Sociologie van de Sociale Problemen Algemene definitie van een sociaal probleem: Situaties of ontwikkelingen: Waarover een significant aantal mensen zich zorgen maakt (Rubington & Weinberg en Henshel) Die gevolgen hebben voor de hele samenleving of voor belangrijke delen daarvan (Henshel) Die men als onwenselijk beschouwt en (Rubington & Weinberg, Henshel, Jamrozik & Nocella) Waarvan men vindt dat ingrijpen niet alleen noodzakelijk maar ook mogelijk is. (mogelijk: Henshel, noodzakelijk: Rubington & Weinberg) Gegeven aanvullende criteria voor een sociaal probleem: Een identificeerbare sociologische oorsprong (Jamrozik & Nocella, Henshel) De omstandigheid moet een bedreiging vormen voor bepaalde normen en waarden (Jamrozik & Nocella) Er moet de omstandigheid ontvankelijk zijn voor verwijdering, of minstens zijn te verzwakken, of er moet een oplossing voor zijn. (Jamrozik & Nocella) De vaststelling van het probleem is in een sociologisch proces tot stand gekomen (sociale constructie) (Henshel) Het moet primair via sociale ingrepen kunnen worden opgelost (Henshel) De 7 perspectieven van Rubington & Weinberg Rubington & Weinberg onderscheiden 7 perspectieven: Sociale Pathologie (de zieke samenleving) Sociale Desorganisatie ( de ontregelde samenleving) Afwijkend of Deviant Gedrag Waardenconflict Kritische benadering (maatschappelijke tegenstellingen) Labelling (de sociale definitie van een probleem) De Sociale Constructie Alle 7 perspectieven zijn nog steeds aanwezig, en komen ook tot uiting in de algemene publieke opinie In het proces van probleemselectie, probleemdefinitie en probleemoplossing zijn dimensies te onderscheiden: Selectie (Welk verschijnsel komt als probleem op de publieke/politieke agenda?) Definitie (op grond van welke overwegingen/kenmerken wordt een probleem tot een sociaal probleem gedefinieerd, en wie zijn daarbij betrokken?) Oorzaken (wat wordt als de belangrijkste oorzaak van het probleem gezien?) Omstandigheden (welke omstandigheden worden als bepalend voor het probleem beschouwd?) Gevolgen (welke sociale gevolgen verwacht men bij dit sociale probleem (als het niet wordt opgelost)?) Oplossingen (welke oplossing(en) worden geformuleerd?) De antwoorden hierop verschillen per perspectief. 1 Hieronder wordt ingegaan op de consensuspersoectieven aan de hand van de 6 bovengenoemde selctiecriteria. Sociale pathologie Sociale desorganisatie Definitie van een Een schending van Sociale sociaal probleem morele desorganisatie verwachtingen wordt opgevat als het niet goed werken van de regels. Dit kan te maken hebben met normloosheid, culturele conflicten en breakdown De oorzaken De samenleving De algemene wordt geacht oorzaak van sociale morele normen bij desorganisatie is te brengen aan sociale ieder generatie. Bij verandering, sociale problemen waardoor de delen is dit niet gelukt, van het sociale sommige mensen systeem niet kun je het niet leren, langer op elkaar anderen krijgen aansluiten. geen lessen en nog anderen verwerpen de lessen. Ook kan het zijn dat de verkeerde normen zijn bijgebracht. De omstandigheden Vroeger dacht men Een sociaal dat de immoraliteit systeem is normaal in de mensen zelf gesproken in een zat. Later ging met dynamisch dit meer evenwicht, een toeschrijven aan de omstandigheid die sociale omgeving dit evenwicht en omstandigheden verstoort kan van het individu zorgen voor sociale desorganisatie. Deviant gedrag Sociale problemen reflecteren een inbreuk op normatieve verwachtingen, situaties of gedrag die afwijken van de norm zijn deviant. De oorzaak van deviant gedrag ligt in slechte socialisatie, de socialisatie gebeurt binnen de context van primaire groepsrelaties. Verminderde mogelijkheden voor het leren van conventionele manieren, vergrootte mogelijkheden van het leren van deviante manieren, verminderde mogelijkheden tot het bereiken van algemene doeleinden, een gevoel van stress en toegang tot een deviant manier van ontlasting zijn allemaal belangrijke achtergrond omstandigheden voor het ontstaan van deviante 2 De consequenties van het probleem Oplossingen van het probleem Sociale verstoringen verhogen de kosten van het continueren