Pedagogische nazorg

advertisement
Pedagogische nazorg
Nazorg folder voor ouder(s)/verzorger(s) en kinderen na
een ziekenhuisopname
Inhoudsopgave
Weer thuis
Algemene adviezen bij thuiskomst
Baby fase
Dreumes fase 1-2 jaar
Peuter fase 2-4 jaar
Kleuter fase 4-6 jaar
Schoolgaande kind 6-12 jaar
Tot slot
Belangrijke telefoonnummers
1
2
3
3
3
4
5
6
6
Deze brochure is bedoeld voor u als ouder(s)/verzorger(s) van een kind dat na een
opname in het ziekenhuis weer naar huis gaat. In deze brochure vindt u informatie over
mogelijke pedagogische nazorg.
Met pedagogische nazorg wordt sociaal-emotionele zorg bedoeld, die u als
ouder(s)/verzorger(s) kunt bieden om uw kind te ondersteunen na een opname.
In deze brochure worden verschillende leeftijdsfases uitgewerkt. Zodat u als ouder(s)/
verzorger(s) per direct de adviezen passend bij het niveau en de leeftijd van uw kind
kunt raadplegen.
Weer thuis
Fijn dat uw kind na een (dag)opname weer naar huis toe kan. De ziekenhuisopname was
mogelijk een periode van onzekerheid en soms ook van verdriet, pijn of opluchting. Uw
kind kan door deze ervaring op een andere manier aandacht vragen of zich anders
gedragen. Bijvoorbeeld prikkelbaar, rusteloos of in zich zelf gekeerd gedrag vertonen, om
datgene wat het heeft meegemaakt te verwerken.
Mogelijk is uw kind nog niet helemaal lichamelijk hersteld en zal het bij thuiskomst
moeten rusten. Uw kind zal weer moeten wennen aan zijn dagelijkse ritme en dit is niet
voor ieder kind even gemakkelijk. Het is mogelijk dat u als ouder(s)/verzorger(s) géén
bijzonderheden opmerkt aan het gedrag van uw kind. Maar het is ook mogelijk dat het
verwerkingsproces voor u zichtbaar is door onderstaande gedragingen of bijvoorbeeld
een tijdelijke terugval in de ontwikkeling. Bijvoorbeeld duimzuigen, bedplassen, steeds
gedragen willen worden, het niet meer alleen willen slapen en aangekleed willen worden.
Na een tijdje zal het gedrag als uiting van het verwerkingsproces van uw kind weer
afnemen. U kunt als ouder(s)/verzorger(s) uw kind steunen in dit proces door uw kind
veiligheid te bieden. Uw kind gaat vooral af op de reactie van u als
ouder(s)/verzorger(s).
Het is belangrijk dat u zo snel mogelijk het dagelijkse ritme met uw gezin oppakt,
waardoor het gevoel van veiligheid ontstaat door herkenbaarheid. Rust, ritme, warmte
en positieve aandacht zijn hierbij aandachtspunten.
Met positieve aandacht wordt bedoeld dat u:
 de gedragingen van uw kind die u op prijs stelt benoemt;
 uw kind sociaal beloont, door middel van een aai over zijn bol, een complimentje of
samen een spelletje doen, etc.
Algemene adviezen bij thuiskomst














U mag er thuis samen met uw kind best een feest van maken, houd hierbij rekening
met de behoeften van uw kind en maak samen de plannen, dit geeft duidelijkheid, dus
een veilig gevoel.
Ga niet onverwachts weg; als u weg gaat, zorg er dan voor dat u een vertrouwd
persoon bij uw kind laat. Vertel dit aan uw kind en vertel ook wanneer u weer terug
komt.
Probeer uw kind niet meteen aan te zetten tot grote activiteiten. Laat uw kind het
initiatief zelf nemen. Een lichte stimulans tot actie kan vanuit uw kant hier in wel van
belang zijn, omdat het kind de bijzondere aandacht in zorg als prettig ervaart en
mogelijk die situatie in stand wil houden.
Wanneer u uw kind wil motiveren tot een creatieve manier van bezig zijn, dan is
tekenen of schrijven een goede manier om gevoelens te uiten.
Verwacht niet van uw kind dat het zichzelf meteen uit over de opname, geef uw kind
de ruimte en de tijd om bij u terecht te kunnen met zijn verhaal.
Houdt u er als ouder(s)/verzorger(s) rekening mee dat uw kind mogelijk moeite heeft
om de aandacht te delen met broertjes en zusjes.
Geef aandacht aan uw kind op het moment dat hij/zij uw nodig heeft. Breek een
telefoongesprek af of zet de stofzuiger uit.
Wat u zegt is in het algemeen minder belangrijk dan hoe u het zegt. Dikwijls is 100 %
aanwezigheid op het moment al voldoende.
Soms is er sprake van een terugval in de ontwikkeling van uw kind. Als u als
ouder(s)/verzorger(s) de nodige steun biedt, verloopt het herstel vaak voorspoedig.
Laat uw kind horen, zien en voelen dat u hem/haar begrijpt, dit wil niet zeggen dat u
het met hem/haar eens bent, maar u toont begrip waardoor het kind makkelijker te
sturen is.
