Sociologie van de Sociale Problemen

advertisement
Sociologie van de Sociale Problemen
Algemene definitie van een sociaal probleem:
Situaties of ontwikkelingen:
Waarover een significant aantal mensen zich zorgen maakt (Rubington & Weinberg en
Henshel)
Die gevolgen hebben voor de hele samenleving of voor belangrijke delen daarvan (Henshel)
Die men als onwenselijk beschouwt en (Rubington & Weinberg, Henshel, Jamrozik &
Nocella)
Waarvan men vindt dat ingrijpen niet alleen noodzakelijk maar ook mogelijk is. (mogelijk:
Henshel, noodzakelijk: Rubington & Weinberg)
Gegeven aanvullende criteria voor een sociaal probleem:
Een identificeerbare sociologische oorsprong (Jamrozik & Nocella, Henshel)
De omstandigheid moet een bedreiging vormen voor bepaalde normen en waarden
(Jamrozik & Nocella)
Er moet de omstandigheid ontvankelijk zijn voor verwijdering, of minstens zijn te verzwakken,
of er moet een oplossing voor zijn. (Jamrozik & Nocella)
De vaststelling van het probleem is in een sociologisch proces tot stand gekomen (sociale
constructie) (Henshel)
Het moet primair via sociale ingrepen kunnen worden opgelost (Henshel)
De 7 perspectieven van Rubington & Weinberg
Rubington & Weinberg onderscheiden 7 perspectieven:
Sociale Pathologie (de zieke samenleving)
Sociale Desorganisatie ( de ontregelde samenleving)
Afwijkend of Deviant Gedrag
Waardenconflict
Kritische benadering (maatschappelijke tegenstellingen)
Labelling (de sociale definitie van een probleem)
De Sociale Constructie
Alle 7 perspectieven zijn nog steeds aanwezig, en komen ook tot uiting in de algemene
publieke opinie
In het proces van probleemselectie, probleemdefinitie en probleemoplossing zijn dimensies
te onderscheiden:
Selectie (Welk verschijnsel komt als probleem op de publieke/politieke agenda?)
Definitie (op grond van welke overwegingen/kenmerken wordt een probleem tot een sociaal
probleem gedefinieerd, en wie zijn daarbij betrokken?)
Oorzaken (wat wordt als de belangrijkste oorzaak van het probleem gezien?)
Omstandigheden (welke omstandigheden worden als bepalend voor het probleem
beschouwd?)
Gevolgen (welke sociale gevolgen verwacht men bij dit sociale probleem (als het niet wordt
opgelost)?)
Oplossingen (welke oplossing(en) worden geformuleerd?)
De antwoorden hierop verschillen per perspectief.
1
Hieronder wordt ingegaan op de consensuspersoectieven aan de hand van de 6
bovengenoemde selctiecriteria.
Sociale pathologie
Sociale
desorganisatie
Definitie van een
Een schending van Sociale
sociaal probleem
morele
desorganisatie
verwachtingen
wordt opgevat als
het niet goed
werken van de
regels. Dit kan te
maken hebben met
normloosheid,
culturele conflicten
en breakdown
De oorzaken
De samenleving
De algemene
wordt geacht
oorzaak van sociale
morele normen bij
desorganisatie is
te brengen aan
sociale
ieder generatie. Bij verandering,
sociale problemen
waardoor de delen
is dit niet gelukt,
van het sociale
sommige mensen
systeem niet
kun je het niet leren, langer op elkaar
anderen krijgen
aansluiten.
geen lessen en nog
anderen verwerpen
de lessen. Ook kan
het zijn dat de
verkeerde normen
zijn bijgebracht.
De omstandigheden Vroeger dacht men Een sociaal
dat de immoraliteit
systeem is normaal
in de mensen zelf
gesproken in een
zat. Later ging met dynamisch
dit meer
evenwicht, een
toeschrijven aan de omstandigheid die
sociale omgeving
dit evenwicht
en omstandigheden verstoort kan
van het individu
zorgen voor sociale
desorganisatie.
Deviant gedrag
Sociale problemen
reflecteren een
inbreuk op
normatieve
verwachtingen,
situaties of gedrag
die afwijken van de
norm zijn deviant.
De oorzaak van
deviant gedrag ligt
in slechte
socialisatie, de
socialisatie gebeurt
binnen de context
van primaire
groepsrelaties.
