Over het onderzoek der longfunctie ?

advertisement
University of Groningen
Over het onderzoek der longfunctie
?
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to
cite from it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date:
1936
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
? (1936). Over het onderzoek der longfunctie Groningen: s.n.
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the
author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately
and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the
number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
Download date: 18-07-2017
/eranderingen in
)avies (76)).
eolairekoolzuurSAMENVATTING.
irallen,dient men
ng van de alveos bij chronische
: bestaat, is het
tie berust op een
b onderzoek ontzijn eonelusie's
neer uit een onlbiliteitsstoornis
zijn, dat de zoo
erieelezuurstofke conclusiesop
de door mrj gen worden,indien
le ventilatie en
:hrevenmethode
omstandigheden
k geeft van de
oftransport van
I anàlyse,hoebewelke door onze
rdt beantwoord.
iran de zuurstofet inademen van
r methode is om
iikt het mij, aan
'e hartpatienten,
zadiging bij het
zuurstof rechtrdoening,zonder
n of hiervoor al
rordelijkis.
Hoonostur I. Litteratutnouerzicht.
10. Om een overzichtelijk geheel te krijgen, kan men de in
de litteratuur beschrevenfunctieproeven in vier groepen onderbrengen.
a,. Metingen van ademvolume en ademfrequentie.
b.,,Rebreathing"proeven.
c. Bepalingen van de duur van ademinhouden.
d. Methoden, waarbij de zuurstofverzadiging van het arterieele bloed bepaald wordt.
20. Gebleken is, dat de onder a, b en c genoemdemethoden
geen volledige beoordeeling van de hoofdfunctie der longen,
namelijk de zuurstofvoorziening van het bloed, geven.
30. De proeven, welke onder d genoemd zijn, houden wel
met deze functie rekening.
40. De methode van Kroet z, waarb4 de arterieele zuurstofverzadiging na een verblijf van twee uur in de onderdrukkamer bepaald wordt, is naar mijn meening de eenig bekende
juiste test. Er zijn echter voor een geregeld gebruik te veel
nadeelen aan verbonden. Ik heb getracht deze op te heffen en
daardoor de proef te vereenvoudigen.
Hooposrur II. Methode.
Voor het longfunctieonderzoek heb ik:
Lo. de zuurstofspanning in de alveolairlucht trapsgewijze verlaagd door de pr,oefpersoonuit zakken, met lucht van een
verschillend zuurstofpercentage gevuld, te laten ademen;
20. de arterieele zuurstofverzadiging na 10 minuten ademen
van deze gasmengselsbepaald, door analyse van arterieel
bloed uit de vingertop van de verwarmde hand (zooals
a a n g e g e v e ni s d o o r L u n d s g a a r d
en Móller,
Yerzar
en Keller);
30. voor de analyse van dit vingertopbloed de micromethode
van M o o k toegepast, welke met 70 mM.3 even nauwkeurige uitkomsten levert als de macromethode van
van Slyke.
g2
Resu,ltaten:
10. Bij normale proefpersonen is bij ademen van kamerlucht
en mengsels met L9 /o en t7 /6 zturstof de verzadiging van het
arterieele bloed steeds -+ 95 Vo, dus vrijwel volledig.
20. Bij ademen van mengsels met L5 /o zuurstof treedt er
een onderverzadiging van het bloed op en wordt als gemiddelde waarde -+ 85 % gevonden.
30. Bij ademen van mengsels met L3 Vo zuarstof wordt deze
onderverzadiging sterker en bedraagt de arterieele verzadiging
-+ 75 Va.
Hoorosrux III.
Voor de verklaring van deze resultaten zijn de volgende
proeven gedaan:
10. Nagegaan is, of de bloedsamenstelling en daardoor de
dissociatie-curve en dus ook de arterieele zuurstofverzadiging
verandert. Gevondenis, dat noch wijziging van de haemoglobinewaarde, noch verandering van het koolzuurgehalte van het
arterieele bloed en daardoor beïnvloeding van de dissociatiecurve plaats vinden.
