1. Een schadeverzekering stelt iemand, in geval van schade, schadeloos (heft een financieel nadeel op). Een sommenverzekering keert bij een gedekte gebeurtenis een bij het sluiten van de verzekering overeengekomen bedrag uit. Onder sociale verzekeringen valt men van overheidswege ("van rechtswege verzekerd zijn"). Bijv. ZFW, WW Volksverzekeringen: -ZW -WAO - ZFW -WW Sinds 1 jan. 2000 is de ZFW ook voor zelfstandigen met een belastbaar inkomen van max. f 41.200,-per jaar (2000). Twee sociale verzekeringen voor bepaalde doelgroepen: 1) Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) 2) Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Jonggehandicapten (WAJong) Naast sociale verzekeringen zijn er sociale voorzieningen, deze vullen het gezinsinkomen aan tot het max. sociale min. Deze worden uit de algemene middelen (belastingen) gefinancierd. De belangrijkste sociale voorzieningen zijn: -Algemene Bijstandswet (ABW) -Toeslagenwet (TW) -Wet inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werkloze Werknemers (IOAW) -Wet inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Zelfstandigen (IOAZ) Verplichte verzekeringen: -sociale verzekeringen -WA-motorrijtuigen -jachtverzekering (voor jagers) Rialto is gespecialiseerd in motorrijtuigen, inboedels, woonhuizen en aanspakelijkheidrisico's voor personen die een verzwaard risico vormen. Als Rialto het risico niet accepteert, moet het als onverzekerbaar worden gezien. Sommige belangenorganisaties eisen van hun leden dat zij een aansprakelijkheidsverzekering sluiten: -Nederlandse Vereniging Makelaars in Assurantiën en Adviseurs (NVA / NBvA) -Nederlandse Vereniging Makelaars (NVM) -Orde van de Nederlandse Advocaten -Bond van Nederlandse Architecten Een collectieve verzekering is een verzekering voor een groep deelnemers die wel elk individueel rechten aan de polis kunnen ontlenen. Een branch is een groep van verzekeringsvormen die betrekking heeft op een bepaald deel van de verzekeringsmarkt. Hoofdbranches: -brand; woonhuis, inboedel, voorraad, bedrijfsschade -transport; vervoermiddelen, werkmateriaal, aansprakelijkheid voor beroepvervoerders -varia; medisch, aansprakelijkheid, motorrijtuigen, recreatie, technisch, diverse (= kostbaarheden, rechtsbijstand, rijwiel, glas) -leven; leven, spaar, aanvullend op inkomen De Wabb (Wet assurantiebemiddelingsbedrijf) eist dat een tussenpersoon is ingeschreven in het register voor tussenpersonen dat de SER beheert. Om ingeschreven te worden moet voldaan worden aan: a. algemene eisen b. vakbekwaamheidseisen Algemene eisen (art. 4 Wabb): -de aanvrager moet handelingsbekwaam zijn - de aanvrager mag niet in staat van faillissement verkeren - er mag geen sprake zijn van vrees dat de aanvrager de stand der tussenpersonen zal schaden Vakbekwaamheidsniveau's: 1. 1. Assurantie-A diploma 2. 2. Assurantie-B diploma Een verzekeringsmaatschappij die in NL. verzekeringsovereenkomsten sluit, is onderworpen aan de bepalingen van de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf 1993 (WTV). De uitvoering hiervan berust bij de Verzekeringskamer, gevestigd in Apeldoorn. Wil men een verzekeringsmaatschappij beginnen, dan moet men vergunningen aanvragen, per branche die men wil gaan voeren, bij de Verzekeringskamer. Vergunningen worden alleen afgegeven als de verzekeraar aan de volgende eisen voldoet: - de verzekeraar moet als rechtsvorm een NV of onderlinge zijn -de verzekeraar moet over een bepaald EV beschikken -schade-en levensverzekeringen moeten gescheiden worden uitgeoefend worden De WTV stelt aan verzekeraars o.a. solvabiliteitseisen (het vermogen om op lange termijn aan haar verplichtingen te kunnen voldoen). Om te controleren of ze hieraan voldoen moeten ze binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar hun jaarverslagen (incl. staten) aan de Verzekeringskamer geven. Voldoet ze niet aan de eisen, dan worden er maatregelen genomen (aanwijzingsrecht). Als de verzekeraar de aanwijzing niet opvolgt, is de Verzekeringskamer bevoegd de aanwijzing te publiceren in de Staatscourant en landelijke dagbladen. Als de verzekeraar e aanwijzing dan nog niet opvolgt, kan de vergunning worden ingetrokken. De Verzekeringskamer heeft ook het recht op inzage in de administratie. Ook mag deze inlichtingen vragen aan alle betrokkenen die een belang hebben in de verzekeraar of bedrijven waarin de verzekeraar een belang heeft. Betrokkenen zijn verplicht kan medewerking te verlenen. De klanten van herverzekeraars zijn verzekeraars, zo dragen verzekeraars hun risico over. Arbeidsongeschikt: -1e jaar uitkering door werkgever (max. 70% v.h. dagloon, min. het min.loon) -na het 1e jaar WAO-uitkering -loondervinguitkering; 70 % van het dagloon -vervolguitkering; min.loon + toeslag (= leeftijd ingang WAO -/-15 * 2) Er ontstaat een verschil tussen het feitelijk inkomen en de uitkering, dit kan worden overbrugd door een aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering. Deze verzekering is alleen van belang voor diegene die meer verdienen dan het min.loon. Het verschil tussen de loondervinguitkering en de vervolguitkering is het WAO-gat. Zelfstandigen en grootaandeelhouders hebben pas in het 2e jaar na hun arbeidsongeschiktheid recht op een uitkering krachtens de WAZ (max. 70% van het min.loon). Elke NL. ingezetene heeft vanaf 65-jarige leeftijd recht op een basispensioen krachten de AOW (ongeveer het min.loon). Hierop kan een korting van toepassing zijn als men tussen 15en 65-jarige leeftijd geen NL. ingezetene was. Wettelijke verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen: -op grond van de WAM een aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen -op grond van de Jachtwet een aansprakelijkheidsverzekering voor jager ADN = Assurantie Data Netwerk Op grond van de Wet Identificatieplicht is iedereen vanaf zijn 12e verplicht in bepaalde situaties een identiteitsbewijs te overleggen.De controleplicht rust op tussenpersonen als: .- het een contante premie betaling betreft van > f 2.500,.- het een contante koopsombetaling betreft van > f 5.000,-een contante uitkering van een levensverzekering plaatsvindt van f 25.000,-of meer. Geschiedt de premie-, koopsombetaling of -uitkering per bank of giro, dan rust de identificatieplicht bij de bank. 2. Verzekeringsovereenkomst (art. 246 WvK): "Een verzekering is een overeenkomst waarbij de verzekeraar zich aan de verzekerde, tegen genot ener premie, verbindt om denzelven schadeloos te stellen wegens een verlies, schade of gemis van verwacht voordeel, welke door een onzekervoorval zouden kunnen plaatsvinden". (Deze definitie heeft alleen betrekking op schadeverzekeringen.) Overeenkomst (art. 6:213 lid 1 BW): "Een overeenkomst in de zin van deze titel is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij één of meer partijen jegens één of meer anderen een verbintenis aangaan". Een verzekeringsovereenkomst is altijd een meerzijdige rechtshandeling (er zijn altijd 2 partijen bij betrokken). De rechtshandeling bestaat uit twee onderdelen: - de wil om te kopen -de verklaring van deze wil (aanvraagformulier) Art. 6:217 BW: "een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding" In juridische termen is de totstandkoming van een rechtshandeling op twee uitgangspunten gebaseerd: 1) art. 3:33 BW; de wil om een overeenkomst aan te gaan en de verklaring daarvan 2) art. 3:35 BW; het opgewekte vertouwen Volgens art. 3:37 lid 3 BW is de wilsovereenstemming pas een feit als de aanvaarding de wederpartij heeft bereikt en hij deze ook heeft geaccepteerd. Art. 6:37 BW: “De vorm waarin een aanbod wordt gedaan is in principe vrij, tenzij anders overeengekomen”. Art. 6:227 BW: “Een aanbod moet wel voldoende bepaald zijn (het moet duidelijk zijn wat het aanbod inhoud)”. Art. 1:234 lid 2 BW: “Ten aanzien van bepaalde rechtshandelingen is een minderjarige wel bekwaam, namelijk voor het besteden van gelden die zij van hun wettelijke vertegenwoordigers krijgen voor levensonderhoud of studie”. Een rechtshandeling is pas een feit als de wil en verklaring met elkaar overeenstemmen. Wilsgebrekken: -bedreiging; dwang .- bedrog; opzettelijke misleiding .- misbruik van omstandigheden .- dwaling; voorstellen van iets anders dan de werkelijkheid (alleen van toepassing bij een meerzijdige verbintenis) Ingeval van een wilsgebrek is een overeenkomst vernietigbaar. Een overeenkomst is nietig als deze in strijd is met: -dwingend recht - de openbare orde of de goede zedenSamenvattend moet een overeenkomst voldoen aan de volgende eisen: -partijen moeten handelingsbekwaam zijn -het aanbod moet voldoende bepaald zijn -er mag geen sprake zijn van wilsgebreken - de overeenkomst mag niet in strijd zijn met de wet en de openbare orde of goede zeden Een verzekeringsovereenkomst kan eindigen: .-na verloop van de tijd waarvoor zij is aangegaan .-na het bereiken van de einddatum - als het belang bij de verzekerde zaak verloren is .-na emigratie van de verzekeringsnemer .-na opzegging door de verzekeringsnemer .-na opzegging door de verzekeringsmaatschappij -bedrog van een verzekerde -i.v.m. het schadeverloop -verzwaring van het risico - als de verzekering wordt overgenomen door een ander -bij de premieverhoging of voorwaarden wijziging -samenwonen Art. 251 WvK: "Alle verkeerde of onwaarachtige opgave, of alle verzwijging van de aan de verzekerde bekende omstandigheden, hoezeer te goeder trouw, welke van dien aard zijn, dat de overeenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn gesloten, indien de verzekeraar van de ware staat der zaak had kennis gedragen, maakt de verzekering vernietigbaar". Drie functies van het aanvraagformulier: -de wilsverklaring van verzekeringsnemer -geeft informatie aan de verzekeraar om het risico te beoordelen -de verzekeringsnemer geeft ermee te kennen dat hij aan zijn verplichtingen zal voldoen Als verkeerde informatie afkomstig is van een loondienstagent, kan de verzekeraar zich niet beroepen op art. 251 WvK. Fouten van een loondienstagent komen voor risico van de verzekeraar. Dit geldt ook voor personen die op verzoek van de verzekeraar zijn ingeschakeld bijv. arts. Als de verzekeraar zich op verzwijging beroept dan kan de verzekeringsnemer zich hiertegen verzetten en een advocaat inschakelen die de zaak aan de rechter voorlegt. De rechter toetst de vraag of de overeenkomst vernietigbaar is door een aantal vragen: -Wist de verzekeringsnemer wat de werkelijke situatie was? .