Gemeenschappelijke preventiedienst Explosieveiligheidsdocument (EVD) INHOUD 1 DOEL 2 2 DEFINITIES 2 3 AFKORTINGEN 3 4 VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN 4 5 TOEPASSINGSGEBIED 5 6 MODELINDELING VAN EEN EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT 5 Explosieveiligheidsdocument 1/7 1/1/2017 Dienst Preventie & Veiligheid 1 DOEL Richtlijnen voor het opstellen van een explosieveiligheid document. Omzetting naar Belgisch recht van de Europese richtlijn 99/92/EG. Opmaak explosieveiligheidsdocument formulering van adviezen, informatie, richtlijnen en algemene bepalingen om te worden bijgevoegd in het dossier explosieveiligheidsdocument, en zoals voorzien in het KB van 26 maart 2003 (BS 05/05/2003) betreffende het welzijn van werknemers die gevaar kunnen lopen door explosieve atmosferen. Hieronder wordt een modelindeling van een explosieveiligheidsdocument voorgesteld. Uiteindelijk moet dit leiden tot een rapport waar de gevaarzones, de classificatie, de afmetingen en dergelijke daarvan zichtbaar zijn. Conform de verplichting uit de ATEX 153 (sociale richtlijn) en ATEX 114 (economische richtlijn = constructeurs) doet u in dit rapport aanbevelingen om de werkomgeving veiliger te maken. Op basis van dit rapport kunnen, indien noodzakelijk, maatregelen worden genomen om tot een meer optimaal veilige werkomgeving te komen. Deze documenten moeten geklasseerd worden in het preventieregister onder rubriek A18. LET OP: De benamingen van ATEX 114 en ATEX 153 zijn volgens de Europese Commissie slechts ‘informele’ benamingen. De juiste juridische benamingen zijn richtlijn 2014/34/EU en richtlijn 1999/92/EG. 2 DEFINITIES Voor de toepassing van deze procedure wordt verstaan onder: 1° 2° 3° 4° 5° 6° 7° explosiegevaar: kan zich voordoen in alle ondernemingen werkplekken waar brandbare substanties worden gebruikt (stof en / of gassen). explosie: is een plotseling hevige eruptie van energie die gepaard gaat met de opbouw van druk (golf). ontstekingsbronnen: hete oppervlakken, open vuur, elektrische vonken, elektrostatische ontladingen en gensters afkomstig van slijpactiviteiten en puntlasmachines. stof: stof is een fijne verdeelde vaste materie voorkomend in willekeurige vorm, structuur en dichtheid. stofontploffing / gasontploffing: een stofontploffing/gasontploffing is een snel voortschrijdende verbranding van een mengsel van brandbaar stof/gas met lucht. De volume-uitzetting van de door de verbranding verhitte gassen leidt hierbij tot een merkbare drukverhoging. ontvlambaar / ontplofbaar luchtmengsel: mengsel met lucht van een brandbaar product onder vluchtige vorm (gas, damp, nevel, stof, vezels), in een verhouding en in omstandigheden, die de ontsteking en de zelfstandige verbranding van het gehele mengsel toelaten. Wanneer de brandvoortplanting in een dergelijk mengsel groot is en met een drukverhoging plaats grijpt, spreekt men van een ontplofbare atmosfeer. Wanneer de brandvoortplanting in een dergelijk mengsel klein is en zonder een drukverhoging plaats grijpt, spreekt men van een ontvlambare atmosfeer. zone indeling: Explosieve atmosfeer, bestaande uit een mengsel van brandbare stoffen in de vorm van gas, damp of nevel met lucht (zone 0, 1 of 2). Explosieve atmosfeer, bestaande uit een wolk van brandbare stof in lucht, inclusief afzettingen, lagen en hopen brandbaar stof (zone 20, 21 en 22). Explosieveiligheidsdocument 2/7 1/1/2017 Dienst Preventie & Veiligheid 8° explosieve atmosfeer: een mengsel van lucht en brandbare stoffen in de vorm van gassen, dampen, nevels of stof, onder atmosferische omstandigheden, waarin de verbranding zich na ontsteking uitbreidt tot het gehele niet verbrande mengsel. AFKORTINGEN AM: CBM: EDPBW: EN: IDPBW: EDTC: PA: CP: HL: PBM: TA: TAC: