Louwrens Hacquebord Arctisch Centrum, Rijksuniversiteit Groningen De kuststaten trekken het beheer van de Arctische Oceaan naar zich toe. Hier het Canadese patrouilleschip Amundsen. FOTO: MARCELA - INDIGO Klimaatverandering en geopolitiek in de Arctis Het afsmelten van het zee-ijs rond de Noordpool opent mogelijkheden voor lucratieve ijsvrije vaarroutes en de winning van olie en gas aldaar. Rusland en Canada maken aanspraak op grote delen van het Noordpoolgebied, Europa vindt dat het gaat om internationale wateren. Op de Europese Top in juni is deze heikele kwestie aan de orde geweest. De Europese Raad moet komende december aanbevelingen doen voor een Arctische politiek waarin economische én milieubelangen gewaarborgd worden. dat we al eerder, rond 2015, serieus rekening moeten houden met een ijsvrije oceaan. In september 1979 was er 7.000.000 km2 zeeijs in de Arctische Oceaan. Daarvan was in september 2007 nog maar 4.300.000 km2 over – 40 procent minder. Onderzoek geeft ook aan dat de dikte van het zee-ijs in die Barentsburg is de enige Russische plaats op Spitsbergen en gericht op steenkolenwinning. De laatste decennia loopt het inwonertal sterk terug. De strijd gaat nu om de exploitatie van de enorme olie- en gasvoorraden in de Arctische archipel. 26 FOTO: PIM BEUKENKAMP H et afsmelten van het zee-ijs in de Arctische Oceaan lijkt in een versnelling geraakt. De modellen van de Arctic Climate Impact Assessment (ACIA) uit 2004 geven aan dat de Arctische Oceaan in 2040 zomers ijsvrij zal zijn. Maar recente zee-ijswaarnemingen (1979-2007) geven aan periode met ongeveer de helft is afgenomen. De afgelopen zomer leek het er bij Spitsbergen even op dat de afsmelting van het zee-ijs tot stilstand was gekomen, maar inmiddels weten we dat de in 1979 ingeslagen trend gewoon doorzet. Het komt daarom steeds vaker voor dat de noordwest- en de noordoost-passage in september zonder assistentie van ijsbrekers gevaren kan worden. Deze veranderingen hebben grote gevolgen voor het gebruik van het Noordpoolgebied. We zullen rekening moeten houden met meer scheepvaart en exploitatie van olie en gas in het gebied. Dit toenemende economisch gebruik heeft nu al veel geopolitieke consequenties. Deze ontwikkelingen zijn besproken op de recente Europese Top aan de hand van het rapport Climate Change and International Security van de Hoge Vertegenwoordiger van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid, Javier Solana, en de Europese Commissie. De Europese Raad is uitgenodigd uiterlijk december aanstaande met aanbevelingen te komen voor een politiek in deze heikele kwestie. Scheepvaartroutes Het afsmeltende zee-ijs trekt de aandacht van de rederijen die met de huidige hoge olieprijzen op zoek zijn naar kortere, en dus geografie | november/december 2008 minder dure vaarroutes in het noorden. De noordelijke zeeroutes zijn ongeveer 45 procent korter dan de routes via het Suez- en Panamakanaal. En dat scheelt veel tijd en brandstof. Een Duitse reder uit Bremen heeft al laten weten dat hij volgend jaar een schip via de noordoostelijke route naar Japan zal sturen. De Canadese premier Stephen Harper meldde onlangs dat alle schepen die gebruik willen maken van de noordwestelijke zeeroute zich van tevoren bij zijn regering moeten melden. De Verenigde Staten en de Europese Unie beschouwen de noordelijke zeeroutes echter als internationale scheepvaartroutes waarvoor geen melding nodig is. Ook heeft Canada inmiddels plannen opgevat om de ijsbrekervloot uit te breiden, en in Arctic Bay in het noorden van Nunavut wordt overwogen een haven aan te leggen waardoor de noordwestelijke zeeroute beter te controleren is. Veel staten maken zich zorgen over de gevolgen van een intensiever gebruik van de Arctische oceaan. Zij vrezen ongelukken met grote milieuschade. De ramp met de tanker Exxon Valdez op 24 maart 1989 heeft aangetoond dat een schipbreuk enorme gevolgen kan hebben voor de flora en fauna in de Arctis. Olie- en gasexploitatie