Instituut voor Natuurbehoud - Kliniekstraat 25 - 1070 Brussel - België Tel : +32 2-558 18 11 - Fax : +32 2 558 18 05 www.instnat.be - [email protected] Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Robert Berten en Lily Gora instituut voor Wijze van citeren : Berten R., & Gora L., 2002. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg. Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2002.02. Brussel Het Instituut voor Natuurbehoud Het Instituut voor Natuurbehoud (IN) is een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap; het telt momenteel een 100-tal medewerkers. Het werd op 1 maart 1986 operationeel met als algemene taakstelling: “alle passende wetenschappelijke studies, onderzoeken en werkzaamheden uit te voeren in verband met het natuurbehoud, inzonderheid met het oog op het uitwerken van actiemiddelen en wetenschappelijke criteria tot het voeren van een beleid inzake natuurbehoud; hiertoe verzamelt het alle nuttige documentatie, onderneemt het de nodige studies en onderzoekingen, richt enquêtes in en zorgt voor de overdracht van de verworven kennis aan de bevoegde overheden...” Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Colofon Auteurs: Robert Berten en Lily Gora Voorpagina: De Drijvende waterwegbree is in Europa erkend als bedreigde soort. Foto: Lily Gora Verantwoordelijke uitgever: Eckhart Kuijken Algemeen directeur van het Instituut voor Natuurbehoud Opmaak en druk: Katrien Van den Broeck, Helen Blow - Instituut voor Natuurbehoud Drukkerij van de Vlaamse Gemeenschap, departement LIN D/2002/3241/153 ISBN 90-403-0151-4 NUR 941 Kostprijs : 8 euro (plus 5 euro verzendingskosten voor 1 tot 5 exemplaren) Hoe bestellen? Door een storting te doen op rekening 091-2226013-86 op naam van het Eigen Vermogen van het Instiuut voor Natuurbehoud met vermelding van ‘Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg, IN.R.2002.02’. Gelieve tegelijkertijd een briefje of mail te sturen t.a.v. Helen Blow, Instituut voor Natuurbehoud, Kliniekstraat 25, 1070 Brussel ([email protected]). Na ontvangst van uw betaling sturen wij u het rapport op, tesamen met een factuur waarop de vermelding ‘betaald’ staat. © 2002, Instituut voor Natuurbehoud, Brussel 2e druk gedrukt op gerecycleerd, chloorvrij papier. Robert Berten Instituut voor Natuurbehoud Kliniekstraat 25, B-1070 Brussel e-mail: [email protected] website:www.instnat.be tel: 02-558 18 11 fax: 02-558 18 05 Lily Gora Voorzitter van de Limburgse Plantenwerkgroep Correspondentieadres: Het Groene Huis - Provinciaal domein Bokrijk 3600 Genk tel: 011-26 54 62 fax: 011-26 54 55 e-mail: [email protected] website: www.limburg.be/likona Het onderzoek heeft vooral betrekking op de diverse aspecten van de biodiversiteit, meer bepaald de inventarisatie, monitoring en ecologie van planten- en diersoorten, populaties en levensgemeenschappen in relatie tot hun omgeving. In het landschapsecologisch onderzoek gaat de aandacht vooral naar ecohydrologie, habitatfragmentatie en ecosysteemprocessen. De wetenschappelijke kennis ligt aan de basis van referentiekaders (zoals Rode Lijsten van diverse taxonomische groepen), karteringen van het natuurlijk milieu (zoals de Biologische waarderingskaart, BWK) en gebiedsgerichte acties inzake natuurontwikkeling, -herstel en -beheer. Dit beoogt het beleidsmatig inpassen van ruimtelijke en kwalitatieve noden van natuurbehoud in landinrichting, ruimtelijke planning, integraal waterbeheer en milieubeheer. Toepassingen liggen o.m. in de sfeer van het afbakenen van ecologische netwerken en gebieden van internationale betekenis en soortbeschermingsplannen. Het Instituut is betrokken bij verschillende regionale, nationale en internationale onderzoeksprogramma’s en netwerken. Daarnaast is er nauwe samenwerking met universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland. Adviesverlening is een belangrijke taak van het Instituut. Deze gebeurt zowel ten behoeve van het Kabinet van de bevoegde Minister, de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud , de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, AMINAL, AHROM en andere entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. In opdracht van derden kunnen via het Eigen Vermogen specifieke studies, karteringen en expertises worden uitgevoerd, waarvoor tijdelijke contractuele medewerkers kunnen worden aangetrokken. Het Instituut voor Natuurbehoud publiceert rapporten en mededelingen in een eigen reeks. De bibliotheek biedt een ruim aanbod van tijdschriften en referentiewerken inzake milieu en natuur. Daarnaast biedt het Instituut diverse informatie aan via internet. Algemeen Directeur: Prof. Dr. Eckhart Kuijken. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Robert Berten & Lily Gora April 2002 Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2002.02 Instituut voor Natuurbehoud Voorwoord VOORWOORD Enkele tientallen jaren geleden reeds waren de plantenliefhebbers in Limburg druk doende met het inventariseren van de vegetaties van zoveel mogelijk groeiplaatsen. De sterke achteruitgang van de Limburgse flora was voor kenners duidelijk en men vond het hoogst noodzakelijk om de toestand in kaart te brengen wilde men aan die achteruitgang een halt te kunnen toeroepen. Van dat onderzoek had Bert Berten de leiding. Hij opereerde toen vanuit Lisec met de steun van het provinciebestuur. De inventariseerders verzamelden zich in de Limburgse Plantenwerkgroep. Bij de oprichting in 1990 van LIKONA, de Limburgse Koepel voor Natuurstudie, werd resoluut gekozen om alle verzamelde gegevens te gebruiken voor het maken van een verspreidingsatlas van alle Limburgse hogere planten. Alle vrijwilligers werden ingezet om onvoldoende onderzochte gebieden te inventariseren en alle gegevens werden gebundeld en zo verscheen in 1993 de “Limburgse Plantenatlas” van Bert Berten. Dit was een primeur: de eerste regionale verspreidingsatlas op kilometerschaal uitgegeven door LIKONA. De gegevens worden sindsdien veelvuldig gebruikt in allerhande publicaties, studies, rapporten, beheersplannen enz. Ondertussen heeft de Limburgse Plantenwerkgroep niet stil gezeten. Vele vrijwilligers vulden de atlas aan en actualiseerden de verspreidingsgegevens. Bovendien werden de gegevens verder wetenschappelijk verwerkt. Enerzijds werd met de hulp van diverse soortencombinaties meer abstracte plantengemeenschappen samengesteld. Anderzijds stelde men aan de hand van de verspreiding en de trends van de soorten een zogenaamde Rode Lijst samen. Deze lijst brengt de soorten onder in verschillende categorieën van bedreiging van zeldzame tot uitgestorven soorten toe. Deze wetenschappelijke analyses worden in voorliggend werk gepubliceerd door Bert Berten, medewerker IN, en Lily Gora, de huidige voorzitter van de Limburgse Plantenwerkgroep. De publicatie wordt uitgegeven door het Instituut voor Natuurbehoud in de reeks van Rode Lijsten over diverse taxonomische groepen. Dit boek is ook weer een primeur: het is de eerste Provinciale Rode Lijst in Vlaanderen. Het voorgaande illustreert goed hoe alle beschikbare krachten gecoördineerd kunnen worden en ingezet voor het natuurbehoud. Vrijwilligers verzamelen essentiële basisgegevens, het Provinciebestuur via LIKONA ondersteunt en stuurt deze inventarisatiefase. Door de uitgave van de atlas in haar reeks van provinciale verspreidingsatlassen zorgt LIKONA voor het ter beschikking stellen van de verzamelde informatie. Het Instituut voor Natuurbehoud staat in voor een verder doorgedreven wetenschappelijke analyse van de databanken en de uitgave van deze Rode Lijst in de eigen publicatiereeks. Zo kan deze informatie doorstromen naar zowel de vele vrijwilligers en natuurbeschermers als de wetenschappelijke wereld en het beleid. Met deze publicatie willen het Instituut voor Natuurbehoud en de provincie Limburg een krachtdadig natuurbeleid in de eigen provincie en in Vlaanderen ondersteunen en stimuleren. prof. Eckhart Kuijken Algemeen directeur Instituut voor Natuurbehoud Frank Smeets Voorzitter LIKONA Gedeputeerde Leefmilieu Provincie Limburg Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Dankwoord DANKWOORD Bij het samenstellen van deze Rode Lijst kon ik rekenen op de steun van mijn collega’s Dirk MAES, Wouter VAN LANDUYT en Carine WILS van het Instituut voor Natuurbehoud. De tekst werd nagelezen en gecorrigeerd door volgende deskundige natuurkenners: Jan GABRIELS, Paul VAN DEN BREMT en Leo VANHECKE. Robert Berten Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Samenvatting SAMENVATTING Natuurliefhebbers hebben reeds lang opgemerkt dat in een groot aantal biotopen de diversiteit van zowel de flora als de fauna significant is afgenomen. Gevoelige soorten verdwijnen het eerst. Andere houden plaatselijk stand, maar hun areaal verkleint. Floristen, die gedurende jaren inventariseren, weten welke soorten zijn verdwenen en welke vegetaties in waarde zijn afgenomen en kunnen dus een vergelijking maken tussen de toestand vroeger en nu. Vanaf de jaren ’80 verschijnen er lijsten waarin de negatieve evolutie van het planten- en van het dierenbestand wordt behandeld. Het zijn de zogenaamde Rode Lijsten. Er bestaan verschillende manieren om zo’n Rode Lijst te berekenen. De methode, die in hoofdstuk 2 wordt besproken, is dezelfde als die op het Instituut voor Natuurbehoud werd aangewend voor het opstellen voor Rode Lijsten van de loopkevers (DESENDER 1995), de libellen (DE KNIJF 1997) en de vlinders (MAES 1996). In deze publicatie wordt de evolutie van de hogere planten en van de plantengemeenschappen in Limburg gegeven. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de cijfergegevens uit de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). Van elke plantensoort werd in deze verspreidingsatlas het voorkomen per kilometerhok in de periode 1940-1970 en de periode 1970-1992 met elkaar vergeleken. De evolutie van het voorkomen, dus de toename of de afname, van elke plant wordt vertaald naar een bepaalde categorie, zoals bedreigd, zeldzaam, kwetsbaar, enzovoort. Zo krijgt men een mathematische lijst, die de actuele bedreigingsgraad van alle plantensoorten illustreert, de zogenaamde Rode Lijst. In bijlage 1 wordt de volledige, alfabetisch (op wetenschappelijke naam) gerangschikte lijst van alle soorten die ooit in Limburg zijn aangetroffen met vermelding van de RodeLijstcategorie waartoe deze soort behoort. Plantensoorten zijn typisch voor bepaalde plantengemeenschappen. Het al dan niet bedreigd zijn van een plantensoort hangt nauw samen met het al dan niet bedreigd zijn van de plantengemeenschap. In hoofdstuk 3 worden alle Rode-Lijstsoorten in een ruimer kader gesitueerd, namelijk de socioecologische groepen waartoe ze behoren. De planten worden er – in tabellen - per groep gerangschikt volgens hun Nederlandse naam met vermelding van het aantal hokken in de twee onderzoeksperioden, het inheems zijn of niet, de zeldzaamheidsgraad, de bedreigingsgraad, enz. Naast de beschrijving van de situatie van deze socio-ecologische groepen in Limburg, wordt er per Rode-Lijstcategorie een opsomming gegeven van soorten. Aan de lang of meer recent verdwenen soorten én de nieuwe vondsten en adventieven wordt een apart hoofdstuk besteed. De evolutie van het plantenbestand wordt meer in detail behandeld in hoofdstuk 5. Hieruit blijkt dat de meest bedreigde plantengemeenschappen die van voedselarme situaties (heiden, laagveen,), kalkhoudende gronden en (voedselarme) waters zijn. Het botanisch belang van Limburg blijkt wanneer het voorkomen van Rode-Lijstsoorten wordt vergeleken met de situatie in Vlaanderen. Van de 1279 soorten hogere planten, behorend tot de “wilde flora” van Vlaanderen, is 6% uitgestorven, 29% min of meer bedreigd en 15 % zeldzaam. In Limburg zijn er heel wat gebieden waar een opvallend groot aantal Rode-Lijstsoorten voorkomen, het zijn “hotspots” wat betreft Rode-Lijstsoorten. Verder ligt maar liefst 35 % van de totale oppervlakte van de speciale beschermingszones (SBZ-H), die in het kader van de EU-Habitatrichtlijn zijn afgebakend, in Limburg. Deze SBZ-H herbergen het grootste deel van de besproken Rode-Lijst-soorten. De bescherming, het beheer en de ontwikkeling van deze in Limburg voorkomende SBZ-H, met de voorkomende habitats en –soorten speelt een essentiële rol bij de bescherming van onze RodeLijstsoorten. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Summary SUMMARY Naturelovers have long noticed that in a large number of biotopes the diversity of the flora and fauna has been significantly reduced. Sensitive sorts dissappear first. Some sorts manage to survive locally, but their area has diminished. Florists, who have been inventorising for years, know which sorts have dissappeared and which vegetations have lost value, and they kan compare the situation of the past with the present. From the eighties on, lists have been published showing the negative evolution of the plant and animal populations. These are the so called Red Lists. There are various methods for calculating such a Red List. The method used here, which is discussed in chapter 2, is the same as that used at the Institute of Nature Conservation, for the drawing up of the Red Lists of the ground beetles (DESENDER 1995), the dragon flies (DE KNIJF 1997) and the butterflies (MAES 1996). In this publication the evolution of higher plants and the plant biotopes in Limburg is detailed. The figures used come trom the ‘Limburgse Plantenatlas’ (BERTEN 1993). For each plant sort in this distribution atlas the incidence per square kilometer for the period 1940-1970 and the period 19701992 are compared. This gives us a mathematical list, which illustrates the degree of endangeredness for all plants, the so called Red List. In appendix 1 the complete, alphabetically sorted (by latin name) list of the sorts which once thrived in Limburg has been given, mentioning the Red List category the sort belongs to. Plantsorts are typical for certain biotopes. Whether or not a sort is endangered is closely linked to the endangeredness of the biotope. In chapter 3 all Red List sorts are situated in a larger framework, namely the socio-ecological groups they belong to. The plants are organised into groups, in tables, according to their Dutch name whereby the number of squares are mentioned in the two research periods, whether or not they are local or not, how rare they are, how threatened, and so on. It is also indicated which sorts have disappeared and when. The new findings of national sorts and adventives are discussed at length. The evolution of the plants and the results are discussed in more detail in chapter 5. This shows how the most severely threated biotopes are those poor ones (heather, peat moor, ...), chalckholding ground and nutrient poor water. The botanical importance of Limburg is clear when the incidence of Red List sorts is compared with the Flemish situation. Of the 1279 sorts higher plants which belong to the ‘wild flora’ of Flanders, has died out with 6%, 29% are more or less threatened and 15% are rare. In Limburg many areas have a remarkably high incidence of Red List sorts when compared with the situation for Flanders as a whole. Indeed, Limburg numbers many ‘hotspots’ of Red List sorts. In addition about 35% of the total area is designated a special protection zone (SBZ-H), as part of the EU Habitat guidelines. These SBZ-H’s contain the bulk of the Red List sorts discussed. The protection, the maintenance and the development of these SBZ-H sorts in Limburg, with the habitats and sorts involved, plays an essential role in the protection of our Red List sorts in general. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Algemene inleiding.........................................................................................................1 1.1 De evolutie van het plantenbestand................................................................................1 1.2 De opmaak van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg ......................................3 1.3 Bescherming van hogere planten in Vlaanderen en soorten van internationaal belang ..4 1.4 Nut van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg ..................................................4 2. Gegevensverwerking .....................................................................................................7 2.1 Herkomst van de gegevens ............................................................................................7 2.1.1 Eerste onderzoeksperiode: 1940-1970..................................................................7 2.1.2 Tweede onderzoeksperiode: 1970-1992 ...............................................................8 2.1.3 Sinds 1993 tot en met 2000 ..................................................................................9 2.1.4 De grootte van het studiegebied ...........................................................................9 2.2 Verwerking van de gegevens per taxon..........................................................................9 2.2.1 Wetenschappelijke en Nederlandse naam ............................................................9 2.2.2 Indicatie van de status van het taxon ....................................................................9 2.2.3 Aantal kilometerhokken in de twee onderzoeksperioden.....................................10 2.2.4 Zeldzaamheidsklasse..........................................................................................10 2.2.5 Rode-Lijstcategorieën: berekening en tabel ........................................................10 2.2.6 Rode-Lijstcategorieën .........................................................................................12 2.2.7 Socio - ecologische groepen ...............................................................................13 2.2.8 Data van de laatste vondst van uitgestorven taxa en van de eerste vondst van nieuwe taxa..................................................................................................................15 2.2.9 Bedreigingsgraad ................................................................................................15 2.2.10 Ingevoerde soorten in Vlaanderen ....................................................................15 2.3 Wijze van bespreking van de Rode-Lijstsoorten en de socio-ecologische groepen ......15 3. Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg...............................21 3.1 Pioniers van plaatsen, die sterk door de mens gestoord zijn ........................................21 3.2 Planten van zoute milieus.............................................................................................35 3.3 Planten van zoete waters en oevers .............................................................................38 3.4 Planten van matig bemeste weilanden .........................................................................55 3.5 Planten van droge graslanden, muren en rotsen ..........................................................60 3.6 Planten van heiden, vennen en zuur laagveen .............................................................69 3.7 Planten van kalkmoerassen..........................................................................................74 3.8 Planten van kaalslagen, zomen en struwelen ...............................................................76 3.9 Bosplanten ...................................................................................................................86 3.10 Het aantal uitgestorven, bedreigde en nieuwe soorten ...............................................94 4. Verdwenen en nieuwe soorten in limburg ..................................................................95 4.1 Verdwenen soorten ......................................................................................................95 4.1.1 Verdwenen vóór 1900 .........................................................................................95 4.1.2 Verdwenen vóór 1970 (de tweede onderzoeksperiode) ......................................96 4.1.3 Verdwenen na 1970 ............................................................................................98 4.2 Nieuwe soorten.............................................................................................................99 4.2.1 Nieuwe inheemse soorten...................................................................................99 4.2.2 Nieuwe exoten (neofyten) .................................................................................104 5. Evolutie van het plantenbestand in Limburg ...........................................................109 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Inhoudsopgave 5.1 Samengevatte resultaten. Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg ............................................................................................................................109 5.2 Conclusies..................................................................................................................113 5.2.1 Meest kwetsbare en bedreigde plantengemeenschappen- en hun bedreiging ..113 5.2.2 Voorkomen in Limburg – en mogelijke beschermingsmaatregelen....................114 5.2.3 Te beschermen gebieden in Limburg ................................................................118 6. Nabeschouwingen......................................................................................................119 6.1 Botanische kwaliteit van Limburg in een Vlaams perspectief ......................................119 6.2 Botanische kwaliteit van Limburg in het NATURA2000 perspectief ............................128 6.3 Aanbevelingen met betrekking tot behoud en bescherming van Rode-Lijst- soorten ..130 LITERATUURLIJST.........................................................................................................135 BIJLAGEN .......................................................................................................................137 Algemene inleiding 1. ALGEMENE INLEIDING 1.1 De evolutie van het plantenbestand De mens heeft sinds zijn aanwezigheid in onze streken het landschap constant gewijzigd. Hij heeft grote delen van de vegetatie omgehakt, gemaaid, laten begrazen, geplagd, afgebrand en heeft ingezaaid en aangeplant. Dit resulteerde in een gevarieerd landschap met bossen, heiden, hooi- en weilanden, kleine landschapselementen, hoogstamboomgaarden, vijvers, steenkoolstorten en dergelijke meer. Overal werd wat anders gedaan, maar het gebruik van een bepaald gebied bleef meestal jarenlang stabiel: hooilanden bleven hooilanden, maar de percelen ernaast waren turfputten, viskweekvijvers of graasweiden. ste Echter, in de loop van de 20 eeuw werd het bodemgebruik praktisch overal gewijzigd. Daar waar in de eeuwen daarvoor het land zeer kleinschalig werd gebruikt en de landbouw in grote mate het ste bodemgebruik bepaalde, ontstond vooral in de tweede helft van de 20 eeuw een heel ander landschap. Schaalvergroting en productieverhoging in de landbouwsector lagen aan de basis van een complete verandering van het plantenkleed. Ook de aangroei van de bevolking met uitbreiding van de wooncentra, het aanleggen van zeer veel wegen, de uitbreiding van de industrie, de groei van recreatieverblijven de ontginningen van zand en grind, brachten met zich mee dat de vegetatie grondig werd gewijzigd of zelfs compleet verdween. Enkel in de gebieden, die grotendeels onaangeroerd bleven, is er nog wat van de typische flora en fauna overgebleven. Veel van deze gebieden werden aangeduid als bos- of natuurreservaat. Hoewel door deze bescherming en het gevoerde beheer heel wat soorten behouden zijn, zijn er typische soorten gewoonweg verdwenen. In de landbouwgebieden hebben bijzondere soorten zich kunnen handhaven op voor de landbouw marginale gronden: dit zijn té voedselarme, té natte, té steile of op andere manieren weinig toegankelijke percelen. Versnipperd in het landbouwgebied vindt men nog hooilanden of weilanden die op de klassieke manier worden beheerd. Doordat ze aan de landbouwintensivering zijn ontsnapt, vindt men er een aantal van de oorspronkelijke soorten. Deze relicten wijzen op een vergane glorie. Naast het gewijzigd grondgebruik heeft ook de algemene verslechtering van de milieukwaliteit een belangrijke invloed op fauna en flora. Door verzuring, vermesting en verdroging is tal van kritische soorten verdwenen. Natuurliefhebbers hebben reeds lang opgemerkt dat in een groot aantal biotopen de diversiteit van zowel de flora als de fauna significant is afgenomen. Gevoelige soorten verdwijnen het eerst. Anderen houden plaatselijk stand, maar hun areaal verkleint. Floristen, die gedurende vele jaren inventariseren, weten welke soorten zijn verdwenen en welke vegetaties in waarde zijn af genomen en kunnen dus een vergelijking maken tussen de toestand vroeger en nu. de Om een beeld te krijgen van de oorspronkelijke vegetatie kan men oude flora’s van de 19 en het ste begin van de 20 eeuw raadplegen. DE W ILDEMAN & DURAND (1898-1907) vermelden de verspreiding de van alle plantensoorten (zowel wieren als hogere planten) in België in de 19 eeuw. Uit hun werk blijkt dat soorten, die men nu ver buiten de grenzen moet gaan zoeken, nog in België te vinden waren. Planten, zoals Rozenkransje en Valkruid, die vroeger zowel in de (Limburgse) Kempen als in de Ardennen groeiden, neemt men nu enkel nog ten zuiden van de Maas waar. ste In de tweede helft van de 20 eeuw gaat de vegetatie sterk achteruit. DELVOSALLE et al. (1969) wezen er op dat de plantensoorten die vroeger meer algemeen waren zeldzamer worden en ze stelden vast dat heel wat soorten bedreigd en zelfs verdwenen zijn. Enkele jaren later (in 1972 en 1979) geven de Atlassen van de Belgische en Luxemburgse flora (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE) op verspreidingskaarten weer waar de verschillende plantensoorten in de periode 1940-1970 zijn waargenomen. Uit de kaarten blijkt dat een groot aantal kritische soorten ondertussen zijn verdwenen. Meer recente atlassen en publicaties behandelen ook de oorzaken van achteruitgang en verdwijnen van de planten (MENNEMA et al. 1980; VANHECKE 1986). Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 1 Algemene inleiding Een grondige wijziging van het landschap wordt geïllustreerd door bijgaande foto’s. De eerste dateert van 1904 (J. MASSART). Op dezelfde plaats realiseerde 76 jaar later G. CHARLIER de tweede foto. De Hoeverbergenduinen te Lommel Foto: J. MASSART 1904 Foto: G. CHARLIER & L. VANHECKE 1980 2 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Algemene inleiding De landduinen en de droge heide waren vroeger de normale landschappen in de Kempen. Door de komst van de steenkoolmijnen was er een stijgende vraag naar mijnhout (stuthout). In de loop van de twintigste eeuw werden daarom grote delen van de Kempen met Grove den (en later met Zwarte den) bebost. Het uitzicht van het oorspronkelijke landschap en het reliëf verdwenen zo op zeer veel plaatsen. Uit: Landschappen in Vlaanderen. Vroeger en nu. (Nationale Plantentuin 1981). 1.2 De opmaak van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg Vanaf de jaren ’80 verschijnen er lijsten waarin de negatieve evolutie van het planten- en van het dierenbestand wordt behandeld. Het zijn de zogenaamde Rode Lijsten. Voorbeelden daarvan zijn: de hogere planten van Nederlands Limburg (CORTENRAAD & MULDER 1989), de hogere planten van Belgisch Limburg (BERTEN 1993), Loopkevers (DESENDER et al. 1995), Dagvlinders (MAES et al. 1996), Libellen (DE KNIJF et al. 1997), enz. In de voorliggende publicatie wordt de evolutie van de hogere planten en van de plantengemeenschappen in Limburg gegeven. Hiervoor werd gebruikgemaakt van de cijfergegevens uit de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). Van elke plantensoort werd in deze verspreidingsatlas 1 het voorkomen per kilometerhok in de periode 1940-1970 en de periode 1970-1992 met elkaar vergeleken. De evolutie van het voorkomen, dus de toename of de afname, van elke plant wordt vertaald naar een bepaalde categorie, zoals bedreigd, zeldzaam, algemeen, enzovoort. Zo krijgt men een mathematische lijst, die de vooruit- of de achteruitgang van alle plantensoorten illustreert, de zogenaamde Rode Lijst (§ 2.2.5). Een Rode Lijst moet met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. De resultaten moeten met kennis van alle achtergrondinformatie worden genuanceerd. Bij het lezen van deze Rode Lijst moet men onthouden dat: • hoewel de gegevens uit de diverse onderzoeksperiodes zonder meer vergelijkbaar zijn, moet men rekening houden met het feit dat het aantal beschreven soorten in de recente Belgische Flora’s enorm is toegenomen. Er is een groot verschil tussen het aantal taxa (zowel soorten als ondersoorten) beschreven in MAC LEOD (1953) en deze van LAMBINON (1998). Bepaalde soorten of ondergeslachten werden ondertussen opgesplitst, zoals: Taraxacum (Paardebloem), Nasturtium (Waterkers), Centaurea (Centaurie, Knoopkruid), Rubus (Braam) en Dactylorhiza (Handekenskruid, Orchis). De vergelijking van de resultaten is voor de planten van deze groepen dus niet altijd betrouwbaar. • bepaalde Rode-Lijstcategorieën van de (zeer) zeldzame soorten zoals bedreigd, kwetsbaar en zeldzaam een vertekend beeld van de werkelijkheid kunnen geven. Deze planten komen uiteraard zeer weinig voor (maximum 13 hokken = hoogste zeldzaamheidsklasse), maar sommige van deze groep zijn altijd zeldzaam geweest, omdat hun biotoop zelf slechts op enkele plaatsen voorkomt. Hun aantal neemt daar niet noodzakelijk af. Procentueel gaan deze soorten ook achteruit, omdat in de tweede onderzoeksperiode meer kilometerhokken werden geïnventariseerd werden. Zulke planten zijn in feite wel zeldzaam, maar in wezen niet bedreigd. Anderzijds zijn er natuurlijk de taxa die wel zeer zeldzaam zijn, omdat ze inderdaad sterk zijn achteruitgegaan. • de evolutie van het plantenbestand wordt besproken per socio-ecologische groep. De samenstelling van socio-ecologische groepen wordt onder andere beschreven door STIEPERAERE et. al. (1982). Elke plant wordt aan één groep toegewezen. Deze indeling heeft zijn voor- en nadelen. De soorten worden gegroepeerd in plantengemeenschappen en in die classificatie besproken. Het nadeel van zo een indeling is dat een groot aantal soorten een veel bredere ecologische amplitude kennen en zo gerangschikt kunnen worden in meerdere plantengemeenschappen. De planten die een grote amplitude hebben en zo een verkeerd beeld kunnen geven van de realiteit, worden verder becommentarieerd bij de bespreking van de resultaten. 1 Kilometerhokken: een raster van vierkanten op een topografische kaart waarvan elke zijde 1 km lang is. Een kilometerhok is dus 1 km². Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3 Algemene inleiding Bovengenoemde problemen en bijzonderheden worden, indien relevant, besproken in de paragraaf ‘bespreking’ bij elke socio-ecologische groep. 1.3 Bescherming van hogere planten in Vlaanderen en soorten van internationaal belang Naast de algemene maatregelen betreffende de basismilieukwaliteit en het gebiedsgericht 2 natuurbeleid omvat het Natuurdecreet enkele aanvullende maatregelen onder andere voor de bescherming van soorten. Hoofdstuk IV van het Natuurdecreet, dat handelt over de bescherming van plant- en diersoorten, is echter uiterst summier. Wat betreft plantensoorten wordt er gesproken over algemene en bijzondere soortbescherming (met de mogelijkheid om hiervoor subsidies te verlenen) en een verbod op het introduceren van plantensoorten. Het decreet bepaalt niet welke organismen in aanmerking komen voor soortbescherming. Voorlopig is het Koninklijk Besluit van 1976 houdende maatregelen ter bescherming van bepaalde in het wild groeiende plantensoorten, dat werd genomen ter uitvoering van de Natuurbehoudswet van 1973, nog steeds van toepassing. Dit besluit regelt de bescherming van alle in België inheemse soorten van volgende families: de orchideeën (Orchidaceae), de waterlelies (Nymphaeaceae) en de wolfsklauwen (Lycopodiaceae), én de genussen Roos (Rosa) - behalve Akkerroos (Rosa arvensis) en Hondsroos (Rosa canina) - en Zeekraal (Salicornia). In totaal zijn 79 soorten wettelijk beschermd. Alle beschermde planten staan opgesomd in de bijlagen A, B en C van dit besluit. Deze Belgische lijst is aangepast in 1993 (COSYNS et al. 1994). De beschermingsmaatregelen zijn verschillend: de planten in bijlage A (38 soorten) zijn integraal beschermd, de planten in bijlage B (36 soorten) worden beschermd voor wat hun ondergrondse delen betreft en de planten in bijlage C (5 soorten) tenslotte mogen niet worden uitgetrokken of geoogst in de natuur, vervoerd of uitgevoerd, indien dit gebeurt voor handelsen industriële doeleinden. 3 Op 23 juli 1998 werd door de Vlaamse Regering het besluit goedgekeurd waarin de voorwaarden werden bepaald voor de wijziging van bepaalde vegetaties en kleine landschapselementen. Sinds dit besluit geldt er (afhankelijk van de gewestplanbestemming en de ligging in een richtlijngebied of een ander beschermd gebied) een verbod op of een vergunningsplicht voor het wijzigen van een aantal bijzondere vegetaties zoals heiden, vennen, moerassen en waterrijke gebieden, duinvegetaties, historisch permanente graslanden en poelen. Op deze wijze hebben de eventueel voorkomende RodeLijstsoorten binnen deze gewestplanbestemmingen een bepaalde bescherming, als tenminste de vergunningsaanvraag een ongunstig advies krijgt. 4 De soorten vermeld in bijlage I van de Conventie van Bern , die voorkomen in Vlaanderen zijn integraal beschermd. Dit zijn: Kruipend moerasscherm (Apium repens), Drijvende waterweegbree (Luronium natans) en Groenknolorchis (Liparis loeselli). De soorten in bijlage II van de EU5 Habitatrichtlijn , waarvoor Vlaanderen Speciale Beschermingszones moet afbakenen, zijn voor Vlaanderen dezelfde soorten als deze in bijlage I van de Conventie van Bern. 1.4 Nut van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg Het doel en het algemeen gebruik van Rode Lijsten werden door BLAB et al. (1984) in de volgende tien punten beschreven. Deze kunnen ook in Vlaanderen gebruikt worden. 1. om de bedreigingen van hogere planten aan “het publiek” en in het bijzonder aan de bevoegde gewestelijke, provinciale, gemeentelijke overheden en internationale instanties bekend te maken; 2. om gebieden waar bedreigde hogere planten voorkomen doeltreffend te beschermen, omdat enkel een duurzaam behoud en beheer van geschikte leefgebieden het voortbestaan van bedreigde hogere planten in Vlaanderen op lange termijn kan waarborgen (behoud van de biodiversiteit in Vlaanderen); 3. als hulpmiddel bij het voorstellen van prioritair te beschermen gebieden en ter verdediging tegen ingrepen in natuurgebieden; 4. als hulpmiddel bij het inrichten en beheren van landschappen ten gunste van hogere planten; 2 Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (B.S. 10 januari 1998) Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. (B.S.). Deze werd verklaard in een omzendbrief LNW 98/01 van 10 november 1998. 4 Het verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa dat door de Wet van 20 april 1989 werd goedgekeurd. 5 EU-richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. 3 4 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Algemene inleiding 5. als hulpmiddel voor het opstellen en uitvoeren van beheers- en beschermingsmaatregelen voor populaties van bedreigde hogere planten; 6. om onderzoeksprogramma’s voor populaties van zeldzame hogere planten voor te bereiden en te formuleren; 7. om een nauwkeurige (vnl. ecologische) basis te verschaffen voor het opstellen van een soortenbeschermingsplan voor hogere planten; 8. om onderzoekers aan te sporen actief deel te nemen aan het oplossen van vragen in verband met de overlevingskansen van bedreigde planten en dieren; 9. om scholen, hogescholen en universiteiten uit te nodigen om meer aandacht te besteden aan de oorzaken van de bedreigingen van hogere planten; 10. als Vlaamse bijdrage voor het samenstellen van internationale lijsten van bedreigde hogere planten, mede in het licht van de conventie over de biologische diversiteit. Een Rode Lijst bespreekt de actuele bedreigingsgraad. Het voorkomen van “Rode Lijst”-soorten in een bepaald gebied zou de overheden ertoe moeten aanzetten speciale beschermingsmaatregelen te nemen ter bescherming van de biotopen waar deze soorten voorkomen. Op deze manier kunnen Rode Lijsten worden gezien als belangrijke instrumenten in het moderne, offensieve natuurbeleid (MAES et. al, 1995). Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 5 6 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Gegevensverwerking 2. GEGEVENSVERWERKING 2.1 Herkomst van de gegevens In deze publicatie wordt de evolutie van de hogere planten en van de plantengemeenschappen in Limburg besproken. Om tot een mathematisch verantwoorde vergelijking te komen tussen de toestand van vroeger en nu wordt gebruik gemaakt van het beschikbaar cijfermateriaal. Voor elke soort is bekend in hoeveel kilometerhokken ze in Limburg is waargenomen in de periode 1940-1970 en de periode 1970-1992. Al de cijfergegevens kan men in lijsten, in de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993) terugvinden. Deze gegevens, samen met de resultaten van de berekeningen van de evolutie van het plantenbestand vindt men terug in bijlage 1. De soorten staan volgens hun wetenschappelijke naam alfabetisch gerangschikt. Hoe de berekeningen verlopen en hoe de planten geklasseerd worden in bepaalde categorieën met als resultaat het mathematisch samenstellen van een Rode Lijst vindt men onder meer in de § 2.2.5. 2.1.1 Eerste onderzoeksperiode: 1940-1970 Het samenstellen van de Atlas van de Belgische en Luxemburgse flora gebeurde door leden van het Instituut voor Floristisch onderzoek van België (I.F.B.L). Om België op een systematische manier te 6 inventariseren werd op de topografische kaarten met schaal 1/50 000ste een raster aangebracht bestaande uit vierkanten met zijden van 4 km en een oppervlakte van 16 km², uurhok genoemd. Deze uurhokken werden verdeeld in kwartierhokken met een oppervlakte van 1 km², ook kilometerhokken genoemd. Het onderzoek gebeurde in meer gedetailleerde inventarisaties. Limburg en zijn aangrenzende gebieden werden ingedeeld in 3168 kilometerhokken (Figuur 2.1). Het gros van de gegevens dateert van na 1950. Voor de coördinatie van het floristisch onderzoek in Limburg zorgde H. VANNEROM. 6 Dit raster wordt het IFBL-raster genoemd. Tegenwoordig wordt voor inventarisaties van diersoorten gebruik gemaakt van UTM- ‘hokken’. Dit zijn hokken gebaseerd op een UTM-projectie van topografische kaarten( World Geodetic System). Het IFBL-raster komt niet overeen met het UTM-raster. Hoewel omschakeling naar het gebruik van UTM-hokken misschien meer up-to-date zou zijn, is dit voor planten niet wenselijk omdat de nieuwe resultaten niet meer vergelijkbaar zouden zijn met de oude gegevens volgens kilometerhok. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 7 Gegevensverwerking Figuur 2.1. Indeling van de provincie Limburg in kilometerhokken. De gegevens van de periode 1940 tot 1970 dienden voor de eerste uitgave van de Belgische Plantenatlas (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972). In die periode werden 1191 kilometerhokken geïnventariseerd (hetzij volledig, hetzij onvolledig). 2.1.2 Tweede onderzoeksperiode: 1970-1992 Na 1970 nam R. BERTEN van het Studiecentrum voor Ecologie en Bosbouw (LISEC) de coördinatie van de Limburgse Plantenwerkgroep over. Het onderzoek werd uitgebreid, het verliep stelselmatig over heel de provincie zowel qua oppervlakte als qua tijd en er werkten ook meerdere (jonge) floristen mee. De informatie die voor de verspreidingskaarten gebruikt is, berust op de inventarisaties van 19701992. Gedurende die periode werd er informatie verzameld van 2163 kilometerhokken (al of niet volledig). De gegevens van deze periode – meer dan 200.000 – werden gebruikt voor de publicatie van de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). Aangezien het aantal onderzochte kilometerhokken verschilt van deze onderzocht in de eerste onderzoeksperiode, kan een vergelijking van beide periodes leiden tot discussiepunten. Deze worden in het hoofdstuk 3 behandeld in de paragraaf ‘bespreking’. 8 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Gegevensverwerking 2.1.3 Sinds 1993 tot en met 2000 Na de tweede onderzoeksperiode zijn er uiteraard ook nog nieuwe gegevens van de Limburgse Plantenwerkgroep bijgekomen. Om de Rode Lijst zo recent mogelijk te houden werden deze meldingen ook verwerkt. Uiteraard zijn er geen volledige lijsten meer toegevoegd, omdat deze anders een vertekend beeld geven bij de vergelijking van de twee onderzoeksperioden. Wel gaat het over een aantal planten die ‘nieuw’ zijn. In de eerste plaats zijn dat soorten die na 1993 voor de eerste keer in Limburg geïnventariseerd zijn (neofyten) en in de tweede plaats over enkele ‘uitgestorven’ gewaande planten, die na 1993 zijn teruggevonden. 2.1.4 De grootte van het studiegebied Voor de inventarisatie van de hogere planten werd een studiegebied gekozen dat in overeenstemming was met het gebied, dat afgebakend was tijdens de eerste onderzoeksperiode (1940-1970), dit om vergelijkingen mogelijk te maken en om een aantal vaststellingen te verklaren. De provincie Limburg (Figuur 2.1) omvat geheel of gedeeltelijk 198 uurhokken (= hokken van 4 km x 4 km). Dit betekent dat het studiegebied een oppervlakte heeft van 198 x 16 km² = 3.168 km². Nochtans is de reële oppervlakte van Limburg slechts 2.421 km² (76% van het studiegebied). 208 kilometerhokken liggen gedeeltelijk binnen de provinciegrenzen, 539 kilometerhokken vallen er volledig buiten en behoren in het westen en in het zuiden tot de provincies Antwerpen, Brabant en Luik. In het noorden en in het oosten maken de randgebieden deel uit van Nederland (Noord-Brabant en Limburg). Gedurende de onderzoeksperioden van 1940-1970 en van 1970-1992 werden al de aangrenzende gebieden, samen met het grondgebied van de provincie Limburg, dus 3.168 km² systematisch onderzocht. Voor de verwerking van de Rode Lijst werden enkel die soorten weerhouden die op het grondgebied van Limburg voorkomen. De soorten die in een van de onderzoeksperioden enkel in de randgebieden aanwezig zijn behoren dus niet tot de Limburgse Rode Lijst. Meer details hierover in het eerste intermezzo (Soorten uit bijzondere gebieden net over de Limburgse grens). 2.2 Verwerking van de gegevens per taxon In bijlage 1 vindt men de Rode Lijst van de Limburgse planten, alfabetisch gerangschikt op hun wetenschappelijke naam. In deze lijst vindt men 15 kolommen, die in volgende paragrafen worden verklaard. De Rode-Lijstsoorten zelf worden in hoofdstuk 3 uitvoerig behandeld. 2.2.1 Wetenschappelijke en Nederlandse naam Er werd maar één wetenschappelijke - eerste kolom - en één Nederlandse naam - tweede kolom gebruikt. In deze alfabetische lijst zijn al de namen overgenomen van de Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord - Frankrijk en de aangrenzende gebieden, derde druk (LAMBINON et al. 1998). De Nederlandse namen van de secties van het geslacht Paardebloem (Taraxacum) zijn overgenomen van het “Basisbestand ten behoeve van de Checklist en de Standaardlijst van de Vlaamse vaatplanten” (COSYNS et al. 1993). 2.2.2 Indicatie van de status van het taxon De derde kolom heeft het symbool LB. Dat staat voor Limburg. Hierin wordt weergegeven of de plant inheems is of niet. Als dat zo is krijgt ze code 1. Als het gaat over soorten die niet inheems zijn is het code 2. Het onderscheid tussen de begrippen inheems, ingeburgerd (neofyt, archeofyt), standhoudend, adventief, antropofyt,… kan vaak voor verwarring zorgen. Deze begrippen werden zonder wijziging voor al de soorten overgenomen van de in 1993 opgestelde standaardlijst van de Vlaamse vaatplanten (COSYNS et al. 1993). Bij de bespreking van de Rode-Lijstsoorten in hoofdstuk 3 worden zowel de inheemse als de niet inheemse vermeld. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 9 Gegevensverwerking 2.2.3 Aantal kilometerhokken in de twee onderzoeksperioden In de vierde kolom van de lijst vindt men het aantal kilometerhokken, waarin de plant in de eerste onderzoeksperiode (1940-1970) werd waargenomen. Ze staan onder de titel ‘40-‘70. In de vijfde kolom staat onder de titel ’70-‘92 het aantal kilometerhokken in de tweede periode (19701992). Deze aantallen zijn afkomstig van de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). Voor de eerste periode zijn er 1191 kilometerhokken onderzocht, in de tweede zijn er dat 2163. Men moet er wel rekening mee houden dat al die hokken niet volledig en niet alle in detail zijn onderzocht. 2.2.4 Zeldzaamheidsklasse De zeldzaamheidsklasse komt overeen met de frequentie in de onderzoeksperiode 1970-1992. Deze klasse vindt men terug in de zesde kolom onder het symbool zz en in de zevende kolom onder het symbool a-z (algemeen-zeldzaam). Dit geeft een aanduiding van de graad van zeldzaamheid (zie onderstaande tabel). De Limburgse zeldzaamheden zijn gebaseerd op cijfermateriaal. Van elke soort wordt berekend in hoeveel procent van de onderzochte km-hokken ze voorkomt. Men heeft als maximumgrens het aantal hokken genomen van de plant die in Limburg het meest voorkomt, namelijk de Grote brandnetel, die in 1375 km-hokken opgetekend is. Men ging ervan uit dat de Grote brandnetel in elk kilometerhok van Limburg te vinden is. Men heeft 1375 als maximumgrens gekozen en niet het aantal onderzochte hokken (2163), omdat een groot deel onvolledig geïnventariseerd is. De percentages worden dan gerangschikt in 10 zeldzaamheidsklassen Tabel 2.1. Zeldzaamheidsklassen. Klasse 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Bovengrens % 100 80 65 50 35 25 15 10 5 1 Min. - Max. 1101 – 1375 894 –1100 688 – 893 482 - 687 344 - 481 207 - 343 138 - 206 69 - 137 14 - 68 1 - 13 Aanduiding AA: zeer algemeen A : algemeen A : algemeen VA: vrij algemeen VA: vrij algemeen VZ: vrij zeldzaam VZ: vrij zeldzaam Z : zeldzaam Z : zeldzaam ZZ: zeer zeldzaam De klassengrenzen zijn subjectief gekozen, maar komen vrij goed overeen met het intuïtieve begrip van zeldzaamheid. Als men ze vergelijkt met de klassengrenzen, die worden gebruikt, voor de Rode Lijst van de Vlaamse Dagvlinders, dan is er praktisch geen verschil te merken (MAES & VAN DYCK 1996; W YNHOFF & VAN SWAAY 1995). 2.2.5 Rode-Lijstcategorieën: berekening en tabel Voor het bepalen van de categorieën van de Rode Lijst van de hogere planten worden dezelfde criteria als deze van de Dagvlinders en deze van de Libellen gebruikt (MAES & VAN DYCK 1996; DE KNIJF & 7 ANSELIN 1997). Deze zijn gebaseerd op de internationale categorieën van het I.U.C.N . en op deze van Duitsland en Nederland. 7 I.U.C.N.: International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources 10 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Gegevensverwerking De achteruitgang wordt berekend met de volgende formule (grv = gecorrigeerd relatief voorkomen): 100 x (grv 1970-1992/grv 1940-1970) – 100 Om het duidelijk te maken geven we een voorbeeld: in de periode 1940-1970 komt de Bolderik voor in 24 kilometerhokken en in de periode 1970-1992 in 3 kilometerhokken; het gecorrigeerd relatief voorkomen in de periode 1940-1970 wordt dan 100 x 24/ 1191 = 2.01 % en 100 x 3/ 1375 = 0.21 % in de periode 1970-1992. De achteruitgang van Bolderik bedraagt dan (100 x 0.21/2.01) – 100 = - 89.6 %. Door dit te herhalen voor alle soorten komen we tot een lijst, waar al de soorten, ook deze die vooruitgaan, voorkomen. In de alfabetische lijst (bijlage 1) vinden we in de achtste, negende en tiende kolom de resultaten van die berekeningen. Uiteraard worden ook het aantal hokken (vierde en vijfde kolom) en de zeldzaamheidsklasse (zesde kolom) gebruikt bij het opstellen van RodeLijstcategorieën. In tabel 2.2 wordt een schematisch overzicht gegeven van de indeling in Rode-Lijstcategorieën. Deze gebeurt aan de hand van de procentuele verandering van een soort tussen de periode 1970-1992 en de periode 1940-1970 en de zeldzaamheidsklasse. Om terug te komen op ons voorbeeld van de Bolderik lezen we in de lijst dat ze in de tweede periode in 3 hokken gevonden is en dus zeer zeldzaam is (klasse 10). Men kan de Bolderik dus plaatsen in de Rode-Lijstcategorie 1: met uitsterven bedreigd. Tabel 2.2. Schematisch overzicht van de indeling in Rode-Lijstcategorieën op basis van het trendcriterium en de zeldzaamheidsklasse (MAES 1996; BERTEN 1993). Voorkomen Zeer zeldzaam Achteruit- Km. Klasse 10 gang Hokken 1 - 13 76 – 100 % (d) Met uitsterven bedreigd (1) 51 - 75 % (c) Bedreigd (2) 26 - 50 % (b) Kwetsbaar (5) 1 - 25 % (a) Zeldzaam (10) Zeldzaam Klasse 9-8 14 - 138 Bedreigd Vrij zeldzaam Klasse 7-6 (3) Bedreigd (4) Kwetsbaar (6) Zeldzaam (11) Niet zeldzaam Klasse 5-1 139 – 343 > 343 Kwetsbaar 2 (7) Achteruitgaand (13) Kwetsbaar 2 (8) Achteruitgaand (14) Kwetsbaar 2 (9) Achteruitgaand (15) Zeldzaam 2 (12) Momenteel niet bedreigd (16) De Rode-Lijstsoorten vindt men in de twee eerste kolommen. Het gaat over planten die in maximum 138 kilometerhokken voorkomen. Ze zijn oranje gekleurd. Ten opzichte van de Rode Lijsten van de Dagvlinders en de Libellen zijn er een aantal zaken toegevoegd. Het gaat over de volgende aspecten: • De achtste kolom – symbool % - geeft de eerste kolom van tabel 2.2 weer. Ze geeft het trendcriterium aan: een achteruitgang van 76 tot 100 % krijgt het teken d, van 51 tot 75 % een c, van 26 tot 50 % een b en een achteruitgang van 1 tot 25 % of een vooruitgang krijgt een a. Andere codes die in deze kolom voorkomen zijn lw, w en nw. Het staat in de eerste plaats voor de begrippen lang weg en weg: dit is van toepassing voor soorten die niet meer waargenomen zijn na de vermelde datum. Nw geldt voor de nieuwe soorten, die pas na de eerste onderzoeksperiode aangetroffen zijn. • De vakjes van 4 kolommen van tabel 2.2 zijn genummerd van 1 “met uitsterven bedreigd” tot en met 16 “momenteel niet bedreigd”. Deze nummers kan men terugvinden in de in de negende kolom van de Rode Lijst met het symbool kl. In de tiende kolom wordt de categorie aangegeven. De hogere planten, die in de periode 1970-1992 in meer dan 138 kilometerhokken voorkomen, zijn als minder kwetsbare en zeldzame categorie aangeduid met kwetsbaar 2 (vak 7, 8 en 9) en zeldzaam 2 (vak 12). Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 11 Gegevensverwerking 2.2.6 Rode-Lijstcategorieën Hieronder geven we de categorieën en de gebruikte criteria bij het opstellen van een mathematische lijst. Tot de Rode Lijst behoren de volgende categorieën: uitgestorven, met uitsterven bedreigd, bedreigd, kwetsbaar en zeldzaam. Zie figuur 2.2 - oranje kolommen. Categorie - Uitgestorven in Limburg Hier zijn twee mogelijkheden: • Soort komt niet meer voor sinds 1930. Het zijn soorten die noch in de eerste noch in de tweede de onderzoeksperiode werden waargenomen. Uit de literatuur blijkt dat de soort in de 19 eeuw wel voorkwam (DE W ILDEMAN & DURAND 1898-1907), maar daarna niet meer. De Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972) geeft aan dat sommige hogere planten na 1930 niet meer aangetroffen werden. De vierde en de vijfde kolom met de titel ’40-‘70 en ’70-‘92 scoren beide 0 (kilometerhokken). De code lw van de achtste kolom duidt aan: de soort is ‘lang weg’, dus al geruime tijd niet meer aangetroffen. • Soort komt niet meer voor na 1970. Bij soorten die wel in de eerste periode, maar niet meer in de tweede periode waargenomen werden, is de score positief in de vierde kolom en 0 in de vijfde kolom. De code w geeft aan dat de soort recent verdwenen is. Categorie – Met uitsterven bedreigd = mub Dit zijn de soorten, die zeer weinig voorkomen (1 tot 13 kilometerhokken) én zeer sterk achteruitgaan (minstens 76 %) (vak 1 in tabel 2.2). Categorie – Bedreigd = bed Deze categorie bevat de soorten die met 51 tot 75 % achteruitgegaan zijn en die momenteel in 1 tot 13 kilometerhokken voorkomen (vak 2). Ook de planten die met minstens 76 % achteruitgegaan zijn en momenteel in 14 tot 138 kilometerhokken voorkomen (vak 3) zijn bedreigd. Tenslotte rekent men ook tot deze categorie de soorten die met 51 tot 75 % achteruitgegaan zijn en momenteel in 14 tot 138 kilometerhokken voorkomen (vak 4). Deze categorie bevat dus de soorten die • • • zeer weinig voorkomen (1 tot 13 kilometerhokken) en sterk achteruitgaan (51 tot 75 %) (vak 2). weinig voorkomen (14 tot 138 kilometerhokken) en zeer sterk (minstens 76 %) (vak 3) of weinig voorkomen (14 tot 138 kilometerhokken) en sterk achteruitgaan (51 tot 75 %) (vak 4). Categorie – Kwetsbaar = kw en kw2 Het betreft soorten, die achteruitgaan (26 tot 50 %) en momenteel zeer weinig tot weinig voorkomen (1 tot 138 kilometerhokken) (vak 5 en 6). Ze zijn kwetsbaar: code kw. De soorten, die frequenter voorkomen (139 tot 343 kilometerhokken), maar zeer sterk achteruitgaan (minstens 76 %) (vak 7), tot sterk (51 tot 75 %) (vak 8) of minder sterk (26 tot 50 %) (vak 9) achteruitgaan, worden gegroepeerd in kwetsbaar 2: code kw2. Laatstgenoemde deelcategorie (kw2) wordt niet tot de Rode Lijst gerekend, gezien het frequent voorkomen van de soort. Categorie – Zeldzaam = zz en zz2 Planten, die weinig achteruitgaan (minder dan 25 %), doch slecht zeer weinig tot weinig voorkomen (1 tot 138 kilometerhokken) (vak 10 en 11) zijn zeldzaam: code zz. De soorten, die weinig achteruitgaan (minder dan 25 %), maar iets frequenter (in 139 tot 343 kilometerhokken) voorkomen (vak 12) worden aangeduid met zeldzaam 2: code zz2. 12 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Gegevensverwerking Laatstgenoemde deelcategorie (zz2) wordt niet tot de Rode Lijst gerekend, gezien het frequent voorkomen van de soort. Categorie – Achteruitgaand = a Het zijn soorten, die frequent (meer dan 343 kilometerhokken) voorkomen, maar die zeer sterk (76 tot 100 %) (vak 13), sterk (51 tot 75 %) (vak 14) tot minder sterk (van 26 tot 50 %) (vak 15) zijn achteruitgegaan. Categorie – Momenteel niet bedreigd = mnb Deze soorten gaan weinig achteruit (minder dan 25 %) of het aantal km-hokken neemt toe en ze komen frequent voor (in meer dan 343 kilometerhokken) (vak 16). Categorie – Nieuw = nw Soorten die, in de tweede onderzoeksperiode of tussen 1993-2000, opnieuw werden aangetroffen scoren 0 (kilometerhokken) in de vierde kolom, maar positief in de vijfde kolom. Men kan ze terugvinden in vak 10 of 11. Opmerking De soorten, die zeer zeldzaam zijn (zeldzaamheidsklasse 10) en dus in minder dan 14 hokken voorkomen kunnen gerekend worden in 4 categorieën (met uitsterven bedreigd, bedreigd, kwetsbaar of zeldzaam). Zo zijn er soorten die al jaren te vinden zijn op één bepaalde plaats zeer kwetsbaar, maar niet altijd bedreigd. Bij de bespreking van de resultaten in hoofdstuk 3 wordt wat meer duiding gegeven. 2.2.7 Socio - ecologische groepen In de elfde kolom (symbool se) vindt men de codes van de socio-ecologische groepen samengesteld door STIEPERAERE en FRANSEN in 1982. De soorten die niet in die lijst terug te vinden zijn, krijgen de code?. De Rode Lijst wordt ingedeeld zoals de lijst met de socio-ecologische groepen. Op deze manier geeft de Rode Lijst niet alleen weer hoe plantensoorten, maar ook hoe de socio-ecologische groepen zijn geëvolueerd. Een nadeel van de samenstelling van deze lijst is dat elke plant aan één groep is toegewezen, terwijl ze in meerdere kan voorkomen. Het voordeel van deze lijst is dat de soorten gegroepeerd zijn in 0plantengemeenschappen en in die classificaties worden besproken. Het is immers wel belangrijk dat men weet welke ecologische groepen wijzigen en in welke mate. Dit geeft aan welke biotopen er sterk op achteruitgaan. Zo kan men voor de bescherming van de overeenstemmende biotoop een bepaalde beleidsstrategie voorop stellen. De codes in de elfde kolom komen met de volgende ecologische groepen overeen: 1. Pioniers van sterk antropogeen gestoorde plaatsen: akkers, wegranden en droge ruigten 1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g Akkers op voedselrijke kalkhoudende maar niet kalkrijke grond. Akkers op kalkrijke grond. Akkers op relatief voedselarme, kalkarme grond. Regelmatig betreden plaatsen op voedselrijke grond (tredplanten). Ruigten op betreden, voedselrijke, niet humeuze, kalkhoudende maar niet kalkrijke, droge grond. Ruigten op weinig betreden, kalkrijke, niet humeuze, droge grond. Ruigten op weinig betreden, voedselrijke, humeuze, matig droge grond. 2. Pioniers van meer natuurlijke gestoorde plaatsen, op open, vochtige tot natte, humusarme grond 2a Relatief voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk fluctuerende milieuomstandigheden. 2b Open, voedsel- (speciaal stikstof-) rijke, natte grond. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 13 Gegevensverwerking 2c Open, matig voedselrijke tot voedselarme, vochtige grond. 3. Planten van sterk tot matig zoute milieus 3a Stranden, zeeduinen en zandige vloedmerken. 3b Zoute tot sterk brakke wateren, slikken en lage schorren. 3c Hoge schorren en contactsituaties tussen zout en zoet milieu. 4. Planten van zoete tot zwak brakke waters en oevers 4a Zoete tot matig brakke, (matig) voedselrijke wateren (overwegend obligate waterplanten). 4b Zoete, voedselarme wateren en de periodiek droogvallende oevers daarvan. 4c Verlandingsvegetaties in zoete, matig voedselrijke, stagnerende of lichtstromende, ondiepe tot diepe wateren; dikwijls veenvormend. 4d Verlandingsvegetaties in zoete, voedselrijke, stromende of periodiek droogvallende wateren; niet veenvormend. 4e Aanspoelingsgordels, natte ruigten en rivierbegeleidende wilgenstruwelen van voedselrijk milieu. 5. Planten van (licht) bemeste graslanden op matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige tot natte grond 5a Matig bemeste graslanden op (matig) vochtige grond. 5b Matig bemeste graslanden op natte grond. 6. Planten van (zeer) droge graslanden, muren en rotsen 6a Muren en rotsen. 6b Graslanden op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, niet tot matig kalkhoudende, neutrale tot zwak basische grond. 6c Graslanden op droge, voedselarme, kalkrijke of zinkhoudende, neutrale tot basische grond. 6d Graslanden op zeer droge, voedselarme, kalkrijke grond. 6e Graslanden op droge, voedselarme, kalkarme, zure grond. 7. Planten van heiden, venen, schraallanden en kalkmoerassen 7a 7b 7c 7d Matig voedselarme, kalkarme, zure laagveenmoerassen. Voedselarme, kalkrijke, basische laagveenmoerassen. Onbemeste graslanden op vochtige tot natte voedselarme, zwak zure grond. Hoogvenen, natte heiden en onbemeste graslanden op natte zeer voedselarme, zure, humeuze grond. 7e Droge heiden op zeer voedselarme grond. 7f Onbemeste, heischrale graslanden op matig vochtige tot droge, voedselarme, zure, humeuze grond. 8. Planten van kaalslagen, zomen en struwelen 8a Kaalslagen op matig vochtige tot droge, matig voedselrijke tot voedselrijke grond. 8b Jonge aanplanten en zomen op voedsel- (vooral stikstof-) rijke, neutrale, humeuze matig vochtige grond. 8c Zomen op kalkhoudende, lemige, matig vochtige tot droge grond. 8d Struwelen op matig vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselrijke grond. 9. Bosplanten 9a 9b 9c 9d 9e 9f Bossen op relatief voedselrijke, vochtige tot natte grond en van brongebieden. Bossen op voedselarme tot matig voedselrijke, neutrale tot kalkhoudende grond. Alluviale bossen, op min of meer hydromorfe grond. Bossen op gerijpte, zwak zure tot kalkrijke, relatief droge grond. Bossen op matig voedselarme, droge, zure grond. Bossen op gerijpte, matig voedselrijke tot voedselrijke, matig vochtige tot droge grond, samen voorkomend met 9b tot 9d. 9g Bossen op jonge, weinig stabiele, matig vochtige puinbodems (ravijnbossen). ? Komt niet voor in de lijst van STIEPERAERE en FRANSEN in 1982. 14 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Gegevensverwerking 2.2.8 Data van de laatste vondst van uitgestorven taxa en van de eerste vondst van nieuwe taxa. De data waarop verdwenen soorten voor het laatst zijn waargenomen zijn overgenomen van de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). De datum vindt men in twaalfde kolom (symbool d1). De soorten die noch in de eerste, noch in de tweede periode zijn waargenomen krijgen code lw. Als de soort sinds 1970 niet meer aangetroffen werd krijgt ze code w. De nieuwe taxa zijn terug te vinden in de dertiende kolom (symbool d2). De in de tweede onderzoeksperiode bijgekomen taxa kunnen het gevolg zijn van 1) het verschijnen van nieuwe adventieven, 2) een uitgebreider onderzoek (bijvoorbeeld van de waterplanten) of 3) het gebruik van nieuwe Flora’s die sterk gewijzigd zijn. Dit is onder meer van toepassing voor bepaalde geslachten zoals Braam (Rubus), Paardebloem (Taraxacum), Zwenkgras (Festuca), Orchis (Dactylorhiza), enz. Deze nieuwe taxa worden aangeduid met de code nw. In hoofdstuk 4 vindt men de gedetailleerde gegevens van de datums van aankomst of van laatste vondst en van de juiste locatie. 2.2.9 Bedreigingsgraad In de veertiende kolom (symbool Vl) geeft men de bedreigingsgraad in Vlaanderen. p staat voor potentieel bedreigd, b: bedreigd, b!: sterk bedreigd, b!!: zeer sterk bedreigd, ?: onbekend en +: verdwenen. 2.2.10 Ingevoerde soorten in Vlaanderen In de vijftiende kolom (symbool T) geeft aan wanneer bepaalde soorten werden ingevoerd Ar = archeofyt (ingevoerd voor 1500) en Ne = Neofyt (ingevoerd na 1500). De gegevens van beide kolommen zijn afkomstig van het “Basisbestand ten behoeve van de Checklist en de Standaardlijst van de Vlaamse vaatplanten” van COSYNS et al. (1993). 2.3 Wijze van bespreking van de Rode-Lijstsoorten en de socio-ecologische groepen In hoofdstuk 3 worden de Rode-Lijstsoorten per socio-ecologische groep besproken. Ze zijn alfabetisch gerangschikt op de Nederlandse naam. Eerst de inheemse, dan de niet inheemse. (In bijlage 1 wordt de volledige lijst gegeven van de Limburgse soorten vroeger en nu, gesorteerd op wetenschappelijke naam). Er wordt gezocht naar een verklaring voor de bedreigingsgraad van de plantengemeenschappen. Hierbij wordt niet alleen rekening gehouden met de naakte cijfers voor elke soort, maar ook het voorkomen van de socio-ecologische groepen in Limburg wordt onder de loep genomen. De gegevens worden als volgt besproken: 1. Situering Hierin wordt gedetailleerd besproken over welke socio-ecologische groepen het gaat en waar ze in de provincie voorkomen. In sommige gevallen tracht men aan de hand van ecologische randvoorwaarden van de socio-ecologische groepen het ontstaan en de aanwezigheid van de groep te verklaren. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 15 Gegevensverwerking 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: het aantal inheemse en niet inheemse voorkomende soorten behorend tot deze socioecologische groep wordt hier weergegeven. Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Deze paragraaf geeft de meest zeldzame taxa weer (klassen 10 en 9). Tussen haakjes wordt het aantal kilometerhokken, waar deze taxa voorkomen, vermeld. Deze data zijn terug te vinden in de lijst van de hogere planten (vijfde en zesde kolom). Ook het gemiddeld aantal hokken voor elke socio-ecologische groep wordt weergegeven. Voor de duidelijkheid geven we hier een voorbeeld (onderstaande tabel 2.3): De socio-ecologische groep 1a (voedselrijke akkers) bevat 43 inheemse soorten. Van deze groep komt Hondspeterselie (Aethusa cynapium) in 383 kilometerhokken (zeldzaamheidsklasse 5) voor, Bolderik (Agrostemma githago) in 3 (zeldzaamheidsklasse 10), enz. De de som van het aantal hokken (383 + 3 +) wordt weergegeven in de 3 kolom van tabel 2.3 en bedraagt 12175. Het gemiddelde (12175: 43) is 283. In de socio-ecologische groep 6d (zeer droog kalkgrasland) is er 1 soort, die in 1 hok aanwezig is, namelijk Blauwgras (Sesleria coerulea). Het gemiddelde (1) is de minimum waarde. In groep 1d (tredplanten) zijn er 13 soorten. Samen komen die in 6231 hokken voor. Een gemiddelde van 479: de maximum waarde. Het gemiddelde van die waarden van de onderzoeksperiode 1970-1992 bedraagt 159 (zie onderstaande tabel). De aantallen hebben enkel betrekking op de inheemse soorten. Tabel 2.3. Soortenaantal, aantal kilometerhokken en gemiddelde per socio-ecologische groep van de inheemse planten in de periode 1970-1992. Groep Aantal soorten Aantal km-hokken Gemiddeld aantal 1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g 2a 2b 2c 3a 3b 3c 4a 4b 4c 4d 4e 5a 5b 6a 6b 6c 6d 6e 7a 7b 7c 7d 7e 43 10 22 13 31 27 14 35 20 29 3 3 4 44 30 31 27 25 58 26 5 44 45 1 18 25 13 23 23 13 12175 90 4632 6231 9648 2074 5734 12016 3510 1182 15 17 224 2012 709 5350 3796 7091 24559 6932 203 7276 1181 1 5477 3095 15 1804 2033 2164 283 9 210 479 311 76 409 343 175 40 5 5 56 45 23 172 140 163 423 266 40 165 26 1 301 123 1 138 88 94 16 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Gegevensverwerking Groep Aantal soorten Aantal km-hokken Gemiddeld aantal 7f 8a 8b 8c 8d 9a 9b 9c 9d 9e 9f 9g 19 22 38 21 22 24 8 20 14 34 30 7 2132 2375 16455 837 5335 4061 75 2307 2694 11132 10280 33 112 107 433 39 242 169 9 115 192 327 342 4 De soorten met de grootste zeldzaamheid worden opgesomd. Enkel de (inheemse) planten, die in 20 of in minder hokken voorkomen, worden vermeld. Het gemiddelde van de waarden in de onderzoeksperiode 1940-1970 bedraagt 122. In § 5.1.1 wordt daar verder op ingegaan. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Verder geeft men de Rode-Lijstsoorten, in dit geval zowel de inheemse als de niet inheemse. Men geeft voor elke soort de bedreigingsgraad aan, zijnde: lang weg, weg, met uitsterven bedreigd, bedreigd, kwetsbaar, zeldzaam. Ook de planten, die nieuw zijn in de tweede onderzoeksperiode, worden met datum van de eerste vondst vermeld. Meestal gaat het over adventieven. Toch zijn er een groot aantal soorten niet ‘nieuw’, maar werden pas in de tweede periode genoteerd. Voorbeelden daarvan zijn Grove den, Canadese guldenroede, Amerikaanse eik, Paardebloem, enz. Bespreking Tenslotte volgt de bespreking over de algemeenheden, de zeldzaamheden en de bedreiginggraden van de taxa en de socio-ecologische groepen. 3. Ecotopen Hierin tracht men aan te geven hoe de socio-ecologische groepen op de Biologische Waarderingskaart zijn aangeduid en hoe ze terug te vinden zijn. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 17 18 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Soorten uit bijzondere gebieden net over de Limburgse grens In de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993) is het studiegebied voor het opmaken van die Atlas groter dan de werkelijke oppervlakte van de provincie. Zoals reeds eerder vermeld werden de in Limburg afgebakende uurhokken volledig onderzocht, ook al lagen grote delen van deze uurhokken buiten de provinciegrens (zie ook figuur 2.1). De nabije omgeving van Limburg is immers op bodemkundig als op geomorfologisch vlak vergelijkbaar met de provincie zelf: de Limburgse Kempen is vergelijkbaar met de Antwerpse Kempen en Limburgs Haspengouw komt voor de planten qua groeiplaats overeen met Brabants of Luiks Haspengouw. Nochtans zijn er vier gebieden, gelegen in het studiegebied van de Plantenatlas maar buiten de huidige provinciegrens, die omwille van bijzondere abiotische karakteristieken van de Limburgse situatie onderscheiden moeten worden. De planten, die voorkomen in een van de vier volgende arealen werden niet in de Rode Lijst opgenomen. Maar omdat deze soorten bijzonder zijn en wel voorkomen in de Limburgse Plantenatlas zetten we ze voor de lezer graag op een rij. 1. Kalkmoeras in het Buitengoor te Mol (regio 1) Ten westen van Lommel zijn er moerasgebieden, die onder invloed van het Kempens kanaalwater alkalisch geworden zijn. Soortgelijke kalkrijke moerasvegetaties komen in Limburg enkel nog in beperkte mate voor in het Hageven te Neerpelt of in vloeiweiden. Slechts enkele soorten typisch voor kalkmoerassen (zie hiervoor § 3.7) hebben zich in Limburg kunnen handhaven. In het Buitengoor te Mol vindt men bovendien andere kensoorten zoals Alpenrus (Juncus alpinoarticulatus); Breed wollegras (Eriophorum latifolium); Canadese rus (Juncus canadensis). 2. De Sint-Pietersberg (regio 2) De Sint-Pietersberg ligt ten zuiden van Kanne (Riemst) en ten oosten van Sluizen (Tongeren) in de Luikse gemeenten Wonck, Bassenge, Eben-Emaël, Lanaye,…(zie Limburgse Plantenatlas). Deze gemeenten werden op 27.11.1962 ‘politiek’ gewisseld met Voeren en maakten daarvóór nog deel uit van Limburg. De Sint- Pietersberg is een heuvelrug met een kalkrijke bodem (mergel, tufkrijt). In Limburg komen dergelijke bodems slechts zeer lokaal voor en zijn ze in oppervlakte zeer klein. Men vindt ze in Riemst (Kanne, Valmeer, Zichen-Zussen-Bolder) en in Tongeren (Berg, Sluizen). Op de Sint-Pietersberg, grenzend aan Limburg, werden onder meer de volgende soorten waargenomen: Bijenorchis (Ophrys apifera); Breed fakkelgras (Koeleria pyramidata); Bruinrode wespenorchis (Epipactis atrorubens); Duitse gentiaan (Gentianella germanica); Echte gamander (Teucrium chamaedrys); Eironde leeuwebek (Kickxia spuria); Europese blazenstruik (Colutea arborescens); Grote muggenorchis (Gymnadenea conopsea); Hommelorchis (Ophrys fuciflora); Hondskruid (Anacamptis pyramidalis); Kleine roos (Rosa micrantha); Knollathyrus (Lathyrus linifolius); Kruiptijm (Thymus praecox); Kuifvleugeltjesbloem (Polygala comosa); Nachtkoekoeksbloem (Silene noctiflora); Nachtsilene (Silene nutans); Ronde ooievaarsbek (Geranium rotundifolium); Soldaatje (Orchis militaris); Tengere veldmuur (Minuartia hybrida); Veldgentiaan (Gentianella campestris); Vroege ereprijs (Veronica pracox). Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 19 Het Gewoon Engels gras groeit niet alleen op de zinkhoudende gronden aan de Geul te Sippenaeken, maar ook aan aanvoerwegen naar metaalverwerkende bedrijven. Hier veel exemplaren in de omgeving van zo’n fabriek te Balen. Foto: Bert BERTEN. 3. Zinkvegetaties te Sippenaeken (regio 3) Sippenaeken is een deelgemeente van Plombières. In de vallei van de Geul, enkele kilometers ten oosten van Teuven (deelgemeente Voeren) komen zinkgraslanden voor. Deze graslanden strekken zich oostwaarts uit naar Plombières en Kelmis. Dergelijke vegetaties vindt men niet terug in Limburg. Bijzondere soorten zijn: Genaald schapegras (Festuca ophioliticola ssp. calaminare); Gewoon Engels gras (Armeria maritima var. halleri); Zinkviooltje (Viola calaminaria). 4. Soorten, aangetroffen buiten de provincie aangetroffen, doch niet in de drie hoger genoemde regio’s (regio 4) Het gaat over planten, die waargenomen zijn in de provincies Antwerpen, Brabant, Luik of in Nederland. Volgende soorten worden in de Limburgse Plantenatlas besproken: Boszwenkgras (Festuca altissima), Luik; Caucalis (Caucalis platycarpa), Luik; Gewoon Engels gras (Armeria maritima var. Halleri), Antwerpen; Kogelbies (Scirpus holoschoenus), Luik; Oranje havikskruid (Hieracium aurantiacum), Luik; Paarse schubwortel (Lathraea clandestina), Luik; Smalle waterweegbree (Alisma gramineum), Nederland; Stijve steenraket (Erysimum virgatum), Luik; Velderwt (Pisum sativum ssp. arvense), Brabant; Vergroeidstijlige roos (Rosa stylosa), Brabant; Wilde akelei (Aquilegia vulgaris), Nederland; Wilde ridderspoor (Delphilium consolida), Luik. 20 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3. RODE LIJST VAN PLANTEN EN PLANTENGEMEENSCHAPPEN IN LIMBURG De Rode-Lijstsoorten worden in dit hoofdstuk per socio-ecologische groep besproken. In de bespreking van de socio-ecologisch groepen wordt tevens vermeld waar deze nog voorkomen in Limburg. Op deze wijze wordt niet alleen duidelijk welke soorten “lang weg”, “weg”, met uitsterven bedreigd”, “bedreigd”, kwetsbaar” of ”zeldzaam” zijn, maar ook welke plantengemeenschappen het goed of minder goed doen in Limburg. In paragraaf 3.10 vindt men in een tabel het aantal gegevens van de verdwenen en de nieuwe soorten. De tabel bevat ook het aantal Rode-Lijstsoorten, gerangschikt per categorie. 3.1 Pioniers van plaatsen, die sterk door de mens gestoord zijn A. AKKERS 1. Situering Akkerplanten zijn in feite pioniers van gronden die pas bewerkt zijn. Op die ‘naakte’ bodems kunnen zich heel wat soorten vestigen. Maar aangezien de huidige akkers door allerlei landbouwtechnieken zoals doorgedreven chemische bestrijding, zware bemesting enz. - ten behoeve van de productie zeer sterk beïnvloed worden, is de soortenrijkdom van de akker sterk gedaald. Zo heeft men nu meer kans om op recent omgewoelde gronden aan wegbermen of in tuinen de vroegere ‘akkerplanten’ of onkruiden aan te treffen. Er worden 3 akkergemeenschappen onderscheiden: • 1a: akkers op voedselrijke kalkhoudende, maar niet kalkrijke grond; • 1b: akkers op kalkrijke grond; • 1c: akkers op relatief voedselarme, kalkarme grond. Deze situeren zich op verschillende bodems. In Limburg komt ten noorden van de Demer overwegend zand en ten zuiden ervan hoofdzakelijk leem voor. Kalkrijke bodems treft men slechts zeer lokaal aan, bijvoorbeeld aan de Maas, in Voeren en in Zuidoost Limburg (Kanne, Riemst, Zichen-Zussen-Bolder, zie figuur 5.5: kalkhoudende bodems). 1a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 1 mub 1a d2 Vl T Ranunculus arvensis Akkerboterbloem 1 27 5 10 zz d Veronica agrestis Akkerereprijs 1 59 95 8 Sonchus arvensis Akkermelkdistel 1 154 235 6 vz a 12 zz2 1a Agrostemma githago Bolderik 1 24 3 10 zz d Veronica opaca Doffe ereprijs 1 0 0 lw 1a 1890 + Lolium temulentum Dolik 1 2 0 w 1a 1967 + Ar? Bromus secalinus Dreps 1 17 39 9 1a p Alopecurus myosuroides Duist 1 164 258 6 vz a 12 zz2 1a Sonchus asper Gekroesde melkdistel 1 430 603 4 va a 16 mnb 1a Fumaria officinalis Gewone duivekervel 1 80 179 7 vz a 12 zz2 1a Sonchus oleraceus Gewone melkdistel 1 424 594 4 va a 16 mnb 1a Valerianella locusta Gewone veldsla 1 38 63 9 z a 11 zz 1a Veronica polita Gladde ereprijs 1 3 58 9 z a 11 zz 1a Legousia speculum-veneris Groot spiegelklokje 1 18 8 10 zz Veronica persica Grote ereprijs 1 192 Papaver rhoeas Grote klaproos 1 264 z z a 11 zz 1 mub 1a a 11 zz b!! Ar 1a b!! Ar Ar? bed 1a b!! Ar 382 5 va a 16 mnb 1a Ne 379 5 va a 16 mnb 1a Ar c 2 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 21 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl 108 a 11 zz 1a 10 zz a 10 zz 1a 8 z d1 d2 Vl T Aphanes arvensis Grote leeuwenklauw 1 Bromus commutatus Grote trosdravik 1 1 5 Sinapis arvensis Herik 1 218 428 5 va a 16 mnb 1a Lamium amplexicaule Hoenderbeet 1 161 286 6 vz a 12 zz2 1a Aethusa cynapium Hondspeterselie 1 244 383 Lamium hybridum Ingesneden dovenetel 1 2 9 Senecio vulgaris Klein kruiskruid 1 662 924 2 Urtica urens Kleine brandnetel 1 394 433 5 va a 16 mnb 1a Chaenorrhinum minus Kleine leeuwenbek 1 48 115 8 a 11 zz 1a Amaranthus blitum Chenopodium polyspermum Kleine majer 1 3 10 10 zz a 10 zz 1a Korrelganzenvoet 1 60 187 7 vz a 12 zz2 1a Euphorbia helioscopia Kroontjeskruid 1 210 352 5 va a 16 mnb 1a Avena fatua Oot 1 16 37 9 z a 11 Lamium purpureum Paarse dovenetel 1 582 899 2 a a 16 mnb 1a Polygonum persicaria Perzikkruid 1 424 677 4 va a 16 mnb 1a Vicia hirsuta Anagallis arvensis ssp, arvensis Ringelwikke 1 388 534 4 va a 16 mnb 1a Rood guichelheil 1 142 254 6 vz a 12 zz2 1a Geranium dissectum Slipbladige ooievaarsbek 1 232 464 5 va a 16 mnb 1a Kickxia elatine Spiesleeuwenbek 1 13 25 9 Mercurialis annua Tuinbingelkruid 1 263 377 5 va a 16 mnb 1a Euphorbia peplus Tuinwolfsmelk 1 81 112 8 z Vicia tetrasperma Vierzadige wikke 1 112 107 8 z Lolium remotum Vlasdolik 1 0 0 Stellaria media ssp, media Vogelmuur 1 932 1282 1 za a 16 mnb 1a Thlaspi arvense Witte krodde 1 59 100 8 Fallopia convolvulus Zwaluwtong 1 412 589 4 va a 16 mnb 1a Solanum nigrum Zwarte nachtschade 1 364 577 4 va a 16 mnb 1a Matricaria recutita Echte kamille 2 439 657 Avena strigosa Evene 2 10 4 10 zz Abutilon theophrasti Fluweelblad 2 0 10 10 zz nw Oxalis corniculata Gehoornde klaverzuring 2 4 6 10 zz a 10 1a Ar Galinsoga quadriradiata Harig knopkruid 2 88 382 5 va a 16 mnb 1a Ne Euphorbia lathyrus Kruisbladige wolfsmelk 2 16 81 8 Ne Oxalis fontana Stijve klaverzuring 2 235 316 6 vz a 12 zz2 1a Ar Veronica peregrina Vreemde ereprijs 2 1 13 10 zz a 10 Ne Barbarea verna Vroeg barbarakruid 2 0 2 10 zz nw 22 24 kl2 se ? Ar 5 va a 16 mnb 1a 10 zz a 10 a z z zz a 11 zz zz 1a zz 1a b kw 1a 6 Ar Ar 1a a 11 lw z 1a a 16 mnb 1a b 1a 1900 a 11 zz + 1a Ar 4 va a 16 mnb 1a z c 2 a 11 Ne Ne bed 1a ? Ne 1a 1985 ? Ne zz zz zz Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 1a 1a 1a 1992 Ne Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 1b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se Anagallis arvensis ssp, coerulea Blauw guichelheil 1 1 1 10 zz b 5 kw Sherardia arvensis Blauw walstro 1 46 39 9 z 6 kw Valerianella dentata Getande veldsla 1 1 0 Euphorbia exigua Kleine wolfsmelk 1 15 23 9 z a 11 zz Vaccaria hispanica Koekruid 1 2 0 Lathyrus aphaca Naakte lathyrus 1 3 8 10 zz a 10 Scandix pecten-veneris Naaldekervel 1 11 2 Lithospermum arvense Ruw parelzaad 1 13 Galeopsis angustifolia Smalle raai 1 8 Bromus grossus Zware dreps 1 Linaria supina Liggende leeuwenbek Lathyrus hirsutus Ruige lathyrus b w d1 d2 Vl T 1b b!! Ar 1b b 1b 1950 w b!! 1b p 1b 1954 b!! Ar? 1b b 10 zz d 1 mub 1b b!! 6 10 zz c 2 bed 1b b!! 8 10 zz b 5 kw 0 3 10 zz nw 2 4 4 10 zz b 5 kw 2 4 2 10 zz 2 c zz Ar 1b b 1b 1984 b!! Ar 1b ? Ne bed 1b ? Ne Vl T 1c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % Stachys arvensis Akkerandoorn Veronica hederifolia ssp, hederifolia Akkerklimopereprijs 1 55 67 9 1 303 480 5 va a 16 mnb 1c Misopates orontium Akkerleeuwenbek 1 44 64 9 z a 11 Viola arvensis Akkerviooltje 1 470 703 3 a a 16 mnb 1c Galeopsis segetum Bleekgele hennepnetel 1 24 44 9 z a 11 Papaver dubium Bleke klaproos 1 64 216 6 vz a 12 zz2 1c Galeopsis speciosa Dauwnetel 1 3 4 10 zz a 10 Viola tricolor Driekleurig viooltje 1 150 204 7 vz a 12 zz2 1c Scleranthus annuus Eenjarige hardbloem 1 299 297 6 vz b 9 Chrysanthemum segetum Gele ganzebloem 1 253 372 5 va a 16 mnb 1c Spergula arvensis Gewone spurrie 1 391 504 4 va a 16 mnb 1c Hypochaeris glabra Glad biggekruid 1 3 3 10 zz b 5 Apera spica-venti Grote windhalm 1 316 362 5 va a 16 mnb 1c Veronica triphyllos Handjesereprijs 1 14 6 10 zz 2 Aphanes inexpectata Kleine leeuwenklauw 1 133 166 7 vz a 12 zz2 1c Raphanus raphanistrum Knopherik 1 291 479 5 va a 16 mnb 1c Centaurea cyanus Korenbloem 1 450 334 6 vz b 9 kw2 1c Arnoseris minima Korensla 1 28 17 9 z c 4 bed 1c Anchusa arvensis Kromhals 1 19 50 9 z a 11 zz 1c Papaver argemone Ruige klaproos 1 70 103 8 z a 11 zz 1c Anthemis arvensis 1 103 79 8 z b 6 kw 1c Myosotis discolor Valse kamille Veelkleurig vergeet-mijnietje 1 84 78 8 z b 6 kw 1c Setaria pumila Geelrode naaldaar 2 19 8 10 zz c 2 bed 1c Setaria viridis Groene naaldaar 2 32 72 8 a 11 Echinochloa crus-galli Hanenpoot 2 175 303 6 vz a 12 zz2 1c Ar Galinsoga parviflora Kaal knopkruid 2 146 186 7 vz a 12 zz2 1c Ne Setaria verticillata Kransnaaldaar 2 2 5 10 zz a 10 zz 1c Ar? Amaranthus retroflexus Papegaaiekruid 2 6 19 9 11 zz 1c Ne Anthoxanthum aristatum Slofhak 2 110 168 7 vz a 12 zz2 1c Ar Vicia villosa ssp, villosa Zachte wikke 2 11 23 9 11 ? z z z z a c a a kl kl2 se 11 zz zz zz zz 1c d1 d2 p 1c 1c 1c p Ar b kw2 1c kw 1c bed 1c zz zz Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 1c 1c b!! Ar b Ar b!! Ar p Ar? Ar? 23 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 75 inheemse en 19 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Ligt hoger (167.3) dan het algemene gemiddelde (159). De voedselrijke (283) en de voedselarme akkers (210) scoren beduidend hoger. De soorten van de kalkrijke akkers (aantal hokken 9) zijn verdwenen of zeer zeldzaam. De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • 1a: Bolderik (3), Akkerboterbloem (5), Grote trosdravik (5), Groot spiegelklokje (8), Ingesneden dovenetel (9), Kleine majer (10); 1b: Blauw guichelheil (1), Naaldekervel (2), Zware dreps (3), Ruw parelzaad (6), Smalle raai (8), Naakte lathyrus (8); 1c: Glad biggekruid (3), Dauwnetel (4), Handjesereprijs (6), Korensla (17). • • Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 2 • inheems (2): 1a: Vlasdolik (<1900), Doffe ereprijs (1890); Weg: 3 • inheems (3): 1a: Dolik (1967); 1b: Koekruid (1954), Getande veldsla (1950); Met uitsterven bedreigd: 3 • inheems (3): 1a: Bolderik, Akkerboterbloem; 1b: Naaldekervel (1b); Bedreigd: 7 • inheems (4): 1a: Groot spiegelklokje; 1b: Ruw parelzaad; 1c: Handjesereprijs, Korensla; • niet inheems (3): 1a: Evene; 1b: Ruige lathyrus; 1c: Geelrode naaldaar; Kwetsbaar: 8 • inheems (7): 1a: Vierzadige wikke; 1b: Blauw guichelheil, Smalle raai, Blauw walstro; 1c: Glad biggekruid, Valse kamille, Veelkleurig vergeet-mij-nietje; • niet inheems (1): 1b: Liggende leeuwenbek; Zeldzaam: 28 • inheems (21): 1a: Kleine majer, Grote trosdravik, Ingesneden dovenetel, Grote leeuwenklauw, Oot, Dreps, Kleine leeuwenbek, Tuinwolfsmelk, Spiesleeuwenbek, Witte krodde, Gewone veldsla, Akkerereprijs, Gladde ereprijs; 1b: Naakte lathyrus, Kleine wolfsmelk; 1c: Dauwnetel, Kromhals, Bleekgele hennepnetel, Akkerleeuwenbek, Ruige klaproos, Akkerandoorn; • niet inheems (7): 1a: Gehoornde klaverzuring, Vreemde ereprijs, Kruisbladige wolfsmelk; 1c: Kransnaaldaar, Papegaaiekruid, Groene naaldaar, Zachte wikke; Nieuw: 3 • inheems (1): 1b: Zware dreps (1984); • niet inheems (2): 1a: Fluweelblad (1985), Vroeg barbarakruid (1992). Bespreking Veel planten van zowel voedselrijke als van voedselarme akkers komen frequent voor. Dit is normaal omdat deze soorten, de zogenaamde onkruiden, niet alleen in de akkers, maar ook in wegbermen en in tuinen groeien. De meest voorkomende planten zijn Vogelmuur, Klein kruiskruid, Paarse dovenetel, Akkerviooltje, Echte kamille, Zwaluwtong, Perzikkruid, Zwarte nachtschade, Gekroesde en Gewone melkdistel, Ringelwikke, Gewone spurrie, enz. 24 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Opvallend is wel dat van de ‘algemene’ soorten enkel de Korenbloem en de Eenjarige hardbloem kwantitatief afnemen. De planten van de kalkrijke akkers komen allen in zeer weinig hokken voor. Blauw walstro en Kleine wolfsmelk zijn het minst zeldzaam. Het is logisch dat deze akkergemeenschap zeer weinig voorkomt, omdat de kalkrijke bodems in Limburg slechts sporadisch aanwezig zijn. De planten die in Limburg verdwenen zijn werden in Vlaanderen ook niet meer waargenomen. Enkel Koekruid en Getande veldsla behoren in Vlaanderen niet tot de uitgestorven soorten maar zijn wel zeer sterk bedreigd (b!!). Ook de met uitsterven begreigde en de bedreigde planten van Limburg zijn in Vlaanderen eveneens (zeer) sterk bedreigd (b!, b!!). 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart kan men de akkers terugvinden bij de karteringseenheden bs (akker op zandgrond) en bl (akker op leem- en zandleemgrond) of bs* en bl* (waardevolle akkers). Als het om tuinen, omgewoelde bermen of terreinen gaat, worden ze niet aangeduid op de kaart. Dikwijls worden intensieve landbouwgebieden als complex aangeduid. Bijvoorbeeld bs + hx (ingezaaid grasland) + bomenrij (kb). Dit betekent dat de exacte locatie van zeldzame soorten niet rechtstreeks via de Biologische Waarderingskaart kan worden opgespoord. Het Klein kruiskruid is als pionier te vinden op pas bewerkte gronden. De plant komt algemeen voor op akkers en in tuinen. Foto: Bert BERTEN. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 25 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg B. WEG EN WEGRAND 1. Situering Deze vegetatie staat net als de volgende – droge ruigten – op plaatsen die door de mens beinvloed worden. Er zijn op de ene of op de andere manier grondstoffen, bouwstoffen, afval en dergelijke aangevoerd. De wegen en wegranden worden in tegenstelling tot de ruigten vaak betreden. Sommige soorten van deze groep - als de betreding constant gebeurt - noemt men ook tredplanten. Deze vegetatie is het best ontwikkeld in stedelijke gebieden. De oorspronkelijke bodem samen met het aangevoerde materiaal is droog, vrij voedselrijk en niet al te basisch of te zuur. Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden: • 1d: regelmatig betreden plaatsen op voedselrijke grond (tredplanten); • 1e: ruigten op betreden, voedselrijke, niet humeuze, kalkhoudende maar niet kalkrijke droge grond. 1d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se Lolium perenne Engels raaigras 1 677 839 3 a a 16 mnb 1d Capsella bursa-pastoris Gewoon herderstasje 1 528 1113 1 za a 16 mnb 1d Digitaria ischaemum zz d1 d2 Vl T Glad vingergras 1 33 92 8 z a 11 Plantago major ssp, major Grote weegbree 1 960 1271 1 za a 16 mnb 1d 1d Coronopus squamatus Grove varkenskers 1 25 43 9 z a 11 Herniaria glabra Kaal breukkruid 1 14 32 9 z a Hordeum murinum Kruipertje 1 175 149 7 vz b Sagina procumbens Liggende vetmuur 1 380 584 4 va a 16 mnb 1d Corrigiola litoralis Riempjes 1 2 2 10 zz b 5 kw 1d Lepidium ruderale Steenkruidkers 1 6 4 10 zz c 2 bed 1d Poa annua Straatgras 1 931 1240 1 za a 16 mnb 1d Polygonum aviculare Varkensgras 1 587 821 3 a a 16 mnb 1d Cichorium intybus Wilde cichorei 1 56 41 9 z b 6 1d Ne? Conyza canadensis Canadese fijnstraal 2 339 485 4 va a 16 mnb 1d Ne Eragrostis minor Klein liefdegras 2 3 9 10 zz a 10 zz 1d Ne Coronopus didymus Kleine varkenskers 2 3 22 9 z a 11 zz 1d Ne Matricaria discoidea Schijfkamille 2 469 678 4 va a 16 mnb 1d Ne a-z % zz 1d 11 zz 1d 9 kw2 1d kw b!! 1e Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz kl kl2 Bromus arvensis Akkerdravik 1 0 0 Convolvulus arvensis Akkerwinde 1 291 447 5 va a 16 mnb 1e Silene latifolia ssp, alba Avondkoekoeksbloem 1 162 301 6 vz a 12 zz2 1e Vulpia bromoides Eekhoorngras 1 7 9 10 zz a 10 1e Chenopodium hybridum Esdoornganzenvoet 1 0 5 10 zz nw Anhemis tinctoria Gele kamille 1 0 2 10 zz nw Erysimum cheiranthoides Gewone steenraket 1 24 45 9 z a 11 zz 1e Vulpia myuros Gewoon langbaardgras 1 12 72 8 z a 11 zz 1e Malva sylvestris Groot kaasjeskruid 1 105 133 8 z a 11 zz 1e Digitaria sanguinalis Harig vingergras 1 9 27 9 z a 11 zz 1e Equisetum arvense Heermoes 1 550 844 3 a a 16 mnb 1e Verbena officinalis Ijzerhard 1 204 202 7 vz b 9 Tussilago farfara Klein hoefblad 1 594 838 3 a a 16 mnb 1e 26 lw se d1 d2 1e 1900 zz T b!! b! 1e 1975 1e 1977 b! kw2 1e Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Vl b ? Ar? Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se vz a 12 zz2 1e d1 d2 Vl T Malva neglecta Klein kaasjeskruid 1 177 229 6 Crepis capillaris Klein streepzaad 1 435 718 3 a a 16 mnb 1e Geranium pusillum Kleine ooievaarsbek 1 236 448 5 va a 16 mnb 1e Senecio viscosus Kleverig kruiskruid 1 80 170 7 vz a 12 zz2 1e Cerastium glomeratum Kluwenhoornbloem 1 95 185 7 vz a 12 zz2 1e Elymus repens Kweek 1 451 744 3 a a 16 mnb 1e Chenopodium album Matricaria maritima ssp, inodora Melganzevoet 1 618 852 3 a a 16 mnb 1e Reukeloze kamille 1 182 430 5 va a 16 mnb 1e ? Crepis tectorum Smal streepzaad 1 0 3 10 zz nw 1e 1973 b! Cirsium vulgare Speerdistel 1 587 921 2 a a 16 mnb 1e Atriplex prostrata Spiesmelde 1 191 208 6 vz a 12 zz2 Chenopodium vulvaria Stinkende ganzenvoet 1 0 0 1e 1930 b!! Ar? Anthemis cotula Stinkende kamille 1 7 15 9 z a 11 zz 1e b! Chenopodium ficifolium Stippelganzenvoet 1 13 58 9 z a 11 zz 1e Atriplex patula Uitstaande melde 1 202 326 6 vz a 12 zz2 1e Lepidium campestre Veldkruidkers 1 17 23 9 z a 11 1e Linaria vulgaris Vlasbekje 1 789 980 2 a a 16 mnb 1e Geranium molle Zachte ooievaarsbek 1 291 413 5 va a 16 mnb 1e Artemisia absinthium Absintalsem 2 8 6 10 zz b 5 Amaranthus graecizans Afrikaanse amarant 2 0 1 10 zz nw Trifolium alexandrinum Alexandrijnse klaver 2 0 4 10 zz nw Ambrosia artemisiifolia Alsemambrosia 2 20 13 10 zz c 2 bed 1e Lepidium virginicum Amerikaanse kruidkers 2 33 64 9 z a 11 zz 1e Herniaria hirsuta Behaard breukkruid 2 0 2 10 zz nw Senecio inaequidens Bezemkruiskruid 2 2 96 8 z a Rapistrum rugosum Bolletjesraket 2 0 14 9 z nw Vicia villosa ssp, varia Bonte wikke 2 7 11 10 zz Lathyrus latifolius 2 3 5 10 2 109 118 Lepidium densiflorum Brede lathyrus Citroengele honingklaver Dichtbloemige kruidkers 2 12 Datura stramonium Doornappel 2 16 Bromus carinatus Gekielde dravik 2 0 Vicia lutea Gele wikke 2 1 Senecie squalidus Glanzend kruiskruid 2 Berteroa incana Grijskruid Hirschfeldia incana Grijze mosterd Amaranthus hybridus lw zz kw 1e p 1e b!! ? 1e 1980 ? Ne 1e 1979 ? Ne ? Ne b Ar? 1e Ne 1983 11 zz a 10 zz 1e zz a 10 zz 1e Ne 8 z a 11 zz 1e ? 2 10 zz d 1 41 9 z a 11 zz 1 10 zz nw 6 10 zz a 10 zz 0 1 10 zz nw 2 41 47 9 z a 11 zz 1e 2 1 6 10 zz a 10 zz 1e Groene amarant 2 0 4 10 zz nw 1e 1987 ? Ne Xanthium orientale Grote stekelnoot 2 0 1 10 zz nw 1e 1990 ? Ne Trifolium incarnatum Inkarnaatklaver 2 0 5 10 zz nw 1e 1980 ? Ne Lolium multiflorum Italiaans raaigras 2 161 298 6 vz a Phalaris canariensis Kanariezaad 2 0 49 9 z nw 1e 1970 ? Ne Melilotus indicus Kleine honingklaver 2 0 2 10 zz nw 1e 1980 ? Ne Xanthium strumarium Late stekelnoot 2 0 1 10 zz nw 1e 1996 ? Medicago sativa Luzerne 2 39 68 9 z a 11 zz 1e Ne? Potentilla intermedia Middelste ganzerik 2 6 27 9 z a 11 zz 1e Ne Tanacetum parthenium Moederkruid Coincya monensis ssp, cheiranthos Muurbloemmosterd 2 91 98 8 z a 11 zz 1e Ne 2 0 2 10 zz nw Potentilla norvegica Noorse ganzerik 2 4 11 10 zz a 10 zz 1e Senecio vernalis Oostelijk kruiskruid 2 2 7 10 zz a 10 zz 1e Melilotus officinalis 1e 1e Ne 1981 ? ? mub 1e 12 zz2 1997 ? Ne ? Ne 1994 Ne Ne Ne 1e 1e Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Ne 1e 1e ? Ne 1e 1e Ne Ne 1987 Ne Ar? Ne ? Ne 27 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Vl T Cardaria draba Pijlkruidkers 2 20 12 10 zz c 2 bed 1e Ne Potentilla recta Heracleum mantegazzianum Rechte ganzerik 2 18 23 9 z a 11 zz 1e Ne Reuzenberenklauw 2 0 13 10 zz nw Myrrhis odorata Roomse kervel 2 0 7 10 zz nw ? Ne Rudbeckia hirta Ruige rudbeckia 2 2 3 10 zz a 10 zz 1e ? Ne Medicago polymorpha Ruige rupsklaver 2 1 2 10 zz a 10 zz 1e ? ? Erucastrum gallicum Schijnraket 2 0 1 10 zz nw 1e 1988 ? Ne Xanthium spinosum Stekende stekelnoot 2 0 1 10 zz nw 1e 1976 ? Ne Artemisia biennis Tweejarige alsem 2 0 1 10 zz nw 1e 1980 ? Ne Parthenocissus inserta Valse wingerd 2 0 19 9 z nw 1e 1970 ? Ne Lupinus polyphyllus Chenopodium ambrosioides Vaste lupine Welriekende ganzenvoet 2 6 19 9 z a 2 0 4 10 zz nw 1e 1980 Sorghum halepense Wilde sorgo 2 0 2 10 zz nw 1e 1986 Amaranthus albus Witte amarant 2 1 1 10 zz b 5 kw 1e Melilotus albus Witte honingklaver 2 58 112 8 z a 11 zz 1e Sinapis alba Witte mosterd 2 2 6 10 zz a 10 zz 1e Ambrosia coronopifolia Zandambrosia 2 0 2 10 zz nw Plantago arenaria Zandweegbree 2 5 2 10 zz c 2 bed 11 zz 1e 1980 1e 1980 Ne 1e 1e 1e Ne Ne ? Ne ? Ne ? Ne ? Ne ? Ne Ar 1983 De eerste (officiële) melding van Inkarnaatklaver is van 1980. In Zuid-Europa is ze een akkerplant. Hier is ze een adventief. Foto: Bert BERTEN. 28 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 44 inheemse en 53 niet inheemse soorten. Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Ligt veel hoger dan het algemene gemiddelde van 159, namelijk 270 (= gemiddelde van 1d en 1e). De tredplanten scoren zeer hoog (336); de soorten van de wegranden (204) vrij hoog. Grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • • 1d: Steenkruidkers (4); 1e: Gele kamille (2), Smal streepzaad (3), Esdoornganzenvoet (5), Eekhoorngras (9), Stinkende kamille (15). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 2 • inheems (2): 1 e: Akkerdravik (<1900), Stinkende ganzenvoet (<1930); Weg: Met uitsterven bedreigd: 1 • niet inheems (1): 1 e: Dichtbloemige kruidkers; Bedreigd: 4 • inheems (1): 1 e: Steenkruidkers; • niet inheems (3): 1 e: Alsemambrosia, Pijlkruidkers, Zandweegbree; Kwetsbaar: 4 • inheems (2): 1d: Riempjes, Wilde cichorei; • niet inheems (2): 1 e: Witte amarant, Absintalsem; Zeldzaam: 33 • inheems (11): 1d: Grove varkenskers, Glad vingergras, Kaal breukkruid; 1 e: Eekhoorngras, Stinkende kamille, Stippelganzenvoet, Harig vingergras, Gewone steenraket, Veldkruidkers, Groot kaasjeskruid, Gewoon langbaardgras; • niet inheems (22): 1d: Klein liefdegras, Kleine varkenskers; 1e: Grijze mosterd, Brede lathyrus, Ruige rupsklaver, Noorse ganzerik, Ruige rudbeckia, Oostelijk kruiskruid, Witte mosterd, Gele wikke, Bonte wikke, Grijskruid, Doornappel, Amerikaanse kruidkers, Vaste lupine, Luzerne, Witte honingklaver, Citroengele honingklaver, Middelste ganzerik, Rechte ganzerik, Bezemkruiskruid, Moederkruid; Nieuw: 25 • inheems (3): 1e: Gele kamille (1977), Esdoornganzenvoet (1975), Smal streepzaad (1973); • niet inheems (22): 1e: Afrikaanse amarant (1980), Groene amarant (1987), Zandambrosia (1983), Tweejarige alsem (1980), Gekielde dravik (1997), Welriekende ganzenvoet (1980), Muurbloemmosterd (1987), Schijnraket (1988), Reuzenbereklauw (1980), Behaard breukkruid (1983), Kleine honingklaver (1980), Roomse kervel (1980), Valse wingerd (1970), Kanariezaad (1970), Bolletjesraket (1981), Glanzend kruiskruid (1994), Wilde sorgo (1986), Alexandrijnse klaver (1979), Inkarnaatklaver (1980), Grote stekelnoot (1990), Stekende stekelnoot (1976), Late stekelnoot (1996). Bespreking Bij de planten van de wegen (1d) is het aantal van de vindplaatsen van praktisch al de inheemse soorten toegenomen. Steenkruidkers en Riempjes zijn in de tweede onderzoeksperiode elk nog op twee plaatsen waargenomen, waar ze in de eerste periode ook voorkwamen. Er zijn geen nieuwe meldingen meer bekend. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 29 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Van de inheemse soorten van droge ruigten (1e) zijn er 2 na 1930 niet meer waargenomen. Al de andere taxa zijn kwantitatief toegenomen. Opvallend is wel dat er in de tweede periode 25 nieuwe soorten aan de lijst konden toegevoegd worden. De Akkerdravik en de Stinkende ganzenvoet zijn in Vlaanderen aangegeven als zeer sterk bedreigd (b!!), maar niet verdwenen. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart zijn de ecotopen van deze groepen, namelijk wegen, ruigten, enz., niet aangeduid. 30 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg C. DROGE RUIGTEN 1. Situering Deze vegetatie bevat biotopen die (zeer) artificieel zijn. Ze sluit aan bij de vegetatie van wegen en wegranden (vorige paragraaf). Het onderscheid tussen beide is moeilijk, omdat ze in de praktijk vaak naast elkaar voorkomen. De ruigten liggen in de onmiddellijke omgeving van wegen, maar worden weinig of niet betreden. Spoorwegbermen, rangeerstations, industriële gebieden, mijnterreinen en dergelijke zijn dikwijls afgesloten, weinig toegankelijk en hun vegetatie wordt dan ook praktisch niet betreden. De soorten van de ruigten zijn pionierplanten. Het verschil met de akkers ligt in het feit dat eens de ruigte ‘ontstaan’ is door een of andere menselijke actie (afgraven, storten, …) de gronden niet meer omgewoeld worden. De ruigte wordt dan door allerlei pionierplanten stelselmatig gekoloniseerd. Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden: • 1f: ruigten op weinig betreden, kalkrijke, niet humeuze, droge grond; • 1g: ruigten op weinig betreden, voedselrijke, humeuze, matig droge grond. 1f Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Vl T b! Ar Hyoscyamus niger Bilzekruid 1 6 3 10 zz c 2 bed 1f Picris echioides Dubbelkelk 1 16 15 9 z b 6 kw 1f Sisymbrium officinale Gewone raket 1 514 773 3 a a 16 mnb 1f Dipsacus fullonum Grote kaardenbol 1 44 111 8 z a 11 zz 1f Diplotaxis tenuifolia Grote zandkool 1 11 15 9 z a 11 zz 1f Agrostis gigantea Hoog struisgras 1 1 71 8 z a 11 zz 1f Centaurea calcitrapa Kalketrip 1 2 0 Verbascum phlomoides Keizerskaars 1 1 1 10 zz b 5 kw 1f Diplotaxis muralis Kleine zandkool 1 5 12 10 zz a 10 zz 1f Carduus nutans Knikkende distel 1 5 3 10 zz c 2 bed 1f Lactuca serriola Kompassla 1 51 116 8 z a 11 zz 1f Verbascum thapsus Koningskaars 1 73 152 7 vz a 12 zz2 1f Marrubium vulgare Malrove 1 11 1 10 zz d 1 mub 1f Verbascum blattaria Mottenkruid 1 3 7 10 zz a 10 zz 1f Chenopodium murale Muurganzenvoet 1 3 4 10 zz a 10 zz 1f Echium vulgare Slangekruid 1 81 133 8 z a 11 zz 1f Descurainia sophia Sofiekruid 1 5 1 10 zz d 1 mub 1f Verbascum densiflorum Stalkaars 1 7 19 9 z a 11 zz 1f Crepis foetida Stinkend streepzaad 1 1 1 10 zz b 5 kw 1f Cynoglossum officinale Veldhondstong 1 12 12 10 zz b 5 kw 1f Onopordum acanthium Wegdistel 1 3 7 10 zz a 10 zz 1f b Nepeta cataria Wild kattekruid 1 3 9 10 zz a 10 zz 1f b! Reseda lutea Wilde reseda 1 101 177 7 vz a 12 zz2 1f Reseda luteola Wouw 1 43 88 8 z a 11 zz 1f Ar Saponaria officinalis Zeepkruid 1 76 113 8 z a 11 zz 1f Ar? Verbascum nigrum Zwarte toorts 1 114 184 7 vz a 12 zz2 1f Bromus tectorum Zwenkdravik 1 41 46 9 z a 11 zz 1f Crepis setosa Borstelstreepzaad 2 1 6 10 zz a 10 zz 1f Pastinaca sativa ssp, urens Brandpastinaak 2 0 5 10 zz nw Hesperis matronalis Damastbloem 2 3 8 10 zz a 10 zz 1f Galega officinalis Galega 2 2 4 10 zz a 10 zz 1f Anchusa officinalis Gewone ossentong 2 0 1 10 zz nw 1f 1984 Ne Oenothera glazioviana Grote teunisbloem 2 0 7 10 zz nw 1f 1980 Ne Sisymbrium altissimum Hongaarse raket 2 33 59 9 z a w 1f 1f 11 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg zz Ar Ne 1965 + Ar ? b b!! Ne b b!! Ar? Ar ? Ne 1983 Ne ? 1f Ne ? 31 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se zz 1f d1 d2 Vl T Oenothera parviflora Kleine teunisbloem 2 7 81 8 z a 11 Salvia verticillata Kranssalie 2 2 6 10 zz a 10 zz 1f Silybum marianum Mariadistel Middelste teunisbloem 2 8 2 10 zz d 1 mub 1f 2 72 106 8 z a 11 zz 1f Ooievaarsbek (ve) 2 0 1 10 zz nw Pyreneese raket 2 3 24 9 z a 11 zz 1f Ne Roedewolfsmelk Ar? Oenothera biennis Geranium versicolor Sisymbrium austriacum ssp, chrysanthum Euphorbia esula ssp, tommasiniana Ne Ne ? Ne 1f 2 12 16 9 z a 11 zz 1f Corispermum leptopterum Smal vlieszaad 2 1 3 10 zz a 10 zz 1f Sisymbrium loeselii Spiesraket 2 4 3 10 zz b 5 kw 1f Foeniculum vulgare Venkel 2 0 4 10 zz nw Camelina sativa Zaadhuttentut 2 2 4 10 zz a 10 zz 1f zz a-z % kl kl2 se Ne 1983 ? Ne Ne 1f 1972 ? Ne ? Ne ? Ne Vl T b Ar 1g Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 d1 d2 Cirsium arvense Akkerdistel 1 884 1249 1 za a 16 mnb 1g Artemisia vulgaris Bijvoet 1 804 1088 2 a a 16 mnb 1g Tanacetum vulgare Chenopodium bonushenricus Boerenwormkruid 1 669 820 3 a a 16 mnb 1g Brave Hendrik 1 4 0 Arctium tomentosum Donzige klit 1 2 2 10 zz b 5 kw 1g Conium maculatum Gevlekte scheerling 1 8 31 9 z a 11 zz 1g Arctium lappa Grote klit 1 19 35 9 z a 11 zz 1g Arctium minus Kleine klit 1 323 366 5 va a 16 mnb 1g Carduus crispus Kruldistel 1 257 455 5 va a 16 mnb 1g Arctium pubens Middelste klit 1 2 24 9 z a 11 zz 1g Campanula rapunculus Rapunzelklokje 1 194 218 6 vz a 12 zz2 1g Rumex obtusifolius Ridderzuring 1 911 1229 1 za a 16 mnb 1g Ballota nigra Stinkende ballote 1 170 198 7 vz a 12 zz2 1g Malva alcea Vijfdelig kaasjeskruid 1 6 19 9 z a 11 zz 1g Amsinckia micrantha 2 0 1 10 zz nw Epilobium ciliatum Amsinckia Beklierde basterdwederik 2 1 234 6 vz a 12 zz2 1g Geranium pyrenaicum Bermooievaarsbek 2 38 63 9 z a 11 zz 1g Borago officinalis 2 4 10 10 zz a 10 zz 1g Solidago canadensis Bernagie Canadese guldenroede 2 0 46 9 z nw 1g 1970 Lupinus luteus Gele lupine 2 0 5 10 zz nw 1g 1980 Guizotia abyssinica Gingellikruid 2 2 13 10 zz a 10 zz 1g Mentha spicata s,l, Groene munt 2 1 8 10 zz a 10 zz 1g Bunias orientalis Grote hardvrucht 2 1 1 10 zz b 5 kw 1g ? Ne Leonurus cardiaca 2 8 3 10 zz c 2 bed 1g b Ar? Fallopia japonica Hartgespan Japanse duizendknoop 2 69 197 7 vz a 12 zz2 1g Cyperus esculentus Knolcyperus 2 0 23 9 z nw Cydonia oblonga Kwee 2 2 4 10 zz a Solidago gigantea Late guldenroede 2 0 12 10 zz nw 1g 1970 Lathyrus annuus Erigeron annuus ssp, septentronalis Lathyrus (an) 2 0 2 10 zz nw 1g 1979 Madelieffijnstraal 2 0 12 10 zz nw 1g 1982 Armoracia rusticana Mierikswortel Nieuw-Nederlandse aster 2 1 13 10 zz a 2 0 7 10 zz nw Aster novi-belgii 32 w 1g 1g 1g 10 10 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg zz zz 1968 b!! 1989 p ? ? Ne Ne ? ? Ne ? ? Ne Ne Ar? Ne 1985 1g ? Ne ? Ne Ne ? Ne Ne 1g 1g Ne Ne 1979 ? Ne Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se 11 zz 1g 10 zz Cardaminopsis arenosa Symphytum 'asperum' groep Rozetsteenkers 2 19 26 9 z a Ruwe smeerwortel 2 0 10 10 zz nw Aster lanceolatus Smalle aster 2 1 8 10 zz a Rumex patientia Spinaziezuring 2 0 23 9 z nw 1g Cuscuta campestris Veldwarkruid 2 0 4 10 zz nw 1g Prunus virginiana Erigeron annuus ssp, annuus Virginische vogelkers 2 2 1 10 zz c 2 bed 1g Zomerfijnstraal 2 2 2 10 zz b 5 kw 1g 1g d1 d2 Vl Ne 1974 1g Ne ? Ne 1980 ? Ne 1983 ? Ne ? Ne Ne Het Zeepkruid -afkomstig van Zuid-Europais lang ingeburgerd in onze streken. Men vindt ze veel in de Maasvallei. Foto: Bert BERTEN. 