van een sociale orde, maar uiteindelijk zouden degenen die het ‘gezondst’ waren overleven. Tegenwoordig is men minder optimistisch. Voor personen veroorzaakt het stress, wat weer ‘persoonlijke desorganisatie’ veroorzaakt. Voor het systeem heeft het een drietal consequenties, of er komt verandering in het systeem, of het systeem verandert niet, of het systeem valt uit elkaar. Er worden De delen die het verschillende systeem uit balans oplossingen brengen kunnen gesuggereerd, maar weer in evenwicht de enige echte worden gebracht. oplossing is morele educatie. gedragspatronen Veel soorten van deviant gedrag zin kostbaar voor de samenleving, maar het kan ook voorbeelden scheppen van soorten gedrag die worden bestraft. Dè oplossing van het probleem is resocialisatie. Dit kan op verschillende manieren worden gedaan, maar het belangrijkste is dat ze de oorzaken tegengaan. Ga in op overeenkomsten en verschillen tussen de perspectieven binnen de groep en geef aan op welke punten ze elkaar aanvullen of verbeteren. Een overeenkomst tussen het perspectief van sociale pathologie en deviant gedrag is dat de nadruk wordt gelegd op het individu, dit in tegenstelling tot het perspectief van de sociale desorganisatie, waar de nadruk wordt gelegd op het systeem. De oplossing is in beide perspectieven ook individueel. Een algemene overeenkomst tussen de drie hier besproken perspectieven is dat er van een algemeen stelsel van waarden en normen wordt uitgegaan. Verschillen tussen het perspectief van de sociale pathologie en dat van de sociale desorganisatie is dat niet de normen, maar de sociale regels bestudeerd worden, er werd een eigen conceptualisatie en taalgebruik ontworpen, en men ging nu op een meer wetenschappelijke manier te werk. Dit uitte zich in het feit dat er een serieuze theorie werd ontworpen, en de methodologie meer precies werd. Verder werd niet langer beoordeeld of de moraal goed is, maar werd nu gekeken of anderen de moraal goed vinden. Men probeerde objectiever te werk te gaan. Dit wordt nog verder doorgevoerd in de theorie van het deviant gedrag. Een ander verschil tussen de eerste twee perspectieven en het perspectief van het deviant gedrag is dat er een reden wordt gegeven van het deviant gedrag, die in persoonlijke omstandigheden ligt, waarom de ene persoon wel deviant gedrag gaat vertonen en de ander niet, in de twee andere perspectieven gaat het om biologische factoren of sociale omstandigheden, die dus niet persoonlijk hoeven zijn. Mensen met bijvoorbeeld dezelfde biologische factoren kunnen toch ander gedrag vertonen. Hier wordt geen verklaring voor gegeven. Een verder verschil van de perspectieven van sociale desorganisatie en het deviant gedrag met het perspectief van de sociale pathologie is dat er niet langer in biologische termen gedacht werd, maar meer in sociale termen. De oorzaken van het probleem worden nu in sociale omstandigheden gezocht. 3 . Om de veranderingen aanvullingen te kunnen noemen moet je uitgaan van de tijd waarin de perspectieven werden ontwikkeld. Als je dat doet, is sociale desorganisatie een aanvulling op sociale pathologie, en is het perspectief van deviant gedrag weer een aanvulling op het perspectief van de sociale desorganisatie. Om deze aanvullingen dan weer verbeteringen te noemen is een waardeoordeel, waar ik mij liever van onthoud. Hieronder wordt ingegaan op de groep van de conflictperspectieven aan de hand van de 6 selectiecriteria. Kritisch perspectief Waardenconflict Definitie Een sociaal probleem is Sociale problemen zijn een situatie die zich sociale omstandigheden ontwikkelt uit de uitbuiting die niet te verenigen zijn van de werkende klasse met de waarden van een groep wiens leden het lukt een roep om actie te publiceren. Oorzaken De vorm van de sociale De basisoorzaken van een organisatie die een sociaal probleem zijn kapitalistische samenleving conflicten over waarden of met zich meebrengt interessen. Verschillende produceert een groot aantal groepen hebben specifieke sociale verschillende waarden, problemen zodra daar een conflict over ontstaat, is er sprake van een sociaal probleem Omstandigheden Van