SRG-verslag IBI-dag

advertisement
Verslag SRG-werkgroep IBI-dag 20 juni
Deelnemers werkgroep:
Naam
Jaap Paans (voorzitter)
Marije van Dodeweerd
(notulist)
Fedor Heida
Marcel Schikhof
Frans van Erve
Wanda Cazemier
Otto Paans
Koen de Pijper
Fer Nieuweboer
Jan van Eck
Jasper Timmermans
Freek Seiffers
Erik de Kruik
Organisatie /
gemeente
Rotterdam
Divosa
Functie
Raadsgriffier
Procesmanager
VNG
Delft
Projectleider integrale
dienstverlening
Alphen-Chaam Sen. Beleidsmed
Noorderkwartier Med. Kwaliteitszorg
IGSDVeluwerand
Tilburg
SZW
Afdelingshoofd R&P
SZW
Beleidsmed. R&P
SZW
Fin.econ.med. FEZ
ISD
Bollenstreek
Amersfoort
Doel SRG
Wat meet de SRG nu?:
- Hoeveel trajecten?: De oorspronkelijk vraag achter de SRG is: hoeveel trajecten
zetten gemeenten in. Een traject kan bestaan uit meerdere activiteiten. De
financieringsbron kan het werkdeel zijn, maar ook esf-geld of eigen middelen.
Dat maakt niet uit.
- Wat is het effect van die trajecten?: Via datakoppeling is een tweede vraag te
beantwoorden: wat is de samenhang tussen trajecten en de uitstroom naar werk?
Omdat uitstroom naar werk niet het enige resultaat is van gemeentelijke
activiteiten is in 2009 het kenmerk re-integratiepositie toegevoegd.
- Frequentie: 2x per jaar: De SRG-uitvraag vindt twee keer per jaar plaats en
loopt in lijn met de begrotingstrajecten van de landelijke overheid.
Om aan de wens van de kamer te voldoen maakt de SRG onderscheid tussen
verschillende type trajecten. Dit was echter niet de oorspronkelijke opzet van de SRG.
Waar hebben gemeenten behoefte aan?
- Een resultaat is voor gemeenten een stapje op de ladder.
- Maar de SRG is er niet alleen om de participatiepositie van klanten te meten.
Gemeenteraden willen ook weten aan wat voor trajecten/activiteiten de middelen
-
-
uitgegeven zijn. Het tellen van het aantal trajecten/activiteiten dient dus ook een
gemeentelijk belang.
Niet alle gemeentelijke uitgaven aan re-integratie zijn makkelijk te vangen in
‘trajecten’. Denk aan het opzetten van een werkgeversservicepunt of de extra
inzet van consulenten.
Het is niet zinvol om onderscheid te maken tussen verschillende soorten trajecten
zoals nu gebeurt. Een traject ziet er in elke gemeente anders uit. Dit kun je niet op
landelijk niveau aggregeren omdat het aan de beleidsvrijheid van gemeenten
raakt. Bovendien is de ‘jacht op het meest effectieve traject’ nooit te beslechten
met een statistiek als de SRG. Het enige dat je kunt aangeven is of er wel/geen
activiteit is, zodat je aangeeft dat je als organisatie je klanten kent en weet wat er
met hen gebeurt. Daar moet je het bij houden.
Conclusie
De huidige opzet van de SRG voldoet. Wel moet duidelijk zijn dat de SRG geen
effectiviteit van trajecten kan meten, maar zich alleen richt op output en outcome. De
hamvraag die de SRG moet beantwoorden is dus: hoeveel re-integratieinspanningen
worden gedaan door gemeenten?
Acties, openstaande vragen en losse eindjes
- Hoe tel je de inzet van groepsactiviteiten terug naar individuen? En is het
wenselijk dat elke gemeente dat doet? Dat verschilt nu per gemeente.
- Moet je alle klanten in de SRG invoeren? Ook als ze geen activiteit/traject
hebben? Ook als ze wel een activiteit hebben, maar daar niet expliciet geld voor
wordt ingezet? Dat verschilt nu per gemeente. Wie alle klanten registreert heeft
wel meer inzicht in het hele klantenbestand en kan makkelijker een effectmeting
verrichten.
Administratieve lastenverlichting
1. Minder uitvragen: De soorten trajecten kan terug naar wel/geen activiteit.
2. Consistenter uitvragen: Het werk dat statistieken als de SRG opleveren zit
vooral in de vernieuwingen in de statistiek die administratief verwerkt moeten
worden. Veranderingen en wijzigingen in de statistiek, geven foutmeldingen. Als
het een tijdje loopt, dan gaat het steeds beter. Het devies is dus om niet alleen
minder, maar vooral ook consistenter uit te vragen.
3. Trajecten versus activiteiten: De data aanleveren voor de SRG is niet zo’n
probleem. Het werk gaat hem zitten in het verwerken van de foutmeldingen die
terugkomen vanuit het CBS. Die gaan vooral over de aansluiting van trajectdata.
