Evaluatie Noorderzijlvest en internationale samenwerking 2011-2016 Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Lijst van afkortingen Inleiding Internationale samenwerking: doelstellingen in 2011 Verkenning 2012 en gemaakte keuzes 2.1 Nicaragua 2.2 Kenia Projecten Nicaragua/Honduras en Kenia: context en inhoud 3.1 Project Nicaragua/Honduras 3.2 Programma Kenia Resultaten voor Nicaragua/Honduras, Kenia en Noorderzijlvest 4.1 Resultaten in Nicaragua/Honduras 4.2 Resultaten in Kenia 4.3 Resultaten voor (medewerkers) Noorderzijlvest Financiën 2011-2016 Conclusies doelen en resultaten 2011-2016 6.1 Doelstellingen projecten 6.2 Programmadoelstellingen 2011-2016 Speelveld en verwachtingen 2016 en verder 7.1 Verbinding met nationaal beleid 7.2 Dutch Water Authorities 7.3 MDG’s zijn nu SDG’s 7.4 Contacten Europese Commissie 7.5 Contacten WWF Kenia, ambassade en WRMA BIJLAGE 2 3 4 4 4 4 5 5 5 6 7 7 8 9 10 11 11 12 13 13 14 14 14 14 16 Lijst van afkortingen ACRA-CCS ASODELCO DWA EC ENACAL EU HDSR ITC IWRAP KFC MDG’s MULGRO NWB SDG’s UvW VN WGC WRMA WRUA WWF Italiaanse NGO en onze partner in Nicaragua/Honduras Nicaraguaanse NGO en onze partner in San Carlos, Nicaragua Dutch Water Authorities Europese Commissie Nicaraguaans drinkwater- en afvalwaterbedrijf Europese Unie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Faculty of Geo-Information Science and Earth Observation, Universiteit Twente Integrated Water Resource Action Plan Kenya Flower Council Millennium Development Goals MULtilaterale samenwerking met GROningen Nederlandse Waterschapsbank Sustainable Development Goals Unie van Waterschappen Verenigde Naties Water Governance Centre Water Resources Management Authority Water Resources Users’ Association World Wide Fund for Nature 3 Inleiding Voor u ligt de evaluatie van de deelname van waterschap Noorderzijlvest in de twee ontwikkelingsprojecten in Nicaragua/Honduras en Kenia. De aanleiding is dat de uitvoering van de projecten inmiddels ver gevorderd is: Nicaragua/Honduras bevindt zich in de afrondingsfase, Kenia loopt nog ruim een jaar. De evaluatie geeft inzicht in de resultaten van het programma internationaal 2011-2016 zodat een afweging kan worden gemaakt of we als waterschap na 2016 op vergelijkbare wijze in het buitenland actief willen blijven, en zo ja, welke aanpassingen eventueel wenselijk zijn. 1. Internationale samenwerking: doelstellingen in 2011 Toen het algemeen bestuur in oktober 2011 besloot om deel te gaan nemen internationale ontwikkelingsprojecten, had het daarbij een aantal doelen en opbrengsten voor ogen: - Het leveren van een bijdrage aan het Akkoord van Schokland m.b.t. de Millennium Development Goals van de Verenigde Naties; - Het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid door het brengen van kennis en kunde; - Het opdoen van relevante kennis en ervaring door de eigen medewerkers; - Versterking van de samenwerking met andere organisaties; - Bevordering van aantrekkelijk werkgeverschap; - Versterking van het maatschappelijk imago. In hoofdstuk 5 wordt beoordeeld of, en in hoeverre, deze doelstellingen in de afgelopen vier jaar zijn behaald. 2. Verkenning 2012 en gemaakte keuzes In 2012 is Noorderzijlvest officieel gestart met de verkenning van bestaande internationale samenwerkingsinitiatieven. Verzoeken kwamen uit Nicaragua, Senegal, Kaliningrad (Rusland), Kenia en Zuid-Afrika. We zullen kort toelichten waarom het dagelijks bestuur heeft besloten om (alleen) met Nicaragua en Kenia door te gaan. 2.1 Nicaragua Sinds 1986 heeft de gemeente Groningen een stedenband met San Carlos in Nicaragua. Rond 2011 vroeg de stedenband ons waterschap meerdere malen om hulp, en nam een bestuurslid van Noorderzijlvest op uitnodiging van de gemeente Groningen deel aan een werkbezoek in San Carlos. Uit dit bestuurlijk werkbezoek en uit een ambtelijke identificatiemissie in 2012 bleek dat de watersituatie in San Carlos schrijnend was (zie ook hoofdstuk 3) en dat Noorderzijlvest een belangrijke rol kon spelen in oplossingen voor deze problematiek. Daarnaast vond ons waterschap versterking van het partnerschap met de gemeente Groningen belangrijk. In Nicaragua zelf troffen we twee sterke Europese partners aan, die al enkele decennia in Nicaragua werkzaam waren en de regio alsmede de belangrijkste spelers uitstekend kenden. Tevens hadden zij veel ervaring met het aanvragen van subsidiegelden, waaronder bij de Europese Unie (EU). Alle genoemde factoren bij elkaar maakten dat ons waterschap besloot om de samenwerking met San Carlos aan te gaan. Noorderzijlvest trad daarbij op als aanvrager van de projectgelden bij de Europese Commissie (EC). In het proces van de financieringsaanvraag sloot de gemeente Marcala in Honduras nog bij de samenwerking aan. Dit omdat samenwerking met twee landen een vereiste was van de ECsubsidieregeling. Daarnaast vertoonde de waterproblematiek in Marcala veel gelijkenis met die in San Carlos, en hadden onze Europese partners ook in Honduras veel ervaring. Eind 4 2012 was de financiële aanvraag bij de EC (en aanvullend het NWB Fonds1) succesvol afgerond, en in 2013 konden we aan de slag. 2.2 Kenia Via ingenieursbureau DHV, en later ITC Twente2 en WWF3 Nederland raakte