-Is de verzekeraar duidelijk geweest in zijn vraagstellingen en valt hemzelf niets te verwijten? .-Is de verzwijging, verkeerde of onwaarachtige opgaven van zodanig belang dat de verzekeraar de aanvraag niet had geaccepteerd of op andere voorwaarden als hij met de feitelijke situatie bekend was geweest? Is de verzwijging te kwader trouw geweest dan heeft de verzekeringsnemer, volgens art. 285 WvK geen recht op premierestitutie. Is de verzwijging te goeder trouw geweest dan is er, volgens art. 281 WvK, wel recht op premierestitutie. In vrijwel alle aanvraagformulieren komen een slotvraag, slotverklaring en een toelichting voor. Voorbeelden: - slotvraag; "Hebt u nog iets meetedelen, t.a.v. het te verzekeren risico?" -slotverklaring; "De ondergetekende verklaart dat de antwoorden juiste en volledig zijn?" - toelichting; art. 251 WvK bepaalt dat een verzekeringsovereenkomst ongeldig is, indien ... De verzekeraar kan gedeeltelijk afstand doen (beperkt de mogelijkheid om zich hierop te beroepen) van art. 251 WvK door in de polis de bekendheidsclausule op te nemen (komt voor in de gebouwenverzekering). In deze clausule verklaart de verzekeraar dat zij op de hoogte is van de ligging, bouwaard, constructie, inrichting, verwarming en de omschreven bestemming van het gebouw bij het aangaan van de verzekering. Catastroferisico's zijn zodanig grote risico's dat de verzekeraars niet in staat zijn deze te dragen. Voorbeelden: -molest (oorlogshandelingen) -atoomkernreacties -aardbevingen - vulkanische uitbarstingen-overstromingen (soms wel gedekt) WvK noemt een aantal oorzaken van schade waarvoor de verzekeraar geen dekking behoeft te bieden: .-art. 249 WvK; eigengebrek (alleen van toepassing op schadeverzekeringen waarop een object verzekerd is) .-art. 276 en 294 WvK; eigenschuld Gebrek; een eigenschap die de zaak niet behoort te bezitten. D.m.v. de renunciatieclausule kan afgeweken worden van art. 249 WvK en andere wettelijke bepalingen. Art. 276 WvK: “Geen verliezen of schaden, veroorzaakt door de eigenschuld van een verzekerde, komen ten laste van de verzekeraar”. Eigenschuld; een verwijtbaar handelen of een verwijtbaar nalaten van de verzekerde. Art. 294 WvK: “De verzekeraar is ontslagen van de verplichting tot voldoening van schade, indien hij bewijst dat de brand door merkelijke schuld of nalatigheid van de verzekerde zelf, veroorzaakt is”. (dit artikel geldt alléén voor brandverzekeringen) De begrippen over-, onderverzekering en premier risque komen alleen voor bij schadeverzekeringen waarop objecten zijn verzekerd. Art. 253 WvK: “Verzekering, welke het beloop van de aarde of het wezenlijk belang te boven gaat, is alleen geldig tot het beloop van hetzelve. Indien de volle waarde van het voorwerp niet is verzekerd, is de verzekeraar, in geval van schade slechts verbonden in evenredigheid van het verzekerd tot het niet verzekerde gedeelte. Het staat echter aan partijen vrij uitdrukkelijk te bedingen, dat, onaangezien de meerdere waarde van het verzekerd voorwerp, de aan hetzelve overeengekomene schade, tot het vol beloop der verzekerde som, zal worden vergoed”. Oververzekering; als de verzekerde som hoger is dan de waarde van het object. Onderverzekering; als de verzekerde som lager is dan de waarde van het object. Onderverzekeringsregel; verzekerde som / werkelijke waarde * schadebedrag = uitkering Premier risque; dat slechts een deel van de waarde wordt verzekerd zonder dat verzekeraars een beroep doen op onderverzekering Premier risque komt voor als: -er vrijwel geen kans op totaalverlies bestaat -de verzekeraar niet meer wil dekken dan een bepaald bedrag -waarde vooraf niet te bepalen is, maar schade achteraf wel Risicopremie; de premie die gemiddeld nodig is om de schade te kunnen betalen. De risicopremie moet worden verhoogd met: -kostenfactor .- provisie .