Een aantal landgebieden in Canada, Rusland en Alaska zijn op olie onderzocht en tot nu toe zijn ten noorden van de poolcirkel 400 olie- en gasvelden ontdekt. Daarnaast zijn in de Arctische kustzeeën grote olie- en gasvelden gevonden die nog lang niet allemaal in productie zijn genomen. Op grond van de tot nu toe ontdekte hoeveelheden fossiele brandstoffen en de geologische gesteldheid van het oceaanbekken heeft de US Geological Survey berekend dat 13 procent van de potentiële wereldvoorraad olie en 30 procent van geografie | november/december 2008 de potentiële wereldvoorraad gas in het Noordpoolgebied moeten liggen. Dit is nog maar een schatting. Van de enorme olie- en gasvoorraden in West-Siberië, het noorden van Rusland en de Barentszee is het Stockmann gasveld het grootste offshore gasveld ter wereld (met een geschatte hoeveelheid gas van 3,7 miljard m3 – dat is vijftig tot zeventig keer het jaarlijkse gasgebruik van Europa). Ze tonen hoe rijk aan energiebronnen de Russische Arctis is. De bewezen olievoorraden in het Sverdrupveld in de Arctische archipel van Canada, en de olie- en gasvelden in de Beaufort Sea ten noorden van Alaska geven aan dat er waarschijnlijk nog veel meer fossiele brandstoffen klaarliggen voor exploitatie in het Arctisch gebied. Natuurlijk zijn er nog grote fysische problemen te overwinnen en dat gaat een hoop geld kosten. Maar met een olieprijs van 120-140 US dollar per vat moet dat geen probleem zijn. Toenemende spanning Ondertussen is nog geenszins duidelijk welke landen toegang krijgen tot de Arctische schatkamer. Op 28 juli 2007 schrok de wereld op door een onverwachte Russische actie. Op die dag plantte de kleine Russische onderzeeboot Mir een vlag op een diepte van 4300 meter onder de Noordpool. Met deze actie liet Rusland de wereld duidelijk zien dat ze aanspraak maakte op een groot deel van de Arctische Oceaan. De Russen zetten zo hun in 2001 ingediende claim bij UNCLOS (UN Convention on the Law of the Sea) van de Verenigde Naties kracht bij. De expeditie onder leiding van de Russische ontdekkingsreiziger en Doema-afgevaardigde Arthur Chilingarov bestond uit drie schepen: een Het Noordpoolgebied territoriale claims uitgebreide claim Rusland belangrijkste scheepvaartroutes olie- en gasproductie olie- en gasexploratie belangrijke bekende olie- en gasvoorraden minimale omvang poolijs (zomer) gemiddelde omvang poolijs (zomer) verenigde staten n canada rusland groenland (denemarken) noorwegen wegen e n 27 Virginie Mamadouh & Herman van der Wusten De Russische onderzoeker Arthur Chilingarov toont een symbolische foto van de Russische vlag die zijn expeditie met een onderzeeër op 4300 meter diepte Uit het draaiboek van een gedelegeerde: David Hudson, vice-hoofd van de EU-delegatie onder de Noordpool plantte om Russiche claims op de FOTO: ALEXANDER NATRUSKIN/REUTERS 41 landen die het verdrag hebben ondertekend (waaronder Nederland) kunnen via dit verdrag economische rechten op de archipel opeisen. nucleaire ijsbreker en twee grote onderzoeksschepen. De vloot was door het ijs naar de Noordpool gevaren om daar de vlag te planten. Aan boord waren 130 wetenschappers die met hun geologisch onderzoek moesten aantonen dat een groot deel van het oceaanbekken een voortzetting is van het Russische continentale plat, om zo de claim bij UNCLOS te ondersteunen. Nieuw was deze claim van een deel van het Noordpoolgebied niet, maar hij schudde de wereld wel wakker en maakte meteen ook de bedoeling van de activiteiten van verschillende andere landen duidelijk. Het planten van vlaggen door Canada en Denemarken op het kleine Hans-eiland in de Narestreet tussen Canada en Groenland kreeg ineens een heel andere betekenis. De bedoeling van het geologisch onderzoek van Denemarken op de Lomonosovrug ten noorden van Groenland is ineens niet meer louter wetenschappelijk, en de voortdurende onenigheid tussen de Noren en Russen op Spitsbergen komt ook in een ander daglicht te staan. Ook de