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 41 inheemse en 43 niet inheemse. Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddeld aantal hokken bedraagt 242 en ligt duidelijk hoger dan het algemeen gemiddelde (159). Dit is te wijten aan het feit dat het aantal hokken van de voedselrijke ruigte (1g) zeer hoog scoort (409). De kalkrijke ruigten (1f) scoren zeer laag (76). Grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • 1f: Sofiekruid (1), Malrove (1), Stinkend streepzaad (1), Keizerskaars (1), Knikkende distel (3), Bilzekruid (3), Muurganzenvoet (4), Wegdistel (7), Mottenkruid (7), Wild kattekruid (9), Veldhondstong (12), Kleine zandkool (12), Dubbelkelk (15), Grote zandkool (15), Stalkaars (19); • 1g: Donzige klit (2), Vijfdelig kaasjeskruid (19). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg T 33 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Weg: 2 • inheems (2): 1f: Kalketrip (1965); 1g: Brave Hendrik (1968); Met uitsterven bedreigd: 3 • inheems (2): 1f: Sofiekruid, Malrove; • niet inheems (1): 1f: Mariadistel; Bedreigd: 4 • inheems (2): 1f: Knikkende distel, Bilzekruid; • niet inheems (2): 1f: Virginische vogelkers ; 1g: Hartgespan; 8 Kwetsbaar: 8 • inheems (5): 1f: Stinkend streepzaad, Veldhondstong, Keizerskaars, Dubbelkelk; 1g: Donzige klit; • niet inheems (3): 1f: Spiesraket, Grote hardvrucht; 1g: Zomerfijnstraal; Zeldzaam: 37 • inheems (18): 1f: Muurganzenvoet, Kleine zandkool, Wild kattekruid, Wegdistel, Mottenkruid, Hoog struisgras, Zwenkdravik, Grote zandkool, Grote kaardenbol, Slangekruid, Kompassla, Wouw, Zeepkruid, Stalkaars; 1g: Grote klit, Middelste klit, Gevlekte scheerling, Vijfdelig kaasjeskruid; • niet inheems (19): 1f: Zaadhuttentut, Smal vlieszaad, Borstelstreepzaad, Galega, Damastbloem, Kranssalie, Roedewolfsmelk, Middelste teunisbloem, Kleine teunisbloem, Hongaarse raket, Pyreneese raket; 1g: Mierikswortel, Smalle aster, Bernagie, Kwee, Gingellikruid, Groene munt, Rozetsteenkers, Bermooievaarsbek; Nieuw: 15 • niet inheems (15): 1f: Gewone ossentong (1984), Venkel (1972), Ooievaarsbek (versicolor) (1983), Grote teunisbloem (1980); 1g: Amsinckia (1989), Nieuw-Nederlandse aster(1979), Veldwarkruid (1983), Knolcyperus (1985), Madelieffijnstraal (1982), Lathyrus (annuus) (1979), Gele lupine (1980), Spinaziezuring (1980), Canadese guldenroede (1970), Late guldenroede (1970), Ruwe smeerwortel (1974). Bespreking Bedreigde soorten vindt men bij de groep van de kalkrijke ruigten (1f), wat logisch is als men weet dat de kalkrijke bodems in Limburg zeer weinig voorkomen (Figuur 5.5). Kalketrip wordt vermeld bij de uitgestorven planten. Een aantal jaren geleden is ze aangetroffen op het aan Kanne grenzend Nederlands deel van de Sint-Pietersberg. De plant bevindt zich nu nog op een 100-tal meter van de grens met Vlaanderen. Waarschijnlijk verschijnt de soort binnen enkele jaren terug in Kanne. In Vlaanderen is de Kalketrip ook aangegeven als verdwenen. Voor de Brave Hendrik geldt de categorie bedreigd (b). Ook de Malrove is zeer sterk bedreigd (b!!), terwijl Sofiekruid in Vlaanderen helemaal niet bedreigd is. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart worden de ruigten niet apart aangeduid. Deze vegetaties vindt men aan spoorwegen, industriegebieden en dergelijke en worden op de BWK aangeduid als ui (industriële bebouwing), kc (groeve), kg (mijnterril), ki (vliegveld), ko (stort), ks (verlaten spoorweg), ku (ruderale vegetatie), kz (opgespoten terrein, industrieterrein). 8 Opmerking: LAMBINON et al. (1998) verwijzen in de Belgische Flora naar een mogelijke foutieve determinatie van de Virginische vogelkers. 34 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3.2 Planten van zoute milieus Tot deze groep behoren soorten van zeeduinen, zoute wateren, schorren en contactsituaties tussen zout en zoet milieu. In Limburg betreft het aangevoerde soorten op brakke grond. D. ZILTE TERREINEN 1. Situering De plantengemeenschappen van zoute milieus zijn gebonden aan het maritiem district. Deze omvat de Vlaamse kust, het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen en de Schelde met haar oevers tot Antwerpen. Ze komt dus in Limburg niet voor. Toch zijn er planten van het maritiem district in Limburg aanwezig. Deze zijn gebonden aan zilte terreinen, zoals de zinkgronden aan de Geul, de steenstorten aan de steenkoolmijnen, de fabrieksterreinen van de metaalverwerkende bedrijven en de autowegen, als gevolg van het gebruik van strooizouten. Slechts één soort van de zeeduinen vindt men in de Kempense landduinen (Helm). Er worden 3 gemeenschappen weergegeven: • 3a: stranden, zeeduinen en zandige vloedmerken; • 3b: zoute tot sterk brakke wateren, slikken en lage schorren; • 3c: hoge schorren en contactsituaties tussen zout en zoet milieu. 3 a, b, c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam % kl kl2 se Ammophila arenaria Helm 1 7 4 10 Salsola kali ssp, ruthenica Zacht loogkruid 1 0 1 10 zz c 2 bed 3a zz nw Leymus arenarius Zandhaver 1 1 10 10 zz a 10 zz 3a Puccinellia distans Stomp kweldergras 1 3 11 10 zz a 10 zz 3b Spergularia marina Zilte schijnspurrie 1 Aster tripolium Zulte 1 0 1 10 zz nw 1 5 10 zz a Cochlearia danica Deens lepelblad Scirpus maritimus Heen 1 0 201 7 vz nw 1 17 16 9 zz b 6 kw 3c Plantago coronopus Hertshoornweegbree 1 10 7 10 zz b 5 kw 3c Carex distans Zilte zegge 1 0 0 LB 40-'70 70-'92 zz a-z d1 3a 1992 b 3b 3c lw Vl T 1991 b 3b 10 zz d2 3c 1997 1900 b 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 10 inheemse soorten Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 22.2 – 3a: 5, 3b: 5 en 3c: 56 - en ligt veel lager dan het algemene gemiddelde (159). Dit wordt verklaard door het feit dat die soorten ecologisch wel aan de kust, maar niet in Limburg thuishoren. De grootste zeldzaamheden zijn: • 3a: Zacht loogkruid (1), Helm (4); • 3b: Zilte schijnspurrie (1), Zulte (5), Stomp kweldergras (10); • 3c: Hertshoornweegbree (7), Heen (16). Tussen haakjes wordt het aantal kilometerhokken vermeld. Enkel het Deens lepelblad is (op dit ogenblik) niet zeldzaam en komt al in 201 hokken voor. Men stelt de laatste tijd ook een toename van de Hertshoornweegbree vast. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 35 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Zandhaver is een maritieme plant. Aan de kust is ze algemeen in de zeeduinen. In de landduinen van de Kempen is ze zeer zeldzaam (Lommel-Balen). Foto: Bert BERTEN. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 1 • inheems (1): 3c: Zilte zegge (<1900); Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 1 • inheems (1): 3a: Helm; Kwetsbaar: 2 • inheems (2): 3c: Hertshoornweegbree, Heen; Zeldzaam: 3 • inheems (3): 3a: Zandhaver, 3b: Zulte, 3c: Stomp kweldergras; Nieuw: 3 • inheems (3): 3a: Zacht loogkruid (1991), 3b: Zilte schijnspurrie (1992), 3c: Deens lepelblad (1997). 36 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Bespreking Zilte zegge werd na 1900 niet meer aangetroffen. Blijkbaar groeide de plant ook op zinkgronden. Van deze groep is er één soort bedreigd: Helm. Al de rest is nieuw of gebonden aan industries of autowegen. Men constateert dat er een sterke uitbreiding is van zowel Deens lepelblad als van Hertshoornweegbree. In Vlaanderen zijn Zilte zegge, Zacht loogkruid en Zilte schijnspurrie aangegeven als bedreigd (b). 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart worden dergelijke zilte milieus niet weergegeven. In de praktijk zijn ze in Limburg gebonden aan de volgende ‘milieus’, die wel op de kaart staan aangeduid: industriële bebouwing (ui), opgespoten terreinen, industrieterreinen (kz) en autowegen. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 37 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3.3 Planten van zoete waters en oevers Deze groepering bevat de vegetatie van de open waters en de aangrenzende biotopen. Deze laatste kunnen bestaan uit kruidige vegetaties (moerassen, natte ruigten), uit struweel of uit bomen (bronbossen). In open water treft men verschillende plantengemeenschappen aan. Enerzijds kunnen het zwevende plantjes zijn, zoals Klein kroos of diepwortelende grote kruiden zoals de Witte waterlelie. Anderzijds zijn een aantal fysische en chemische factoren bepalend voor de ‘samenstelling’ van de vegetatie, zoals onder andere: de waterdiepte, de aanwezige golfslag, de voedselrijkdom, de zuurtegraad, de aanwezigheid van (rottings)slib, de verontreinigingen, enz. De watervegetaties worden ingedeeld aan de hand van het criterium “voedselrijkdom”. Als gevolg van de verlanding van die open waters ontstaan moerassen. Deze kunnen ook opduiken op natte gronden grenzend aan deze wateren. In een later stadium worden deze kruidige vegetaties in de omgeving van open waters omgevormd tot natte ruigten, struwelen of (bron)bossen. E. VOEDSELRIJKE WATERS 1. Situering Men maakt een onderscheid tussen stromende en stilstaande waters. In de beken en de rivieren ligt de diversiteit aan planten beduidend lager dan in stilstaande waters. De aanwezige kruiden dienen, om hier te overleven, over een stevig wortelgestel te beschikken. Schedefonteinkruid en Vlottende waterranonkel kunnen wel gemakkelijk gedijen in snelstromende beken. Veel rivieren hebben echter een beduidend slechte waterkwaliteit zodat er nog weinig planten aanwezig zijn. De soort die het langst standhoudt is Schedefonteinkruid. Men kan ze bijna in elke beek van Zuid-Limburg aantreffen. Stilstaande waters zijn het soortenrijkst. In Limburg zijn er veel vijvers (vooral in Midden-Limburg) voor visvangst of viskweek. In elke vallei in de noordelijke helft van Limburg vindt men bij elk weekendverblijf een gegraven vijver. Ook de grachten rekent men bij stilstaande waters. In de omgeving van de woningen zijn ze, omwille van de lozing van huishoudelijk afvalwater, vaak verontreinigd en soortenarm of enkel begroeid met wieren. Tot slot zijn er de Kempense zand- en de Maaslandse grindgroeven die worden gerekend tot de diepe plassen. Deze groeven bevatten zeer weinig waterplanten. Dit is niet te wijten aan de waterkwaliteit, maar wel aan de diepte van de plassen. Enkel de drijvende planten kan men hier waarnemen. Er wordt één plantengemeenschap weergegeven: • 4a: zoete tot matig brakke, (matig) voedselrijke waters (overwegend obligate waterplanten). 4a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB Myriophyllum spicatum Aarvederkruid 1 Lemna gibba Bultkroos Potamogeton perfoliatus Doorgroeid fonteinkruid Potamogeton natans 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se zz 4a d1 d2 Vl T 18 31 9 z a 11 1 5 11 10 zz a 10 zz 4a 1 13 8 10 zz c 2 bed 4a Drijvend fonteinkruid 1 125 126 8 z b 6 kw 4a Potamogeton crispus Gekroesd fonteinkruid 1 65 85 8 z a 11 zz 4a Nuphar lutea Gele plomp 1 68 61 9 z b 6 kw 4a Callitriche brutia Gesteeld sterrenkroos 1 0 28 9 z nw Callitriche platycarpa Gewoon sterrenkroos 1 3 30 9 z a 11 zz 4a Potamogeton lucens Glanzig fonteinkruid 1 12 9 10 zz b 5 kw 4a Ceratophyllum demersum Grof hoornblad 1 25 57 9 z a 11 zz 4a Utricularia vulgaris Groot blaasjeskruid 1 18 24 9 z a 11 zz 4a b! Najas marina Groot nimfkruid 1 0 5 10 zz nw 4a 1985 b Ranunculus peltatus Grote waterranonkel 1 95 83 8 z b 6 kw 4a Callitriche hamulata Haaksterrenkroos 1 6 35 9 z a 11 zz 4a Potamogeton trichoides Haarfonteinkruid 1 13 35 9 z a 11 zz 4a 38 4a Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg b! 1980 b! Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB zz a-z % kl kl2 se 20 9 z c 4 bed 4a 40-'70 70-'92 Hydrocharis morsus-ranae Kikkerbeet 1 48 Potamogeton berchtoldii Klein fonteinkruid 1 6 15 9 z a 11 zz 4a Lemna minor Klein kroos 1 320 432 5 va a 16 mnb 4a Najas minor Klein nimfkruid 1 0 0 Ranunculus trichophyllus Kleine waterranonkel lw d1 4a 1900 d2 Vl T p + 1 4 11 10 zz a 10 zz 4a Myriophyllum verticillatum Kransvederkruid Langstengelig Potamogeton praelongus fonteinkruid 1 4 3 10 zz b 5 kw 4a b 1 0 0 4a 1900 + Utricularia australis Loos blaasjeskruid Middelste waterranonkel 1 1 14 9 z a 11 zz 4a p 1 2 27 9 z a 11 zz 4a Paarbladig fonteinkruid Penseelbladige waterranonkel 1 2 8 10 zz a 10 zz 4a b Ranunculus aquatilis Groenlandia densa Ranunculus penicillatus lw 1 2 1 10 zz c 2 bed 4a b Potamogeton compressus Plat fonteinkruid 1 7 2 10 zz d 1 mub 4a b Potamogeton friesii Puntig fonteinkruid 1 0 0 4a 1900 p Lemna trisulca Puntkroos 1 43 42 9 z b 6 kw Potamogeton nodosus Rivierfonteinkruid 1 0 2 10 zz nw Potamogeton pectinatus Schedefonteinkruid 1 38 71 8 z a 11 zz Potamogeton acutifolius Spits fonteinkruid 1 0 1 10 zz nw Ranunculus circinatus Stijve waterranonkel 1 3 14 9 z a 11 zz 4a Potamogeton obtusifolius 1 3 28 9 z a 11 zz 4a Callitriche obtusangula Stomp fonteinkruid Stomphoekig sterrenkroos 1 2 7 10 zz a 10 zz 4a Potamogeton pusillus Tenger fonteinkruid 1 16 21 9 z a 11 zz 4a Spirodela polyrrhiza Veelwortelig kroos 1 22 20 9 z b 6 kw 4a Polygonum amphibium 1 261 463 5 va a 16 mnb 4a Ranunculus fluitans Veenwortel Vlottende waterranonkel 1 15 21 9 z a 11 zz 4a b! Nymphoides peltata Watergentiaan 1 0 6 10 zz nw 4a 1972 b! Hottonia palustris Waterviolier 1 77 69 8 z b 6 kw 4a Nymphaea alba Witte waterlelie 1 72 68 9 z b 6 kw 4a Wolffia arrhiza Wortelloos kroos 1 3 0 Zannichellia palustris Zannichellia 1 3 18 9 z a 11 zz 4a Elodea canadensis Brede waterpest 2 99 77 8 z b 6 kw 4a Ne Lemna minuta Dwergkroos 2 0 18 9 z nw 4a 1983 ? Ne Azolla filiculoides Grote kroosvaren 2 0 7 10 zz nw 4a 1985 b Ne Elodea nuttallii Smalle waterpest 2 12 39 9 z a 4a Ne lw 4a 4a 4a w 4a 1950 11 zz 1979 b! 4a 1990 b p b! 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 44 inheemse en 4 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 45 en ligt veel lager dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • 4a: Spits fonteinkruid (1), Penseelbladige waterranonkel (1), Plat fonteinkruid (2), Rivierfonteinkruid (2), Kransvederkruid (3), Groot nimfkruid (5), Watergentiaan (6), Stomphoekig sterrenkroos (7), Doorgroeid fonteinkruid (8), Paarbladig fonteinkruid (8), Glanzig fonteinkruid (9), Bultkroos (11), Kleine waterranonkel (11), Stijve waterranonkel (14), Loos blaasjeskruid (14), Klein fonteinkruid (15), Zannichellia (18), Kikkerbeet (20) en Veelwortelig kroos (20). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 39 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg De frequentie van Kikkerbeet is met meer dan de helft verminderd. Foto: Bert BERTEN. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 3 • inheems (3): Klein nimfkruid (<1900), Puntig - en Langstengelig fonteinkruid (<1900); Weg: • inheems (1): Wortelloos kroos (1950) Met uitsterven bedreigd: 1 • inheems (1): Plat fonteinkruid; Bedreigd: 3 • inheems (3): Doorgroeid fonteinkruid, Penseelbladige waterranonkel, Kikkerbeet; Kwetsbaar: 10 • inheems (9): Kransvederkruid, Glanzig fonteinkruid, Waterviolier, Puntkroos, Gele plomp, Witte waterlelie, Drijvend fonteinkruid, Grote waterranonkel, Veelwortelig kroos; • niet inheems (1): Brede waterpest; Zeldzaam: 21 • inheems (20): Stomphoekig sterrenkroos, Paarbladig fonteinkruid, Bultkroos, Kleine waterranonkel, Haaksterrenkroos, Gewoon sterrenkroos, Grof hoornblad, Aarvederkruid, Klein -, Gekroesd -, Stomp -, Schede-, Tenger -, Haarfonteinkruid, Middelste -, Stijve -, Vlottende waterranonkel, Loos -, Groot blaasjeskruid, Zannichellia; • niet inheems (1): Smalle waterpest; Nieuw: 7 • inheems (5):Gesteeld sterrenkroos (1980), Groot nimfkruid (1985), Watergentiaan (1972), Spits fonteinkruid (1990), Rivierfonteinkruid (1979); • niet inheems (2): Grote kroosvaren (1985), Dwergkroos (1983). 40 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Bespreking Praktisch al de waterplanten zijn zeldzaam. Enkel het Klein kroos en de Veenwortel komen veel voor. Uiteraard heeft de minder goede kwaliteit van de waters daar veel mee te maken. Bovendien worden inventarisaties van vijvers en stromende waters ook zelden grondig uitgevoerd. In Vlaanderen zijn Klein nimfkruid en Langstengelig fonteinkruid ook verdwenen. Het Puntig fonteinkruid is aangegeven als potentiëel bedreigd (p) en het Wortelloos kroos als sterk bedreigd (b!). De in Limburg (sterk) bedreigde planten zijn in Vlaanderen ook bedreigd. Enkel Kikkerbeet is er minder zeldzaam. Er dient opgemerkt te worden dat niet alle waarnemingen van Veenwortel van voedselrijke waters zijn. Veenwortel komt tegenwoordig meer op akkers en vergelijkbare biotopen voor dan in water. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart worden de rivieren en de grachten niet aangeduid. De stilstaande voedselrijke waters worden als ae (vijvers) of als ap (zand- en grindgroeven) aangeduid. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 41 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg F. VOEDSELARME WATERS 1. Situering Deze groep bevat de planten van waters in zandige streken. Het zijn vennen, plassen of vijvers met voedselarm water. Deze waterpartijen worden voornamelijk gevoed door neerslagwater en afstromend oppervlaktewater. Het water is in mindere of meerdere mate gebufferd, naargelang er een invloed van mineralenrijker grondwater is. Meestal zijn deze waterpartijen ondiep. Ook tot deze vegetatie rekent men de pionierplanten van open, vochtige grond. Deze gemeenschap ontwikkelt zich op de bodem van drooggevallen voedselarme waters. Voorwaarden voor de ontwikkeling van de typische vegetatie zijn het voedselarme water en een open, mineraal (zandig) substraat, waar zich geen veen heeft gevormd en waar er weinig of geen slib aanwezig is. Deze omstandigheden komen echter nog zelden voor, waardoor ook de daaraan verbonden soorten zeldzaam zijn. Tegenwoordig zijn vennen verzuurd en geëutrofieerd. De meeste vijvers worden gevoed door voedselrijk water uit beken en grachten. Vijvers, die gebruikt worden voor hengelsport of voor viskweek, zijn nog eens extra belast door het gebruik van meststoffen en/of door de hoge concentraties bodemwoelende vissen. De typische pionierssoorten krijgen in dergelijke vijvers niet de kans zich te ontwikkelen, omdat de waterstand in de vijvers constant hoog wordt gehouden. Trouwens is in de meeste stilstaande waters de vijverbodem venig en/of bedekt met een laag (rottings)slib. Voedselarme wateren zijn beperkt tot de arme zandgronden en in gebieden waar door regelmatige drooglegging van de plassen het slib verdroogt of verwijderd wordt op een natuurlijke manier of door beheer. Men onderscheidt 2 gemeenschappen: • 4b: zoete, voedselarme waters en de periodiek droogvallende oevers daarvan; • 2c: open, matig voedselrijke tot voedselarme, vochtige grond. 4b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Vl T Utricularia ochroleuca Bleekgeel blaasjeskruid 1 0 0 lw 4b 1895 Ranunculus tripartitus Driedelige waterranonkel 1 0 0 lw 4b 1930 Elatine triandra Drietallig glaskroos 1 0 7 10 zz nw 4b 1987 b Sparganium angustifolium Drijvende egelskop 1 0 2 10 zz nw 4b 1978 b Luronium natans Drijvende waterweegbree 1 22 19 9 z b 6 kw 4b p Potamogeton polygonifolius Duizendknoopfonteinkruid 1 84 120 8 z a 11 zz 4b p Elatine hexandra Gesteeld glaskroos 1 13 35 9 z a 11 zz 4b b! Utricularia minor Klein blaasjeskruid 1 24 22 9 z b kw 4b b Elatine hydropiper Klein glaskroos 1 0 23 9 z nw 4b 1985 b Callitriche palustris Klein sterrenkroos 1 0 25 9 z nw 4b 1986 p Isoetes echinospora Kleine biesvaren 1 4 3 10 zz b 5 kw 4b b Sparganium natans Kleinste egelskop 1 12 11 10 zz b 5 kw 4b p Juncus bulbosus Baldellia ranunculoides ssp, repens Knolrus Kruipende moerasweegbree 1 166 195 7 vz a 12 zz2 4b 1 10 13 10 zz a 10 zz 4b Hypericum elodes Moerashertshooi 1 31 38 9 z a 11 zz 4b p Deschampsia setacea Moerassmele 1 18 5 10 zz d 1 mub 4b b! Eleocharis acicularis Naaldwaterbies 1 22 38 9 z a 11 zz 4b p Littorella uniflora 1 19 14 9 z b 6 kw 4b b Apium inundatum Oeverkruid Ondergedoken moerasscherm 1 12 9 10 zz b 5 kw 4b b! Potamogeton gramineus Ongelijkbladig fonteinkruid 1 6 6 10 zz b 5 kw 4b b! Pilularia globulifera Pilvaren 1 11 18 9 z a 11 zz 4b p Utricularia intermedia Plat blaasjeskruid 1 3 2 10 zz c bed 4b b!! Subularia aquatica Priemkruid 1 ? 0 42 6 2 w Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 4b 1942 + + b! + Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se a 10 zz d1 d2 Potamogeton alpinus Rossig fonteinkruid Baldellia ranunculoides ssp, ranunculoides Stijve moerasweegbree 1 2 4 10 zz 1 12 7 10 zz c Myriophyllum alternifolium Teer vederkruid 1 0 3 10 zz nw Eleocharis multicaulis Veelstengelige waterbies 1 39 44 9 z a 11 zz 4b Scirpus fluitans Vlottende bies 1 31 39 9 z a 11 zz 4b Lobelia dortmanna Waterlobelia 1 12 5 10 zz c 2 Ranunculus ololeucos Witte waterranonkel 1 7 2 10 zz d 1 mub 4b Juncus foliosus Gestreepte rus 2 0 13 10 zz nw 4b 1984 p Ne Nymphaea candida Noordelijke waterlelie 2 0 3 10 zz nw 4b 1978 ? Ne LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se 2 4b Vl T b!! bed 4b b! 4b 1979 b bed 4b b!! b! 2c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam d1 d2 Vl T Gnaphalium luteoalbum Bleekgele droogbloem 1 18 26 9 z a 11 zz 2c Scirpus setaceus Borstelbies 1 23 50 9 z a 11 zz 2c Cyperus fuscus Bruin cypergras 1 5 8 10 zz a 10 zz 2c b Carex bohemica Cyperzegge 1 0 0 2c 1890 + Cicendia filiformis Draadgentiaan 1 7 4 10 zz c Carex scandinavica Duindwergzegge 1 1 2 10 zz a 10 Centunculus minimus Dwergbloem 1 2 0 Radiola linoides Dwergvlas 1 3 1 10 zz d Eleocharis ovata Eivormige waterbies 1 5 14 9 z a 11 zz 2c Centaurium pulchellum Fraai duizendguldenkruid 1 7 5 10 zz b kw 2c Cyperus flavescens Plantago major ssp, intermedia Geel cypergras 1 0 0 Getande weegbree 1 4 47 Gypsophila muralis Gipskruid 1 1 0 Illicebrum verticillatum Grondster 1 16 Montia minor Klein bronkruid 1 Polygonum minus Kleine duizendknoop 1 Lythrum hyssopifolia Kleine kattenstaart Juncus capitatus Delia segetalis lw 2 bed 2c zz w 2c 2c 1963 1 mub 2c 5 lw 2c 1900 a 11 zz b!! ? b!! b! b + 9 z 2c 1968 + 11 10 zz b 5 kw 2c b 40 46 9 z a 11 zz 2c 32 57 9 z a 11 zz 2c 1 1 2 10 zz a 10 zz 2c ? Koprus 1 ? 0 w 2c 1945 + Korenschijnspurrie 1 ? 0 w 2c 1940 + Hypericum humifusum Liggend hertshooi 1 59 123 8 Potentilla supina Liggende ganzerik 1 1 1 Gnaphalium uliginosum Moerasdroogbloem 1 289 509 Crassula tillaea Mosbloempje 1 0 0 Myosurus minimus Muizenstaart 1 5 24 9 z a 11 Spergularia rubra Rode schijnspurrie 1 93 151 7 vz a 12 zz2 2c Sagina nodosa Sierlijke vetmuur 1 0 0 Limosella aquatica Slijkgroen 1 0 4 10 zz Sagina apetala ssp, erecta Tengere vetmuur (er) 1 9 44 9 z a 11 Lythrum portula Waterpostelein 1 53 98 8 z a 11 Juncus tenageia Wijdbloeiende rus 1 3 2 10 zz c Lindernia procumbens Liggende lindernia 2 0 1 10 zz nw 2c 1995 ? Ne Lindernia dubia Schijngenadekruid 2 0 2 10 zz nw 2c 1993 ? Ne w 2c z a 11 zz 2c 10 zz b kw 2c 4 va a 16 mnb 2c 5 lw 2c 1863 zz lw 2c 1930 2c zz 2c zz 2c bed 2c Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg + 2c nw 2 b! b b 1982 b! b!! 43 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 60 inheemse en 4 niet inheemse. Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 32 (2c: 40 en 4b: 23) en ligt veel lager dan het algemeen gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • 2c: Dwergvlas (1), Liggende ganzerik (1), Wijdbloeiende rus (2), Kleine kattenstaart (2), Duindwergzegge (2), Slijkgroen (4), Draadgentiaan (4), Fraai duizendguldenkruid (5), Bruin cypergras (8), Grondster (11), Eivormige waterbies (14); • 4b: Witte waterranonkel (2), Plat blaasjeskruid (2), Drijvende egelskop (2), Teer vederkruid (3), Kleine biesvaren (3), Rossig fonteinkruid (4), Moerassmele (5), Waterlobelia (5), Ongelijkbladig fonteinkruid (6), Drietallig glaskroos (7), Stijve moerasweegbree (7), Ondergedoken moerasscherm (9), Kleinste egelskop (11), Kruipende moerasweegbree (13), Oeverkruid (14), Pilvaren (18), Drijvende waterweegbree (19). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Waterlobelia komt voor in vennen met een ‘kale’, zuivere zandbodem.In Limburg is dat beperkt tot enkele vennen. Foto: Jan GABRIELS. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 6 • Inheems (6): 2c: Cyperzegge (1890), Mosbloempje (1863), Geel cypergras (<1900), Sierlijke vetmuur (1930); 4b: Driedelige waterranonkel (1930), Bleekgeel blaasjeskruid (1895); Weg: 5 • Inheems (5): 2c: Dwergbloem (1963), Gipskruid (1968), Koprus (1945), Korenschijnspurrie (1940); 4b: Priemkruid (1942); 44 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Met uitsterven bedreigd: 3 • inheems (3): 2c: Dwergvlas; 4b: Moerassmele, Witte waterranonkel; Bedreigd: 5 • inheems (5): 2c: Draadgentiaan, Wijdbloeiende rus; 4b: Stijve moerasweegbree, Waterlobelia, Plat blaasjeskruid; Kwetsbaar: 10 • inheems (10): 2c: Fraai duizendguldenkruid, Grondster, Liggende ganzerik; 4b: Ondergedoken moerasscherm, Kleine biesvaren, Ongelijkbladig fonteinkruid, Kleinste egelskop, Oeverkruid, Drijvende waterweegbree, Klein blaasjeskruid; Zeldzaam: 21 • inheems (21): 4b: Kruipende moerasweegbree, Rossig fonteinkruid, Gesteeld glaskroos, Naaldwaterbies, Veelstengelige waterbies, Moerashertshooi, Pilvaren, Duizendknoopfonteinkruid, Vlottende bies, Duindwergzegge, Bruin cypergras, Kleine kattenstaart, Eivormige waterbies, Bleekgele droogbloem, Liggend hertshooi, Waterpostelein, Klein bronkruid, Muizenstaart, Tengere vetmuur, Borstelbies, Kleine duizendknoop; Nieuw: 10 • inheems (6): 4b: Klein sterrenkroos (1986), Klein glaskroos (1985), Drietallig glaskroos (1987), Teer vederkruid (1979), Drijvende egelskop (1978); 2c: Slijkgroen (1982); • niet inheems (4): 4b: Gestreepte rus (1984), Noordelijke waterlelie (1978); 2c: Schijngenadekruid (1993), Liggende lindernia (1995). Bespreking Praktisch alle soorten van deze groep zijn dus Rode-Lijstsoorten. Enkel de Moerasdroogbloem (2c) komt in meer dan 500 hokken voor en is momenteel niet bedreigd. De Rode schijnspurrie (2c) en de Knolrus (4b) zijn nog zeldzaam (klasse 12: zz2), maar zijn toch waargenomen in meer dan 150 hokken. De rest van de soorten is zeer kwetsbaar. Van de 11 verdwenen soorten van Limburg zijn er in Vlaanderen 9 niet meer waargenomen. De Sierlijke vetmuur is er bedreigd (b) en de Dwergbloem zeer sterk bedreigd (b!!). De in Limburg sterk bedreigde planten zijn dat ook in Vlaanderen. Van de in Vlaanderen bedreigd aangegeven soorten komt enkel de Rode schijnspurrie in Limburg nog veel voor. Opmerking: Moerasdroogbloem heeft een veel bredere ecologische amplitude. LAMBINON et al. (1998) geven aan dat de plant niet alleen kan voorkomen op vijveroevers en in drooggevallen plassen, maar ook op natte wegen en akkers. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart is deze vegetatie weergegeven bij de voedselarme waters (ao, aom). Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 45 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg G. MOERASSEN 1. Situering Deze groep bevat de plantengemeenschappen van verlandingsvegetaties van stilstaande of stromende waters. Ook de pionierplanten van de natte gronden in de omgeving van die waters worden hierbij besproken. Deze vegetaties grenzen aan vijvers, plassen, grachten, beken, rivieren enz. die alle voedselrijk water bevatten. Deze groeiplaatsen kunnen op een natuurlijke of op een artificiële wijze ontstaan. Moerassen ontstaan in overstromingsgebieden van beken en rivieren, op plaatsen met een hoge grondwaterstand en/of waar het oppervlaktewater niet of onvoldoende kan afstromen. Ook menselijke activiteiten creëren zulke biotopen. Als gevolg van het graven van grachten, poelen, plassen,… , van het onderhoud (al dan niet mechanisch) van de rivieren, van het aanleggen van dijken in vijvergebieden en van het droogvallen van vijvers en grachten worden gronden omgewoeld en ontstaan er natte, kale bodems. In eerste instantie koloniseren de pionierplanten de naakte bodem. Als de bodem open blijft, handhaaft zich de pioniervegetatie, anders raakt de bodem (en de plas) begroeid met verlandingsvegetaties. Tot deze groep rekent men ook natte grazige plaatsen, waar er zich sterk wisselvallige milieuomstandigheden kunnen voordoen als gevolg van de aanvoer van kwelwater of van een overstroming. Er zijn 4 gemeenschappen: • 2a: relatief voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk fluctuerende milieu-omstandigheden; • 2b: open, voedsel- (speciaal stikstof-)rijke natte grond; • 4c: verlandingsvegetaties in zoete, matig voedselrijke, stagnerende of lichtstromende, ondiepe tot diepe waters; dikwijls veenvormend; • 4d: verlandingsvegetaties in zoete, voedselrijke, stromende of periodiek droogvallende waters; niet veenvormend. 2a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz Trifolium fragiferum Aardbeiklaver 1 Rorippa sylvestris Akkerkers Mentha arvensis Trifolium hybridum ssp, hybridum Akkermunt Ranunculus sardous a-z % kl kl2 se z b 6 kw 2a d1 d2 Vl 18 15 9 1 75 125 8 z a 11 zz 2a 1 170 251 6 vz a 12 zz2 2a Basterdklaver 1 175 215 6 vz a 12 zz2 2a Behaarde boterbloem 1 230 268 6 vz a 12 zz2 2a Inula brittannica Engelse alant 1 6 4 10 zz c 2 bed 2a Agrostis stolonifera Fioringras 1 351 497 4 va a 16 mnb 2a Alopecurus geniculatus Geknikte vossenstaart 1 190 270 6 vz a 12 zz2 Gratiola officinalis Genadekruid 1 0 1 10 zz nw Pulicaria dysenterica Heelblaadjes 1 193 245 6 vz a 12 zz2 2a Rumex conglomeratus Kluwenzuring 1 193 266 6 vz a 12 zz2 2a Ranunculus repens Kruipende boterbloem 1 1032 1365 1 za a 16 mnb 2a Rumex crispus Krulzuring 1 490 812 3 a a 16 mnb 2a Equisetum palustre Lidrus 1 455 466 5 va a 16 mnb 2a Lysimachia nummularia Penningkruid 1 419 453 5 va a 16 mnb 2a Juncus effusus Pitrus 1 758 1044 2 a a 16 mnb 2a Juncus compressus Platte rus 1 18 20 9 z a 11 zz 2a p Mentha pulegium Polei 1 1 2 10 zz a 10 zz 2a b!! Festuca arundinacea Rietzwenkgras 1 304 451 5 va a 16 mnb 2a Odontites vernus Rode ogentroost 1 164 141 7 vz b 9 Carex hirta Ruige zegge 1 332 367 5 va a 16 mnb 2a 46 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg ? b! 2a 2a kw2 T 2a 2000 + Ar? Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Poa trivialis Ruw beemdgras LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se 1 252 351 5 va a 16 mnb 2a Deschampsia cespitosa Ruwe smele Trifolium hybridum ssp, elegans Slanke klaver 1 375 462 5 va a 16 mnb 2a 1 0 5 10 zz nw Eleocharis uniglumis Slanke waterbies 1 0 1 10 zz nw Juncus tenuis Tengere rus 1 427 453 5 va a 16 mnb 2a Veronica serpyllifolia Tijmereprijs 1 107 174 7 vz a 12 zz2 2a Carex cuprina Valse voszegge 1 42 77 8 z a 11 zz 2a Leontodon autumnalis Vertakte leeuwentand 1 500 674 4 va a 16 mnb 2a Potentilla reptans Vijfvingerkruid 1 211 258 6 vz a 12 Trifolium repens Mentha suaveolens + hybriden Witte klaver 1 732 947 2 a a 16 mnb 2a Witte munt + hybriden 1 166 171 7 vz a 12 zz2 2a Juncus inflexus Zeegroene rus 1 156 178 7 vz a 12 zz2 2a Potentilla anserina Zilverschoon 1 582 726 3 a a 16 mnb 2a Juncus articulatus Zomprus 1 151 199 7 vz a 12 zz2 2a Myosotis cespitosa Zompvergeet-mij-nietje 1 61 67 9 z a 11 zz 2a Rorippa austriaca Oostenrijkse kers 2 4 5 10 zz a 10 zz 2a Trifolium resupinatum Perzische klaver 2 0 3 10 zz nw 40-'70 70-'92 zz a-z % kl 5 va a 16 mnb 2b 12 zz2 d1 d2 2a 1980 2a 1983 Vl T ? Ne 2a Ne 2a 1980 ? Ne kl2 se d1 d2 Vl T 1987 b!! 2b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB Ranunculus sceleratus Beklierde duizendknoop Blaartrekkende boterbloem 1 149 254 6 vz a Ludwigia palustris Echt waterlepeltje 1 0 3 10 zz nw Rumex maritimus Goudzuring 1 18 25 9 z a 11 Juncus bufonius Greppelrus 1 433 621 4 va a 16 mnb 2b Pulicaria vulgaris Klein vlooienkruid 1 4 5 10 zz a 10 zz 2b Bidens cernua 1 56 78 8 z a 11 zz 2b Apium repens Knikkend tandzaad Kruipend moerasscherm 1 1 1 10 zz b 5 kw 2b Senecio congestus Moerasandijvie 1 28 7 10 zz d 1 Rorippa islandica Moeraskers 1 193 442 5 va a 16 mnb 2b Rumex palustris Moeraszuring 1 6 41 9 z a 11 zz 2b Leersia oryzoides Rijstgras 1 16 12 10 zz b 5 kw 2b Chenopodium rubrum Rode ganzenvoet 1 25 89 8 z a 11 zz 2b Alopecurus aequalis Rosse vossenstaart 1 44 72 8 z a 11 zz 2b Bidens tripartita Veerdelig tandzaad 1 248 331 6 vz a 12 zz2 2b Catabrosa aquatica Watergras 1 11 9 10 zz b 5 kw Myosoton aquaticum Watermuur 1 254 425 5 va a 16 mnb 2b Polygonum hydropiper Waterpeper 1 413 573 4 va a 16 mnb 2b Polygonum mite Zachte duizendknoop 1 33 95 8 z a 11 zz 2b Chenopodium glaucum Zeegroene ganzenvoet 1 17 26 9 z a 11 zz 2b Ar Bidens connata Smal tandzaad 2 13 44 9 z a 11 zz 2b Ne Bidens frondosa Zwart tandzaad 2 64 97 8 z a 11 zz 2b Ne Polygonum lapathifolium 1 220 401 zz2 2b 2b zz 2b b!! b!! mub 2b Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 2b b! b 47 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 4c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se Carex vesicaria Blaaszegge 1 78 54 9 z b 6 kw 4c Scutellaria galericulata 1 113 159 7 vz a 12 zz2 4c Epilobium obscurum Blauw glidkruid Donkergroene basterdwederik 1 12 39 9 z a 11 zz 4c Cladium mariscus Galigaan 1 13 8 10 zz c 2 bed 4c Iris pseudacorus Gele lis 1 500 620 4 va a 16 mnb 4c Ranunculus lingua Grote boterbloem 1 10 3 10 zz d 1 mub 4c Sparganium erectum Grote egelskop 1 185 308 6 vz a 12 zz2 4c Typha latifolia Grote lisdodde 1 241 403 5 va a 16 mnb 4c Sium latifolium Grote watereppe 1 17 4 10 zz d 1 mub 4c Calamagrostis canescens Hennegras 1 154 203 7 vz a 12 zz2 4c Carex pseudocyperus Hoge cyperzegge 1 50 62 9 z a 11 zz 4c Equisetum fluviatile Holpijp 1 290 317 6 vz a 12 zz2 4c Acorus calamus Kalmoes 1 61 70 8 z a 11 zz 4c Typha angustifolia Kleine lisdodde 1 58 72 8 z a 11 zz 4c Glyceria maxima Liesgras 1 264 348 5 va a 16 mnb 4c Scirpus lacustris Mattenbies 1 93 80 8 z b 6 kw 4c Poa palustris Moerasbeemdgras 1 53 104 8 z a 11 zz 4c Carex acutiformis Moeraszegge 1 129 199 7 vz a 12 zz2 4c Carex riparia Cardamine pratensis ssp, paludosa Oeverzegge 1 5 35 9 z a 11 zz 4c Pinksterbloem (pa) 1 7 18 9 z a 11 zz 4c Carex paniculata Pluimzegge 1 74 110 8 z a 11 zz 4c Phragmites australis Riet 1 435 576 4 va a 16 mnb 4c Scirpus tabernaemontani Ruwe bies 1 1 2 10 zz a 10 zz 4c Carex acuta Scherpe zegge 1 139 145 7 vz a 12 zz2 4c Calla palustris Slangewortel 1 15 17 9 z a 11 zz 4c Carex elata Stijve zegge 1 45 57 9 z a 11 zz 4c Carex vulpina Voszegge 1 28 18 9 z c 4 bed 4c Mentha aquatica Watermunt 1 282 375 5 va a 16 mnb 4c Cicuta virosa Waterscheerling 1 15 29 9 z a 11 zz 4c Rumex hydrolapathum Waterzuring 1 180 250 6 vz a 12 zz2 4c Lycopus europaeus Wolfspoot 1 526 682 4 va a 16 mnb 4c Leucojum aestivum Zomerklokje 1 0 1 10 zz nw 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Vl b b! p p p p p p 4c 1980 b!! 4d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB Veronica beccabunga Beekpunge Veronica anagallis-aquatica ssp, an-aq Blauwe waterereprijs 1 1 Rorippa amphibia Gele waterkers 1 Scrophularia auriculata Geoord helmkruid 1 Glyceria declinata Getand vlotgras Scrophularia umbrosa ssp, Gevleugeld helmkruid neesii (n) Scrophularia umbrosa ssp, Gevleugeld helmkruid umbrosa (u) Gevleugeld Callitriche stagnalis sterrenkroos 1 Eleocharis palustris Gewone waterbies 1 Apium nodiflorum Groot moerasscherm 1 Alisma plantago-aquatica Grote waterweegbree 1 48 174 d1 d2 Vl 276 6 vz a 12 zz2 4d 24 47 9 z a 11 zz 4d 109 137 8 z a 11 zz 4d 234 376 5 va a 16 mnb 4d 1 93 81 8 z b 6 kw 4d 1 3 2 10 zz c 2 bed 4d ? 1 7 7 10 zz b 5 kw 4d p 13 32 9 z a 11 zz 4d 131 145 7 vz a 12 zz2 4d 163 232 6 vz a 12 zz2 4d 312 394 5 va a 16 mnb 4d Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg T Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz 9 a-z % kl kl2 se z a 11 zz 4d d1 d2 Vl Sparganium emersum Kleine egelskop 1 45 48 Berula erecta Kleine watereppe 1 23 35 9 z a 11 zz 4d Ranunculus hederaceus Klimopwaterranonkel 1 7 10 10 zz a 10 zz 4d p Hippuris vulgaris Lidsteng 1 4 4 10 zz b 5 kw 4d p Glyceria fluitans 1 414 483 4 va a 16 mnb 4d Myosotis scorpioides Mannagras Moerasvergeet-mijnietje 1 268 355 5 va a 16 mnb 4d Sagittaria sagittifolia Pijlkruid 1 78 60 9 z b 6 kw 4d Oenanthe fistulosa Pijptorkruid 1 43 33 9 z b 6 kw 4d Phalaris arundinacea Rietgras Veronica anagallis-aquatica ssp, aquatica Rode waterereprijs 1 515 679 4 va a 16 mnb 4d 1 12 27 9 z a 11 zz 4d Nasturtium microphyllum Slanke waterkers 1 13 38 9 z a 11 zz 4d Alisma lanceolatum Slanke waterweegbree 1 22 20 9 z b 6 kw 4d Glyceria notata Stomp vlotgras 1 47 52 9 z a 11 zz 4d Oenanthe aquatica Watertorkruid 1 141 145 7 vz a 12 zz2 4d Nasturtium officinale Witte waterkers 1 7 58 9 z a 11 zz 4d Butomus umbellatus Zwanebloem 1 14 20 9 z a 11 zz 4d p Mimulus guttatus Gele maskerbloem 2 0 1 10 zz nw 4d 2000 0 T p Ne Het Echt waterlepeltje is in Limburg de eerste maal (officieel) gemeld in 1987. In de Antwerpse Kempen kwam de plant al langer voor. Foto: Tom VERSCHRAEGEN. 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 115 inheemse en 5 niet inheemse Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 49 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 276 (2a: 343; 2b: 175; 4c: 172 en 4d: 140) en ligt hoger dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn: • • 2a: Slanke waterbies (1), Polei (2), Engelse alant (4), Aardbeiklaver (15), Platte rus (20); 2b: Kruipend moerasscherm (1), Echt waterlepeltje (3), Klein vlooienkruid (5), Watergras (9), Rijstgras (12); • 4c: Zomerklokje (1), Ruwe bies (2), Grote boterbloem (3), Grote watereppe (4), Galigaan (8), Slangewortel (17), Voszegge (18); • 4d: Gevleugeld helmkruid (ssp neesii: 2, ssp umbrosa: 7), Lidsteng (4), Klimopwaterranonkel (10), Slanke waterweegbree (20), Zwanebloem (20). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: 3 • inheems (3): 2b:Moerasandijvie; 4c:Grote boterbloem, Grote watereppe; Bedreigd: 4 • inheems (3): 2a: Engelse alant; 4c: Galigaan, Voszegge; 4d: Gevleugeld helmkruid (ssp neesii); Kwetsbaar: 12 • inheems (12): 2a: Aardbeiklaver; 2b: Kruipend moerasscherm, Watergras, Rijstgras; 4c: Blaaszegge, Mattenbies; 4d: Lidsteng, Gevleugeld helmkruid (ssp umbrosa), Slanke waterweegbree, Getand vlotgras, Pijptorkruid, Pijlkruid; Zeldzaam: 38 • inheems (35): 2a: Polei, Valse voszegge, Platte rus, Zompvergeet-mij-nietje, Akkerkers; 2b: Klein vlooienkruid, Rosse vossenstaart, Knikkend tandzaad, Zeegroene ganzenvoet, Rode ganzenvoet, Zachte duizendknoop, Goudzuring, Moeraszuring; 4c: Ruwe bies, Kalmoes, Slangewortel, Stijve zegge, Pluimzegge, Hoge cyperzegge, Oeverzegge, Waterscheerling, Donkergroene basterdwederik, Moerasbeemdgras, Kleine lisdodde; 4d: Klimopwaterranonkel, Kleine watereppe, Zwanebloem, Gevleugeld sterrenkroos, Stomp vlotgras, Slanke waterkers, Witte waterkers, Gele waterkers, Kleine egelskop, Blauwe- en Rode waterereprijs; • niet inheems (3): 2a: Oostenrijkse kers; 2b: Smal tandzaad, Zwart tandzaad; Nieuw: 6 • inheems (4): 2a: Slanke waterbies (1983), Genadekruid (2000); 2b: Echt waterlepeltje (1987); 4c: Zomerklokje (1980); • niet inheems (2): 2a: Perzische klaver (1980); 4d: Gele maskerbloem (2000). Bespreking De cijfers geven aan dat het gemiddeld aantal hokken vrij hoog is. De biotopen komen veel voor, vooral in Midden-Limburg en in de Maasvallei. Toch zijn er verschillende soorten al jaren niet meer aangetroffen op hun vroegere standplaatsen. Dit geldt onder meer voor Moerasandijvie, Grote watereppe, Voszegge, Lidsteng, Watergras, Rijstgras, Zwanebloem en Klimopwaterranonkel. De in Limburg bedreigde soorten zijn dit ook in Vlaanderen. Enkel Moerasandijvie en Grote watereppe zijn in Vlaanderen niet als bedreigd aangegeven. 50 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart kan men deze vegetaties net als deze van de voedselrijke waters aantreffen in vijvers (ae) of diepe plassen (ap). Andere karteringseenheden waar men die kan vinden zijn, de moerassen: rietland (mr), galigaanvegetatie (mm) en grote zeggenvegetaties (mc). De grazige plaatsen met sterk wisselvallige milieu-omstandigheden worden gekarteerd als vochtig, halfnatuurlijk grasland zoals het dottergrasland (hc) of het russengrasland (hj). H. NATTE RUIGTEN – BOSSEN OP NATTE GRONDEN EN BRONBOSSEN 1. Situering Tot deze groep rekent men de vegetaties die grenzen aan moerassen en aan beken en rivieren. De vegetatie kan bestaan uit kruiden. Het zijn natte ruigten met meestal een hoogopgaande begroeiing. Vaak zijn het verwaarloosde weilanden, al dan niet beplant met Canadapopulier. Doorgaans zijn het voedselrijke ecotopen in vochtige gebieden al dan niet grenzend aan waterlopen. Na verloop van tijd evolueert de vegetatie van de natte ruigten naar een struweel met wilg of els. Langs rivieren en beken, waar er nog een contact is met de aanliggende oevers, ontwikkelen zich aanspoelingsgordels en rivierbegeleidende struwelen. In een latere fase evolueert de vegetatie naar een bos met als kensoorten Zwarte els en allerlei wilgensoorten. In brongebieden en in de bovenlopen van de rivieren en de beken komen bronbossen voor. In Limburg vindt men deze op het Kempens plateau (bijvoorbeeld aan de Itterbeek, de Abeek, enz.) en in de Voerstreek. Er worden 2 gemeenschappen weergegeven: • 4e: aanspoelingsgordels, natte ruigten en rivierbegeleidende wilgenstruwelen van voedselrijk milieu (4 e); • 9a: bossen op relatief voedselrijke, vochtige tot natte grond en van brongebieden. 4e Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % Salix triandra Amandelwilg 1 29 54 Barbarea intermedia Bitter barbarakruid 1 1 0 Salix purpurea Bittere wilg 1 33 Solanum dulcamara Bitterzoet 1 Angelica sylvestris Gewone engelwortel Symphytum officinale Gewone smeerwortel Barbarea vulgaris Gewoon barbarakruid Melilotus altissima Goudgele honingklaver 1 Petasites hybridus Groot hoefblad 1 a kl kl2 se 11 zz 4e kw 9 z 23 9 z b 6 468 754 3 a a 16 mnb 4e 1 647 807 3 a a 16 mnb 4e 1 407 558 4 va a 16 mnb 4e 1 119 165 7 vz a 12 zz2 4e 13 35 9 z a 11 zz 4e 101 154 7 vz a 12 zz2 4e 39 9 a 11 zz 4e w 4e 1961 Groot warkruid 1 14 Lythrum salicaria Grote kattenstaart 1 398 554 4 va a 16 mnb 4e Calystegia sepium Haagwinde 1 493 724 3 a 16 mnb 4e Epilobium hirsutum Harig wilgenroosje 4e a d2 Vl b 1 364 586 4 va a 16 mnb Euphorbia esula ssp, esula Heksenmelk 1 37 45 9 z a 11 Humulus lupulus Hop 1 623 780 3 a a 16 mnb Salix viminalis Katwilg 1 68 135 8 z a 11 Eupatorium cannabinum Koninginnenkruid 1 387 532 4 va a 16 mnb 4e Salix 'fragilis' groep Kraakwilg 1 84 270 6 vz a 12 zz2 4e Stachys palustris Moerasandoorn 1 231 344 6 vz a 12 zz2 4e Senecio paludosus Moeraskruiskruid 1 5 2 10 zz c 2 bed 4e b Geranium palustre Moerasooievaarsbek 1 1 3 10 zz a 10 zz 4e b! Thalictrum flavum Poelruit 1 54 62 9 11 zz 4e z a zz zz T 4e Cuscuta europaea z d1 4e 4e 4e Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 51 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Vl T Salix alba Schietwilg 1 89 260 6 vz a 12 zz2 4e Epilobium parviflorum Viltige basterdwederik 1 102 199 7 vz a 12 zz2 4e Brassica nigra Zwarte mosterd 1 2 6 10 zz a 10 zz 4e Ar Helianthus tuberosus Aardpeer 2 25 34 9 11 zz 4e Ne? Inula helenium Griekse alant 2 0 2 10 zz nw 4e 1976 Angelica archangelica Grote engelwortel 2 0 5 10 zz nw 4e 1978 Mentha longifolia Hertsmunt 2 0 4 10 zz nw 4e Lepidium latifolium Peperkers 2 0 1 10 zz nw 4e Impatiens glandulifera Reuzenbalsemien 2 16 43 9 z a 11 zz 4e Ne Barbarea stricta Stijf barbarakruid 2 3 40 9 z a 11 zz 4e Ar z a ? Ne 1980 b Ar? 1996 ? Ne Ne 9a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se Cardamine amara Bittere veldkers 1 86 121 8 z a 11 zz 9a Veronica montana Bosereprijs 1 13 24 9 z a 11 zz 9a Stellaria nemorum Bosmuur 1 16 23 9 z a 11 zz 9a p Equisetum sylvaticum Bospaardestaart 1 3 4 10 zz a 10 zz 9a b Cardamine flexuosa Bosveldkers 1 13 38 9 z a 11 zz 9a Lysimachia nemorum Boswederik 1 15 16 9 z a 11 zz 9a Carex elongata Elzenzegge 1 49 56 9 z a 11 zz 9a Salix aurita Geoorde wilg 1 416 459 5 va a 16 mnb 9a Salix 'cinerea' groep Grauwe wilg 1 482 650 4 va a 16 mnb 9a Montia fontana Groot bronkruid 1 8 13 10 zz a 10 Impatiens noli-tangere Groot springzaad 1 7 10 10 zz Carex pendula Hangende zegge 1 4 4 10 zz Carex remota Ijle zegge 1 98 119 8 Osmunda regalis Koningsvaren 1 71 91 Viscum album Maretak 1 100 148 Stellaria uliginosa Chrysosplenium oppositifolium Cardamine pratensis ssp, picra Moerasmuur 1 346 Paarbladig goudveil 1 Pinksterbloem (pi) Equisetum telmateia Salix atrocinerea Carex strigosa zz 9a a 10 zz 9a b 5 kw 9a z a 11 zz 9a 8 z a 11 zz 9a 7 vz a 12 zz2 9a 423 5 va a 16 mnb 9a 11 19 9 z a 11 1 0 35 9 z Reuzenpaardestaart 1 30 41 9 z a 11 zz 9a Rossige wilg 1 7 8 10 zz a 10 zz 9a Slanke zegge 1 4 4 10 zz b kw 9a Sporkehout Verspreidbladig Chrysosplenium alternifolium goudveil 1 674 822 3 a a 16 mnb 9a 1 13 27 9 z a 11 zz 9a Ribes nigrum Zwarte bes 1 25 42 9 z a 11 zz 9a Alnus glutinosa Zwarte els 1 703 899 2 a a 16 mnb 9a Salix pentandra Laurierwilg 2 6 6 10 zz b Frangula alnus zz nw 5 kw d2 Vl T p p 9a 9a 5 d1 1970 b 9a 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 50 inheemse en 8 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 166 (4 e: 163 en 9a: 169) en ligt iets hoger dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: 52 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg ? Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg • • 4e: Moeraskruiskruid (2), Moerasooievaarsbek (3), Zwarte mosterd (6); 9a: Hangende zegge (4), Slanke zegge (4), Bospaardestaart (4), Rossige wilg (8), Groot springzaad (10), Groot bronkruid (13), Boswederik (16), Paarbladig goudveil (19). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. De Koningsvaren is een opvallende verschijning in natte bossen. Foto: Felix BAETEN. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: 1 • Inheems (1): 4 e: Bitter barbarakruid (1961); Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 1 • Inheems (1): 4 e: Moeraskruiskruid; Kwetsbaar: 4 • inheems (3): 4 e: Bittere wilg; 9a: Hangende zegge, Slanke zegge; • niet inheems (1): 9a: Laurierwilg; Zeldzaam: 27 • inheems (24): 4 e: Zwarte mosterd, Moerasooievaarsbek, Groot warkruid, Heksenmelk, Goudgele honingklaver, Amandelwilg, Katwilg, Poelruit; 9a: Bospaardestaart, Groot springzaad, Groot bronkruid, Rossige wilg, Bittere veldkers, Bosveldkers, Elzenzegge, Ijle zegge, Verspreidbladig goudveil, Paarbladig goudveil, Reuzenpaardestaart, Boswederik, Koningsvaren, Zwarte bes, Bosmuur, Bosereprijs; • niet inheems (3): 4 e: Stijf barbarakruid, Aardpeer, Reuzenbalsemien; Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 53 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Nieuw: 4 • niet inheems (4): 4 e: Grote engelwortel (1978), Griekse alant (1976), Peperkers (1996), Hertsmunt (1980). Bespreking De Rode Lijst geeft 2 planten aan die in Limburg niet meer werden waargenomen. Het Bitter barbarakruid is al bijna 40 jaar en het Moeraskruiskruid al meer dan 30 jaar niet meer aangetroffen (BERTEN 1993). In Vlaanderen is dezelfde tendens van bedreiging waar te nemen. De twee genoemde soorten worden in Vlaanderen als bedreigd (b) beschouwd. Het gemiddeld aantal hokken van de inheemse soorten van de natte ruigten en bronbossen ligt iets hoger dan het algemene gemiddelde, omdat deze biotopen veel voorkomen. Veel soorten van deze groep komen voor in de Maasvallei. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart vindt men de soorten van deze vegetatie in de ecotopen die in de paragraaf ‘Moeras’ (G) vermeld zijn. Dit geldt voor de moerassen: rietland (mr) en Grote zeggenvegetatie (mc). Bijkomende karteringseenheden zijn hf (natte ruigte); so en sf (wilgenstruwelen); va, vn, vc (alluviale elzenbossen op minerale bodem); vm (elzenbos op veengrond) en lh (populierenaanplantingen). 54 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3.4 Planten van matig bemeste weilanden I. MATIG BEMEST GRASLAND 1. Situering In deze vegetatie maakt men onderscheid in begraasde en gehooide graslanden. Men vindt ze op voedselrijke, (matig) vochtige tot natte grond. Als de bemesting en de ontwatering achterwege blijven zijn het soortenrijke vegetaties. Typische kensoorten voor deze bloemrijke graslanden zijn – van droog naar nat - Scherpe boterbloem, Pinksterbloem, Echte koekoeksbloem en Dotterbloem. In het geval dat de bemesting en de ontwatering gaan toenemen, zullen de indicatorsoorten zowel kwantitatief als kwalitatief verminderen en zullen ze na verloop van tijd verdwijnen. Men krijgt dan soortenarme graslanden met een zeer beperkt aantal kensoorten zoals de grassen Engels raaigras, Italiaans raaigras, Ruw beemdgras, Kropaar, en dergelijke. Productiegraslanden worden vaak ingezaaid met hoger vermelde grassen. Er groeien heel weinig bloeiende planten: enkel Paardebloem en Vogelmuur kunnen zich aanpassen en er plaatselijk in voorkomen. Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden: • 5a: matig bemeste graslanden op (matig) vochtige grond; • 5b: matig bemeste graslanden op natte grond. 5a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl Lathyrus tuberosus Aardaker 1 9 22 9 Torilis arvensis Akkerdoornzaad 1 0 2 10 zz nw Cynosurus cristatus Beemdkamgras 1 319 325 6 vz a 12 zz2 5a Knautia arvensis Beemdkroon 1 242 250 6 vz a 12 zz2 5a Festuca pratensis Beemdlangbloem 1 183 204 7 vz a 12 zz2 5a Carum carvi Echte karwij 1 1 3 10 zz a 10 zz 5a ? Alchemilla xanthochlora Geelgroene vrouwenmantel 1 9 9 10 zz b 5 kw 5a p Tragopogon pratensis Gele morgenster 1 92 124 zz 5a Holcus lanatus Gestreepte witbol 1 681 Medicago arabica Gevlekte rupsklaver 1 10 Prunella vulgaris Gewone brunel 1 384 Veronica chamaedrys Gewone ereprijs 1 Cerastium fontanum Gewone hoornbloem 1 Dactylis glomerata Gewone kropaar z a 11 kl2 se d1 zz 8 z a 11 931 2 a a 16 mnb 5a 10 10 zz b 471 5 va a 16 mnb 5a 522 627 4 va a 16 mnb 5a 921 1185 1 za a 16 mnb 5a kw Vl 1997 + 5a 5a 5 d2 T Ar ? 