Noorderzijlvest bekend met Lake Naivasha, waar de regionale waterbeheerder zocht naar Nederlandse expertise bij de uitvoering van zijn watertaken. Noorderzijlvest en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), die beide interesse toonden, hadden tegelijkertijd aarzelingen over het nieuwe programma. Ze twijfelden vooral aan de effectiviteit van korte missies naar Naivasha, terwijl langduriger detachering van waterschapsmedewerkers praktisch en financieel niet haalbaar was. Daarnaast zagen de waterschappen de sterke vertegenwoordiging van internationale bloementelers in de samenwerking als een risico. Er bestond namelijk twijfel of niet vooral deze grote, soms omstreden bedrijven zouden profiteren van onze inzet, terwijl Noorderzijlvest wilde samenwerken om de inwoners van het gebied en de waterbeheerinstanties verder te helpen. Tegelijkertijd had Naivasha met wateropgaven te maken waarbij ons waterschap zeer goed zijn expertise kon delen (verbetering van waterkwantiteits- en kwaliteitsmonitoring, vergunningverlening en handhaving, etc.), en kende het programma een sterke programmamanager (WWF Kenia) en financier (de Nederlandse ambassade in Nairobi). De argumenten vóór samenwerking gaven voor Noorderzijlvest en HDSR de doorslag. Het programma ging in 2013 van start. 3. Projecten Nicaragua/Honduras en Kenia: context en inhoud In dit hoofdstuk wordt kort de context en inhoud van de beide projecten benoemd, waarna in hoofdstuk 4 de resultaten aan de orde komen. 3.1 Project Nicaragua/Honduras Zoals beschreven in hoofdstuk 2, was het de Stedenband Groningen-San Carlos die ons waterschap verzocht om hulp in Nicaragua. De gemeente San Carlos kampte met grote problemen in het waterbeheer. In het kader van decentralisatie van bevoegdheden kregen lokale partijen zoals de gemeente, watergebruikersgroepen en (op te richten) stroomgebiedscomités de verantwoordelijkheid over de ordening, de planning en het beheer van de waterbronnen in het gebied. Het ontbrak de partijen echter aan capaciteit en kennis, en er was sprake van bedreiging van het milieu door irrationeel gebruik van de waterbronnen, een sterke vervuiling van het oppervlaktewater, een tekort aan goede sanitaire voorzieningen en drinkwater, en overstromingen. Samen met de al langere tijd aanwezige Italiaanse NGO ACRA-CCS, het Baskische fonds Euskal Fondoa en zijn lokale uitvoerende organisatie ASODELCO, ontwikkelde Noorderzijlvest een projectaanvraag bij de Europese Unie met drie 1 Fonds van de Nederlandse Waterschapsbank (NWB), met als doel de inzet van waterschappen in internationale samernwerkingsprojecten te stimuleren. 2 ITC is de “Faculty of Geo-Information Science and Earth Observation” van de Universiteit Twente. 3 WWF: World Wide Fund for Nature. 5 hoofdresultaten. Zoals in hoofdstuk 2 aangegeven, raakte de gemeente Marcala in Honduras vanaf dat moment ook betrokken. De resultaten van het zogeheten project MULGRO4 waren: 1. Ontwikkeling van integraal waterbeheerplannen voor zowel San Carlos als Marcala; dit in nauwe samenwerking met de bevoegde overheidsinstanties, kennisinstituten en de lokale bevolking. 2. Training van lokale waterbeheerders in San Carlos en Marcala met het oog op de uitvoering van deze waterbeheerplannen; 3. Organisatie van het decentrale waterbeheer door de oprichting en versterking van stroomgebiedscomités en lokale watergebruikersgroepen en de opzet van een effectieve overlegstructuur voor de actoren betrokken bij het waterbeheer. Als aanvrager en eindverantwoordelijke bij het project was Noorderzijlvest bij alle hoofdresultaten en het algeheel projectmanagement betrokken. Activiteiten van ons waterschap bestonden uit ondersteuning bij het uitvoeren van de hydrologische, cartografische en geografische studies ten behoeve van het waterbeheerplan en bij de uitwerking van maatregelen op basis van de beschikbare gebiedsinformatie. Verder hielpen wij bij de samenstelling van het opleidingsprogramma voor de lokale waterbeheerders en de keuze van de onderwijsinstituten. Tot slot maakten we een start met de belangrijkste maatregelen die we samen met de partners uit het plan identificeerden. Zo is begonnen met hydrologische monitoring in een pilotgebied in de gemeente San Carlos. De looptijd van het project is 2013-begin 2016. 3.2 Programma Kenia De omgeving van Lake Naivasha, zo’n 90 kilometer ten noordwesten van de Keniaanse hoofdstad Nairobi, is er één waar talrijke klein- en grootschalige agrarische, industriële en toeristische activiteiten plaatsvinden door diverse stakeholders met uitlopende belangen. De activiteiten eisen echter hun tol van de natuurlijke hulpbronnen in het gebied, inclusief de kwaliteit en kwantiteit van het water uit het meer. Vooral sinds het ongekend lage peil van het meer in 2009 zijn er noodgedwongen initiatieven ontplooid tot verbeterd natuur- en waterbeheer. Eén van deze initiatieven, het IWRAP5-programma, bestond uit een consortium van WWF Kenia, de regionale waterbeheerder WRMA6 Naivasha, vereniging van 4 MULGRO is de werknaam van het project en staat voor “MULtilaterale samenwerking met GROningen”. De officiële naam is “Samenwerking inzake lokaal overheidsbeleid tussen Europa en Midden-Amerika voor een beter bestuur en een integraal beheer van de waterbronnen”. 