugeltjesbloem
Gewone salomonszegel
Veenwortel
Varkensgras
Adderwortel
Waterpeper
Beklierde duizendknoop
Kleine duizendknoop
Zachte duizendknoop
Perzikkruid
2
1
1
2
1
1
1
1
2
1
2
1
1
1
1
2
2
2
1
1
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
4
54
0
101
3
0
252
0
515
0
4
25
285
435
0
0
0
15
16
100
11
435
262
0
5
10
984
4
960
181
11
4
931
2
1
57
503
53
574
252
54
28
231
261
587
105
413
220
32
33
424
5
0
31
1
154
5
1
306
10
679
49
1
17
481
576
5
1
1
9
15
126
18
546
277
500
2
7
1160
47
1271
136
10
4
1240
5
8
79
761
104
676
351
62
25
306
463
821
160
573
401
57
95
677
10
9
10
7
10
10
6
10
4
9
10
9
5
4
10
10
10
10
9
8
9
4
6
4
10
10
1
9
1
8
10
10
1
10
10
8
3
8
4
5
9
9
6
5
3
7
4
5
9
8
4
zz nw
w
z
c
zz nw
vz a
zz a
zz nw
vz a
zz nw
va a
z nw
zz d
z
b
va a
va a
zz nw
zz nw
zz nw
zz c
z
b
z
a
z
a
va a
vz a
va nw
zz c
zz b
za a
z
a
za a
z
b
zz b
zz b
za a
zz a
zz a
z
a
a
a
z
a
va a
va a
z
a
z
b
vz a
va a
a
a
vz a
va a
va a
z
a
z
a
va a
Eikvaren (pr)
Eikvaren (vu)
Stijve naaldvaren
Witte/Grauwe abeel
1
1
1
2
9
175
4
0
8
103
8
25
10
8
10
9
16
/%
]] D] NO
NO
4
bed
12
10
zz2
zz
12
zz2
16
mnb
1
6
16
16
mub
kw
mnb
mnb
2
6
11
11
16
12
bed
kw
zz
zz
mnb
zz2
2
5
16
11
16
6
5
5
16
10
10
11
16
11
16
16
11
6
12
16
16
12
16
16
11
11
16
bed
kw
mnb
zz
mnb
kw
kw
kw
mnb
zz
zz
zz
mnb
zz
mnb
mnb
zz
kw
zz2
mnb
mnb
zz2
mnb
mnb
zz
zz
mnb
zz b
5
z
c
4
zz a 10
z nw
kw
bed
zz
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
VH
1f
7a
7d
8b
4e
6c
5b
7a
?
4d
1e
9g
6b
5a
4c
9b
?
?
9d
1f
6c
4b
5a
6b
9e
1e
3c
5a
2c
1d
6c
7c
8c
1d
6b
9d
6c
9f
4c
5a
2a
7f
7f
9f
4a
1d
5b
2b
2b
2c
2b
1a
9e
9e
9g
9c
G
G
9O
7
1983
1957
b!
b
1983
Ne
1974
b
b!
1980
?
Ne
1970
?
b!!
Ne
1976
1995
1995
?
?
?
b
Ne
Ne
Ne
p
1970
?
Ne?
Ne
b!
b!!
p
p
p
b
?
b
1970
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Populus tremula
Portulaca oleracea
Potamogeton acutifolius
Potamogeton alpinus
Potamogeton berchtoldii
Potamogeton compressus
Potamogeton crispus
Potamogeton friesii
Potamogeton gramineus
Potamogeton lucens
Potamogeton natans
Potamogeton nodosus
Potamogeton obtusifolius
Potamogeton pectinatus
Potamogeton perfoliatus
Potamogeton polygonifolius
Potamogeton praelongus
Potamogeton pusillus
Potamogeton trichoides
Potentilla anglica
Potentilla anserina
Potentilla argentea
Potentilla erecta
Potentilla intermedia
Potentilla neumanniana
Potentilla norvegica
Potentilla recta
Potentilla reptans
Potentilla sterilis
Potentilla supina
Primula elatior
Primula veris
Prunella vulgaris
Prunus avium
Prunus cerasus
Prunus padus
Prunus serotina
Prunus spinosa
Prunus virginiana
Pseudofumaria lutea
Pteridium aquilinum
Puccinellia distans
Pulicaria dysenterica
Pulicaria vulgaris
Pulmonaria officinalis
Pyrola minor
Pyrola rotundifolia
Pyrus communis
Quercus petraea
Quercus robur
Quercus rubra
Radiola linoides
Ranunculus acris
Ranunculus aquatilis
Ranunculus arvensis
Ranunculus auricomus
Ranunculus bulbosus
Ratelpopulier
Postelein
Spits fonteinkruid
Rossig fonteinkruid
Klein fonteinkruid
Plat fonteinkruid
Gekroesd fonteinkruid
Puntig fonteinkruid
Ongelijkbladig fonteinkruid
Glanzig fonteinkruid
Drijvend fonteinkruid
Rivierfonteinkruid
Stomp fonteinkruid
Schedefonteinkruid
Doorgroeid fonteinkruid
Duizendknoopfonteinkruid
Langstengelig fonteinkruid
Tenger fonteinkruid
Haarfonteinkruid
Kruipganzerik
Zilverschoon
Viltganzerik
Tormentil
Middelste ganzerik
Voorjaarsganzerik
Noorse ganzerik
Rechte ganzerik
Vijfvingerkruid
Aardbeiganzerik
Liggende ganzerik
Slanke sleutelbloem
Gulden sleutelbloem
Gewone brunel
Zoete kers
Zure kers