belang voor het Van belang zijn de ontstaan van sociale onderlinge competitie en problemen zijn de mate van de frequentie van het klassenoverheersing en contact tussen de conflicten, mate van verschillende groepen. Als bewustheid van de het probleem er is kan er werkende klasse en natuurlijk ook weer een fluctuaties in de zaken conflict zijn over de cyclus. oplossing. Consequenties Omdat kapitalistische Hoe de problemen worden samenlevingen cyclische opgelost, en welke perioden ervaren, zijn waarden overheersen sociale problemen hangt af van de sterkte van proportioneel aan de de groep. Het kan een vooruitgang in de stadia negatief gevoel tussen de van de ontwikkeling van het verschillende groepen kapitalisme veroorzaken, maar kan ook duidelijkheid verschaffen over de precieze invulling van de waarden. Oplossingen De enige oplossing is Er zijn drie verschillende politieke actie, waarbij de oplossingen mogelijk: werkende klasse strijdt voor consensus (de partijen een klassenloze worden het eens, in belang maatschappij van een hogere waarde) onderhandelen (waarden kunnen worden uitgewisseld, en men wordt 4 het eens) of degene wie de meeste macht heeft, wint het. Ga in op overeenkomsten en verschillen tussen de perspectieven binnen de groep en geef aan op welke punten ze elkaar aanvullen of verbeteren. Overeenkomsten tussen deze twee perspectieven zijn dat er geen consensus, maar een conflict is tussen twee groepen. Verschillen zijn dat in het kritisch perspectief uitgegaan wordt van twee specifieke groepen, de werkende klasse en de kapitalistische klasse, en bij het waardenconflict worden de verschillende groepen niet gespecificeerd. Verder is er in het kritisch perspectief sprake van overheersing van de ene groep door de andere, terwijl dit bij het waardenconflict helemaal niet het geval hoeft te zijn. Ook is bij het kritisch perspectief het sociaal probleem aanwezig, of men zich er nu van bewust is of niet, bij het waardenconflict is het sociaal probleem pas aanwezig als een groep dit als zodanig geuit heeft. Nog een verschil is dat het in het kritisch perspectief alle problemen voortkomen uit dat ene (objectieve) sociale probleem, en dat dit bij het waardenconflict juist voortkomt uit een verschil van opvattingen. Bepalen of het ene perspectief het andere nu aanvult, lijkt me bij deze perspectieven een ingewikkelde zaak. Ik zou liever zeggen dat het kritisch perspectief een specificatie is van het waardenconflict, toegespitst op een bepaalde situatie. Die situatie is die van een kapitalistische samenleving. Het waardenconflict kan in principe in iedere samenleving voorkomen, de situatie van het kritisch perspectief alleen in een kapitalistische samenleving. Misschien kun je dan ook wel zeggen dat het kritisch perspectief een aanvulling is op het algemenere perspectief van het waardenconflict. Hieronder wordt ingegaan op de constructieperspectieven aan de hand van de 6 selectiecriteria. In deze theorieën gaat het om de sociale interactie. Definitie van een sociaal probleem De oorzaken De omstandigheden Etikettering Een sociaal probleem wordt gedefinieerd door de sociale reacties op een aangenomen schending van regels of verwachtingen. Er wordt gefocust op de omstandigheden waaronder gedragingen of situaties worden aangegeven als afwijkend of problematisch. Uiteindelijk is de oorzaak van een sociaal probleem de aandacht die het krijgt van het publiek. Sociale constructie Het proces waarin mensen een omstandigheid definiëren als een sociaal probleem, zowel objectief als subjectief. De problemen in het definiëren van activiteiten die mensen ondernemen om hun grieven ergens op te verhalen Een etiket wordt meestal De omstandigheden zijn het gegeven door iemand die proces van interactie er belang bij heeft, degene tussen de klagers (als die etiketteert heeft een initiatiefnemers) en oude of 5 De consequenties van het probleem Oplossingen voor het probleem negatief etiket om te nieuwere plakken en de macht om te vertegenwoordiging (als zorgen dat het zo blijft. beantwoorders van hun vraag van verhaal) Etiketteren kan leiden tot Hypothetisch gezien zijn er een herordening