5 IWRAP: Integrated Water Resource Action Plan Programme. 6 WRMA: Water Resources Management Authority. 6 bloemenproducenten KFC en Imarisha Naivasha. De laatstgenoemde is een speciaal programma, opgezet door de Keniaanse overheid, met het doel alle activiteiten rondom natuurbehoud in het stroomgebied te coördineren. Van de Nederlandse zijde was ITC Twente in samenwerking met Deltares nauw betrokken. Subsidie voor het programma werd gevonden bij de Nederlandse ambassade in Nairobi. Het programma bestaat uit 7 hoofdresultaten. Zo biedt de samenwerking technische en beleidsmatige ondersteuning aan de lokale waterautoriteiten en richt het zich op versterking van de rol van Imarisha Naivasha. Het programma moet ook leiden tot verbetering van sociale, milieu- en productiestandaarden van bloementelers en tot verbeterd grondgebruik en bosbeheer. De Nederlandse waterschappen richtten zich op de eerstgenoemde activiteit. Concrete activiteiten van Noorderzijlvest bestonden uit het ondersteunen van WRMA in haar taken van waterkwantiteits- en kwaliteitsmonitoring en vergunningverlening en handhaving. Het project loopt van 2013 tot en met 2016. De regio Naivasha is door de nationale overheid bekroond met een pilotstatus. In theorie betekent dit dat voor deze regio meer ruimte wordt gecreëerd om hervormingen op het gebied van waterbeheer mogelijk te maken. Zijn de hervormingen succesvol, dan zou dit kunnen leiden tot opschaling naar andere regio’s of naar het nationaal niveau. 4. Resultaten voor Nicaragua/Honduras, Kenia en Noorderzijlvest In dit hoofdstuk komen de resultaten van de projecten in Nicaragua/Honduras en Kenia aan de orde. Naast de behaalde resultaten in de projectlanden zelf (paragraaf 4.1 en 4.2), informeren wij u over de opbrengst van de projecten voor ons eigen waterschap (paragraaf 4.3). Project MULGRO loopt over enkele maanden af terwijl het IWRAP-programma nog een jaar langer loopt. Bij beide initiatieven is al voldoende zicht op de eindresultaten. 4.1 Resultaten in Nicaragua en Honduras 1. De waterbeheerplannen voor San Carlos en Marcala zijn gereed, in gebruik genomen en worden gesteund door lokale, regionale en nationale instanties. 2. Ons waterschap heeft samen met de Agrarische Universiteit van Nicaragua monitoring van waterpeil, neerslag, verdamping en waterafvoer in een pilotgebied in San Carlos gestart en begeleid. De universiteit blijft de komende tijd assisteren. 3. Enkele tientallen waterbeheerders in Marcala en San Carlos hebben bij lokale universiteiten een opleiding gevolgd op het gebied van waterkwaliteit en – kwantiteit, klimaatadaptatie, waterinformatiesystemen en water governance. Zij zijn nu opgeleid om uitvoering te geven aan de waterbeheerplannen. Lokale watergebruikersgroepen hebben deelgenomen aan bewustwordingsactiviteiten. 4. In San Carlos en Marcala zijn waterbeheerinstanties gevormd (met juridische basis), waaronder substroomgebiedscomités en lokale watergebruikersgroepen. Zij starten onder leiding van lokale projectpartners hun waterbeheertaken. De gemeente San Carlos heeft een medewerker speciaal voor water- en sanitatiezaken in dienst genomen. Daarnaast heeft zij voor 2016 een tweede medewerker water begroot. Hieruit blijkt dat er lokaal aandacht is voor de borging van waterbeheeractiviteiten. Zowel in San Carlos als Marcala werken gemeentelijke en regionale instanties op het terrein van water-, sanitatie- en milieuzaken nu goed samen. 5. Er zijn 130 extra huisaansluitingen op de riolering van de stad San Carlos gerealiseerd. De paar honderd betrokkenen geven aan minder vaak ziek te zijn en in prettiger leefomstandigheden te verkeren. Dit blijkt uit interviews die door projectpartner ASODELCO in de betreffende wijken zijn afgenomen. 6. In Marcala is uitvoering gegeven aan maatregelen uit het integraal waterbeheerplan door lokale actoren de kans te geven om projectideeën in te 7 dienen voor de verbetering van de watersituatie in hun gemeenschap. Er zijn 10 voorstellen met een projectbudget van tussen de 1000 en 1600 euro gehonoreerd. Noorderzijlvest heeft de ingediende aanvragen mede beoordeeld. Het opgerichte microstroomgebiedscomité (zie punt 4) heeft een belangrijke rol gespeeld in de uitvoering. 7. Na uitwisseling van informatie van NZV met Waterbedrijf Groningen is deze sinds 2013 ook actief geworden in Nicaragua. Het bedrijf ondersteunt het lokale drinkwater- en afvalwaterbedrijf met de inzet een jonge Nicaraguaanse expert via het YEP Waterprogramma7. We stemmen geregeld met Waterbedrijf Groningen af. 8. De internationale en interactieve internetcampagne “For a Glass of Water” was een groot succes. De internetcampagne is wereldwijd meer dan 90.000 keer bekeken en heeft op een conferentie van de Verenigde Naties (VN) in Japan een eervolle vermelding gekregen. Voor de campagne is in oktober 2014 ook twee dagen in Groningen gefilmd (op ons hoofdkantoor en bij de deelname van onze medewerkers aan de 4 Mijl). 9. Via project MULGRO en de Stedenband Groningen-San Carlos is een extra initiatief ontstaan voor verbetering van de drinkwatersituatie in de gemeente San Carlos. Het benodigde geldbedrag van 5000 euro is ingezameld via giften van de Europese stedenbanden en via crowdfunding. 