Vogelkers
Amerikaanse vogelkers
Sleedoorn
Virginische vogelkers
Gele helmbloem
Aderlaarsvaren
Stomp kweldergras
Heelblaadjes
Klein vlooienkruid
Gevlekt longkruid
Klein wintergroen
Rond wintergroen
Gekweekte peer
Wintereik
Zomereik
Amerikaanse eik
Dwergvlas
Scherpe boterbloem
Middelste waterranonkel
Akkerboterbloem
Gulden boterbloem
Knolboterbloem
/%
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
2
1
2
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
2
1
1
1
1
1
1
]] D] 390
0
0
2
6
7
65
0
6
12
125
0
3
38
13
84
0
16
13
41
582
23
387
6
20
4
18
211
129
1
190
98
384
377
21
114
521
529
2
13
478
3
193
4
3
2
1
10
183
1009
0
3
934
2
27
63
360
547
1
1
4
15
2
85
0
6
9
126
2
28
71
8
120
0
21
35
36
726
21
334
27
17
11
23
258
148
1
292
96
471
632
28
225
761
691
1
13
536
11
245
5
6
5
5
23
88
1334
446
1
1116
27
5
83
331
4
10
10
10
9
10
8
10
10
8
10
9
8
10
8
9
9
9
3
9
6
9
9
10
9
6
7
10
6
8
5
4
9
6
3
3
10
10
4
10
6
10
10
10
10
9
8
1
5
10
1
9
10
8
6
NO
NO
VH
va a 16
zz nw
zz nw
zz a 10
z
a 11
zz d
1
z
a 11
lw
zz b
5
zz b
5
z
b
6
zz nw
z
a 11
z
a 11
zz c
2
z
a 11
lw
z
a 11
z
a 11
z
b
6
a
a 16
z
b
6
vz b
9
z
a 11
z
b
6
zz a 10
z
a 11
vz a 12
vz a 12
zz b
5
vz a 12
z
b
6
va a 16
va a 16
z
a 11
vz a 12
a
a 16
a
a 16
zz c
2
zz b
5
va a 16
zz a 10
vz a 12
zz a 10
zz a 10
zz a 10
zz a 10
z
a 11
z
c
4
za a 16
va nw
zz d
1
za a 16
z
a 11
zz d
1
z
a 11
vz b
9
mnb
9e
?
4a
4b
4a
4a
4a
4a
4b
4a
4a
4a
4a
4a
4a
4b
4a
4a
4a
5a
2a
6e
7f
1e
6c
1e
1e
2a
9d
2c
9c
6c
5a
9d
8d
9c
9e
8d
1g
6a
9e
3b
2a
2b
9c
9e
7a
8d
9e
9e
9e
2c
5a
4a
1a
9c
6b
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz
zz
mub
zz
kw
kw
kw
zz
zz
bed
zz
zz
zz
kw
mnb
kw
kw2
zz
kw
zz
zz
zz2
zz2
kw
zz2
kw
mnb
mnb
zz
zz2
mnb
mnb
bed
kw
mnb
zz
zz2
zz
zz
zz
zz
zz
bed
mnb
mub
mnb
zz
mub
zz
kw2
G
G
9O
7
1996
1990
?
b
b!!
Ne
b
1900
p
b!
b!
1979
b!
b!
p
+
1900
p
Ne
p
Ne
Ne
b!
?
Ne
Ne
?
b!!
b
p
p
?
1970
Ne
Ne
Ne
Ne
b!
b!!
17
Ar
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Ranunculus circinatus
Ranunculus ficaria
Ranunculus flammula
Ranunculus fluitans
Ranunculus hederaceus
Ranunculus lingua
Ranunculus ololeucos
Ranunculus peltatus
Stijve waterranonkel
Speenkruid
Egelboterbloem
Vlottende waterranonkel
Klimopwaterranonkel
Grote boterbloem
Witte waterranonkel
Grote waterranonkel
1
1
1
1
1
1
1
1
3
488
366
15
7
10
7
95
14
772
420
21
10
3
2
83
9
3
5
9
10
10
10
8
z
a
va
z
zz
zz
zz
z
Ranunculus penicellatus
Ranunculus repens
Ranunculus sardous
Ranunculus sceleratus
Ranunculus trichophyllus
Ranunculus tripartitus
Raphanus raphanistrum
Rapistrum rugosum
Reseda lutea
Penseelbladige
waterranonkel
Kruipende boterbloem
Behaarde boterbloem
Blaartrekkende boterbloem
Kleine waterranonkel
Driedelige waterranonkel
Knopherik
Bolletjesraket
Wilde reseda
1
1
1
1
1
1
1
2
1
2
1032
230
149
4
0
291
0
101
1
1365
268
254
11
0
479
14
177
10
1
6
6
10
zz
za
vz
vz
zz
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
43
9
2
73
64
48
33
25
167
151
365
109
4
193
75
2
46
493
28
22
57
163
295
800
2
934
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
2
733
21
193
490
180
18
911
6
0
0
72
4
Reseda luteola
Wouw
Rhamnus catharticus
Wegedoorn
Rhinanthus alectorolophus
Harige ratelaar
Rhinanthus angustifolius
Grote ratelaar
Rhinanthus minor
Kleine ratelaar
Rhynchospora alba
Witte snavelbies
Rhynchospora fusca
Bruine snavelbies
Ribes nigrum
Zwarte bes
Ribes rubrum
Aalbes
Ribes uva-crispa
Kruisbes
Robinia pseudoacacia
Gewone robinia
Rorippa amphibia
Gele waterkers
Rorippa austriaca
Oostenrijkse kers
Rorippa islandica
Moeraskers