van vier stadia in de algemene menselijke relaties op een geschiedenis van sociale manier die verdere problemen, gezien vanuit afwijking bevordert. het perspectief van de sociale constructie. Maar er moet nog empirisch onderzoek worden gedaan naar de werkelijke consequenties van het probleem Het voordeel van iemand Er wordt nog niet over een etiket opplakken kan oplossingen gesproken, teniet worden gedaan, en ook hier moet nog de definities moeten onderzoek naar worden worden veranderd. gedaan, in de levensloop van het definiëringproces. Ga in op overeenkomsten en verschillen tussen de perspectieven binnen de groep en geef aan op welke punten ze elkaar aanvullen of verbeteren. Een overeenkomst tussen de twee perspectieven is dat ze beide tot de groep van de sociale constructieperspectieven behoren. Dit betekent dat ze beide gericht zijn op sociale interactie, en niet zoals in de andere perspectieven op bijvoorbeeld orde en consensus. Een andere overeenkomst is dat is beide perspectieven er niet vanuit wordt gegaan dat je sociale problemen niet op een objectivistische manier kunt bestuderen. Dit is volgens deze perspectieven juist helemaal niet mogelijk. Het gaat hier ook niet om de sociale problemen op zich, maar om de processen waardoor een sociaal probleem ‘tot stand komt’. Verschillen zijn dat etikettering vooral een reactie is op het perspectief van het afwijkend gedrag, terwijl het perspectief van de sociale constructie juist een uitwerking is van het perspectief van etikettering. Een ander verschil is dat bij etikettering alleen een subjectieve probleemdefinitie wordt gebruikt, terwijl bij het perspectief van de sociale constructie juist wordt gekeken hoe zo’n subjectieve probleemdefinitie tot stand komt, en of die klopt met een objectievere probleemdefinitie. Bij het proces van etikettering worden duidelijke oplossingen gesuggereerd, dit in tegenstelling tot het perspectief van de sociale constructie, waar niks wordt gezegd over oplossingen, alleen in welke richting waarschijnlijk gezocht zal moeten worden. De benadering van Jamrozik & Nocella: Residualist Conversion Hieronder wordt de benadering van Jamrozik en Nocella bekeken aan de hand van de 6 selectiecriteria: Definitie van een sociaal probleem Benadering Jamrozik en Nocella Sociale omstandigheden, processen, sociale maatregelen of houdingen die over het algemeen worden gezien als 6 De oorzaken van een sociaal probleem De omstandigheden van een sociaal probleem De consequenties van een sociaal probleem Oplossingen voor een sociaal probleem ongewenst, negatief en bedreigend voor bepaalde waarden en belangen. Sociale problemen komen voort uit de dominante waarden, belangen en doelen van de samenleving. Er is altijd sprake van een negatief effect, een residu. Een bepaalde groep mensen ondervindt hinder van de effecten van het nastreven van die dominante normen, waarden en doelen Zij kunnen andere normen en waarden hebben, en daardoor problemen ondervinden, sociale problemen… Het probleem wordt op de politieke agenda geplaatst, waar het kan worden getransformeerd naar een technisch en individueel probleem, al naar gelang van de macht van de groep die de effecten van het probleem ondervindt. Dit kan dus betekenen dat het probleem politiek kan worden opgelost als de betrokken groep veel macht bezit, en technisch of individueel als de groep minder macht bezit. Al naar gelang de transformatie zijn er verschillende oplossingen. Technische oplossingen zijn administratieve herstructurering, toegepast onderzoek en het gebruik van technische expertise. Individuele oplossingen zijn te vinden in de interventie van de ondersteunende beroepen (therapie etc). Politieke oplossingen zijn structurele verandering, legalisatie en herverdeling van bronnen. Individuele oplossingen komen voor in de operatieve sfeer, waar het probleem wordt getransformeerd naar een persoonlijk probleem van de beïnvloede populatie. Technische oplossingen komen voor in de Administratieve sfeer, waar het probleem van politiek naar technisch probleem wordt getransformeerd. In theoretisch zin is deze benadering een integratie van het waardenconflict