- vergrijzingsreserve; meer risico als verzekerde ouder wordt -winstopslag -toeslag voor tegenvallers 3. Voor termijn betalingen gelden extra toeslagen omdat: -de verzekeraar niet in één keer over de premie beschikt en daardoor rente misloopt -meer kosten nodig zijn om de premie te innen -premiebetaling soms stopt door overlijden van verzekerde terwijl premie van het hele jaar nog niet binnen is Over het premiebedrag moet assurantiebelasting (7%) betaald worden. Maar sommige verzekeringspremies zijn hiervan vrijgesteld: -levensverzekeringen -medische verzekeringen (ziektekosten, ongevallen en arbeidsongeschiktheid) -transportverzekeringen -vervoersaansprakelijkheidsverzekeringen -zeeschepen m.u.v. pleziervaartuigen - verzekeringen van vliegtuigen voor passagiersvervoer -herverzekeringen Respijttermijn; de termijn na de premievervaldatum waarbinnen de verzekeringsnemer de premie moet voldoen.Is de premie na het verstrijken van de respijttermijn niet voldaan, dan wordt de dekking opgeschort terwijl de premiebetalingsverplichting blijft bestaan. De dekking wordt pas in kracht hersteld, een dag nadat de verzekeraar de premie heeft ontvangen. Een aanpassing van de premie en / of voorwaarden mag niet individueel (per verzekerde) plaatsvinden, maar moet gelden voor alle verzekeringen in de desbetreffende branche of voor een objectief vast te stellen deel daarvan. Aanpassingen moeten dus "en bloc" plaatsvinden. De premieaanpassingsclausule wordt ook wel de "en-bloc bepaling" genoemd. Verzekeringsnemers hebben bij een premieaanpassing het recht om hun verzekering op te zeggen binnen 30 dagen na ontvangst van de mededeling. Er is geen recht van opzegging als de wettelijke bedragen door de overheid zijn verhoogd. Verzekeraars, zowel schade-als levensverzekeraars, overleggen op allerlei niveaus met elkaar. De belangrijkste organisatie waarin zij zich hebben verenigd, is het Verbond van Verzekeraars. Het verbond behartigt de belangen van de aangesloten verzekeraars en coördineert de contacten tussen verzekeringsmaatschappijen, nationale en internationale overheden, etc. Één van de doelstellingen van het verbond is de goede naam van het verzekeringsbedrijf in stand houden. Klachteninstanties: -Raad van Toezicht .-Ombudsman Schadeverzekeringen .-Ombudsman Levensverzekeringen .- Ombudsman voor het Spaarkasbedrijf .- Ombudsman Vereniging van Natura Uitvaartverzekeraars -Ombudsman Zorgverzekering - Ombudsman Pensioenen De Raad van Toezicht is opgericht door de gezamenlijke schadeverzekeraars. Als iemand een klacht heeft over de handelswijze van een schadeverzekeraar, wordt die klacht getoetst aan het volgende: "Heeft de verzekeringsmaatschappij door het ingenomen standpunt de goede naam van het verzekeringsbedrijf geschaad?" Een klager dient zijn klacht schriftelijk in, de raad vraagt vervolgens commentaar aan de verzekeraar tegen wie de klacht gericht is. De uitspraken van de RvT worden schriftelijk vastgelegd en (anoniem) gepubliceerd. Verzekeraars dienen de uitspraak op te volgen. De Ombudsman behandelt klachten op informele wijze. Hij probeert door overleg met de partijen tot een oplossing te komen. De Ombudsman kan ook besluiten een klacht voor te leggen aan de RvT, als: .-de klacht bestaat uit alleen tuchtelijke aspecten .-de ombudsman de klacht niet in een redelijke termijn kan afhandelen .-de klager daarom verzoekt .-de ombudsman de mening van de Raad wenst Sinds kort is de afspraak gemaakt dat alle klachten eerst door de Ombudsman worden behandeld, ook als de klacht geadresseerd is aan de RvT. Omdat verzekeraars en tussenpersonen er naar streven om hun klachten via een loket te laten lopen is de stichting Klachten Instituut Verzekeraars opgericht. In het klachten instituut zijn opgenomen: .-Ombudsman Schadeverzekeringen .-Ombudsman Levensverzekeringen .-Ombudsman Spaarkasbedrijf -Raad van Toezicht Nationaal Centrum voor Preventie (NCP); .-een organisatie waarin verzekeraars, beveiligingsbranche, overheid en consumentenorganisaties deelnemen. .-een landelijk kennis-en certificeringsinstituut op het gebied van brandpreventie, inbraak-en diefstalbeveiliging - het ontwikkelt technieken voor preventie en adviseert op dat gebied zowel de overheid, gebruikers, beveiligers en verzekeraars Het NCP zorgt bovendien voor erkenningsregelingen voor beveiligingsbedrijven en certificering van beveiligingsmaatregelen. De belangrijkste organisaties van tussenpersonen zijn: .-Nederlandse Vereniging van Makelaars in Assurantiën en Assurantieadviseurs (NVA) .-Nederlandse Bond van Assurantiebemiddelaars (NBvA) Pool; een samenwerkingsverband tussen maatschappijen met als doel gezamenlijk risico's te accepteren en schade te dragen. Redenen waarom verzekeraars in poolverband samenwerken: -tekencapaciteit vergroten -risico's spreiden -bundelen van specialisme Verschillende pools: -atoompool -pool zware risico's - BAVAM -RIALTO -Nederlandse Luchtvaart Pool NV 4. Inboedelverzekering Art. 3:5 BW: "Inboedel is het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning dienende roerende zaken, m.u.v. boekerijen en verzamelingen en voorwerpen van kunst, wetenschap of geschiedkundige aard." (Regelend recht dus er mag vanaf geweken worden) Inventaris (Art. 3:5 BW) “Alle roerende zaken, waaronder begrepen zonwering, antennes, huisdieren, brom-en