Rorippa sylvestris
Akkerkers
Rosa agrestis
Kraagroos
Rosa arvensis
Bosroos
Rosa canina
Hondsroos
Rosa corymbifera
Hondsroos (cor)
Rosa rubiginosa
Egelantier
Rosa tomentosa
Viltroos
Rubus caesius
Dauwbraam
Rubus idaeus
Framboos
Rubus sectie Rubus
Gewone braam
Rudbeckia hirta
Ruige rudbeckia
Rumex acetosa
Veldzuring
Rumex acetosella ssp,
angiocarpus
Schapezuring (ang)
Rumex acetosella ssp, tenuifolius Schapezuring (ten)
Rumex conglomeratus
Kluwenzuring
Rumex crispus
Krulzuring
Rumex hydrolapathum
Waterzuring
Rumex maritimus
Goudzuring
Rumex obtusifolius
Ridderzuring
Rumex palustris
Moeraszuring
Rumex patientia
Spinaziezuring
Rumex salicifolius
Wilgzuring
Rumex sanguineus
Bloedzuring
Rumex scutatus
Spaanse zuring
18
/%
]] D] NO
NO
VH
11
16
16
11
10
1
1
6
zz
mnb
mnb
zz
zz
mub
mub
kw
4a
9d
7a
4a
4d
4c
4b
4a
2
16
12
12
10
bed
mnb
zz2
zz2
zz
5
9
7
c
a
a
a
a
lw
va a
z nw
vz a
16
mnb
12
zz2
4a
2a
2a
2b
4a
4b
1c
1e
1f
88
8
1
76
25
39
22
42
254
284
476
137
5
442
125
4
26
664
66
28
64
265
332
1000
3
1134
8
10
10
8
9
9
9
9
6
6
5
8
10
5
8
10
9
4
9
9
9
6
6
2
10
1
z
zz
zz
z
z
z
z
z
vz
vz
va
z
zz
va
z
zz
z
va
z
z
z
vz
vz
a
zz
za
11
5
2
11
4
6
4
11
12
12
16
11
10
16
11
10
4
16
11
11
11
12
12
16
10
16
zz
kw
bed
zz
bed
kw
bed
zz
zz2
zz2
mnb
zz
zz
mnb
zz
zz
bed
mnb
zz
zz
zz
zz2
zz2
mnb
zz
mnb
1f
8d
6c
5b
5a
7d
7d
9a
9c
8d
9e
4d
2a
2b
2a
8d
9d
8d
8d
8d
8d
8d
8a
8d
1e
5a
857
97
266
812
250
25
1229
41
23
2
127
5
3
8
6
3
6
9
1
9
9
10
8
10
a
a 16
z
a 11
vz a 12
a
a 16
vz a 12
z
a 11
za a 16
z
a 11
z nw
zz nw
z
a 11
zz a 10
mnb
zz
zz2
mnb
zz2
zz
mnb
zz
6e
6e
2a
2a
4c
2b
1g
2b
1g
?
9c
6a
a
a
a
a
a
d
d
b
a
b
c
a
c
b
c
a
a
a
a
a
a
a
a
a
c
a
a
a
a
a
a
a
a
a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz
zz
G
G
9O
7
b!
p
b!
b!
b
1930
+
1981
?
Ne
Ar
Ar
2000
p
+
p
b
b
b
Ar
Ar
Ar
Ne
Ne
b!
?
1980
1995
?
Ne
?
Ne
Ne
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Rumex thyrsiflorus
Geoorde zuring
Sagina apetala ssp. apetala
Tengere vetmuur (ap)
Sagina apetala ssp. erecta
Tengere vetmuur (er)
Sagina nodosa
Sierlijke vetmuur
Sagina procumbens
Liggende vetmuur
Sagittaria sagittifolia
Pijlkruid
Salix alba
Schietwilg
Salix atrocinerea
Rossige wilg
Salix aurita
Geoorde wilg
Salix caprea
Boswilg
Salix ’cinerea’ groep
Grauwe wilg
Salix ’fragilis’ groep
Kraakwilg
Salix pentandra
Laurierwilg
Salix purpurea
Bittere wilg
Salix repens ssp. argentea
Kruipwilg (arg)
Salix repens ssp. repens
Kruipwilg (rep)
Salix triandra
Amandelwilg
Salix viminalis
Katwilg
Salsola kali ssp. ruthenica
Zacht loogkruid
Salvia pratensis
Veldsalie
Salvia verticillata
Kranssalie
Sambucus ebulus
Kruidvlier
Sambucus nigra
Gewone vlier
Sambucus racemosa
Trosvlier
Sanguisorba minor
Kleine pimpernel
Sanguisorba officinalis
Grote pimpernel
Sanicula europaea
Heelkruid
Saponaria officinalis
Zeepkruid
Saxifraga granulata
Knolsteenbreek
Saxifraga tridactylites
Kandelaartje
Scabiosa columbaria
Duifkruid
Scandix pecten-veneris
Naaldekervel
Scheuchzeria palustris
Veenbloembies
Scirpus cespitosus ssp.
cespitosus
Veenbies (ce)
Scirpus cespitosus ssp.
germanicus
Veenbies (ge)
Scirpus fluitans
Vlottende bies
Scirpus lacustris
Mattenbies
Scirpus maritimus
Heen
Scirpus setaceus
Borstelbies
Scirpus sylvaticus
Bosbies
Scirpus tabernaemontani
Ruwe bies
Scleranthus annuus
Eenjarige hardbloem
Scleranthus perennis
Overblijvende hardbloem
Scorzonera humilis
Kleine schorseneer
Scrophularia auriculata
Geoord helmkruid
Scrophularia nodosa
Knopig helmkruid
Scrophularia umbrosa ssp. neesii Gevleugeld helmkruid (n)
Scrophularia umbrosa ssp.