Die foutmeldingen moeten handmatig en per individu worden uitgezocht en
aangepast. Dat kan voor een kleine gemeente wel een dag extra werk opleveren,
voor een grote gemeente een week. Dit moet anders.
4. Naar één ladder: Gemeenten werken nu met de SRG en vaak ook nog met eigen
ladders. Het is wenselijk om dat terug te brengen. De voorkeur gaat uit naar de
participatieladder van de VNG. Ruim de helft van de gemeenten werkt daar al
mee. Omdat het vooral de grotere gemeenten zijn gaat het om meer dan 80% van
het klantenbestand van sociale diensten.
Acties, openstaande vragen en losse eindjes
- SZW gaat uitzoeken of de hoeveelheid terugmeldingen van het CBS kan worden
teruggebracht door geen trajecten meer te registreren, maar activiteiten. Een
traject kan uit meerdere activiteiten bestaan. Daardoor blijft een traject regelmatig
open staan in afwachting van meer activiteiten. Als die niet doorgaan dan wordt
een traject met terugwerkende kracht alsnog afgesloten. Dit levert nu de grote
hoeveelheid terugmeldingen op. Door activiteiten te registeren is dit wellicht te
verhelpen.
- Divosa werkgroep transparantie: Kenmerken SRG nog eens goed doorvlooien op
overbodige kenmerken.
- Traject in gang zetten om de SRG-re-integratieposities te vervangen door de
participatieladder.
Kwaliteit
De kwaliteit van de data in de SRG kan beter. Gemeenten geven aan dat klantmanagers
het belang van de SRG niet inzien en de data niet aanleveren. Er is een korte discussie
over de vraag of je gemeenten een financieel belang moet geven bij het correct
aanleveren van de data, maar uiteindelijk beslist de groep dat dit de verantwoordelijkheid
is van de gemeente zelf. Voor de raad is de informatie ook nodig, dus er is wel degelijk
een groot belang om daar binnen de organisatie op te sturen.
Samenhang met BUS: SRG sluit nog helemaal niet aan op de BUS. Er zijn definitie
verschillen. Er is ook een prikkel om bij de BUS en de SRG andere redenen in te vullen
waarom iemand is uitgestroomd uit de bijstand.
Acties, openstaande vragen en losse eindjes
- In sommige gemeenten gaat het invullen van de participatieposities veel beter dan
in andere gemeenten. De projectgroep p-ladder kan best practices onder
gemeenten verspreiden die het invullen van hun systemen willen verbeteren.
- In het IBI-traject is het van belang dat de statistieken ook in samenhang worden
bekeken en dat er gekeken wordt naar mogelijke koppelingen met andere
bestanden zoals de GBA. (Ook door andere groepen al geconstateerd).
Overig
-
-
Dalend budget versus verantwoordingslast: Een dalend budget voor reintegratie betekent niet minder uitvragen. Het gaat nog steeds om een substantieel
bedrag. Natuurlijk moet de verhouding tussen de omvang van het budget en de
verantwoordingslast altijd goed in de gaten worden gehouden.
Steekproef of niet: Gemeenten moeten de informatie toch bijhouden. Dus de
SRG tot een steekproef terugbrengen, levert geen winst op. Steekproef is alleen
nuttig als er veel nabewerking nodig is en speciaal voor de uitvraag moet worden
verzameld of opgeteld. In alle andere gevallen is een totaalplaatje beter. Draagt
ook bij aan het vertrouwen van de Kamer.
-
-
Frequentie: De frequentie van twee keer per jaar is geen probleem.
Ideale tijdstip van uitvraag: Februari is midden in de jaarrekeningperiode van
gemeenten. De SRG kost nu een hoop capaciteit die je op dat moment ook
nuttiger kunt inzetten. Als de SRG een druk op de knop gaat worden, dan is het
natuurlijk anders. Later rapporteren is voor SZW niet haalbaar omdat de data mee
moeten met de begrotingscyclus. Mogelijke vervolgroutes zijn: de P&C-cyclus
van de Tweede Kamer wat laten opschuiven zodat deze beter aansluit bij de
looptijden van gemeenten. Andere oplossing is minder actuele informatie
aanleveren, andere tijdvakken, etc.
Aanpassingen en relatie met ict-leveranciers: Er is nu geen afstemming met
leveranciers. Er is wel een klankbordgroep waarin CBS/SZW info geven over wat
er gaat veranderen, maar deze organisaties kunnen de leveranciers niet vertellen
wat ze moeten doen. Gemeenten moeten hier de verantwoordelijkheid nemen en
gezamenlijk optreden als opdrachtgever naar de leveranciers. Er is al een
gebruikersoverleg dat deze rol zou kunnen oppakken.
Acties, openstaande vragen en losse eindjes
- VNG: in samenwerking met ministeries verkennen of het wenselijk en handig is
als de begrotingscyclussen van gemeenten en rijk beter op elkaar aansluiten en
daar eventueel actie op ondernemen.
- In samenwerking met gebruikersoverleg afspraken maken over hoe de lijnen
tussen SZW/CBS, gemeenten en softwareleveranciers korter en effectiever
kunnen.
Download