snorfietsen, behorende tot de particuliere huishouding van de verzekeringsnemer en van elke andere persoon met wie de verzekeringsnemer in gezinsverband samenwoont, echter m.u.v. gereedschappen voor een beroep in loondienst, andere motorrijtuigen dan brom-en snorfietsen, caravans, aanhangwagens, vaartuigen en alle daartoe behorende losse onderdelen en accessoires”. (Regelend recht) Soms dekken verzekeraars schade aan vaartuigen en aanhangwagen ook tot een bepaald maximum. Open polis; als in de polis niet de waarde van het object is vastgelegd, maar een verzekerde som Art. 273 WvK: "Indien de waarde der verzekerde voorwerpen niet door partijen in de polis is uitgedrukt, kan dezelve door alle bewijsmiddelen worden gestaafd." Dit betekent dat in geval van schade zal moeten worden aangetoond, dat de verzekerde som overeenkomt met de waarde van het object. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de verzekeringsnemer. Polis met voortaxatie; in de polis een bedrag vastleggen dat de waarde van het object vertegenwoordigt Verschillende soorten taxaties: -partijentaxatie (art. 274 WvK) -deskundigen taxatie / vaste taxatie (art. 275 WvK) -evenalsof-taxatie Art. 274 WvK (partijentaxatie) “Indien die waarde in de polis is uitgedrukt, heeft de rechter niettemin de bevoegdheid om aan de verzekerde de nader rechtvaardiging der uitgedrukte waarde op te leggen, voor zo verre door de verzekeraar redenen worden aangevoerd, waaruit op gegrond vermoeden wegens het bovenmatige der opgave geboren wordt. De verzekeraar heeft in alle gevallen het vermogen om de bovenmatigheid der uitgedrukte waarde in rechten te bewijzen”. Partijentaxatie berust op een afspraak tussen verzekeraar en verzekeringsnemer. De verzekeraar loopt het risico dat de objecten feitelijk minder waard zijn, in dit geval kan de verzekeraar zich beroepen op bovenmatigheid van de taxatie. Als de verzekeraar dit doet en de verzekeringsnemer gaat daar niet mee akkoord, dan kan de rechter de verzekeringsnemer opdragen bewijs te leveren dat er geen sprake is van bovenmatigheid. Slaagt de verzekeringsnemer daar niet in dan vervalt de taxatie. Art. 275 WvK “Indien een verzekerd voorwerp vooraf is gewaardeerd door deskundigen, door partijen en, des gevorderd, door de rechter beëdigd, kan de verzekeraar niet daartegen opkomen, tenzij ingeval van bedrog, alles behoudens de bijzondere uitzondering bij de wet gemaakt”. Volgens de wet is het taxatierapport onbeperkt geldig, dit kan in de polis voorwaarden worden beperkt (meestal 3 jaar). Voor gebouwen die verzekerd zijn op basis van deskundigentaxatie waarbij tevens een indexclausule in de polis is opgenomen op grond waarvan het verzekerd bedrag regelmatig wordt aangepast, dan is de geldigheidsduur 6 jaar. Het taxatierapport is na afloop van de geldigheidsduur niet onmiddellijk ongeldig, de polis loopt gedurende 6 maanden door alsof het een partijentaxatie is. Is er na 6 maanden geen nieuw taxatie rapport, dan vervalt het taxatiebeding en wordt de polis een "open polis". Inboedel wordt verzekerd op basis van nieuwwaarde. Als zaken een zeldzaamheidswaarde hebben, zoals kunst, antiek en verzamelingen wordt dit verzekerd op basis van vervangingswaarde. Is de dagwaarde (= nieuwwaarde -/-waardevermindering) minder dan 40% van de nieuwwaarde dan wordt in geval van schade maximaal de dagwaarde vergoed. Als de herstelkosten minder zijn dan het verschil tussen de waarde van het object voor de schade en na de schade, worden de herstelkosten vergoed. Onderverzekering kan worden voorkomen door: -juiste nieuwwaarde bij het sluiten van de verzekering -indexclausule opnemen in de polis -bij uitbreiding, de verzekerde som aanpassen -verzekerde som vaststellen a.d.h.v. de inboedelwaardemeter -inboedelwaardemeter opnieuw invullen bij verhuizing of schade Op vrijwel elke inboedelverzekering is huurderbelang meeverzekerd (voor als een huurder zijn woning op eigen kosten aanpast) twee mogelijkheden: -de gebouwenverzekering van de eigenaar biedt dekking voor herstel van de woning zoals deze verkeerde na aanpassingen door de huurder - de gebouwenverzekering biedt geen dekking, de schadevergoeding wordt verleend op basis van een financieel nadeel (als dat er is!) Lijfsieraden zijn op de inboedelpolis gedekt tot f 5.000,-(door de diefstal gevoeligheid). Om een hoger bedrag te verzekeren moet een hogere premie worden betaald of er moet een kostbaarhedenverzekering worden gesloten. Audiovisuele apparatuur is in Regio C (grote steden) gedekt tot f 5.000,-. Deze dekkingsbeperking kan ongedaan worden gemaakt door: -meeverzekeren tegen extra premie -apart verzekeren onder speciale verzekeringen bijv. computer-, filmverzekering, etc. .-door een alarminstallatie te laten aanleggen .