organisatiekunde

advertisement
 1. een groep mensen met dezelfde doelstellingen die dat realiseren met middelen.
 Kunnen mensen die samen op de bus staan te wachten gezien worden als een
organisatie?
 2. ja, het is een groep mensen die 1 bepaalde doelstelling heeft (de bus pakken)
en die dit doet met een ov of buskaartje
 Noem 4 verschillen tussen een tennisvereniging en een supermarkt
 3. - de tennisvereniging is non profit en de supermarkt wil winst behalen



- de tennisvereniging heeft leden en de supermarkt klanten
- de tennisvereniging krijgt geld binnen via contributie en subsidies en de
supermarkt via het verkopen van producten
-
 4. een klein aantal, want als ze veel werknemers hebben zal het bedrijf groter zijn en
hierdoor zullen de schulden waarschijnlijk ook groter zijn als ze failliet gaan. Bij een
eenmanszaak zal je die schulden zelf moeten terugbetalen.
 Wat is een bedrijfskolom en hoe zijn deze met elkaar verbonden
 5.
 6. een tussenpositie tussen verschillende vakgebieden.
 7. adviesrecht: de ondernemingsraad heeft het recht om economische beslissingen te
adviseren
 informatierecht: de ondernemingsraad heeft het recht om de ondernemer om
informatie te vragen over bijvoorbeeld financiële gegevens of het gevoerde sociale
beleid.
 instemmingsrecht: het instemmingsrecht van de ondernemingsraad heeft
betrekking op besluiten over het sociaal beleid van de onderneming. als de OR niet
instemt met het besluit, mag de werkgever het niet uitvoeren.
 4. een klein aantal, want als ze veel werknemers hebben zal het bedrijf groter zijn en
hierdoor zullen de schulden waarschijnlijk ook groter zijn als ze failliet gaan. Bij een
eenmanszaak zal je die schulden zelf moeten terugbetalen.
 Wat is een bedrijfskolom en hoe zijn deze met elkaar verbonden
 5.
 6. een tussenpositie tussen verschillende vakgebieden.
 7. adviesrecht: de ondernemingsraad heeft het recht om economische beslissingen te
adviseren
 informatierecht: de ondernemingsraad heeft het recht om de ondernemer om
informatie te vragen over bijvoorbeeld financiële gegevens of het gevoerde sociale
beleid.
 instemmingsrecht: het instemmingsrecht van de ondernemingsraad heeft
betrekking op besluiten over het sociaal beleid van de onderneming. als de OR niet
instemt met het besluit, mag de werkgever het niet uitvoeren.
 4. een klein aantal, want als ze veel werknemers hebben zal het bedrijf groter zijn en hierdoor
zullen de schulden waarschijnlijk ook groter zijn als ze failliet gaan. Bij een eenmanszaak zal je
die schulden zelf moeten terugbetalen.
 Wat is een bedrijfskolom en hoe zijn deze met elkaar verbonden?
 5.
 wat houd interdisciplinariteit in?
 6. een tussenpositie tussen verschillende vakgebieden.
 wat houd advies/informatie/instemmingsrecht in?
 7. adviesrecht: de ondernemingsraad heeft het recht om economische beslissingen te
adviseren

informatierecht: de ondernemingsraad heeft het recht om de ondernemer om informatie te
vragen over bijvoorbeeld financiële gegevens of het gevoerde sociale beleid.

instemmingsrecht: het instemmingsrecht van de ondernemingsraad heeft betrekking op
besluiten over het sociaal beleid van de onderneming. als de OR niet instemt met het besluit,
mag de werkgever het niet uitvoeren.
 8. de autoverkoper want je hebt de ene persoon die wel een verkoopverhaal kan
houden, maar hij weet niet veel over de technische kant van de auto bijvoorbeeld
hoe de motor werkt en kan de auto ook niet repareren en dus heb je je 2e persoon
nodig, de monteur.
 Zijn er in de begincase ontwikkelingen in de geschiedenis van de UB aan te
geven die aansluiten op denkscholen van de twintigste eeuw?
 9. toen de familie het bedrijf opstarten specialiseerde hij zich in 1 soort bier en
houd het zich aan de specialisatie van de efficiënte firma ook werd het later een
stuk flexibeler toen het door overname verschillende soorten bier ging
produceren.
 in de case worden enkele belanghebbende van de UB genoemd. Probeer er
nog enkele te noemen.
 10. afnemers zoals evenementen, leveranciers zoals gist en hop producenten.
 Is het verstandig van Digitoy om fors te investeren in productie-uitbreiding?
 1. ja, zodra ze naar de oost Europese markt gaan
 Moet digitoy zich richten op een kwalitatief goed product of op efficiënt produceren?
 2. efficiënt, ze hoeven daar minder te concurreren dan in Nederland en dus kunnen ze focussen
op afzet
 Wat zijn de doelstellingen van Digitoy?
 3. meer omzet draaien, internationaal bekend worden
 Welk organisatieprincipe wordt bij Digitoy aangehouden, welke stroming is dominant?
 4. dominante organisatie principe is de efficiënte firma, omdat ze meer producten gaan maken
 Welke bedrijven kunnen Digitoy bijstaan bij het opzetten van de export?
 5. DHL of elk ander transport bedrijf maar ook de overheid van het oost Europese land dat gaat
over importbelastingen
 6. beleidsvormende: het willen van meer omzet en het groeien van de organisatie.


uitvoerende: het uitbreiden naar het buitenland
structurerende: het vervangen en vernieuwen van machines en ook nieuwe personeel
aannemen
 Geef per S van het 7S-model elementen weer die in het verhaal van Digitoy voorkomen.
 7. strategy: het uitbreiden naar het buitenland en uitbreiden van productie

structure: scholieren om onderzoek te verrichten, personeel om speelgoed te maken.

systems: nieuwe speelgoed machines

staff: geen hoog opgeleide personeel nodig

skills: weinig kennis nodig want het is voornamelijk werk om te kijken of de machines nog
draaien

style: directie bepaalt en toezichthouders die het personeel direct onder controle houden

shared values: geld verdienen
Download