umbrosa
Gevleugeld helmkruid (u)
Scrophularia vernalis
Voorjaarshelmkruid
Scutellaria galericulata
Blauw glidkruid
Scutellaria minor
Klein glidkruid
Securigera varia
Bont kroonkruid
Sedum acre
Muurpeper
Sedum album
Wit vetkruid
Sedum rupestre
Tripmadam
/%
]] D] a
a
a
lw
a
b
a
a
a
a
a
a
b
b
a
b
a
a
nw
b
a
a
a
a
a
b
a
a
a
a
b
d
nw
NO
NO
VH
10
10
11
zz
zz
zz
16
6
12
10
16
16
16
12
5
6
10
9
11
11
mnb
kw
zz2
zz
mnb
mnb
mnb
zz2
kw
kw
zz
kw2
zz
zz
5
10
11
16
11
11
5
11
11
12
11
6
1
kw
zz
zz
mnb
zz
zz
kw
zz
zz
zz2
zz
kw
mub
5a
6b
2c
2c
1d
4d
4e
9a
9a
9f
9a
4e
9a
4e
7c
7c
4e
4e
3a
6c
1f
8b
8b
8a
6c
5b
9f
1f
5a
6b
6c
1b
7d
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
3
3
9
0
380
78
89
7
416
547
482
84
6
33
2
292
29
68
0
9
2
16
701
40
74
8
20
76
237
20
20
11
0
5
5
44
0
584
60
260
8
459
866
650
270
6
23
10
218
54
135
1
9
6
31
1152
52
79
8
30
113
269
38
20
2
1
10
10
9
zz
zz
z
4
9
6
10
5
3
4
6
10
9
10
6
9
8
10
10
10
9
1
9
8
10
9
8
6
9
9
10
10
va
z
vz
zz
va
a
va
vz
zz
z
zz
vz
z
z
zz
zz
zz
z
za
z
z
zz
z
z
vz
z
z
zz
zz
1
0
1
10
zz nw
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
62
31
93
17
23
298
1
299
4
1
234
591
3
53
39
80
16
50
347
2
297
1
3
376
771
2
9
9
8
9
9
5
10
6
10
10
5
3
10
z
z
z
z
z
va
zz
vz
zz
zz
va
a
zz
1
2
1
1
2
1
1
1
7
0
113
13
5
132
16
3
7
1
159
16
4
244
21
8
10
10
7
9
10
6
9
10
zz b
5
zz nw
vz a 12
z
a 11
zz b
5
vz a 12
z
a 11
zz a 10
b
a
b
b
a
a
a
b
d
a
a
a
c
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
7d
6
11
6
6
11
16
10
9
1
10
16
16
2
kw
zz
kw
kw
zz
mnb
zz
kw2
mub
zz
mnb
mnb
bed
7d
4b
4c
3c
2c
5b
4c
1c
6b
7f
4d
9f
4d
kw
4d
9b
4c
7c
6c
6b
6c
6b
zz2
zz
kw
zz2
zz
zz
G
G
9O
7
Ne
?
1930
b
p
?
?
1991
b
b!
Ne
b
p
Ar?
1975
p
b!!
b!!
1996
?
p
p
b!!
b!!
?
p
?
1997
Ne
p
?
Ne
b
19
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Sedum sexangulare
Sedum telephium
Selinum carvifolia
Sempervivum tectorum
Senecio aquaticus
Senecio congestus
Senecio erucifolius
Senecio helenitis
Senecio inaequidens
Senecio jacobaea
Senecio ovatus
Senecio paludosus
Senecio squalidus
Senecio sylvaticus
Senecio vernalis
Senecio viscosus
Senecio vulgaris
Serratula tinctoria
Sesleria caerulea
Setaria faberi
Setaria pumila
Setaria verticillata
Setaria viridis
Sherardia arvensis
Sida spinosa
Silene dioica
Silene latifolia ssp. alba
Silene vulgaris
Silybum marianum
Sinapis alba
Sinapis arvensis
Sisymbrium altissimum
Zacht vetkruid
Hemelsleutel
Karwijselie
Donderblad
Waterkruiskruid
Moerasandijvie
Viltig kruiskruid
Spatelkruiskruid
Bezemkruiskruid
Jacobskruiskruid
Gewoon schaduwkruiskruid
Moeraskruiskruid
Glanzend kruiskruid
Boskruiskruid
Oostelijk kruiskruid
Kleverig kruiskruid
Klein kruiskruid
Zaagblad
Blauwgras
Naaldaar (fa)
Geelrode naaldaar
Kransnaaldaar
Groene naaldaar
Blauw walstro
Sida
Dagkoekoeksbloem
Avondkoekoeksbloem
Blaassilene
Mariadistel
Witte mosterd
Herik
Hongaarse raket
1
1
1
2
1
1
1
1
2
1
1
1
2
1
2
1
1
1
1
2
2
2
2
1
2
1
1
1
2
2
1
2
16
167
8
4
20
28
31
0
2
478
52
5
0
76
2
80
662
3
0
0
19
2
32
46
0
336
162
25
8
2
218
33
9
147
15
8
36
7
24
0
96
550
69
2
1
104
7
170
924
1
1
1
8
5
72
39
1
543
301
56
2
6
428
59
10
7
9
10
9
10
9
zz
vz
z
zz
z
zz
z
8
4
8
10
10
8
10
7
2
10
10
10
10
10
8
9
10
4
6
9
10
10
5
9
z
va
z
zz
zz
z
zz
vz
a
zz
zz
zz
zz
zz
z
z
zz
va
vz
z
zz
zz
va
z
c
b
a
a
a
d
b
lw
a
a
a
c
nw
a
a
a
a
d
nw
nw
c
a
a
b
nw
a
a
a
d
a
a
a
Sisymbrium austriacum ssp.
