UITLEENREGELS - Voordat besloten wordt om een bepaald dier in de klas te nemen, is het raadzaam om na te gaan of er leerlingen zijn met een allergie voor het betreffende dier. - Zijn er geen belemmeringen om tot leen over te gaan, dan dient reservering via www.nmewijzer.nl te geschieden. Voor overige vragen kunt u bellen: Voor de Floragaarde (Haarlem-Zuidwest) bellen naar: (023) 551 1001 voor de Schoterhoeve (Haarlem-Noord) bellen naar: (023) 526 17 18 voor de Houthoeve (Haarlem- Zuid) bellen naar: (023) 532 64 87 - De school moet zelf voor het transport zorgen (zowel ophalen als terugbrengen). - De maximale uitleentermijn is 4 dagen; van dinsdag t/m vrijdag. - Vanaf het moment dat het dier de boerderij verlaat tot het moment dat hij daar weer terug is, is de school volledig verantwoordelijk voor: - alles wat voor een goede verzorging nodig is, - alles wat voortvloeit uit de keuze om het dier in de klas te verzorgen (te denken valt aan bijten, pikken of onverwachte allergische reacties), - schade aan het hok en al het materiaal dat met het dier is meegegeven. Natuurlijk is het altijd mogelijk om bij eventuele problemen de beheerder van de kinderboerderij die het dier heeft uitgeleend om advies te vragen. - De hokken die zijn meegeven zijn binnenhokken. Om het welzijn van het dier en schade aan het hok te voorkomen is gebruik buiten niet toegestaan. - Voor meer informatie en het aanbod van andere leskisten kunt u kijken op de website: www.nmewijzer.nl of u kunt contact opnemen met het Natuur- en Milieu Educatie Centrum Ter Kleef op (023) 511 4702. HET KONIJN Algemeen Het konijn is een zoogdier. Het vrouwtje baart levende jongen (zoogdieren zijn niet per definitie levendbarend, mierenegel en vogelbekdier bijvoorbeeld leggen eieren). Zij voedt ze de eerste dagen met melk. De jongen worden dus gezoogd, net als bij alle andere zoogdieren. Het konijn is geen knaagdier, zoals veel mensen denken. Dat is te zien aan hun gebit. Een knaagdier heeft kiezen en twee grote voortanden. Konijnen hebben die ook, maar achter de voortanden zitten nog twee stifttanden. Door deze extra tandjes vallen ze onder de haasachtigen. Waar komt het konijn vandaan? Tamme konijnen stammen af van het wilde konijn, dat oorspronkelijk uit Spanje en NoordAfrika komt. In de loop der eeuwen is hij vooral ten behoeve van de jacht tot ver buiten zijn verspreidingsgebied gebracht. Daar miste het konijn soms natuurlijke vijanden en werd dan een plaag. Wilde konijnen zijn bruingrijs van kleur. Hun hol bestaat uit een uitgebreid gangenstelsel. Ze zijn vooral nachtactief. Hoe heet de familie konijn? Een vrouwtjes konijn heet: Een mannetjes konijn heet: Een jong konijntje heet: Voedster Ram of rammelaar Lamprei Verschillende soorten konijnen. De konijnen zijn onder te verdelen in grote, kleine en dwergrassen. Onder de grote vallen o.a. de Vlaamse Reus en de Lotharinger. Onder de kleine konijnen vallen o.a. de Hollander en de Rus. De Pool, de kleurdwerg en de Nederlandse Hangoor vallen onder de dwergkonijnen. De voortplanting Konijnen kunnen veel jongen krijgen (5 tot 9 worpen per worp en dat 5 keer per jaar). Voor de gezondheid van het konijn is het beter om het te beperken tot twee nestjes per jaar. De draagtijd is ongeveer 4 weken. Het vrouwtje maakt van donsharen en stro een warm nest. De jonge konijnen worden kaal, blind en doof geboren. Dit heet nestblijvers. Na 10 dagen gaan de ogen open en na 6 weken kunnen ze bij hun moeder weg. Het konijn als huisdier Konijnen zijn rustige en makkelijk te houden dieren. Niet ieder ras is echter geschikt om als “knuffeldier” te functioneren. Over het algemeen