Verminderde
mogelijkheden voor
het leren van
conventionele
manieren,
vergrootte
mogelijkheden van
het leren van
deviante manieren,
verminderde
mogelijkheden tot
het bereiken van
algemene
doeleinden, een
gevoel van stress
en toegang tot een
deviant manier van
ontlasting zijn
allemaal belangrijke
achtergrond
omstandigheden
voor het ontstaan
van deviante
2
De consequenties
van het probleem
Oplossingen van
het probleem
Sociale
verstoringen
verhogen de kosten
van het continueren
van een sociale
orde, maar
uiteindelijk zouden
degenen die het
‘gezondst’ waren
overleven.
Tegenwoordig is
men minder
optimistisch.
Voor personen
veroorzaakt het
stress, wat weer
‘persoonlijke
desorganisatie’
veroorzaakt. Voor
het systeem heeft
het een drietal
consequenties, of
er komt
verandering in het
systeem, of het
systeem verandert
niet, of het systeem
valt uit elkaar.
Er worden
De delen die het
verschillende
systeem uit balans
oplossingen
brengen kunnen
gesuggereerd, maar weer in evenwicht
de enige echte
worden gebracht.
oplossing is morele
educatie.
gedragspatronen
Veel soorten van
deviant gedrag zin
kostbaar voor de
samenleving, maar
het kan ook
voorbeelden
scheppen van
soorten gedrag die
worden bestraft.
Dè oplossing van
het probleem is
resocialisatie. Dit
kan op
verschillende
manieren worden
gedaan, maar het
belangrijkste is dat
ze de oorzaken
tegengaan.
Ga in op overeenkomsten en verschillen tussen de perspectieven binnen de groep en geef
aan op welke punten ze elkaar aanvullen of verbeteren.
Een overeenkomst tussen het perspectief van sociale pathologie en deviant gedrag is dat de
nadruk wordt gelegd op het individu, dit in tegenstelling tot het perspectief van de sociale
desorganisatie, waar de nadruk wordt gelegd op het systeem. De oplossing is in beide
perspectieven ook individueel. Een algemene overeenkomst tussen de drie hier besproken
perspectieven is dat er van een algemeen stelsel van waarden en normen wordt uitgegaan.
Verschillen tussen het perspectief van de sociale pathologie en dat van de sociale
desorganisatie is dat niet de normen, maar de sociale regels bestudeerd worden, er werd
een eigen conceptualisatie en taalgebruik ontworpen, en men ging nu op een meer
wetenschappelijke manier te werk. Dit uitte zich in het feit dat er een serieuze theorie werd
ontworpen, en de methodologie meer precies werd. Verder werd niet langer beoordeeld of
de moraal goed is, maar werd nu gekeken of anderen de moraal goed vinden. Men
probeerde objectiever te werk te gaan. Dit wordt nog verder doorgevoerd in de theorie van
het deviant gedrag.
Een ander verschil tussen de eerste twee perspectieven en het perspectief van het deviant
gedrag is dat er een reden wordt gegeven van het deviant gedrag, die in persoonlijke
omstandigheden ligt, waarom de ene persoon wel deviant gedrag gaat vertonen en de ander
niet, in de twee andere perspectieven gaat het om biologische factoren of sociale
omstandigheden, die dus niet persoonlijk hoeven zijn. Mensen met bijvoorbeeld dezelfde
biologische factoren kunnen toch ander gedrag vertonen. Hier wordt geen verklaring voor
gegeven.
Een verder verschil van de perspectieven van sociale desorganisatie en het deviant gedrag
met het perspectief van de sociale pathologie is dat er niet langer in biologische termen
gedacht werd, maar meer in sociale termen. De oorzaken van het probleem worden nu in
sociale omstandigheden gezocht.
3
.
Om de veranderingen aanvullingen te kunnen noemen moet je uitgaan van de tijd waarin de
perspectieven werden ontwikkeld. Als je dat doet, is sociale desorganisatie een aanvulling op
sociale pathologie, en is het perspectief van deviant gedrag weer een aanvulling op het
perspectief van de sociale desorganisatie. Om deze aanvullingen dan weer verbeteringen te
noemen is een waardeoordeel, waar ik mij liever van onthoud.
Hieronder wordt ingegaan op de groep van de conflictperspectieven aan de hand van de 6
selectiecriteria.
Kritisch perspectief
Waardenconflict
Definitie
Een sociaal probleem is
Sociale problemen zijn
een situatie die zich
sociale omstandigheden
ontwikkelt uit de uitbuiting
die niet te verenigen zijn
van de werkende klasse
met de waarden van een
groep wiens leden het lukt
een roep om actie te
publiceren.