chrysanthum
Sisymbrium loeselii
Sisymbrium officinale
Sium latifolium
Solanum dulcamara
Solanum lycopersicum
Solanum nigrum
Solanum sisymbriifolium
Solidago canadensis
Solidago gigantea
Solidago virgaurea
Sonchus arvensis
Sonchus asper
Sonchus oleraceus
Sorbus aucuparia
Sorghum halepense
Sparganium angustifolium
Sparganium emersum
Sparganium erectum
Sparganium natans
Spergula arvensis
Spergula morisonii
Spergularia marina
Spergularia rubra
Pyreneese raket
Spiesraket
Gewone raket
Grote watereppe
Bitterzoet
Tomaat
Zwarte nachtschade
Nachtschade (si)
Canadese guldenroede
Late guldenroede
Echte guldenroede
Akkermelkdistel
Gekroesde melkdistel
Gewone melkdistel
Wilde lijsterbes
Wilde sorgo
Drijvende egelskop
Kleine egelskop
Grote egelskop
Kleinste egelskop
Gewone spurrie
Heidespurrie
Zilte schijnspurrie
Rode schijnspurrie
2
2
1
1
1
2
1
2
2
2
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
3
4
514
17
468
0
364
0
0
0
230
154
430
424
619
0
0
45
185
12
391
43
0
93
24
3
773
4
754
10
577
1
46
12
147
235
603
594
849
2
2
48
308
11
504
91
1
151
9
10
3
10
3
10
4
10
9
10
7
6
4
4
3
10
10
9
6
10
4
8
10
7
z
zz
a
zz
a
zz
va
zz
z
zz
vz
vz
va
va
a
zz
zz
z
vz
zz
va
z
zz
vz
a
b
a
d
a
nw
a
nw
nw
nw
c
a
a
a
a
nw
nw
a
a
b
a
a
nw
a
20
/%
]] D] (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
2
9
11
10
11
1
6
bed
kw2
zz
zz
zz
mub
kw
11
16
11
2
zz
mnb
zz
bed
6b
8b
7c
6a
5b
2b
5a
7c
1e
6b
8a
4e
1e
8a
1e
1e
1a
7c
6d
?
1c
1c
1c
1b
?
8b
1e
6c
1f
1e
1a
1f
11
10
12
16
1
2
10
11
6
zz
zz
zz2
mnb
mub
bed
zz
zz
kw
16
12
11
1
10
16
11
mnb
zz2
zz
mub
zz
mnb
zz
11
5
16
1
16
zz
kw
mnb
mub
mnb
16
mnb
8
12
16
16
16
kw2
zz2
mnb
mnb
mnb
11
12
5
16
11
zz
zz2
kw
mnb
zz
12
zz2
1f
1f
1f
4c
4e
?
1a
?
1g
1g
9e
1a
1a
1a
9e
1e
4b
4d
4c
4b
1c
6e
3b
2c
G
G
1900
9O
7
b!
?
p
?
b
Ne
+
Ne
b
1994
Ne
?
1990
1998
1998
b
b!
?
p
b
?
?
?
?
Ne
Ne
Ar?
Ar?
Ar?
Ne
Ar
Ne
Ne
Ar
?
Ne
Ne
Ar
p
1978
?
1995
1970
1970
?
1986
1978
?
b
p
1992
b
b
Ne
Ar
Ne
Ne
Ne
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Spiranthes aestivalis
Spiranthes spiralis
Spirodela polyrrhiza
Stachys alpina
Stachys arvensis
Stachys officinalis
Stachys palustris
Stachys sylvatica
Stellaria graminea
Stellaria holostea
Stellaria media ssp, media
Stellaria media ssp, neglecta
Stellaria nemorum
Stellaria palustris
Stellaria uliginosa
Subularia aquatica
Succisa pratensis
Symphoricarpos albus
Symphytum ’asperum’ groep
Symphytum officinale
Tanacetum parthenium
Tanacetum vulgare
Taraxacum s. Erythrosperma
Taraxacum s. Palustria
Taraxacum s. Spectabilia
Taraxacum sectie Subvulgaria
Taxus baccata
Teesdalia nudicaulis
Teucrium botrys
Teucrium scorodonia
Thalictrum flavum
Thalictrum minus
Thelypteris palustris
Thlaspi arvense
Zomerschroeforchis
Herfstschroeforchis
Veelwortelig kroos
Alpenandoorn
Akkerandoorn
Betonie
Moerasandoorn
Bosandoorn
Grasmuur
Grote muur
Vogelmuur
Heggenvogelmuur
Bosmuur
Zeegroene muur
Moerasmuur
Priemkruid
Blauwe knoop
Sneeuwbes
Ruwe smeerwortel
Gewone smeerwortel
Moederkruid
Boerenwormkruid
Duinpaardebloem
Moeraspaardebloem
Schraallandpaardebloem
Paardebloem
Taxus
Klein tasjeskruid
Trosgamander
Valse salie
Poelruit
Kleine ruit
Moerasvaren
Witte krodde
/%
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
1
2
1
1
1
1
1
2
1
2
1
1
1
1
1
]] D] 1
0
22
1
55
17
231
389
603
424
932
0
16
109
346
?