-door een "overall" (hoog) eigenrisico te nemen Brand; "Een door verbranding veroorzaakte en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten". Onder brand wordt niet verstaan: -zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien -doorbranden van elektrische apparaten -oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels Maar als er door deze dingen brand ontstaat dan is er wel dekking. Zengen, schroeien, smelten en verkolen kunnen meeverzekerd worden tegen een hogere premie (de rest niet!). Onder brand wordt ook verstaan de rechtstreekse materiële gevolgschade van de brand, zoals blusschade, bluswaterschade, rook en roet, ook als de schade het gevolg is van brand in een naburig gebouw of object. Volgens de wet wordt brand gelijk gesteld met diefstal tijdens brand. Bij een rieten of houten dakbedekking in combinatie met een openhaard, houtkachel of allesbrander, wordt het volgende geëist: -op de schoorsteen dient een vonkenvanger geplaatst te worden -het schoorsteenkanaal moet ten minste één keer per jaar door een erkend bedrijf geveegd worden Twee soorten ontploffingen: 1) vatontploffing 2) reactieontploffing Bij een vatontploffing is er een afgesloten ruimte die onder een hogere druk staat dan erbuiten. Als de druk binnen zo hoog wordt dat de wanden het niet meer kunnen houden en plotseling scheuren of openbreken, is er sprake van een ontploffing. Bij ontploffing is meestal alleen de "koude schade" (= schade zonder dat er brand ontstaat) gedekt. Als de druk binnen de ruimte lager is dan de druk erbuiten, zoals bij de beeldbuis van een tv, dan kan de druk binnen en buiten de beeldbuis ook plotseling gelijk worden => implosie. Implosieschade wordt meestal veroorzaakt door een gebrek van het omhulsel en is dus niet gedekt. Een reactieontploffing is een natuurkundige of scheikundige reactie door het mengen van twee stoffen. Uitgebreide inboedelverzekering Uitgebreide inboedelverzekering dekt schade aan de inboedel als gevolg van: -brand, ontploffing, blikseminslag -storm -diefstal -luchtverkeer -vandalisme -aanrijding en aanvaring - olie onvoorzien gestroomd uit een op een schoorsteen aangesloten verwarmingssysteem (bodem verontreiniging uitgesloten) -rook en roet onvoorzien uitgestoten -afpersing en gewelddadige beroving en poging daar toe - relletjes, opstootjes -water, stoom en neerslag -omvallen van kranen, bomen op het gebouw waar de inboedel zich bevindt Storm; windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7). Bewijs hiervan kan opgevraagd worden bij: .- Koninklijk Meteorologisch Instituut (KNMI) in de Bilt .- als in de omgeving soortgelijke vernielingen zijn ontstaan -door getuigen Diefstal; het wederrechtelijk toe-eigenen van zaken die aan een ander toe behoren. Inbraak; het door middel van geweld verbreken van afsluitingen om toegang te verkrijgen tot bijv. de woning. Op een inboedelverzekering is inbraak gedekt, ook als er geen sporen van braak zijn. Als de inboedel tijdelijk (max. 3 maanden) aanwezig is in een ander permanent bewoond huis in NL., is het risico van diefstal ook gedekt tot max. 10% van de verzekerde som. Bevindt de inboedel of een deel daarvan zich gedurende max. 3 maanden tijdelijk in een ander gebouw in NL. (niet zijnde een permanent bewoond huis) dan is diefstal alleen gedekt na braakschade aan de toegang tot dat gebouw (ook max. tot 10% van de verzekerde som). Bevindt de inboedel zich tijdelijk elders in Europa, dan is tot 10% van de verzekerde som dekking voor schade aan de inboedel door brand, ontploffing, blikseminslag en luchtverkeer. Inboedel buiten de gebouwen is niet verzekerd tegen diefstal, behalve tuinmeubilair, vlaggenstokken, wasgoed en tuingereedschap. Lijfsieraden zijn verzekerd tot f 5.000,-. Audiovisuele apparatuur is verzekerd tot f 5.000,-in de grote steden. Geld is verzekerd tot f 2.000,- / f 2.500,-en in de grote steden tot f 1.000,-. In grote steden geldt in geval van diefstal een eigenrisico van f 500,-behalve in geval van diefstal uit auto's. Gewelddadige beroving of afpersing is ook gedekt (zakkenrollerij niet!). Verduistering; de situatie dat iemand iets rechtmatig in z'n bezig heeft, maar het zich onrechtmatig toeeigent (niet gedekt) Buitenbraak; bijv. bij een flat moet er sprake zijn van braakschade aan de toegangsdeur van een individueel appartement (niet aan de toegangsduur van het flat) Binnenbraakclausule; schade door diefstal is alleen gedekt indien er sprake is van braakschade aan de toegang tot het gedeelte van het gebouw waarin de verzekerde inboedel zich bevindt (bij kamerverhuur!) Drie soorten waterschade zijn gedekt: -water dat uitstroomt uit leidingen (bij defect of onvoorzien overlopen van aan-en afvoerleidingen, niet gedekt!) .-waterschade door neerslag .