perspectief, het kritische perspectief, en het perspectief van de sociale constructie. Er wordt expliciet afstand genomen van het perspectief van het deviant gedrag. Er zijn drie niveaus van interventie, afgeleid van de rol die de overheid kan spelen: 1. beleidsformulering 2. beleidsvertaling 3. beleidstoepassing In principe kan interventie op elk van de drie niveaus starten en plaatsvinden. In het algemeen verwacht men dat de eerste stap wordt gezet op het politieke niveau. Een eerste reactie treffen we aan op het operatieve niveau, maar deze worden veelal beinvloed door beslissingen op het administratieve niveau en het politieke niveau waar resource allocation plaatsvindt. 7 Interactie op het politieke niveau Interactie tussen publiek en regering leidt tot een bepaalde probleemdefinitie en oplossing. In dat proces worden bepaalde maatschappelijke belangen en waarden in een specifiek beleid, bepaalde wet- en regelgeving en de toewijzing van middelen vertaald. Afhankelijk van de probleemdefinitie vinden er meer of minder ingrijpende beleidswijzigingen plaats. Interactie op het administratieve niveau Dit werkt als een ‘conversie mechanisme’. Hier worden de politieke besluiten omgezet in interventiemethoden op het niveau van de dienstverlening; beleid en wetgeving worden in administratieve regels omgezet, in een geschikte bureaucratische machinerie, instructies voor het uitvoerende niveau, en aldus wordt het sociale probleem omgezet in een technisch probleem. Interactie op het operationele niveau Op dit niveau wordt het beleid, worden wetten regels en aanwijzingen geïnterpreteerd en toegepast op actuele situaties en personen. Op dit niveau wordt het sociale probleem volledig uit de publieke sfeer weggehaald en vertaald in een persoonlijk of groepsprobleem. Hier vindt nu dubbele conversie plaats: 1. conversie van een collectief naar een individueel probleem 2. conversie van het nu persoonlijke probleem in de vorm van pathologie dat past in het kader van de professionele interventie methode en de theorie die achter die methode ligt. Indeling van actoren en niveau’s Hier worden nu 4 groepen actoren onderscheiden, die elk een verschillende rol hebben, maar die rollen hangen onderling samen. De volgende rollen worden onderscheiden: 1. beleidsformulering en middelentoewijzing 2. beleidsuitwerking (administration) 3. dienstverlening (beleidstoepassing) 4. het publiek dat ‘bediend wordt’. Al die verschillende gezichtspunten leiden tot verschillende percepties van het interventieprogramma: a. manifest (dit is de officieel erkende en publiekelijk gepropageerde versie) b. assumed (dit is de subjectieve interpretatie van degenen die ‘in’ het programma werken) c. extant (dit is de ‘objectieve’ realiteit) d. requisite (de wenselijke, maar niet gerealiseerde versie) Er worden drie mogelijke uitkomsten van het transformatieproces onderscheiden: Een politiek issue wordt als zodanig erkend en via de politieke besluitvorming opgelost (gelijke betaling voor mannen en vrouwen, alleenstaande ouder pensioen, kinderopvang, homoseksueel gedrag met instemming van beide partners) Een politiek issue wordt niet als zodanig erkend en blijft in de politieke arena waar het onderwerp is van politieke discussie (de multiculturele samenleving, de landrechten 8 in Australië, en ook deels: de aantasting van het milieu, de inperking van het publieke domein, en de ontmanteling van de verzorgingsstaat Een individueel probleem wordt getransformeerd tot een persoonlijk probleem van de getroffen populatie en zal als een persoonlijke pathologie worden behandeld. (armoede, werkloosheid, welzijn van kinderen, gokverslaving) Er zijn twee belangrijke entiteiten in de maatschappelijke context die mede dit proces van selectie tot specifieke interventie bepalen: a. Actoren b. Instituties Van groot belang is tevens de institutionele context waarbinnen de actoren kunnen handelen. De volgende typen actoren kunnen worden onderscheiden: Individuele actoren Geaggregeerde actoren (een optelsom van individuele actoren) Samengestelde actoren (een aantal individuele actoren participeren met het doel een gemeenschappelijk