255
44
0
407
91
669
0
0
15
0
0
79
0
541
54
0
5
59
0
0
20
1
67
21
344
656
751
460
1282
2
23
92
423
0
164
67
10
558
98
820
6
5
34
435
1
89
1
576
62
1
3
100
Thlaspi caerulescens ssp.
calaminare
Thlaspi perfoliatum
Thymus pulegioides
Thymus serpyllum
Tilia cordata
Tilia ’plathyphyllos’ groep
Torilis arvensis
Torilis japonica
Tragopogon pratensis
Trientalis europaea
Trifolium alexandrinum
Trifolium arvense
Trifolium campestre
Trifolium dubium
Trifolium filiforme
Trifolium fragiferum
Trifolium hybridum ssp, elegans
Trifolium hybridum ssp, hybridum
Trifolium incarnatum
Trifolium medium
Trifolium pratense
Trifolium repens
Zinkboerenkers
Doorgroeide boerenkers
Grote tijm
Wilde tijm
Winterlinde
Zomerlinde
Akkerdoornzaad
Heggendoornzaad
Gele morgenster
Zevenster
Alexandrijnse klaver
Hazenpootje
Liggende klaver
Kleine klaver
Draadklaver
Aardbeiklaver
Slanke klaver
Basterdklaver
Inkarnaatklaver
Bochtige klaver
Rode klaver
Witte klaver
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
0
1
108
8
6
21
0
276
92
0
0
103
44
469
0
18
0
175
0
3
786
732
6
1
76
5
33
49
2
362
124
2
4
113
65
559
1
15
5
215
5
4
876
947
9
10
9
9
6
4
3
5
1
10
9
8
5
z
zz
z
z
vz
va
a
va
za
zz
z
z
va
7
9
10
4
8
3
10
10
9
5
10
8
10
4
9
10
10
8
vz
z
zz
va
z
a
zz
zz
z
va
zz
z
zz
va
z
zz
zz
z
w
lw
b
b
a
a
a
a
a
a
a
nw
a
b
a
w
c
a
nw
a
a
a
nw
nw
a
nw
nw
a
nw
a
a
nw
c
a
10
10
8
10
9
9
10
5
8
10
10
8
9
4
10
9
10
6
10
10
3
2
zz
zz
z
zz
z
z
zz
va
z
zz
zz
z
z
va
zz
z
zz
vz
zz
zz
a
a
nw
b
b
c
a
a
nw
a
a
nw
nw
a
a
a
nw
b
nw
a
nw
a
a
a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
6
5
11
11
12
16
16
16
16
kw
kw
zz
zz
zz2
mnb
mnb
mnb
mnb
11
6
16
zz
kw
mnb
8
11
kw2
zz
16
11
16
11
mnb
zz
mnb
zz
11
zz
16
11
mnb
zz
2
11
bed
zz
5
6
2
11
11
kw
kw
bed
zz
zz
16
11
mnb
zz
11
11
16
zz
zz
mnb
6
kw
12
zz2
10
16
16
zz
mnb
mnb
VH
G
7c
7e
4a
8a
1c
8c
4e
9f
5a
9d
1a
8b
9a
7a
9a
4b
7c
8d
1g
4e
1e
1g
6b
5b
7c
5a
9b
6e
6b
9e
4e
8c
7a
1a
1950
1900
6c
6c
6b
6e
9d
9g
5a
8b
5a
9e
1e
6c
6b
5a
6b
2a
2a
2a
1e
8c
5a
2a
G
9O
7
+
+
p
p
p
p
1973
p
1942
+
Ne
Ne
1974
Ne
1974
1971
b
p
1970
1970
?
?
1989
?
Ne
1987
p
p
1979
b
?
Ne
?
b!!
?
1997
+
1982
1979
b!
?
1996
b
Ne
1980
1980
?
b
21
?
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
/%
Trifolium resupinatum
Trifolium striatum
Triglochin palustre
Trisetum flavescens
Tussilago farfara
Typha angustifolia
Typha latifolia
Ulex europaeus
Ulmus glabra
Ulmus minor
Urtica dioica
Urtica urens
Utricularia australis
Utricularia intermedia
Utricularia minor
Utricularia ochroleuca
Utricularia vulgaris
Vaccaria hispanica
Vaccinium myrtillus
Vaccinium oxycoccus
Vaccinium vitis-idaea
Valeriana dioica
Valeriana repens
Valerianella dentata
Valerianella locusta
Perzische klaver
Gestreepte klaver
Moeraszoutgras
Goudhaver
Klein hoefblad
Kleine lisdodde
Grote lisdodde
Gaspeldoorn
Ruwe iep
Gladde iep
Grote brandnetel
Kleine brandnetel
Loos blaasjeskruid
Plat blaasjeskruid
Klein blaasjeskruid
Bleekgeel blaasjeskruid
Groot blaasjeskruid
Koekruid
Blauwe bosbes
Kleine veenbes
Rode bosbes
Kleine valeriaan
Echte valeriaan
Getande veldsla
Gewone veldsla
2
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
8
119
594
58
241
22
18
249
1019
394
1
3
24
0
18
2
458
39
33
15
576
1
38
3
1
4
91
838
72
403
21
10
446
1375
433
14
2
22
0
24
0
470
31
46
7
717
0
63
10
10
10
8
3
8
5
9
10
5
1
5
9
10
9
9
zz nw
zz b
5
zz c
2
z
b
6
a
a 16
z
a 11
va a 16
z
b
6
zz c
2
va a 16
za a 16
va a 16
z
a 11
zz c
2
z
b
6
lw
z
a 11
w
va a 16
z
b
6
z
a 11
zz c
2
a
a 16
w
z
a 11
Verbascum blattaria
Verbascum densiflorum
Verbascum lychnitis
Verbascum nigrum
Verbascum phlomoides
Verbascum thapsus
Verbena officinalis
Verbesina helianthoides
Veronica agrestis
Mottenkruid
Stalkaars
Melige toorts
Zwarte toorts
Keizerskaars
Koningskaars
IJzerhard
Verbesina (he)
Akkerereprijs
1
1
1
1
1
1
1
2
1
3
7
5
114
1
73
204
0
59
7
19
5
184
1
152
202
1
95
10
9
10
7
10
7
7
10
8
zz a 10
z
a 11
zz b
5
vz a 12
zz b
5
vz a 12
vz b
9
zz nw
z
a 11
1
24
47
9
z
a
1
1
1
1
2
12
283
174
522
18
27
624
276
627
26
9
4
6
4
9
z
va
vz
va
z
a
a
a
a
a
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
303
0
1
13
68
0
1
192
3
42
107
14
1
438
480
65
1
24
72
0
13
382
58
48
174
6
3
598
5
9
10
9
8
Veronica anagallis-aquatica ssp.