Vertel uw kind zoveel mogelijk over de feiten en omstandigheden. Ga ervan uit dat de
fantasie van uw kind anders kan zijn dan de werkelijkheid.
Pas de wijze waarop u uw kind informeert aan, aan de leeftijd en het niveau of
ontwikkelingsfase van uw kind.
Betrek uw kind zoveel mogelijk bij alles wat er geregeld moet worden. De inbreng en
wensen van u zijn ook belangrijk. Mogelijk kan uw kind taken op zich nemen waardoor
het zich wat meer betrokken voelt.
Sta open voor de gevoelens van uw kind.
(terug naar de inhoudsopgave)





Let op de signalen van uw kind. Ga ervan uit dat uw kind bezig is met het verwerken,
al laat uw kind dat niet altijd merken. Ga in op de signalen vraag regelmatig hoe het
gaat, ook al lijkt er géén aanleiding voor te zijn.
Zorg dat uw kind altijd bij u terecht kan, wat het gedrag ook mag zijn. Soms zijn de
reacties veel heftiger dan u zou verwachten. Veroordeel het gedrag niet maar bied uw
kind de veiligheid om hun ervaring ook op een andere manier te uiten.
Bezoeken aan het ziekenhuis of huisarts kunnen erg spannend zijn voor uw kind. Let
op de signalen van uw kind bij de eventuele controles en steun het kind hierin.
Uw kind kan gevoelig zijn voor sfeer. Openheid helpt om te begrijpen wat er zich
afspeelt. Geef ook uw kind de ruimte om u te troosten.
Moedig uw kind aan zijn gevoelens te uiten, tranen zijn normaal en helpen.
Hieronder vindt u als ouder(s)/verzorger(s) verschillende leeftijdsfases met de mogelijke
adviezen
Baby fase
Voor uw baby is warmte, liefde, koestering en zorg een eerste levensbehoefte. De baby
is in staat om deze zorg van iedereen te accepteren. Uw baby kan onrustig zijn wanneer
het moet wennen aan de veranderingen. U weet niet wat zich in het bewustzijn van uw
baby afspeelt, omdat uw baby u niks kan vertellen. Tijdens een opname kan het
natuurlijke hechtingsproces tijdelijk verstoord worden, waardoor het zich onveilig kan
voelen. Rust, ritme, warmte en aandacht zijn hierbij belangrijke begrippen.
Dreumes fase 1-2 jaar
Uw kind richt zich met name op u als ouder(s)/verzorger(s). Op deze manier is uw
dreumes op zoek naar veiligheid. Het wil in deze fase niet langdurig gescheiden worden
van u. Een langdurige scheiding kan leiden tot scheidingsangst. Door met uw dreumes
kiekeboe spelletjes te doen, leert uw kind van u gescheiden te zijn.
Advies bij thuiskomst
 Lees voor uit boekjes met als thema ‘in het ziekenhuis’; bijvoorbeeld: Nijntje in het
ziekenhuis, uitgeverij Bruna.
 Bied de dagelijkse structuur die u voor de opname ook hanteerde.
 Zorg als ouder(s)/verzorger(s) de eerste dagen na de opname zoveel mogelijk zelf voor
uw kind.
 Stichting Kind en Ziekenhuis heeft een ziekenhuiskoffertje waar de kinderen mee
kunnen spelen om hun ervaring te verwerken. U kunt als ouder(s)/verzorger(s) aan de
pedagogisch medewerkers verdere informatie hierover vragen, wanneer u dit koffertje
zou willen gebruiken in uw thuissituatie.
Peuter fase 2-4 jaar
Uw peuter komt in deze leeftijd in de koppigheidsfase, dit kan lastig zijn voor u als
ouder(s)/verzorger(s) omdat uw peuter op deze manier zijn eigen ik ontwikkelt. U hoort
uw peuter dan vaak zeggen ‘nee, kan ik zelf’.
Ook is uw peuter in deze leeftijdsfase egocentrisch. Uw peuter gaat uit van zijn eigen
beleving en kan zich moeilijk inleven in de ervaringen van u als ouder(s)/verzorger(s).
Uw peuter krijgt meer contact met andere leeftijdsgenootjes, vaak spelen ze samen in
één dezelfde ruimte, maar nog niet met elkaar.
(terug naar de inhoudsopgave)
Advies bij thuiskomst
 Ga niet onverwachts weg; als u weg gaat, zorg er dan voor dat u een vertrouwd
persoon bij uw peuter is. Vertel dit aan uw kind en vertel ook wanneer u weer terug
komt.
 Verkleedkleren, een dokterssetje, allerlei materialen om ziekenhuisje te spelen, kunnen
het kind ondersteunen bij de verwerking.
 Ga de eerste keren weer mee naar binnen bij de peuterspeelzaal / crèche. Vertel aan
de juf/meneer wat er met uw peuter is gebeurd.