strubbelingen tussen de VS en Canada over de olie- en gasboringen in het Arctic National Wildlife Refuge in Alaska aan de grens van Canada duiden erop dat de grenzen in het Noordpoolgebied veel minder duidelijk zijn dan je zou denken. Afgelopen juli besloot Moskou zijn patrouilles in de Arctis te hervatten met de jager Severomorsk en de kruiser Marshal Ustinov om Russische vissers in de wateren nabij Spitsbergen te beschermen. Rusland erkent de Noorse 200 mijl exclusieve economische zone (EEZ) rondom Spitsbergen namelijk niet. Spitsbergen speelt vanwege het Spitsbergenverdrag (1920) een cruciale rol in het Atlantische deel van de Arctis. De 28 Geopolitieke situatie De staten rondom de Arctische Oceaan – Canada, Denemarken (via Groenland), Noorwegen, Rusland en de VS – zetten hun hakken in het zand en proberen hun aanspraken op de Arctische Oceaan zo veel mogelijk veilig te stellen. Afgelopen mei kwamen de vijf in Groenland bijeen om de situatie in het Noordpoolgebied te bespreken. In de verklaring die na deze Arctic Ocean Conference werd uitgegeven stellen de vijf kuststaten dat de beheersrol van de Arctische Oceaan bij hen ligt en dat het bestaande juridische kader van UNCLOS een solide basis is voor het verantwoord beheren van de Arctische Oceaan. Zij hebben geen behoefte aan een nieuw internationaal juridisch regiem. Met deze verklaring hebben de kuststaten het beheer van de Arctische Oceaan in feite naar zich toegetrokken. Interessant is dat de vijf kuststaten samen met drie andere Arctische staten (Finland, IJsland en Zweden) sinds 1996 de Arctic Council vormen en dat ze er kennelijk voor kiezen het beheer van de Arctische Oceaan buiten de Arctic Council te houden. Dit betekent dat de Arctic Council voortaan bestaat uit vijf claimende en drie nietclaimende staten – dat zal de samenwerking in de Council niet bevorderen. Ook interessant is dat de Europese Unie via Denemarken tot het gezelschap van kuststaten behoort en dat de positie van Denemarken afhankelijk is van de relatie met zijn voormalige kolonie Groenland, dat er in 1982 voor koos de EU te verlaten. De EU zou via Denemarken een bemiddelende rol kunnen spelen, waarbij het internationale karakter van de Arctische Oceaan buiten de EEZ’s centraal staat. De partijen zouden dan een beheersregiem kunnen afspreken gericht op een zorgvuldig economisch gebruik van de Arctische Oceaan, waarbij bescherming van het kwetsbare Arctische milieu centraal staat. Dit zou vastgelegd moeten worden in een verdrag vergelijkbaar met het Antarctisch Verdrag. Zo’n verdrag zou een fantastisch resultaat zijn van het vierde Internationale Pooljaar (2007-2008). Hoe dan ook, als de EU de toegang tot de zeevaartroutes en de bodemschatten van het Noordpoolgebied wil veiligstellen, dient de Unie zo snel mogelijk een Arctische politiek in brede zin te ontwikkelen, die alle twijfel over de interesse van de EU in het Noordpoolgebied zal wegnemen. Alleen bij een proactieve politiek zal de EU in de toekomst gebruik kunnen maken van de nieuwe scheepvaartroutes en de zeer waarschijnlijk in het Noordpoolgebied aanwezige fossiele brandstoffen. Het uit 1920 daterende Spitsbergenverdrag zou daarbij een heel belangrijke ingang kunnen zijn. • Elke moderne staat beschikt over een diplomatieke dienst. De Europese Commissie heeft een eigen netwerk van vertegenwoordigers met ‘ambassadeurs’ in nagenoeg elke staat buiten de EU. Hoe verhoudt deze nieuwe, nog onofficiële, diplomatieke dienst zich tot de gevestigde diensten van de lidstaten? Bronnen ie de huidige campagne van oudpremier Dries van Agt voor de rechten van de Palestijnen volgt, leest vaak dat hij ook ambassadeur van de EU is geweest in Japan (1987-1989) en in de Verenigde Staten (1989-1995). Dit is niet helemaal juist. De EU heeft geen ambassadeurs – nog niet althans. Van Agt was daar hoofd van de delegatie van de Europese Commissie. Maar hij mocht wel de titel ambassadeur voeren. Journalisten en het publiek zien de delegaties van