10. Mede dankzij project MULGRO is Nicaragua één van de 9 focuslanden van de Unie van Waterschappen (UvW). Onder de vlag van de UvW is samen met Nicaragua en de waterschappen Noorderzijlvest, De Dommel, Rijn en IJssel en HDSR een waterbeheerconferentie in Nicaragua georganiseerd. Hier is een conceptprogramma voor een vervolgsamenwerking onder de vlag van Dutch Water Authorities (DWA, zie ook hoofdstuk 7) uit voortgekomen. Tevens heeft het de contacten met instituten, overheidsinstanties en private organisaties in Nicaragua en Honduras bevorderd. 4.2 Resultaten in Kenia 1. De nationale, regionale en lokale waterbeheerders zijn een taakverdeling overeengekomen. Wij hebben hier een bemiddelende rol in gehad. Twee gebieden in de regio Naivasha zijn benoemd tot pilotgebieden en de watergebruikersgroepen WRUA’s8 hebben officiële watertaken gekregen. 2. Met de WRUA’s zijn capaciteitsassessments uitgevoerd. Hierbij zijn hun sterkten en zwaktes in de uitvoering van lokale waterbeheeractiviteiten onderzocht en suggesties voor verbeteringen aangedragen. Tevens zijn de WRUA’s getraind op meerdere terreinen, waaronder vergunningverlening. 3. Er vinden continu metingen plaats van regenval en waterafvoer, en er zijn nu ook instrumenten voor metingen van oppervlaktewater en grondwater geïnstalleerd. Ons waterschap helpt de vertaalslag te maken van deze metingen naar het gebruik van de data in de dagelijkste praktijk van de regionaal waterbeheerder. 4. Met hulp van Noorderzijlvest zijn vraagstukken van waterkwaliteit op de agenda geplaatst en in een promotieonderzoek ondergebracht en is een laboratorium ingericht. Young Experts Programma van het Netherlands Water Partnership (NWP) en het Ministerie van Buitenlandse Zaken om de inzet van Nederlandse en ‘lokale’ jonge waterprofessionals te stimuleren. 8 WRUA: Water Resources Users’ Association. 7 8 5. Doordat er beter inzicht is gekomen in onttrekkingen, heeft de regionale waterautoriteit WRMA haar proces van vergunningverlening kunnen verbeteren. Wij helpen nu met verdere optimalisaties. 6. Er is een informatiesysteem gebouwd waardoor vergunningen beter digitaal gedocumenteerd kunnen worden. Hierdoor is ook het proces van facturering verbeterd en de opbrengst van de regionale waterbeheerder toegenomen. Het hoofdkantoor van WRMA in Nairobi wil dezelfde werkwijze nu ook in de andere regiokantoren invoeren. 7. Samen met HDSR en het Water Governance Centre (WGC) hebben we verbetervoorstellen gemaakt voor de bedrijfsvoering en de financiële duurzaamheid van de regionale waterautoriteit, die het hoofdkantoor van WRMA als voorbeeld wil nemen voor toepassing in andere delen van het land. 8. De inzet van de waterschappen heeft ook positieve effecten gehad op de andere resultaten van het programma. Zo is er door onze samenwerking met watergebruikersgroepen en (indirect) ook bosbeheergroepen nu betere afstemming tussen partijen op lokaal niveau. Ook hebben wij een positieve invloed gehad op samenwerking tussen overheidsinstanties op lokaal en regionaal niveau. Tussentijdse evaluatie IWRAP Officieel onderdeel van het IWRAP-programma was een tussentijdse evaluatie van de resultaten. Dit om indien nodig doelen en activiteiten tijdig bij te stellen. Een onafhankelijke Keniaanse consultant heeft de evaluatie uitgevoerd. Het evaluatierapport bevestigt dat het IWRAP-programma doeltreffend is en dat veel resultaten al zijn behaald. Het rapport beschrijft onder meer dat “the programme is well designed to achieve its objectives (…) The programme has strengthened WRMA’s institutional capacity, enabled its engagement with WRUAs, and setting up water information management systems (…) Benefits derived by communities from IWRAP Programme are tangible, diverse and included livelihood improvement, enhanced social linkages, skills transfer, improved agricultural and livestock production practices, environmental conservation and governance improvement (…) [Midterm review] finding is that activities undertaken in respective areas can achieve the set targets.”9 4.3 Resultaten voor (medewerkers) Noorderzijlvest 14 van de 16 medewerkers die de laatste jaren actief zijn geweest in buitenlandactiviteiten hebben een enquête ingevuld. Het doel was om inzicht te krijgen in wat internationale samenwerking ons als waterschap heeft opgeleverd en waar onze meerwaarde in zat. De uitslagen van de enquête kunt u vinden in de bijlage. Samengevat heeft internationale samenwerking voor alle enquêtedeelnemers geleid tot ontwikkeling van persoonlijke competenties, en daarnaast voor 62% van de deelnemers tot technisch-inhoudelijke kennisontwikkeling. Deze kennis is voor de medewerkers toepasbaar in hun dagelijks werk. Of de inzet van Noorderzijlvest in het buitenland meerwaarde heeft gehad, beantwoordt 100% van de ondervraagden met ‘ja’, en 85% van hen vindt dat de buitenlandactiviteiten hun baan bij Noorderzijlvest aantrekkelijker heeft gemaakt. Tot slot zijn volgens 77% van de enquêtedeelnemers de contacten met Nederlandse partners door de samenwerking versterkt. Mid-term evaluation: Integrated Water Resource Action Plan Programme (IWRAP) in Naivasha, Kenya, John M. Githaiga en Mumbi Mutonga, oktober 2015. 