5a 1 881 1148 Pastinaca sativa ssp, sativa Gewone pastinaak 1 12 12 1 za a 16 mnb 5a Achillea millefolium Gewoon duizendblad 1 1026 1283 1 za a 16 mnb 5a Centaurea thuillieri Gewoon knoopkruid 1 519 618 4 va a 16 mnb 5a Anthoxanthum odoratum Gewoon reukgras 1 549 633 4 va a 16 mnb 5a Phleum pratense Gewoon timoteegras 1 285 481 5 va a 16 mnb 5a Galium mollugo Glad walstro 1 596 674 4 va a 16 mnb 5a Arrhenatherum elatius Glanshaver 1 549 800 3 a a 16 mnb 5a Trisetum flavescens Goudhaver 1 119 91 8 z b 6 kw 5a Lathyrus nissolia Graslathyrus 1 2 2 10 zz b 5 kw 5a Stellaria graminea Grasmuur 1 603 751 3 Crepis biennis Groot streepzaad 1 252 258 6 vz a 12 zz2 5a Pimpinella major Grote bevernel 1 435 546 4 va a 16 mnb 5a Alopecurus pratensis Grote vossenstaart 1 381 502 4 va a 16 mnb 5a Festuca trachyphylla Hard zwenkgras 1 0 1 Carex ovalis Hazezegge 1 173 243 10 zz b a 5 kw 5a b!! a 16 mnb 5a 10 zz nw 5a 1988 ? 6 vz a 12 zz2 5a Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 55 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Carex ovalis var, argyroglochin LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Hazezegge (ar) 1 0 3 Medicago lupulina Hopklaver 1 353 451 5 va a 16 mnb 5a 5a 1987 Alchemilla glabra Kale vrouwenmantel 1 29 23 9 z b 6 kw 5a Ononis spinosa Kattedoorn 1 147 121 8 z b 6 kw 5a Orobanche minor Klavervreter 1 2 5 10 zz a 10 zz 5a Trifolium dubium Kleine klaver 1 469 559 4 va a 16 mnb 5a Rhinanthus minor Kleine ratelaar 1 64 25 9 Saxifraga granulata Knolsteenbreek 1 237 269 6 vz a 12 zz2 5a Centaurea jacea Knoopkruid 1 7 3 10 zz Centaurea decipiens Knoopkruid (de) 1 0 2 10 zz nw 5a 1976 ? Centaurea serotina Knoopkruid (se) 1 0 4 10 zz nw 5a 1982 ? Potentilla anglica Kruipganzerik 1 41 36 9 z b Bellis perennis Madeliefje 1 818 1031 2 a a 16 mnb 5a Leucanthemum vulgare Taraxacum sectio Subvulgaria Margriet 1 637 717 3 a a 16 mnb 5a Paardebloem 1 0 435 5 va nw Crepis polymorpha Paardebloemstreepzaad 1 2 12 10 zz a 10 Daucus carota Cardamine pratensis ssp, pratensis Peen 1 596 750 3 a a 16 mnb 5a Pinksterbloem (pr) 1 634 894 3 a a 16 mnb 5a Trifolium pratense Rode klaver 1 786 876 3 a a 16 mnb 5a Festuca rubra Rood zwenkgras 1 392 572 4 va a 16 mnb 5a Ranunculus acris Scherpe boterbloem 1 934 1116 1 za a 16 mnb 5a Plantago lanceolata Smalle weegbree 1 984 1160 1 za a 16 mnb 5a Poa pratensis Veldbeemdgras 1 574 676 4 va a 16 mnb 5a Hordeum secalinum Veldgerst 1 2 2 Lathyrus pratensis Veldlathyrus 1 320 396 5 va a 16 mnb 5a Rumex acetosa Veldzuring 1 934 1134 1 za a 16 mnb 5a Senecio erucifolius Viltig kruiskruid 1 31 24 9 Vicia cracca Vogelwikke 1 357 426 5 va a 16 mnb 5a Bromus hordeaceus Zachte dravik 1 526 618 4 va a 16 mnb 5a Centaurea nigra Zwart knoopkruid 1 17 16 9 b 6 kw 5a Geranium pratense Beemdooievaarsbek 2 6 6 10 zz b 5 kw 5a Ne Geranium sylvaticum Bosooievaarsbek 2 1 1 10 zz b 5 kw 5a Ne Veronica filiformis Draadereprijs 2 18 26 9 a 11 zz 5a Ne Rumex thyrsiflorus Geoorde zuring 2 3 5 10 zz a 10 zz 5a Ne Campanula patula Weideklokje 2 1 4 10 zz a 10 zz 5a Ne 10 zz nw z c c 10 zz b z z z b 4 2 6 6 T p b! bed 5a b Ar bed 5a kw 5a 5a 5 Vl zz kw kw 1970 5a 5a p 5a ? 5b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Polygonum bistorta Adderwortel 1 105 160 Scirpus sylvaticus Bosbies 1 298 347 Dactylorhiza fuchsii Bosorchis 1 1 4 10 zz a 10 Dactylorhiza fistulosa Brede orchis 1 35 19 9 Lychnis flos-cuculi Echte koekoeksbloem 1 430 565 4 va a 16 mnb 5b Valeriana repens Echte valeriaan 1 576 717 3 a a 16 mnb 5b Hypericum quadrangulum Gevleugeld hertshooi 1 90 128 8 z a 11 Caltha palustris Gewone dotterbloem 1 321 434 5 va a 16 mnb 5b Sanguisorba officinalis Grote pimpernel 1 8 8 10 zz b Rhinanthus angustifolius Grote ratelaar 1 73 76 8 Lysimachia vulgaris Grote wederik 1 617 744 3 56 LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Vl T 7 vz a 12 zz2 5b 5 va a 16 mnb 5b z c 4 zz 5b bed 5b zz b 5b 5 kw 5b b z a 11 zz 5b p a a 16 mnb 5b Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Ar Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 Colchicum autumnale Herfsttijloos 1 48 64 Cirsium palustre Kale jonker 1 842 859 Peucedanum carvifolia Karwijvarkenskervel 1 0 1 Ajuga reptans Kruipend zenegroen 1 380 519 Veronica longifolia Lange ereprijs 1 1 1 10 zz b Taraxacum sectio Palustria Moeraspaardebloem 1 0 5 10 zz nw Lotus pedunculatus Moerasrolklaver 1 529 657 4 va a 16 mnb 5b Filipendula ulmaria Moerasspirea 1 602 714 3 a a 16 mnb 5b Crepis paludosa Moerasstreepzaad 1 50 48 9 z b 6 kw 5b Cirsium oleraceum Moesdistel 1 60 106 8 z a 11 zz 5b Dactylorhiza praetermissa Rietorchis 1 0 1 10 zz nw Bromus racemosus s, str, Trosdravik 1 32 18 9 Carex disticha Tweerijige zegge 1 148 179 7 vz a 12 zz2 5b Senecio aquaticus Waterkruiskruid 1 20 36 9 Achillea ptarmica Wilde bertram 1 506 522 4 va a 16 mnb 5b Campanula rhomboidales Bergklokje 2 3 2 10 zz b 5 kw 5b Ne Crocus vernus Bonte krokus 2 1 3 10 zz a 10 zz 5b Ne Cirsium rivulare Oeverdistel 2 5 2 10 zz bed 5b Ne 9 z a 11 zz 3 a a 16 mnb 5b 10 zz nw d2 5b 5b Vl T p 1974 b! 4 va a 16 mnb 5b z z c 5 5b 5b 5b 4 a 11 c kw 2 bed 5b zz 5b b 1971 b 1999 p b b 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 85 inheemse en 8 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid van de inheemse soorten Het gemiddelde is 344 (5a: 423 en 5b: 266) en ligt hoger dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • 5a: Hard zwenkgras(1), Knoopkruid (decipiens:2), Akkerdoornzaad (2), Veldgerst (2), Graslathyrus (2), Knoopkruid (jacea:3), Echte karwij (3), Knoopkruid (serotina:4), Klavervreter (5), Geelgroene vrouwenmantel (9), Gevlekte rupsklaver (10), Paardebloemstreepzaad (12), Gewone pastinaak (12), Zwart knoopkruid (16); • 5b: Rietorchis (1), Karwijvarkenskervel (1), Lange ereprijs (1), Bosorchis (4), Moeraspaardebloem (5), Grote pimpernel (8), Trosdravik (18), Brede orchis (19). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 5 • inheems (4): 5a: Knoopkruid (jacea), Kleine ratelaar; 5b: Trosdravik, Brede orchis; • niet inheems (1): 5b: Oeverdistel; Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 57 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Kwetsbaar: 17 • inheems (14): 5a: Geelgroene vrouwenmantel, Veldgerst, Graslathyrus, Gevlekte rupsklaver, Gewone pastinaak, Kale vrouwenmantel, Zwart knoopkruid, Kattedoorn, Kruipganzerik, Viltig kruiskruid, Goudhaver; 5b: Grote pimpernel, Lange ereprijs, Moerasstreepzaad; • niet inheems (3): 5a: Beemdooievaarsbek, Bosooievaarsbek; 5b: Bergklokje; De Brede orchis behoort tot de bedreigde hooilandsoorten. Foto: Tom VERSCHRAEGEN. Zeldzaam: 15 • inheems (11): 5a: Echte karwij, Paardebloemstreepzaad, Klavervreter, Aardaker, Gele morgenster; 5b: Bosorchis, Moesdistel, Herfsttijloos, Gevleugeld hertshooi, Grote ratelaar, Waterkruiskruid; • niet inheems (4): 5a: Weideklokje, Geoorde zuring, Draadereprijs; 5b: Bonte krokus; Nieuw: 8 • inheems (8): 5a: Knoopkruid (decipiens) (1976), Knoopkruid (serotina) (1982), Hard zwenkgras (1988), Paardebloem (1970), Akkerdoornzaad (1997); 5b: Rietorchis (1999), Karwijvarkenskervel (1974), Moeraspaardebloem (1971). Bespreking Het gemiddeld aantal hokken met soorten van graasweiden ligt beduidend hoger dan het algemene gemiddelde. Dit geldt ook voor hooilandsoorten, zij het in mindere mate. De Rode Lijst geeft geen soorten aan die verdwenen zijn of die met uitsterven bedreigd zijn. Toch is de situatie niet zo rooskleurig als ze eruit ziet. De planten van de graasweiden en hooilanden zijn in het begin van de tweede onderzoeksperiode (1970-1992) wel veelvuldig waargenomen, maar die standplaatsen namen vooral na 1980 in sterke mate af. Een onderzoek naar het voorkomen van de Brede orchis (BERTEN 1997) gaf aan dat op de 38 gekende vindplaatsen de orchidee nog slechts 13 maal voorkwam. Deze achteruitgang betekent ook dat de soortendiversiteit van het grootste deel van de hooilanden er in dezelfde mate op achteruit gaat. 58 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg De bedreiging van de soorten die voor Limburg van toepassing is, geldt ook voor Vlaanderen. De in Vlaanderen uitgestorven gewaande Akkerdoornzaad werd in 1997 in Limburg op twee plaatsen aangetroffen. Opmerking: In deze groep zijn 5 Centaurea’s (Knoopkruiden) ondergebracht. De Belgische Flora (LAMBINON et al. 1998) geeft voor het ondergeslacht 9 ‘microsoorten’ aan. De Nederlandse Flora van HEUKELS en de Nederlandse Oecologische Flora van W EEDA (1991) houden het bij één soort. Zij wijzen op een zeer grote variabiliteit van Knoopkruid. Als uitersten zien zij Zwart knoopkruid (C. nigra) en Knoopkruid (C. jacea). Al de andere microsoorten zijn tussenvormen daarvan. In de twee onderzoeksperioden heeft men 4 microsoorten aangegeven. De opgaven van Gewoon knoopkruid zijn reëel. Van de meldingen van de 3 andere microsoorten mag men geen conclusies trekken over bedreiging of kwetsbaarheid, gezien de grote variabiliteit van het Knoopkruid. De Paardebloem (Taraxacum sectie Subvulgaria) is in de periode 1940-1970 niet genoteerd, gezien de complexiteit van de soort enerzijds en omdat de plant anderzijds zowat overal kan voorkomen. Enkel van de tweede onderzoeksperiode zijn er cijfers voorhanden. Daarom wordt de Paardebloem als “nieuw” aangegeven. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart kan men de hooilanden terugvinden bij de karteringseenheden hu (mesofiel hooiland), hc (dottergrasland), hj (russengrasland). Voor de graasweiden gelden de volgende symbolen: hp, hp* (graasweide) en hx (soortenarm grasland). De karteringseenheid hp* geeft aan dat de graasweiden bloemrijk zijn. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 59 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3.5 Planten van droge graslanden, muren en rotsen J. MUUR 1. Situering Tot deze groep rekent men de vegetatie van stenige, steile standplaatsen. In de natuur vindt men deze laatste op rotsen. Maar ook door de mens gemaakte wallen, muren, putten, ruïnes en dergelijke zijn overeenkomende habitats. In Limburg vindt men natuurlijke ‘rotsen’ slechts plaatselijk: de grotten in Vechmaal (Mergelkuilen), Gelinden (Overbroek), Riemst (Zichen-Zussen-Bolder, Kanne, …), de ‘rots’wanden aan het Albertkanaal tussen Veldwezelt en de Sint-Pietersberg en plaatselijk een aantal groeven te Voeren. De kunstmatige groeiplaatsen (muren, wallen, e.d.) komen overal in de provincie voor. Goed ontwikkelde muurvegetaties vindt men echter vooral op oudere muren. Als de voegen tussen de stenen kalkrijk zijn is de muurvegetatie bijzonder soortenrijk. De gebouwen en de muren, die opgetrokken zijn met mergelblokken bevatten vaak dergelijke bijzondere muurvegetaties (bijvoorbeeld in het Begijnhof te Tongeren en een groot aantal kerken in (Zuid)-Limburg). Er wordt 1 gemeenschap onderscheiden: • 6a: muren en rotsen. 6a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Cystopteris fragilis Blaasvaren 1 3 0 Asplenium ruta-muraria Muurvaren LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 w se d1 d2 Vl, T 6a 1967 1 136 165 Gymnocarpium robertianum Rechte driehoeksvaren 1 ? 0 Asplenium trichomanes 1 29 34 9 a 11 zz 6a Asplenium adiantum-nigrum Zwartsteel 1 2 4 10 zz a 10 zz 6a Sempervivum tectorum Donderblad 2 4 8 10 zz a 10 zz 6a ? Ne Pseudofumaria lutea Gele helmbloem 2 13 13 10 zz b kw 6a Ne Antirrhinum majus Grote leeuwenbek 2 4 7 10 zz a 10 zz 6a ? Ne Erysimum cheiri Muurbloem 2 6 6 10 zz b 5 kw 6a b Ne Cymbalaria muralis Muurleeuwenbek 2 33 58 9 a 11 zz 6a Ar? Rumex scutatus 2 4 5 10 zz a 10 zz 6a Ne Hieracium amplexicaule Spaanse zuring Stengelomvattend havikskruid 2 2 4 10 zz a 10 zz 6a Buddleja davidii Vlinderstruik 2 0 10 10 zz nw Steenbreekvaren 7 vz a 12 zz2 b!! w z z 6a 6a 1942 5 6a b!! b!! Ne 1990 Ne 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 5 inheemse en 8 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 40 en ligt veel lager dan het algemene gemiddelde (159). Twee soorten zijn verdwenen. Van de drie overgebleven muurplanten is de varen Zwartsteel de meest zeldzame. Ze komt in 4 kilometerhokken voor. 60 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg De Muurbloem op een bakstenen muur te Sint-Truiden. Foto: Eddy DUPAE. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: - Weg: 2 • Inheems (2): Blaasvaren (1967), Rechte driehoeksvaren (1942); Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: Kwetsbaar: 2 • niet inheems (2): Muurbloem, Gele helmbloem; Zeldzaam: 7 • inheems (2): Zwartsteel, Steenbreekvaren; • niet inheems (5): Grote leeuwenbek, Stengelomvattend havikskruid, Spaanse zuring, Donderblad, Muurleeuwenbek; Nieuw: 1 • niet inheems (1): Vlinderstruik (1990). Bespreking Dit milieutype komt zeer beperkt voor. Dit betekent dat al de soorten, op de Muurvaren na, zeldzaam zijn. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 61 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg In oude stadscentra vindt men op grote gebouwen, die opgetrokken zijn met mergelblokken veel muurplanten. De grootste bedreiging voor de muurvegetatie ligt in het feit dat bepaalde muren ‘hersteld’ worden, waarbij de oude voegen vervangen worden door een nieuwe cementspecie en de stenen tijdens een gevelreiniging worden gekuist. De in Limburg verdwenen soorten zijn in Vlaanderen zeer sterk bedreigd (b!!). 3. Ecotopen De Biologische Waarderingskaart geeft de volgende karteringseenheden aan: km (oude muur of ruine), kr (rotswand), … Men vindt deze eenheden enkel als hun oppervlakte groter is dan 0,25 ha, hetgeen zich in Limburg waarschijnlijk niet voordoet. De gebouwen (inclusief muren) in de gemeenten worden gekarteerd als ud (dichte bebouwing) en ua (minder dichte bebouwing). 62 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg K. NATUURLIJK DROOG GRASLAND 1. Situering In Limburg kan men deze vegetatie vinden in de graslanden van Zuid-Limburg en de Kempen. In Voeren, in de Maasvallei en in Zuidoost- Limburg ( Heers, Tongeren, Riemst) bevat deze groep de droge graslanden op kalkhoudende bodems. In de Kempen omvat ze de graslanden op droge, voedselarme zandgrond. De kalkgraslanden zijn in Limburg in oppervlakte zeer beperkt. Op de Sint-Pietersberg (Maastricht, Lanaye, Eben-Emaël, Wonck, Visé,…) komen ze veel voor, maar zowat 90 % van de Sint-Pietersberg bevindt zich net over de grens in Wallonië en in Nederland. De kalkbodems liggen hier aan de oppervlakte. In Zuidoost-Limburg dagzomen deze bodems lokaal (mergels van Gelinden bijvoorbeeld), maar nemen slechts een kleine oppervlakte in beslag (Figuur 5.5). Andere plaatsen waar kalkgraslandsoorten ook lokaal voorkomen zijn de oevers van de Maas, de spoorwegbermen of de metaalverwerkende bedrijven in de Kempen. De kalkgraslanden zijn soortenrijke gemeenschappen met opvallend veel orchideeën en mossen. De droge graslanden op zandgrond komen in de Kempen veelvuldig voor. Het zijn niet altijd cultuurgraslanden, maar ze ontstaan ook natuurlijk op de landduinen, op taluds of langs wegbermen. De vegetaties zijn open tot gesloten, soortenrijk vooral wat betreft de lichenen en de bladmossen. Er worden 4 gemeenschappen weergegeven: • 6b: graslanden op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, niet tot matig kalkhoudende, neutrale tot zwak basische grond; • 6c: graslanden op droge, voedselarme, kalkrijke of zinkhoudende, neutrale tot basische grond; • 6d: graslanden op zeer droge, voedselarme, kalkrijke grond, xerotherm; • 6e: graslanden op droge, voedselarme, kalkarme zure grond. De gemeenschappen 6c en 6d zijn duidelijk beperkt tot Zuidoost-Limburg, Voeren, de Maasvallei en de zinkhoudende gronden. De gemeenschap 6 e is beperkt tot de Kempen (bij voorkeur Kempens plateau). De soorten van de gemeenschap 6b kunnen zowel in de Kempen, in de Maasvallei als aan spoorwegbermen gevonden worden. 6b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz Cerastium arvense Akkerhoornbloem 1 294 327 Filago arvensis Akkerviltkruid 1 0 0 Trifolium filiforme Taraxacum sectio Erythrosperma Erodium cicutarium ssp, dunense Draadklaver 1 0 1 10 Duinpaardebloem 1 0 6 Duinreigersbek 1 0 3 Filago lutescens Geel viltkruid 1 2 0 Galium verum Geel walstro 1 141 168 7 vz a 12 zz2 6b Trifolium striatum Erodium cicutarium ssp, cicutarium Lotus corniculatus ssp, corniculatus Gestreepte klaver 1 1 1 10 zz b Gewone reigersbek 1 242 341 6 vz a 12 zz2 6b Gewone rolklaver 1 319 382 5 va a 16 mnb 6b Hypochaeris radicata Gewoon biggekruid 1 772 994 2 a a 16 mnb 6b Thymus pulegioides Grote tijm 1 108 76 8 z b 6 kw Holosteum umbellatum Heelbeen 1 6 3 10 zz c 2 bed 6b Senecio jacobaea Jacobskruiskruid 1 478 550 4 va a 16 mnb 6b Saxifraga tridactylites Kandelaartje 1 20 38 9 z a 11 zz 6b Phleum bertolonii Klein timoteegras 1 25 17 9 z b kw 6b Pimpinella saxifraga Kleine bevernel 1 262 277 6 vz a 12 zz2 6b 6 a-z vz % kl kl2 se d1 d2 Vl T a 12 zz2 6b lw 6b 1900 zz nw 6b 1996 10 zz nw 6b 1974 10 zz nw 6b 1970 w 6b 1957 5 6 kw Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 6b + b + p 6b b!! 63 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz Leontodon saxatilis Kleine leeuwentand 1 Medicago minima Kleine rupsklaver 1 Cardamine hirsuta Kleine veldkers 1 Erodium lebelii Kleverige reigersbek 1 0 Poa bulbosa Knolbeemdgras 1 Ranunculus bulbosus Knolboterbloem 1 Ononis repens Kruipend stalkruid 1 10 Vicia lathyroides Lathyruswikke 1 6 0 Trifolium campestre Liggende klaver 1 44 Hieracium pilosella Muizenoor 1 Sedum acre Scleranthus perennis Muurpeper Overblijvende hardbloem Dianthus armeria Ruige anjer Myosotis ramosissima 163 a-z % kl kl2 se kw2 6b 9 d1 d2 Vl T 141 7 vz b 1 3 10 zz a 10 74 321 6 vz a 12 zz2 6b 1 10 zz 2 5 10 zz a 10 360 331 6 vz b 13 10 zz a 10 65 9 z a 11 zz 6b 530 508 4 va b 15 a 6b 1 132 244 6 vz a 12 zz2 6b 1 4 1 10 zz d 1 7 11 10 zz a 10 zz 6b Ruw vergeet-mij-nietje 1 102 106 8 z a 11 zz 6b Erigeron acer Scherpe fijnstraal 1 54 46 9 z b 6 kw 6b Koeleria macrantha Cerastium pumilum ssp, glutinosum Smal fakkelgras 1 4 6 10 zz a 10 zz 6b b Steenhoornbloem 1 7 12 10 zz a 10 zz 6b p Myosotis stricta Stijf vergeet-mij-nietje 1 5 12 10 zz a 10 zz 6b b Sagina apetala ssp, apetala Tengere vetmuur (ap) 1 3 5 10 zz a 10 zz 6b ? Sedum rupestre Tripmadam 1 3 8 10 zz a 10 zz 6b b Veronica arvensis Veldereprijs 1 283 624 4 va a 16 mnb 6b Vicia sativa Voederwikke 1 311 382 5 va a 16 mnb 6b Erophila verna Vroegeling 1 140 183 7 vz a 12 zz2 6b Sedum sexangulare Zacht vetkruid 1 16 9 10 zz c Cerastium semidecandrum Zandhoornbloem 1 91 174 7 vz a 12 zz2 6b Arenaria serpyllifolia Zandmuur 1 235 344 6 vz a 12 zz2 6b Arabidopsis thaliana Zandraket 1 235 425 5 va a 16 mnb 6b Carex arenaria 1 122 115 8 z b 6 Linaria repens Zandzegge Gestreepte leeuwenbek 2 3 1 10 zz d 1 mub 6b Cynodon dactylon Handjesgras 2 5 4 10 zz b 5 Iberis umbellata Schermscheefbloem 2 0 1 10 zz nw 6b 1990 Teucrium botrys Trosgamander 2 0 1 10 zz nw 6b 1989 ? Ne LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl d2 Vl T 1996 ? zz nw 6b p 6b 9 zz 1995 6b p p kw2 6b zz w 6b 6b 1969 1 mub 6b 2 b!! b bed 6b kw kw b! ? 6b ? 6b Ne Ar? Ne 6c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Orchis simia Aapjesorchis 1 0 1 10 zz nw Cirsium acaule Euphrasia officinalis ssp, rostkoviana Aarddistel 1 9 9 10 zz b 5 kw 6c b Beklierde ogentroost 1 5 4 10 zz b 5 kw 6c b!! Bromus erectus Bergdravik 1 29 31 9 z a 11 zz 6c p Silene vulgaris Blaassilene 1 25 56 9 z a 11 zz 6c Alyssum alyssoides Bleek schildzaad 1 1 1 10 zz b 5 kw 6c b!! Euphorbia cyparissias 1 7 6 10 zz b 5 kw 6c b Thlaspi perfoliatum Cypreswolfsmelk Doorgroeide boerenkers 1 1 1 10 zz b 5 kw 6c ? Carlina vulgaris Driedistel 1 20 8 10 zz c 2 bed 6c b! Scabiosa columbaria Duifkruid 1 20 20 9 z b 6 kw 6c p Picris hieracioides Echt bitterkruid 1 100 126 8 z a 11 zz 6c Eryngium campestre Echte kruisdistel 1 16 15 9 z b kw 6c 64 kl2 se 6c 6 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg d1 Ar b ? Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se Helianthemum nummularium Geel zonneroosje 1 9 9 Linum catharticum Geelhartje 1 32 Brachypodium pinnatum Gevinde kortsteel 1 20 Coeloglossum viride Groene nachtorchis 1 0 Centaurea scabiosa Grote centaurie 1 Primula veris Gulden sleutelbloem 1 Rhinanthus alecterolophus Harige ratelaar 1 2 Orchis morio Harlekijn 1 1 0 Trifolium arvense Hazenpootje 1 103 113 Herminium monorchis Honingorchis 1 0 0 Asperula cynanchica Kalkbedstro 1 2 2 10 zz b 5 Galium pumilum Kalkwalstro 1 6 5 10 zz b 5 Sanguisorba minor Kleine pimpernel 1 74 79 8 z Acinos arvensis Kleine steentijm 1 6 9 10 zz Moenchia erecta Kruismuur 1 0 0 Petrorhagia prolifera Mantelanjer 1 3 5 10 zz a 10 Poa compressa Plat beemdgras 1 57 79 8 z a 11 Aceras anthropophorum Poppenorchis 1 3 6 10 zz Leontodon hispidus Ruige leeuwentand 1 158 136 8 Arabis hirsuta ssp, hirsuta Ruige scheefkelk 1 6 7 10 Plantago media Ruige weegbree 1 181 136 8 Medicago falcata Sikkelklaver 1 4 5 Euphrasia stricta Stijve ogentroost 1 19 10 Salvia pratensis Veldsalie 1 9 9 Genista tinctoria Verfbrem 1 1 0 Potentilla neumanniana Voorjaarsganzerik 1 20 17 Carex caryophyllea Voorjaarszegge 1 24 20 9 Draba muralis Wit hongerbloempje 1 0 2 10 Sedum album Wit vetkruid 1 16 21 9 z a 11 Anthyllis vulneraria Wondklaver 1 13 19 9 z Avenula pubescens Zachte haver 1 31 28 9 z Carex flacca Thlaspi caerulescens ssp, calaminare Zeegroene zegge 1 36 32 9 Zinkboerenkers 1 0 6 Securigera varia Bont kroonkruid 2 5 4 Hieracium piloselloides Florentijns havikskruid 2 12 Hieracium bauhinii Hongaars havikskruid 2 8 Bromus inermis Kweekdravik 2 Orobanche amethystea Violette bremraap 2 d1 10 zz b 5 kw 6c p 24 9 z b 6 kw 6c b!! 18 9 z b 6 kw 6c 1 10 zz nw 9 8 10 zz b 5 kw 6c 98 96 8 z b 6 kw 6c 1 10 zz c 2 bed 6c 8 z 2000 zz lw + 2000 + b!! b! kw 6c b!! kw 6c b!! a 11 zz 6c a 10 zz 6c b!! 6c 1930 + zz 6c b zz 6c a 10 zz 6c z b 6 kw 6c zz a 10 zz 6c z b kw 6c 10 zz a 10 zz 6c 10 zz c 2 bed 6c b 10 zz b 5 kw 6c b! 6c 1964 b!! 9 z b 6 kw 6c z b 6 kw 6c zz nw 6 w Ar 6c 6c 1900 lw T b! 6c 1964 a 11 Vl p 6c w d2 b!! b b! Ar? p b 6c 1973 b zz 6c Ne a 11 zz 6c b! b 6 kw 6c p z b 6 kw 6c 10 zz nw 10 zz b 5 kw 6c ? 15 9 z a 11 zz 6c Ne 43 9 z a 11 zz 6c Ne 1 5 10 zz a 10 zz 6c 0 1 10 zz nw LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl zz nw 6c 1979 b Ne Ar 6c 1984 ? Ne d2 Vl T 1990 b! 6d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Sesleria caerulea Blauwgras 1 0 1 10 kl2 se Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 6d d1 65 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 6e Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl Corynephorus canescens Buntgras 1 232 256 Filago minima Dwergviltkruid 1 18 17 6 vz a 12 zz2 6e 9 z b Festuca filiformis Fijn schapegras 1 429 Luzula campestris Gewone veldbies 1 561 521 4 va a 16 mnb 6e 640 4 va a 16 mnb 6e Agrostis capillaris Gewoon struisgras 1 Campanula rotundifolia Grasklokje 1 505 799 3 a a 16 mnb 6e 343 302 6 vz Spergula morisonii Heidespurrie 1 b 43 91 8 z a 11 zz 6e Teesdalia nudicaulis Klein tasjeskruid 1 Ornithopus perpusillus Rumex acetosella ssp, angiocarpus Rumex acetosella ssp, tenuifolius Klein vogelpootje 1 79 89 8 z a 11 zz 6e 236 283 6 vz a 12 zz2 6e Schapezuring (ang) 1 733 857 3 a a 16 mnb 6e Schapezuring (ten) 1 Hypericum perforatum Sint-Janskruid 1 21 97 8 z a 11 663 960 2 a a 16 mnb 6e Dianthus deltoides Steenanjer 1 16 17 9 z a 11 zz 6e p Potentilla argentea Viltganzerik 1 Aira praecox Vroege haver 1 23 21 9 z b 6 kw 6e p 73 107 8 z a 11 zz 6e Thymus serpyllum Wilde tijm 1 8 5 10 zz c 2 bed 6e Jasione montana Agrostis vinealis Zandblauwtje 1 301 293 6 vz b 9 kw2 6e Zandstruisgras 1 102 137 8 z a 11 zz 6e Aira caryophyllea Zilverhaver 1 74 82 8 z a 11 zz 6e Mibora minima Dwerggras 2 1 3 10 zz a 10 zz 6e 6 9 kl2 se kw d1 d2 6e T b kw2 6e zz 6e Het Limburgs areaal van de Steenanjer beperkte zich vroeger tot de meest noordelijk gelegen gemeenten (Hamont-Achel, Neerpelt,…). Nu breidt het areaal zich in zuidelijke richting uit: Schulensmeer, Boksbergheide,… Foto: Jan GABRIELS. 66 Vl Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg b!! p Ne Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 110 inheemse en 10 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 123 (6b: 165; 6c: 26; 6d: 1 en 6 e: 301) en ligt lager dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • 6b: Kleverige reigersbek (1), Draadklaver (1), Overblijvende hardbloem (1), Gestreepte klaver (1), Heelbeen (3), Kleine rupsklaver (3), Knolbeemdgras (5), Tengere vetmuur (apetala: 5), Duinpaardebloem (6), Smal fakkelgras (6), Tripmadam (8), Zacht vetkruid (9), Ruige anjer (11), Steenhoornbloem (12), Stijf vergeet-mij-nietje (12), Kruipend stalkruid (13), Klein timoteegras (17); • 6c: Harige ratelaar (1), Bleek schildzaad (1), Doorgroeide boerenkers (1), Groene nachtorchis (1), Aapjesorchis (1), Wit hongerbloempje (2), Kalkbedstro (2), Beklierde ogentroost (4), Mantelanjer (5), Sikkelklaver (5), Zinkboerenkers (6), Cipreswolfsmelk (6), Poppenorchis (6), Ruige scheefkelk (7), Grote centaurie (8), Driedistel (8), Aarddistel (9), Geel zonneroosje (9), Veldsalie (9), Kleine steentijm (9), Stijve ogentroost (10), Echte kruisdistel (15), Voorjaarsganzerik (17), Gevinde kortsteel (18), Wondklaver (19), Duifkruid (20), Voorjaarszegge (20); • 6d: Blauwgras (1); • 6e: Wilde tijm (5), Dwergviltkruid (17), Steenanjer (17). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 3 • inheems (3): 6b: Akkerviltkruid (< 1900); 6c: Honingorchis (< 1900), Kruismuur (<1930); Weg: 4 • inheems (4): 6b: Geel viltkruid (1957), Lathyruswikke (1969); 6c: Verfbrem (1964), Harlekijn (1964); Met uitsterven bedreigd: 2 • inheems (1): 6b: Overblijvende hardbloem; • niet inheems (1): 6b: Gestreepte leeuwenbek; Bedreigd: 6 • inheems (6): 6b: Heelbeen, Zacht vetkruid; 6c: Driedistel, Stijve ogentroost, Harige ratelaar; 6e: Wilde tijm; Kwetsbaar: 30 • inheems (28): 6b: 5: Gestreepte klaver, Zandzegge, Scherpe fijnstraal, Klein timoteegras, Grote tijm; 6c: 21: Bleek schildzaad, Kalkbedstro, Grote centaurie, Aarddistel, Cypreswolfsmelk, Beklierde ogentroost, Kalkwalstro, Geel zonneroosje, Veldsalie, Doorgroeide boerenkers, Zachte haver, Gevinde kortsteel, Voorjaarszegge, Zeegroene zegge, Echte kruisdistel, Ruige leeuwentand, Geelhartje, Ruige weegbree, Voorjaarsganzerik, Gulden sleutelbloem, Duifkruid; 6e: 2: Dwergviltkruid, Viltganzerik; • niet inheems (2): 6b: 1: Handjesgras, 6c: 1: Bont Kroonkruid; Zeldzaam: 35 • inheems (31): 6b: 12: Steenhoornbloem, Ruige anjer, Smal fakkelgras, Kleine rupsklaver, Stijf vergeet-mij-nietje, Kruipend stalkruid, Knolbeemdgras, Tengere veldmuur (apetala), Tripmadam, Ruw vergeet-mij-nietje, Kandelaartje, Liggende klaver; 6c: 13: Poppenorchis, Kleine steentijm, Ruige scheefkelk, Sikkelklaver, Mantelanjer, Wondklaver, Bergdravik, Echt bitterkruid, Plat beemdgras, Kleine pimpernel, Wit vetkruid, Blaassilene, Hazepootje; 6e: 6: Zandstruisgras, Zilverhaver, Vroege haver, Steenanjer, Heidespurrie, Klein tasjeskruid; Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 67 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg • niet inheems (4): 6c: 3: Kweekdravik, Hongaars havikskruid, Florentijns havikskruid; 6e: 1: Dwerggras Nieuw: 11 • inheems (8): 6b: 3: Kleverige reigersbek (1995), Duinpaardebloem (1979), Draadklaver (1996); 6c: 4: Groene nachtorchis (2000), Wit hongerbloempje (1973), Aapjesorchis (1996), Zinkboerenkers (1979); 6d: 1: Blauwgras (1990); • niet inheems (3): 6b: 2: Schermscheefbloem (1990), Trosgamander (1989); 6c: 1: Violette bremraap (1984). Bespreking De soorten van de graslanden op kalkhoudende bodem (6c en 6d) zijn zowat alle zeldzaam, omdat het voorkomen van kalkgronden in oppervlakte zeer beperkt is. Dit geldt onder meer voor de opduikingen in Zuid-Limburg, lokale Maasoevers, zinkhoudende gronden aan de fabrieksterreinen in NoordLimburg, enz. Aangezien het een grote groep is en de oppervlakte, waar ze kan voorkomen, zeer klein is, zijn er ook heel wat planten plaatselijk al een tijd verdwenen. Toch kunnen bepaalde soorten lokaal in grote getale aanwezig zijn. De Harige ratelaar is in 2000 aangetroffen in Limburg. Men dacht dat de soort in Limburg (en in Vlaanderen) uitgestorven was. Vroeger was ze enkel gekend van de Sint-Pietersberg (in de provincie Luik, grenzend aan Riemst). De planten van de graslanden op droge zandgronden (6e) zijn niet zo zeldzaam en niet zo bedreigd. Behalve dan voor de Wilde tijm. Deze laatste is zeer sterk afgenomen en mogelijk verdwenen (laatste melding in 1982 (BERTEN 1993). De gemeenschap 6b heeft een ‘hokkengemiddelde’ (165) dat overeenkomt met het algemene gemiddelde (159). Toch zijn er in deze groep ook zeer zeldzame soorten. Ze zijn gevonden in de Kempen, in de Maasvallei en in de spoorwegbermen. De Rode Lijst bevat zelfs verdwenen als (sterk) bedreigde planten uit deze groep. Er is sprake van een achteruitgang van de soorten van de gemeenschappen 6b, 6c en 6d. In de tweede periode stelt men geen kwantitatieve achteruitgang vast, maar door de toename van het aantal onderzochte hokken is er wel een procentuele afname waar te nemen. De achteruitgang van deze groep in zijn geheel is hoofdzakelijk te wijten aan biotoopverlies meestal door uitbreiding van de menselijke activiteiten. Door de aanleg van de grindplassen in de Maasvallei, de uitbreiding van de industriezones, de toename van de woonwijken, de aanleg van verkeerswegen zijn vele van deze graslanden gewoonweg verdwenen. In Vlaanderen zijn Akkerviltkruid, Kruismuur, Geel viltkruid ook uitgestorven. Harige ratelaar is in 1993 (COSYNS) aangegeven als verdwenen in Vlaanderen. Later werd de soort op meerdere plaatsen aangetroffen. Honingorchis, Verfbrem en Harlekijn zijn zeer sterk bedreigd (b!!). De bedreigde ‘Limburgse soorten’ zijn in Vlaanderen (sterk) bedreigd (b!, b!!). Opmerking: de grassen Zandstruisgras, Zilverhaver en Vroege haver zijn vermoedelijk niet zo zeldzaam. Vaak worden ze over het hoofd gezien, omdat ze niet zo opvallend zijn. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart gelden de volgende karteringseenheden: ha (struisgrasvegetatie, Kempen), hn (zure borstelgrasvegetatie, Kempen), hk (kalkgrasland, Zuid-Limburg), hv (zinkgrasland, industrie), cg (droge struikheide-vegetatie, Kempen), dm (stuifduin, Kempen), ks (verlaten spoorweg), … 68 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3.6 Planten van heiden, vennen en zuur laagveen L. ZUUR LAAGVEEN, DROGE, VOCHTIGE EN NATTE HEIDE 1. Situering Het zuur laagveen omvat gemeenschappen van natte tot vochtige, matig voedselarme substraten (SCHAMINEE, 1995). Het milieu is in het algemeen minder waterrijk dan dat van de rietmoerassen (G), minder voedselarm dan dat van de natte heide (zie verder). De vegetatie is meestal soortenrijk. De grondwaterstand blijft gedurende het vegetatieseizoen (zomer) op dezelfde hoogte als het maaiveld. Op de zeer voedselarme zandgronden vindt men voor de Kempen zeer typische begroeiingen. Op de droge bodems komen vlaktes voor met Struikhei, Bochtige smele, enz. . Op de vochtige gronden groeien onder meer Gewone dophei en Pijpenstrootje. Vennen zijn natuurlijke plassen in heidegebieden. Deze vennen worden vooral of zelfs uitsluitend gevoed door neerslagwater en afstromend oppervlaktewater. De vegetatie is typisch voor dergelijke voedselarme waters. Door de ontwikkeling van veenmossen is op meerdere plaatsen hoogveen ontstaan. Andere (niet-natuurlijke) plassen zijn ontstaan waar turf of ijzeroer werd ontgonnen. Op vele plaatsen in de Kempen zijn heiden, vennen, hoogveen, laagveen en plassen zeer kenmerkend. De belangrijkste heide- en laagveengebieden zijn ondertussen beschermd als natuurreservaat. De reservaten worden in functie van het behoud van deze typische vegetaties beheerd. Er worden 5 gemeenschappen onderscheiden: • 7a: matig voedselarme, kalkarme, zure laagveenmoerassen; • 7c: onbemeste graslanden op vochtige tot natte voedselarme, zwak zure grond; • 7d: hoogvenen, natte heiden en onbemeste graslanden op natte zeer voedselarme, zure, humeuze grond; • 7e: droge heiden op zeer voedselarme grond; • 7f: onbemeste, heischrale graslanden op matig vochtige tot droge, voedselarme, zure, humeuze grond. 7a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Vl Juncus filiformis Draadrus 1 52 59 9 z a 11 zz 7a p Carex lasiocarpa Draadzegge 1 16 15 9 z b kw 7a b!! Ranunculus flammula Egelboterbloem 1 366 420 5 va a 16 mnb 7a Carex demissa Geelgroene zegge 1 20 26 9 z a 11 zz 7a Dryopteris cristata Kamvaren 1 2 5 10 zz a 10 zz 7a Peucedanum palustre Melkeppe 1 252 306 6 vz a 12 zz2 7a Epilobium palustre Moerasbasterdwederik 1 73 101 8 z a 11 7a Pedicularis palustris Moeraskartelblad 1 4 0 w 7a 1957 Agrostis canina Moerasstruisgras 1 188 198 7 vz a 12 zz2 7a Thelypteris palustris Moerasvaren 1 5 3 10 zz c bed 7a Viola palustris Moerasviooltje 1 82 130 8 z a 11 zz 7a Galium palustre Moeraswalstro 1 432 536 4 va a 16 mnb 7a Lysimachia thyrsiflora Moeraswederik 1 8 7 10 zz b 5 kw 7a b Pyrola rotundifolia Rond wintergroen 1 1 5 10 zz a 10 zz 7a p Galium uliginosum Ruw walstro 1 137 149 7 vz a 12 zz2 7a Veronica scutellata Schildereprijs 1 42 48 9 z a 11 zz 7a Carex rostrata Snavelzegge 1 126 136 8 z a 11 zz 7a Carex echinata Sterzegge 1 41 43 9 z a 11 zz 7a Dactylorhiza sphagnicola Veenorchis 1 0 8 10 zz nw 6 2 zz Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 7a T p b! p 1981 b! 69 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl Comarum palustre Wateraardbei 1 Menyanthes trifoliata Waterdrieblad 1 Hydrocotyle vulgaris Waternavel 1 Stellaria palustris Zeegroene muur 1 Carex canescens Zompzegge Carex nigra Zwarte zegge 181 204 7 85 79 179 187 109 1 1 kl2 se zz2 7a vz a 12 8 z b 6 kw 7a 7 vz a 12 zz2 7a 92 8 z b kw 7a 103 109 8 z a 11 zz 7a 259 229 6 vz b kw2 7a 6 9 d1 d2 Vl T p 7c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Vl Juncus conglomeratus Biezenknoppen 1 324 371 5 va a 16 mnb 7c Succisa pratensis Blauwe knoop 1 255 164 7 vz c 8 kw2 7c Carex panicea Blauwe zegge 1 100 62 9 c 4 bed 7c p Carex hostiana Blonde zegge z 1 1 1 10 zz b 5 kw 7c b!! Carex viridula Dwergzegge Dactylorhiza maculata ssp, maculata Gevlekte orchis 1 17 19 9 z a 11 zz 7c p 1 49 24 9 z c 4 bed 7c b Ophioglossum vulgatum Gewone addertong 1 41 23 9 z c 4 bed 7c p Hypericum dubium Kantig hertshooi 1 485 544 4 va a 16 mnb 7c Selinum carvifolia Karwijselie 1 8 15 9 z a 11 zz 7c p Scutellaria minor Klein glidkruid 1 13 16 9 z a 11 zz 7c p Valeriana dioica Kleine valeriaan 1 15 7 10 zz c bed 7c b Wahlenbergia hederacea Klimopklokje 1 0 0 lw 7c 1900 b! Carum verticillatum Kranskarwij 1 0 4 10 zz nw 2 7c Salix repens ssp, argentea Kruipwilg (arg) 1 2 10 10 zz a 10 Salix repens ssp, repens Kruipwilg (rep) 1 292 218 6 vz b Huperzia selago Taraxacum sectio Spectabilia Plompe wolfsklauw 1 0 0 Schraallandpaardebloem 1 15 34 Senecio helenitis Spatelkruiskruid 1 0 0 Juncus acutiflorus Veldrus 1 242 281 Carex pulicaris Vlozegge 1 0 0 lw Platanthera bifolia Welriekende nachtorchis 1 11 10 10 zz b 5 Serratula tinctoria Zaagblad 1 3 1 10 zz d 1 mub Spiranthes aestivalis Zomerschroeforchis 1 1 0 w 9 zz 7c kw2 7c lw 9 z a 11 zz lw 6 vz a 12 zz2 kw 1975 T b! ? 7c 1900 + 7c p 7c 1900 + 7c 7c 1900 b!! 7c b! 7c b 7c 1950 + 7d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl Narthecium ossifragum Beenbreek 1 62 42 Rhynchospora fusca Bruine snavelbies 1 33 Eriophorum vaginatum Eenarig wollegras 1 9 Erica tetralix Gewone dophei 1 327 Pedicularis palustris Heidekartelblad Dactylorhiza maculata ssp, elodes Heide-orchis 1 Vaccinium oxycoccus Drosera intermedia kl2 se d1 d2 Vl 9 z b 6 kw 7d p 22 9 z c 4 bed 7d b 9 10 zz b 5 kw 7d b 277 6 vz b 9 kw2 7d 54 31 9 z 4 bed 7d b 1 5 8 10 zz a 10 zz 7d b Kleine veenbes 1 39 31 9 z b 6 kw 7d Kleine zonnedauw 1 57 65 9 z a 11 zz 7d Gentiana pneumonanthe Klokjesgentiaan 1 78 66 9 z b 6 kw 7d p Drosera longifolia Lange zonnedauw 1 0 0 7d 1888 + Andromeda polifolia Lavendelhei 1 21 18 9 z b 6 kw 7d b Lycopodiella inundata Moeraswolfsklauw 1 51 64 9 z a 11 zz 7d p 70 c lw Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg T Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl Molinia caerulea Pijpenstrootje 1 681 744 Drosera rotundifolia Ronde zonnedauw 1 98 Carex limosa Slijkzegge 1 2 Juncus squarrosus Scirpus cespitosus ssp, cespitosus Scirpus cespitosus ssp, germanicus Trekrus 1 164 151 Veenbies (ce) 1 0 1 Veenbies (ge) 1 62 53 9 Scheuchzeria palustris Veenbloembies 1 0 1 10 zz nw Hammarbya paludosa Veenmosorchis kl2 se 3 a a 16 mnb 7d 88 8 z b 6 kw 7d 1 10 zz c 2 bed 7d vz b 9 kw2 7d 7 10 zz nw z b d1 kw Vl 1996 ? 7d p 7d 1975 b!! 1 1 1 10 zz b 5 kw 7d b!! Eriophorum angustifolium Veenpluis 1 151 119 8 z 6 kw 7d p Myrica gale Wilde gagel 1 182 201 7 vz a 12 zz2 7d Rhynchospora alba Witte snavelbies 1 48 39 9 z b b 6 kw 7d LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se a 7e T b!! 7d 6 d2 b 7e Wetenschappelijke naam Nederlandse naam d1 d2 Vl Cytisus scoparius Brem 1 736 743 3 a b 15 Ulex europaeus Gaspeldoorn 1 22 21 9 z b 6 kw 7e p Lycopodium clavatum Grote wolfsklauw 1 18 14 9 z b 6 kw 7e b! Orobanche rapum-genistae Gtote bremraap 1 6 11 10 zz a 10 zz 7e b! Spiranthes spiralis Herfstschroeforchis 1 0 0 7e 1900 0 Juniperus communis Jeneverbes 1 54 52 b Cuscuta epithymum Klein warkruid lw 9 z b 6 kw 7e z c 4 1 53 35 9 Diphasiastrum tristachyum Kleine wolfsklauw 1 11 2 10 zz d bed 7e p 1 mub 7e b!! Carex pilulifera Pilzegge 1 195 216 6 vz a 12 zz2 7e Vaccinium vitis-idaea Rode bosbes 1 33 Erica cinerea Rode dophei 1 69 46 9 z a 11 zz 7e p 63 9 z b 6 kw 7e Genista anglica Stekelbrem 1 b 338 263 6 vz b 9 kw2 7e Calluna vulgaris Struikhei 1 695 698 3 a a 7e kl2 se b 15 T 7f Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl Briza media Bevertjes 1 42 30 Nardus stricta Borstelgras 1 369 277 Euphrasia nemorosa Luzula multiflora ssp, congesta Bosogentroost 1 9 4 Dichtbloemige veldbies 1 56 Botrychium lunaria 1 7 Polygala vulgaris Gelobde maanvaren Gewone vleugeltjesbloem 1 Viola canina Hondsviooltje Scorzonera humilis Kleine schorseneer Genista pilosa Galium saxatile 9 z b 6 kw 7f 6 vz b 9 kw2 7f 2 bed 7f d1 d2 Vl b 10 zz c 63 9 a 11 zz 7f ? 5 10 zz b 5 kw 7f b! 28 25 9 z b 6 kw 7f b 1 98 32 9 z d 3 bed 7f b 1 1 3 10 zz a 10 zz 7f b!! Kruipbrem 1 187 126 8 z bed 7f p 1 139 188 7 vz a 12 zz2 7f Polygala serpyllifolia Liggend walstro Liggende vleugeltjesbloem 1 54 62 9 z Veronica officinalis Mannetjesereprijs 1 68 72 8 z Antennaria dioica Rozenkransje 1 0 0 Hieracium umbellatum Schermhavikskruid 1 413 424 Hieracium lactucella Spits havikskruid 1 36 9 Danthonia decumbens Tandjesgras 1 244 199 z c 4 a 11 zz 7f a 11 zz 7f lw 7f 5 va a 16 mnb 7f 10 zz d 1 mub 7f 7 9 7f vz b kw2 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg T ? p 1930 0 b!! 71 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl Potentilla erecta Tormentil 1 387 334 Arnica montana Luzula multiflora ssp, multiflora Valkruid 1 0 0 Veelbloemige veldbies 1 263 279 6 vz b 9 kl2 se kw2 7f lw 6 vz a 12 zz2 7f d1 1900 d2 Vl T 0 7f De Grote wolfsklauw komt nog zeer weinig voor. Foto: © Wildlife Pictures. 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 103 inheemse. Geen niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 111 (7a: 123; 7c: 138; 7d: 88; 7e: 94 en 7f: 112) en ligt lager dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • 7a: Moerasvaren (3), Kamvaren (5), Rond wintergroen (5), Moeraswederik (7), Veenorchis (8), Draadzegge (15); • 7c: Zaagblad (1), Blonde zegge (1), Kranskarwij (4), Kleine valeriaan (7), Kruipwilg (argentea: 10), Welriekende nachtorchis (10), Karwijselie (15), Klein glidkruid (16), Dwergzegge (19); • 7d: Slijkzegge (1), Veenbies (cespitosus: 1), Veenbloembies (1), Veenmosorchis (2), Heide-orchis (8), Eenarig wollegras (9), Lavendelhei (18) • 7e: Kleine wolfsklauw (2), Grote bremraap (11), Grote wolfsklauw (14); • 7f: Kleine schorseneer (3), Bosogentroost (4), Gelobde maanvaren (5), Spits havikskruid (9). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: inheems (8): 7c: Vlozegge (< 1900), Plompe wolfsklauw (<1900), Spatelkruiskruid (<1900), Klimopklokje (<1900); 7d: Lange zonnedauw (1888); 7 e: Herfstschroeforchis (<1900); 7f: Rozenkransje (<1900), Valkruid (<1900); 72 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Weg: 2 • inheems (2): Moeraskartelblad (1957); 7c: Zomerschroeforchis (1950); Met uitsterven bedreigd: 3 • inheems: 7c: Zaagblad; 7e: Kleine wolfsklauw; 7f: Spits havikskruid; Bedreigd: 12 • inheems (12 ): 7a: Moerasvaren; 7c: Kleine valeriaan, Blauwe zegge, Gevlekte orchis, Gewone addertong; 7d: Slijkzegge, Heidekartelblad, Bruine snavelbies; 7e: Klein warkruid; 7f: Bosogentroost, Hondsviooltje, Kruipbrem; Kwetsbaar: 22 • inheems (22): 7a: Moeraswederik, Draadzegge, Waterdrieblad, Zeegroene muur; 7c: Blonde zegge, Welriekende nachtorchis; 7d: Eenarig wollegras, Lavendelhei, Ronde zonnedauw, Veenpluis, Klokjesgentiaan, Beenbreek, Witte snavelbies, Veenbies (cespitosus), Kleine veenbes; 7e: Rode bosbes, Jeneverbes, Grote wolfsklauw, Gaspeldoorn; 7f: Gelobde maanvaren, Bevertjes, Gewone vleugeltjesbloem; Zeldzaam: 25 • inheems ( 25): 7a: Kamvaren, Rond wintergroen, Zompzegge, Geelgroene zegge, Sterzegge, Snavelzegge, Moerasbasterdwederik, Draadrus, Schildereprijs, Moerasviooltje; 7c: Kruipwilg (argentea), Dwergzegge, Klein glidkruid, Karwijselie, Schraallandpaardebloem; 7d: Heideorchis, Veenmosorchis, Kleine zonnedauw, Moeraswolfsklauw; 7 e: Grote bremraap, Rode bosbes; 7f: Kleine schorseneer, Dichtbloemige veldbies, Liggende vleugeltjesbloem, Mannetjesereprijs; Nieuw: 4 • inheems (4): 7a: Veenorchis (1981); 7c: Kranskarwij (1975); 7d: Veenbloembies (1975), Veenbies (cespitosus: 1996); Bespreking Het gemiddeld aantal hokken ligt overal lager dan het algemene gemiddelde. Ondanks het feit dat in de Kempen de ideale omstandigheden aanwezig zijn, zijn meer dan de helft (54/103) van de soorten zeer zeldzaam (29), bedreigd (15) of zelf verdwenen (10). De meest voor de hand liggende verklaring is de algemene achteruitgang van de milieukwaliteit: verzuring, vervuiling en verdroging. Verzuring en eutrofiëring van de vennen, vergrassing van de heide, verdroging van de natte gebieden zijn de moeilijke of zelf onomkeerbare gevolgen daarvan. Het uitblijven van enig beheer is nog een oorzaak van het verdwijnen van een aantal soorten. Het zijn immers halfnatuurlijke cultuurlandschappen, die door ontbreken van enig beheer, snel evolueren naar hun climaxvegetatie. Het beheer (maaien, kappen, branden, begrazen, plaggen) is zeer arbeidsintensief en dus kostelijk, waardoor het behoud van deze plantengemeenschappen niet evident is. Van de 10 verdwenen soorten zijn alle, op Vlozegge (b!!) en Moeraskartelblad (b!) na, niet meer waargenomen in Vlaanderen. Ook de in Limburg bedreigde planten zijn dat ook in Vlaanderen, zij het in mindere mate. Moerasvaren, Blauwe zegge, Gewone addertong, Klein warkruid en Kruipbrem zijn in Vlaanderen als potentiëel bedreigd aangegeven. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart komen de volgende karteringseenheden in aanmerking voor deze groep: ao (oligotroof water, ven), hm (onbemest, vochtig Pijpenstrootjesgrasland), ha (struisgrasvegetatie op zure bodem), hn (zure borstelgrasvegetatie), cg (droge struikheivegetatie), ce (vochtige of natte dopheivegetatie), cm-cd-cp (gedegradeerde heide), cv (droge heide met Bosbes), ct (venige heide met Bosbes), sm (gagelstruweel), t (hoogveen), tm (gedegradeerd hoogveen), dm (duin), … Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 73 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3.7 Planten van kalkmoerassen M. BASISCH LAAGVEEN 1. Situering Deze vegetatie omvat gemeenschappen van natte tot vochtige, matig voedselarme alkalische substraten. Deze gemeenschappen vindt men in kalkrijke duinvalleien en bepaalde contactmilieus in kalkrijke streken in het binnenland. Op dit ogenblik komen in Limburg slechts 3 soorten uit deze socio-ecologische groep voor. De rest is verdwenen. Het echte basisch laagveenmoeras komt in Limburg niet voor. Er wordt 1 gemeenschap weergegeven: • 7b: voedselarme, kalkrijke, basische laagveenmoerassen. 7b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Vl Eleocharis quinqueflora Armbloemige waterbies 1 1 0 w 7b 1951 b!! Liparis loeselii Groenknolorchis 1 2 0 w 7b 1953 b!! Epipactis palustris Moeraswespenorchis 1 1 0 w 7b 1967 b! Triglochin palustre Moeraszoutgras 1 8 4 10 zz c Juncus subnodulosus Padderus 1 0 0 lw 7b 1900 b Parnassia palustris Parnassia 1 0 0 lw 7b 1930 b!! Blysmus compressus Platte bies 1 0 0 lw 7b 1900 b!! Carex diandra Ronde zegge 1 2 0 w 7b 1964 b!! Carex lepidocarpa Schubzegge 1 2 0 w 7b 1952 b! Eriophorum gracile Slank wollegras 1 ? 0 w 7b 1948 b! Anagallis tenella Teer guichelheil 1 4 9 Carex dioica Tweehuizige zegge 1 0 0 lw Dactylorhiza incarnata Vleeskleurige orchis 1 3 2 10 zz c 2 10 zz a 10 bed 7b zz 7b 7b 1930 2 T bed 7b b b!! b 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 13 inheemse en geen niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 1. Dit is de laagste waarde van de socio-ecologische groepen. De grootste zeldzaamheden zijn: Vleeskleurige orchis (2), Moeraszoutgras (4), Teer guichelheil (9). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 4 • inheems (4) : Platte bies (<1900), Tweehuizige zegge (<1930), Padderus (<1900), Parnassia (<1930); Weg: 6 • inheems (6): Ronde zegge (1964), Schubzegge (1952), Armbloemige waterbies (1951), Slank wollegras (1949), Moeraswespenorchis (1967), Groenknolorchis (1953); Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 2 • inheems (2): Vleeskleurige orchis, Moeraszoutgras; Kwetsbaar: 74 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Zeldzaam: 1 • inheems (1): Teer guichelheil; Nieuw: - Teer guichelheil groeit op verschillende plaatsen op een opgespoten (kalkhoudend) terrein aan het Albertkanaal. Door toename van concurrerende kruiden is ze al op meerdere plaatsen verdwenen. Foto: Felix BAETEN. Bespreking De verdwenen soorten Slank wollegras, Groenknolorchis, Armbloemige waterbies,… werden in 1949 nog waargenomen in het Hageven (VANDEN BERGHEN 1950). De Moeraswespenorchis werd in 1967 nog gevonden in een vloeiweide. Het Hageven en de vloeiweiden werden immers met kalkrijkwater uit het Kempens kanaal bevloeid. Het Moeraszoutgras vindt men nog steeds in het Hageven. Het Teer guichelheil treft men veel aan op de opgespoten terreinen aan het Albertkanaal. In Vlaanderen is geen enkele van de opgesomde planten verdwenen. Wel zijn alle bedreigd tot zeer sterk bedreigd (b-b!!). 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart wordt dit aangeduid als mk (alkalisch laagveen). In Limburg niet aanwezig, wel in de nabije omgeving van Lommel, namelijk in het gebied Buitengoor te Mol. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 75 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3.8 Planten van kaalslagen, zomen en struwelen N. KAALSLAG 1. Situering Deze groep bevat gemeenschappen die ontstaan op plaatsen waar loofhout- of naaldhoutbos is gekapt, gedund of afgebrand. Gezien de laatste jaren de trend bestaat het naaldhout te vervangen door loofbomen komen nu praktisch alle kaalslagen enkel in naaldbossen voor. De kappingen in populierenbestanden horen niet thuis bij deze groep. De vegetatie, die te voorschijn komt na het kappen van de populieren is de oorspronkelijke vegetatie - zij het onder een verruigde vorm - en is niet te vergelijken met de ondergroei van een bos. Er wordt 1 gemeenschap weergegeven: • 8a: kaalslagen op matig vochtige tot droge, matig voedselrijke tot voedselrijke grond. 8a LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Stachys alpina Alpenandoorn 1 Carex pallescens Bleke zegge 1 Fragaria vesca Bosaardbei 1 Gnaphalium sylvaticum Bosdroogbloem 1 49 Arctium nemorosum Bosklit 1 2 Senecio sylvaticus Carex muricata ssp, lamprocarpa Boskruiskruid 1 76 104 Dichte bermzegge 1 2 Centaurium erythraea Echt duizendguldenkruid 1 48 Rubus idaeus Framboos 1 295 332 6 vz a 12 zz2 8a Galeopsis bifida Gespleten hennepnetel 1 37 79 8 z a 11 zz 8a Senecio ovatus Gewoon schaduwkruiskruid 1 52 69 8 z a 11 zz 8a Calamagrostis epigejos Gewoon struisriet 1 145 227 6 vz a 12 zz2 8a Digitalis purpurea Gewoon vingerhoedskruid 1 47 75 8 z a 11 Epilobium angustifolium Epilobium tetragonum ssp, lamyi Epilobium tetragonum ssp, tetragonum Gewoon wilgenroosje 1 747 963 2 a a 16 mnb 8a Harde basterdwederik 1 8 31 9 z a 11 zz 8a Kantige basterdwederik 1 16 90 8 z a 11 zz 8a Dipsacus pilosus 1 11 21 9 z a 11 zz 8a p Epilobium lanceolatum Kleine kaardenbol Lancetbladige basterdwederik 1 1 4 10 zz a 10 zz 8a b Ceratocapnos claviculata Rankende helmbloem 1 0 3 10 zz nw Hypericum hirsutum Ruig hertshooi 1 14 23 9 Bromus ramosus Ruwe dravik 1 8 5 10 zz c Sambucus racemosa Trosvlier 1 40 52 9 a 11 76 1 d2 Vl 1 10 zz b 5 kw 8a p 29 20 9 z b 6 kw 8a p 112 109 8 z b 6 kw 8a 66 9 z a 11 zz 8a p 4 10 zz a 10 zz 8a p 8 a 11 zz 8a 7 10 zz a 10 zz 8a 90 8 zz 8a z z z z a 11 zz 2 zz Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Ne 1980 8a bed 8a zz b 8a 8a a 11 T 8a b Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 22 inheemse en geen niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 107. Het ligt lager dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn: • Alpenandoorn (1), Rankende helmbloem (3), Lancetbladige basterdwederik (4), Bosklit (4), Ruwe dravik (5), Dichte bermzegge (7), Bleke zegge (20). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Gewoon vingerhoedskruid kent de laatste jaren een sterke uitbreiding. Foto: © Wildlife Pictures. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 1 • inheems (1): Ruwe dravik; Kwetsbaar: 3 • inheems (3): Alpenandoorn, Bleke zegge, Bosaardbei; Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 77 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Zeldzaam: 14 • inheems (14): Bosklit, Dichte bermzegge, Lancetbladige basterdwederik, Echt duizendguldenkruid, Gewoon vingerhoedskruid, Kleine kaardenbol, Harde basterdwederik, Kantige basterdwederik, Gespleten hennepnetel, Bosdroogbloem, Ruig hertshooi, Trosvlier, Gewoon schaduwkruiskruid, Boskruiskruid; Nieuw: 1 • inheems (1): Rankende helmbloem (1980); Bespreking Er zijn geen soorten verdwenen. Enkel de Ruwe dravik is bedreigd. Kwantitatief komt naast de Ruwe dravik ook de Bleke zegge in minder hokken voor in de tweede onderzoeksperiode. In Vlaanderen worden Dichte bermzegge, Lancetbladige basterdwederik en Ruwe dravik als bedreigd (b) beschouwd. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart wordt een kapvlakte aangeduid met de karteringseenheid se, meestal vergezeld van de karteringseenheid van de oorspronkelijke begroeiing. 78 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg O. ZOOM 1. Situering Deze groep omvat vegetaties van licht beschaduwde zomen van bomen en struwelen of van ruderaal beïnvloede grensstroken op voedselrijke grond tussen het bos of het struweel en hun omgeving. Tot deze vegetatie rekent m en ook jonge aanplanten op voedselrijke grond. Er wordt 1 gemeenschap weergegeven: • 8b: jonge aanplanten en zomen op voedsel- (vooral stikstof-) rijke, neutrale, humeuze matig vochtige grond. 8b Wetenschappelijke naam Gagea villosa Lapsana communis Nederlandse naam Akkergeelster Akkerkool Akkervergeet-mijMyosotis arvensis nietje Epilobium montanum Bergbasterdwederik Epilobium roseum Bleke basterdwederik Myosotis sylvatica Bosvergeet-mij-nietje Silene dioica Dagkoekoeksbloem Chaerophyllum temulum Dolle kervel Geranium columbinum Fijne ooievaarsbek Anthriscus sylvestris Fluitenkruid Geum urbanum Geel nagelkruid Lamium maculatum Gevlekte dovenetel Heracleum sphondylium Gewone berenklauw Carex spicata Gewone bermzegge Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel Sambucus nigra Gewone vlier Ornithogalum umbellatum Gewone vogelmelk Parietaria officinalis Groot glaskruid Urtica dioica Grote brandnetel Torilis japonica Heggendoornzaad Fallopia dumetorum Heggenduizendknoop Stellaria media ssp, neglecta Heggenvogelmuur Vicia sepium Heggenwikke Sedum telephium Hemelsleutel Glechoma hederacea Hondsdraf Bromus sterilis Ijle dravik Galium aparine Kleefkruid Orobanche hederae Klimopbremraap Allium vineale Kraailook Sambucus ebulus Kruidvlier Cruciata laevipes Kruisbladwalstro Alliaria petiolata Look-zonder-look Viola odorata Maarts viooltje Malva moschata Muskuskaasjeskruid Fumaria capreolata Rankende duivekervel Geranium robertianum Robertskruid Chelidonium majus Stinkende gouwe Lamium album Witte dovenetel Aegopodium podagraria Zevenblad Geranium phaeum Donkere ooievaarsbek LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl 1 1 0 515 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 kl2 0 764 3 a lw a 8b 1900 16 mnb 8b 164 79 32 48 336 566 30 294 339 36 755 45 500 701 96 3 1019 276 123 369 111 67 111 543 835 28 520 513 46 1035 62 774 1152 103 3 1375 362 125 5 8 9 8 4 3 9 4 4 9 2 9 3 1 8 10 1 5 8 va z z z va a z va va z a z a za z zz za va z a a a a a a b a a a a a a a a b a a a 16 11 11 11 16 16 6 16 16 11 16 11 16 16 11 5 16 16 11 0 154 167 841 216 717 0 195 16 261 344 158 9 5 385 411 715 718 3 2 247 147 1091 287 1095 2 254 31 332 598 287 19 10 652 587 960 957 5 10 6 7 2 6 2 10 6 9 6 4 6 9 10 4 4 2 2 10 zz nw vz a vz b a a vz a a a zz nw vz a z a vz a va a vz a z a zz a va a va a a a a a zz a mnb zz zz zz mnb mnb kw mnb mnb zz mnb zz mnb mnb zz kw mnb mnb zz se d2 Vl T 0 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 12 zz2 8b 9 kw2 8b 16 mnb 8b 12 zz2 8b 16 mnb 8b 8b 12 zz2 8b 11 zz 8b 12 zz2 8b 16 mnb 8b 12 zz2 8b 11 zz 8b 10 zz 8b 16 mnb 8b 16 mnb 8b 16 mnb 8b 16 mnb 8b 10 zz 8b Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg d1 p b 1973 1983 b!! b b ? Ar Ne 79 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Vinca major Arum italicum Impatiens parviflora Geranium nodosum Grote maagdenpalm Italiaanse aronskelk Klein springzaad Knopige ooievaarsbek Overblijvende Pentaglottis sempervirens ossentong Lysimachia punctata Puntwederik Claytonia perfoliata Witte winterpostelein LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se 2 2 2 2 0 4 11 0 3 4 24 1 10 zz 10 zz 9 z 10 zz nw b a nw kw zz 8b 8b 8b 8b 1978 5 11 2 2 2 0 1 5 1 2 20 10 zz 10 zz 9 z nw a a 8b 8b 8b 1983 10 11 zz zz d1 d2 Vl p 1978 ? ? T Ne Ne Ne Ne Ne Ne Ne 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 39 inheemse en 8 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 433. Dat ligt hoger dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: Klimopbremraap (2), Groot glaskruid (3), Rankende duivekervel (10), Muskuskaasjeskruid (19). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. In de Maasvallei komt de Gewone vogelmelk vrij veel voor. Foto: © Wildlife Pictures. 80 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 1 • inheems (1): Akkergeelster (<1900); Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: Kwetsbaar: 3 • inheems (2): Groot glaskruid, Fijne ooievaarsbek; • niet inheems (1): Italiaanse aronskelk; Zeldzaam: 14 • inheems (10): Rankende helmbloem, Gewone bermzegge, Bergbasterdwederik, Bleke basterdwederik, Heggenduizendknoop, Gevlekte dovenetel, Muskuskaasjeskruid, Bosvergeet-mijnietje, Gewone vogelmelk, Kruidvlier; • niet inheems (4): Donkere ooievaarsbek, Puntwederik, Witte winterpostelein, Klein springzaad; Nieuw: 4 • inheems (1): Klimopbremraap (1983); • niet inheems (3): Knopige ooievaarsbek (1978), Overblijvende ossentong (1983), Grote maagdenpalm (1978). Bespreking Er zijn slechts twee zeldzaamheden: Klimopbremraap en Groot glaskruid. Voor 1900 verdween de Akkergeelster. Er zijn na 1970 geen soorten meer verdwenen. Er zijn geen soorten bedreigd. Zelfde tendens voor Vlaanderen. Daar is Akkergeelster ook niet meer waargenomen. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart worden jonge aanplanten aangegeven als n (aanplant loofhout) of als n-gmn (aanplant gemengd naaldhout). De recente kaarten duiden in de meeste gevallen met een symbool ook aan over welke boomsoort het gaat. Zomen en bossen vormen een geheel op de Biologische Waarderingskaart. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 81 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg P. STRUWEEL 1. Situering Deze vegetatie bevat struwelen (inclusief zomen) op enerzijds kalkhoudende, lemige droge grond en anderzijds op matig vochtige, matig voedselrijke grond. Struwelen kunnen op verschillende manieren ontstaan. De vegetatie van een kapvlakte of van een open plaats in een bos evolueert via een struweelvegetatie naar een nieuwe bosvegetatie. De houtkanten langs wegen, beken of akkerranden bestaan hoofdzakelijk uit jonge bomen, struiken en kruiden. Ondanks het feit dat daar ook grote bomen in kunnen voorkomen wordt deze vegetatie gerekend bij het struweel, gezien de beperkte breedte en hoogte. Bij het uitblijven van enig beheer zullen (cultuur)graslanden na verloop van tijd evolueren naar een struweel. In een latere fase zal dan een bosvegetatie ontstaan. Struwelen bevatten dan veel kruiden, veel struiken en jonge bomen. Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden: • 8c: zomen op kalkhoudende, lemige, matig vochtige tot droge grond; • 8d: struwelen op matig vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselrijke grond. 8c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz % kl kl2 se zz b 5 kw 8c b!! d1 d2 Vl Platanthera chlorantha Bergnachtorchis 1 4 4 Stachys officinalis Betonie 1 17 21 9 z a 11 zz 8c p Trifolium medium Bochtige klaver 1 3 4 10 zz a 10 zz 8c b Clinopodium vulgare Borstelkrans 1 32 37 9 z a 11 zz 8c p Lathyrus sylvestris Boslathyrus 1 17 29 9 z a 11 zz 8c Orchis purpurea Bruine orchis 1 9 12 10 zz a 10 zz 8c b Inula conyza Donderkruid 1 43 71 9 z a 11 zz 8c p Agrimonia eupatoria Gewone agrimonie 1 286 297 6 vz a 12 zz2 8c Carex divulsa ssp, divulsa Ijle bermzegge 1 1 3 10 zz a 10 8c Thalictrum minus Kleine ruit 1 0 1 10 zz nw Orchis mascula Mannetjesorchis 1 6 2 10 zz d 1 mub 8c Verbascum lychnitis Melige toorts 1 5 5 10 zz b 5 kw 8c Allium oleraceum Moeslook 1 2 1 10 zz c 2 bed 8c b!! Campanula persicifolia Prachtklokje 1 4 1 10 zz d 1 mub 8c + Viola hirta Ruig viooltje 1 14 14 9 z b 6 kw 8c p Arabis glabra Torenkruid 1 1 3 10 zz a 10 zz 8c b!! Ophrys insectifera Vliegenorchis 1 3 4 10 zz a 10 zz 8c b!! Agrimonia repens Welriekende agrimonie 1 7 11 10 zz a 10 zz 8c b Astragalus glycyphyllos Wilde hokjespeul 1 12 23 9 z a 11 zz 8c b Origanum vulgare Wilde marjolein 1 236 288 6 vz a 12 zz2 8c Vincetoxicum hirundinaria Witte engbloem 1 5 6 10 zz a 10 zz 8c Campanula rapunculoides Akkerklokje 2 9 15 9 z a 11 zz 8c Laburnum anagyroides Goudenregen 2 0 2 10 zz nw Aristolochia clematis Pijpbloem 2 5 5 10 zz b 82 10 a-z zz 8c 8c 5 kw Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 8c T b 1987 p b! b! 1972 p Ar ? Ne b!! Ar Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 8d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 d2 Vl T Clematis vitalba Bosrank 1 134 182 7 vz a 12 zz2 8d Rubus caesius Dauwbraam 1 163 265 6 vz a 12 zz2 8d Crataegus monogyna Eenstijlige meidoorn 1 656 989 2 a a 16 mnb 8d Rosa rubiginosa Egelantier 1 22 28 9 z a 11 zz 8d Rubus sectio Rubus Gewone braam 1 800 1000 2 a a 16 mnb 8d Lithospermum officinale Glad parelzaad 1 1 1 10 zz b 5 kw 8d Bryonia dioica Heggenrank 1 291 410 5 va a 16 mnb 8d Rosa canina Hondsroos 1 493 664 4 va a 16 mnb 8d Rosa corymbifera Hondsroos (cor) 1 28 66 9 z a 11 zz 8d ? Crataegus rhipidophylla Koraalmeidoorn 1 4 2 10 zz c 2 bed 8d b!! Rosa agrestis Kraagroos 1 2 4 10 zz a 10 zz 8d b! Ribes uva-crispa Kruisbes 1 151 284 6 vz a 12 zz2 8d Mespilus germanica Mispel 1 11 15 9 z a 11 zz 8d Cornus sanguinea Rode kornoelje 1 300 433 5 va a 16 mnb 8d Prunus spinosa Sleedoorn 1 529 691 3 a a 16 mnb 8d Asparagus officinalis Tuinasperge 1 19 48 9 z a 11 zz 8d Rosa tomentosa Viltroos 1 57 64 9 z a 11 zz 8d Rhamnus catharticus Wegedoorn 1 9 8 10 zz b 5 kw 8d Euonymus europaeus Wilde kardinaalsmuts 1 116 163 7 vz a 12 zz2 8d Ligustrum vulgare Wilde liguster 1 22 14 9 z c 4 bed 8d Viburnum lantana Wollige sneeuwbal 1 1 3 10 zz a 10 zz 8d p Berberis vulgaris Zuurbes 1 0 1 10 zz nw 8d 1997 b!! Lycium barbarum Boksdoorn 2 1 2 10 zz a 10 zz 8d Pyrus communis Gekweekte peer 2 10 23 9 a 11 zz 8d ? Ne Cornus mas Gele kornoelje 2 3 5 10 zz a 10 zz 8d ? Ne? Fragaria moschata Grote bosaardbei 2 1 3 10 zz a 10 zz 8d b Ne Mahonia aquifolium Mahonia 2 0 50 9 z nw Symphoricarpos albus Sneeuwbes 2 44 67 9 z a 11 zz 8d Prunus cerasus Zure kers 2 21 28 9 z a 11 zz 8d z 8d b Ar b ? p ? Ne 1970 Ne Ne ? Ne 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 43 inheemse en 10 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 140 (8c: 39 en 8d: 242). Het ligt veel lager voor de droge, kalkrijke struwelen en hoger voor de vochtige, voedselrijke struwelen dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • 8c: Prachtklokje (1), Moeslook (1), Kleine ruit (1), Mannetjesorchis (2), Torenkruid (3), IJle bermzegge (3), Bergnachtorchis (4), Vliegenorchis (4), Bochtige klaver (4), Melige toorts (5), Witte engbloem (6), Welriekende agrimonie (11), Bruine orchis (12), Ruig viooltje (14); • 8d: Glad parelzaad (1), Zuurbes (1), Koraalmeidoorn (2), Wollige sneeuwbal (3), Kraagroos (4), Wegedoorn (8), Wilde liguster (14), Mispel (15). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 83 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg De Bruine orchis is een imposante orchidee aan de bosranden (van Voeren). Foto: Bert BERTEN. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: 2 • inheems (2): 8c: Prachtklokje, Mannetjesorchis; Bedreigd: 3 • inheems (3): 8c: Moeslook; 8d: Koraalmeidoorn, Wilde liguster; Kwetsbaar: 6 • inheems (5): 8c: Bergnachtorchis, Melige toorts, Ruig viooltje; 8d: Glad parelzaad, Wegedoorn; • niet inheems (1): 8c: Pijpbloem; Zeldzaam: 26 • inheems (19): 8c: Welriekende nachtorchis, Torenkruid, IJle bermzegge, Vliegenorchis, Bruine orchis, Bochtige klaver, Witte engbloem, Wilde hokjespeul, Borstelkrans, Donderkruid, Boslathyrus, Betonie; 8d: Kraagroos, Wollige sneeuwbal, Tuinasperge, Mispel, Hondsroos (corymbifera), Egelantier, Viltroos; • niet inheems (7): 8c: Akkerklokje; 8d: Gele kornoelje, Grote bosaardbei, Boksdoorn, Zure kers, Gekweekte peer, Sneeuwbes; Nieuw: 4 • inheems (2): 8c: Kleine ruit (1987); 8d: Zuurbes (1997); • niet inheems (2): 8c: Goudenregen (1972); 8d: Mahonie (1970). 84 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Bespreking De struwelen van kalkhoudende, lemige droge grond komen in Limburg niet veel voor. Ze beperken zich tot Zuidoost-Limburg en enkele opduikingen van kalkgronden in de Maasvallei en in Haspengouw (Figuur 5.5). Daarom ligt het aantal hokken laag (39) en is twee derde van de soorten (14 van de 21) zeer zeldzaam. Alleen de Wilde marjolein en de Gewone agrimonie komen in ongeveer 300 kilometerhokken voor en zijn niet zeldzaam noch bedreigd. De voedselrijke struwelen komen vooral in Zuid-Limburg voor. Dit betekent dat het aantal bedreigde soorten ook beduidend minder is dan deze van de kalkhoudende grond. Toch zijn er nog 8 zeldzame soorten, waarvan de Koraalmeidoorn en de Wilde liguster er verder op achteruitgaan. Deze laatstgenoemde soorten vindt men ook in Zuidoost-Limburg op kalkrijke gronden. In Vlaanderen is het Prachtklokje verdwenen. De andere soorten die bedreigd zijn, zijn in Limburg ook zeldzaam. Opmerking: van bomen en struiken is het verspreidingsbeeld slecht gekend. De geslachten Roos, Braam, Meidoorn, enz. worden vaak foutief of niet gedetermineerd. Bovendien zijn er heel wat gekweekte soorten bij, zoals Tuinasperge, Mispel, Boksdoorn, Zure kers, Gekweekte peer, Sneeuwbes, Gele kornoelje, Wilde liguster, enz. Bij controle van deze waarnemingen, door iemand anders dan de oorspronkelijke waarnemer, is niet altijd meer op te maken in welke mate de plant verwilderd was of niet. Dit betekent dat men met wat betreft de bovengenoemde soorten zeer voorzichtig moet zijn bij de conclusies over bedreiging of kwetsbaarheid. 3. Ecotopen De ecotopen, die met de hier besproken struweelvegetaties overeenkomen, zijn op de Biologische Waarderingskaart aangeduid als sp (doornstruweel), sk (struweel op kalkhoudende bodem), sz (opslag van allerlei aard), kh (houtwal), khw (houtwal), kb (bomenrij), kw (holle weg), … Andere karteringseenheden van struwelen zijn op de Biologische Waarderingskaart aangeduid als so en sf (vochtige wilgenstruwelen) of sm (gagelstruweel). Ze komen respectievelijk overeen met de volgende vegetaties: natte ruigten en bronbossen (zie par. H) en planten van heiden, vennen en zuur laagveen (zie par. L). Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 85 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3.9 Bosplanten De bosplanten zijn hier verdeeld in 2 groepen. Deze indeling is gebeurd op basis van de bodem. Een eerste groep bossen komt voor in Zuid-Limburg en in de Maasvallei en vindt men op voedselrijke bodems. De tweede groep heeft betrekking op de bossen in de Kempen, de Zandleemstreek en Voeren, waar voedselarme gronden voorkomen. Q. VOEDSELRIJK BOS 1. Situering 9 In deze groep vindt men de bossen op voedselrijke (matig) droge bodems . Over het algemeen gaat het hier over eikenbossen met onder andere kensoorten als Beuk, Haagbeuk, Esdoorn, … Er worden 5 gemeenschappen onderscheiden: • 9b: bossen op voedselarme tot matig voedselrijke, neutrale tot kalkhoudende grond; • 9c: alluviale bossen op min of meer hydromorfe grond; • 9d: bossen op gerijpte, zwak zure tot kalkrijke, relatief droge grond; • 9f: bossen op gerijpte, matig voedselrijke tot voedselrijke, matig vochtige tot droge grond, samen voorkomend met 9b tot 9d; • 9g: Bossen op jonge, weinig stabiele, matig vochtige puinbodem (ravijnbossen). 9b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 70-'92 zz a-z % kl kl2 se 1 4 10 zz a 10 zz 9b 18 20 9 z a 11 zz 9b 40-'70 d1 d2 Vl T Cephalanthera damasonium Bleek bosvogeltje 1 Melica uniflora Eenbloemig parelgras 1 Gymnocarpium dryopteris Gebogen driehoeksvaren 1 ? 0 Galium odoratum Lievevrouwebedstro 1 15 14 9 z b 6 kw 9b b Mycelis muralis Muursla 1 25 19 9 z b 6 kw 9b p Lonicera xylosteum Rode kamperfoelie 1 12 16 9 z a 11 zz 9b Carex digitata Vingerzegge 1 3 0 Neottia nidus-avis Vogelnestje 1 2 2 10 zz b Euonymus latifolius Brede kardinaalsmuts 2 0 1 10 zz nw 9b 1992 ? Ne Physalis alkekengi Lampionplant 2 0 5 10 zz nw 9b 1976 ? Ne Taxus baccata Taxus 2 0 1 10 zz nw 9b 1970 ? Scrophularia vernalis Voorjaarshelmkruid 2 0 1 10 zz nw 9b 1997 ? Ne LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl w b!! p 9b 1945 w 5 kw b!! b 9b 1968 b!! 9b b! ? 9c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam kl2 se Ribes rubrum Aalbes 1 167 254 6 vz a 12 zz2 9c Rumex sanguineus Bloedzuring 1 72 127 8 z a 11 zz 9c Gagea lutea Bosgeelster 1 1 2 10 zz a 10 zz 9c Brachypodium sylvaticum Boskortsteel 1 154 216 6 vz a 12 zz2 9c Allium ursinum Daslook 1 8 26 9 z a 11 zz 9c Hypericum pulchrum Fraai hertshooi 1 28 19 9 z b 6 kw 9c Anemone ranunculoides Gele anemoon 1 1 4 10 zz a 10 zz 9c 9 d1 d2 Vl T b! b!! De bossen van de valleien (elzen-, essenbossen, …) worden besproken bij de natte ruigten en de bronbossen (zie par. H). 86 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 2 0 zz % kl a-z kl2 se w Aconitum vulparia Gele monnikskap 1 Pulmonaria officinalis Gevlekt longkruid 1 3 6 10 zz a 10 Ulmus minor Gladde iep 1 249 446 5 va a 16 mnb 9c Circaea lutetiana Groot heksenkruid 1 80 120 8 z a 11 zz 9c Ranunculus auricomus Gulden boterbloem 1 63 83 8 z a 11 zz 9c Doronicum pardalianches Hartbladzonnebloem 1 3 7 10 zz a 10 zz 9c Elymus caninus Hondstarwegras 1 15 15 9 z b kw 9c Adoxa moschatellina Muskuskruid 1 195 316 6 vz a 12 zz2 9c Festuca gigantea Reuzenzwenkgras 1 99 116 8 z a 11 zz 9c Equisetum hyemale Schaafstro 1 7 10 10 zz a 10 zz 9c Primula elatior Slanke sleutelbloem 1 190 292 6 vz a 12 zz2 9c Corydalis solida Vingerhelmbloem 1 21 23 9 z a 11 Prunus padus Vogelkers 1 114 225 6 vz a 12 zz2 9c Allium scorodoprasum Slangelook 2 10 6 10 zz c Galanthus nivalis Sneeuwklokje 2 16 37 9 z Matteucia struthiopteris Struisvaren 2 0 1 10 zz Eranthis hyemalis Winterakoniet 2 2 3 10 zz a 10 Alnus incana Populus alba + (P x canescens) Witte els 2 82 124 8 z a 11 Witte/Grauwe abeel 2 0 25 9 z LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl 129 148 7 vz a 12 zz2 9d zz 6 zz 2 d2 d1 Vl T 9c 1967 + 9c b Ne ? b b 9c bed 9c a 11 zz Ne 9c Ar? 9c 1988 ? Ne zz 9c Ne zz 9c Ne nw nw 9c 1970 Ne d2 Vl T 9d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam kl2 se Potentilla sterilis Aardbeiganzerik 1 Poa chaixii Bergbeemdgras 1 1 8 10 zz a 10 Rosa arvensis Bosroos 1 46 26 9 z c Stellaria holostea Grote muur 1 424 460 5 va a 16 mnb 9d Carpinus betulus Haagbeuk 1 281 326 6 vz a 12 zz2 9d Vinca minor Kleine maagdenpalm 1 76 108 8 z a 11 zz 9d Campanula trachelium Ruig klokje 1 40 65 9 z a 11 zz 9d Acer campestre Spaanse aak 1 85 102 8 z a 11 zz 9d Ranunculus ficaria Speenkruid 1 488 772 3 a a 16 mnb 9d Monotropa hypopitys Stofzaad 1 3 3 10 zz b Hyacinthoides non-scripta Wilde hyacint 1 0 2 10 zz nw Tilia cordata Winterlinde 1 6 33 9 Prunus avium Zoete kers 1 377 632 Phyteuma nigrum Zwartblauwe rapunzel 1 15 9 LB 40-'70 4 zz d1 9d p bed 9d 5 kw 9d z a 11 zz 4 va a 16 mnb 9d 10 zz c b!! 9d 2 1979 9d bed 9d b 9f Wetenschappelijke naam Nederlandse naam 70-'92 zz a-z % kl kl2 se Euphorbia amygdaloides Amandelwolfsmelk 1 1 4 10 zz a 10 zz 9f Fagus sylvatica Beuk 1 154 214 6 vz a 12 zz2 9f Viola riviniana Bleeksporig bosviooltje 1 122 118 8 z b 9f Stachys sylvatica Bosandoorn 1 389 656 4 va a 16 mnb 9f Anemone nemorosa Bosanemoon 1 222 291 6 vz a 12 zz2 9f Mercurialis perennis Bosbingelkruid 1 14 20 9 z a 11 zz 9f Milium effusum Veronica hederifolia ssp, lucorum Bosgierstgras 1 71 113 8 z a 11 zz 9f Bosklimopereprijs 1 0 65 9 z 6 nw Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg kw 9f d1 d2 Vl T b! 1973 87 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se Salix caprea Boswilg 1 547 866 3 a a 16 mnb 9f Carex sylvatica Boszegge 1 109 112 8 z a 11 zz 9f Viola reichenbachiana Donkersporig bosviooltje 1 71 87 8 z a 11 zz 9f Moehringia trinervia Drienerfmuur 1 396 525 4 va a 16 mnb 9f Paris quadrifolia Eenbes 1 40 48 9 z a 11 Viburnum opulus Gelderse roos 1 438 598 4 va a 16 mnb 9f Lamium galeobdolon Gele dovenetel 1 174 234 6 vz a 12 zz2 Dryopteris affinis Geschubde niervaren 1 64 16 9 z d Arum maculatum Gevlekte aronskelk 1 171 305 6 vz a 12 zz2 Fraxinus excelsior Gewone es 1 559 789 3 a a 16 mnb 9f Polygonatum multiflorum Gewone salomonszegel 1 231 306 6 vz a 12 zz2 9f Listera ovata Grote keverorchis 1 74 90 8 z a 11 9f Corylus avellana Hazelaar 1 564 722 3 a a 16 mnb 9f Sanicula europaea Heelkruid 1 20 30 9 z a 11 Hedera helix Klimop 1 556 819 3 a a 16 mnb 9f Scrophularia nodosa Knopig helmkruid 1 591 771 3 a a 16 mnb 9f Dryopteris filix-mas Mannetjesvaren 1 519 737 3 a a 16 mnb 9f Poa nemoralis Schaduwgras 1 503 761 3 a a 16 mnb 9f Crataegus laevigata Tweestijlige meidoorn 1 76 141 7 vz a 12 zz2 Athyrium filix-femina Wijfjesvaren 1 584 712 3 a a 16 mnb 9f Malus sylvestris Wilde appel 1 11 20 9 z a 11 Narcissus pseudonarcissus Wilde narcis 1 29 54 9 z Oxalis acetosella 1 120 121 8 z Witte klaverzuring 3 zz d2 9f bed 9f zz zz Vl T 9f p 9f 9f p 9f zz 9f a 11 zz 9f b kw 9f 6 d1 9g Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se Actaea spicata Phegopteris connectilis Cardamine impatiens Christoffelkruid Smalle beukvaren Springzaadveldkers 1 1 1 1 4 0 6 1 3 10 10 10 zz zz zz a 10 zz d 1 mub 9g nw 9g Polystichum aculeatum Stijve naaldvaren d1 d2 Vl T b!! b!! 1983 ? 1 4 8 10 zz a 10 zz 9g b Asplenium scolopendrium Tongvaren Lunaria rediviva Wilde judaspenning 1 1 4 0 11 1 10 10 zz zz a 10 zz nw 9g 9g p 1998 ? Helleborus viridis Wrangwortel 1 1 3 10 zz a 10 zz 9g p Acer pseudoplatanus Acer platanoides Ulmus glabra Tilia 'platyphyllos' groep Gewone esdoorn Noorse esdoorn Ruwe iep Zomerlinde 2 2 2 2 290 38 18 21 426 63 10 49 5 9 10 9 va z zz z a 16 mnb a 11 zz c 2 bed a 11 zz 9g 9g 9g 9g Ne Ne ? ? 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 94: 80 inheemse en 14 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 132 (9b: 9; 9c: 115; 9d: 192; 9f: 342 en 9g: 4) en ligt lager dan het algemene gemiddelde van 159. De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • 9b: Vogelnestje (2), Bleek bosvogeltje (4), Lievevrouwebedstro (14), Rode kamperfoelie (16), Muursla (19), Eenbloemig parelgras (20); 9c: Bosgeelster (2), Gele anemoon (4), Gevlekt longkruid (6), Hartbladzonnebloem (7), Schaafstro (10), Hondstarwegras (15), Fraai hertshooi (19); • 88 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg • • • 9d: Wilde hyacint (2), Stofzaad (3), Bergbeemdgras (8), Zwartblauwe rapunzel (9); 9f: Amandelwolfsmelk (4), Geschubde niervaren (16), Wilde appel (20), Bosbingelkruid (20); 9g: Smalle beukvaren (1), Wilde judaspenning (1), Springzaadveldkers (3), Wrangwortel (3), Christoffelkruid (6), Stijve naaldvaren (8), Tongvaren (11). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Het Bleek bosvogeltje geeft de voorkeur aan bossen op een kalkhoudende bodem. Foto: © Wildlife Pictures. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: 3 • inheems (3): 9b: Vingerzegge (1968), Gebogen driehoeksvaren (1945); 9c: Gele monnikskap (1967); Met uitsterven bedreigd: 1 • inheems (1): 9g: Smalle beukvaren; Bedreigd: 5 • inheems (3): 9d: Zwartblauwe rapunzel, Bosroos; 9f: Geschubde niervaren; • niet inheems (2): 9c: Slangelook; 9g: Ruwe iep; Kwetsbaar: 8 • inheems (8): 9b: Vogelnestje, Lievevrouwebedstro, Muursla; 9c: Hondstarwegras, Fraai hertshooi; 9d: Stofzaad; 9f: Witte klaverzuring, Bleeksporig bosviooltje; Zeldzaam: 38 • inheems (33) : 9b: Bleek bosvogeltje, Rode kamperfoelie, Eenbloemig parelgras; 9c: Gele anemoon, Hartbladzonnebloem, Schaafstro, Bosgeelster, Gevlekt longkruid, Daslook, Groot Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 89 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg heksenkruid, Vingerhelmbloem, Reuzenzwenkgras, Gulden boterbloem, Bloedzuring; 9d: Bergbeemdgras, Spaanse aak, Ruig klokje, Winterlinde, Kleine maagdenpalm; 9f: Amandelwolfsmelk, Boszegge, Grote keverorchis, Wilde appel, Bosbingelkruid, Bosgierst, Wilde narcis, Eenbes, Heelkruid, Donkersporig viooltje; 9g: Christoffelkruid, Tongvaren, Wrangwortel, Stijve naaldvaren; • extern (5): 9c: Winterakoniet, Witte els, Sneeuwklokje; 9g: Noorse esdoorn, Zomerlinde; Nieuw: 9 • inheems (3): 9d: Wilde hyacint (1979); 9g: Springzaadveldkers (1983), Wilde judaspenning (1998); • niet inheems (6): 9b: Brede kardinaalsmuts (1992), Lampionplant (1976), Voorjaarshelmkruid (1997), Taxus (1970); 9c: Struisvaren (1988), Witte/Grauwe els (1970). Bespreking De meeste Rode-Lijstsoorten komen voor in bossen op kalkhoudende grond (9b) en in de ravijnbossen (9g). Dat is normaal omdat dergelijke milieutypen in Limburg vrij weinig voorkomen. De andere bossen (9c, 9d, 9f) bevatten minder Rode-Lijstsoorten, omdat deze bossen een ‘goede bescherming’ genieten. Ze worden meer natuurvriendelijk beheerd door de privé-eigenaars of de diensten van Aminal (Bos en Groen en Natuur). In Vlaanderen is enkel de Gele monnikskap verdwenen. De andere planten, die in Limburg niet meer waargenomen zijn, zijn dat wel voor Vlaanderen. Opmerking: de houtige gewassen, die vaak worden aangeplant, zoals deze van de geslachten Linde, Appel, Esdoorn, Taxus, Abeel, enz. zijn dikwijls geïnventariseerd als verwilderd. Ze geven dan ook geen goed beeld van de reële zeldzaamheid van de echte ‘wilde’ bomen en struiken. Andere houtsoorten zoals de geslachten Wilg, Iep, Abeel, enz. worden vaak foutief of niet gedetermineerd. Voor al deze planten is kwetsbaarheid of bedreiging dus niet altijd van toepassing. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart worden de bossen van deze groep als volgt aangeduid: eikenhaagbeukenbos (qa, qk) en beukenbos (fa, fk, fm). Enkel in Voeren kunnen de kalkrijke bossen (qk, fk en de beukenbossen met Lievevrouwebedstro) voorkomen. 90 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg R. VOEDSELARM BOS 1. Situering Tot deze vegetatie rekent men de bossen op zure, droge bodems. Deze komen voor in de Kempen en op de zandige opduikingen in de Zandleemstreek en in Voeren. Er wordt 1 gemeenschap onderscheiden: • 9e: bossen op matig voedselarme, droge zure grond ( 9 e). 9e Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl kl2 se d1 Pteridium aquilinum Adelaarsvaren 1 Vaccinium myrtillus Blauwe bosbes 1 478 536 4 va a 16 mnb 9e 458 470 5 va a 16 mnb 9e Deschampsia flexuosa Bochtige smele Hieracium sabaudum Boshavikskruid 1 657 716 3 a a 16 mnb 9e 1 103 171 7 vz a 12 zz2 9e Dryopteris dilatata Epipactis helleborine Brede stekelvaren 1 264 371 5 va a 16 mnb 9e Brede wespenorchis 1 176 322 6 vz a 12 zz2 9e Maianthemum bifolium Dalkruid 1 75 102 8 z a 11 zz 9e Hieracium lachenalii Dicht havikskruid 1 92 66 9 z b 6 kw 9e Blechnum spicant Dubbelloof 1 99 84 8 z b 6 kw 9e Solidago virgaurea Polypodium vulgare ssp, prionodes Polypodium vulgare ssp, vulgare Echte guldenroede 1 230 147 7 vz c 8 kw2 9e Eikvaren (pr) 1 9 8 10 zz b 5 kw Eikvaren (vu) 1 175 103 8 z c 4 bed 9e Holcus mollis Gladde witbol 1 286 531 4 va a 16 mnb 9e Luzula sylvatica Grote veldbies 1 16 18 9 z a 11 zz 9e Melampyrum pratense Hengel 1 154 133 8 z b 6 kw 9e Ilex aquifolium Hulst 1 229 292 6 vz a 12 zz2 9e Pyrola minor Klein wintergroen 1 2 5 10 zz a 10 zz 9e Convallaria majalis Lelietje-van-dalen 1 105 121 8 z a 11 zz 9e Hieracium murorum Muurhavikskruid 1 49 33 9 z c 4 bed 9e Populus tremula Ratelpopulier 1 390 547 4 va a 16 mnb 9e Luzula pilosa Ruige veldbies 1 106 90 8 z b 6 Betula pendula Ruwe berk 1 712 898 2 a a 16 mnb 9e Dryopteris carthusiana Smalle stekelvaren 1 540 668 4 va a 16 mnb 9e Hieracium laevigatum Stijf havikskruid 1 188 357 5 va a 16 mnb 9e Oreopteris limbosperma Stippelvaren 1 7 7 10 zz b 5 Teucrium scorodonea Valse salie 1 541 576 4 va a 16 Carex reichenbachii Valse zandzegge 1 0 3 10 zz nw Lonicera periclymenum Wilde kamperfoelie 1 740 851 3 a a 16 mnb 9e Sorbus aucuparia Wilde lijsterbes 1 619 849 3 a a 16 mnb 9e Quercus petraea Wintereik 1 183 88 8 z c 4 bed 9e Luzula luzuloides Witte veldbies 1 14 8 10 zz c 2 bed 9e Betula pubescens Zachte berk 1 497 625 4 va a 16 mnb 9e Trientalis europaea Zevenster 1 0 2 10 zz nw Quercus robur 1 1009 1334 1 za a 16 Amelanchier lamarckii Zomereik Amerikaans krenteboompje 2 49 57 9 z a 11 Quercus rubra Amerikaanse eik 2 0 446 5 va nw Prunus serotina Amerikaanse vogelkers 2 521 761 3 a a 16 Goodyera repens Dennenorchis 2 2 3 10 zz a 10 Robinia pseudoacacia Gewone robinia 2 365 476 5 va a 16 kw kw 9e Vl T ? p 9e 9e b! mnb 9e 9e 9e 1975 b b! 1982 b! mnb 9e zz 9e 9e Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg d2 mnb 9e zz Ne 1970 Ne Ne 9e b Ne mnb 9e Ne 91 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam LB 40-'70 Pinus sylvestris Grove den 2 Castanea sativa Tamme kastanje 2 70-'92 zz a-z % 0 500 4 va nw 137 196 7 vz a kl 12 kl2 se d1 d2 9e 1970 zz2 9e Vl T Ne ? Ar De Zomereik is in Limburg de meest voorkomende boom. Foto: © Wildlife Pictures. 2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 41: 34 inheemse en 7 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 327 en ligt duidelijk hoger dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn: Zevenster (2), Valse zandzegge (3), Klein wintergroen (5), Stippelvaren (7), Eikvaren (prionodes:8), Witte veldbies (8), Grote veldbies (18). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 4 • inheems (4): Witte veldbies, Muurhavikskruid, Eikvaren (vulgare), Wintereik; Kwetsbaar: 6 • inheems (6): Stippelvaren, Eikvaren (prionodes), Dubbelloof, Dicht havikskruid, Ruige veldbies, Hengel; Zeldzaam: 6 92 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg • inheems (4): Klein wintergroen, Lelietje-van-dalen, Grote veldbies, Dalkruid; • niet inheems (2):Dennenorchis, Amerikaans krenteboompje; Nieuw: 4 • inheems (2): Valse zandzegge (1975), Zevenster (1982); • niet inheems (2):Grove den (1970), Amerikaanse eik (1970). Bespreking Voedselarme bossen zijn niet zeldzaam in Limburg. Er zijn geen soorten verdwenen, noch ernstig bedreigd. Hetzelfde geldt voor Vlaanderen. Opmerking: de ondersoorten van de Eikvaren worden de laatste jaren niet systematisch gedetermineerd, zodat de conclusie van bedreiging en kwetsbaarheid ook voorzichtig geïnterpreteerd moet worden. De Grove den en de Amerikaanse eik worden gerangschikt als nieuw, omdat ze in de eerste onderzoeksperiode niet werden gekarteerd terwijl ze wel aanwezig waren. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart vindt men in de Kempen, in de Zandleemstreek en in Voeren de voedselarme bossen bij de karteringseenheden: qb, qs ( (arm), zuur eikenbos), fs (zuur beukenbos) en fl, ql (bos met Witte veldbies). Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 93 Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 3.10 Het aantal uitgestorven, bedreigde en nieuwe soorten In de vorige paragrafen 3.1 – 3.9 wordt in detail ingegaan op de verdwenen, de bedreigde (Rode Lijst) en de nieuwe soorten. In de volgende tabel - 3.10 - wordt dat aantal weergegeven : De verdwenen vindt men in de kolommen lw (lang weg) en w (weg); de soorten, die behoren tot de Rode Lijst, in de kolommen mub (met uitsterven bedreigd), bed (bedreigd), kw (kwetsbaar) en zz (zeldzaam); de niet bedreigde in kolom (n.bed) en de nieuwe in kolom nw. 1a:voedselrijke akker 1b:kalkrijke akker 1c:voedselarme akker 1d:tredplant 1e:betreden ruigte 1f:kalkrijke ruigte 1g:voedselrijke ruigte 2a:wisselend milieu 2b:rijke, natte grond 2c:bodem, v, arm water 3a:strand 3b:slik 3c:schor 4a:voedselrijk water 4b:voedselarm water 4c:verlanding water 4d:verlanding rivier 4e:natte ruigte 5a:bemest grasland 5b:bemest hooiland 6a:muur 6b:droog, arm grasland 6c:kalkgrasland 6d:zeer droog grasland 6e:kalkarm grasland 7a:zuur laagveen 7b:basisch laagveen 7c:arm, nat grasland 7d:natte heide 7e:droge heide 7f:heischraal grasland 8a:kaalslag 8b:zoom 8c:kalkstruweel 8d:voedselrijk struweel 9a:bronbos 9b:voedselrijk bos 9c:alluviaal bos 9d:'kalkrijk' bos 9e:voedselarm bos 9f:'rijk, vochtig' bos 9g:'ravijn'bos Som 94 lw 2 w 1 2 % 6 17 mub 2 1 1 1 3 2 3 1 3 4 4 25 1 3 2 1 1 25 8 9 1 3 2 2 2 15 6 8 1 6 1 4 77 22 4 8 11 2 1 2 4 4 1 1 2 1 1 1 2 1 1 2 2 3 3 2 1 1 2 3 2 2 3 1 1 1 1 1 2 4 3 1 3 1 2 2 2 1 30 bed 2 2 3 1 3 2 2 1 29 17 4 1 2 1 1 2 4 1 1 22 67 kw 1 4 3 2 2 5 3 1 3 3 2 10 7 2 6 1 13 4 2 6 22 2 4 2 10 4 3 3 3 4 2 3 3 2 1 6 2 156 zz 16 2 10 5 28 25 12 6 10 13 1 2 21 9 12 11 11 8 7 7 12 16 % 40 75 53 47 43 78 44 21 64 59 67 67 50 73 66 56 64 41 36 48 69 45 82 8 10 1 5 3 2 4 14 14 13 13 16 3 14 5 6 10 6 55 60 23 52 70 62 58 82 36 83 59 73 50 65 57 39 42 73 391 n.bed 26 0 14 9 19 4 10 26 7 2 0 0 0 2 1 13 9 14 35 12 1 18 0 0 9 8 0 5 4 4 6 3 24 2 10 6 0 6 5 21 17 1 353 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg % 50 0 47 53 24 9 26 68 32 6 0 0 0 4 3 41 32 44 55 41 8 37 0 0 45 32 0 22 17 31 32 14 51 8 34 23 0 23 36 51 55 9 nw 2 1 0 0 25 5 11 4 1 3 1 1 1 7 7 1 1 4 6 3 1 6 5 1 0 1 0 1 2 0 0 1 5 2 2 1 4 2 1 4 1 2 126 % 4 8 0 0 31 11 28 11 5 9 33 33 25 15 22 3 4 13 9 10 8 12 10 100 0 4 0 4 9 0 0 5 11 8 7 4 33 8 7 10 3 18 Σ 52 12 30 17 80 45 39 38 22 32 3 3 4 48 32 32 28 32 64 29 13 49 50 1 20 25 13 23 23 13 19 22 47 24 29 26 12 26 14 41 31 11 1174 Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg 4. VERDWENEN EN NIEUWE SOORTEN IN LIMBURG 4.1 Verdwenen soorten Door vergelijking van oude Flora’s en de gegevens verzameld tijdens de verschillende onderzoeksperiodes krijgt men een beeld van de evolutie van het plantenbestand in Limburg. Bepaalde soorten zijn reeds geruime tijd niet meer waargenomen (Tabel 4.1), andere soorten zijn recent verdwenen (Tabel 4.3) 4.1.1 Verdwenen vóór 1900 Tabel 4.1 vermeldt de soorten die nog in de Prodrome staan beschreven, maar die sindsdien niet meer zijn waargenomen. Tabel 4.1. Soorten reeds verdwenen vóór 1900. Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Standplaats Locatie Arnica montana Blysmus compressus Bromus arvensis Carex bohemica Carex distans Carex pulicaris Crassula tillaea Cyperus flavescens Drosera logifolia Filago arvensis Gagea villosa Herminium monorchis Huperzia selago Juncus subnodulosus Lolium remotum Najas minor Potamogeton friesii Potamogeton praelongus Senecio helenitis Spiranthes spiralis Utricularia ochroleuca Veronica opaca Wahlenbergia hederacea Valkruid Platte bies Akkerdravik Cyperzegge Zilte zegge Vlozegge Mosbloempje Geel cypergras Lange zonnedauw Akkerviltkruid Akkergeelster Honingorchis Plompe wolfsklauw Padderus Vlasdolik Klein nimfkruid Puntig fonteinkruid Langstengelig fonteinkruid Spatelkruiskruid Herfstschroeforchis Bleekgeel blaasjeskruid Doffe ereprijs Klimopklokje Heischraal grasland Basisch laagveen Betreden ruigte Voedselarm water Zilt terrein Voedselarm grasland Droogvallend water Droogvallend water Natte heide Voedselarm grasland Zoom Kalkgrasland Voedselarm grasland Basisch laagveen Voedselrijke akker Voedselrijk water Voedselrijk water Voedselrijk water Vedselarm grasland Droge heide Voedselarm water Voedselrijke akker Voedselarm grasland Kerkhoven Donk Sint-Truiden Hasselt Sint-Truiden Genk Genk Diepenbeek Zelem Lanaken Lanaken Teuven Genk Sint Truiden Sint-Truiden Stokrooi Lummen Lummen Kortenbos Sint-Pietersberg Helchteren Sint-Truiden Beverlo Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 95 Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg De Herfstschroeforchis verdween (volgens de literatuur) al van voor 1900 uit Limburg. Toch komt ze nu nog op enkele kilometer van de grens met Limburg voor (SintPietersberg). Foto: Felix BAETEN. 4.1.2 Verdwenen vóór 1970 (de tweede onderzoeksperiode) De preciese data van de soorten, die na 1970 niet meer waargenomen werden, zijn afkomstig van de gegevens van de Limburgse Plantenwerkgroep. De data, die niet exact aangeduid zijn, maar weergegeven worden als < 1930, zijn afkomstig van de ‘Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora van Van Rompaey en Delvosalle (1972, 1979). Het Rozenkransje wordt in de Prodrome als uitgestorven beschouwd, maar Cauberghs et al. (1956) geven aan dat deze plant nog op verschillende plaatsen in de Limburgse Kempen aanwezig is. Tabel 4.2. Soorten niet meer waargenomen na 1970. Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Standplaats Vindplaats - Datum Aconitum vulparia Antennaria dioica Carex diandra Carex digitata Carex dioica Carex lepidocarpa Centaurea calcitrapa Centunculus minimus Chenopodium b.-henricus Chenopodium vulvaria Cystopteris fragilis Delia segetalis Eleocharis quinqueflora Epipactis palustris Eriophorum gracile Filago lutescens Gele monnikskap Rozenkransje Ronde zegge Vingerzegge Tweehuizige zegge Schubzegge Kalketrip Dwergbloem Brave Hendrik Stinkende ganzenvoet Blaasvaren Korenschijnspurrie Armbloemige waterbies Moeraswespenorchis Slank wollegras Geel viltkruid Alluviaal bos Heischraal grasland Basisch laagveen Voedselrijk bos Basisch laagveen Basisch laagveen Kalkrijke ruigte Droogvallend water Voedselrijke ruigte Betreden ruigte Muur Droogvallend water Basisch laagveen Basisch laagveen Basisch laagveen Voedselarm grasland Moelingen, 1967 Kempen, < 1930 Hechtel, 1964 Sint-Pietersberg, 1968 Neeroeteren, < 1930 Zonhoven, 1952 Uikhoven, 1965 De Maten, 1963 Moelingen, 1968 Sint-Truiden, < 1930 Alden Biesen, 1967 Neeroeteren, 1940 Hageven, 1951 Lozen, 1967 Hageven, 1948 Diest, 1957 96 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Standplaats Vindplaats - Datum Genista tinctoria Gymnocarpium dryopteris Gymnocarpium robertianum Gypsophila muralis Juncus capitatus Liparis loeselii Lolium temulentum Moenchia erecta Orchis morio Parnassia palustris Pedicularis palustris Ranunculus tripartitus Sagina nodosa Spiranthes aestivalis Subularia aquatica Vaccaria hispanica Valerianella dentata Vicia lathyroides Wolffia arrhiza Verfbrem Gebogen driehoeksvaren Rechte driehoeksvaren Gipskruid Koprus Groenknolorchis Dolik Kruismuur Harlekijn Parnassia Moeraskartelblad Driedelige waterranonkel Sierlijke vetmuur Zomerschroeforchis Priemkruid Koekruid Getande veldsla Lathyruswikke Wortelloos kroos Kalkgrasland Voedselrijk bos Muur Droogvallend water Droodvallend water Basisch laagveen Voedselrijke akker Kalkgrasland Kalkgrasland Basisch laagveen Zuur laagveenmoeras Voedselarm water Droogvallend water Voedselarm grasland Voedselarm water Kalkrijke akker Kalkrijke akker Voedselarm grasland Voedselrijk water Tessenderlo, 1964 Moelingen, 1945 Sint-Pietersberg, < 1930 Leopoldsburg, 1968 Genk, 1945 Hageven, 1953 Leopoldsburg, 1967 Sint-Pietersberg, < 1930 Tessenderlo, 1964 Maaseik, < 1930 Webbekom, 1957 Zonhoven, < 1930 Genk, < 1930 Genk, 1950 De Maten, 1942 Velm, 1954 Sint-Pietersberg, 1950 Diest, 1969 Hasselt, 1950 In de vloeiweiden te Lozen werd de Moeraswespenorchis nog in 1967 aangetroffen. Foto: G. MATAGNE. De verdwenen soorten behoren tot plantengemeenschappen milieuverslechtering erop achteruit zijn gegaan, namelijk: • • • die door de algemene De plantengemeenschappen die op kalkhoudende of kalkrijke gronden voorkomen; Heide- en venvegetaties; Vegetaties van waters, oevers en zuur laagveen. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 97 Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg 4.1.3 Verdwenen na 1970 In de tweede onderzoeksperiode werd een groot aantal planten in het begin van de jaren ’70 nog waargenomen, maar bij herinventarisaties in de jaren ’90 werden ze niet meer aangetroffen. Dit geldt voor 15 soorten (Tabel 4.3). Tabel 4.3. Soorten die recent niet meer werden aangetroffen. Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Laatste (officiële) Standplaats vondst Locatie Agrostemma githago Bolderik 1971 Voedselrijke akker Anagallis arvensis ssp. coerulea Asperula cynanchica Campanula persicifolia Descurainia sophia Hammarbya paludosa Hieracium lactucella Holosteum umbellatum Marrubium vulgare Potamogeton compressus Ranunculus arvensis Scandix pecten-veneris Senecio paludosus Sium latifolium Thymus serpyllum Blauw guichelheil 1972 Kalkrijke akker KolverenZonhoven Moelingen Kalkbedstro Prachtklokje Sofiekruid Veenmosorchis Spits havikskruid Heelbeen Malrove Plat fonteinkruid Akkerboterbloem Naaldekervel Moeraskruiskruid Grote watereppe Wilde tijm 1970 1970 1978 1975 1976 1970 1976 1970 1974 1979 1970 1979 1981 Kalkgrasland Bos:voedselrijk, kalk Kalkrijke ruigte Hoogveen, natte heide Heischraal grasland Voedselarm grasland Kalkrijke ruigte Voedselrijk water Voedselrijke akker Kalkrijke akker Natte ruigte Verlanding stilstaand water Voedselarm, kalkarm grasland A. B. C. D. E. F. G. H. J K L.M. N.O.P.Q. Opglabbeek Sint-Pietersberg Tessenderlo Maasmechelen Meldert Heppen Lauw Lommel-Kolonie Boorsem Kortessem Lozen Herk-de-stad Beringen-mijn Bloeiende plant Blad, onderaanzicht Bloem Bloem zonder kroon Opengevouwen kroon Meeldraden Stuifmeelkorrels Opengevouwen kelk en stamper Stamper, overlangse doorsnede Vruchtbeginsel, dwarse doorsnede Vruchten Nootjes Wilde tijm nog aangetroffen op de terril van Beringen-Mijn in 1981. Foto: © Collectie Nationale Plantentuin van België – Meise. 98 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg 4.2 Nieuwe soorten Inheemse soorten zijn per definitie soorten die reeds vóór 1500 tot de Vlaamse flora behoorden. Deze soorten vermeerderen zich op een natuurlijke manier en komen standvastig op hun groeiplaatsen voor. Neofyten zijn soorten die nadien zijn ingevoerd, maar die ondertussen ingeburgerd zijn en zich gedragen als een wilde, inheemse soort, dit wil zeggen dat ze ter plaatse stand houden en zich op een natuurlijke manier vermenigvuldigen. 4.2.1 Nieuwe inheemse soorten Tabel 4.4 geeft soorten weer die recent voor de eerste keer in Limburg en soms zelfs voor de eerste keer in Vlaanderen werden waargenomen. Ondanks het feit dat er een aantal soorten verdwenen zijn, stelt men toch vast dat er constant een evolutie te merken is in het plantenbestand. De soorten zijn soms maar één keer waargenomen. Soms was het maar één plant (zoals Orchis simia (Aapjesorchis), Scheuchzeria palustris (Veenbloembies), Thalictrum minus (Kleine ruit), …). Ze vertonen in Limburg geen standvastig patroon en kunnen dus nog niet echt als inheems beschouwd worden. Op hun vindplaats komen de Kleine ruit en de Veenbloembies niet meer voor en was hun aanwezigheid eenmalig. Maar mogelijk verschijnen ze morgen dan weer op een andere plaats.. Andere soorten zijn na hun eerste officiële melding op die groeiplaatsen nog altijd veelvuldig aanwezig. Dit geldt voor enkele waterplanten in de vijvers van Midden-Limburg als Elatine triandra (Drietallig glaskroos), Elatine hydropiper (Klein glaskroos), Ludwigia palustris (Echt waterlepeltje), Callitriche brutia en C. palustris (Gesteeld en Klein sterrekroos). Ook andere soorten ziet men steeds weer op hun groeiplaatsen: Trientalis europaea (Zevenster), Thlaspi caerulescens ssp. calaminare (Zinkboerenkers), Centaurea decipiens en serotina (Knoopkruid), enz. Planten die net over de grens van Limburg op de Sint-Pietersberg en in Nederlands-Limburg groeien, zijn sinds 2000 ontdekt op Limburgse bodem. Dit geldt voor Rhinanthus alectorolophus (Harige ratelaar) en Coeloglossum viride (Groene nachtorchis). Ze werden gevonden in enkele graslanden in Zuid-Limburg. Het Gesteeld glaskroos (rechts) en het Klein glaskroos (links) op een vijverbodem in Midden-Limburg. Foto: André STEEGMANS. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 99 Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg Het Klein glaskroos in detail. Foto: André STEEGMANS. 100 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Groene Nachtorchis, een verdwenen gewaande soort Coeloglossum viride is een soort die - volgens de Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora - in Vlaanderen in de periode 1930-1972 eenmaal is waargenomen. Dit in de omgeving van Mechelen. Daarna is er geen melding meer van. Deze orchidee werd recent ontdekt op een steil hellend weilandje in Haspengouw. Hoewel deze weide regelmatig omwille van de voorkomende Gevlekte orchis werd bezocht door leden van de Limburgse Plantenwerkgroep, die ook actief zijn binnen SEMO (Studiegroep voor Europese en Mediterrane orchideeën), is deze Groene nachtorchis pas ontdekt in 2000. Of deze orchis steeds over het hoofd is gezien en of ze er recent terug is gekomen is niet duidelijk. De Groene nachtorchis is immers een vrij onopvallend, geelgroen orchideetje van amper 15 de cm hoog, dat amper 3 weken bloeit (van begin tot de 3 week van mei). Het heeft trouwens een extreem korte levenscyclus: de gemiddelde levensduur bedraagt drie jaar, gerekend vanaf het tijdstip dat de zaailingen voor het eerst boven de grond komen. Als kortlevende soort kent ze een grote zaadproductie. Volgens W ILLEMS (2001) bevatten de vruchten circa 2.300 zaden. Het behoud en de uitbreiding van de populatie is bovendien afhankelijk van de vestiging van nieuwe zaailingen en een goed verloop van de ontwikkeling van de noodzakelijke mycorrhiza’s. Het feit dat deze fase in de levenscyclus zeer kwetsbaar is, is waarschijnlijk één van de redenen voor de zeldzaamheid van deze soort. In Europa heeft de Groene Nachtorchis een montaan en arctisch verspreidingspatroon. In Scandinavië bijvoorbeeld is het één van de meest voorkomende orchideeënsoorten. Buiten de berggebieden komt deze soort eerder sporadisch voor. Ze komt meestal voor in goed ontwikkelde extensief gebruikte graslanden, met name op gradiënten van kalkarme naar kalkrijke omstandigheden (C.A.J. KREUTZ). De Groene Nachtorchis is een kensoort van de associatie van Betonie en Gevinde kortsteel (BetonicoBrachypodietum). Deze associatie behoort tot het verbond van de heischrale graslanden, maar komt in tegenstelling tot de andere associaties eerder voor op kalkhoudende, zwak zure bodems. Het Betonico-Brachypodietum wordt aangetroffen op vrij droge en warme standplaatsen, meestal in stroken aan de bovenkant van hellingen, met een hellingshoek van 5-25°, die op het westen, zuidwesten en zuiden zijn geëxposeerd. Naast de kenmerkende soorten Betonie (Stachys officinalis) en Groene nachtorchis (Coeloglossum viride) zijn ook Borstelgras (Nardus stricta), Tormentil (Potentilla erecta), Hondviooltje (Viola canina), Tandjesgras (Danthonia decumbens), Stekelbrem (Genista anglica), Pilzegge (Carex pilulifera) en Gewone vleugeltjesbloem (Polygala vulgaris) typisch. Deze associatie onderscheidt zich van de andere associaties doordat het ook soorten uit het Mesobromion herbergt, zoals: Ruige leeuwentand (Leontodon hispidus), Zachte haver (Avenula pubescens), Gevinde kortsteel (Brachypodium pinnatum), Kleine bevernel (Pimpinella saxifraga), Voorjaarszegge (Carex caryophyllea), Kleine pimpernel (Sanguisorba minor) en Aarddistel (Cirsium acaula). Andere veel voorkomende soorten zijn Gewoon duizendblad (Achillea millefolium), Gewoon struisgras (Agrostis capillaris), Grasklokje (Campanula rotundifolia), Rood zwenkgras (Festuca rubra), Knoopkruid (Centaurea jacea), Sint-Janskruid (Hypericum perforatum), Gewone rolklaver (Lotus corniculatus var. corniculatus), Smalle weegbree (Plantago lanceolata), Veldzuring (Rumex acetosa), Blauwe knoop (Succisa pratensis) en Schermhavikskruid (Hieracium umbellatum) (SCHAMINÉE et al. 1996). Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 101 Uit bovenvermeld werk blijkt dat deze associatie enkel in Zuid-Limburg voorkomt, onder andere op het Belgisch gedeelte van de Sint-Pietersberg. De totale oppervlakte zou zich in Nederland beperken tot 10 à 15 hectare. Ze komt er voor op hellingen waar het krijt in mozaïek voorkomt met lemige tot kleiige, vaak min of meer zure afzettingen. Van de verspreiding van deze associatie in Vlaanderen is weinig of niets bekend. Deze soort is erg gevoelig voor bemesting en is wellicht daardoor verdwenen. De weide, waar Groene nachtorchis is gevonden, beantwoordt wel aan boven geschetst profiel. Tijdens een gedetailleerde inventaris van dit perceeltje van ca. 0,6 ha werden maar liefst 197 soorten waargenomen. Deze weide is naar het zuidwesten geëxposeerd. Ze is beplant met populieren en wordt begraasd door 1 à 2 pony’s. De weide is gemeentelijk eigendom, maar wordt verpacht. Met de pachter wordt een provinciale ondersteuningsovereenkomst afgesloten, zodat het beheer van deze weide wordt verzekerd. De mogelijke inspoeling van meststoffen van bijvoorbeeld erboven gelegen akkers vormt momenteel nog een bedreiging. Foto: Felix BAETEN. 102 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg Tabel 4.4. Nieuwe inheemse planten. Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Eerste (officiële) vondst Standplaats Anthemis tinctoria Berberis vulgaris Bromus grossus Callitriche brutia Callitriche palustris Cardamine impatiens Carex reichenbachii Carum verticillatum Gele kamille Zuurbes Zware dreps Gesteeld sterrekroos Klein sterrekroos Springzaadveldkers Valse zandzegge Kranskarwij 1977 1997 1984 1980 1986 1983 1975 1975 Centaurea decipiens Centaurea serotina Ceratocapnos claviculata Chenopodium hybridum Cochlearia danica Coeloglossum viride Crepis tectorum Dactylorhiza praetermissa Dactylorhiza sphagnicola Draba muralis Elatine hydropiper Elatine triandra Eleocharis uniglumis Knoopkruid (de) Knoopkruid (se) Rankende helmbloem Esdoornganzevoet Deens lepelblad Groene nachtorchis Smal streepzaad Rietorchis Veenorchis Wit hongerbloempje Klein glaskroos Drietallig glaskroos Slanke waterbies 1976 1982 1980 1975 1997 2000 1973 1999 1981 1973 1985 1987 1983 Erodium lebelii Kleverige reigersbek 1995 Festuca trachyphylla Gratiola officinalis Hard zwenkgras Genadekruid 1988 2000 Hyacinthoides nonscripta Leucojum aestivum Limosella aquatica Ludwigia palustris Lunaria rediviva Myriophyllum alternifolium Najas marina Nymphoides peltata Orchis simia Orobanche hederae Peucedanum carvifolia Potamogeton acutifolius Potamogeton nodosus Salsola kali ssp. ruthenica Scheuchzeria palustris Scirpus cespitosus ssp. cespitosus Sesleria caerulea Sparganium angustifolium Spergularia marina Taraxacum s. Erythrosperma Wilde hyacint Zomerklokje Slijkgroen Echt waterlepeltje Wilde judaspenning Teer vederkruid Groot nimfkruid Watergentiaan Aapjesorchis Klimopbremraap Karwijvarkenskervel Spits fonteinkruid Rivierfonteinkruid Zacht loogkruid Veenbloembies Veenbies (ce) 1979 1980 1982 1987 1998 1979 1985 1972 1996 1983 1974 1990 1979 1991 1975 1996 Betreden ruigte Voedselrijk, vochtig struweel Kalkrijke akker Voedselrijk water Voedselarm water Ravijnbos Voedselarm bos Onbemest, nat, voedselarm grasland Matig bemest grasland Matig bemest grasland Kaalslag Betreden ruigte Zilt terrein Kalkgrasland Betreden ruigte Matig bemest hooiland Zuur laagveenmoeras Kalkgrasland Voedselarm water Voedselarm water Wisselende milieu-(water)omstandigheden Voedselarm grasland (kalkhoudend) Matig bemest grasland Wisselende milieu-(water)omstandigheden Droog, kalkrijk bos Verlanding stilstaand water Droogvallend voedsel-arm water Voedselrijke, natte grond Ravijnbos Voedselarm water Voedselrijk water Voedselrijk water Kalkgrasland Zoom Matig bemest hooiland Voedselrijk water Voedselrijk water Zilt terrein Hoogveen. Natte heide Hoogveen. Natte heide Blauwgras Drijvende egelskop Zilte schijnspurrie Duinpaardebloem 1990 1978 1992 1974 Taraxacum s. Palustria Taraxacum s. Taraxacum Thalictrum minus Thlaspi caerulescens ssp. calaminare Moeraspaardebloem Paardebloem Kleine ruit Zinkboerenkers 1971 1970 1987 1979 Zeer droog kalkgrasland Voedselarm water Zilt terrein Voedselarm grasland (kalkhoudend) Matig bemest hooiland Matig bemest grasland Droog struweel (kalkhoudend) Kalkgrasland Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 103 Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Eerste (officiële) vondst Standplaats Torilis arvensis Trientalis europaea Trifolium filiforme Akkerdoornzaad Zevenster Draadklaver 1997 1982 1996 Matig bemest grasland Voedselarm bos Voedselarm grasland (kalkhoudend) Een verklaring voor het weer verschijnen van verdwenen geachte soorten is niet altijd duidelijk. Mogelijkerwijs werden ze steeds over het hoofd gezien, omdat ze klein en weinig opvallend zijn, zoals de Glaskroossoorten. In sommige gevallen is de groeiplaats niet gemakkelijk of zelfs (on)bereikbaar: als je geen laarzen (of zelfs waadbroek) aan hebt, zijn bijvoorbeeld tal van waterplanten buiten handbereik en worden ze niet gedetermineerd. Andere soorten verschijnen weer door gewijzigde omstandigheden. Dit kan een gevolg zijn van de verbetering van de waterkwaliteit. Ook kan het beheer van voormalige of potentieel geschikte groeiplaatsen de groei-omstandigheden verbeteren zodat de soorten er zich weer gaan vestigen. Dit geldt onder meer voor een aantal waterplanten zoals Sterrenkroos of Glaskroos. 4.2.2 Nieuwe exoten (neofyten) In tabel 4.5 worden maar liefst 88 neofyten opgesomd, die de laatste jaren in Limburg genoteerd zijn. Naast de datum en het (officiëel) aantal kilometerhokken wordt ook de standplaats aangegeven. Tabel 4.5. Nieuwe exoten (neofyten). Wetenschappelijke Naam Nederlandse naam Aantal Eerste (officiële) kilometerhokken vondst Standplaats Abutilon theophrasti Agrostis scabra Allium paradoxum Amaranthus graecizans Amaranthus hybridus Ambrosia coronopifolia Ammi majus Amsinckia micrantha Anchusa officinalis Angelica archangelica Artemisia biennis Aster novibelgii Azolla filiculoides Barbarea verna Brassica juncea Bromus carinatus Chenopodium ambrosioides Cicerbita macrophylla Coincya monensis ssp. Cheiranthos Coriandrum sativum Crypsis schoenoides Cuscuta campestris Cyperus esculentus Echinochloa utilis Eragrostis cilianensis Eragrostis pilosa Eragrostis tenuifolia Erigeron annuus ssp. septentrionalis Fluweelblad Struisgras (sc) Look (pa) Afrikaanse amarant Groene amarant Zandambrosia Groot akkerscherm Amsinckia Gewone ossen-tong Grote engelwortel Tweejarige alsem Nieuw-nederlandse aster Grote kroosvaren Vroeg barbarakruid Sareptamosterd Gekielde dravik Welriekende ganzen-voet Grote bergsla Muurbloemmosterd 10 1 1 1 4 2 2 1 1 5 1 7 7 2 1 2 4 1 2 1985 1998 1999 1980 1987 1983 1995 1989 1984 1978 1980 1979 1985 1992 1993 1997 1980 1998 1987 Voedselrijke akker Adventief, akker Adventief Betreden ruigte, Maas Betreden ruigte, Maas Betreden ruigte Voedselrijke akker Voedselrijke ruigte Kalkrijke ruigte Natte ruigte, Maas Betreden ruigte, Herk Wegranden Voedselrijk water Voedselrijke akker Adventief-haven Betreden ruigte Betreden ruigte Adventief Betreden ruigte Koriander Crypsis (sc) Veldwarkruid Knolcyperus Hanenpoot (u) Liefdegras (ci) Straatliefdegras Liefdegras (te) Madelieffijnstraal 1 1 4 23 1 1 1 1 12 1997 1999 1983 1985 1995 1998 1998 1998 1982 Adventief, Maas Adventief, vijvergebied Adventief, tuin (Maïs)akker Adventief, akker Adventief Adventief Adventief Voedselrijke ruigte 104 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg Wetenschappelijke Naam Nederlandse naam Aantal Eerste (officiële) kilometerhokken vondst Standplaats Erucastrum gallicum Euonymus latifolius Schijnraket Brede kardinaalsmuts 1 1 1988 1992 Euphorbia maculata Foeniculum vulgare Geranium nodosum Geranium versicolor Heracleum mantegazzianum Herniaria hirsuta Hydrocotyle ranunculoides Iberis umbellata Inula helenium Juncus foliosus Laburnum anagyroides Lathyrus annuus Gevlekte wolfsmelk Venkel Knopige ooievaarsbek Ooievaarsbek (ve) Reuzenberenklauw Behaard breukkruid Waternavel (ra) Schermscheefbloem Griekse alant Bladgreppelrus Goudenregen Lathyrus (an) 1 4 1 1 13 2 1 1 2 13 2 2 1995 1972 1978 1983 1980 1983 1999 1990 1976 1984 1972 1979 Lemna minuta Lepidium latifolium Lindernia dubia Lindernia procumbens Ludwigia peploides Lupinus luteus Lythrum junceum Matteucia struthiopteris Melilotus indicus Mentha longifolia Mimulus guttatus Myriophyllum bresiliense Myrrhis odorata Nicandra physalodes Nymphaea candida Oenothera glazioviana Orobanche amethystea Parthenocissus inserta Pentaglottis sempervirens Phacelia tanacetifolia Physalis alkekengi Physalis angulata Physalis peruviana Portulaca oleracea Rapistrum rugosum Rumex patientia Rumex salicifolius Scrophularia vernalis Senecio squalidus Setaria faberi Sida spinosa Solanum lycopersicum Solanum sisymbriifolium Sorghum halepense Symphytum ‘asperum’ groep Taxus baccata Teucrium botrys Trifolium alexandrinum Trifolium incarnatum Trifolium resupinatum Verbesina alternifolia Dwergkroos Peperkers Schijngenadekruid Liggende lindernia Postelein-waterlepeltje Gele lupine Kruipkattenstaart Struisvaren Kleine honingklaver Hertsmunt Gele maskerbloem Vederkruid (br) Roomse kervel Zegekruid Noordelijke waterlelie Grote teunisbloem Violette bremraap Valse wingerd Overblijvende ossen-tong Phacelia Lampionplant Lampionplant (an) Lampionplant (pe) Postelein Bolletjesraket Spinaziezuring Wilgzuring Voorjaarshelmkruid Glanzend kruiskruid Naaldaar (fa) Sida Tomaat Nachtschade (si) Wilde sorgo Ruwe smeerwortel Taxus Trosgamander Alexandrijnse klaver Inkarnaatklaver Perzische klaver Verbesina 18 1 2 1 1 5 1 1 2 4 1 1 7 3 3 7 1 19 1 10 5 1 1 1 14 23 2 1 1 1 1 10 1 2 10 1 1 4 5 3 1 1983 1996 1993 1995 1995 1980 1997 1988 1980 1980 2000 1999 1980 1995 1978 1980 1984 1970 1983 1980 1976 1995 1995 1996 1981 1980 1995 1997 1994 1998 1998 1978 1995 1986 1974 1970 1989 1979 1980 1980 1998 Betreden ruigte Bos:voedselrijk, kalkhoudend Adventief, spoor Verwilderd, weg Zoom Kalkrijke ruigte Verwilderd, weg Adventief, spoor Voedselrijk water Adventief, terril Natte ruigte, Maas Vijverbodem Verwilderd, weg Voedselrijke ruigte, Maas Voedselrijk water Adventief, Maas Vijverbodem Vijverbodem Adventief Adventief, weg Adventief Verwilderd Adventief, Maas Natte ruigte Verwilderd, puin Voedselrijk water Betreden ruigte Adventief, Maas Voedselarm water Verwilderd, weg Adventief Verwilderd, muur Adventief Verwilderd Adventief, Maas Adventief, Maas Adventief, Maas Verwilderd Betreden ruigte Voedselrijke ruigte Adventief Adventief, bosrand Adventief, spoor Adventief Adventief Adventief, Maas Adventief Adventief Voedselrijke ruigte Verwilderd Verwilderd, spoor Verwilderd, weg Verwilderd Verwilderd, weg Adventief Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 105 Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg Wetenschappelijke Naam Nederlandse naam Aantal Eerste (officiële) kilometerhokken vondst Standplaats Vinca major Xanthium orientale Xanthium spinosum Xanthium strumarium Grote maagdenpalm Grote stekelnoot Stekende stekelnoot Late stekelnoot 3 1 1 1 Verwilderd Adventief, Maas Adventief, Maas Adventief, Maas1996 1978 1990 1976 1996 Deze groep nieuwe soorten zou ingedeeld kunnen worden op basis van de manier waarop ze naar hier zijn gevoerd. 1. Transport via verkeers- en waterwegen Via autowegen, spoorwegen, rivieren, kanalen en zelfs via het luchtverkeer worden heel wat planten aangevoerd. Langs de Grensmaas worden bijvoorbeeld heel veel neofyten en adventieven gevonden. Opvallende zijn de soorten die onder andere in de keuken worden gebruikt: tomaten, Koriander, Physalis (Lampionplant), Peperkers, … Andere adventieven die er zijn gevonden zijn: Stekelnoot, Zegekruid, Amarant, … De Lampionplant (Physalis peruviana) op een grindbank in de Maas. Op de achtergrond tomaten. Foto: Bert BERTEN. 106 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg Rond bloemmolens aan kanalen vindt men onder meer Sareptamosterd en Bolletjesraket. Gevlekte wolfsmelk is een mediterrane soort gevonden aan het spoorwegcomplex te Lanaken. 2. Invoer van vis uit het buitenland Sinds in de jaren ’80 vis uit Oost- en Zuid-Europa wordt ingevoerd in het Vijvergebied Midden-Limburg, worden er bijzonder soorten waargenomen, zoals: Schijngenadekruid, Liggende lindernia, Grote kroosvaren, Dwergkroos en Genadekruid. 3. Gebruik van strooizouten, industriële activiteiten Op terreinen waar een verhoogde zoutconcentratie aanwezig is, zoals de steenkoolmijnen en de metaalverwerkende bedrijven, en langs de wegen komen tegenwoordig soorten voor die oorspronkelijk thuis horen op de zilte grond in de kustgebieden. Hertshoornweegbree en Stomp kweldergras komen al enige tijd voor. Recentere soorten zijn: Zilte schijnspurrie, Zacht loogkruid en Zinkboerenkers. Deens lepelblad is een soort die zich, zeer waarschijnlijk door het gebruik van strooizouten, heeft gevestigd langs de vierbaanswegen. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 107 108 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Evolutie van het plantenbestand in Limburg 5. EVOLUTIE VAN HET PLANTENBESTAND IN LIMBURG 5.1 Samengevatte resultaten. Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Cijfergegevens: 973 inheemse en 228 niet inheemse soorten zijn in beide onderzoeksperioden gekarteerd. Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Tabel 5.1 geeft het gemiddeld aantal hokken per socio-ecologische groep weer. De gemiddelde waarde voor het aantal hokken in de tweede periode 1970-1992 bedraagt 159 (varieert van 1 tot 479) (Tabel 2.3). Dit wordt geïllustreerd in figuur 5.1. Al de socio-ecologische groepen zijn in de figuren 5.1, 5.2 en 5.4 gekleurd: Aantal hokken van de inheemse soorten 70-92 550 Gemidd. aantal kmhokken 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 6d 7b 9g 3a 3b 1b 9b 4b 6c 8c 2c 6a 4a 3c 1f 7d 7e 8a 7f 9c 7a 7c 4d 4e 6b 9a 4c 2b 9d 1c 8d 5b 1a 6e 1e 9e 9f 2a 1g 5a 8b 1d Socio-ecologische groep Figuur 5.1. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 109 Evolutie van het plantenbestand in Limburg Aantal hokken van de inheemse soorten 40-70 Gemidd. aantal kmhokken 400 350 300 250 200 150 100 50 0 6d 3b 7b 9g 3a 3c 9b 1b 4b 2c 6c 4a 8c 6a 1f 9c 8a 7d 7e 2b 4d 7a 7f 6b 4c 9a 9d 7c 1c 8d 1a 4e 1e 5b 6e 9f 2a 9e 8b 1g 1d 5a Socio-ecologische groep Figuur 5.2. Verdwenen en bedreigde soorten 100 90 80 70 % 60 50 40 30 20 10 0 3b 2a 1e 9a 8b 9f 4e 1g 9g 9c 1a 6e 8a 8d 5b 4c 2b 9d 5a 1c 1d 7a 6b 4d 8c 9e 1f 3a 4a 6a 7f 2c 4b 7c 7e 7d 9b 6c 1b 3c 7b Socio-ecologische groep Figuur 5.4. De ‘kalkvegetaties’ (1b, 1f, 6a, 6b, 6c, 6d, 7b, 8c, 9b, 9d, 9g) zijn rood gekleurd, de zilte vegetaties (3a, 3b, 3c) blauw, de voedselarme (1c, 6e, 7d, 7e, 7f, 9e) groen, de voedselarme waters en natte zones 110 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Evolutie van het plantenbestand in Limburg (2c, 4b, 7a, 7c) geel , de voedselrijke waters en natte zones (2a, 4a, 4c, 4d, 4e, 9a) oranje en de andere voedselrijke milieus (1a, 1d, 1e, 1g, 2b, 5a, 5b, 8a, 8b, 8d, 9c, 9f) paars. De gemiddelde waarde voor het aantal hokken per socio-ecologische groep in de eerste periode 19401970 bedraagt 122 (met een variatie van 0 tot 338). De socio-ecologische groepen die een lagere waarde dan gemiddeld hebben worden in het vet weergegeven. Deze groepen komen weinig voor ofwel omdat ze bedreigd zijn, ofwel omdat het vereiste milieutype gewoonweg zeldzaam is. Figuur 5.2 illustreert dit. Gemidd. aantal hokken Vergelijking periode 40-70 met 70-92 550 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 6d 7b 9g 3a 3b 1b 9b 4b 6c 8c 2c 6a 4a 3c 1f 7d 7e 8a 7f 9c 7a 7c 4d 4e 6b 9a 4c 2b 9d 1c 8d 5b 1a 6e 1e 9e 9f 2a 1g 5a 8b 1d Socio-ecologische groep 70-92 40-70 Figuur 5.3. In figuur 5.3 worden de gemiddelden van de twee onderzoeksperioden met elkaar vergeleken. De ecologische groepen waarvan het gemiddelde afneemt zijn de kalkvegetaties (1b, 6c), de planten van waters en oevers (4 e) en de soorten van heiden en vennen (7c, 7d, 7e, 7f). Rode Lijst Van elke socio-ecologische groep wordt nagegaan hoeveel soorten er zijn verdwenen of bedreigd. Men heeft daarvoor de Rode-Lijstcategorieën gebruikt en de soorten die verdwenen zijn daaraan toegevoegd. Het aantal Rode-Lijstsoorten en verdwenen soorten wordt per socio-ecologische groep in procenten omgezet. Op deze wijze wordt duidelijk welke socio-ecologische groepen het meeste bedreigd zijn. Is meer dan 25 % van de soorten in een socio-ecologische groep bedreigd of verdwenen dan wordt de groep in het vet aangeduid in tabel 5.1. Een voorbeeld: socio-ecologische groep 1a (voedselrijke akkers): 2 lang weg, 1 weg, 2 met uitsterven bedreigd, 1 bedreigd en 1 kwetsbaar. Dit houdt dus in dat 7 van de 43 soorten of 16 % verdwenen zijn of bedreigd zijn. In figuur 5.4 geeft men in opklimmende volgorde het percentage verdwenen en bedreigde soorten weer. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 111 Evolutie van het plantenbestand in Limburg Tabel 5.1. Gemiddeld aantal hokken per socio-ecologische groep in de twee onderzoeksperioden. Periode Periode 1970-1992 1940-1970 1. Pioniers antropogeen gestoorde plaatsen A. Akkers 1a. Voedselrijk 1b. Kalkrijk 1c. Voedselarm B. Weg en wegrand 1d. Tredplant 1 e. Betreden ruigten C. Droge (onbetreden) ruigten 1f. Kalkrijke ruigten 1g. Voedselrijke ruigten % verdwenen/ bedreigde soorten 283 9 210 184 10 162 16 70 23 479 311 336 204 23 6 76 45 409 303 2. Planten van zoute milieus D. Zilte terreinen (3a, 3b, 3c) 66 9 3. Planten van zoete waters en oevers E. Voedselrijke waters (4a) 45 32 F. Voedselarme waters 2c.Droogvallende voedselarme waters 40 23 4b. Voedselarme waters 23 18 G. Moerassen 2a.Wisselende milieu(water)-omstandig343 266 heden 2b. Voedselrijke, natte grond 175 108 4c. Verlanding stilstaand water, veen172 131 vormend 4d.Verlanding stromend water, niet 140 108 venig H. Natte ruigten. Bronbossen. 4 e. Natte ruigten 163 190 9a. Bronbos 169 133 4. Planten van bemeste weilanden I. Bemest grasland 5a. Matig bemest grasland 423 338 5b. Matig bemest hooiland 266 222 5.Planten van droog grasland, muren, rotsen J.Muur (6a) 40 34 K. Natuurlijk droog grasland 6b.Voedselarm grasland (+kalkhoudend) 165 127 6c. Kalkgrasland 26 26 6d. Zeer droog kalkgrasland 1 0 6 e. Voedselarm, kalkarm grasland 301 246 6. Planten van heide, ven, zuur laagveen L. Zuur laagveen. Droge en natte heide 7a. Zuur laagveenmoeras 123 110 144 7c. Onbemest, nat, voedselarm grasland 138 7d. Hoogveen, natte heide 88 92 7 e. Droge heide 94 96 126 7f. Heischraal grasland 112 7. Planten van kalkmoerassen 1 M. Basisch laagveen (7b) 1 8.Planten van kaalslagen, zomen, struwelen 112 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 33 14 33, 0, 75 39 48 50 6 20 19 26 12 8 22 19 40 25 62 0 17 24 52 57 54 47 92 Evolutie van het plantenbestand in Limburg Periode Periode 1970-1992 1940-1970 107 79 433 296 N. Kaalslag (8a) O. Zoom (8b) P. Struweel 8c. Op droge, kalkhoudende grond 39 8d.Matig voedselrijk, vrij vochtig struweel 242 9. Bosplanten Q. Voedselrijk bos 9b. Voedselrijke, kalkhoudende grond 9 9c. Alluviaal bos 115 9d. Bos op kalkrijke, droge grond 192 9f. Bos op voedselrijke, matig vochtige 342 grond 9g. ‘Ravijn’bos 4 R. Voedselarm bos (9e) 327 Gemiddeld 159 % verdwenen/ bedreigde soorten 18 8 33 173 29 18 9 73 140 254 62 15 21 10 2 270 122 14 29 5.2 Conclusies 5.2.1 Meest kwetsbare en bedreigde plantengemeenschappen- en hun bedreiging Tabel 5.1 geeft per socio-ecologische groep enerzijds de evolutie in de vorige eeuw weer en anderzijds het percentage Rode-Lijstsoorten in deze groep De meest zeldzame én meest kwetsbare en bedreigde plantengemeenschappen zijn: • Plantengemeenschappen van voedselarme situaties: Onbemeste, natte, voedselarme (7c) en heischrale graslanden (7f) Hoogveen, natte heide (7d) en droge heide (7e) Zuur laagveenmoeras (7a) Matig bemest hooiland (5b) Voedselarm, kalkarm grasland (6 e) Voedselarm bos (9 e) Deze plantengemeenschappen zijn de laatste decennia sterk achteruitgegaan. Heel wat soorten zijn bedreigd of zelfs verdwenen en staan op de Rode Lijst. De belangrijkste oorzaak voor deze achteruitgang is de verslechtering van de algemene milieukwaliteit. Door de luchtvervuiling valt er in Limburg jaarlijks 26-40 kg N/ha, hetgeen de maximale normen voor het behoud van deze vegetaties ver overschrijdt. Naast de eutrofiëring via atmosferische depositie is er de aanrijking via het water. Door het gebruik van meststoffen, door de lozing van afvalwaters zijn zowel oppervlaktewater als het grondwater verrijkt. Eutrofiëring van natte gebieden is hierdoor moeilijk te voorkomen. Een ander probleem is het wegvallen van het oorspronkelijk beheer dat verschralend werkte. Doordat er niet meer wordt gekapt, gemaaid, gehooid en geplagd zoals voorheen wijzigen de concurrentieverhoudingen en aldus de vegetatie. De plantengemeenschappen waarvan het voorkomen de laatste decennia weinig is gewijzigd (aantal hokken blijft ongeveer status-quo), doch waarvan een zeer groot aantal soorten verdwenen of bedreigd is, zijn plantengemeenschappen van kalkhoudende of -kalkrijke grond enerzijds en van waters en oevers anderzijds: • Plantengemeenschappen op kalkhoudend of –kalkrijk substraat Het betreft plantengemeenschappen van kalkrijke akkers (1b), kalkrijke ruigten (1f), muren (6a), kalkhoudende graslanden (6b, 6c, 6d), basisch laagveen (7b), struwelen op kalkhoudende grond (8c) en bossen op kalkhoudende grond (9b, 9g). Het voorkomen van deze plantengemeenschappen is Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 113 Evolutie van het plantenbestand in Limburg gebonden aan de bodem. De vereiste kalkrijke of (in mindere mate) kalkhoudende gronden komen enkel voor in Zuidoost-Limburg (Figuur 5.5) en deze vegetaties dus ook. Door het beperkt voorkomen van deze kalkhoudende of kalkrijke gronden enerzijds of gebieden met kalkhoudend water anderzijds zijn de typische soorten (natuurlijk) zeldzaam, maar niet noodzakelijk bedreigd. • Plantengemeenschappen van waters en oevers De planten van voedselrijke waters (4a), voedselarme waters (4b, 2c), zuur laagveen (7a), zijn allemaal zeldzaam omdat het milieutype niet zóveel voorkomt. Anderzijds zijn de planten op en in het water niet gemakkelijk bereikbaar en daarbij komt nog eens dat ze zeer variabel kunnen zijn en moeilijk te determineren. De bedreiging van beide gemeenschappen komt ook van een verslechterende milieukwaliteit. Verdroging, verzuring en eutrofiëring maken dat de typische soorten niet kunnen standhouden. Maar ook het gewijzigd beheer en grondgebruik hebben bijgedragen tot de achteruitgang van deze soorten. Het valt tevens op dat niet alle socio-ecologische groepen, die in een beperkt aantal hokken voorkomen (dus zeldzaam zijn) en eventueel een groot aantal Rode-Lijstsoorten herbergen, in negatieve zin evolueren, zoals de • Planten van zoute milieus (3a, 3b, 3c) Deze plantengemeenschap is in Limburg zeldzaam, omdat ze zich buiten haar normaal areaal bevindt. Ten opzichte van de eerste periode is het aantal soorten, gebonden aan zoute milieus, echter opvallend toegenomen. Dit is louter te wijten aan menselijk ingrijpen. Door de exploitatie van metaalverwerkende bedrijven en steenkoolmijnen zijn heel wat zouten als afval in de omgeving terechtgekomen. Daarbij komt nog eens dat het gebruik van strooizouten ertoe heeft geleid dat zoutminnende soorten, zoals Deens lepelblad, talrijk voorkomen langs de gewestwegen. Plantengemeenschappen die in positieve zin evolueren en dus méér voorkomen, zijn • Planten van houtige begroeiingen Deze vindt men in zomen (8b), struwelen (8d) en bossen (9c, 9d, 9f, 9g) (uitgezonderd deze op kalkhoudende en voedselarme grond ). • Planten van voedselrijke plaatsen De gemeenschappen van antropogeen gestoorde plaatsen komen zeer veel voor en ze nemen grote oppervlakten in. Dit is van toepassing voor de tredplanten (1d), de ruigten ( 1 e, 1g), de planten van voedselrijke, natte grond (2b) en de voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand (2a). 5.2.2 Voorkomen in Limburg – en mogelijke beschermingsmaatregelen. A. AKKERS De bedreigde soorten (Bolderik, Akkerboterbloem, Naaldekervel,…) komen niet meer voor op de vroegere plaatsen. De moderne landbouwer weert alle mogelijke ‘akkeronkruiden’ omwille van de productieverhoging. Het behouden van bepaalde soorten is enkel mogelijk als er ‘akkerreservaten’ worden aangelegd 10 worden of mogelijkerwijze ook door ‘akkerrandbeheer’ . 10 “Botanisch beheer”, is één van de nieuwe beheerspakketten* waarvoor subsidies kunnen worden aangevraagd. Deze beheersdoelstelling beoogt de handhaving van botanisch waardevolle graslanden en kruidengemeenschappen in akkers. * De beheersovereenkomsten in uitvoering van de verordening 2078/92 (Europese verordening van 30 juni 1992 betreffende landbouwmethoden die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubeheer en betreffende natuurbeheer) zijn recent opgenomen in een “Programma voor Plattelandsontwikkeling” in toepassing van verordening 1257/99 en naar aanleiding daarvan is het aantal beheerspakketten uitgebreid. 114 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Evolutie van het plantenbestand in Limburg B. WEG EN WEGRAND Tredplanten en ruigtekruiden op voedselrijke al dan niet betreden grond zijn typische weg- en bermplanten. Een aantal ‘wegplanten’ zijn samen met het verharden van de vroegere karrensporen met hun karakteristieke middenberm - op verschillende wegranden verdwenen. Dit geldt onder meer voor Wilde cichorei, Riempjes en Grove varkenskers. Anderzijds zijn er veel ‘andere’ soorten in de bermen verschenen: • Wegbermen zijn ideale plaatsen voor adventieven om er zich te vestigen: het rijtje nieuwe soorten is dan ook niet onaanzienlijk. • Van de soorten die vroeger in akkers groeiden -akkeronkruiden- overleven een aantal in de wegbermen. Het is zelfs zo dat een aantal soorten bijna uitsluitend nog in die wegbermen te vinden zijn. Voor het behoud van deze soorten is het natuurvriendelijk bermbeheer belangrijk. Voorbeelden zijn Naakte lathyrus en Aardaker. Een natuurvriendelijk wegbermbeheer, dat rekening houdt met het bloeitijdstip van de bijzondere soorten en waarbij het maaisel wordt afgevoerd, is belangrijk voor het behoud van de soortenrijkdom op deze lintvormige landschapselementen. C. DROGE RUIGTEN De droge (kalkrijke) ruigten vindt men aan de Sint-Pietersberg (tussen Kanne, Maastricht en Visé), rond mergelgrotten (Zichen-Zussen-Bolder), te Teuven en op de terreinen van de steenkoolmijnen. Kensoorten zijn onder meer: Kleine zandkool, Grote zandkool en Veldhondstong. Ondertussen zijn de mijnterreinen met gras ingezaaid en bevatten ze geen (of zeer weinig) adventieve soorten meer. Het behoud van de niet-ingezaaide stukken is een noodzaak. Enkel op de terril van Heusden-Zolder komen momenteel nog een groot aantal planten van droge ruigten voor. Voorbeelden daarvan zijn de drie soorten Teunisbloem en het Slangekruid. Door het gebruik van de - van elders aangevoerde - stenen voor de aanleg van spoorwegtracés, herbergen spoorwegen ook soorten (zowel inheemse als niet inheemse) van kalkrijke ruigten. Er zijn trouwens opvallend veel niet inheemse, adventieve planten op dergelijke tracés aanwezig, die er al jaren standhouden (bijvoorbeeld Madelieffijnstraal, Gevlekte wolfsmelk, Behaard breukkruid). Verlaten spoorwegen zouden in functie van deze soorten kunnen worden beheerd. Interessante tracés liggen in de omgeving van de mijngebieden en van daaruit naar Hasselt of Bilzen-Lanaken-Maastricht. De oprichting van een ‘spoorweg-reservaat’ (Genk, Lanaken) is meer dan aan te bevelen. D. ZOUTE MILIEUS De soorten zijn van maritieme afkomst (kust of stroomafwaarts Schelde) en bevinden zich in Limburg in de omgeving van industrieën (metaalverwerkende bedrijven, mijnterreinen). Ze komen hier ver buiten hun areaal voor. Langs autostrades en vierbaanswegen hebben zich, door het gebruik van strooizouten, zoutminnende soorten gevestigd. Verlaten industriële sites met een bijzondere zoutminnende vegetatie zouden kunnen worden beschermd door de oprichting van een reservaatgebied, eventueel gekoppeld aan andere industrieelarcheologische instandhoudingsprojecten. E. VOEDSELRIJKE EN F. VOEDSELARME WATERS De grootste oppervlakte aaneengesloten voedselrijke waters vindt men in het Vijvergebied MiddenLimburg, hierbij rekent men het hele vijvergebied van de vijvers van Terlaemen tot en met het reservaat de Platwijers, Balleweiers, De Maten, Het Wik en Bokrijk. Het Schulensmeer en omgeving zijn eveneens belangrijke watergebieden. In sloten en (sterk) stromende waterlopen in de omgeving van de vloeiweiden (Lommel, Neeroeteren, Sint-Huibrechts-Lille) en in de Voerstreek vindt men bedreigde soorten als Doorgroeid fonteinkruid en Vlottende waterranonkel. Voedselarme waters met hun karakteristieke vegetaties vindt men hoofdzakelijk op het Kempens plateau meestal in (voormalige) heidegebieden: belangrijke vennen zijn het Lobeliaven, het Heuvelsven, het Ven-onder-de-berg, vennen in De Maten, … Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 115 Evolutie van het plantenbestand in Limburg Drijvende waterweegbree, een volgens de Europese Habitatrichtlijn te beschermen soort, is een kwetsbare soort die in de vijvers van Midden-Limburg en van de Hoge Kempen lokaal frequent voorkomt. Bedreigde soorten als Grondster, Waterlobelia of Fraai duizendguldenkruid komen er occasioneel voor. Voor het behoud van deze soorten is goede waterkwaliteit en een aangepast vijverbeheer noodzakelijk. Bescherming en (integraal) beheer van grotere vijvergebieden als reservaat is zeker aangewezen. G. MOERASSEN De moerassen zijn vaak verbonden met open waters. Het Vijvergebied Midden-Limburg is het geschikte biotoop voor soorten als: Goudzuring, Moeraszuring, Rijstgras, Klimopwaterranonkel en Lidsteng. In de reservaatgebieden is het beheer afgestemd op het behoud en het herstel van moerasvegetaties. Soorten in niet beschermde gebieden worden in hun voortbestaan bedreigd. Grote boterbloem komt voor in een reservaat, in Noord(oost)-Limburg. Polei en Aardbeiklaver houden stand in de 11 uiterwaarden van de Maas. Het zeer zeldzame Kruipend moerasscherm (Schulensmeer), het Vlooienkruid en Watergras komen slechts zeer plaatselijk voor ergens in West- en Zuid-Limburg. Of deze soorten er zullen stand houden is niet zeker; de huidige groeiplaatsen van het Vlooienkruid en Watergras zijn vrij bedreigd. Grote watereppe en Moerasandijvie zijn al lang niet meer waargenomen en waarschijnlijk verdwenen op die plaatsen waar ze vroeger groeiden. H. NATTE RUIGTEN - BOSSEN OP NATTE GRONDEN EN BRONBOSSEN De groeiplaatsen van de belangrijke en bedreigde soorten Bospaardestaart, Moerasooievaarsbek, Boswederik liggen in kleine valleien in de Kempen zoals die van de Stiemerbeek, Zutendaalbeek, Laambeek, Asbeek en in de bovenlopen van de Herk. Hun groeiplaatsen blijven bedreigd omdat ze meestal op privé-eigendommen liggen die niet in functie van de aanwezige natuurwaarden worden beheerd. De beekvalleien waar Groot bronkruid werd waargenomen, zijn ook bedreigd. Hetzelfde geldt voor de bossen met Slanke zegge in Haspengouw. Het Moeraskruiskruid is al meer dan 30 jaar niet meer aan de Maas aangetroffen. I. BEMESTE GRASLANDEN Soorten van licht bemeste graslanden zijn op het eerste zicht niet bedreigd. Toch nam het aantal standplaatsen na 1980 duidelijk af. Kensoorten als Brede en Gevlekte orchis zijn sterk achteruitgegaan. Deze graasweiden en hooilanden liggen versnipperd in het landschap en zijn vaak verlaten. De weilanden in de valleien met kritische soorten als Veldgerst, Grote pimpernel, Moeraspaardebloem en Brede orchis zijn niet beschermd. Vloeiweiden waren bijzonder soortenrijk omdat ze werden bevloeid met het kalkhoudende water uit de kanalen dat oorspronkelijk afkomstig is uit de Ardennen. Bekende gebieden met vloeiweiden zijn: Lommel-Kolonie, Sint-Huibrechts-Lille, Hageven, Lozen, ..... In de vloeiweiden van Noord-Limburg groeien belangrijke inheemse en niet inheemse soorten. Moesdistel, een inheemse soort die eerder in Haspengouw is terug te vinden, komt er voor. Niet inheemse planten zijn Oeverdistel, Bergklokje, Weideklokje en Bonte krokus. Slechts enkele delen van de oorspronkelijk gebieden die werden bevloeid zijn beschermd als reservaat. De grootste oppervlaktes zijn ondertussen beplant met populieren, waardoor de kensoorten geen schijn van kans maken en dus gewoon verdwijnen. J. MUREN Hoewel de muren van historische gebouwen vaak zijn beschermd, geldt dit zeker niet voor de eventueel aanwezige muurvegetatie. Kerken en oude woningen in Zuid-Limburg zijn vaak (zij het gedeeltelijk) gebouwd met mergelblokken of met bakstenen waartussen kalkrijk cement werd gevoegd. Voorbeelden zijn: de gebouwen in het Begijnhof te Tongeren, de Romeinse wallen in Tongeren, Bij de restauratie van historische monumenten wordt er meestal geen rekening gehouden 11 Kruipend moerasscherm komt enkel aan de kust en in Limburg voor. 116 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Evolutie van het plantenbestand in Limburg met de aanwezige vegetatie en wordt ze gewoon verwijderd. Nochtans kan door gebruikmaking van consolidatie-technieken de muurvegetatie perfect behouden blijven. Overleg met eigenaars, meestal openbare besturen, is hiervoor noodzakelijk. Vaak is voor hen de bijzondere waarde van de muurvegetatie onbelangrijk en zijn ze niet bekend met de mogelijkheden om deze te behouden. K. DROGE GRASLANDEN De natuurlijke droge graslanden komen voor op al dan niet kalkhoudende gronden. In de Kempen vindt men bedreigde soorten langs spoorwegen (Heelbeen) en op zandgronden in Genk (Overblijvende hardbloem, Dwergviltkruid, Viltganzerik). Bepaalde groeiplaatsen van Overblijvende hardbloem en Dwergviltkruid liggen in een natuurreservaat en zijn dus beschermd. De andere zijn niet verzekerd van hun voortbestaan. Aan de Maasoevers of op de winterdijken groeien bedreigde planten als Wit vetkruid, Tripmadam, Zacht vetkruid en Veldsalie. De winterdijken zijn ‘beschermd’, omdat ze in de eerste plaats als waterwerende dijk fungeren en zo behouden worden. Het behoud echter van de vegetaties op de Maasoevers en de dijken is afhankelijk van werkzaamheden voor of na overstromingen. De kalkvegetaties in Limburg zijn in oppervlakte klein en zeer plaatselijk (Figuur 5.5.). Men vindt in Haspengouw de volgende kalksoorten: Voorjaarsganzerik, Voorjaarszegge, Harige ratelaar, Duifkruid, Groene nachtorchis en Bergdravik. Deze kalkgraslanden zijn meestal privé-eigendom waardoor het behoud van deze soorten helemaal niet is verzekerd. In de Kempen vindt men ook plaatselijk kalkvegetaties, met onder meer Driedistel, Geelhartje, Draadklaver, Zinkboerenkers, Beklierde ogentroost, Mantelanjer en Kleine steentijm. Twee laatstgenoemde soorten groeien in beschermde gebieden gelegen (mijnterreinen). De anderen komen hier en daar voor en zijn daar niet beschermd. De meeste planten van de droge zandgronden zijn niet bedreigd, omdat ze in de Kempen heel veel aanwezig zijn. De Wilde tijm is in de tabel aangegeven als ‘bedreigd’. Bij controle van de laatst gekende standplaatsen kwam ze daar evenwel niet meer voor. L. ZUUR LAAGVEENMOERASSEN, DROGE EN NATTE HEIDE De zure laagveenmoerassen, de heischrale graslanden en de onbemeste graslanden op zure grond herbergen heel wat zeldzame en bedreigde soorten. Sommige bevinden zich in natuurreservaten of ‘veilige’ gebieden. Voorbeelden daarvan zijn Moerasvaren (Bokrijk, Noordoost Limburg), Rond wintergroen (mijngebieden), Draadzegge (Teut, Mechelse heide), Veenorchis (Teut), Kranskarwij (Diepenbeek en de Dommelvallei), enz. De Kleine schorseneer (Diepenbeek) en de Kleine valeriaan (Kolberg) komen zelfs buiten de reservaten (vermoedelijk) nergens meer voor! Het voorkomen van andere soorten is niet beveiligd, zoals: Kamvaren, Moeraswederik, Welriekende nachtorchis, Maanvaren, Addertong, Hondsviooltje en Bosogentroost. Ze groeien op plaatsen buiten reservaten. Spits havikskruid is al heel lang niet meer opgemerkt in Limburg. De droge en natte heide (inclusief het hoogveen) zijn typisch voor Limburg. Ondanks dat de heidegebieden nog een behoorlijke oppervlakte innemen en zelfs beschermd zijn als natuurreservaten, zijn heel wat soorten er sterk op achteruitgegaan; het aantal groeiplaatsen is verminderd. De volgende soorten groeien nog in een zeer beperkt areaal: Grote wolfsklauw (Lanaken), Jeneverbes (Zutendaal, As, Genk), Grote bremraap (Bolderberg), Veenmosorchis (Maasmechelen), Slijkzegge (Maasmechelen). Kleine zonnedauw, Bruine snavelbies en Lavendelhei komen nog in meerdere gebieden voor. M. KALKMOERASSEN (BASISCH LAAGVEEN) Dit biotoop komt in Limburg niet meer voor. De laatste meldingen van soorten behorend tot deze plantengemeenschap komen uit het Hageven (1949) en Lozen (1967). Het huidige bodemgebruik van deze gebieden is sterk veranderd in vergelijking met vroeger, doordat er niet meer wordt bevloeid zijn typische soorten als Padderus, Parnassia, .... verdwenen. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 117 Evolutie van het plantenbestand in Limburg N. KAALSLAGEN, O. ZOMEN, P. STRUWELEN In deze biotopen vindt men de meest zeldzame en bedreigde soorten op kalkhoudende gronden. Uiteraard heeft dit te maken met het feit dat kalkbodems in Limburg zeer weinig voorkomen (Figuur 5.5: Zuidoost-Limburg, Voeren, lösshoudende leem in Zuid-Limburg). De soorten, die bedreigd zijn en slechts lokaal voorkomen, zijn Zuurbes (Groot Gelmen), Ruig viooltje (Voeren), Borstelkrans (mijngebied, winterdijk Maas), Betonie (Zuid-Limburg, mijngebied), Bruine orchis (Voeren), Mannetjesorchis (Voeren), Bergnachtorchis (Voeren). Q. VOEDSELRIJKE EN R. VOEDSELARME BOSSEN De meeste soorten van de bossen op voedselrijke bodems zijn niet onmiddellijk bedreigd. Toch is de Gele monnikskap na 1967 (Moelingen) niet meer waargenomen. Soorten van bossen op kalkhoudende grond, zoals Zwartblauwe rapunzel (Lommel-Kolonie, Nieuwerkerken), Bleek bosvogeltje (Voeren), Gele anemoon (Kortessem), Vingerhelmbloem (Kanne en Voeren), Bosgeelster (Stevoort), Gevlekt longkruid (Loksbergen, Teuven), Fraai hertshooi (Bolderberg), zijn zeldzaam omdat het bostype waarin ze voorkomen in Limburg zeer weinig voorkomt. Bossen op kalkhoudende gronden zouden meer aandacht moeten krijgen. Bescherming is meer dan wenselijk! Bossen op voedselarme bodems komen in de Kempen en in Voeren veel voor. Het grootste aantal soorten is niet bedreigd. De meest kwetsbare is Stippelvaren. Deze is in Limburg slechts bekend van 2 plaatsen: Beverst en Lozen. De zeer zeldzame Zevenster is recent ontdekt in Voeren en in Bolderberg (privé-bos). De groeiplaatsen van beide soorten blijven evenwel al jaren ongewijzigd. 5.2.3 Te beschermen gebieden in Limburg De gebieden in Limburg, die relatief veel zeldzame planten en plantengemeenschappen bevatten en die voor het behoud zouden moeten beschermd worden, zijn: Vloeiweiden: Lommel-Kolonie, Lozen, Sint-Huibrechts-Lille (voedselrijke sloten, weilanden, bosjes); Noordoost-Limburg: bossen, moerassen; Maas: oevers, droge graslanden (winterdijken), weilanden en poelen (uiterwaarden); Mijngebieden: Heusden-Zolder, en andere (droge ruigten, niet ingezaaide terreinen, spoorwegen, zoutrijke zones); Vijvergebieden Midden-Limburg: De Maten, Het Wik, Bokrijk, Vijvercomplex Midden-Limburg, Welleke, Ballewijer; Pomperik (Weilanden, laagveen); Heidegebieden met hun vennen, Maasmechelen, Lanaken, Zutendaal, Lanklaar, Teut, Tenhaagdoornheide, de heidegebieden op de militaire domeinen, Bolderberg (voedselrijke en voedselarme waters, heiden), Beken Noord- en Midden-Limburg: onder andere Itterbeek, Zwarte beek, Stiemerbeek, Mangelbeek, Laambeek; Hoge Kempen: Zutendaalbeek, Asbeek; Schulensmeer: weilanden, waters; Spoorwegen: van de mijnterreinen naar Hasselt en naar Bilzen-Lanaken-Maastricht; Zuid-Limburg: Kortessem, Heers, Borgloon (kalkhoudende graslanden), Riemst (mergelgrotten, droge ruigten), begijnhof Tongeren (omwallingen, gebouwen), kerken, Kanne (bos, rand Albertkanaal); Voeren: snelstromende beken, kalkgraslanden, bossen (Veursbos, Alsbos, e.a.). 118 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Nabeschouwingen 6. NABESCHOUWINGEN 6.1 Botanische kwaliteit van Limburg in een Vlaams perspectief Uit gegevens van de Florabank blijkt dat in Vlaanderen ooit 1279 soorten hogere planten, behorend tot de “wilde flora”, zijn waargenomen, waarvan 1011 als inheems en 175 als “ingeburgerd” worden beschouwd. Ongeveer 6% van de soorten is uitgestorven, 29% is min of meer bedreigd en 15% is 12 zeldzaam. Figuur 6.1 toont de “hot spots ” in Vlaanderen wat betreft de Rode-Lijstsoorten van hogere planten (Natuurrapport, 1999). S # # S# # S S S # # S S # S # S # ##S S#SS # S # S # S # S # # S S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # # S S # S # S # # S S # # S S # S # S # S # # S S # S # S # S # S # S # # S # S # S # S S # S # # S S # S # S # # S S # S # S # S # S # S # S # #S # S S # S # # S S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # # S S # S # S # S # S # S # S # # S S # # S S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # #S # S S # S # S # S # # S # S S # S # S # S # S # # S # S S # #S # S # S # S # S S # S # S # # S S # S# # S S # S # # S S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # S # # S S # S # S # S # S # S # # S S # Figuur 6.1. Rode-Lijstsoorten “hot spots” van hogere planten in verschillende ecoregio’s. In de periode 1997-2000 werd een studie uitgevoerd naar de evolutie van de botanische kwaliteit van 13 ecotopen in Vlaanderen (VAN LANDUYT et al. 2000). De in deze studie gebruikte ecotoopindeling verschilt weliswaar van deze in de Rode Lijst, maar ze overlapt met de indeling in socio-ecologische groepen, waardoor vergelijking mogelijk is. In het rapport worden voor Vlaanderen 30 ecotoopgroepen (CML) onderscheiden en wordt de verspreiding van deze ecotopen ervan besproken. De resultaten uit beide rapporten maken het mogelijk om de gegevens in deze Rode Lijst in een ruimere context te plaatsen. Zo wordt duidelijk dat bepaalde plantengemeenschappen ofwel méér of beter ontwikkeld voorkomen in Limburg ofwel zelfs uitsluitend nog in Limburg voorkomen. Dit zijn bijkomende argumenten om maatregelen te nemen voor het behoud en het herstel van deze vegetaties. 12 Aan de hand van de ruimtelijke verspreiding van “hot spots” is getracht gebieden te lokaliseren waar een opvallend groot aantal soorten of veel Rode-Lijstsoorten aanwezig zijn. Een “hot spot” is een karteringshok dat behoort tot de 5% (resp. 10%) soortenrijkste hokken voor de beschouwde groep organismen. 13 De ecotoopindeling werd in 1987 uitgewerkt door het Centrum voor Milieukunde in Leiden (RUNHAAR & STEVERS et al.) en is gebaseerd op milieukenmerken en de structuur van de vegetatie. Eenheden in andere ecologische indelingen, waarmee de ecotoopgroep van het Centrum voor Milieukunde in Leiden (CML) volledig of ten dele overlapt worden in de studie van VAN LANDUYT opgesomd. Op die manier worden er verbanden gelegd met de indeling in socio-ecologische groepen van STIEPERAERE & FRANSEN (1982) en met de ecotopen, die onderscheiden worden in de Biologische waarderingskaarten. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 119 Nabeschouwingen 1. Verlandings- en waterplantenvegetaties ECOTOOPINDELING VOLGENS CML OVEREENKOMENDE SOCIOECOLOGISCHE GROEP VOLGENS STIEPERAERE Voedselrijke en matig voedselrijke waters 4a: voedselrijke waters, 4c: verlandingsvegetaties in stilstaand voedselrijk water 4d: verlandingsvegetaties in stromend voedselrijk water. 4% van de kenmerkende planten van (matig) voedselrijke waters is uitgestorven en 27 % is bedreigd. Deze ecotooptypes zijn in Vlaanderen goed ontwikkeld en komen voor in de valleigebieden van OostVlaanderen, Vlaams Brabant, Antwerpen en Limburg. Stilstaande, voedselarme, (neutrale tot basische) waters 4b: voedselarme waters Kenmerkende plantensoorten van oligotrofe wateren zijn sterk bedreigd. Van deze soorten is 10% uitgestorven in Vlaanderen, terwijl 59% bedreigd is. Dit type is beperkt tot de Kempen (Figuur A12). 2. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op brakke of zilte grond Hier worden vier ecotoopgroepen onderscheiden die overeenkomen met 3a: stranden, 3b: slikken, lage schorren en 3c: hoge schorren: Vegetaties op een droge brakke of zilte grond bodem zijn beperkt tot de zeereep. Vegetaties op een vochtige of natte, brakke of zilte bodem komen voor in de kustduinen, de polders, het Schelde estuarium ter hoogte van Antwerpen. De pioniersvegetaties en graslanden op natte brakke of zilte bodem komen goed ontwikkeld voor in het Zwin, de Kustpolders, de Scheldepolders en ter hoogte van Antwerpen. Minder goed ontwikkelde vegetaties beperken zich buiten het maritiem district tot Limburg . Vermits deze soorten van zilte milieus ver buiten hun normale verspreidingsgebied zitten, zijn deze plantengemeenschappen niet volledig ontwikkeld aanwezig en zijn deze soorten in Limburg zeldzaam. Men treft slecht enkele 120 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Nabeschouwingen soorten aan bijvoorbeeld langs vierbaanswegen (via strooizouten), aan metaalverwerkende bedrijven of aan de steenkoolmijnen. Figuur bk 20 toont ons de polders, estuaria en de zilte mijnplassen nabij Eisden. 3. Pioniersvegetaties en graslanden op natte voedselarme bodem Men kan deze waarnemen op een zuur, een neutraal of een basisch substraat. Pioniersvegetaties en graslanden op natte, voedselarme 7b: basisch laagveen basische bodems In Vlaanderen vindt men de vegetaties op dit substraat in de duinen, op opgespoten terreinen aan de benedenloop van de Schelde ter hoogte van Antwerpen, de omgeving van Berg (Brabant). In Limburg komen dergelijke vegetaties, die zwak ontwikkeld zijn, voor op opgespoten terreinen aan het Albertkanaal te Genk-Zutendaal. Pioniersvegetaties en graslanden op natte, voedselarme neutrale bodems 7c: onbemest nat, voedselarm grasland, 7a: zuur laagveenmoeras In Vlaanderen komen deze vegetaties het meest voor in de Kempen (Antwerpen en Limburg). Toch zijn er op andere plaatsen nog goed ontwikkelde vegetaties zoals te Berg, omgeving Gent en de duinen. Pioniersvegetaties en graslanden op natte, voedselarme 7d: hoogveen, natte heide. zure bodems Planten van natte heiden en hoogvenen vormen een groep met een hoog aandeel bedreigde soorten: 8% van de soorten is uitgestorven in Vlaanderen, 50% is bedreigd. In Vlaanderen is deze ecotoopgroep nagenoeg volledig beperkt tot de Kempen. De enige goed ontwikkelde locatie buiten de Kempen is gelegen in het natuurreservaat ‘de Gulke Putten’ te Wingene. (Figuur k21). Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 121 Nabeschouwingen 4. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op natte matig voedselrijke tot natte voedselrijke bodem Deze ecotoopgroep komt overeen met volgende socio-ecologische groepen 5b: matig bemest hooiland, 4c: verlandingsvegetatie in stilstaand voedselrijk water, 2b: voedselrijke, natte grond, 2c: droogvallende voedselarme waters en:4d: verlandingsvegetatie in voedselrijk stromend water. Deze vegetaties komen zowat overal in Vlaanderen voor, maar hoofdzakelijk in de valleigebieden die de voorkeur genieten. 5. Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige voedselarme bodem Ofwel zijn het zure, neutrale of basische bodems. Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige, 6c: kalkgrasland voedselarme basische bodem In Vlaanderen zijn de vegetaties op basische bodems hoofdzakelijk gelokaliseerd in West-Vlaanderen (duinen) en in Limburg (Figuur k 43). In Limburg vindt men dergelijke graslanden in de Leemstreek (Heers, Tongeren), in de Voerstreek en langs de Maas. In de Kempen zijn de locaties verbonden aan mijnterreinen. 122 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Nabeschouwingen Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige, voedselarme neutrale bodem 7c: onbemest, nat, voedselarm grasland, 2c: droogvallende voedselarme waters en 7f: heischraal grasland. De vegetaties op neutrale bodem komen verspreid voor in Vlaanderen. Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige, voedselarme zure bodem 7d: hoogveen, natte heide, 7e: droge heide 7f: heischraal grasland De goed ontwikkelde vegetaties op vochtige, voedselarme zure bodems zijn in hoofdzaak beperkt tot de Kempen (Antwerpen en Limburg). Buiten de Kempen komen minder goed ontwikkelde vormen voor in de Vlaamse zand- en zandleemstreek. (Figuur k41). 6. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op vochtige bodem Ofwel op een matig voedselrijk of op een zeer voedselrijk substraat. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op vochtige, matige voedselrijke bodems Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op vochtige, zeer voedselrijke bodems 5a: matig bemest grasland, 1c: voedselarme akker, 1e: betreden ruigte 1a: voedselrijke akker, 1g: voedselrijke ruigte Deze vegetaties komen overal in Vlaanderen voor (Figuur k46). Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 123 Nabeschouwingen 7. Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme bodem. Men kan deze waarnemen op een zuur, neutraal of basisch substraat. Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme basische bodems 6b: voedselarm (kalkhoudend) grasland 6c: kalkgrasland In de groep hogere planten, kenmerkend voor kalkgraslanden’ is een hoog percentage bedreigde soorten: 15% is uitgestorven en 47% is bedreigd. Dit type is nagenoeg beperkt tot de duinen, waar ze het best vertegenwoordigd is langsheen de Westkust. Buiten de duinen is ze enkel aanwezig op de kalkhellingen van Kanne (Figuur k63). 124 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Nabeschouwingen Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme neutrale bodems 6e: voedselarm, kalkarm grasland 6b: voedselarm (kalkhoudend) grasland. De vegetaties op neutrale bodems komen veel in Midden-Limburg en aan de Westkust voor. Ook andere plaatsen in Vlaanderen (onder andere Krekengebied) kennen deze vegetatie. Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme 7e: droge heide zure bodems 6e: voedselarm, kalkarm grasland De ecotoopgroep van de zure bodems is hoofdzakelijk beperkt tot de Kempen met het zwaartepunt Midden-Limburg. (figuren k21 en k41). 8. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op droge bodem Deze vegetaties vindt men op een matig voedselrijke, maar ook op een zeer voedselrijke bodem. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op droge, matig voedselrijke bodems Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op droge, zeer voedselrijke bodems 6b: voedselarm (kalkhoudend) grasland, 1c: voedselarme akker, 1d: tredplant 1e: betreden ruigte 1f: kalkrijke ruigte 1a: voedselrijke akker, 1d: tredplant 1g: voedselrijke ruigte Ze komen zowat overal in Vlaanderen voor. We verwijzen naar Figuur k46 (zie hoger). Bossen en struwelen op natte bodem. De bodems kunnen qua voedselrijkdom zeer verschillend zijn: van zeer voedselrijk, tot matig voedselrijk of tot voedselarm. Bossen en struwelen op natte, matig of zeer voedselrijke gronden 9a: bronbos 4e: natte ruigte Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 125 Nabeschouwingen Dergelijke bossen vindt men op veel plaatsen in Vlaanderen. Het meest frequent komen ze voor in valleigebieden. Bossen en struwelen op natte, voedselarme, neutrale 9a: bronbos bodems 4e: natte ruigte Dit type is niet zo algemeen. Men vindt deze in bronbossen van de Vlaamse Ardennen, Halle, Rodebos, Meerdaal en Voeren. In de Kempen beperkt het zich tot elzen- en wilgenbosjes in de valleien (Figuur h22). 9. Bossen en struwelen op vochtige bodem Ofwel zijn de bodems matig voedselrijk, voedselarm en basisch of voedselarm en neutraal of voedselarm en zuur. Bossen en struwelen op vochtige, matig voedselrijke bodems 8b: zoom 9d: bos op kalkrijke, droge grond en 9f: bos op voedselrijke, matig vochtige grond. De ecotoopgroep op een matig voedselrijk substraat kent de grootste verspreiding in Vlaanderen, in de Leemstreek en in Voeren. Toch komt deze ook nog op verschillende andere plaatsen voor. Bossen en struwelen op vochtige, voedselarme, basische en neutrale bodems 9f: bos op voedselrijke, matig vochtige grond, 9d: bos op kalkrijke, droge grond, 9b: bos op voedselrijke, kalkhoudende grond 8c: struweel op droge, kalkhoudende grond. Van de soorten bijvoorbeeld gebonden aan struwelen op kalkhoudende gronden (8c) is 7% uitgestorven en 63% bedreigd. Van de groep van het eiken-haagbeukenbos en beukenbos op kalkhoudende grond (9b) is maar liefst 75% van de soorten bedreigd. Op een voedselarme vochtige bodem vindt men de bossen in Vlaanderen in de Leemstreek (Zoniënwoud, Halle, Vlaamse Ardennen). In de Limburgse Leemstreek is het de omgeving van Sint-Truiden, Heers, Tongeren, Bilzen, Kanne. Ook in de Leemstreek vindt men dergelijke bossen (Figuur h43). 