Arbeidsmiddel Collectieve Beschermingmiddelen Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk Europese norm Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk Externe dienst voor technische controles (opmaak zoneringsplan, Risicoanalyse en beoordeling) Preventieadviseur Contactpersoon Hiërarchische lijn Persoonlijk Beschermingsmiddelen Technisch Adviseur Technisch Adviseur Coördinator Explosieveiligheidsdocument 3/7 1/1/2017 Dienst Preventie & Veiligheid 3 4.1 VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN De directie Volgens het artikel 8 van het KB 26 maart 2003 (ATEX 153) stelt de werkgever het explosieveiligheidsdocument op. 4.2 De interne gemeenschappelijke preventiedienst De gebiedsbevoegde preventieadviseur geeft ondersteuning bij de identificatie voor opmaak van de inventaris van explosierisico’s. 4.3 De externe dienst voor technische controle Naar aanleiding van de opgemaakte inventaris wordt aan deze dienst gevraagd om over te gaan tot beoordeling van de explosierisico’s met afdoende bijhorende maatregelen. Het daarbijbehorende zoneringsdossier met indeling van de zones dient opgemaakt te worden. 4.4 Het basiscomité Het zoneringsdossier en bijhorende maatregelen worden voorgelegd aan het basiscomité. Explosieveiligheidsdocument 4/7 1/1/2017 Dienst Preventie & Veiligheid 4 TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure kan van toepassing zijn op o.a. de volgende items: § § § § § § § § § § 5 5.1 Opslag van brandbare gassen en distributieleidingen (acetyleen, propaan, butaan, LPG) Stookplaatsen op aardgas en distributieleidingen (o.a. vulleidingen) Opslag van brandbare vloeistoffen (vlampunt lager dan 55°C, geldt niet voor opslag stookolie met vlampunt > 55°C) Opslag chemisch producten die exothermische reacties veroorzaken Productie en opvang van brandbare vaste stoffen (houtatelier inclusief stofafzuiging, stofwolken < 75µm, korrelgrootte < 400µm, stoflagen < 500µm) Spuitcabines met ontvlambare solventen en vernevelingsactiviteiten met ontvlambare solventen. Drukkerij activiteiten met ontvlambare solventen Garageateliers met afscheiders van koolwaterstoffen, zaagsel en olieresten (zie voorwaarden milieuvergunning) Oplaadruimtes voor elektrische batterijen Voeding: opslag poeders, suikers, bloem MODELINDELING VAN EEN EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beschrijving van de arbeidsplaats en de werkplekken De arbeidsplaats wordt onderverdeeld in werkplekken. In het explosieveiligheidsdocument worden de werkplekken beschreven waar een risico bestaat door een explosieve atmosfeer. De beschrijving kan bijvoorbeeld omvatten: naam van de onderwijsinstelling, soort installatie, gebouw/ruimteaanduiding, aantal werknemers. De bouwkundige en geografische omstandigheden kunnen visueel worden gedocumenteerd, bijvoorbeeld door een plattegrond en opstellingsschema. Ook een overzicht van de vlucht – en reddingswegen moet worden opgenomen. Lijst arbeidsplaatsen, arbeidsmiddelen, MSDS-fiches,… 6.2 Beschrijving van de procédés en/of activiteiten Het betreffende procédé moet in een korte tekst en eventueel in combinatie met een stroomschema van het procédé worden beschreven. Deze beschrijving dient alle gegevens te bevatten die voor de explosieveiligheid van belang zijn. Dit omhelst een beschrijving van de arbeidsstappen inclusief in – en buitenbedrijfstelling, overzicht van constructie – en bedrijfsgegevens (bvb. temperatuur, druk, volume, doorvoercapaciteit, toerental, bedrijfsmiddelen), eventueel aard en omvang van de reinigingswerkzaamheden en gegevens over de ventilatie van de ruimte. Explosieveiligheidsdocument 5/7 1/1/2017 Dienst Preventie & Veiligheid 6.3 Beschrijving van de gebruikte stoffen/veiligheidstechnische parameters Met name dient beschreven te worden door welke stoffen de explosieve atmosfeer wordt gevormd en onder welke procestechnische omstandigheden deze ontstaat. Een opsomming van de veiligheidstechnische parameters die relevant zijn voor de explosieveiligheid is op deze plaats zinvol. 