 Het ziekenhuis heeft een ziekenhuiskoffertje waar de kinderen mee kunnen spelen om
hun ervaring te verwerken. U kunt als ouder(s)/verzorger(s) aan de pedagogisch
medewerkers verdere informatie hierover vragen, wanneer u dit koffertje zou willen
gebruiken in uw thuissituatie.
 Lees voor uit boekjes met als thema ‘in het ziekenhuis’; bijvoorbeeld: Nijntje in het
ziekenhuis, uitgeverij Bruna.
Kleuter fase 4-6 jaar
Uw kleuter gaat in deze leeftijdsfase naar de basisschool. Uw kleuter zit vol energie en
maakt veel plezier. Als uw kleuter verdriet heeft, is hij snel te troosten.
De fantasie van de kleuter kan overheersen. Uw kleuter haalt fantasie en werkelijkheid
door elkaar. Ook maakt uw kleuter in deze leeftijdfase meer contact met andere kinderen
en op deze manier leert uw kleuter om samen te spelen. Uw kleuter denkt dat sommige
dingen en mensen macht hebben over anderen. Wat je wil, kan gebeuren, deze fase heet
‘het magisch denken’.
Advies bij thuiskomst
Lees voor uit boekjes met als thema ziekenhuis.
 Voor uw kleuter is het moeilijk om over zijn gevoelens te praten of praten gaat nog niet
zo goed. Tekenen kan een goede manier zijn om gevoelens te uiten.
 Verkleedkleren, een dokterssetje, allerlei materialen om ziekenhuisje te spelen, kunnen
het kind ondersteunen bij de verwerking.
 Ga de eerste keren weer mee naar binnen bij de basisschool. Vertel aan de juf/meneer
wat er met uw kleuter is gebeurd.
 Het ziekenhuis heeft een ziekenhuiskoffertje waar de kinderen mee kunnen spelen om
hun ervaring te verwerken. U kunt als ouder(s)/verzorger(s) aan de pedagogisch
medewerkers verdere informatie hierover vragen, wanneer u dit koffertje zou willen
gebruiken in uw thuissituatie.

(terug naar de inhoudsopgave)
Schoolgaande kind 6-12 jaar
Uw schoolgaande kind kan een ziekenhuisopname als zeer spannend ervaren. Uw kind
weet heel goed wat er in het ziekenhuis allemaal is gebeurd. Het is in staat om realistisch
te denken. In deze fase gaat uw kind steeds meer waarde hechten aan zijn
leeftijdsgenootjes. Ook kan uw kind opstandig worden omdat hij/zij meer zijn eigen
keuzes wil gaan maken. Uw schoolgaande kind kan logisch denken en gaat in deze fase
zijn eigen mening vormen. Aan het einde van deze fase kan het kind fantasie en
werkelijkheid van elkaar scheiden. Uw kind vertoont nu een voorkeur voor dingen die
echt zijn, de fantasie heeft afgedaan.
Advies bij thuiskomst
 Steun uw kind in de verwerking.
 U kunt de ervaringen, van de opname in het ziekenhuis, laten vertellen door uw kind.
Bijvoorbeeld door een spreekbeurt te laten houden of de ervaringen laten vertellen
tijdens het kringgesprek op school.
 Pas op met opmerkingen, zoals, ‘het viel wel mee’ en ‘stel je niet zo aan’. Uw kind kan
zijn situatie op een andere manier ervaren dan u als ouder(s)/verzorger(s). Probeer
goed te luisteren en begrip te tonen voor zijn/haar belevingen/gevoel.
 Geef uw kind de ruimte; uw kind kan in deze situatie zelfstandig handelen en zijn
wensen en behoeften kenbaar maken.
 Contact met leeftijdsgenoten om mee te praten is belangrijk. Fo-to’s kijken en hierbij
herinneringen ophalen, kan helpen bij de verwerking.
 Ontkennen is vaak de eerste verdediging van het verwerkingsproces na een
(dag)opname. Hierdoor kunt u onbewust geneigd zijn minder steun te geven. Uw kind
staat dan alleen. Het is van belang dat u dit herkent en benoemt en uw kind
aanmoedigt en helpt zijn emoties te delen.
(terug naar de inhoudsopgave)
Tot slot
In deze brochure worden basisadviezen gegeven met betrekking tot de pedagogische
nazorg. Hebt u extra ondersteuning nodig of hebt u vragen of suggesties dan kunt u
tijdens kantooruren contact opnemen met de pedagogische medewerkers van de
kinderafdeling: (013) 539 27 15
Hebt u nog vragen of zorgen met betrekking tot de lichamelijke zorg voor uw kind dan
kunt u terecht op de volgende nummers voor verpleegkundig advies: (013) 539 27 53
Is uw kind één dag op de dagbehandeling geweest: (013) 539 27 52.
Belangrijke telefoonnummers
St. Elisabeth Ziekenhuis (algemeen):
(013) 539 13 13
Pedagogisch medewerkers:
(013) 539 27 15
Pedagogisch psychiatrisch hulpverlener
(013) 539 25 53
Route 64 (etage A)
Kindercentrum:
(013) 539 27 51
(terug naar de inhoudsopgave)
kindergeneeskunde 1.417 07-14
Copyright© St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg
Afdeling Communicatie
Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
Download