9 9 5. Financiën 2011-2016 De financiële afwikkeling heeft nog niet plaatsgevonden. Er zijn nog vorderingen die volgend jaar worden afgewikkeld. Niettemin bestaat nu wel een doorzicht, zodat de volgende voorlopige rapportage gegeven wordt. Er is jaarlijks vanaf 2011 €80.000 ter beschikking gesteld. Dit bedrag is grotendeels gebruikt voor de inzet van de coördinator van dit programma van internationale samenwerking. Voor een zeer beperkt deel zijn van dit bedrag de noodzakelijke uitgaven betaald die niet door andere organisaties of via subsidies werden vergoed. Dat zijn bijvoorbeeld projectvoorbereidingskosten en sommige vertaalkosten. Het waterschap levert in de projecten expertise en stelt daarvoor uren ter beschikking uit een pool van medewerkers. In wisselende samenstelling zijn in totaal negen missies t.b.v. het project MULGRO (Nicaragua/Honduras) uitgevoerd. In 2016 is er nog één voorzien. Voor het IWRAP-programma (Kenia) waren dat er zes. In 2016 zullen er nog twee plaatsvinden. Daarbij was de pool van medewerkers aangevuld met experts van HDSR en het WGC. De gemiddelde bijdrage aan expertise van NZV was ca. 140 u. per expert per jaar. De salaris-, reis- en verblijfkosten van de waterschapsmedewerkers worden deels vergoed door subsidie van het NWB Fonds en deels door subsidie uit andere bronnen. Voor het project in Nicaragua en Honduras is dat de EC. Het programma in Kenia wordt gefinancierd door de Nederlandse ambassade in Nairobi. Uit de beschikbare financiering van EC en ambassade worden ook alle lokale uitvoeringskosten in Nicaragua/Honduras en Kenia betaald. In het schema hieronder worden de betreffende bedragen waarbij van externe financiering sprake was - afgerond op duizendtallen - aangegeven. Project MULGRO Nicaragua/ Honduras IWRAP Kenia *) Bijdrage NWB Fonds € 77.000 Bijdrage EC/ NL ambassade € 774.000 Bijdrage partners € 184.000 Bijdrage NZV (u.) 2160 Totale projectbudget € 1.035.000 - € 3.771.000 personele inzet 1240 € 3.771.000 *) Kenia is geen focusland van de UvW/het NWB Fonds. In het schema hieronder worden de bedragen van activiteiten aangegeven waaraan behalve door het NWB Fonds geen bijdrage door derden is geleverd. Exploitatie NZV Coördinatie Expertise Missies & seminars Totaal inkomsten Saldo 10 11 Bijdrage NWB Fonds 264.000 13.000 62.000 400.00010 136.000 151.000 76.000 Totaal uitgaven (tot nov. 2015) 264.000 13.000 62.000 Prognose additioneel (tot dec. 2016) 90.000 24.000 339.000 80.000 178.000 (totaal)11 dit is het totaal aan bijdrage vanuit de exploitatiebegroting van het waterschap. Saldo € 178.000 is als volgt opgebouwd ( = 136.000 + 76.000 – 90.000 – 24.000 + 80.000) 10 Na de financiële afwikkeling van de projecten zullen de inkomsten en uitgaven definitief vastgesteld worden. Uit de tabel blijkt dat het verwachte saldo € 178.000 is. Hier zijn de werkuren van de medewerkers niet in meegenomen. Er zijn tot december 2015 qua expertise 3400 werkuren besteed. Uitgaande van de gemiddelde uurkosten van € 60,- is dat omgerekend een investering van € 204.000. Dat betekent bij deze tussentijdse analyse van het eindresultaat dat er additioneel door Noorderzijlvest een bijdrage van € 26.000 voor personeelsinzet is gedaan (€ 178.000 - € 204.000). Het batig saldo op het project zal ten gunste worden gebracht van de exploitatierekening 2016. 6. Conclusies doelen en resultaten 2011-2016 In dit hoofdstuk wordt een oordeel gegeven over het al dan niet behalen van de doelstellingen van de uitgevoerde projecten en van het programma internationale samenwerking, zoals vastgesteld door het AB in 2011. De in hoofdstuk 4 beschreven resultaten worden in de context van deze doelstellingen geplaatst. 6.1 Doelstellingen projecten MULGRO Met de deelname aan dit project beoogde Noorderzijlvest het georganiseerde waterbeheer op lokaal/regionaal niveau op te starten qua inhoud en qua structuur. Daarmee zou de uitvoering van het nationale beleid van waterbeheer in de regio vorm krijgen. In de gemeente San Carlos, Nicaragua, bestaan nu 2 substroomgebiedscomités, zijn leden en gemeentelijk ondersteunend personeel geschoold en is zowel een waterbeheerplan als een uitvoeringsplan opgesteld. Dat is nu in uitvoering. In de gemeente Marcala, Honduras, bestaan nu een microstroomgebiedscomité. Ook daar heeft scholing van comitéleden en gemeentemedewerkers plaatsgevonden, zijn beide plannen opgesteld en vindt uitvoering plaats. Oordeel: de beoogde projectdoelstellingen zijn behaald. Leerpunt 1: aan de voorkant hebben we heldere afspraken gemaakt met de regionale partners over de uitvoering, incl. taken en verantwoordelijkheden, bevoegdheden en budgetten. In een later stadium hebben we hier voordeel van gehad, bijvoorbeeld bij het soepele verloop van projectrapportages en de verdeling van fondsen en cofinanciering. Ook in de toekomst moet scherp gestuurd worden op heldere afspraken vooraf. IWRAP Met deelname in dit project beoogde NZV om het functioneren van de regionale waterbeheerder WRMA in Naivasha op een hoger plan te brengen. Ons waterschap heeft op alle afgesproken werkvelden samengewerkt met WRMA en de WRUA’s om hun functioneren technisch, beleidsmatig en operationeel te verbeteren. Op