Oorzaken
De vorm van de sociale
De basisoorzaken van een
organisatie die een
sociaal probleem zijn
kapitalistische samenleving conflicten over waarden of
met zich meebrengt
interessen. Verschillende
produceert een groot aantal groepen hebben
specifieke sociale
verschillende waarden,
problemen
zodra daar een conflict
over ontstaat, is er sprake
van een sociaal probleem
Omstandigheden
Van belang voor het
Van belang zijn de
ontstaan van sociale
onderlinge competitie en
problemen zijn de mate van de frequentie van het
klassenoverheersing en
contact tussen de
conflicten, mate van
verschillende groepen. Als
bewustheid van de
het probleem er is kan er
werkende klasse en
natuurlijk ook weer een
fluctuaties in de zaken
conflict zijn over de
cyclus.
oplossing.
Consequenties
Omdat kapitalistische
Hoe de problemen worden
samenlevingen cyclische
opgelost, en welke
perioden ervaren, zijn
waarden overheersen
sociale problemen
hangt af van de sterkte van
proportioneel aan de
de groep. Het kan een
vooruitgang in de stadia
negatief gevoel tussen de
van de ontwikkeling van het verschillende groepen
kapitalisme
veroorzaken, maar kan
ook duidelijkheid
verschaffen over de
precieze invulling van de
waarden.
Oplossingen
De enige oplossing is
Er zijn drie verschillende
politieke actie, waarbij de
oplossingen mogelijk:
werkende klasse strijdt voor consensus (de partijen
een klassenloze
worden het eens, in belang
maatschappij
van een hogere waarde)
onderhandelen (waarden
kunnen worden
uitgewisseld, en men wordt
4
het eens) of degene wie de
meeste macht heeft, wint
het.
Ga in op overeenkomsten en verschillen tussen de perspectieven binnen de groep en geef
aan op welke punten ze elkaar aanvullen of verbeteren.
Overeenkomsten tussen deze twee perspectieven zijn dat er geen consensus, maar een
conflict is tussen twee groepen.
Verschillen zijn dat in het kritisch perspectief uitgegaan wordt van twee specifieke groepen,
de werkende klasse en de kapitalistische klasse, en bij het waardenconflict worden de
verschillende groepen niet gespecificeerd.
Verder is er in het kritisch perspectief sprake van overheersing van de ene groep door de
andere, terwijl dit bij het waardenconflict helemaal niet het geval hoeft te zijn. Ook is bij het
kritisch perspectief het sociaal probleem aanwezig, of men zich er nu van bewust is of niet,
bij het waardenconflict is het sociaal probleem pas aanwezig als een groep dit als zodanig
geuit heeft.
Nog een verschil is dat het in het kritisch perspectief alle problemen voortkomen uit dat ene
(objectieve) sociale probleem, en dat dit bij het waardenconflict juist voortkomt uit een
verschil van opvattingen.
Bepalen of het ene perspectief het andere nu aanvult, lijkt me bij deze perspectieven een
ingewikkelde zaak. Ik zou liever zeggen dat het kritisch perspectief een specificatie is van het
waardenconflict, toegespitst op een bepaalde situatie. Die situatie is die van een
kapitalistische samenleving. Het waardenconflict kan in principe in iedere samenleving
voorkomen, de situatie van het kritisch perspectief alleen in een kapitalistische samenleving.
Misschien kun je dan ook wel zeggen dat het kritisch perspectief een aanvulling is op het
algemenere perspectief van het waardenconflict.
Hieronder wordt ingegaan op de constructieperspectieven aan de hand van de 6
selectiecriteria. In deze theorieën gaat het om de sociale interactie.
Definitie van een sociaal
probleem
De oorzaken
De omstandigheden
Etikettering
Een sociaal probleem
wordt gedefinieerd door de
sociale reacties op een
aangenomen schending
van regels of
verwachtingen. Er wordt
gefocust op de
omstandigheden
waaronder gedragingen of
situaties worden
aangegeven als afwijkend
of problematisch.
Uiteindelijk is de oorzaak
van een sociaal probleem
de aandacht die het krijgt
van het publiek.
Sociale constructie
Het proces waarin mensen
een omstandigheid
definiëren als een sociaal
probleem, zowel objectief
als subjectief.
