Master in de economie, het recht en de bedrijfskunde Uiteenzetting: prof. dr. Cynthia Van Hulle Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Faculteit Rechtsgeleerdheid Waarom Master in de economie, het recht en de bedrijfskunde (ERB)? Juridisering maatschappij + huidige economische klimaat creëert nood aan professionals die (bedrijfs)economische én juridische denkkaders beheersen. Een afgestudeerde master in ERB: a) beheerst de twee denkwijzen; b) kan soepel switchen tussen de twee disciplines; c) heeft een brede en diepgaande gespecialiseerde kennis verworven in de gekozen optie (vergelijkbaar met de “zuivere” opleidingen) Inhoud en loopbaanmogelijkheden Typische ERB-vraagstukken • Welk economisch en juridisch advies geven bij overnamedossiers? • Hoe kunnen kredietbeslissingen optimaal gestructureerd worden, zowel vanuit economisch als contractueel juridisch perspectief? • Hoe kunnen octrooiportfolio’s het business model en de competitieve strategie van een onderneming ondersteunen? Loopbaanmogelijkheden • Studie-, advies- en managementfuncties bij bedrijven, financiële instellingen, consultancy firma’s en juridische kantoren • Beleidsfuncties in overheidsinstellingen en beroepsorganisaties op internationaal, Europees en Belgisch niveau Voor wie? Instroom rechtstreeks: - Bachelors in de rechten met optie ERB Bachelors TEW met switchmajor naar master ERB Bachelors EW met keuzegedeelte recht Instroom via voorbereidingsprogramma: - Bachelors TEW: Handelsingenieur met major recht Bachelors TEW: Handelsingenieur in de beleidsinformatica met major recht Opbouw master ERB voor (bedrijfs)economische bachelors gemeenschappelijk plichtgedeelte (18 stp) masterproef (25 stp) optie (34 à 36 stp) praktijkcomponent (10 stp) gericht plichtgedeelte voor (bedrijfs)economen (22 stp) vrije keuze (11 stp) Opbouw master ERB voor bachelors in de rechten 18 gemeenschappelijk plichtgedeelte (18 stp) masterproef (25 stp) optie (34 à 36 stp) praktijkcomponent (10 stp) gericht plichtgedeelte voor juristen (19 à 21 stp) vrije keuze (10 à 14 stp) Mechanismen van het programma Inhoudelijk Knipt logisch samenhangend deel uit de 2 basisopleidingen en brengt samen tot een geheel: Bouwt op voorkennis via aanvliegoptie; Programma realiseert breedte en diepgang. Interdisciplinariteit: 3 niveaus 1e: Een OPO verwijst naar een ander OPO (pendants in opties); 2e: Binnen 1 OPO wordt het juridisch kader gebruikt om de economische gevolgen te analyseren; 3e: Geïntegreerde OPO’s met co-teaching. Vbdn 1e niveau interdisciplinariteit Optie Finance en financieel recht • • • • Strategic Financial Management 1e Beleggingsleer en financiële producten 1e Bank- en effectenrecht 1e Vennootschapsrecht 1e • • + 1 aanvullend (bedrijfs)economisch opleidingsonderdeel + 1 aanvullend juridisch opleidingsonderdeel Vbdn 2e en 3e niveau interdisciplinariteit Gemeenschappelijk plichtgedeelte • • • Insolventierecht 2e Economische Aspecten van de Mededinging 2e Rechtseconomie 2e Masterproef • • Interdisciplinair onderzoeksseminarie 3e Interdisciplinaire masterproef 3e Praktijkcomponent • • Stage 3e Praktijkcollege 3e Realisaties • • • • Visitatie zeer positief alhoewel uniek profiel + nog jonge opleiding; Masterproeven opvallend vaak aanleiding tot nieuwe inzichten (en publicatie); Enthousiasme over verloop stage door student én aanbieder; Bedrijfsleven + toezichthouders + advocatenkantoren gretige afnemers afgestudeerden. Randvoorwaarden • • • Interdisciplinariteit voldoende aandacht in POC; • 3e niveau vereist echte co-teaching, niet enkel ieder zijn/haar deel keuze van type OPO en werkwijze belangrijk om vol te houden op termijn. 1e niveau niet moeilijk te realiseren op basis bestaande programma’s; 2e niveau vereist doelgerichte creatie van OPO’s maar nog relatief eenvoudig te realiseren eens syllabus bepaald;