alle terreinen is vooruitgang geboekt. De impact was op sommige terreinen naar verwachting groter geweest als er minder inmenging op centraal overheidsniveau had bestaan. Zo is de verbetering van de samenwerking tussen WRMA-functionarissen en de leden van de watergebruikersgroepen WRUA’s beperkt gebleven tot een assessment van de capaciteiten van de WRUA’s en een verbeterprogramma bij de twee pilot-WRUA’s. Van een officiële overdracht van enkele operationale taken van WRMA naar de WRUA’s is het niet gekomen. De centraal vastgelegde werkroutines waren hiervoor tot dusver te rigide. Oordeel: de beoogde projectdoelstellingen zijn behaald, op één werkveld zelfs met landelijke impact. Op enkele werkvelden zijn de vorderingen beperkt wegens 11 institutionele inkadering. De onafhankelijke tussentijdse evaluatie bevestigt dat doelen gehaald zijn. Leerpunt 2: een pilotstatus heeft in Nederland de notie van experimenteerruimte en het oprekken van regels. In Kenia lijkt de pilotstatus meer te betekenen dat de projectactiviteiten onder een vergrootglas liggen en dat het de uitdaging is om binnen de bestaande werkroutines verbeteringen te realiseren op thema’s waarbij de belangstelling bestaat die landelijk door te voeren. We dienen ons bewust te zijn van de verschillen in governancestructuren. Het is altijd maatwerk. Leerpunten m.b.t. beide projecten Leerpunt 3: in de projecten hebben we te maken met andere omstandigheden op het gebied van bestuur, politiek klimaat, wet- en regelgeving, cultuur en werkmethoden. Deze bemoeilijken soms het behalen van resultaten. Het is belangrijk om goed te onderzoeken hoe in een land de zaken geregeld zijn en om de tijd te nemen voor het opbouwen van relaties. Leerpunt 4: er is veel aandacht nodig voor duurzaamheid van projectresultaten. In Kenia is bijvoorbeeld het belang geuit van doorontwikkeling van het hydrologische analyseinstrumentarium en ondersteuning in ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot waterbeheer. In Nicaragua en Honduras hebben de nog prille substroomgebiedscomités behoefte aan langduriger capaciteitsversterking op het gebied van organisatie en uitvoering van waterbeheer. Daarnaast liggen er kansen om in aangrenzende gebieden nieuwe stroomgebiedscomités te helpen opzetten en kennisuitwisseling met de bestaande comités in gang te zetten. Zie ook hoofdstuk 7. 6.2 Programmadoelstellingen 2011-2016 De conclusies over de programmadoelstellingen zoals het AB die in oktober 2011 heeft vastgesteld zijn als volgt. Het leveren van een bijdrage aan het Akkoord van Schokland m.b.t. de Millennium Development Goals (MDG’s) van de VN - Sanitatie: In Nicaragua : huisaansluitingen op het riool gerealiseerd. - Duurzaam leefmilieu: In Nicaragua en Honduras: 3 substroomgebiedscomités met waterbeheerplan en werkplan, monitoring en scholing In Kenia: professionalisering water governance WRMA-sub regional office; uitstraling op nationaal niveau; versterking watergebruiksorganisaties - Schoon drinkwater (via spin-off): In Nicaragua werkt Waterbedrijf Groningen met waterbedrijf ENACAL aan verbetering van de drinkwatervoorziening; daarnaast is er een initiatief van drinkwaterverbetering met financiering vanuit de Europese stedenbanden. Oordeel: de inspanningen van ons waterschap t.b.v. de Millenniumdoelstellingen hebben effect gesorteerd. Het effect is voornamelijk regionaal. Door de inbedding in nationaal beleid bestaat potentie tot vergroting van deze impact. Leerpunt 5: drie jaren is voldoende om impact te bereiken. Echter nog niet om het effect te consolideren en evenmin voor spin-off van resultaten. Het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid door het brengen van kennis en kunde Het waterschap heeft expertise over aanpak en strategie alsmede relevante kennis geleverd. Deze zijn herkenbaar in de veroorzaakte impact. 12 Oordeel: Noorderzijlvest heeft maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen en daarmee effect teweeg gebracht. Leerpunt 6: in Nicaragua en Honduras is vanaf basaal niveau in de regio succesvol een begin gemaakt met de uitvoering van het nationale beleid over waterbeheer. In Kenia is professionalisering bereikt in een bestaande waterbeheerorganisatie die al verankerd was in de nationale structuren. Ons waterschap is zodoende in staat gebleken om in verscheidene ontwikkelingsstadia van landen effect te sorteren door zijn kennis en kunde op aangepaste wijze in te zetten. Het opdoen van relevante kennis en ervaring door de eigen medewerkers De evaluatie onder betrokken medewerkers wijst op een 100% (persoonlijke competenties) resp. 62% (technische kennis) positieve score m.b.t. verworven vaardigheden die weer toe te passen zijn in het reguliere werk. Oordeel: relevante kennis en ervaring zijn ruimschoots opgedaan. Versterking van de samenwerking met andere organisaties Zowel met Nederlandse als buitenlandse organisaties en bedrijven is samenwerking opgebouwd c.q. versterkt. Oordeel: er is sprake van versterkte samenwerking, en deze is ook bruikbaar in de taakuitoefening in Nederland. Bevordering van aantrekkelijk werkgeverschap In de enquêteresultaten is dit in overgrote meerderheid (85%) aangegeven. Oordeel: volgens de medewerkers betrokken bij internationale samenwerking maakt deze component hun werk aantrekkelijker. Versterking van het maatschappelijk imago Bij de partners en financiers van de projecten bestaat waardering voor onze inzet en aanpak in Nicaragua, Honduras en Kenia. Onze internationale betrokkenheid heeft tevens de samenwerking met de andere Nederlandse waterschappen versterkt. De inspanningen van Noorderzijlvest worden ook in DWA-verband opgemerkt en gewaardeerd. Oordeel: NZV staat op de kaart als serieuze partner in internationale samenwerking. 