De problemen in het
definiëren van activiteiten
die mensen ondernemen
om hun grieven ergens op
te verhalen
Een etiket wordt meestal
De omstandigheden zijn het
gegeven door iemand die
proces van interactie
er belang bij heeft, degene tussen de klagers (als
die etiketteert heeft een
initiatiefnemers) en oude of
5
De consequenties van het
probleem
Oplossingen voor het
probleem
negatief etiket om te
nieuwere
plakken en de macht om te vertegenwoordiging (als
zorgen dat het zo blijft.
beantwoorders van hun
vraag van verhaal)
Etiketteren kan leiden tot
Hypothetisch gezien zijn er
een herordening van
vier stadia in de algemene
menselijke relaties op een geschiedenis van sociale
manier die verdere
problemen, gezien vanuit
afwijking bevordert.
het perspectief van de
sociale constructie. Maar er
moet nog empirisch
onderzoek worden gedaan
naar de werkelijke
consequenties van het
probleem
Het voordeel van iemand
Er wordt nog niet over
een etiket opplakken kan
oplossingen gesproken,
teniet worden gedaan, en
ook hier moet nog
de definities moeten
onderzoek naar worden
worden veranderd.
gedaan, in de levensloop
van het definiëringproces.
Ga in op overeenkomsten en verschillen tussen de perspectieven binnen de groep en geef
aan op welke punten ze elkaar aanvullen of verbeteren.
Een overeenkomst tussen de twee perspectieven is dat ze beide tot de groep van de sociale
constructieperspectieven behoren. Dit betekent dat ze beide gericht zijn op sociale interactie,
en niet zoals in de andere perspectieven op bijvoorbeeld orde en consensus.
Een andere overeenkomst is dat is beide perspectieven er niet vanuit wordt gegaan dat je
sociale problemen niet op een objectivistische manier kunt bestuderen. Dit is volgens deze
perspectieven juist helemaal niet mogelijk. Het gaat hier ook niet om de sociale problemen
op zich, maar om de processen waardoor een sociaal probleem ‘tot stand komt’.
Verschillen zijn dat etikettering vooral een reactie is op het perspectief van het afwijkend
gedrag, terwijl het perspectief van de sociale constructie juist een uitwerking is van het
perspectief van etikettering.
Een ander verschil is dat bij etikettering alleen een subjectieve probleemdefinitie wordt
gebruikt, terwijl bij het perspectief van de sociale constructie juist wordt gekeken hoe zo’n
subjectieve probleemdefinitie tot stand komt, en of die klopt met een objectievere
probleemdefinitie.
Bij het proces van etikettering worden duidelijke oplossingen gesuggereerd, dit in
tegenstelling tot het perspectief van de sociale constructie, waar niks wordt gezegd over
oplossingen, alleen in welke richting waarschijnlijk gezocht zal moeten worden.
De benadering van Jamrozik & Nocella: Residualist Conversion
Hieronder wordt de benadering van Jamrozik en Nocella bekeken aan de hand van de 6
selectiecriteria:
Definitie van een sociaal probleem
Benadering Jamrozik en Nocella
Sociale omstandigheden, processen,
sociale maatregelen of houdingen die over
het algemeen worden gezien als
6
De oorzaken van een sociaal probleem
De omstandigheden van een sociaal
probleem
De consequenties van een sociaal
probleem
Oplossingen voor een sociaal probleem
ongewenst, negatief en bedreigend voor
bepaalde waarden en belangen.
Sociale problemen komen voort uit de
dominante waarden, belangen en doelen
van de samenleving. Er is altijd sprake van
een negatief effect, een residu.
Een bepaalde groep mensen ondervindt
hinder van de effecten van het nastreven
van die dominante normen, waarden en
doelen Zij kunnen andere normen en
waarden hebben, en daardoor problemen
ondervinden, sociale problemen…
Het probleem wordt op de politieke agenda
geplaatst, waar het kan worden
getransformeerd naar een technisch en
individueel probleem, al naar gelang van de
macht van de groep die de effecten van het
probleem ondervindt. Dit kan dus
betekenen dat het probleem politiek kan
worden opgelost als de betrokken groep
veel macht bezit, en technisch of
individueel als de groep minder macht
bezit.
Al naar gelang de transformatie zijn er
verschillende oplossingen. Technische
oplossingen zijn administratieve
herstructurering, toegepast onderzoek en
het gebruik van technische expertise.
Individuele oplossingen zijn te vinden in de
interventie van de ondersteunende
beroepen (therapie etc). Politieke
oplossingen zijn structurele verandering,
legalisatie en herverdeling van bronnen.