-waterschade als gevolg van breuk van een aquarium of een waterbed Extra uitgebreide inboedelverzekering Extra uitgebreide inboedelverzekering dekt alle risico's die genoemd zijn onder de uitgebreide inboedelverzekering plus: -schades als gevolg van overspanningen of inductie door bliksemstroom -schade door zengen, schroeien en smelten als gevolg van hitte-uitstraling van een ander brandend, gloeiend of heet voorwerp -waterschade door water of stroom dat onvoorzien uitstroomt uit niet-vaste aan-en afvoerleidingen in de woning - water onvoorzien overgelopen uit badkuipen, wastafels, gootstenen, closets en ander sanitair -water dat de woning binnen gedrongen is ten gevolge van verstopping van rioolputten of – buizen via de openbare weg of begane grond .- grondwater dat de woning binnen dringt via afvoerleidingen en daarop aangesloten toestellen -kosten van het opsporen van gebroken leidingen en het daarmee gepaard gaande hak-en breekwerk .- schade aan levensmiddelen door bederf ten gevolge van het uitvallen van stroom gedurende langer dan 6 uur of door een defect aan de koel- of vriesinstallatie .- diefstal van wasgoed en tuinmeubilair uit de tuin De inboedelverzekering dekt ook extra kosten, deze worden zonodig boven de verzekerde som vergoed: -bereddingskosten - opruimingskosten (gedekt tot 10% van de vs) -tot f 2.000,- schade aan een in de woning of berging opgeslagen vaartuig, aanhangwagen of onderdelen daarvan dienend voor privé-gebruik -redelijke uitgaven verband houdend met een gedwongen verblijf elders en de kosten van transport en opslag van de verzekerde inboedel als de woning ten gevolge een gedekt evenement m.u.v. storm, diefstal, vandalisme en neerslag Bereddingskosten (art. 283 WvK); kosten die de verzekerde maakt om een schade te voorkomen of te beperken. De verzekerde is verplicht schade te voorkomen of te beperken (dwingend recht). Doet de verzekerde dit niet dan loopt hij het risico dat de verzekeraar de schade niet of niet volledig dekt. Aan de andere kant stelt de wet dat als de verzekerde kosten maakt om schade te voorkomen of te beperken, die kosten door de verzekeraar moeten worden vergoed. Het moet wel gaan om bereddingskosten van een schade die gedekt is op de verzekering. Uitsluitingen van de uitgebreide gevaren verzekering (UGV): -molest, atoomkernreacties en vulkanische uitbarsting -opzet Reconditionering; dat textiel onmiddellijk na brand of een andere schade gebeurtenissen door een gespecialiseerd bedrijf wordt behandelen (zodat er nog heel wat behouden kan worden). Wacht men hier te lang mee dan leert de ervaring dat de textiel als verloren moet worden beschouwd. Stichting salvage: -is opgericht door de behoefte aan hulpverlening en beperken van schade door reconditionering of andere maatregelen - verleent hulp en neemt in overleg met de belanghebbende maatregelen om schade te beperken Expert => contra-expert (2e) => arbiter (3e) Als de verzekeringsnemer vrijwillig een BORG goedgekeurd inbraakalarminstallatie laat aanleggen door een erkend bedrijf, dan wordt op de premie een korting verleend van 10%. Als de verzekerde overlijdt, loopt de verzekering door ten behoeve van de erfgenamen. De verzekeraar heeft wel het recht na kennisname van dat overlijden de verzekering te beëindigen met in achtbare van een opzegtermijn van bijv. 30 dagen. Over sluiten van een verzekering; als iemand onderverzekerd is dan kan hij het restant verzekeren op een andere verzekering (de premie is dan de nieuwe premie -/-de oude premie = restant). Totdat de oude verzekering afloopt, dan wordt de gehele nieuwe premie in rekening gebracht. Samen lopen van verzekeringen; als een schade gedekt is op meer dan één polis ten behoeve van dezelfde verzekerde. De eerste gesloten verzekering dient schade te dekken. Is er een non-contribution clausule opgenomen dan gaat de andere polis voor, maar hebben beide deze clausule opgenomen, dan dekt de verzekeraar die de verzekerde als eerst aanspreekt (verder regelen de verzekeraars het onderling). Bij verhuizing loopt de inboedelpolis 2 maanden door op het nieuwe adres. Tijdens het verhuizen van de inboedel is gedekt: -een ongeval van het vervoermiddel -het vallen van de inboedel uit hijsgerei, of andere hulpmiddelen om de inboedel te verplaatsen -brand(blussing), blikseminslag, ontploffing, luchtverkeer, gewelddadige beroving en afpersing Wordt de verhuizing uitgevoerd door een erkende verhuizer, dan is de verhuizer aansprakelijk voor schade tot max. f 100.000,-. Als twee mensen gaan samen wonen zal één van de inboedelpolissen worden beëindigd. De afspraak tussen verzekeraars is dat de oudste polis in stand blijft tenzij de verzekeringsnemer voorkeur geeft aan de jongste polis. 5. Kostbaarhedenverzekering Onder kostbaarheden vallen: -sierraden -schilderijen - foto-, film-en videoapparatuur -bont -antiek en kunstvoorwerpen -muziekinstrumenten Voor de verzekering van sieraden, schilderijen, kunst en antiek wordt teen taxatierapport verlangd, opgesteld door een erkend deskundige (art. 275 WvK). Verzekering van foto-, film-en videoapparatuur kan ook geschieden op basis van de aankoopfactuur of anders door een acceptabel bewijs van de waarde (art. 274 WvK partijentaxatie). De dekking van de kostbaarhedenverzekering is materiële schade door beschadiging, verlies of diefstal, tenzij uitgesloten. Uitsluitingen: -schade door opzet of grove schuld verzekerde - schade ontstaan door mot, schimmel, enig ongedierte of enige invloed die bederf of waardevermindering doet ontstaan .