20. Getracht is eventueele circulatieveranderingen op te
sporen. Gevonden is, dat bij deze graad van anoxaemie, polsfrequentie en bloeddruk niet beïnvloed worden en dat op grond
v a n d e l i t t e r a t u u r( G r o l l m a n , H e r b s t
en Manigold),
bij de mensch veranderingen in het slagvolume uit te sluiten
zijn. Bij konijnen heb ik bij lage zuurstofpercentages evenmin
wijzigingen in het minuutvolume van het hart gevonden.
30. Ook de ademhaling is gecontroleerd en hierbij is gebleken, dat zoowel de ademfrequentie en het minuutvolume, als
het alveolaire koolzuurpercentage gelijk blijven.
40. Bij mijn laatste proevenreeks heb ik toen nagegaan of de
alveolairwand zelve oorzaak voor de onderverzadiging van het
bloedkan zijn. Voor dit doel heb ik de verzadiging van het arterieele vingertopbloed vergeleken met bloed dat in vitro met de
ah'eolairlucht in aanraking is gebracht. Voor deze vitroproeven
heb ik een micromethode uitgewerkt. Gevonden is, dat de verzadiging van dit bloed bij lagere zuurstofspanningen veel beter
is dan in vivo. Bij 15 /o zuurstof in de inademingslucht is het
verschil 5-7 %, bij 13 lo zuurstof 10-15 %.
Hoonrsrux IV.
Nagegaan werdt
de alveolairwand.
10. In de litter
neembare, verand
schreven, welke
heeft. Als oorzaak
in de kliniek zijn r
20. Ook is bes
een verhoogde doo
hierover enkele pr
verbeterde verzadi
een verandering ir
proeven over de d
gedaan. Hierbij is ;
Vagus een verhoo
HooorsruxV.
Bij een aantal
longafwijkingen is
10. Bij ademen
tegenstelling met .
het bloed optreedt
20. Bij ademen
de verzadiging zee
Conclusie: De
longfunctie levert
bloed. Bij bekendr
methode de perm,
93
an kamerlucht
Iiging van het
rdig.
'stof treedt er
dt als gemid;of wordt deze
le verzadiging
L de volgende
r daardoor de
Lofverzadiging
haemoglobineralte van het
le dissociatieringen op te
cxaemie,polsdat op grond
'{anigold),
uit te sluiten
bagesevenmin
gevonden.
hierbij is geuutvolume,als
ragegaanof de
liging van het
van het arteri. vitro met de
e vitroproeven
is, dat de vergen veel beter
rgslucht is het
Hoonrsrux IV.
Nagegaan werden nu invloeden op de doorgankelijkheid van
de alveolairwand.
10. In de litteratuur wordt een, microscopisch niet waarneembare, verandering der alveolairwand (pneumonose) beschreven, welke verminderde doorgankelijkheid tengevolge
heeft. Als oorzaak'worden gifgassen, narcotica enz. genoemd,
in de kliniek zijn ook gevallen van pneumonosebeschreven.
20. Ook is beschreven, dat na uitval van de Nervus Vagus
een verhoogde doorgankelijkheid optreedt. Bij konijnen heb ik
hierover enkele proeven gedaan, maaï meen deze optredende
verbeterde verzadiging niet uitsluitend te mogen verklaren door
een verandering in de long'wand. Met kikkerlongen heb ik
proeven over de doorlaatbaarheid der wand voor kleurstoffen
gedaan. Ilierbij is gevonden, dat na doorsnijding van de Nervus
Vagus een verhoogde permeabiliteit van de longwand bestaat.
Hooopsrux V.
Bij een aantal haitpatienten, zonder klinisch aantoonbare
longafwijkingen is gevonden dat:
10. Bij ademen van een mengsel met 17 /o zuurstof er, in
tegenstelling met normale personen, een onderverzadiging van
het bloed optreedt, soms tot 80 7o.
20. Bij ademen van een mengsel met 15 /o zuurstof blijkt
de verzadiging zeer sterk gedaald te zijn, tot 70 /o enlager nog.
Conclus'ie: De beschreven methode voor het onderzoek der
longfunctie levert een goed beeld van de zuurstofopname in het
bloed. Bij bekende ventilatie en circulatie kan men met deze
methode de permeabiliteit van de alveolairwand beoordeelen.
Download