Individuele oplossingen komen voor in de operatieve sfeer, waar het probleem wordt
getransformeerd naar een persoonlijk probleem van de beïnvloede populatie.
Technische oplossingen komen voor in de Administratieve sfeer, waar het probleem van
politiek naar technisch probleem wordt getransformeerd.
In theoretisch zin is deze benadering een integratie van het waardenconflict perspectief, het
kritische perspectief, en het perspectief van de sociale constructie. Er wordt expliciet afstand
genomen van het perspectief van het deviant gedrag.
Er zijn drie niveaus van interventie, afgeleid van de rol die de overheid kan spelen:
1. beleidsformulering
2. beleidsvertaling
3. beleidstoepassing
In principe kan interventie op elk van de drie niveaus starten en plaatsvinden. In het
algemeen verwacht men dat de eerste stap wordt gezet op het politieke niveau. Een eerste
reactie treffen we aan op het operatieve niveau, maar deze worden veelal beinvloed door
beslissingen op het administratieve niveau en het politieke niveau waar resource allocation
plaatsvindt.
7
Interactie op het politieke niveau
Interactie tussen publiek en regering leidt tot een bepaalde probleemdefinitie en oplossing. In
dat proces worden bepaalde maatschappelijke belangen en waarden in een specifiek beleid,
bepaalde wet- en regelgeving en de toewijzing van middelen vertaald. Afhankelijk van de
probleemdefinitie vinden er meer of minder ingrijpende beleidswijzigingen plaats.
Interactie op het administratieve niveau
Dit werkt als een ‘conversie mechanisme’. Hier worden de politieke besluiten omgezet in
interventiemethoden op het niveau van de dienstverlening; beleid en wetgeving worden in
administratieve regels omgezet, in een geschikte bureaucratische machinerie, instructies
voor het uitvoerende niveau, en aldus wordt het sociale probleem omgezet in een technisch
probleem.
Interactie op het operationele niveau
Op dit niveau wordt het beleid, worden wetten regels en aanwijzingen geïnterpreteerd en
toegepast op actuele situaties en personen. Op dit niveau wordt het sociale probleem
volledig uit de publieke sfeer weggehaald en vertaald in een persoonlijk of groepsprobleem.
Hier vindt nu dubbele conversie plaats:
1. conversie van een collectief naar een individueel probleem
2. conversie van het nu persoonlijke probleem in de vorm van pathologie dat past in het
kader van de professionele interventie methode en de theorie die achter die methode
ligt.
Indeling van actoren en niveau’s
Hier worden nu 4 groepen actoren onderscheiden, die elk een verschillende rol hebben,
maar die rollen hangen onderling samen. De volgende rollen worden onderscheiden:
1. beleidsformulering en middelentoewijzing
2. beleidsuitwerking (administration)
3. dienstverlening (beleidstoepassing)
4. het publiek dat ‘bediend wordt’.
Al die verschillende gezichtspunten leiden tot verschillende percepties van het
interventieprogramma:
a. manifest (dit is de officieel erkende en publiekelijk gepropageerde versie)
b. assumed (dit is de subjectieve interpretatie van degenen die ‘in’ het programma
werken)
c. extant (dit is de ‘objectieve’ realiteit)
d. requisite (de wenselijke, maar niet gerealiseerde versie)
Er worden drie mogelijke uitkomsten van het transformatieproces onderscheiden:


Een politiek issue wordt als zodanig erkend en via de politieke besluitvorming
opgelost (gelijke betaling voor mannen en vrouwen, alleenstaande ouder pensioen,
kinderopvang, homoseksueel gedrag met instemming van beide partners)
Een politiek issue wordt niet als zodanig erkend en blijft in de politieke arena waar het
onderwerp is van politieke discussie (de multiculturele samenleving, de landrechten
8
in Australië, en ook deels: de aantasting van het milieu, de inperking van het publieke
domein, en de ontmanteling van de verzorgingsstaat
 Een individueel probleem wordt getransformeerd tot een persoonlijk probleem van de
getroffen populatie en zal als een persoonlijke pathologie worden behandeld.
(armoede, werkloosheid, welzijn van kinderen, gokverslaving)
Er zijn twee belangrijke entiteiten in de maatschappelijke context die mede dit proces van
selectie tot specifieke interventie bepalen:
a. Actoren
b. Instituties
Van groot belang is tevens de institutionele context waarbinnen de actoren kunnen
handelen.