126 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Nabeschouwingen Bossen en struwelen op vochtige, voedselarme, zure bodems 9e: voedselarm bos 9f: bos op voedselrijke, matig vochtige grond De ecotoopgroep op een zure bodem is frequent aanwezig in de Kempen, ook elders in Vlaanderen komt deze groep veel voor. De Leemstreek is het voornaamste verspreidingsgebied van de bossen en de struwelen op vochtige, voedselarme neutrale bodem. Ook in de Voerstreek en enkele valleien in de Kempen vindt men deze groep. 10. Bossen en struwelen op droge, voedselarme, neutrale of basische bodem Bossen en struwelen op droge, voedselarme, basische en neutrale bodems 8c: struweel op droge, kalkhoudende grond, 8d: matig voedselrijk, vrij vochtig struweel 9e: voedselarm bos. De vegetaties van neutrale bodem komen verspreid in Vlaanderen voor (zowel de Leemstreek als de Kempen). De bossen en de struwelen op droge basische bodems zijn beperkt tot de kustduinen en Kanne. Zelfde verspreidingspatroon als figuur k63 (zie § 7. Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme bodem). Bossen en struwelen op droge, voedselarme, zure bodems 9e: voedselarm bos Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 127 Nabeschouwingen Deze ecotoopgroep kent voor Vlaanderen zijn hoofdverspreiding in de Kempen.(Figuur h41-61). 6.2 Botanische kwaliteit van Limburg in het NATURA2000 perspectief De EU-Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EEG) beoogt het waarborgen van de biologische diversiteit door het instandhouden van de natuurlijke habitats en van de wilde flora en fauna binnen de EU-lidstaten. 14 In Vlaanderen komen 46 habitats van communautair belang voor, waarvan 25 typen ook in Limburg voorkomen (Tabel 6.1). Ter bescherming van deze habitats zijn in Vlaanderen speciale beschermingszones (SBZ-H) afgebakend met een totale oppervlakte van ongeveer 102.000 ha, waarvan ongeveer 35.500 ha (35%) gelegen is in Limburg. Deze SBZ-H moeten op dit moment (dd. 15 dec. 2001) nog worden goedgekeurd door de Europese commissie , daarna worden het pas Habitatrichtlijngebieden en vormen ze samen met de EU-Vogelrichtlijngebieden (richtlijn 79/409/EEG) het NATURA2000 netwerk. Deze SBZ-H herbergen het grootste deel van de besproken RodeLijstsoorten. In bijlage II van de Habitatrichtlijn worden specifiek enkele te beschermen plantensoorten opgesomd. Twee daarvan, namelijk Drijvende waterweegbree (Luronium natans) en Kruipend moerasscherm (Apium repens) komen voornamelijk in Limburg voor. 14 15 Van belang voor de Europese Unie Er wordt nagegaan of volledig en voldoende is afgebakend (alle habitats in voldoende oppervlakte) 128 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Nabeschouwingen Figuur 6.2. Verspreiding van Drijvende waterweegbree (Luronium natans) in Vlaanderen. De bescherming, het beheer en de ontwikkeling van deze in Limburg voorkomende SBZ-H met de voorkomende habitats en -soorten speelt een essentiële rol bij de bescherming van onze RodeLijstsoorten. De Drijvende waterweegbree is in Europa erkend als bedreigde soort. Foto: Lily GORA. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 129 Nabeschouwingen Tabel 6.1. In Limburg voorkomende habitats van internationaal belang volgens de Habitatrichtlijn. (De vetgedrukte habitats zijn prioritaire habitats die verplicht moeten worden opgenomen in het NATURA2000 netwerk). Code 2310 2330 3110 3130 3150 4010 4030 5130 6210 6410 6430 6510 7110 7120 7140 7150 8310 9110 9120 9130 9160 9190 91D0 91E0 Habitattype Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen Mineraalarme oligotrofe wateren van de Atlantische zandvlakten met amfibische vegetatie: Lobelia, Littorellia en Isoëtes Oligotrofe wateren van het Middeneuropese en peri-alpiene gebied met Littorella- of isoëtes-vegetatie of met eenjarige vegetatie op droogvallende oevers (Nanocyperetalia) Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamium of Hydrocharition Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix Droge heide (alle subtypen) Juniperus communis-formaties in heidevelden of kalkgrasland Gebieden waar zeldzame orchideeën groeien (Festuco-Brometalia) Grasland met Molinia op kalkhoudende bodem en kleibodem (EuMolinion) Voedselrijke ruigten Laaggelegen, schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) Actief hoogveen Aangetast hoogveen Overgangs- en trilveen Slenken in veengronden (Rhynchosporion) Niet voor publiek opengestelde grotten Beukenbosssen van het type Luzulo-Fagetum Beukenbosssen van het type met Ilex- en Taxus-soorten rijk aan epifyten (Ilici-Fagetum) Beukenbosssen van het type Asperula-Fagetum Eikenbossen van het type Stellario-Carpinetum Oude zuurminnende bossen met Quercus robur op zandvlakten Veenbossen Overblijvende of relictbossen op alluviale grond (Alnion-glutinosoincanae) BWK-Code cg Delen van ha Delen van ao Delen van ao Delen van ae ce cg, hn, cv (cg) hk hm Delen van sp, sk en ku* Delen van hu, hpu t, ces, ct tm, ctm md, ms ce / fl qs en delen van fs (niet fs°) fm, qe, fe qa, fa Delen van qb vo, vt, vm, va, vc, vn, vf 6.3 Aanbevelingen met betrekking tot behoud en bescherming van Rode-Lijstsoorten Het Natuurdecreet maakt het mogelijk om maatregelen te nemen ter bescherming van soorten, doch bepaalt niet welke organismen in aanmerking komen voor bescherming. De Rode-Lijstsoorten zijn alleszins wettelijk beschermd in het kader van het Koninklijk Besluit van 1976 houdende maatregelen ter bescherming van in het wild groeiende plantensoorten. Bij de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) moet er rekening worden gehouden met de habitats van de RodeLijstsoorten; deze gebieden zouden in de GEN of GENO-gebieden moeten liggen. In de praktijk is dit echter niet altijd het geval – in Limburg bijvoorbeeld ligt 40% van de Speciale Beschermingszones (SBZ), afgebakend in het kader van de EU-Habitatrichtlijn, buiten het VEN. Voor alle SBZ, maar speciaal voor de bedreigde habitats met Rode-Lijstsoorten buiten het VEN, hebben de voor Limburg bevoegde overheden de verantwoordelijkheid voor de bescherming en het behoud van vermelde habitatgebieden en –soorten. Zij moeten de nodige beheer- en beschermingsmaatregelen treffen om te verzekeren dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats in deze Speciale Beschermingszones niet verslechtert en er geen storende factoren optreden voor de soorten. De vereiste instandhouding van de gebieden vraagt een permanente bestuurlijke oplettendheid bij de 130 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Nabeschouwingen beoordeling van ontwikkelingen op ruimtelijk vlak en een geïntegreerde beleidsaanpak. Liggen bijzondere habitats met Rode-Lijstsoorten noch in VEN, noch in Habitatrichtlijngebied, maar is het gebied “habitatrichtlijn-waardig”, dan nog hebben overheden de verantwoordelijkheid te zoeken naar andere mogelijkheden om deze gebieden te beschermen en het behoud van voorkomende RodeLijstsoorten te verzekeren. De meest geschikte basis voor een duurzame instandhouding te verzekeren is een groene gewestplanbestemming voor tenminste alle SBZ te realiseren. Bij de opmaak van de Ruimtelijke structuurplannen en de uitvoeringsplannen moet weldegelijk rekening worden gehouden met de EU-habitats in het algemeen en meer specifiek met de habitats van de Rode-Lijstsoorten. Tijdens de aankoopprocedures moeten gebieden die deel uitmaken van VEN of rijk zijn aan Rode-Lijstsoorten prioritair worden behandeld. Erkende terreinverwervende natuurverenigingen zouden bijkomend financieel door provincie en gemeenten kunnen worden gesteund bij hun aankoop van natuurgebieden. Deze verenigingen moeten immers, in tegenstelling tot Nederland waar ze voor 100% door de overheid worden gesubsidieerd, nog 10 % van de aankoopsom zelf betalen. Ontsnippering en vergroting van de belangrijke, kwetsbare en zeldzame habitats zijn immers nodig om de nodige randvoorwaarden voor behoud van deze Rode-Lijstsoorten te kunnen creëren. Uit het Milieu- en Natuurrapport Vlaanderen (2000) blijkt dat verdroging, vermesting en verzuring de biodiversiteit significant aantasten. Voedselarme leefgebieden, zoals vochtige of droge, schrale graslanden, heiden en duinen staan door deze achteruitgaande milieukwaliteit onder zware druk en dit uit zich ook door het hoge aantal Rode Lijst soorten in deze voedselarme biotopen. De habitatkwaliteit moet verbeterd worden door te zorgen voor het handhaven of herstellen van een optimale milieukwaliteit en door een degelijke inrichting en beheer. In het kader van het MINA-plan 2 werden activiteiten opgestart die toelaten om meer gericht beleid te ontwikkelen. Een belangrijk stimulerende maatregel zijn de beheersovereenkomsten, waarvan reeds melding is gemaakt. Op dit moment bestaat in het kader van het “Programma voor Plattelandsontwikkeling 20002006” reeds de mogelijkheid om beheersovereenkomsten met beroepslandbouwers af te sluiten. Het betreft de beheerspakketten: weidevogelbeheer, perceelsrandenbeheer en het pakket herstel, ontwikkeling en onderhoud van kleine landschapselementen. Recent werden aan de bestaande beheerspakketten enkele nieuwe toegevoegd, met name: • botanisch beheer. De beheerdoelstelling beoogt de handhaving van botanisch waardevolle graslanden en kruidengemeenschappen in akkers. • Natuur. Deze kan worden afgesloten voor percelen waar het bemestingsverbod en verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen van kracht is en waar bepaalde natuurwaarden aanwezig zijn. • Water. Deze kan worden afgesloten in kwetsbare gebieden en heeft betrekking op verminderd gebruik van stikstof uit dierlijk mest. Voor de natuurgebieden in privé-gebruik bestaan er tot op heden nog geen beheersovereenkomsten. Nochtans is ook daar de natuurkwaliteit achteruitgegaan wegens het ontbreken van elke vorm van beheer – denk maar eens aan de natte dotterbloemgraslanden die door gebrek aan beheer evolueren naar natte ruigtes met moerasspirea. Voorlopig zijn er nog geen instrumenten, die privé-eigenaars zouden stimuleren het beheer van deze gebieden te hervatten. Dergelijke stimulerende maatregelen voor het beheer van natuurgebieden zouden kunnen resulteren in het herstel van een aantal bedreigde habitats en de eventueel aanwezige Rode-Lijstsoorten. Het is dus belangrijk dat de Vlaamse overheid werk maakt van dergelijke beheersovereenkomsten. In de provincie Limburg bestaat een dergelijk initiatief in de vorm van de provinciale ondersteuningsovereenkomsten, die met privé-eigenaars en grondgebruikers kunnen worden afgesloten. In de bepalingen betreffende deze provinciale ondersteuningsovereenkomsten zou moeten worden opgenomen, dat alle percelen waarop plantensoorten uit voorliggende Rode Lijst voorkomen, in aanmerking komen voor een dergelijke overeenkomst. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 131 Nabeschouwingen Vermits deze beheers- en ondersteuningsovereenkomsten nieuwe of nog vrij onbekende instrumenten zijn, is het belangrijk dat ook de gemeenten meewerken door bijvoorbeeld het initiatief te nemen om eigenaars of gebruikers van gebieden, die Rode-Lijstsoorten herbergen, te contacteren en aan te moedigen een dergelijke overeenkomst af te sluiten. Tenslotte kunnen gemeenten voor de gebieden met Rode-Lijstsoorten in het kader van het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) natuurgerichte projecten, die het herstel en/of het behoud van deze soorten bewerkstelligen, uitwerken en uitvoeren Om te voorkomen dat de nu reeds bedreigde tot zeer sterk bedreigde soorten voorgoed verloren zouden gaan, doordat hun biotoop volledig is vernietigd, heeft de Nationale Plantentuin de zaden van deze soorten verzameld en ingevroren (zie intermezzo “Zaadinzameling 1994-1995”). Op deze wijze wordt het genetisch materiaal voor de toekomst bewaard. Laten we hopen dat het nooit nodig zal zijn om deze genenbron aan te spreken. Het is ieders zorg om ervoor te zorgen dat we de huidige biodiversiteit minstens kunnen behouden. 132 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Zaadinzameling van bedreigde tot zeer sterk bedreigde soorten Gedurende de periode 1994-1995 heeft de Limburgse Plantenwerkgroep haar medewerking verleend aan een zaadinzamelingsproject van de Nationale Plantentuin. Daar had men het initiatief genomen om in België zaad in te zamelen van bedreigde planten om zo het genetisch materiaal voor de toekomst te bewaren. De inzamelacties waren voor 1994 gebeurd in het maritiem district, het Ardens district en het Maasdistrict. In de jaren 1994 en 1995 volgden het Kempens district en Limburg. De équipe van de Nationale Plantentuin bestond uit Frieda Billiet, Leo Vanhecke en Thierry Vanderborght. Men had de planten uitgekozen, die zowel in Limburg als in Vlaanderen een redelijke graad van bedreiging kenden. Ook de planten die een meer typisch Limburgse verspreiding kenden en daar niet zo zeldzaam zijn, werden opgenomen. Voor de Limburgse Plantenwerkgroep verleenden Leo Andriessen, Bert Berten, Cécile Nagels en Luc Vanoppen hun medewerking. De zaden werden zodanig ingevroren dat het zaad na 100 jaar nog voldoende kiemkracht zal hebben. Er werden zaden verzameld van 78 planten en sporen van 2 varens en 2 wolfsklauwen. Van sommige soorten waren in de natuur grote voorraden zaad aanwezig. Zo zijn er ongeveer 20.000 zaadjes van de Platte rus en 15.000 van de Grote bremraap geoogst. Andere planten zetten minder zaad. Het aantal ingezamelde van de Draadzegge was 12 en dat van Eenarig wollegras 25. Hierna worden de planten, waarvan de zaden werden ingezameld opgesomd. Ze zijn gerangschikt volgens de bedreigingsgraad in Vlaanderen. Van Oeverkruid werd in 1995 een hoeveelheid zaad ingezameld. Foto: Lily GORA. Uitgestorven: Harige ratelaar; Zeer sterk bedreigd: Draadzegge, Slijkzegge, Stinkend streepzaad, Kleine wolfsklauw, Beklierde ogentroost, Graslathyrus, Waterlepeltje, Pilvaren, Overblijvende hardbloem; Sterk bedreigd: Stinkende kamille, Wondklaver, Veenorchis, Rijstgras, Watergentiaan, Klavervreter, Grote bremraap; Bedreigd: Lavendelhei, Kruipende moerasweegbree, Bruin cypergras, Gesteeld glaskroos, Klein glaskroos, Veelstengelige waterbies, Eivormige waterbies, Eenarig wollegras, Grondster, Jeneverbes, Naakte lathyrus, Oeverkruid, Kleine ratelaar, Witte snavelbies, Bruine snavelbies, Drijvende egelskop; Potentiëel bedreigd: Slangewortel, Voorjaarssterrekroos, Waterscheerling, Klein warkruid, Klokjesgentiaan, Kikkerbeet, Moerashertshooi, Platte rus, Gestreepte rus, Drijvende waterweegbree, Moeraswolfsklauw, Waterdrieblad, Beenbreek, Rondbladig wintergroen, Klein glidkruid, Grote watereppe, Kleinste egelskop, Moerasvaren. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 133 134 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Literatuurlijst LITERATUURLIJST Berten, R., 1990. Natuur en Flora Limburg. Eigen uitgave. Genk, 235 pp. Berten, R., 1993. Limburgse plantenatlas (Pteridofyten en Spermatofyten). LISEC. LIKONA. Vier delen. Blab, J., Nowak, E., Trautmann, W. & Sukopp, H., 1984. Rote Liste der gefährdeten Tier und Pflanzen e in der Bundesrepublik Deutschland, 4 erweiterte und neubearbeitete Auflage. Naturschutz Aktuel Nr. 1. Kilda-Verlag, Greven, 270 pp. Cortenraad, J. & Mulder, T., 1989. Bedreigde planten van Limburg (incl. Rode Lijst). Natuurhistorisch Maandblad 78 (11), 181-184. Cosyns, E., Leten, M., Hermy, M., Triest, L. & Vanhecke, L., 1993. Voorlopige standaardlijst van de Vlaamse vaatplanten. Vrije Universiteit Brussel. Rapport in opdracht van het Instituut voor Natuurbehoud. Cosyns, E., Leten, M., Hermy, M., Triest, L. & Vanhecke, L., 1994. Checklist van de Vlaamse Flora. Vrije Universiteit Brussel. Instituut voor Natuurbehoud. De Knijf, G. & Anselin, A., 1997. Een gedocumenteerde Rode Lijst van de libellen van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 4, 1-90. Delvosalle, L., Demaret, F., Lambinon, J. & Lawalrée, A., 1969. Plantes rares, disparues ou menacées de disparition en Belgique: l’ apprauvissement de la flore indigène. Bestuur van Waters en Bossen. Dienst domaniale Natuurreservaten en Natuurbescherming 4, 1-129. Desender, K., Maes, D., Maelfait, J-P & Van Kerckvoorde, M., 1995. Een gedocumenteerde Rode Lijst van de zandloopkevers en loopkevers van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 1, 1-208. De Wildeman, E. & Durand, T., 1898, 1899. Prodrome de la Flore belge. III Phanérogames, 1112 pp. Lambinon, J., De Langhe, J., Delvosalle, L. & Duvigneaud, J., 1998. Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en aangrenzende gebieden (Pteridofyten en de Spermatofyten), 3 druk. Nationale Plantentuin Meise. Maes, D., Maelfait, J-P. & Kuijken, E., 1995. Rode Lijsten: een onmisbaar instrument in het moderne Vlaamse Natuurbehoud. Wielewaal, 61 (5): 149-156. Maes, D. & Van Dyck, H., 1996. Een gedocumenteerde Rode Lijst van de dagvlinders van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 3, 1-154. Mennema, J., Quene-Boterenbrood, A. & Plate, C., 1980-1985. Atlas van de Nederlandse Flora. Amsterdam. Stieperaere, H. & Fransen, K., 1982. Standaardlijst van de Belgische vaatplanten met aanduiding van hun zeldzaamheid en socio-ecologische groep. Dumortiera 22, 1-41. Van der Meijden, R., 1996. Heukels’ Flora van Nederland, 22 ste druk. Wolters-Noordhoff. Groningen. Vanhecke, L., Charlier, G. & Verelst, L., 1981. Landschappen in Vlaanderen vroeger en nu. Nationale Plantentuin van België. Meise Vanhecke, L., 1986. Onze flora verwelkt. Natuurreservaten 8 (5), 140-143. Van Landuyt, W., Heylen, O., Vanhecke, L., Van den Bremt, P. & Baeté, H., 2000. Verspreiding en evolutie van de botanische kwaliteit van ecotopen: gebaseerd op combinaties van indicatorsoorten uit Florabank. Rapport Vlina project 96/02. Van Rompaey, E. & Delvosalle, L., 1972. Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora (Pteridofyten ste en Spermatofyten). 1 uitgave. Nationale Plantentuin Meise. Van Rompaey, E. & Delvosalle, L., 1979. Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora (Pteridofyten de en Spermatofyten). 2 uitgave. Nationale Plantentuin Meise. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 135 Literatuurlijst Weeda, E., Westra, R., Westra, C. & Westra, T., 1985-1991.Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. 5 delen. Willems, J.H., 2001. De Groene nachtorchis (Coeloglossum viride) een kortlevende orchideeënsoort in Zuid-Limburg. Natuurhistorisch Maandblad, 90: 11-15. Wynhoff, I. & Van Swaey, C., 1995. Bedreigde en kwetsbare dagvlinders in Nederland, basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. De Vlinderstichting, Wageningen, 84 pp. 136 Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Bijlagen BIJLAGEN Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg 137 %LMODJH Bijlage 1 /(*(1'(±DDQGXLGLQJSDUDJUDDI .RORP Wetenschappelijke naam ( LAMBINON et. al. 1998) - † ; .RORPNederlandse naam ( LAMBINON et.al. 1998) † ; .RORPSymbool /% (= Limburg): (= inheems); (= niet inheems) - † ; .RORPSymbool ¶µ: aantal hokken periode 1940-1970; maximum 1191 - †± ; .RORPSymbool ¶µ: aantal hokken periode 1970-1992; maximum 1375 - †±± .RORPSymbool ]]: De zeldzaamheid wordt uitgedrukt in getallen - : zeer algemeen , & : algemeen, & : vrij algemeen, & : vrij zeldzaam, & : zeldzaam, : zeer zeldzaam; EODQFR: plant is verdwenen † ; .RORPSymbool D]: De zeldzaamheid wordt uitgedrukt in symbolen - DD : zeer algemeen, D: algemeen, YD: vrij algemeen, Y]: vrij zeldzaam, ]: zeldzaam, ]]: zeer zeldzaam - † .RORP Symbool geeft trendcriterium aan - D: vooruitgang of achteruitgang 1-25 %, E: achteruitgang 2650 %, F: achteruitgang 51-75 %, G: achteruitgang 76-100 %, OZ: lang weg (voor de eerste onderzoeksperiode), Z: weg (voor de tweede onderzoeksperiode), QZ: nieuw - †±± .RORPSymbool NO: ,8&1FDWHJRULHsQ : : met uitsterven bedreigd, & & : bedreigd, & : kwetsbaar, & & : kwetsbaar2, & : zeldzaam, : zeldzaam2, & & : achteruitgaand, : niet met uitsterven bedreigd; %ODQFR : geen categorie voor soorten die weg of nieuw zijn. De 5RGH/LMVWVRRUWHQ behoren tot en - †± .RORPSymbool NO: ,&81FDWHJRULHsQ: PXE: met uitsterven bedreigd, EHG: bedreigd, NZ: kwetsbaar, NZ: kwetsbaar 2, ]]: zeldzaam, ]]: zeldzaam 2, D: achteruitgaand, PQE: momenteel niet bedreigd. De 5RGH/LMVWVRRUWHQbehoren tot PXEEHGNZen ]] - †± .RORPSymbool VH: socio-ecologische groepen: D Í J, ": komt niet voor in de lijst Stieperaere & Fransen - † .RORPSymbool G: laatste melding voor verdwenen soort - † .RORPSymbool G: eerste melding nieuwe soort - † .RORPSymbool 9O= De bedreigingsgraad in Vlaanderen; S: potentieel bedreigd, E: bedreigd, E: sterk bedreigd, E: zeer sterk bedreigd, : verdwenen, ": niet bekend - † .RORPSymbool 7: $U: archeofyt (ingevoerd voor 1500), 1H: neofyt (ingevoerd na 1500) - † 9HUGZHQHQVRRUWHQ %HGUHLJGHVRRUWHQ 1LHXZHVRRUWHQ (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ 1 %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Abutilon theophrasti Acer campestre Acer platanoides Acer pseudoplatanus Aceras anthropophorum Achillea millefolium Achillea ptarmica Acinos arvensis Fluweelblad Spaanse aak Noorse esdoorn Gewone esdoorn Poppenorchis Gewoon duizendblad Wilde bertram Kleine steentijm 2 1 2 2 1 1 1 1 0 85 38 290 3 1026 506 6 10 102 63 426 6 1283 522 9 10 8 9 5 10 1 4 10 zz nw z a 11 z a 11 va a 16 zz a 10 za a 16 va a 16 zz a 10 Aconitum vulparia Acorus calamus Actaea spicata Adoxa moschatellina Aegopodium podagraria Aethusa cynapium Agrimonia eupatoria Agrimonia repens Agrostemma githago Agrostis canina Agrostis capillaris Agrostis gigantea Agrostis scabra Agrostis stolonifera Agrostis vinealis Aira caryophyllea Aira praecox Ajuga reptans Alchemilla glabra Alchemilla xanthochlora Alisma lanceolatum Alisma plantago-aquatica Alliaria petiolata Allium oleraceum Allium paradoxum Allium scorodoprasum Allium ursinum Allium vineale Alnus glutinosa Alnus incana Alopecurus aequalis Alopecurus geniculatus Alopecurus myosuroides Alopecurus pratensis Alyssum alyssoides Amaranthus albus Amaranthus blitum Amaranthus graecizans Amaranthus hybridus Amaranthus retroflexus Ambrosia artemisiifolia Ambrosia coronopifolia Amelanchier lamarckii Ammi majus Ammophila arenaria Amsinckia micrantha Anagallis arvensis ssp. arvensis Anagallis arvensis ssp. coerulea Anagallis tenella Gele monnikskap Kalmoes Christoffelkruid Muskuskruid Zevenblad Hondspeterselie Gewone agrimonie Welriekende agrimonie Bolderik Moerasstruisgras Gewoon struisgras Hoog struisgras Struisgras (sc) Fioringras Zandstruisgras Zilverhaver Vroege haver Kruipend zenegroen Kale vrouwenmantel Geelgroene vrouwen-mantel Slanke waterweegbree Grote waterweegbree Look-zonder-look Moeslook Look (pa) Slangelook Daslook Kraailook Zwarte els Witte els Rosse vossenstaart Geknikte vossenstaart Duist Grote vossenstaart Bleek schildzaad Witte amarant Kleine majer Afrikaanse amarant Groene amarant Papegaaiekruid Alsemambrosia Zandambrosia Amerikaans krente-boompje Groot akkerscherm Helm Amsinckia Rood guichelheil Blauw guichelheil Teer guichelheil 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 1 2 2 2 2 2 2 2 1 2 1 1 1 2 61 1 195 718 244 286 7 24 188 505 1 0 351 102 74 73 380 29 9 22 312 344 2 0 10 8 195 703 82 44 190 164 381 1 1 3 0 0 6 20 0 49 0 7 0 142 1 4 0 70 6 316 957 383 297 11 3 198 799 71 1 497 137 82 107 519 23 9 20 394 598 1 1 6 26 254 899 124 72 270 258 502 1 1 10 1 4 19 13 2 67 3 4 1 254 1 9 8 10 6 2 5 6 10 10 7 3 8 10 4 8 8 8 4 9 10 9 5 4 10 10 10 9 6 2 8 8 6 6 4 10 10 10 10 10 9 10 10 9 10 10 10 6 10 10 z zz vz a va vz zz zz vz a z zz va z z z va z zz z va va zz zz zz z vz a z z vz vz va zz zz zz zz zz z zz zz z zz zz zz vz zz zz 2 /% ]] D] w a a a a a a a d a a a nw a a a a a b b b a a c nw c a a a a a a a a b b a nw nw a c nw a nw c nw a b a (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ NO NO VH zz zz mnb zz mnb mnb zz 1a 9d 9g 9g 6c 5a 5b 6c 11 10 12 16 16 12 10 1 12 16 11 zz zz zz2 mnb mnb zz2 zz mub zz2 mnb zz 16 11 11 11 16 6 5 6 16 16 2 mnb zz zz zz mnb kw kw kw mnb mnb bed 2 11 12 16 11 11 12 12 16 5 5 10 11 2 bed zz zz2 mnb zz zz zz2 zz2 mnb kw kw zz zz bed 11 zz 2 bed 12 5 10 zz2 kw zz 9c 4c 9g 9c 8b 1a 8c 8c 1a 7a 6e 1f ? 2a 6e 6e 6e 5b 5a 5a 4d 4d 8b 8c ? 9c 9c 8b 9a 9c 2b 2a 1a 5a 6c 1e 1a 1e 1e 1c 1e 1e 9e ?? 3a 1g 1a 1b 7b G G 9O 7 1985 ? Ne Ne Ne b!! b!! 1967 + p b!! 1998 Ne b b!! Ar ? Ne p p 1998 b!! ? Ne Ne Ne Ar? b!! ? 1980 1987 ? ? 1983 ? ? 1995 ? 1989 ? b!! b Ne Ne Ne Ne Ne Ne Ne Ne Ne Ar Ar %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Anchusa arvensis Anchusa officinalis Andromeda polifolia Anemone nemorosa Anemone ranunculoides Angelica archangelica Angelica sylvestris Antennaria dioica Anthemis arvensis Anthemis cotula Anthemis tinctoria Anthoxanthum aristatum Anthoxanthum odoratum Anthriscus sylvestris Anthyllis vulneraria Antirrhinum majus Apera spica-venti Aphanes arvensis Aphanes inexpectata Kromhals Gewone ossentong Lavendelhei Bosanemoon Gele anemoon Grote engelwortel Gewone engelwortel Rozenkransje Valse kamille Stinkende kamille Gele kamille Slofhak Gewoon reukgras Fluitenkruid Wondklaver Grote leeuwenbek Grote windhalm Grote leeuwenklauw Kleine leeuwenklauw /% 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 ]] D] 19 0 21 222 1 0 647 0 103 7 0 110 549 294 13 4 316 24 133 50 1 18 291 4 5 807 0 79 15 2 168 633 520 19 7 362 108 166 9 10 9 6 10 10 3 NO NO VH zz 8 9 10 7 4 4 9 10 5 8 7 z a 11 zz nw z b 6 vz a 12 zz a 10 zz nw a a 16 lw z b 6 z a 11 zz nw vz a 12 va a 16 va a 16 z a 11 zz a 10 va a 16 z a 11 vz a 12 zz2 mnb mnb zz zz mnb zz zz2 1c 1f 7d 9f 9c 4e 4e 7f 1c 1e 1e 1c 5a 8b 6c 6a 1c 1a 1c Apium inundatum Apium nodiflorum Apium repens Arabidopsis thaliana Arabis glabra Arabis hirsuta ssp. hirsuta Arctium lappa Arctium minus Arctium nemorosum Arctium pubens Arctium tomentosum Arenaria serpyllifolia Aristolochia clematitis Armoracia rusticana Arnica montana Arnoseris minima Arrhenatherum elatius Artemisia absinthium Artemisia biennis Artemisia vulgaris Arum italicum Arum maculatum Asparagus officinalis Asperula cynanchica Asplenium adiantum-nigrum Asplenium ruta-muraria Asplenium scolopendrium Asplenium trichomanes Aster lanceolatus Aster novi-belgii Aster tripolium Astragalus glycyphyllos Athyrium filix-femina Atriplex patula Atriplex prostrata Avena fatua Avena strigosa Ondergedoken moerasscherm Groot moerasscherm Kruipend moerasscherm Zandraket Torenkruid Ruige scheefkelk Grote klit Kleine klit Bosklit Middelste klit Donzige klit Zandmuur Pijpbloem Mierikswortel Valkruid Korensla Glanshaver Absintalsem Tweejarige alsem Bijvoet Italiaanse aronskelk Gevlekte aronskelk Tuinasperge Kalkbedstro Zwartsteel Muurvaren Tongvaren Steenbreekvaren Smalle aster Nieuw-Nederlandse aster Zulte Wilde hokjespeul Wijfjesvaren Uitstaande melde Spiesmelde Oot Evene 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 2 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 2 12 163 1 235 1 6 19 323 2 2 2 235 5 1 0 28 549 8 0 804 4 171 19 2 2 136 4 29 1 0 1 12 584 202 191 16 10 9 232 1 425 3 7 35 366 4 24 2 344 5 13 0 17 800 6 1 1088 4 305 48 2 4 165 11 34 8 7 5 23 712 326 208 37 4 10 6 10 5 10 10 9 5 10 9 10 6 10 10 zz vz zz va zz zz z va zz z zz vz zz zz 5 12 5 16 10 10 11 16 10 11 5 12 5 10 kw zz2 kw mnb zz zz zz mnb zz zz kw zz2 kw zz 9 3 10 10 2 10 6 9 10 10 7 10 9 10 10 10 9 3 6 6 9 10 z a zz zz a zz vz z zz zz vz zz z zz zz zz z a vz vz z zz 4 16 5 bed mnb kw b a b a a a a a a a b a b a lw c a b nw a b a a b a a a a a nw a a a a a a c (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ 16 5 12 11 5 10 12 10 11 10 10 11 16 12 12 11 2 kw zz2 zz mnb kw zz mnb kw zz2 zz kw zz zz2 zz zz zz zz zz mnb zz2 zz2 zz bed 4b 4d 2b 6b 8c 6c 1g 1g 8a 1g 1g 6b 8c 1g 7f 1c 5a 1e 1e 1g 8b 9f 8d 6c 6a 6a 9g 6a 1g 1g 3b 8c 9f 1e 1e 1a 1a G G 9O 1984 7 Ne b b!! 1978 Ne 1930 + b! b! 1977 Ar b! ? Ne Ar b! b!! b!! b p b!! b!! 1900 Ar Ne + b!! 1980 b!! ? ? Ne p Ne b b!! b!! ? p ? ? 1979 Ne Ne b ? 3 Ar Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP NO NO VH Avenula pubescens Azolla filiculoides Zachte haver Grote kroosvaren 1 2 31 0 28 7 9 10 z b zz nw 6 kw 6c 4a Stijve moerasweegbree 1 12 7 10 zz c 2 bed 4b b! Kruipende moerasweegbree Stinkende ballote Bitter barbarakruid Stijf barbarakruid Vroeg barbarakruid Gewoon barbarakruid Madeliefje Zuurbes Grijskruid Kleine watereppe Ruwe berk Zachte berk Knikkend tandzaad Smal tandzaad Zwart tandzaad Veerdelig tandzaad Dubbelloof Platte bies Bernagie Gelobde maanvaren Gevinde kortsteel Boskortsteel Sareptamosterd Zwarte mosterd Bevertjes Akkerdravik Gekielde dravik Grote trosdravik Bergdravik Zware dreps Zachte dravik Kweekdravik Trosdravik Ruwe dravik Dreps IJle dravik Zwenkdravik Heggenrank Vlinderstruik Grote hardvrucht Zwanebloem Hennegras Gewoon struisriet Slangewortel Gesteeld sterrenkroos Haaksterrenkroos Stomphoekig sterrenkroos Klein sterrenkroos Gewoon sterrenkroos Gevleugeld sterrenkroos Struikhei Gewone dotterbloem 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 10 170 1 3 0 119 818 0 41 23 712 497 56 13 64 248 99 0 4 7 20 154 0 2 42 0 0 1 29 0 526 1 32 8 17 216 41 291 0 1 14 154 145 15 0 6 2 0 3 13 695 321 13 198 0 40 2 165 1031 1 47 35 898 625 78 44 97 331 84 0 10 5 18 216 1 6 30 0 1 5 31 3 618 5 18 5 39 287 46 410 10 1 20 203 227 17 28 35 7 25 30 32 698 434 10 7 zz vz 10 12 zz zz2 z zz vz a zz z z a va z z z vz z 11 zz 10 10 9 6 10 10 9 zz zz z vz zz zz z 4b 1g 4e 4e 1a 4e 5a 8d 1e 4d 9e 9e 2b 2b 2b 2b 9e 7b 1g 7f 6c 9c ? 4e 7f 1e 1e 1a 6c 1b 5a 6c 5b 8a 1a 8b 1f 8d 6a 1g 4d 4c 8a 4c 4a 4a 4a 4b 4a 4d 7e 5b b 9 10 7 2 10 9 9 2 4 8 9 8 6 8 a a w a nw a a nw a a a a a a a a b lw a b b a nw a b lw nw a a nw a a c c a a a a nw b a a a a nw a a nw a a b a Baldellia ranunculoides ssp. ranunculoides Baldellia ranunculoides ssp. repens Ballota nigra Barbarea intermedia Barbarea stricta Barbarea verna Barbarea vulgaris Bellis perennis Berberis vulgaris Berteroa incana Berula erecta Betula pendula Betula pubescens Bidens cernua Bidens connata Bidens frondosa Bidens tripartita Blechnum spicant Blysmus compressus Borago officinalis Botrychium lunaria Brachypodium pinnatum Brachypodium sylvaticum Brassica juncea Brassica nigra Briza media Bromus arvensis Bromus carinatus Bromus commutatus Bromus erectus Bromus grossus Bromus hordeaceus Bromus inermis Bromus racemosus s.str. Bromus ramosus Bromus secalinus Bromus sterilis Bromus tectorum Bryonia dioica Buddleja davidii Bunias orientalis Butomus umbellatus Calamagrostis canescens Calamagrostis epigejos Calla palustris Callitriche brutia Callitriche hamulata Callitriche obtusangula Callitriche palustris Callitriche platycarpa Callitriche stagnalis Calluna vulgaris Caltha palustris 4 /% ]] D] 10 10 9 10 4 10 9 10 9 6 9 5 10 10 9 7 6 9 9 9 10 9 9 9 3 5 zz zz z zz va zz z zz z vz z va zz zz z vz vz z z z zz z z z a va (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ 12 16 zz2 mnb 11 11 16 16 11 11 11 12 6 zz zz mnb mnb zz zz zz zz2 kw 10 5 6 12 zz kw kw zz2 10 6 zz kw 10 11 zz zz 16 10 4 2 11 12 11 16 mnb zz bed bed zz zz2 zz mnb 5 11 12 12 11 kw zz zz2 zz2 zz 11 10 zz zz 11 11 15 16 zz zz a mnb G G 9O 7 1985 p b Ne 1961 b Ar Ne 1992 1997 b!! Ne Ne Ne 1900 b!! ? b! p 1993 1900 1997 1984 ? b b!! ? ? p b!! Ne Ne Ar Ne Ar Ar b b p 1990 ? p p 1980 1986 p Ne Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP /% Calystegia sepium Camelina sativa Campanula patula Campanula persicifolia Campanula rapunculoides Campanula rapunculus Campanula rhomboidalis Campanula rotundifolia Campanula trachelium Capsella bursa-pastoris Cardamine amara Cardamine flexuosa Cardamine hirsuta Cardamine impatiens Cardamine pratensis ssp, paludosa Cardamine pratensis ssp, picra Cardamine pratensis ssp, pratensis Cardaminopsis arenosa Cardaria draba Carduus crispus Carduus nutans Carex acuta Carex acutiformis Carex arenaria Carex bohemica Carex canescens Carex caryophyllea Carex cuprina Carex demissa Carex diandra Carex digitata Carex dioica Carex distans Carex disticha Carex divulsa ssp. divulsa Carex echinata Carex elata Carex elongata Carex flacca Carex hirta Carex hostiana Carex lasiocarpa Carex lepidocarpa Carex limosa Carex muricata ssp. lamprocarpa Carex nigra Carex ovalis Carex ovalis var, argyroglochin Carex pallescens Carex panicea Carex paniculata Carex pendula Carex pilulifera Carex pseudocyperus Carex pulicaris Carex reichenbachii Haagwinde Zaadhuttentut Weideklokje Prachtklokje Akkerklokje Rapunzelklokje Bergklokje Grasklokje Ruig klokje Gewoon herderstasje Bittere veldkers Bosveldkers Kleine veldkers Springzaadveldkers 1 2 2 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 ]] D] 493 2 1 4 9 194 3 343 40 528 86 13 74 0 724 4 4 1 15 218 2 302 65 1113 121 38 321 3 3 10 10 10 9 6 10 6 9 1 8 9 6 10 a a zz a zz a zz d z a vz a zz b vz b z a za a z a z a vz a zz nw Pinksterbloem (pa) Pinksterbloem (pi) 1 1 7 0 18 35 9 9 z z a 11 nw Pinksterbloem (pr) Rozetsteenkers Pijlkruidkers Kruldistel Knikkende distel Scherpe zegge Moeraszegge Zandzegge Cyperzegge Zompzegge Voorjaarszegge Valse voszegge Geelgroene zegge Ronde zegge Vingerzegge Tweehuizige zegge Zilte zegge Tweerijige zegge IJle bermzegge Sterzegge Stijve zegge Elzenzegge Zeegroene zegge Ruige zegge Blonde zegge Draadzegge Schubzegge Slijkzegge Dichte bermzegge Zwarte zegge Hazezegge Hazezegge (ar) Bleke zegge Blauwe zegge Pluimzegge Hangende zegge Pilzegge Hoge cyperzegge Vlozegge Valse zandzegge 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 634 19 20 257 5 139 129 122 0 103 24 42 20 2 3 0 0 148 1 41 45 49 36 332 1 16 2 2 2 259 173 0 29 100 74 4 195 50 0 0 894 26 12 455 3 145 199 115 0 109 20 77 26 0 0 0 0 179 3 43 57 56 32 367 1 15 0 1 7 229 243 3 20 62 110 4 216 62 0 3 3 9 10 5 10 7 7 8 a z zz va zz vz vz z 8 9 8 9 z z z z a a c a c a a b lw a b a a w w lw lw a a a a a b a b b w c a b a nw b c a b a a lw nw 7 10 9 9 9 9 5 10 9 vz zz z z z z va zz z 10 10 6 6 10 9 9 8 10 6 9 zz zz vz vz zz z z z zz vz z 10 zz (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ NO NO VH 16 10 10 1 11 12 5 9 11 16 11 11 12 mnb zz zz mub zz zz2 kw kw2 zz mnb zz zz zz2 4e 1f 5a 8c 8c 1g 5b 6e 9d 1d 9a 9a 6b 9g 1983 4c 9a 1970 zz 16 11 2 16 2 12 12 6 mnb zz bed mnb bed zz2 zz2 kw 11 6 11 11 zz kw zz zz 12 10 11 11 11 6 16 5 6 zz2 zz zz zz zz kw mnb kw kw 2 10 9 12 bed zz kw2 zz2 6 4 11 5 12 11 kw bed zz kw zz2 zz 5a 1g 1e 1g 1f 4c 4c 6b 2c 7a 6c 2a 7a 7b 9b 7b 3c 5b 8c 7a 4c 9a 6c 2a 7c 7a 7b 7d 8a 7a 5a 5a 8a 7c 4c 9a 7e 4c 7c 9e G G 9O 7 ? Ne Ne + p Ar Ne ? Ne Ne b 1890 + b 1964 1968 1930 1900 b!! b!! b!! b b b!! b!! b! b!! b 1952 1987 p p 1900 b!! b 1975 5 %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Carex remota Carex riparia Carex rostrata Carex scandinavica Carex spicata Carex strigosa Carex sylvatica Carex vesicaria Carex viridula Carex vulpina Carlina vulgaris Carpinus betulus Carum carvi Carum verticillatum Castanea sativa Catabrosa aquatica Centaurea calcitrapa Centaurea cyanus Centaurea decipiens Centaurea jacea Centaurea nigra Centaurea scabiosa Centaurea serotina Centaurea thuillieri Centaurium erythraea Centaurium pulchellum Centunculus minimus Cephalanthera damasonium Cerastium arvense Cerastium fontanum Cerastium glomeratum Cerastium pumilum ssp. glutinosum Cerastium semidecandrum Ceratocapnos claviculata Ceratophyllum demersum Chaenorrhinum minus Chaerophyllum temulum Chelidonium majus Chenopodium album Chenopodium ambrosioides Chenopodium bonus-henricus Chenopodium ficifolium Chenopodium glaucum Chenopodium hybridum Chenopodium murale Chenopodium polyspermum Chenopodium rubrum Chenopodium vulvaria Chrysanthemum segetum Chrysosplenium alternifolium Chrysosplenium oppositifolium Cicendia filiformis Cicerbita macrophylla Cichorium intybus Cicuta virosa Circaea lutetiana IJle zegge Oeverzegge Snavelzegge Duindwergzegge Gewone bermzegge Slanke zegge Boszegge Blaaszegge Dwergzegge Voszegge Driedistel Haagbeuk Echte karwij Kranskarwij Tamme kastanje Watergras Kalketrip Korenbloem Knoopkruid (de) Knoopkruid Zwart knoopkruid Grote centaurie Knoopkruid (se) Gewoon knoopkruid Echt duizendguldenkruid Fraai duizendguldenkruid Dwergbloem Bleek bosvogeltje Akkerhoornbloem Gewone hoornbloem Kluwenhoornbloem 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 98 5 126 1 45 4 109 78 17 28 20 281 1 0 137 11 2 450 0 7 17 9 0 519 48 7 2 1 294 921 95 119 35 136 2 62 4 112 54 19 18 8 326 3 4 196 9 0 334 2 3 16 8 4 618 90 5 0 4 327 1185 185 8 9 8 10 9 10 8 9 9 9 10 6 10 10 7 10 Steenhoornbloem Zandhoornbloem Rankende helmbloem Grof hoornblad Kleine leeuwenbek Dolle kervel Stinkende gouwe Melganzenvoet Welriekende ganzenvoet Brave Hendrik Stippelganzenvoet Zeegroene ganzenvoet Esdoornganzenvoet Muurganzenvoet Korrelganzenvoet Rode ganzenvoet Stinkende ganzenvoet Gele ganzebloem Verspreidbladig goudveil Paarbladig goudveil Draadgentiaan Grote bergsla Wilde cichorei Waterscheerling Groot heksenkruid 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 7 91 0 25 48 566 411 618 0 4 13 17 0 3 60 25 0 253 13 11 7 0 56 15 80 12 174 3 57 115 835 587 852 4 0 58 26 5 4 187 89 0 372 27 19 4 1 41 29 120 10 7 10 9 8 3 4 3 10 6 /% ]] D] 6 10 10 9 10 10 4 8 10 10 6 1 7 9 9 10 10 7 8 5 9 9 10 10 9 9 8 NO NO VH z a 11 z a 11 z a 11 zz a 10 z a 11 zz b 5 z a 11 z b 6 z a 11 z c 4 zz c 2 vz a 12 zz a 10 zz nw vz a 12 zz b 5 w vz b 9 zz nw zz c 2 z b 6 zz b 5 zz nw va a 16 z a 11 zz b 5 w zz a 10 vz a 12 za a 16 vz a 12 zz zz zz zz zz kw zz kw zz bed bed zz2 zz 9a 4c 7a 2c 8b 9a 9f 4c 7c 4c 6c 9d 5a 7c 9e 2b 1f 1c 5a 5a 5a 6c 5a 5a 8a 2c 2c 9b 6b 5a 1e zz a 10 vz a 12 zz nw z a 11 z a 11 a a 16 va a 16 a a 16 zz nw w z a 11 z a 11 zz nw zz a 10 vz a 12 z a 11 lw va a 16 z a 11 z a 11 zz c 2 zz nw z b 6 z a 11 z a 11 (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ zz2 kw kw2 bed kw kw mnb zz kw zz zz2 mnb zz2 zz zz2 zz zz mnb mnb mnb zz zz zz zz2 zz mnb zz zz bed kw zz zz 6b 6b 8a 4a 1a 8b 8b 1e 1e 1g 1e 2b 1e 1f 1a 2b 1e 1c 9a 9a 2c ? 1d 4c 9c G G 9O 7 ? b p p b! 1975 ? b! ? Ar b + 1965 1976 ? 1982 ? b! ? 1963 Ar Ar b!! b!! p 1980 Ar 1980 1968 b Ne Ar Ar 1975 1930 b b b!! 1998 b!! ? p Ar? Ne Ne? %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Cirsium acaule Cirsium arvense Cirsium oleraceum Cirsium palustre Cirsium rivulare Cirsium vulgare Cladium mariscus Claytonia perfoliata Clematis vitalba Clinopodium vulgare Cochlearia danica Coeloglossum viride Coincya monensis ssp. cheiranthos Colchicum autumnale Comarum palustre Conium maculatum Convallaria majalis Convolvulus arvensis Conyza canadensis Coriandrum sativum Corispermum leptopterum Cornus mas Cornus sanguinea Coronopus didymus Coronopus squamatus Corrigiola litoralis Corydalis solida Corylus avellana Corynephorus canescens Crassula tillaea Crataegus laevigata Crataegus monogyna Crataegus rhipidophylla Crepis biennis Crepis capillaris Crepis foetida Crepis paludosa Crepis polymorpha Crepis setosa Crepis tectorum Crocus vernus Cruciata laevipes Crypsis schoenoides Cuscuta campestris Cuscuta epithymum Cuscuta europaea Cydonia oblonga Cymbalaria muralis Cynodon dactylon Cynoglossum officinale Cynosurus cristatus Cyperus esculentus Cyperus flavescens Cyperus fuscus Cystopteris fragilis Cytisus scoparius Aarddistel Akkerdistel Moesdistel Kale jonker Oeverdistel Speerdistel Galigaan Witte winterpostelein Bosrank Borstelkrans Deens lepelblad Groene nachtorchis /% 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 ]] D] 9 884 60 842 5 587 13 5 134 32 0 0 9 1249 106 859 2 921 8 20 182 37 201 1 10 1 8 3 10 2 10 9 7 9 7 10 zz b za a z a a a zz c a a zz c z a vz a z a vz nw zz nw Muurbloemmosterd Herfsttijloos Wateraardbei Gevlekte scheerling Lelietje-van-dalen Akkerwinde Canadese fijnstraal Koriander Smal vlieszaad Gele kornoelje Rode kornoelje Kleine varkenskers Grove varkenskers Riempjes Vingerhelmbloem Hazelaar Buntgras Mosbloempje Tweestijlige meidoorn Eenstijlige meidoorn Koraalmeidoorn Groot streepzaad Klein streepzaad Stinkend streepzaad Moerasstreepzaad Paardebloemstreepzaad Borstelstreepzaad Smal streepzaad Bonte krokus Kruisbladwalstro Crypsis (sc) Veldwarkruid Klein warkruid Groot warkruid Kwee Muurleeuwenbek Handjesgras Veldhondstong Beemdkamgras Knolcyperus Geel cypergras Bruin cypergras Blaasvaren Brem 2 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 2 2 1 1 2 2 2 1 1 2 1 1 1 1 0 48 181 8 105 291 339 0 1 3 300 3 25 2 21 564 232 0 76 656 4 252 435 1 50 2 1 0 1 261 0 0 53 14 2 33 5 12 319 0 0 5 3 736 2 64 204 31 121 447 485 1 3 5 433 22 43 2 23 722 256 0 141 989 2 258 718 1 48 12 6 3 3 332 1 4 35 39 4 58 4 12 325 23 0 8 0 743 10 9 7 9 8 5 4 10 10 10 5 9 9 10 9 3 6 zz nw z a 11 vz a 12 z a 11 z a 11 va a 16 va a 16 zz nw zz a 10 zz a 10 va a 16 z a 11 z a 11 zz b 5 z a 11 a a 16 vz a 12 lw vz a 12 a a 16 zz c 2 vz a 12 a a 16 zz b 5 z b 6 zz a 10 zz a 10 zz nw zz a 10 vz a 12 zz nw zz nw z c 4 z a 11 zz a 10 z a 11 zz b 5 zz b 5 vz a 12 z nw lw zz a 10 w a b 15 7 2 10 6 3 10 9 10 10 10 10 6 10 10 9 9 10 9 10 10 6 9 10 3 (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ NO NO VH 5 16 11 16 2 16 2 11 12 11 kw mnb zz mnb bed mnb bed zz zz2 zz 6c 1g 5b 5b 5b 1e 4c 8b 8d 8c 3c 6c zz zz2 zz zz mnb mnb zz zz mnb zz zz kw zz mnb zz2 zz2 mnb bed zz2 mnb kw kw zz zz zz zz2 bed zz zz zz kw kw zz2 zz a 1e 5b 7a 1g 9e 1e 1d ? 1f 8d 8d 1d 1d 1d 9c 9f 6e 2c 9f 8d 8d 5a 1e 1f 5b 5a 1f 1e 5b 8b ? 1g 7e 4e 1g 6a 6b 1f 5a 1g 2c 2c 6a 7e G G 9O 7 b Ne b Ne p 1997 2000 + 1987 Ar? p 1997 ? ? Ne Ne Ne Ne? Ne b!! 1863 + b!! b!! ? b! 1973 Ne Ne 1999 1983 1985 1900 1967 7 ? ? p Ne Ne ? Ne Ar? Ar? ? + b b!! Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP NO NO VH Dactylis glomerata Dactylorhiza fistulosa Dactylorhiza fuchsii Dactylorhiza incarnata Dactylorhiza maculata ssp. elodes Dactylorhiza maculata ssp. maculata Dactylorhiza praetermissa Dactylorhiza sphagnicola Danthonia decumbens Datura stramonium Daucus carota Delia segetalis Deschampsia cespitosa Deschampsia flexuosa Deschampsia setacea Descurainia sophia Dianthus armeria Dianthus deltoides Digitalis purpurea Digitaria ischaemum Digitaria sanguinalis Diphasiastrum tristachyum Diplotaxis muralis Diplotaxis tenuifolia Dipsacus fullonum Dipsacus pilosus Doronicum pardalianches Draba muralis Drosera intermedia Drosera longifolia Drosera rotundifolia Dryopteris affinis Dryopteris carthusiana Dryopteris cristata Dryopteris dilatata Dryopteris filix-mas Echinochloa crus-galli Echinochloa utilis Echium vulgare Elatine hexandra Elatine hydropiper Elatine triandra Eleocharis acicularis Eleocharis multicaulis Eleocharis ovata Eleocharis palustris Eleocharis quinqueflora Eleocharis uniglumis Elodea canadensis Elodea nuttallii Elymus caninus Elymus repens Epilobium angustifolium Epilobium ciliatum Epilobium hirsutum Gewone kropaar Brede orchis Bosorchis Vleeskleurige orchis 1 1 1 1 881 35 1 3 1148 19 4 2 1 9 10 10 za z zz zz a c a c 16 4 10 2 mnb bed zz bed 5a 5b 5b 7b Heide-orchis 1 5 8 10 zz a 10 zz 7d Gevlekte orchis Rietorchis Veenorchis Tandjesgras Doornappel Peen Korenschijnspurrie Ruwe smele Bochtige smele Moerassmele Sofiekruid Ruige anjer Steenanjer Gewoon vingerhoedskruid Glad vingergras Harig vingergras Kleine wolfsklauw Kleine zandkool Grote zandkool Grote kaardenbol Kleine kaardenbol Hartbladzonnebloem Wit hongerbloempje Kleine zonnedauw Lange zonnedauw Ronde zonnedauw Geschubde niervaren Smalle stekelvaren Kamvaren Brede stekelvaren Mannetjesvaren Hanenpoot Hanenpoot (ut) Slangekruid Gesteeld glaskroos Klein glaskroos Drietallig glaskroos Naaldwaterbies Veelstengelige waterbies Eivormige waterbies Gewone waterbies Armbloemige waterbies Slanke waterbies Brede waterpest Smalle waterpest Hondstarwegras Kweek Gewoon wilgenroosje Beklierde basterdwed Harig wilgenroosje 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 49 0 0 244 16 596 ? 375 657 18 5 7 16 47 33 9 11 5 11 44 11 3 0 57 0 98 64 540 2 264 519 175 0 81 13 0 0 22 39 5 131 1 0 99 12 15 451 747 1 364 24 1 8 199 41 750 0 462 716 5 1 11 17 75 92 27 2 12 15 111 21 7 2 65 0 88 16 668 5 371 737 303 1 133 35 23 7 38 44 14 145 0 1 77 39 15 744 963 234 586 9 10 10 7 9 3 z c 4 zz nw zz nw vz b 9 z a 11 a a 16 w va a 16 a a 16 zz d 1 zz d 1 zz a 10 z a 11 z a 11 z a 11 z a 11 zz d 1 zz a 10 z a 11 z a 11 z a 11 zz a 10 zz nw z a 11 lw z b 6 z d 3 va a 16 zz a 10 va a 16 a a 16 vz a 12 zz nw z a 11 z a 11 z nw zz nw z a 11 z a 11 z a 11 vz a 12 w zz nw z b 6 z a 11 z b 6 a a 16 a a 16 vz a 12 va a 16 bed 7c 5b 7a 7f 1e 5a 2c 2a 9e 4b 1f 6b 6e 8a 1d 1e 7e 1f 1f 1f 8a 9c 6c 7d 7d 7d 9f 9e 7a 9e 9f 1c ? 1f 4b 4b 4b 4b 4b 2c 4d 7b 2a 4a 4a 9c 1e 8a 1g 4e 8 /% ]] D] 5 3 10 10 10 9 8 8 9 10 10 9 8 9 10 10 9 8 9 4 10 5 3 6 10 8 9 9 10 9 9 9 7 10 8 9 9 3 2 6 4 (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ kw2 zz mnb mnb mnb mub mub zz zz zz zz zz mub zz zz zz zz zz zz kw bed mnb zz mnb mnb zz2 zz zz zz zz zz zz2 kw zz kw mnb mnb zz2 mnb G G 9O 7 b b b 1999 1981 b p b! Ne 1940 + b! b p ? b!! Ne 1973 1888 p b b Ne? + p p 1995 ? 1985 1987 b b b p Ar Ne b 1951 1983 b!! ? Ne Ne Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Epilobium lanceolatum Epilobium montanum Lancetbladige basterdwederik Bergbasterdwederik 1 1 1 79 4 111 10 8 zz z Epilobium obscurum Epilobium palustre Epilobium parviflorum Epilobium roseum Epilobium tetragonum ssp. lamyi Donkergroene basterdwederik Moerasbasterdwederik Viltige basterdwederik Bleke basterdwederik Harde basterdwederik 1 1 1 1 1 12 73 102 32 8 39 101 199 67 31 9 8 7 9 9 Epilobium tetragonum ssp. tetragonum Epipactis helleborine Epipactis palustris Equisetum arvense Equisetum fluviatile Equisetum hyemale Equisetum palustre Equisetum sylvaticum Equisetum telmateia Eragrostis cilianensis Eragrostis minor Eragrostis pilosa Eragrostis tenuifolia Eranthis hyemalis Erica cinerea Kantige basterdwederik Brede wespenorchis Moeraswespenorchis Heermoes Holpijp Schaafstro Lidrus Bospaardestaart Reuzenpaardestaart Liefdegras (ci) Klein liefdegras Straatliefdegras Liefdegras (te) Winterakoniet Rode dophei 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 1 16 176 1 550 290 7 455 3 30 0 3 0 0 2 69 90 322 0 844 317 10 466 4 41 1 9 1 1 3 63 Erica tetralix Gewone dophei Erigeron acer Scherpe fijnstraal Erigeron annuus ssp. annuus Zomerfijnstraal Erigeron annuus ssp. septentrionalis Madelieffijnstraal Eriophorum angustifolium Veenpluis Eriophorum gracile Slank wollegras Eriophorum vaginatum Eenarig wollegras Erodium cicutarium ssp, cicutarium Gewone reigersbek Erodium cicutarium ssp, dunense Duinreigersbek Erodium lebelii Kleverige reigersbek Erophila verna Vroegeling Erucastrum gallicum Schijnraket Eryngium campestre Echte kruisdistel Erysimum cheiranthoides Gewone steenraket Erysimum cheiri Muurbloem Euonymus europaeus Wilde kardinaalsmuts Euonymus latifolius Brede kardinaalsmuts Eupatorium cannabinum Koninginnenkruid Euphorbia amygdaloides Amandelwolfsmelk Euphorbia cyparissias Cipreswolfsmelk Euphorbia esula ssp. esula Heksenmelk Euphorbia esula ssp. tommasiniana Roedewolfsmelk Euphorbia exigua Kleine wolfsmelk Euphorbia helioscopia Kroontjeskruid Euphorbia lathyrus Kruisbladige wolfsmelk Euphorbia maculata Gevlekte wolfsmelk Euphorbia peplus Tuinwolfsmelk Euphrasia nemorosa Bosogentroost 1 1 2 327 54 2 2 1 1 1 Euphrasia officinalis ssp. rostkoviana Beklierde ogentroost /% ]] D] NO NO VH a a 10 11 zz zz 8a 8b z z vz z z a a a a a 11 11 12 11 11 zz zz zz2 zz zz 4c 7a 4e 8b 8a 8 6 z vz 11 12 zz zz2 3 6 10 5 10 9 10 10 10 10 10 9 a vz zz va zz z zz zz zz zz zz z a a w a a a a a a nw a nw nw a b 16 12 10 16 10 11 mnb zz2 zz mnb zz zz 10 zz 10 6 zz kw 8a 9e 7b 1e 4c 9c 2a 9a 9a ? 1d ? ? 9c 7e 277 46 2 6 9 10 vz z zz b b b 9 6 5 kw2 kw kw 7d 6b 1g 0 151 ? 9 12 119 0 9 10 8 6 kw 10 zz nw z b w zz b 5 kw 1 1 1 1 2 1 1 2 1 2 1 1 1 1 242 0 0 140 0 16 24 6 116 0 387 1 7 37 341 3 1 183 1 15 45 6 163 1 532 4 6 45 6 10 10 7 10 9 9 10 7 10 4 10 10 9 vz zz zz vz zz z z zz vz zz va zz zz z 12 zz2 2 1 1 2 2 1 1 12 15 210 16 0 81 9 16 23 352 81 1 112 4 1 5 4 a nw nw a nw b a b a nw a a b a 12 zz2 6 11 5 12 kw zz kw zz2 16 10 5 11 mnb zz kw zz 9 9 5 8 10 8 10 z a 11 z a 11 va a 16 z a 11 zz nw z a 11 zz c 2 zz zz mnb zz 10 zz b (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ 5 1g 7d 7b 7d 6b 6b 6b 6b 1e 6c 1e 6a 8d 9b 4e 9f 6c 4e zz bed 1f 1b 1a 1a ? 1a 7f kw 6c G G 9O 7 b Ne 1967 b! b b 1995 1995 1998 ? Ne Ne Ne Ne Ne b Ne 1982 Ne p b! b 1948 1970 1995 p 1988 1992 ? b Ne b Ne ? Ne b! b Ar? p 1995 ? ? b!! 9 Ne Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Euphrasia stricta Fagus sylvatica Fallopia convolvulus Fallopia dumetorum Fallopia japonica Festuca arundinacea Festuca filiformis Festuca gigantea Festuca pratensis Festuca rubra Festuca trachyphylla Filago arvensis Filago lutescens Filago minima Filipendula ulmaria Foeniculum vulgare Fragaria moschata Fragaria vesca Frangula alnus Fraxinus excelsior Fumaria capreolata Fumaria officinalis Gagea lutea Gagea villosa Galanthus nivalis Galega officinalis Galeopsis angustifolia Galeopsis bifida Galeopsis segetum Galeopsis speciosa Galeopsis tetrahit Galinsoga parviflora Galinsoga quadriradiata Galium aparine Galium mollugo Galium odoratum Galium palustre Galium pumilum Galium saxatile Galium uliginosum Galium verum Genista anglica Genista pilosa Genista tinctoria Gentiana pneumonanthe Geranium columbinum Geranium dissectum Geranium molle Geranium nodosum Geranium palustre Geranium phaeum Geranium pratense Geranium pusillum Geranium pyrenaicum Geranium robertianum Geranium sylvaticum Geranium versicolor Stijve ogentroost Beuk Zwaluwtong Heggenduizendknoop Japanse duizendknoop Rietzwenkgras Fijn schapegras Reuzenzwenkgras Beemdlangbloem Rood zwenkgras Hard zwenkgras Akkerviltkruid Geel viltkruid Dwergviltkruid Moerasspirea Venkel Grote bosaardbei Bosaardbei Sporkehout Gewone es Rankende duivekervel Gewone duivekervel Bosgeelster Akkergeelster Sneeuwklokje Galega Smalle raai Gespleten hennepnetel Bleekgele hennepnetel Dauwnetel Gewone hennepnetel Kaal knopkruid Harig knopkruid Kleefkruid Glad walstro Lievevrouwbedstro Moeraswalstro Kalkwalstro Liggend walstro Ruw walstro Geel walstro Stekelbrem Kruipbrem Verfbrem Klokjesgentiaan Fijne ooievaarsbek Slipbladige ooievaarsbek Zachte ooievaarsbek Knopige ooievaarsbek Moerasooievaarsbek Donkere ooievaarsbek Beemdooievaarsbek Kleine ooievaarsbek Bermooievaarsbek Robertskruid Bosooievaarsbek Ooievaarsbek (ve) 10 /% 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 2 1 2 2 ]] D] 19 154 412 123 69 304 429 99 183 392 0 0 2 18 602 0 1 112 674 559 5 80 1 0 16 2 8 37 24 3 500 146 88 717 596 15 432 6 139 137 141 338 187 1 78 30 232 291 0 1 3 6 236 38 385 1 0 10 214 589 125 197 451 521 116 204 572 1 0 0 17 714 4 3 109 822 789 10 179 2 0 37 4 8 79 44 4 774 186 382 1095 674 14 536 5 188 149 168 263 126 0 66 28 464 413 1 3 5 6 448 63 652 1 1 10 6 4 8 7 5 4 8 7 4 10 9 3 10 10 8 3 3 10 7 10 9 10 10 8 9 10 3 7 5 2 4 9 4 10 7 7 7 6 8 9 9 5 5 10 10 10 10 5 9 4 10 10 zz c vz a va a z a vz a va a va a z a vz a va a zz nw lw w z b a a zz nw zz a z b a a a a zz a vz a zz a lw z a zz a zz b z a z a zz a a a vz a va a a a va a z b va a zz b vz a vz a vz a vz b z c w z b z b va a va a zz nw zz a zz a zz b va a z a va a zz b zz nw (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ NO NO VH 2 12 16 11 12 16 16 11 12 16 bed zz2 mnb zz zz2 mnb mnb zz zz2 mnb 6c 9f 1a 8b 1g 2a 6e 9c 5a 5a 5a 6b 6b 6e 5b 1f 8d 8a 9a 9f 8b 1a 9c 8b 9c 1f 1b 8a 1c 1c 8b 1c 1a 8b 5a 9b 7a 6c 7f 7a 6b 7e 7f 6c 7d 8b 1a 1e 8b 4e 8b 5a 1e 1g 8b 5a 1f 6 16 kw mnb 10 6 16 16 10 12 10 zz kw mnb mnb zz zz2 zz 11 10 5 11 11 10 16 12 16 16 16 6 16 5 12 12 12 9 4 zz zz kw zz zz zz mnb zz2 mnb mnb mnb kw mnb kw zz2 zz2 zz2 kw2 bed 6 6 16 16 kw kw mnb mnb 10 10 5 16 11 16 5 zz zz kw mnb zz mnb kw G G 9O 7 b Ne 1988 ? + + b 1972 ? b 1900 1957 Ne Ne b b! + 1900 ? b Ar? Ne p b Ne Ne b b!! p b!! p 1964 1978 ? b! Ar? Ne Ne Ne ? 