Commissie voor revitalisering landelijk gebied Datum commissievergadering: 4 maart 2002 DIS-stuknummer Secretaris Doorkiesnummer Behandelend ambtenaar Dienst/afdeling Nummer commissiestuk Status Datum Bijlagen : : : : : : : : : : : : 810161 V.A.M. Smulders 073 6812292 E. van Moorsel REW RLG-0074 ter advisering ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling 29 januari 2002 1 Onderwerp: subsidieregeling cultuurhistorisch landschap Sint Oedenrode. Voorstel aan commissie: Adviseren over de concept subsidieregeling cultuurhistorisch landschap Sint Oedenrode. Eventuele nadere opmerkingen: Toelichting bij voorstel: Achtergrond: Zie notitie ten behoeve van de commissie inzake subsidieregeling cultuurhistorisch landschap Sint Oedenrode. Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, V.A.M. Smulders, secretaris Commissie voor revitalisering landelijk gebied Bijlage: 1. Concept subsidieregeling cultuurhistorisch landschap Sint Oedenrode Notitie ten behoeve van de commissie voor revitalisering landelijk gebied inzake subsidieregeling cultuurhistorisch landschap Sint Oedenrode In de Najaarsnota 2001 is reeds aangegeven dat wij streven naar een betere bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden in het gebied van de Meierij en de landinrichting Sint Oedenrode. Op 23 februari 2001 hebben wij hiertoe met andere partijen (Provincie Noord-Brabant, 7 gemeenten, ZLTO, BMF, Waterschap de Dommel, Landinrichtingscommissie Sint Oedenrode) een convenant ondertekend. Eén van de uitwerkingen van het convenant betreft het ontwikkelen en invoeren van een subsidieregeling waarmee aan agrariërs/grondgebruikers vergoedingen kunnen worden verstrekt voor behoud, onderhoud en herstel van landschappelijke en cultuurhistorische elementen. Verder zijn kosten gemoeid met communicatieactiviteiten, personele uitvoering van de regeling en de ondersteuning van de betrokken gemeenten bij de handhaving. In het convenant is eveneens afgesproken om de pilot met de subsidieregeling voor Sint Oedenrode na twee jaar te evalueren en daarna om te zetten naar een structurele en meerjarige regeling. De vertegenwoordigers van de agrariërs in het gebied hebben tijdens de voorbereiding van de regeling te kennen gegeven de looptijd van de contracten niet te willen beperken tot twee jaar, maar voor minimaal zes jaar overeenkomsten te willen aangaan. Gelet op draagvlak en optimale deelname is dit voorstel in de concept-subsidieregeling opgenomen. Na de evaluatie voor de proefperiode van twee jaar wordt o.m. bezien of de regeling al dan niet voortgezet wordt, terwijl naar verwachting de reeds afgesloten contracten gedurende de overeengekomen periode van kracht blijven. Budgetraming: Berekend is dat bij deelname van 50% de ondernemers en 30% van de landbouwgronden in het landinrichtingsgebied een bedrag van € 1.54 miljoen jaarlijks nodig is. Hiervan is € 1,27 miljoen geraamd voor de vergoeding voor behoud, voor onderhoudskosten wordt een bedrag van € 0,23 miljoen geraamd en voor aanleg en herstel ongeveer € 50.000,--. De middelen De totale benodigde reservering betreft een bedrag van naar schatting € 9,3 miljoen, uit te keren in de jaren 2002 t/m 2008. Op basis van de conceptsubsidieverordening worden met grondgebruikers contracten voor een periode van 6 jaar gesloten in de jaren 2001 (vanaf 1 november), 2002 en 2003. Bij de reservering van het benodigde budget tijdens de proefperiode moet al rekening worden gehouden met de langere looptijd van de contracten die in 2002 en 2003 worden afgesloten. Voor de overeenkomsten die in 2003 worden gesloten lopen de verplichtingen door tot het jaar 2008. Afgaande op de eerdere kostenraming moet in totaal voor € 9,3 miljoen worden gereserveerd voor meerjarige verplichtingen die in 2002 en 2003 worden aangegaan (€ 4,65 miljoen in 2002 en € 4,65 miljoen in 2003). De feitelijke uitkering van de gereserveerde middelen is daarbij als volgt ingeschat: 2002 € 0,77 miljoen; (uitgaande van 25% deelname); 2003 € 1,54 miljoen (uitgaande van 50% deelname); 2004 tot 2007 € 1,54 miljoen per jaar en 2008 € 0,77 miljoen (voor contracten uit 2003). --------------------------- + totaal € 9,3 miljoen Indien de regeling na de evaluatie in 2004 wordt voortgezet en wellicht verbreed naar vergelijkbare gebieden in Noord-Brabant zijn uiteraard meer middelen noodzakelijk. In de najaarsnota 2001 is voor de subsidieregeling cultuurhistorisch landschap Sint Oedenrode de volgende tekst opgenomen. “…met de subsidieregeling in 20022008 is naar verwachting een bedrag gemoeid van in totaal € 9,3 mln. waarvan de verplichtingen worden aangegaan in 2002-2003”. Om met de regeling te kunnen starten, achten wij voor de korte termijn een budget noodzakelijk van € 2,75 mln. Het overige deel willen wij bezien bij de voorjaarsnota 2002. -1- Gelet op het feit dat de beschikbare middelen thans niet toereikend zijn, zal dat betekenen dat bepaalde activiteiten of maatregelen niet of in beperkte mate, of later in de tijd zullen worden uitgevoerd. In het kader van de financiële afweegmomenten zal bezien moeten worden welke financiële middelen kunnen worden toegevoegd bij de voorjaarsnota 2002. Inhoud van de regeling is globaal als volgt. De regeling is opengesteld voor alle eigenaren/beheerders van gronden binnen de blokgrens van het landinrichtingsproject Sint Oedenrode. De mogelijke deelnemers kunnen de cultuurhistorische en landschappelijke elementen onder de subsidieregeling brengen. Als zij daartoe besluiten ontvangen zij een vergoeding voor behoud, beheer en eventueel aanleg van landschapselementen. De vergoeding voor behoud van het element is berekend op basis van de schade en hinder die de beheerder ondervindt van de elementen. De ondernemer gaat een overeenkomst aan voor de periode van ten minste 6 jaar. Afhankelijk van het succes van de regeling (deze zal tussentijds worden geëvalueerd) bestaat de mogelijkheid om de overeenkomst voort te zetten. De regeling is qua opzet in zeer grote mate vergelijkbaar met de rijkssubsidieregeling. De afwijking is gelegen in het werkgebied, de behoudsvergoeding ontbreekt in de rijkssubsidieregeling en in de provinciale subsidieregeling is een aantal landschappelijke en cultuurhistorische elementen opgenomen die typerend zijn voor Sint Oedenrode en die ontbreken in de rijksregeling. Ten aanzien van de opzet van de regeling is op een punt geen overeenstemming bereikt tussen de provincie en de plaatselijke afdelingen van de ZLTO. Het betreft de vraag van de ZLTO-afdelingen om een bijdrage in de behoudsvergoeding voor het verlies aan teeltoppervlakte. Van provinciale zijde is dit niet gehonoreerd omdat een groot deel van de landschapselementen planologisch is beschermd en het daarnaast gaat om bestaande elementen en dus niet reëel geacht wordt om te redeneren vanuit een situatie alsof er geen landschapselementen aanwezig zijn. 's-Hertogenbosch, 29 januari 2002 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. -2-