7. Speelveld en verwachtingen 2016 en verder Vier jaar verder in de tijd hebben ontwikkelingen plaatsgevonden die relevant zijn voor de internationale activiteiten van ons waterschap. De belangrijkste volgen hieronder. 7.1 Verbinding met nationaal beleid De buitenlandse ambities van de Nederlandse overheid worden de laatste jaren gekenmerkt door een focus op een combinatie van ontwikkelingshulp én handelsbevordering. Vergroting van kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven neemt hierbij een belangrijke plaats in, en de kennis van de waterschappen is volgens de Rijksoverheid hierbij benodigd. In de Internationale Water Aanpak van de samenwerkende ministeries I&M, EZ en BZ wordt dan ook gesproken over de inzet van Nederlandse waterkennis in internationale context. Alle waterschappen zijn specialist bij uitstek waar het de organisatie van waterbeheer betreft in alle facetten. In de toekomst verwacht ons waterschap verzoeken te krijgen om samenwerking in consortia met Nederlandse bedrijven, die onze inzet financieel compenseren. Een voorbeeld is het verzoek van Royal HaskoningDHV aan Noorderzijlvest om in een kortlopende missie expertise te leveren in de opstart van NEREDA-installaties in het buitenland. Daarnaast is het waarschijnlijk dat waterschappen vaker gevraagd zullen worden door consortia van 13 (nationale) overheidspartijen en bedrijven voor deelname aan missies in het kader van rampenpreventie (Disaster Risk Reduction) of noodhulp (Disaster Surge Support). 7.2 Dutch Water Authorities In 2014 hebben de Nederlandse waterschappen Dutch Water Authorities (DWA) opgericht. DWA is een netwerkgemeenschap waarin de waterschappen en de UvW zich gezamenlijk presenteren richting externe partijen en hun buitenlandactiviteiten professionaliseren. Doordat Nicaragua één van de negen zogeheten focuslanden is van DWA, heeft DWA de samenwerking tussen de vier waterschappen in Nicaragua (Noorderzijlvest, Rijn en IJssel, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en De Dommel) een extra impuls gegeven. Zo zijn de genoemde waterschappen nauwer gaan samenwerken in een ambtelijke focuslandgroep en is er een bestuurlijke vertegenwoordiging gevormd. Deze wordt aangevoerd door Noorderzijlvest in de persoon van mevrouw Alma. De focuslandstatus betekent ook dat initiatieven in Nicaragua gemakkelijker onder de aandacht kunnen worden gebracht van collega-waterschappen en het NWB Fonds. Inmiddels krijgt DWA ook steeds vaker verzoeken uit andere Latijns-Amerikaanse landen. Dit kan leiden tot een bredere, regionale focus in Latijns-Amerika, die geleidelijk aan kan groeien uit de samenwerking die al bestaat met Nicaragua, Honduras, Costa Rica (waar de Nederlandse ambassade zetelt) en Colombia (waar DWA inmiddels ook actief is). DWA biedt aan alle waterschapsmedewerkers de mogelijkheid om hun interesse in buitenlandwerk kenbaar te maken. Door zich aan te melden bij de buitenlandcoördinator van het betreffende waterschap en bij een DWA-CVpool worden vraag en aanbod van expertise beter afgestemd en maken medewerkers kans om voor korte missies uitgezonden te worden. Ook bij Noorderzijlvest bestaat interesse hiervoor. 7.3 MDG’s zijn nu SDG’s In het jaar 2000 stelden de leden van de VN zichzelf ontwikkelingsdoelen om extreme armoede in de wereld uit te bannen. Deze MDG’s liepen tot het jaar 2015. Afgelopen september heeft de VN voor een nieuwe periode van 15 jaar de opvolger van deze MDG’s benoemd: de Sustainable Development Goals (SDG’s). Net als eerder de MDG’s, kunnen de SDG’s worden gehanteerd als één van de richtsnoeren voor onze internationale activiteiten. De SDG’s hebben nog duidelijker raakvlakken met het werk van de waterschappen doordat de ze naast schoon (drink)water en sanitatie expliciet inzoomen op onderwerpen als verbeterd integraal waterbeheer en afvalwaterkwaliteit. 7.4 Contacten Europese Commissie De laatste jaren heeft ons waterschap de contacten geïntensiveerd met de EC. Dit komt doordat Noorderzijlvest als projectaanvrager de afgelopen drie jaar heeft samengewerkt met delegaties van de EU in Nicaragua en Honduras, die de uitvoering monitoren. De EU heeft aangegeven tevreden te zijn over de acties van Noorderzijlvest en partners in MiddenAmerika en zou graag een continuering van onze inspanningen ten behoeve van de verbetering van het waterbeheer in de regio zien. Verwacht wordt dat we als waterschap in de toekomst opnieuw kunnen inschrijven op “calls” voor projectvoorstellen. 