an-aq
Blauwe waterereprijs
Veronica anagallis-aquatica ssp.
aquatica
Rode waterereprijs
Veronica arvensis
Veldereprijs
Veronica beccabunga
Beekpunge
Veronica chamaedrys
Gewone ereprijs
Veronica filiformis
Draadereprijs
Veronica hederifolia ssp,
hederifolia
Akkerklimopereprijs
Veronica hederifolia ssp, lucorum Bosklimopereprijs
Veronica longifolia
Lange ereprijs
Veronica montana
Bosereprijs
Veronica officinalis
Mannetjesereprijs
Veronica opaca
Doffe ereprijs
Veronica peregrina
Vreemde ereprijs
Veronica persica
Grote ereprijs
Veronica polita
Gladde ereprijs
Veronica scutellata
Schildereprijs
Veronica serpyllifolia
Tijmereprijs
Veronica triphyllos
Handjesereprijs
Viburnum lantana
Wollige sneeuwbal
Viburnum opulus
Gelderse roos
22
]] D] 9
5
9
9
10
3
10
5
9
9
7
10
10
4
NO
NO
kw
bed
kw
mnb
zz
mnb
kw
bed
mnb
mnb
mnb
zz
bed
kw
zz
mnb
kw
zz
bed
mnb
zz
2a
6b
7b
5a
1e
4c
4c
7e
9g
9c
8b
1a
4a
4b
4b
4b
4a
1b
9e
7d
7e
7c
5b
1b
1a
zz
1f
1f
8c
1f
1f
1f
1e
?
1a
11
zz
4d
11
16
12
16
11
zz
mnb
zz2
mnb
zz
4d
6b
4d
5a
5a
va a 16
z nw
zz b
5
z
a 11
z
a 11
lw
zz a 10
va a 16
z
a 11
z
a 11
vz a 12
zz c
2
zz a 10
va a 16
mnb
1c
9f
5b
9a
7f
1a
1a
1a
1a
7a
2a
1c
8d
9f
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz
zz
kw
zz2
kw
zz2
kw2
VH
kw
zz
zz
zz
mnb
zz
zz
zz2
bed
zz
mnb
G
G
9O
7
1980
?
p
Ne
p
?
p
b!!
b
+
b!
b!!
1895
1954
Ar?
p
b
1950
b!!
?
1998
?
Ar?
Ne
Ne
1973
b
1890
+
Ne
Ne
b
p
?
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Vicia cracca
Vicia hirsuta
Vicia lathyroides
Vicia lutea
Vicia sativa
Vicia sepium
Vicia tetrasperma
Vicia villosa ssp. varia
Vicia villosa ssp. villosa
Vinca major
Vinca minor
Vincetoxicum hirundinaria
Viola arvensis
Viola canina
Viola hirta
Viola odorata
Viola palustris
Viola reichenbachiana
Viola riviniana
Viola tricolor
Viscum album
Vulpia bromoides
Vulpia myuros
Wahlenbergia hederacea
Vogelwikke
Ringelwikke
Lathyruswikke
Gele wikke
Voederwikke
Heggenwikke
Vierzadige wikke
Bonte wikke
Zachte wikke
Grote maagdenpalm
Kleine maagdenpalm
Witte engbloem
Akkerviooltje
Hondsviooltje
Ruig viooltje
Maarts viooltje
Moerasviooltje
Donkersporig bosviooltje
Bleeksporig bosviooltje
Driekleurig viooltje
Maretak
Eekhoorngras
Gewoon langbaardgras
Klimopklokje
/%
1
1
1
2
1
1
1
2
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
]] D] 357
388
6
1
311
154
112
7
11
0
76
5
470
98
14
158
82
71
122
150
100
7
12
0
426
534
0
6
382
247
107
11
23
3
108
6
703
32
14
287
130
87
118
204
148
9
72
0
Wolffia arrhiza
Xanthium orientale
Xanthium spinosum
Xanthium strumarium
Zannichellia palustris
Wortelloos kroos
Grote stekelnoot
Stekende stekelnoot
Late stekelnoot
Zannichellia
1
2
2
2
1
3
0
0
0
3
0
1
1
1
18
5
4
va
va
10
5
6
8
10
9
10
8
10
3
9
9
6
8
8
8
7
7
10
8
zz
va
vz
z
zz
z
zz
z
zz
a
z
z
vz
z
z
z
vz
vz
zz
z
10
10
10
9
a
a
w
a
a
a
b
a
a
nw
a
a
a
d
b
a
a
a
b
a
a
a
a
lw
NO
NO
VH
16
16
mnb
mnb
10
16
12
6
10
11
zz
mnb
zz2
kw
zz
zz
11
10
16
3
6
12
11
11
6
12
12
10
11
zz
zz
mnb
bed
kw
zz2
zz
zz
kw
zz2
zz2
zz
zz
5a
1a
6b
1e
6b
8b
1a
1e
1c
8b
9d
8c
1c
7f
8c
8b
7a
9f
9f
1c
9a
1e
1e
7c
w
zz nw
zz nw
zz nw
z
a 11
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ
5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz
4a
1e
1e
1e
4a
G
G
9O
7
?