De volgende typen actoren kunnen worden onderscheiden:
 Individuele actoren
 Geaggregeerde actoren (een optelsom van individuele actoren)
 Samengestelde actoren (een aantal individuele actoren participeren met het doel een
gemeenschappelijk produkt op te leveren of een gemeenschappelijk doel te
realiseren: sociale groep, klasse)
 Corporatieve actoren (zij hebben een hoge mate van autonomie ten opzichte van de
uiteindelijke begunstigden van hun activiteiten. Het zijn typische top-down
organisaties onder controle van een eigenaar of hiërarchisch leiderschap:
onderneming of bureaucratie)
 Collectieve actoren (deze zijn afhankelijk van en worden geleid door de voorkeuren
van hun leden. Er wordt een onderscheid gemaakt maar de mate waarin a) de
collectieve actor afhankelijk is van de voorkeuren van de leden, en b) de belangrijkste
machtsmiddelen door het collectief worden beheerst. Op basis hiervan worden
onderscheiden: coalities, bewegingen, clubs en verenigingen)
Moral entrepeneurs
“Moral entrepeneurs are groups or individuals who promote legislation creating new social
problem defenitions” (henshel, p.36) Zij zorgen dat er wetgeving wordt ontwikkeld op
gebieden die zij zien als een bedreiging van de moraal, eigenlijk proberen ze moraliteit vast
te laten leggen.
Dergelijke entrepeneurs zijn op veel plaatsen aan te treffen. Religie heeft hierin altijd een
grote rol gespeeld.
Deze term is niet louter bedoeld om groepen of individuen aan te geven die met verouderde
normen werken, maar ook voor bijvoorbeeld ‘sociale hervormers’
Er zijn hier drie relevante groepen direct betrokkenen:
1. een vrijwillige betrokkenheid, zonder een direct waarneembaar slachtoffer
2. een vrijwillige betrokkenheid waarbij anderen het slachtoffer zijn
3. de zuivere slachtoffers van andermans handelingen.
Afhankelijk van tot welke groep degene behoort die het probleem definieert bepaalt de
definitie van het probleem
Een andere groep met een hoop invloed zijn de massa media, ook van belang is de
bureaucratische georganiseerde propaganda. De laatste groep die van belang is zijn de
professionals, intellectuelen en experts.
Deze actoren zijn ieder van invloed op een (of meerdere) van de genoemde beleidsniveaus.
9
Interventie
Volgens Henshel is interventie een bewuste georganiseerde poging om een sociaal
probleem te verminderen. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen preventie(het
voorkomen van sociale problemen) en herstel (gericht op de terugdringing en vermindering
van sociale problemen). Verder is er ook een vorm van interventie die strategie wordt
genoemd.
Verder kan onderscheiden worden tussen straffen (gericht op het bestraffen of belonen van
degenen die als oorzaak van het sociale probleem gezien worden) en rehabilitatie (gericht op
het herstellen/terugdraaien van sociale problemen en een rehabilitatie van de
probleemveroorzaker). Er zijn verschillende vormen van straf mogelijk: afschrikking,
ongeschikt maken, boetedoening en schadeloosstelling.
Niveau’s van interventie
Er zijn volgens J&N twee niveau’s van interventie: op het individuele niveau, en op het
politieke niveau van de samenleving. Ook zijn er twee transformatieprocessen: van
individueel naar een politiek/collectief probleem, en omgekeerd. In het eerste proces richt de
interventie zich op structurele oorzaken en leidt het tot mogelijk ingrijpende veranderingen op
het niveau van het politieke/collectieve in de samenleving. In het tweede proces is de kans
groot dat de oplossing van het probleem steeds verder van de structurele oorzaken afkomt
en steeds meer gekoppeld wordt aan de individuele pathologie.
Het waarom van de interventies op verschillende niveau’s zit het in de macht, invloed en
dominantie van bepaalde groepen en hun belangen, normen en waarden.
De drie niveau’s waarop de overheid kan interveniëren zijn de beleidsformulering, vertaling
en toepassing
 In principe kan de interventie in sociale problemen op elk van de drie niveau’s
plaatsvinden en starten
 In het algemeen verwacht men dat de eerste stap wordt gezet op het politieke niveau
 Een eerste reactie treffen we veelal aan op het operatieve niveau, want hier wordt het
probleem meestal als eerste manifest
 Echter de reacties op het operatieve niveau worden veelal beïnvloed of bepaald door
beslissingen op het administratieve niveau en het politieke niveau waar de resource
allocation plaatsvindt.
10
Download