7.5 Contacten WWF Kenia, ambassade en WRMA In Kenia bestaat de behoefte om in het bestaande consortium verder te werken aan concrete opgaven voor WRMA Naivasha. Een eerste voorbeeld is de verdere ontwikkeling van de hydrologische en bedrijfsanalyse-instrumenten die samen met ITC Twente/Deltares, HDSR WGC en WRMA zijn opgebouwd. Een aantal producten wordt reeds nationaal toegepast; een aantal andere hebben dezelfde potentie. Het tweede voorbeeld betreft de ondersteuning op het thema ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot waterbeheer. De recent gevormde countyoverheden hebben de expliciete taak de ruimtelijke ordening op te pakken. WWF Kenia ziet 14 dit als een belangrijke mogelijkheid om het waterbeheer hoog op de agenda te houden en goed te verankeren in ruimtelijk beleid. De mogelijkheden van samen optrekken hierin worden verkend, alsmede het verlengen van de financiële relatie met de Nederlandse ambassade. De conclusies in hoofdstuk 6 en de constateringen in dit hoofdstuk vormen de basis voor het advies waarover aan het AB op 3 februari 2016 een besluit gevraagd wordt betreffende een nieuwe periode van internationale samenwerking in 2016-2021. 15 BIJLAGE Uitslagen van de enquête over internationale samenwerking, gehouden onder medewerkers actief in buitenlandactiviteiten, in oktober/november 2015. Aantal genodigden: 16 Aantal reacties: 14 Opgedane (technische) kennis Van de ondervraagde collega’s geeft 62% aan kennis van technisch-inhoudelijk aard te hebben opgedaan die hij/zij in het eigen werk kan toepassen. Een greep uit de genoemde voorbeelden van wat medewerkers hebben geleerd: - Hoe andere watersystemen in elkaar zitten. - Hoe je een watersysteem analyseert wanneer alleen basale hydrologische data beschikbaar zijn en je het systeem op een hoger schaalniveau moet beoordelen. - Inzicht in de methode van Ecosysteemdiensten en de waarde van Natuurlijk Kapitaal. - Hoe je problemen vanuit een andere invalshoek kan benaderen. - Welke samenwerkingsvormen er bestaan buiten wat we in Nederland gewend zijn. - Inzicht in het wetgevingsproces van andere landen en het ontwerpen van regelgeving die in een ander land toepasbaar is. - Hoe vergunningverlening en handhaving in een ander land eruit zien, en wat de overeenkomsten en verschillen met de praktijk in Nederland zijn. - De wijze van communiceren door buitenlandse partners. - Bevestiging van hoe belangrijk het is om stakeholders nauw bij een project te betrekken. Hoe gaat men hier in een ander land mee om? - Hoe je hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheidt, en op die manier knelpunten kunt terugbrengen tot de essentie. - Wat de betekenis en het belang is van goed bestuur. - Wat het belang is van projectmatig werken. - Werken in multidisciplinaire en multiculturele teams. - Beter inzicht in hoe het Nederlands waterbeheer is georganiseerd, en hoe uniek dit systeem is. Ontwikkelde competenties 100% van de ondervraagden heeft zijn/haar competenties verbeterd door middel van buitenlandwerk. De genoemde voorbeelden: - Omgaan met onverwachte omstandigheden, snel leren schakelen. - Aanpassingsvermogen/flexibiliteit. - Hoe je doelmatig kunt werken in een andere context. - Verbetering van de communicatievaardigheden. - Leren continu te reflecteren op het eigen werk. - “Door (zelf)inzicht kan ik mij als specialist beter profileren binnen het waterschap en daarbuiten.” Versterking samenwerking Nederlandse partners Volgens 77% van de enquêtedeelnemers zijn de contacten met Nederlandse partners door de samenwerking versterkt. Naast adviesbureaus (bijv. Acacia Water) worden de provincie Groningen, Waterbedrijf Groningen en collega-waterschappen genoemd. Collega’s geven aan dat contacten makkelijker en sneller worden gelegd en dat zaken sneller geregeld worden. Voorbeelden: het organiseren van een bestuurlijk werkbezoek, gemakkelijker contact in een project over het grondwatermeetnet. 16 Meerwaarde van Noorderzijlvest 100% van de respondenten schat in dat de bijdrage van Noorderzijlvest in de buitenlandactiviteiten meerwaarde heeft gehad. Hierin wordt wel onderscheid gemaakt in duidelijke meerwaarde (69%) en enigszins meerwaarde (31%). De inbreng van kennis die in het betreffende land niet voorhanden is, wordt veelgenoemd. Meer concrete voorbeelden hiervan: - Hulp in het toepassen van een stroomgebiedsbenadering. - Het verschaffen van vernieuwd inzicht in de aanpak van knelpunten. - Hulp bij het beleggen van verantwoordelijkheden bij betrokken actoren. - Bevorderen van het projectmanagement en het bewaken van voortgang (van bijv. onderzoeken en de ontwikkeling van beleidsdocumenten). - Het bevorderen van “out of the box”-denken (hoe kunnen zaken bijv. anders georganiseerd worden). - Hulp bij communicatiestrategieën. - De inbreng van het waterschap zorgt voor bewustwording en inspireert buitenlandse partners. - “Inbreng van kennis over de Nederlandse aanpak: betrekken stakeholders, ver vooruitkijken in waterbeleid (voorbereid zijn op klimaatverandering), het combineren van functies als water, natuur, landbouw en recreatie.” Aantrekkelijk werkgeverschap Betrokkenheid bij internationale samenwerking heeft voor 85% van de collega’s het werken bij Noorderzijlvest aantrekkelijker gemaakt. Zo werd gezegd: “In aanraking komen met een andere cultuur en taal is een verrijking van jezelf.” En: “Deelname in dit soort projecten zorgt voor meer gemotiveerde medewerkers.” 17