Ne
?
?
?
Ne
1969
1978
b!
b
p
b!
1900
b!
1950
b!
?
?
?
1990
1976
1996
23
Ne
Ne
Ne
Bijlage 2
Bijlage 2
Figuur 5.5. Kalkhoudende gronden in Limburg
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wijze van citeren :
Berten R., & Gora L., 2002. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg. Rode Lijst van planten
en plantengemeenschappen in Limburg.
Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2002.02. Brussel
Het Instituut voor Natuurbehoud
Het Instituut voor Natuurbehoud (IN) is een wetenschappelijke instelling van de
Vlaamse Gemeenschap; het telt momenteel een 100-tal medewerkers.
Het werd op 1 maart 1986 operationeel met als algemene taakstelling: “alle passende wetenschappelijke studies, onderzoeken en werkzaamheden uit te voeren in
verband met het natuurbehoud, inzonderheid met het oog op het uitwerken van actiemiddelen en wetenschappelijke criteria tot het voeren van een beleid inzake natuurbehoud; hiertoe verzamelt het alle nuttige documentatie, onderneemt het de nodige
studies en onderzoekingen, richt enquêtes in en zorgt voor de overdracht van de verworven kennis aan de bevoegde overheden...”
Ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap
Colofon
Auteurs:
Robert Berten en Lily Gora
Voorpagina:
De Drijvende waterwegbree is in Europa erkend als bedreigde soort. Foto: Lily Gora
Verantwoordelijke uitgever:
Eckhart Kuijken
Algemeen directeur van het Instituut voor Natuurbehoud
Opmaak en druk:
Katrien Van den Broeck, Helen Blow - Instituut voor Natuurbehoud
Drukkerij van de Vlaamse Gemeenschap, departement LIN
D/2002/3241/153
ISBN 90-403-0151-4
NUR 941
Kostprijs : 8 euro (plus 5 euro verzendingskosten voor 1 tot 5 exemplaren)
Hoe bestellen?
Door een storting te doen op rekening 091-2226013-86 op naam van het Eigen Vermogen van het Instiuut voor
Natuurbehoud met vermelding van ‘Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg, IN.R.2002.02’.
Gelieve tegelijkertijd een briefje of mail te sturen t.a.v. Helen Blow, Instituut voor Natuurbehoud, Kliniekstraat
25, 1070 Brussel ([email protected]). Na ontvangst van uw betaling sturen wij u het rapport op, tesamen
met een factuur waarop de vermelding ‘betaald’ staat.
© 2002, Instituut voor Natuurbehoud, Brussel
2e druk
gedrukt op gerecycleerd, chloorvrij papier.
Robert Berten
Instituut voor Natuurbehoud
Kliniekstraat 25, B-1070 Brussel
e-mail: [email protected]
website:www.instnat.be
tel: 02-558 18 11
fax: 02-558 18 05
Lily Gora
Voorzitter van de Limburgse Plantenwerkgroep
Correspondentieadres:
Het Groene Huis - Provinciaal domein Bokrijk
3600 Genk
tel: 011-26 54 62
fax: 011-26 54 55
e-mail: [email protected]
website: www.limburg.be/likona
Het onderzoek heeft vooral betrekking op de diverse aspecten van de biodiversiteit, meer bepaald de inventarisatie, monitoring en ecologie van planten- en
diersoorten, populaties en levensgemeenschappen in relatie tot hun omgeving. In het
landschapsecologisch onderzoek gaat de aandacht vooral naar ecohydrologie, habitatfragmentatie en ecosysteemprocessen. De wetenschappelijke kennis ligt aan de
basis van referentiekaders (zoals Rode Lijsten van diverse taxonomische groepen),
karteringen van het natuurlijk milieu (zoals de Biologische waarderingskaart, BWK) en
gebiedsgerichte acties inzake natuurontwikkeling, -herstel en -beheer. Dit beoogt het
beleidsmatig inpassen van ruimtelijke en kwalitatieve noden van natuurbehoud in
landinrichting, ruimtelijke planning, integraal waterbeheer en milieubeheer.
Toepassingen liggen o.m. in de sfeer van het afbakenen van ecologische netwerken
en gebieden van internationale betekenis en soortbeschermingsplannen.
Het Instituut is betrokken bij verschillende regionale, nationale en internationale onderzoeksprogramma’s en netwerken. Daarnaast is er nauwe samenwerking met universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland.
Adviesverlening is een belangrijke taak van het Instituut. Deze gebeurt zowel ten
behoeve van het Kabinet van de bevoegde Minister, de Vlaamse Hoge Raad voor
Natuurbehoud , de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, AMINAL, AHROM en
andere entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap.
In opdracht van derden kunnen via het Eigen Vermogen specifieke studies,
karteringen en expertises worden uitgevoerd, waarvoor tijdelijke contractuele medewerkers kunnen worden aangetrokken.
Het Instituut voor Natuurbehoud publiceert rapporten en mededelingen in een
eigen reeks. De bibliotheek biedt een ruim aanbod van tijdschriften en referentiewerken inzake milieu en natuur. Daarnaast biedt het Instituut diverse informatie aan
via internet.
Algemeen Directeur: Prof. Dr. Eckhart Kuijken.
Instituut voor Natuurbehoud - Kliniekstraat 25 - 1070 Brussel - België
Tel : +32 2-558 18 11 - Fax : +32 2 558 18 05
www.instnat.be - [email protected]
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap
Evolutie van het plantenbestand
in de provincie Limburg
Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in
Limburg
Robert Berten en Lily Gora
instituut
voor
Download