6.4 Weergave van de resultaten van de risicobeoordeling en het opstellen van zoneringsdossier cfr AREI (art.105-108) Uit te voeren door de Externe Dienst voor Technische Controles, te ondertekenen door de directie en EDTC. Er dient beschreven te worden waar zich een gevaarlijke explosieve atmosfeer kan voordoen. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen het binnenste van installatieonderdelen en de omgeving. Daarbij dient niet alleen rekening te worden gehouden met omstandigheden onder normaal bedrijf, maar ook met de in – en buitenwerkingstelling en reiniging alsmede bedrijfsstoringen. Eventueel moet deze handelswijze ook worden beschreven bij wijziging van procédés of producten. De explosiegevaarlijke plaatsen (zones) kunnen zowel tekstueel als grafisch in de vorm van een zoneplattegrond worden weergegeven. Voorts worden onder dit punt de explosierisico’s weergegeven. Daarbij is het nuttig de handelswijze te beschrijven om de explosierisico’s vast te stellen. Controlelijst explosieveiligheidbeoordeling in en rond apparaten. … 6.5 Getroffen organisatorische en technische maatregelen ter bescherming tegen explosiegevaar Aan de hand van de risicobeoordeling worden de daaruit voortvloeiende veiligheidsmaatregelen beschreven. Het veiligheidsprincipe dat eraan ten gronde ligt, dient te worden vermeld, bijvoorbeeld “voorkoming van actieve ontstekingsbronnen” etc. Een indeling in organisatorische en technische maatregelen is daarbij zinvol. A. Organisatorische maatregelen 1. Gebruiks- en veiligheidsvoorschriften 2. Onderhoudsvoorschriften 3. PBM’s 4. Werkvergunning 5. Alarmerings- evacuatieplan 6. Aanduiding ex-zone’s 7. Blusmiddelen 8. Coördinatieverplichting 9. Opleiding – kwalificatie 10. Aankoop – bestelbon 11. Controles 12. … Explosieveiligheidsdocument 6/7 1/1/2017 Dienst Preventie & Veiligheid B. Technische maatregelen 1. Voorzorgsmaatregelen 2. Constructieve maatregelen 3. Maatregelen vanuit meet- en regeltechniek 4. … 6.6 Verwezenlijking van de maatregelen ter bescherming tegen explosiegevaar Uit het explosieveiligheidsdocument moet blijken wie voor de verwezenlijking van bepaalde maatregelen verantwoordelijk is of wie daarmee belast werd of wordt (o.a. ook voor het opstellen en bijhouden van het explosieveiligheidsdocument). Voorts moet worden vermeld wanneer maatregelen moeten worden getroffen en hoe de doeltreffendheid ervan wordt gecontroleerd. Procedures en vergunningen. Voorbeelden van procedures • Aardingsprocedure • Werken in zones met explosiegevaar • Tijdelijke bedrijfsomstandigheden • Laswerken • Laden en onderhoud van batterijen • Lossen van gevaarlijke producten • Transporteren van gasflessen • … 6.7 Coördinatie van de maatregelen ter bescherming tegen explosiegevaar De werkgever die de verantwoordelijkheid voor de arbeidsplaats heeft, coördineert de uitvoering van de maatregelen die samenhangen met de explosieveiligheid en vermeldt in zijn explosieveiligheidsdocument nadere gegevens over het doel, de maatregelen en de modaliteiten van de uitvoering van deze coördinatie. Controles en opleidingen. 6.8 Bijlage van het explosieveiligheidsdocument De bijlage kan bijvoorbeeld certificaten van EG – typeonderzoek, EG – conformiteitverklaringen, veiligheidsinformatiebladen, gebruiksaanwijzingen van apparaten, bedrijfsmiddelen of technische arbeidsmiddelen e.d. bevatten. In de bijlage kunnen bijvoorbeeld ook relevante onderhoudsplannen voor de explosieveiligheid worden opgenomen. Explosieveiligheidsdocument 7/7 1/1/2017