1983 ? Ne Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Geum urbanum Glechoma hederacea Glyceria declinata Glyceria fluitans Glyceria maxima Glyceria notata Gnaphalium luteoalbum Gnaphalium sylvaticum Gnaphalium uliginosum Goodyera repens Gratiola officinalis Groenlandia densa Guizotia abyssinica Gymnocarpium dryopteris Gymnocarpium robertianum Gypsophila muralis Hammarbya paludosa Hedera helix Helianthemum nummularium Helianthus tuberosus Helleborus viridis Heracleum mantegazzianum Heracleum sphondylium Herminium monorchis Herniaria glabra Herniaria hirsuta Hesperis matronalis Hieracium amplexicaule Hieracium bauhinii Hieracium lachenalii Hieracium lactucella Hieracium laevigatum Hieracium murorum Hieracium pilosella Hieracium piloselloides Hieracium sabaudum Hieracium umbellatum Hippuris vulgaris Hirschfeldia incana Holcus lanatus Holcus mollis Holosteum umbellatum Hordeum jubatum Hordeum murinum Hordeum secalinum Hottonia palustris Humulus lupulus Huperzia selago Hyacinthoides non-scripta Hydrocharis morsus-ranae Hydrocotyle vulgaris Hyoscyamus niger Hypericum dubium Hypericum elodes Hypericum hirsutum Hypericum humifusum Hypericum perforatum Geel nagelkruid Hondsdraf Getand vlotgras Mannagras Liesgras Stomp vlotgras Bleekgele droogbloem Bosdroogbloem Moerasdroogbloem Dennenorchis Genadekruid Paarbladig fonteinkruid Gingellikruid Gebogen driehoeksvaren Rechte driehoeksvaren Gipskruid Veenmosorchis Klimop Geel zonneroosje Aardpeer Wrangwortel Reuzenberenklauw Gewone berenklauw Honingorchis Kaal breukkruid Behaard breukkruid Damastbloem Stengelomv, havikskruid Hongaars havikskruid Dicht havikskruid Spits havikskruid Stijf havikskruid Muurhavikskruid Muizenoor Florentijns havikskruid Boshavikskruid Schermhavikskruid Lidsteng Grijze mosterd Gestreepte witbol Gladde witbol Heelbeen Kwispelgerst Kruipertje Veldgerst Waterviolier Hop Plompe wolfsklauw Wilde hyacint Kikkerbeet Waternavel Bilzekruid Kantig hertshooi Moerashertshooi Ruig hertshooi Liggend hertshooi Sint-Janskruid /% 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 2 2 2 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 ]] D] 339 841 93 414 264 47 18 49 289 2 0 2 2 ? ? 1 1 556 9 25 1 0 755 0 14 0 3 2 8 92 36 188 49 530 12 103 413 4 1 681 286 6 1 175 2 77 623 0 0 48 179 6 485 31 14 59 663 513 1091 81 483 348 52 26 66 509 3 1 8 13 0 0 0 1 819 9 34 3 13 1035 0 32 2 8 4 43 66 9 357 33 508 15 171 424 4 6 931 531 3 1 149 2 69 780 0 2 20 187 3 544 38 23 123 960 4 2 8 4 5 9 9 9 4 10 10 10 10 10 3 10 9 10 10 2 9 10 10 10 9 9 10 5 9 4 9 7 5 10 10 2 4 10 10 7 10 8 3 10 9 7 10 4 9 9 8 2 NO NO VH va a 16 a a 16 z b 6 va a 16 va a 16 z a 11 z a 11 z a 11 va a 16 zz a 10 zz nw zz a 10 zz a 10 w w w zz b 5 a a 16 zz b 5 z a 11 zz a 10 zz nw a a 16 lw z a 11 zz nw zz a 10 zz a 10 z a 11 z b 6 zz d 1 va a 16 z c 4 va b 15 z a 11 vz a 12 va a 16 zz b 5 zz a 10 a a 16 va a 16 zz c 2 zz b 5 vz b 9 zz b 5 z b 6 a a 16 lw zz nw z c 4 vz a 12 zz c 2 va a 16 z a 11 z a 11 z a 11 a a 16 mnb mnb kw mnb mnb zz zz zz mnb zz 8b 8b 4d 4d 4c 4d 2c 8a 2c 9e 2a 4a 1g 9b 6a 2c 7d 9f 6c 4e 9g 1e 8b 6c 1d 1e 1f 6a 6c 9e 7f 9e 9e 6b 6c 9e 7f 4d 1e 5a 9e 6b ? 1d 5a 4a 4e 7c 9d 4a 7a 1f 7c 4b 8a 2c 6e (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ zz zz kw mnb kw zz zz mnb zz zz zz zz kw mub mnb bed a zz zz2 mnb kw zz mnb mnb bed kw kw2 kw kw mnb bed zz2 bed mnb zz zz zz mnb G G 9O 7 p b + b ? b!! b!! + b!! 2000 1945 1942 1968 Ne Ar? Ne p Ne? p 1980 Ne 1900 b! 1983 b Ar? Ne Ne Ne b!! Ne p Ne b!! ? Ne p 1900 + 1979 p b! p 11 Ar %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP /% Hypericum pulchrum Hypericum quadrangulum Hypochaeris glabra Hypochaeris radicata Iberis umbellata Ilex aquifolium Illecebrum verticillatum Impatiens glandulifera Impatiens noli-tangere Impatiens parviflora Inula britannica Inula conyzae Inula helenium Iris pseudacorus Isoetes echinospora Jasione montana Juncus acutiflorus Juncus articulatus Juncus bufonius Juncus bulbosus Juncus capitatus Juncus compressus Juncus conglomeratus Juncus effusus Juncus filiformis Juncus foliosus Juncus inflexus Juncus squarrosus Juncus subnodulosus Juncus tenageia Juncus tenuis Juniperus communis Kickxia elatine Knautia arvensis Koeleria macrantha Laburnum anagyroides Lactuca serriola Lamium album Lamium amplexicaule Lamium galeobdolon Lamium hybridum Lamium maculatum Lamium purpureum Lapsana communis Lathyrus annuus Lathyrus aphaca Lathyrus hirsutus Lathyrus latifolius Lathyrus nissolia Lathyrus pratensis Lathyrus sylvestris Lathyrus tuberosus Leersia oryzoides Legousia speculum-veneris Lemna gibba Lemna minor Lemna minuta Fraai hertshooi Gevleugeld hertshooi Glad biggekruid Gewoon biggekruid Schermscheefbloem Hulst Grondster Reuzenbalsemien Groot springzaad Klein springzaad Engelse alant Donderkruid Griekse alant Gele lis Kleine biesvaren Zandblauwtje Veldrus Zomprus Greppelrus Knolrus Koprus Platte rus Biezenknoppen Pitrus Draadrus Gestreepte rus Zeegroene rus Trekrus Padderus Wijdbloeiende rus Tengere rus Jeneverbes Spiesleeuwenbek Beemdkroon Smal fakkelgras Goudenregen Kompassla Witte dovenetel Hoenderbeet Gele dovenetel Ingesneden dovenetel Gevlekte dovenetel Paarse dovenetel Akkerkool Lathyrus (an) Naakte lathyrus Ruige lathyrus Brede lathyrus Graslathyrus Veldlathyrus Boslathyrus Aardaker Rijstgras Groot spiegelklokje Bultkroos Klein kroos Dwergkroos 1 1 1 1 2 1 1 2 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 12 ]] D] 28 90 3 772 0 229 16 16 7 11 6 43 0 500 4 301 242 151 433 166 ? 18 324 758 52 0 156 164 0 3 427 54 13 242 4 0 51 715 161 174 2 36 582 515 0 3 4 3 2 320 17 9 16 18 5 320 0 19 128 3 994 1 292 11 43 10 24 4 71 2 620 3 293 281 199 621 195 0 20 371 1044 59 13 178 151 0 2 453 52 25 250 6 2 116 960 286 234 9 46 899 764 2 8 2 5 2 396 29 22 12 8 11 432 18 9 8 10 2 10 6 10 9 10 9 10 8 10 4 10 6 6 7 4 7 9 5 2 9 10 7 7 10 5 9 9 6 10 10 8 2 6 6 10 9 2 3 10 10 10 10 10 5 9 9 10 10 10 5 9 NO NO VH z b 6 z a 11 zz b 5 a a 16 zz nw vz a 12 zz b 5 z a 11 zz a 10 z a 11 zz c 2 z a 11 zz nw va a 16 zz b 5 vz b 9 vz a 12 vz a 12 va a 16 vz a 12 w z a 11 va a 16 a a 16 z a 11 zz nw vz a 12 vz b 9 lw zz c 2 va a 16 z b 6 z a 11 vz a 12 zz a 10 zz nw z a 11 a a 16 vz a 12 vz a 12 zz a 10 z a 11 a a 16 a a 16 zz nw zz a 10 zz c 2 zz a 10 zz b 5 va a 16 z a 11 z a 11 zz b 5 zz c 2 zz a 10 va a 16 z nw kw zz kw mnb 9c 5b 1c 6b 6b 9e 2c 4e 9a 8b 2a 8c 4e 4c 4b 6e 7c 2a 2b 4b 2c 2a 7c 2a 7a 4b 2a 7d 7b 2c 2a 7e 1a 5a 6b 8c 1f 8b 1a 9f 1a 8b 1a 8b 1g 1b 1b 1e 5a 5a 8c 5a 2b 1a 4a 4a 4a (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ zz2 kw zz zz zz bed zz mnb kw kw2 zz2 zz2 mnb zz2 zz mnb mnb zz zz2 kw2 bed mnb kw zz zz2 zz zz mnb zz2 zz2 zz zz mnb mnb zz bed zz kw mnb zz zz kw bed zz mnb G G 9O 7 b!! 1990 Ne b Ne Ne 1976 b! p ? Ne b 1945 + p 1984 1900 p p Ne b b!! Ne b b 1972 b ? Ne p 1979 ? b ? Ne Ar Ne Ne b!! Ar 1983 b! b!! Ar ? Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Lemna trisulca Leontodon autumnalis Leontodon hispidus Leontodon saxatilis Leonurus cardiaca Lepidium campestre Lepidium densiflorum Lepidium latifolium Lepidium ruderale Lepidium virginicum Leucanthemum vulgare Leucojum aestivum Leymus arenarius Ligustrum vulgare Limosella aquatica Linaria repens Linaria supina Linaria vulgaris Lindernia dubia Lindernia procumbens Linum catharticum Liparis loeselii Listera ovata Lithospermum arvense Lithospermum officinale Littorella uniflora Lobelia dortmanna Lolium multiflorum Lolium perenne Lolium remotum Lolium temulentum Lonicera periclymenum Lonicera xylosteum Lotus corniculatus ssp. corniculatus Lotus pedunculatus Ludwigia palustris Ludwigia peploides Lunaria annua Lunaria rediviva Lupinus luteus Lupinus polyphyllus Luronium natans Luzula campestris Luzula luzuloides Luzula multiflora ssp. congesta Luzula multiflora ssp. multiflora Luzula pilosa Luzula sylvatica Lychnis flos-cuculi Lycium barbarum Lycopodiella inundata Lycopodium clavatum Lycopus europaeus Lysimachia nemorum Lysimachia nummularia Lysimachia punctata Puntkroos Vertakte leeuwentand Ruige leeuwentand Kleine leeuwentand Hartgespan Veldkruidkers Dichtbloemige kruidkers Peperkers Steenkruidkers Amerikaanse kruidkers Margriet Zomerklokje Zandhaver Wilde liguster Slijkgroen Gestreepte leeuwenbek Liggende leeuwenbek Vlasbekje Schijngenadekruid Liggende lindernia Geelhartje Groenknolorchis Grote keverorchis Ruw parelzaad Glad parelzaad Oeverkruid Waterlobelia Italiaans raaigras Engels raaigras Vlasdolik Dolik Wilde kamperfoelie Rode kamperfoelie /% 1 1 1 1 2 1 2 2 1 2 1 1 1 1 1 2 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 ]] D] 43 500 158 163 8 17 12 0 6 33 637 0 1 22 0 3 4 789 0 0 32 2 74 13 1 19 12 161 677 0 2 740 12 42 674 136 141 3 23 2 1 4 64 717 1 10 14 4 1 4 980 2 1 24 0 90 6 1 14 5 298 839 0 0 851 16 9 4 8 7 10 9 10 10 10 9 3 10 10 9 10 10 10 2 10 10 9 z va z vz zz z zz zz zz z a zz zz z zz zz zz a zz zz z 8 10 10 9 10 6 3 z zz zz z zz vz a 3 9 a z b a b b c a d nw c a a nw a c nw d b a nw nw b w a c b b c a a lw w a a Gewone rolklaver Moerasrolklaver Echt waterlepeltje Postelein-waterlepeltje Tuinjudaspenning Wilde judaspenning Gele lupine Vaste lupine Drijvende waterweegbree Gewone veldbies Witte veldbies Dichtbloemige veldbies Veelbloemige veldbies Ruige veldbies Grote veldbies Echte koekoeksbloem Boksdoorn Moeraswolfsklauw Grote wolfsklauw Wolfspoot Boswederik Penningkruid Puntwederik 1 1 1 2 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 319 529 0 0 0 0 0 6 22 561 14 56 263 106 16 430 1 51 18 526 15 419 1 382 657 3 1 50 1 5 19 19 640 8 63 279 90 18 565 2 64 14 682 16 453 2 5 4 10 10 9 10 10 9 9 4 10 9 6 8 9 4 10 9 9 4 9 5 10 va va zz zz z zz zz z z va zz z vz z z va zz z z va z va zz a a nw nw nw nw nw a b a c a a b a a a a b a a a a (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ NO NO VH 6 16 6 9 2 11 1 kw mnb kw kw2 bed zz mub 4a 2a 6c 6b 1g 1e 1e 4e 1d 1e 5a 4c 3a 8d 2c 6b 1b 1e 2c 2c 6c 7b 9f 1b 8d 4b 4b 1e 1d 1a 1a 9e 9b 2 11 16 bed zz mnb 10 4 zz bed 1 5 16 mub kw mnb 6 kw 11 2 5 6 2 12 16 zz bed kw kw bed zz2 mnb 16 11 mnb zz 16 16 mnb mnb 11 6 16 2 11 12 6 11 16 10 11 6 16 11 16 10 zz kw mnb bed zz zz2 kw zz mnb zz zz kw mnb zz mnb zz 6b 5b 2b ? ? 9g 1g 1e 4b 6e 9e 7f 7f 9e 9e 5b 8d 7d 7e 4c 9a 2a 8b G G 1996 9O 7 b p Ar? ? Ne Ne Ne 1980 b!! 1982 b! ? ? 1993 1995 ? ? b!! b!! 1953 Ne Ne Ne Ne b!! b b b!! Ne 1900 1967 + + Ne Ar? b 1987 1995 1972 1998 1980 b!! ? ? ? ? Ne Ne Ne Ne p b! ? Ne p b! ? 13 Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Lysimachia thyrsiflora Lysimachia vulgaris Lythrum hyssopifolia Lythrum junceum Lythrum portula Lythrum salicaria Mahonia aquifolium Maianthemum bifolium Malus sylvestris Malva alcea Malva moschata Malva neglecta Malva sylvestris Marrubium vulgare Matricaria discoidea Matricaria maritima ssp, inodora Matricaria recutita Matteucia struthiopteris Medicago arabica Medicago falcata Medicago lupulina Medicago minima Medicago polymorpha Medicago sativa Melampyrum pratense Melica uniflora Melilotus albus Melilotus altissima Melilotus indicus Melilotus officinalis Mentha aquatica Mentha arvensis Mentha longifolia Mentha pulegium Mentha spicata sl Mentha suaveolens + hybriden Menyanthes trifoliata Mercurialis annua Mercurialis perennis Mespilus germanica Mibora minima Milium effusum Mimulus guttatus Moeraswederik Grote wederik Kleine kattenstaart Kruipkattenstaart Waterpostelein Grote kattenstaart Mahonia Dalkruid Wilde appel Vijfdelig kaasjeskruid Muskuskaasjeskruid Klein kaasjeskruid Groot kaasjeskruid Malrove Schijfkamille Reukeloze kamille Echte kamille Struisvaren Gevlekte rupsklaver Sikkelklaver Hopklaver Kleine rupsklaver Ruige rupsklaver Luzerne Hengel Eenbloemig parelgras Witte honingklaver Goudgele honingklaver Kleine honingklaver Citroengele honingklaver Watermunt Akkermunt Hertsmunt Polei Groene munt Witte munt + hybriden Waterdrieblad Tuinbingelkruid Bosbingelkruid Mispel Dwerggras Bosgierstgras Gele maskerbloem 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 1 1 1 2 2 1 1 2 1 2 2 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 2 1 2 8 617 1 0 53 398 0 75 11 6 9 177 105 11 469 182 439 0 10 4 353 1 1 39 154 18 58 13 0 109 282 170 0 1 1 166 85 263 14 11 1 71 0 7 744 2 1 98 554 50 102 20 19 19 229 133 1 678 430 657 1 10 5 451 3 2 68 133 20 112 35 2 118 375 251 4 2 8 171 79 377 20 15 3 113 1 10 3 10 10 8 4 9 8 9 9 9 6 8 10 4 5 4 10 10 10 5 10 10 9 8 9 8 9 10 8 5 6 10 10 10 7 8 5 9 9 10 8 10 zz a zz zz z va z z z z z vz z zz va va va zz zz zz va zz zz z z z z z zz z va vz zz zz zz vz z va z z zz z zz b a a nw a a nw a a a a a a d a a a nw b a a a a a b a a a nw a a a nw a a a b a a a a a nw Misopates orontium Moehringia trinervia Moenchia erecta Molinia caerulea Monotropa hypopitys Montia fontana Montia minor Mycelis muralis Myosotis arvensis Myosotis cespitosa Myosotis discolor Myosotis ramosissima Myosotis scorpioides Myosotis stricta Akkerleeuwenbek Drienerfmuur Kruismuur Pijpenstrootje Stofzaad Groot bronkruid Klein bronkruid Muursla Akkervergeet-mij-nietje Zompvergeet-mij-nietje Veelkleurig vergeet-mij-nie Ruw vergeet-mij-nietje Moerasvergeet-mij-nietje Stijf vergeet-mij-nietje 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 44 396 0 681 3 8 40 25 164 61 84 102 268 5 64 525 0 744 3 13 46 19 369 67 78 106 355 12 9 4 z va 3 10 10 9 9 5 9 8 8 5 10 a zz zz z z va z z z va zz a a lw a b a a b a a b a a a 14 /% ]] D] (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ NO NO VH 5 16 10 kw mnb zz 7a 5b 2c ? 2c 4e 8d 9e 9f 1g 8b 1e 1e 1f 1d 1e 1a 9c 5a 6c 5a 6b 1e 1e 9e 9b 1e 4e 1e 1e 4c 2a 4e 2a 1g 2a 7a 1a 9f 8d 6e 9f 4d 11 16 zz mnb 11 11 11 11 12 11 1 16 16 16 zz zz zz zz zz2 zz mub mnb mnb mnb 5 10 16 10 10 11 6 11 11 11 kw zz mnb zz zz zz kw zz zz zz 11 16 12 zz mnb zz2 10 10 12 6 16 11 11 10 11 zz zz zz2 kw mnb zz zz zz zz 11 16 zz mnb 16 5 10 11 6 16 11 6 11 16 10 mnb kw zz zz kw mnb zz kw zz mnb zz 1c 9f 6c 7d 9d 9a 2c 9b 8b 2a 1c 6b 4d 6b G G 9O 7 b 1975 ? ? 1970 Ne Ne p b ? ? b!! Ne Ne ? 1988 ? Ne Ne b! p ? ? Ne? p Ar 1980 ? Ne ? 1980 b b!! Ar? Ar? p 2000 1930 p Ar Ne + Ne + b!! p p b %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Myosotis sylvatica Myosoton aquaticum Myosurus minimus Myrica gale Myriophyllum alternifolium Myriophyllum spicatum Myriophyllum verticillatum Myrrhis odorata Najas marina Najas minor Narcissus pseudonarcissus Nardus stricta Narthecium ossifragum Nasturtium microphyllum Nasturtium officinale Neottia nidus-avis Nepeta cataria Nicandra physalodes Nuphar lutea Nymphaea alba Nymphaea candida Nymphoides peltata Odontites vernus Oenanthe aquatica Oenanthe fistulosa Oenothera biennis Oenothera glazioviana Oenothera parviflora Ononis repens Ononis spinosa Onopordum acanthium Ophioglossum vulgatum Ophrys insectifera Orchis mascula Orchis morio Orchis purpurea Orchis simia Oreopteris limbosperma Origanum vulgare Ornithogalum umbellatum Ornithopus perpusillus Orobanche amethystea Orobanche hederae Orobanche minor Orobanche rapum-genistae Osmunda regalis Oxalis acetosella Oxalis corniculata Oxalis fontana Papaver argemone Papaver dubium Papaver rhoeas Parietaria officinalis Paris quadrifolia Parnassia palustris Parthenocissus inserta Pastinaca sativa ssp, sativa Bosvergeet-mij-nietje Watermuur Muizenstaart Wilde gagel Teer vederkruid Aarvederkruid Kransvederkruid Roomse kervel Groot nimfkruid Klein nimfkruid Wilde narcis Borstelgras Beenbreek Slanke waterkers Witte waterkers Vogelnestje Wild kattekruid Zegekruid Gele plomp Witte waterlelie Noordelijke waterlelie Watergentiaan Rode ogentroost Watertorkruid Pijptorkruid Middelste teunisbloem Grote teunisbloem Kleine teunisbloem Kruipend stalkruid Kattedoorn Wegdistel Gewone addertong Vliegenorchis Mannetjesorchis Harlekijn Bruine orchis Aapjesorchis Stippelvaren Wilde marjolein Gewone vogelmelk Klein vogelpootje Violette bremraap Klimopbremraap Klavervreter Grote bremraap Koningsvaren Witte klaverzuring Gehoornde klaverzuring Stijve klaverzuring Ruige klaproos Bleke klaproos Grote klaproos Groot glaskruid Eenbes Parnassia Valse wingerd Gewone pastinaak /% 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 2 1 ]] D] 48 254 5 182 0 18 4 0 0 0 29 369 62 13 7 2 3 0 68 72 0 0 164 141 43 72 0 7 10 147 3 41 3 6 1 9 0 7 236 96 236 0 0 2 6 71 120 4 235 70 64 264 3 40 0 0 12 111 425 24 201 3 31 3 7 5 0 54 277 42 38 58 2 9 3 61 68 3 6 141 145 33 106 7 81 13 121 7 23 4 2 0 12 1 7 288 103 283 1 2 5 11 91 121 6 316 103 216 379 3 48 0 19 12 8 5 9 7 10 9 10 10 10 9 6 9 9 9 10 10 10 9 9 10 10 7 7 9 8 10 8 10 8 10 9 10 10 10 10 10 6 8 6 10 10 10 10 8 8 10 6 8 6 5 10 9 9 10 NO NO VH z a 11 va a 16 z a 11 vz a 12 zz nw z a 11 zz b 5 zz nw zz nw lw z a 11 vz b 9 z b 6 z a 11 z a 11 zz b 5 zz a 10 zz nw z b 6 z b 6 zz nw zz nw vz b 9 vz a 12 z b 6 z a 11 zz nw z a 11 zz a 10 z b 6 zz a 10 z c 4 zz a 10 zz d 1 w zz a 10 zz nw zz b 5 vz a 12 z a 11 vz a 12 zz nw zz nw zz a 10 zz a 10 z a 11 z b 6 zz a 10 vz a 12 z a 11 vz a 12 va a 16 zz b 5 z a 11 lw z nw zz b 5 zz mnb zz zz2 8b 2b 2c 7d 4b 4a 4a 1e 4a 4a 9f 7f 7d 4d 4d 9b 1f ? 4a 4a 4b 4a 2a 4d 4d 1f 1f 1f 6b 5a 1f 7c 8c 8c 6c 8c 6c 9e 8c 8b 6e 6c 8b 5a 7e 9a 9f 1a 1a 1c 1c 1a 8b 9f 7b 1e 5a (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ zz kw zz kw2 kw zz zz kw zz kw kw kw2 zz2 kw zz zz zz kw zz bed zz mub zz kw zz2 zz zz2 zz zz zz kw zz zz2 zz zz2 mnb kw zz kw G G 9O 1979 b 1980 1985 b ? b + 1900 7 Ne p b! b! 1995 1978 1972 ? b! Ar? Ne Ne Ne Ne Ne 1980 b p b!! b! b!! b ? b! 1964 1996 1984 1983 ? b!! b! b! p Ne Ar Ar Ar Ar Ar b 1930 b!! ? 1970 15 Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Pastinaca sativa ssp, urens Pedicularis palustris Pedicularis sylvatica Pentaglottis sempervirens Petasites hybridus Petrorhagia prolifera Peucedanum carvifolia Peucedanum palustre Phacelia tanacetifolia Phalaris arundinacea Phalaris canariensis Phegopteris connectilis Phleum bertolonii Phleum pratense Phragmites australis Physalis alkekengi Physalis angulata Physalis peruviana Phyteuma nigrum Picris echioides Picris hieracioides Pilularia globulifera Pimpinella major Pimpinella saxifraga Pinus sylvestris Plantago arenaria Plantago coronopus Plantago lanceolata Plantago major ssp, intermedia Plantago major ssp, major Plantago media Platanthera bifolia Platanthera chlorantha Poa annua Poa bulbosa Poa chaixii Poa compressa Poa nemoralis Poa palustris Poa pratensis Poa trivialis Polygala serpyllifolia Polygala vulgaris Polygonatum multiflorum Polygonum amphibium Polygonum aviculare Polygonum bistorta Polygonum hydropiper Polygonum lapathifolium Polygonum minus Polygonum mite Polygonum persicaria Polypodium vulgare ssp. prionodes Polypodium vulgare ssp. vulgare Polystichum aculeatum Populus alba + (P x canescens) Brandpastinaak Moeraskartelblad Heidekartelblad Overblijvende ossentong Groot hoefblad Mantelanjer Karwijvarkenskervel Melkeppe Phacelia Rietgras Kanariezaad Smalle beukvaren Klein timoteegras Gewoon timoteegras Riet Lampionplant Lampionplant (an) Lampionplant (pe) Zwartblauwe rapunzel Dubbelkelk Echt bitterkruid Pilvaren Grote bevernel Kleine bevernel Grove den Zandweegbree Hertshoornweegbree Smalle weegbree Getande weegbree Grote weegbree Ruige weegbree Welriekende nachtorchis Bergnachtorchis Straatgras Knolbeemdgras Bergbeemdgras Plat beemdgras Schaduwgras Moerasbeemdgras Veldbeemdgras Ruw beemdgras Liggende vleugeltjesbloem Gewone vleugeltjesbloem Gewone salomonszegel Veenwortel Varkensgras Adderwortel Waterpeper Beklierde duizendknoop Kleine duizendknoop Zachte duizendknoop Perzikkruid 2 1 1 2 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 4 54 0 101 3 0 252 0 515 0 4 25 285 435 0 0 0 15 16 100 11 435 262 0 5 10 984 4 960 181 11 4 931 2 1 57 503 53 574 252 54 28 231 261 587 105 413 220 32 33 424 5 0 31 1 154 5 1 306 10 679 49 1 17 481 576 5 1 1 9 15 126 18 546 277 500 2 7 1160 47 1271 136 10 4 1240 5 8 79 761 104 676 351 62 25 306 463 821 160 573 401 57 95 677 10 9 10 7 10 10 6 10 4 9 10 9 5 4 10 10 10 10 9 8 9 4 6 4 10 10 1 9 1 8 10 10 1 10 10 8 3 8 4 5 9 9 6 5 3 7 4 5 9 8 4 zz nw w z c zz nw vz a zz a zz nw vz a zz nw va a z nw zz d z b va a va a zz nw zz nw zz nw zz c z b z a z a va a vz a va nw zz c zz b za a z a za a z b zz b zz b za a zz a zz a z a a a z a va a va a z a z b vz a va a a a vz a va a va a z a z a va a Eikvaren (pr) Eikvaren (vu) Stijve naaldvaren Witte/Grauwe abeel 1 1 1 2 9 175 4 0 8 103 8 25 10 8 10 9 16 /% ]] D] NO NO 4 bed 12 10 zz2 zz 12 zz2 16 mnb 1 6 16 16 mub kw mnb mnb 2 6 11 11 16 12 bed kw zz zz mnb zz2 2 5 16 11 16 6 5 5 16 10 10 11 16 11 16 16 11 6 12 16 16 12 16 16 11 11 16 bed kw mnb zz mnb kw kw kw mnb zz zz zz mnb zz mnb mnb zz kw zz2 mnb mnb zz2 mnb mnb zz zz mnb zz b 5 z c 4 zz a 10 z nw kw bed zz (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ VH 1f 7a 7d 8b 4e 6c 5b 7a ? 4d 1e 9g 6b 5a 4c 9b ? ? 9d 1f 6c 4b 5a 6b 9e 1e 3c 5a 2c 1d 6c 7c 8c 1d 6b 9d 6c 9f 4c 5a 2a 7f 7f 9f 4a 1d 5b 2b 2b 2c 2b 1a 9e 9e 9g 9c G G 9O 7 1983 1957 b! b 1983 Ne 1974 b b! 1980 ? Ne 1970 ? b!! Ne 1976 1995 1995 ? ? ? b Ne Ne Ne p 1970 ? Ne? Ne b! b!! p p p b ? b 1970 Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Populus tremula Portulaca oleracea Potamogeton acutifolius Potamogeton alpinus Potamogeton berchtoldii Potamogeton compressus Potamogeton crispus Potamogeton friesii Potamogeton gramineus Potamogeton lucens Potamogeton natans Potamogeton nodosus Potamogeton obtusifolius Potamogeton pectinatus Potamogeton perfoliatus Potamogeton polygonifolius Potamogeton praelongus Potamogeton pusillus Potamogeton trichoides Potentilla anglica Potentilla anserina Potentilla argentea Potentilla erecta Potentilla intermedia Potentilla neumanniana Potentilla norvegica Potentilla recta Potentilla reptans Potentilla sterilis Potentilla supina Primula elatior Primula veris Prunella vulgaris Prunus avium Prunus cerasus Prunus padus Prunus serotina Prunus spinosa Prunus virginiana Pseudofumaria lutea Pteridium aquilinum Puccinellia distans Pulicaria dysenterica Pulicaria vulgaris Pulmonaria officinalis Pyrola minor Pyrola rotundifolia Pyrus communis Quercus petraea Quercus robur Quercus rubra Radiola linoides Ranunculus acris Ranunculus aquatilis Ranunculus arvensis Ranunculus auricomus Ranunculus bulbosus Ratelpopulier Postelein Spits fonteinkruid Rossig fonteinkruid Klein fonteinkruid Plat fonteinkruid Gekroesd fonteinkruid Puntig fonteinkruid Ongelijkbladig fonteinkruid Glanzig fonteinkruid Drijvend fonteinkruid Rivierfonteinkruid Stomp fonteinkruid Schedefonteinkruid Doorgroeid fonteinkruid Duizendknoopfonteinkruid Langstengelig fonteinkruid Tenger fonteinkruid Haarfonteinkruid Kruipganzerik Zilverschoon Viltganzerik Tormentil Middelste ganzerik Voorjaarsganzerik Noorse ganzerik Rechte ganzerik Vijfvingerkruid Aardbeiganzerik Liggende ganzerik Slanke sleutelbloem Gulden sleutelbloem Gewone brunel Zoete kers Zure kers Vogelkers Amerikaanse vogelkers Sleedoorn Virginische vogelkers Gele helmbloem Aderlaarsvaren Stomp kweldergras Heelblaadjes Klein vlooienkruid Gevlekt longkruid Klein wintergroen Rond wintergroen Gekweekte peer Wintereik Zomereik Amerikaanse eik Dwergvlas Scherpe boterbloem Middelste waterranonkel Akkerboterbloem Gulden boterbloem Knolboterbloem /% 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 ]] D] 390 0 0 2 6 7 65 0 6 12 125 0 3 38 13 84 0 16 13 41 582 23 387 6 20 4 18 211 129 1 190 98 384 377 21 114 521 529 2 13 478 3 193 4 3 2 1 10 183 1009 0 3 934 2 27 63 360 547 1 1 4 15 2 85 0 6 9 126 2 28 71 8 120 0 21 35 36 726 21 334 27 17 11 23 258 148 1 292 96 471 632 28 225 761 691 1 13 536 11 245 5 6 5 5 23 88 1334 446 1 1116 27 5 83 331 4 10 10 10 9 10 8 10 10 8 10 9 8 10 8 9 9 9 3 9 6 9 9 10 9 6 7 10 6 8 5 4 9 6 3 3 10 10 4 10 6 10 10 10 10 9 8 1 5 10 1 9 10 8 6 NO NO VH va a 16 zz nw zz nw zz a 10 z a 11 zz d 1 z a 11 lw zz b 5 zz b 5 z b 6 zz nw z a 11 z a 11 zz c 2 z a 11 lw z a 11 z a 11 z b 6 a a 16 z b 6 vz b 9 z a 11 z b 6 zz a 10 z a 11 vz a 12 vz a 12 zz b 5 vz a 12 z b 6 va a 16 va a 16 z a 11 vz a 12 a a 16 a a 16 zz c 2 zz b 5 va a 16 zz a 10 vz a 12 zz a 10 zz a 10 zz a 10 zz a 10 z a 11 z c 4 za a 16 va nw zz d 1 za a 16 z a 11 zz d 1 z a 11 vz b 9 mnb 9e ? 4a 4b 4a 4a 4a 4a 4b 4a 4a 4a 4a 4a 4a 4b 4a 4a 4a 5a 2a 6e 7f 1e 6c 1e 1e 2a 9d 2c 9c 6c 5a 9d 8d 9c 9e 8d 1g 6a 9e 3b 2a 2b 9c 9e 7a 8d 9e 9e 9e 2c 5a 4a 1a 9c 6b (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ zz zz mub zz kw kw kw zz zz bed zz zz zz kw mnb kw kw2 zz kw zz zz zz2 zz2 kw zz2 kw mnb mnb zz zz2 mnb mnb bed kw mnb zz zz2 zz zz zz zz zz bed mnb mub mnb zz mub zz kw2 G G 9O 7 1996 1990 ? b b!! Ne b 1900 p b! b! 1979 b! b! p + 1900 p Ne p Ne Ne b! ? Ne Ne ? b!! b p p ? 1970 Ne Ne Ne Ne b! b!! 17 Ar %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Ranunculus circinatus Ranunculus ficaria Ranunculus flammula Ranunculus fluitans Ranunculus hederaceus Ranunculus lingua Ranunculus ololeucos Ranunculus peltatus Stijve waterranonkel Speenkruid Egelboterbloem Vlottende waterranonkel Klimopwaterranonkel Grote boterbloem Witte waterranonkel Grote waterranonkel 1 1 1 1 1 1 1 1 3 488 366 15 7 10 7 95 14 772 420 21 10 3 2 83 9 3 5 9 10 10 10 8 z a va z zz zz zz z Ranunculus penicellatus Ranunculus repens Ranunculus sardous Ranunculus sceleratus Ranunculus trichophyllus Ranunculus tripartitus Raphanus raphanistrum Rapistrum rugosum Reseda lutea Penseelbladige waterranonkel Kruipende boterbloem Behaarde boterbloem Blaartrekkende boterbloem Kleine waterranonkel Driedelige waterranonkel Knopherik Bolletjesraket Wilde reseda 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1032 230 149 4 0 291 0 101 1 1365 268 254 11 0 479 14 177 10 1 6 6 10 zz za vz vz zz 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 43 9 2 73 64 48 33 25 167 151 365 109 4 193 75 2 46 493 28 22 57 163 295 800 2 934 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 2 733 21 193 490 180 18 911 6 0 0 72 4 Reseda luteola Wouw Rhamnus catharticus Wegedoorn Rhinanthus alectorolophus Harige ratelaar Rhinanthus angustifolius Grote ratelaar Rhinanthus minor Kleine ratelaar Rhynchospora alba Witte snavelbies Rhynchospora fusca Bruine snavelbies Ribes nigrum Zwarte bes Ribes rubrum Aalbes Ribes uva-crispa Kruisbes Robinia pseudoacacia Gewone robinia Rorippa amphibia Gele waterkers Rorippa austriaca Oostenrijkse kers Rorippa islandica Moeraskers Rorippa sylvestris Akkerkers Rosa agrestis Kraagroos Rosa arvensis Bosroos Rosa canina Hondsroos Rosa corymbifera Hondsroos (cor) Rosa rubiginosa Egelantier Rosa tomentosa Viltroos Rubus caesius Dauwbraam Rubus idaeus Framboos Rubus sectie Rubus Gewone braam Rudbeckia hirta Ruige rudbeckia Rumex acetosa Veldzuring Rumex acetosella ssp, angiocarpus Schapezuring (ang) Rumex acetosella ssp, tenuifolius Schapezuring (ten) Rumex conglomeratus Kluwenzuring Rumex crispus Krulzuring Rumex hydrolapathum Waterzuring Rumex maritimus Goudzuring Rumex obtusifolius Ridderzuring Rumex palustris Moeraszuring Rumex patientia Spinaziezuring Rumex salicifolius Wilgzuring Rumex sanguineus Bloedzuring Rumex scutatus Spaanse zuring 18 /% ]] D] NO NO VH 11 16 16 11 10 1 1 6 zz mnb mnb zz zz mub mub kw 4a 9d 7a 4a 4d 4c 4b 4a 2 16 12 12 10 bed mnb zz2 zz2 zz 5 9 7 c a a a a lw va a z nw vz a 16 mnb 12 zz2 4a 2a 2a 2b 4a 4b 1c 1e 1f 88 8 1 76 25 39 22 42 254 284 476 137 5 442 125 4 26 664 66 28 64 265 332 1000 3 1134 8 10 10 8 9 9 9 9 6 6 5 8 10 5 8 10 9 4 9 9 9 6 6 2 10 1 z zz zz z z z z z vz vz va z zz va z zz z va z z z vz vz a zz za 11 5 2 11 4 6 4 11 12 12 16 11 10 16 11 10 4 16 11 11 11 12 12 16 10 16 zz kw bed zz bed kw bed zz zz2 zz2 mnb zz zz mnb zz zz bed mnb zz zz zz zz2 zz2 mnb zz mnb 1f 8d 6c 5b 5a 7d 7d 9a 9c 8d 9e 4d 2a 2b 2a 8d 9d 8d 8d 8d 8d 8d 8a 8d 1e 5a 857 97 266 812 250 25 1229 41 23 2 127 5 3 8 6 3 6 9 1 9 9 10 8 10 a a 16 z a 11 vz a 12 a a 16 vz a 12 z a 11 za a 16 z a 11 z nw zz nw z a 11 zz a 10 mnb zz zz2 mnb zz2 zz mnb zz 6e 6e 2a 2a 4c 2b 1g 2b 1g ? 9c 6a a a a a a d d b a b c a c b c a a a a a a a a a c a a a a a a a a a (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ zz zz G G 9O 7 b! p b! b! b 1930 + 1981 ? Ne Ar Ar 2000 p + p b b b Ar Ar Ar Ne Ne b! ? 1980 1995 ? Ne ? Ne Ne Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Rumex thyrsiflorus Geoorde zuring Sagina apetala ssp. apetala Tengere vetmuur (ap) Sagina apetala ssp. erecta Tengere vetmuur (er) Sagina nodosa Sierlijke vetmuur Sagina procumbens Liggende vetmuur Sagittaria sagittifolia Pijlkruid Salix alba Schietwilg Salix atrocinerea Rossige wilg Salix aurita Geoorde wilg Salix caprea Boswilg Salix ’cinerea’ groep Grauwe wilg Salix ’fragilis’ groep Kraakwilg Salix pentandra Laurierwilg Salix purpurea Bittere wilg Salix repens ssp. argentea Kruipwilg (arg) Salix repens ssp. repens Kruipwilg (rep) Salix triandra Amandelwilg Salix viminalis Katwilg Salsola kali ssp. ruthenica Zacht loogkruid Salvia pratensis Veldsalie Salvia verticillata Kranssalie Sambucus ebulus Kruidvlier Sambucus nigra Gewone vlier Sambucus racemosa Trosvlier Sanguisorba minor Kleine pimpernel Sanguisorba officinalis Grote pimpernel Sanicula europaea Heelkruid Saponaria officinalis Zeepkruid Saxifraga granulata Knolsteenbreek Saxifraga tridactylites Kandelaartje Scabiosa columbaria Duifkruid Scandix pecten-veneris Naaldekervel Scheuchzeria palustris Veenbloembies Scirpus cespitosus ssp. cespitosus Veenbies (ce) Scirpus cespitosus ssp. germanicus Veenbies (ge) Scirpus fluitans Vlottende bies Scirpus lacustris Mattenbies Scirpus maritimus Heen Scirpus setaceus Borstelbies Scirpus sylvaticus Bosbies Scirpus tabernaemontani Ruwe bies Scleranthus annuus Eenjarige hardbloem Scleranthus perennis Overblijvende hardbloem Scorzonera humilis Kleine schorseneer Scrophularia auriculata Geoord helmkruid Scrophularia nodosa Knopig helmkruid Scrophularia umbrosa ssp. neesii Gevleugeld helmkruid (n) Scrophularia umbrosa ssp. umbrosa Gevleugeld helmkruid (u) Scrophularia vernalis Voorjaarshelmkruid Scutellaria galericulata Blauw glidkruid Scutellaria minor Klein glidkruid Securigera varia Bont kroonkruid Sedum acre Muurpeper Sedum album Wit vetkruid Sedum rupestre Tripmadam /% ]] D] a a a lw a b a a a a a a b b a b a a nw b a a a a a b a a a a b d nw NO NO VH 10 10 11 zz zz zz 16 6 12 10 16 16 16 12 5 6 10 9 11 11 mnb kw zz2 zz mnb mnb mnb zz2 kw kw zz kw2 zz zz 5 10 11 16 11 11 5 11 11 12 11 6 1 kw zz zz mnb zz zz kw zz zz zz2 zz kw mub 5a 6b 2c 2c 1d 4d 4e 9a 9a 9f 9a 4e 9a 4e 7c 7c 4e 4e 3a 6c 1f 8b 8b 8a 6c 5b 9f 1f 5a 6b 6c 1b 7d 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 3 9 0 380 78 89 7 416 547 482 84 6 33 2 292 29 68 0 9 2 16 701 40 74 8 20 76 237 20 20 11 0 5 5 44 0 584 60 260 8 459 866 650 270 6 23 10 218 54 135 1 9 6 31 1152 52 79 8 30 113 269 38 20 2 1 10 10 9 zz zz z 4 9 6 10 5 3 4 6 10 9 10 6 9 8 10 10 10 9 1 9 8 10 9 8 6 9 9 10 10 va z vz zz va a va vz zz z zz vz z z zz zz zz z za z z zz z z vz z z zz zz 1 0 1 10 zz nw 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 62 31 93 17 23 298 1 299 4 1 234 591 3 53 39 80 16 50 347 2 297 1 3 376 771 2 9 9 8 9 9 5 10 6 10 10 5 3 10 z z z z z va zz vz zz zz va a zz 1 2 1 1 2 1 1 1 7 0 113 13 5 132 16 3 7 1 159 16 4 244 21 8 10 10 7 9 10 6 9 10 zz b 5 zz nw vz a 12 z a 11 zz b 5 vz a 12 z a 11 zz a 10 b a b b a a a b d a a a c (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ 7d 6 11 6 6 11 16 10 9 1 10 16 16 2 kw zz kw kw zz mnb zz kw2 mub zz mnb mnb bed 7d 4b 4c 3c 2c 5b 4c 1c 6b 7f 4d 9f 4d kw 4d 9b 4c 7c 6c 6b 6c 6b zz2 zz kw zz2 zz zz G G 9O 7 Ne ? 1930 b p ? ? 1991 b b! Ne b p Ar? 1975 p b!! b!! 1996 ? p p b!! b!! ? p ? 1997 Ne p ? Ne b 19 %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Sedum sexangulare Sedum telephium Selinum carvifolia Sempervivum tectorum Senecio aquaticus Senecio congestus Senecio erucifolius Senecio helenitis Senecio inaequidens Senecio jacobaea Senecio ovatus Senecio paludosus Senecio squalidus Senecio sylvaticus Senecio vernalis Senecio viscosus Senecio vulgaris Serratula tinctoria Sesleria caerulea Setaria faberi Setaria pumila Setaria verticillata Setaria viridis Sherardia arvensis Sida spinosa Silene dioica Silene latifolia ssp. alba Silene vulgaris Silybum marianum Sinapis alba Sinapis arvensis Sisymbrium altissimum Zacht vetkruid Hemelsleutel Karwijselie Donderblad Waterkruiskruid Moerasandijvie Viltig kruiskruid Spatelkruiskruid Bezemkruiskruid Jacobskruiskruid Gewoon schaduwkruiskruid Moeraskruiskruid Glanzend kruiskruid Boskruiskruid Oostelijk kruiskruid Kleverig kruiskruid Klein kruiskruid Zaagblad Blauwgras Naaldaar (fa) Geelrode naaldaar Kransnaaldaar Groene naaldaar Blauw walstro Sida Dagkoekoeksbloem Avondkoekoeksbloem Blaassilene Mariadistel Witte mosterd Herik Hongaarse raket 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 2 2 2 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 16 167 8 4 20 28 31 0 2 478 52 5 0 76 2 80 662 3 0 0 19 2 32 46 0 336 162 25 8 2 218 33 9 147 15 8 36 7 24 0 96 550 69 2 1 104 7 170 924 1 1 1 8 5 72 39 1 543 301 56 2 6 428 59 10 7 9 10 9 10 9 zz vz z zz z zz z 8 4 8 10 10 8 10 7 2 10 10 10 10 10 8 9 10 4 6 9 10 10 5 9 z va z zz zz z zz vz a zz zz zz zz zz z z zz va vz z zz zz va z c b a a a d b lw a a a c nw a a a a d nw nw c a a b nw a a a d a a a Sisymbrium austriacum ssp. chrysanthum Sisymbrium loeselii Sisymbrium officinale Sium latifolium Solanum dulcamara Solanum lycopersicum Solanum nigrum Solanum sisymbriifolium Solidago canadensis Solidago gigantea Solidago virgaurea Sonchus arvensis Sonchus asper Sonchus oleraceus Sorbus aucuparia Sorghum halepense Sparganium angustifolium Sparganium emersum Sparganium erectum Sparganium natans Spergula arvensis Spergula morisonii Spergularia marina Spergularia rubra Pyreneese raket Spiesraket Gewone raket Grote watereppe Bitterzoet Tomaat Zwarte nachtschade Nachtschade (si) Canadese guldenroede Late guldenroede Echte guldenroede Akkermelkdistel Gekroesde melkdistel Gewone melkdistel Wilde lijsterbes Wilde sorgo Drijvende egelskop Kleine egelskop Grote egelskop Kleinste egelskop Gewone spurrie Heidespurrie Zilte schijnspurrie Rode schijnspurrie 2 2 1 1 1 2 1 2 2 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 3 4 514 17 468 0 364 0 0 0 230 154 430 424 619 0 0 45 185 12 391 43 0 93 24 3 773 4 754 10 577 1 46 12 147 235 603 594 849 2 2 48 308 11 504 91 1 151 9 10 3 10 3 10 4 10 9 10 7 6 4 4 3 10 10 9 6 10 4 8 10 7 z zz a zz a zz va zz z zz vz vz va va a zz zz z vz zz va z zz vz a b a d a nw a nw nw nw c a a a a nw nw a a b a a nw a 20 /% ]] D] (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ NO NO VH 2 9 11 10 11 1 6 bed kw2 zz zz zz mub kw 11 16 11 2 zz mnb zz bed 6b 8b 7c 6a 5b 2b 5a 7c 1e 6b 8a 4e 1e 8a 1e 1e 1a 7c 6d ? 1c 1c 1c 1b ? 8b 1e 6c 1f 1e 1a 1f 11 10 12 16 1 2 10 11 6 zz zz zz2 mnb mub bed zz zz kw 16 12 11 1 10 16 11 mnb zz2 zz mub zz mnb zz 11 5 16 1 16 zz kw mnb mub mnb 16 mnb 8 12 16 16 16 kw2 zz2 mnb mnb mnb 11 12 5 16 11 zz zz2 kw mnb zz 12 zz2 1f 1f 1f 4c 4e ? 1a ? 1g 1g 9e 1a 1a 1a 9e 1e 4b 4d 4c 4b 1c 6e 3b 2c G G 1900 9O 7 b! ? p ? b Ne + Ne b 1994 Ne ? 1990 1998 1998 b b! ? p b ? ? ? ? Ne Ne Ar? Ar? Ar? Ne Ar Ne Ne Ar ? Ne Ne Ar p 1978 ? 1995 1970 1970 ? 1986 1978 ? b p 1992 b b Ne Ar Ne Ne Ne Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Spiranthes aestivalis Spiranthes spiralis Spirodela polyrrhiza Stachys alpina Stachys arvensis Stachys officinalis Stachys palustris Stachys sylvatica Stellaria graminea Stellaria holostea Stellaria media ssp, media Stellaria media ssp, neglecta Stellaria nemorum Stellaria palustris Stellaria uliginosa Subularia aquatica Succisa pratensis Symphoricarpos albus Symphytum ’asperum’ groep Symphytum officinale Tanacetum parthenium Tanacetum vulgare Taraxacum s. Erythrosperma Taraxacum s. Palustria Taraxacum s. Spectabilia Taraxacum sectie Subvulgaria Taxus baccata Teesdalia nudicaulis Teucrium botrys Teucrium scorodonia Thalictrum flavum Thalictrum minus Thelypteris palustris Thlaspi arvense Zomerschroeforchis Herfstschroeforchis Veelwortelig kroos Alpenandoorn Akkerandoorn Betonie Moerasandoorn Bosandoorn Grasmuur Grote muur Vogelmuur Heggenvogelmuur Bosmuur Zeegroene muur Moerasmuur Priemkruid Blauwe knoop Sneeuwbes Ruwe smeerwortel Gewone smeerwortel Moederkruid Boerenwormkruid Duinpaardebloem Moeraspaardebloem Schraallandpaardebloem Paardebloem Taxus Klein tasjeskruid Trosgamander Valse salie Poelruit Kleine ruit Moerasvaren Witte krodde /% 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 2 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 ]] D] 1 0 22 1 55 17 231 389 603 424 932 0 16 109 346 ? 255 44 0 407 91 669 0 0 15 0 0 79 0 541 54 0 5 59 0 0 20 1 67 21 344 656 751 460 1282 2 23 92 423 0 164 67 10 558 98 820 6 5 34 435 1 89 1 576 62 1 3 100 Thlaspi caerulescens ssp. calaminare Thlaspi perfoliatum Thymus pulegioides Thymus serpyllum Tilia cordata Tilia ’plathyphyllos’ groep Torilis arvensis Torilis japonica Tragopogon pratensis Trientalis europaea Trifolium alexandrinum Trifolium arvense Trifolium campestre Trifolium dubium Trifolium filiforme Trifolium fragiferum Trifolium hybridum ssp, elegans Trifolium hybridum ssp, hybridum Trifolium incarnatum Trifolium medium Trifolium pratense Trifolium repens Zinkboerenkers Doorgroeide boerenkers Grote tijm Wilde tijm Winterlinde Zomerlinde Akkerdoornzaad Heggendoornzaad Gele morgenster Zevenster Alexandrijnse klaver Hazenpootje Liggende klaver Kleine klaver Draadklaver Aardbeiklaver Slanke klaver Basterdklaver Inkarnaatklaver Bochtige klaver Rode klaver Witte klaver 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 0 1 108 8 6 21 0 276 92 0 0 103 44 469 0 18 0 175 0 3 786 732 6 1 76 5 33 49 2 362 124 2 4 113 65 559 1 15 5 215 5 4 876 947 9 10 9 9 6 4 3 5 1 10 9 8 5 z zz z z vz va a va za zz z z va 7 9 10 4 8 3 10 10 9 5 10 8 10 4 9 10 10 8 vz z zz va z a zz zz z va zz z zz va z zz zz z w lw b b a a a a a a a nw a b a w c a nw a a a nw nw a nw nw a nw a a nw c a 10 10 8 10 9 9 10 5 8 10 10 8 9 4 10 9 10 6 10 10 3 2 zz zz z zz z z zz va z zz zz z z va zz z zz vz zz zz a a nw b b c a a nw a a nw nw a a a nw b nw a nw a a a (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ NO NO 6 5 11 11 12 16 16 16 16 kw kw zz zz zz2 mnb mnb mnb mnb 11 6 16 zz kw mnb 8 11 kw2 zz 16 11 16 11 mnb zz mnb zz 11 zz 16 11 mnb zz 2 11 bed zz 5 6 2 11 11 kw kw bed zz zz 16 11 mnb zz 11 11 16 zz zz mnb 6 kw 12 zz2 10 16 16 zz mnb mnb VH G 7c 7e 4a 8a 1c 8c 4e 9f 5a 9d 1a 8b 9a 7a 9a 4b 7c 8d 1g 4e 1e 1g 6b 5b 7c 5a 9b 6e 6b 9e 4e 8c 7a 1a 1950 1900 6c 6c 6b 6e 9d 9g 5a 8b 5a 9e 1e 6c 6b 5a 6b 2a 2a 2a 1e 8c 5a 2a G 9O 7 + + p p p p 1973 p 1942 + Ne Ne 1974 Ne 1974 1971 b p 1970 1970 ? ? 1989 ? Ne 1987 p p 1979 b ? Ne ? b!! ? 1997 + 1982 1979 b! ? 1996 b Ne 1980 1980 ? b 21 ? Ne %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP /% Trifolium resupinatum Trifolium striatum Triglochin palustre Trisetum flavescens Tussilago farfara Typha angustifolia Typha latifolia Ulex europaeus Ulmus glabra Ulmus minor Urtica dioica Urtica urens Utricularia australis Utricularia intermedia Utricularia minor Utricularia ochroleuca Utricularia vulgaris Vaccaria hispanica Vaccinium myrtillus Vaccinium oxycoccus Vaccinium vitis-idaea Valeriana dioica Valeriana repens Valerianella dentata Valerianella locusta Perzische klaver Gestreepte klaver Moeraszoutgras Goudhaver Klein hoefblad Kleine lisdodde Grote lisdodde Gaspeldoorn Ruwe iep Gladde iep Grote brandnetel Kleine brandnetel Loos blaasjeskruid Plat blaasjeskruid Klein blaasjeskruid Bleekgeel blaasjeskruid Groot blaasjeskruid Koekruid Blauwe bosbes Kleine veenbes Rode bosbes Kleine valeriaan Echte valeriaan Getande veldsla Gewone veldsla 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 8 119 594 58 241 22 18 249 1019 394 1 3 24 0 18 2 458 39 33 15 576 1 38 3 1 4 91 838 72 403 21 10 446 1375 433 14 2 22 0 24 0 470 31 46 7 717 0 63 10 10 10 8 3 8 5 9 10 5 1 5 9 10 9 9 zz nw zz b 5 zz c 2 z b 6 a a 16 z a 11 va a 16 z b 6 zz c 2 va a 16 za a 16 va a 16 z a 11 zz c 2 z b 6 lw z a 11 w va a 16 z b 6 z a 11 zz c 2 a a 16 w z a 11 Verbascum blattaria Verbascum densiflorum Verbascum lychnitis Verbascum nigrum Verbascum phlomoides Verbascum thapsus Verbena officinalis Verbesina helianthoides Veronica agrestis Mottenkruid Stalkaars Melige toorts Zwarte toorts Keizerskaars Koningskaars IJzerhard Verbesina (he) Akkerereprijs 1 1 1 1 1 1 1 2 1 3 7 5 114 1 73 204 0 59 7 19 5 184 1 152 202 1 95 10 9 10 7 10 7 7 10 8 zz a 10 z a 11 zz b 5 vz a 12 zz b 5 vz a 12 vz b 9 zz nw z a 11 1 24 47 9 z a 1 1 1 1 2 12 283 174 522 18 27 624 276 627 26 9 4 6 4 9 z va vz va z a a a a a 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 303 0 1 13 68 0 1 192 3 42 107 14 1 438 480 65 1 24 72 0 13 382 58 48 174 6 3 598 5 9 10 9 8 Veronica anagallis-aquatica ssp. an-aq Blauwe waterereprijs Veronica anagallis-aquatica ssp. aquatica Rode waterereprijs Veronica arvensis Veldereprijs Veronica beccabunga Beekpunge Veronica chamaedrys Gewone ereprijs Veronica filiformis Draadereprijs Veronica hederifolia ssp, hederifolia Akkerklimopereprijs Veronica hederifolia ssp, lucorum Bosklimopereprijs Veronica longifolia Lange ereprijs Veronica montana Bosereprijs Veronica officinalis Mannetjesereprijs Veronica opaca Doffe ereprijs Veronica peregrina Vreemde ereprijs Veronica persica Grote ereprijs Veronica polita Gladde ereprijs Veronica scutellata Schildereprijs Veronica serpyllifolia Tijmereprijs Veronica triphyllos Handjesereprijs Viburnum lantana Wollige sneeuwbal Viburnum opulus Gelderse roos 22 ]] D] 9 5 9 9 10 3 10 5 9 9 7 10 10 4 NO NO kw bed kw mnb zz mnb kw bed mnb mnb mnb zz bed kw zz mnb kw zz bed mnb zz 2a 6b 7b 5a 1e 4c 4c 7e 9g 9c 8b 1a 4a 4b 4b 4b 4a 1b 9e 7d 7e 7c 5b 1b 1a zz 1f 1f 8c 1f 1f 1f 1e ? 1a 11 zz 4d 11 16 12 16 11 zz mnb zz2 mnb zz 4d 6b 4d 5a 5a va a 16 z nw zz b 5 z a 11 z a 11 lw zz a 10 va a 16 z a 11 z a 11 vz a 12 zz c 2 zz a 10 va a 16 mnb 1c 9f 5b 9a 7f 1a 1a 1a 1a 7a 2a 1c 8d 9f (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ zz zz kw zz2 kw zz2 kw2 VH kw zz zz zz mnb zz zz zz2 bed zz mnb G G 9O 7 1980 ? p Ne p ? p b!! b + b! b!! 1895 1954 Ar? p b 1950 b!! ? 1998 ? Ar? Ne Ne 1973 b 1890 + Ne Ne b p ? %LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP 1HGHUODQGVHQDDP Vicia cracca Vicia hirsuta Vicia lathyroides Vicia lutea Vicia sativa Vicia sepium Vicia tetrasperma Vicia villosa ssp. varia Vicia villosa ssp. villosa Vinca major Vinca minor Vincetoxicum hirundinaria Viola arvensis Viola canina Viola hirta Viola odorata Viola palustris Viola reichenbachiana Viola riviniana Viola tricolor Viscum album Vulpia bromoides Vulpia myuros Wahlenbergia hederacea Vogelwikke Ringelwikke Lathyruswikke Gele wikke Voederwikke Heggenwikke Vierzadige wikke Bonte wikke Zachte wikke Grote maagdenpalm Kleine maagdenpalm Witte engbloem Akkerviooltje Hondsviooltje Ruig viooltje Maarts viooltje Moerasviooltje Donkersporig bosviooltje Bleeksporig bosviooltje Driekleurig viooltje Maretak Eekhoorngras Gewoon langbaardgras Klimopklokje /% 1 1 1 2 1 1 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 ]] D] 357 388 6 1 311 154 112 7 11 0 76 5 470 98 14 158 82 71 122 150 100 7 12 0 426 534 0 6 382 247 107 11 23 3 108 6 703 32 14 287 130 87 118 204 148 9 72 0 Wolffia arrhiza Xanthium orientale Xanthium spinosum Xanthium strumarium Zannichellia palustris Wortelloos kroos Grote stekelnoot Stekende stekelnoot Late stekelnoot Zannichellia 1 2 2 2 1 3 0 0 0 3 0 1 1 1 18 5 4 va va 10 5 6 8 10 9 10 8 10 3 9 9 6 8 8 8 7 7 10 8 zz va vz z zz z zz z zz a z z vz z z z vz vz zz z 10 10 10 9 a a w a a a b a a nw a a a d b a a a b a a a a lw NO NO VH 16 16 mnb mnb 10 16 12 6 10 11 zz mnb zz2 kw zz zz 11 10 16 3 6 12 11 11 6 12 12 10 11 zz zz mnb bed kw zz2 zz zz kw zz2 zz2 zz zz 5a 1a 6b 1e 6b 8b 1a 1e 1c 8b 9d 8c 1c 7f 8c 8b 7a 9f 9f 1c 9a 1e 1e 7c w zz nw zz nw zz nw z a 11 (YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ zz 4a 1e 1e 1e 4a G G 9O 7 ? Ne ? ? ? Ne 1969 1978 b! b p b! 1900 b! 1950 b! ? ? ? 1990 1976 1996 23 Ne Ne Ne Bijlage 2 Bijlage 2 Figuur 5.5. Kalkhoudende gronden in Limburg Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Wijze van citeren : Berten R., & Gora L., 2002. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg. Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2002.02. Brussel Het Instituut voor Natuurbehoud Het Instituut voor Natuurbehoud (IN) is een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap; het telt momenteel een 100-tal medewerkers. Het werd op 1 maart 1986 operationeel met als algemene taakstelling: “alle passende wetenschappelijke studies, onderzoeken en werkzaamheden uit te voeren in verband met het natuurbehoud, inzonderheid met het oog op het uitwerken van actiemiddelen en wetenschappelijke criteria tot het voeren van een beleid inzake natuurbehoud; hiertoe verzamelt het alle nuttige documentatie, onderneemt het de nodige studies en onderzoekingen, richt enquêtes in en zorgt voor de overdracht van de verworven kennis aan de bevoegde overheden...” Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Colofon Auteurs: Robert Berten en Lily Gora Voorpagina: De Drijvende waterwegbree is in Europa erkend als bedreigde soort. Foto: Lily Gora Verantwoordelijke uitgever: Eckhart Kuijken Algemeen directeur van het Instituut voor Natuurbehoud Opmaak en druk: Katrien Van den Broeck, Helen Blow - Instituut voor Natuurbehoud Drukkerij van de Vlaamse Gemeenschap, departement LIN D/2002/3241/153 ISBN 90-403-0151-4 NUR 941 Kostprijs : 8 euro (plus 5 euro verzendingskosten voor 1 tot 5 exemplaren) Hoe bestellen? Door een storting te doen op rekening 091-2226013-86 op naam van het Eigen Vermogen van het Instiuut voor Natuurbehoud met vermelding van ‘Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg, IN.R.2002.02’. Gelieve tegelijkertijd een briefje of mail te sturen t.a.v. Helen Blow, Instituut voor Natuurbehoud, Kliniekstraat 25, 1070 Brussel ([email protected]). Na ontvangst van uw betaling sturen wij u het rapport op, tesamen met een factuur waarop de vermelding ‘betaald’ staat. © 2002, Instituut voor Natuurbehoud, Brussel 2e druk gedrukt op gerecycleerd, chloorvrij papier. Robert Berten Instituut voor Natuurbehoud Kliniekstraat 25, B-1070 Brussel e-mail: [email protected] website:www.instnat.be tel: 02-558 18 11 fax: 02-558 18 05 Lily Gora Voorzitter van de Limburgse Plantenwerkgroep Correspondentieadres: Het Groene Huis - Provinciaal domein Bokrijk 3600 Genk tel: 011-26 54 62 fax: 011-26 54 55 e-mail: [email protected] website: www.limburg.be/likona Het onderzoek heeft vooral betrekking op de diverse aspecten van de biodiversiteit, meer bepaald de inventarisatie, monitoring en ecologie van planten- en diersoorten, populaties en levensgemeenschappen in relatie tot hun omgeving. In het landschapsecologisch onderzoek gaat de aandacht vooral naar ecohydrologie, habitatfragmentatie en ecosysteemprocessen. De wetenschappelijke kennis ligt aan de basis van referentiekaders (zoals Rode Lijsten van diverse taxonomische groepen), karteringen van het natuurlijk milieu (zoals de Biologische waarderingskaart, BWK) en gebiedsgerichte acties inzake natuurontwikkeling, -herstel en -beheer. Dit beoogt het beleidsmatig inpassen van ruimtelijke en kwalitatieve noden van natuurbehoud in landinrichting, ruimtelijke planning, integraal waterbeheer en milieubeheer. Toepassingen liggen o.m. in de sfeer van het afbakenen van ecologische netwerken en gebieden van internationale betekenis en soortbeschermingsplannen. Het Instituut is betrokken bij verschillende regionale, nationale en internationale onderzoeksprogramma’s en netwerken. Daarnaast is er nauwe samenwerking met universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland. Adviesverlening is een belangrijke taak van het Instituut. Deze gebeurt zowel ten behoeve van het Kabinet van de bevoegde Minister, de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud , de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, AMINAL, AHROM en andere entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. In opdracht van derden kunnen via het Eigen Vermogen specifieke studies, karteringen en expertises worden uitgevoerd, waarvoor tijdelijke contractuele medewerkers kunnen worden aangetrokken. Het Instituut voor Natuurbehoud publiceert rapporten en mededelingen in een eigen reeks. De bibliotheek biedt een ruim aanbod van tijdschriften en referentiewerken inzake milieu en natuur. Daarnaast biedt het Instituut diverse informatie aan via internet. Algemeen Directeur: Prof. Dr. Eckhart Kuijken. Instituut voor Natuurbehoud - Kliniekstraat 25 - 1070 Brussel - België Tel : +32 2-558 18 11 - Fax : +32 2 558 18 05 www.instnat.be - [email protected] Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Robert Berten en Lily Gora instituut voor