zijn de hangoren wat gemoedelijk van aard. Ze kunnen ongeveer 8 tot 10 jaar oud worden. HANTEREN Konijnen zijn leuke huisdieren, ze zijn lief, je kan ze lekker knuffelen. Maar dan moet je ze wel goed verzorgen en op een goede manier met ze omgaan. Hoe pak je een konijn op? Een konijn houdt er niet altijd van om opgepakt te worden. Maar als je hem toch op moet/wilt pakken moet je dat met twee handen doen. Een hand in zijn nekvel en met de andere ondersteun je zijn kont. Dan kun je hem tegen je aan houden en evt. aaien. PAK EEN KONIJN NOOIT OP AAN ZIJN OREN! DIT DOET HEEL VEEL PIJN! Bij het verkeerd oppakken zal het konijn zich proberen te verdedigen. Het konijn gaat dan spartelen en met zijn achterpoten trappen. Ook kan het gaan bijten of heel hard gaan gillen. DE VOEDING De tanden van een konijn groeien door. Daarom heeft een konijn voedsel nodig waar zijn tanden van slijten. “Wilde konijnen”eten van bomen en struiken en knagen daaraan. Zo zorgen zij zelf voor een afwisselende maaltijd. “Tamme konijnen” kun je bijvoorbeeld wilgentakken geven om op te knagen. Daarnaast moet een konijn elke dag wat konijnen voer (hoeveelheid afhankelijk van grote van het konijn) en vers water krijgen. Voor een goede spijsvertering is hooi noodzakelijk. Af en toe wat groente of oud brood geven is ook goed. Geef hiervan nooit te veel, daar kan een konijn ziek van worden. Het konijn krijgt van te veel vocht een opgezette buik (trommelzucht) of ze raken aan de diarree. DE HUISVESTING Wilde konijnen leven op zanderige terreinen en graven holen in het zand. Een hol is door meerdere gangen te bereiken. Er zijn ook altijd een aantal vluchtgangen. Tamme konijnen wonen vaak in een hok. De grootte van het hok hangt af van het soort konijn. Hoogte (50 cm) en diepte (60 cm) zijn vaak gelijk, de lengte varieert van 60 tot 120 cm. Een konijn doet zijn uitwerpselen meestal in een bepaalde hoek. Een konijn kun je ook best zindelijk maken. Konijnen kunnen binnen en buiten gehouden worden. Ze kunnen goed tegen de kou, maar niet tegen vocht en tocht. Verder moet het konijn volop licht hebben, maar direct zonlicht moet vermeden worden. Als het konijn buiten wordt gehouden, moet het hok een nachthok hebben. Als bodembedekking kan het beste een laagje zaagsel met daarover heen een flinke laag stro gebruikt worden. Het hok moet minimaal een keer in de week worden verschoond. Een konijn is graag in beweging, zorg dus voor voldoende uitloopruimte. GEDRAG Als een konijn iets verdachts hoort spitst hij de oren en gaat rechtop zitten. Bij gevaar waarschuwt hij door met zijn achterpoten op de grond te stampen. Konijnen eten een deel van hun ontlasting op (alleen de zachte keutels). Dit heet coprofagie. In de ontlasting zitten veel vitaminen, dus het is niet eens zo ongezond. De keel wordt ook wel wam genoemd. Hieruit en uit de buik en zijden trekt een drachtige (zwangere) voedster voor de bevalling de haren, om zo een mooi en warm nest te maken. DE GEZONDHEID Hoe ziet een gezond konijn eruit? Een gezond konijn is levendig. De oren gaan heen en weer als hij wat hoort en de neusvleugels trillen. De vacht is glad en zonder kale plekken. De ogen en kont zijn schoon. Waaraan kun je een ziek konijn herkennen? - neus- en/of ooguitvloeiing schudt veel met zijn kop (dit kan op schurft duiden) nattig onder de staart natte keutels (diarree) geen mooie zachte glanzende vacht weinig eetlust Een konijn heeft snel last van diarree, vooral als er steeds van voer wordt gewisseld. Waarschuw bij ziekte of als u twijfelt de beheerder van de kinderboerderij. En goede huisvesting en verzorging voorkomt een hoop narigheid.