produkt op te leveren of een gemeenschappelijk doel te realiseren: sociale groep, klasse) Corporatieve actoren (zij hebben een hoge mate van autonomie ten opzichte van de uiteindelijke begunstigden van hun activiteiten. Het zijn typische top-down organisaties onder controle van een eigenaar of hiërarchisch leiderschap: onderneming of bureaucratie) Collectieve actoren (deze zijn afhankelijk van en worden geleid door de voorkeuren van hun leden. Er wordt een onderscheid gemaakt maar de mate waarin a) de collectieve actor afhankelijk is van de voorkeuren van de leden, en b) de belangrijkste machtsmiddelen door het collectief worden beheerst. Op basis hiervan worden onderscheiden: coalities, bewegingen, clubs en verenigingen) Moral entrepeneurs “Moral entrepeneurs are groups or individuals who promote legislation creating new social problem defenitions” (henshel, p.36) Zij zorgen dat er wetgeving wordt ontwikkeld op gebieden die zij zien als een bedreiging van de moraal, eigenlijk proberen ze moraliteit vast te laten leggen. Dergelijke entrepeneurs zijn op veel plaatsen aan te treffen. Religie heeft hierin altijd een grote rol gespeeld. Deze term is niet louter bedoeld om groepen of individuen aan te geven die met verouderde normen werken, maar ook voor bijvoorbeeld ‘sociale hervormers’ Er zijn hier drie relevante groepen direct betrokkenen: 1. een vrijwillige betrokkenheid, zonder een direct waarneembaar slachtoffer 2. een vrijwillige betrokkenheid waarbij anderen het slachtoffer zijn 3. de zuivere slachtoffers van andermans handelingen. Afhankelijk van tot welke groep degene behoort die het probleem definieert bepaalt de definitie van het probleem Een andere groep met een hoop invloed zijn de massa media, ook van belang is de bureaucratische georganiseerde propaganda. De laatste groep die van belang is zijn de professionals, intellectuelen en experts. Deze actoren zijn ieder van invloed op een (of meerdere) van de genoemde beleidsniveaus. 9 Interventie Volgens Henshel is interventie een bewuste georganiseerde poging om een sociaal probleem te verminderen. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen preventie(het voorkomen van sociale problemen) en herstel (gericht op de terugdringing en vermindering van sociale problemen). Verder is er ook een vorm van interventie die strategie wordt genoemd. Verder kan onderscheiden worden tussen straffen (gericht op het bestraffen of belonen van degenen die als oorzaak van het sociale probleem gezien worden) en rehabilitatie (gericht op het herstellen/terugdraaien van sociale problemen en een rehabilitatie van de probleemveroorzaker). Er zijn verschillende vormen van straf mogelijk: afschrikking, ongeschikt maken, boetedoening en schadeloosstelling. Niveau’s van interventie Er zijn volgens J&N twee niveau’s van interventie: op het individuele niveau, en op het politieke niveau van de samenleving. Ook zijn er twee transformatieprocessen: van individueel naar een politiek/collectief probleem, en omgekeerd. In het eerste proces richt de interventie zich op structurele oorzaken en leidt het tot mogelijk ingrijpende veranderingen op het niveau van het politieke/collectieve in de samenleving. In het tweede proces is de kans groot dat de oplossing van het probleem steeds verder van de structurele oorzaken afkomt en steeds meer gekoppeld wordt aan de individuele pathologie. Het waarom van de interventies op verschillende niveau’s zit het in de macht, invloed en dominantie van bepaalde groepen en hun belangen, normen en waarden. De drie niveau’s waarop de overheid kan interveniëren zijn de beleidsformulering, vertaling en toepassing In principe kan de interventie in sociale problemen op elk van de drie niveau’s plaatsvinden en starten In het algemeen verwacht men dat de eerste stap wordt gezet op het politieke niveau Een eerste reactie treffen we veelal aan op het operatieve niveau, want hier wordt het probleem meestal als eerste manifest Echter de reacties op het operatieve niveau worden veelal beïnvloed of bepaald door beslissingen op het administratieve niveau en het politieke niveau waar de resource allocation plaatsvindt. 10