de Commissie meestal aan voor ambassades van de Europese Unie. Dat doen buitenlandse politici en diplomaten vaak ook. En dat vinden Europese politici eigenlijk wel prima. Het hervormingsverdrag dat het afgewezen grondwettelijk verdrag moet gaan vervangen, voorziet in delegaties van de Unie, niet meer van alleen de Commissie. Dit wordt mogelijk als de Unie een juridisch persoon wordt. De Europese delegaties zullen meer dan nu op gewone ambassades gaan lijken en de diplomatieke diensten van de 27 lidstaten zullen meer met elkaar moeten samenwerken. • Airoldi, A. 2008. The European Union and the Arctic. Policies and actions. ANP 2008: 279. Nordic Council of Ministers, Copenhagen (www.norden.org). • Arctic Climate Impact Assessment 2004. Cambridge University Press. • Arctic Oil and Gas 2007. Arctic Monitoring and Assessment Programme (AMAP), Oslo. • High Representative and European Commission 2008. Climate Change and International Security (www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_data/docs/ pressData/en/reports/99387.pdf) • National Snow and Ice Data Center, Boulder (http:// nsidc.org). • USGS fact sheet 2008-3049, July 2008. US Department of the Interior, US Geological Survey, Washington. • Richter-Menge, J. e.a. 2006. State of the Arctic Report. NOAA OAR Special Report. NOAA/OAR/PMEL, Seattle. De EU zou via Denemarken een bemiddelende rol kunnen spelen in het getouwtrek rond de Arctische Oceaan. in Kroatië tijdens een promotiebezoek temidden van basisschoolleerlingen in Osijek. europese kwestie • USGS World Assessment team 2000. US Geological Survey World petroleum assessment 2000. Descriptions and results. US Geological Survey Digital Data SeriesDDS60 (http://pubs.usgov/dds/dds-060). geografie | november/december 2008 Opkomst van een nieuwe diplomatieke dienst FOTO:DELEGATION OF THE EUROPEAN COMMISSION TO THE REPUBLIC OF CROATIA energierijkdom te onderstrepen. De delegaties van de Europese Commissie W geografie | november/december 2008 Of dat gaat lukken is de vraag. De ontwikkeling van de diplomatieke dienst van de Commissie is tot nu toe grillig verlopen. Uitdijend netwerk De eerste delegatie werd geopend door de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1954 in Londen. Deze was bedoeld als informatiekantoor in het grootste buurland (het Verenigd Koninkrijk was geen lid). Daarna kwamen er kantoren in Washington, Carácas en Tokio en bij internationale organisaties: de OESO in Parijs, de VN in New York, Genève en Wenen. In de jaren zeventig kwamen er nieuwe kantoren bij in de ACP-landen. Dit zijn voormalige koloniën van de lidstaten met bijzondere handelsvoorwaarden: A staat voor Afrika, C voor het Caribische gebied en P voor Pacifique, de Stille Oceaan. Vanaf eind jaren tachtig, dat wil zeggen vanaf de EG met twaalf lidstaten en vooral na de oprichting van de Europese Unie en het einde van de Koude oorlog, nam het aantal vertegenwoordigingen verder toe, onder andere met delegaties in voormalig communis- tische landen, die cruciaal werk verrichtten om hun toetreding voor te bereiden (tabel). Er zijn nu delegaties in 123 landen en 5 bij vestigingen van internationale organisaties. Er kwamen nieuwe delegaties in Azië. In het Caribisch gebied en de Stille Oceaan heeft enige consolidatie plaatsgevonden, waarbij verscheidene microstaten het samen moesten gaan doen met één vestiging. De delegaties in de veertien staten die in 2004 en 2007 tot de Unie toetraden, zijn vervangen door informatiekantoren. Diplomatieke status Aanvankelijk hadden de delegaties geen diplomatieke status. Daarin is geleidelijk verandering gekomen. In 1979 was Japan de eerste staat die de leden van de Europese delegatie een diplomatieke status toekende. Daarna gebeurde dat steeds vaker. Dit was altijd de uitkomst van een overleg tussen de Commissie en het ‘gastland’. Pas midden jaren tachtig realiseerden de lidstaten zich wat er gaande was. Om niemand voor het hoofd te stoten koos de Commissie ervoor 29