-schade door gebruik .-schade ten gevolge van diefstal .-schade die bestaat uit krassen, deuken, etc. .-schade aan uitsluitend het elektrische gedeelte .-schade door molest, atoomkernreacties, aardbeving, vulkanische uitbarsting en overstroming - schade aan violen, e.d. die tijdens vervoer niet in een harde etui verpakt was Schilderijen, beelden en gelijksoortige kunstvoorwerpen die langdurig aan één verblijfplaats of adres gebonden zijn, zijn alleen verzekerd tijdens het verblijf op dat adres en tijdens het vervoer naar en van een herstelinrichting. Is reparatie van de schade mogelijk, dan worden de reparatiekosten vergoed, incl. de eventuele waardevermindering door de reparatie, voor zover deze kosten lager zijn dan de schade. Als de verzekerde een verloren goed terug vindt terwijl de verzekeraar hier al een uitkering voor had gedaan, dan ligt de eigendom bij de verzekeraar. De verzekerde kan het terugnemen tegen restitutie van de uitkering. Stellenclausule, heeft 3 verschillende uitkeringen: 1) vergoed wordt de waarde van het verloren onderdeel, alsmede de waardevermindering door het verbreken van het stel 2) de totale waarde van het stel wordt vergoed (het resterende deel dient aan de verzekeraar te worden gegeven) 3) uitsluitend de waarde van het verloren onderdeel wordt vergoed Verzekeraars zijn heel voorzichtig met het accepteren van een kostbaarhedenverzekering, meestal wordt de verzekering alleen geaccepteerd als de andere verzekeringen ook bij die maatschappij lopen. PC-verzekering De pc wordt meestal verzekerd onder de inboedelverzekering, maar er kan ook een losse pcverzekering gesloten worden, deze heeft het een paar voordelen: -voor een uitgebreide dekking -dekt schade van regelmatig vervoer -om de pc zakelijk te gebruiken Dekking van de pc-verzekering: -apparatuur tot f 50.000,-alle van buitenkomende onheilen -diefstal alleen na braakschade Uitsluitingen van de pc-verzekering: -normale slijtage -storingen, tenzij het die het gevolg zijn van een van buitenkomend onheil -schade die verhaalbaar is op de garantie -opzet / grove schuld verzekerde -molest, aardbeving, atoomkernreacties -schade als gevolg van overbelasting of experimenten door de verzekerde Als de apparatuur hersteld kan worden, dan worden de herstelkosten vergoed. Maar zijn de herstelkosten > de waarde van de apparatuur voor en na schade, dan wordt het apparaat als totaal verloren beschouwd, (de uitkering is afhankelijk van de polisvoorwaarden). Woonhuisverzekering Onroerende zaak (art. 3:3 BW) "Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken." Een algemene omschrijving van onroerende zaken in de verzekeringswereld: "De als zodanig op het polisblad omschreven onroerende zaak, dienende tot particulier gebruik, met al hetgeen volgens de algemeen aanvaarde verkeersopvatting waarvan deel uitmaakt, doch m.u.v. de fundering. Voor zover niet voor afzonderlijke sommen verzekerd, zijn in de omschrijven alle bouwsels begrepen, die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven." Woningen zijn meestal verzekerd tegen herbouwwaarde. De herbouwwaarde wordt berekend door het aantal kubieke meters te bepalen en dan de waarde af te lezen in een tabel. Voor bijzondere voorzieningen moet de verzekerde som worden verhoogd. Bijzondere voorzieningen zijn: -parketvloeren of plavuizen -rieten daken -extra gevels - dubbele beglazing en isolatie -plaatselijke problemen Is er sprake van een monumentaal pand, dan is het handig het te laten taxeren door een deskundige (Art. 275 WvK). Onderverzekering van onroerende zaken kan worden voorkomen door: .-de juiste herbouwwaarde bij het sluiten van de verzekering te bepalen .-de indexclausule op te nemen in de polis Keuzeclausule Als de verzekerde binnen 12 maanden na een schade besluit te herbouwen, wordt de schade vastgesteld d.m.v. verschil tussen de herbouwwaarde voor de schade en de restantwaarde na de schade. Als de verzekerde niet overgaat tot herbouw ligt de keuze bij de verzekeraar: 1) verkoopwaarde < herbouwwaarde dan is de schade, het verschil tussen de verkoopwaarde voor schade en de waarde van de restanten na de schade 2) verkoopwaarde > herbouwwaarde dan is de schade, het verschil tussen de herbouwwaarde voor de schade en de waarde van de restanten na de schade Wordt een woning gekraakt, komt de woning leeg te staan of wordt de woning gedurende een periode van langer dan 2 maanden niet bewoond, dan wordt de dekking beperkt tot: - brand(blussing), ontploffing, blikseminslag -storm -luchtverkeer Als de verzekerde de woning heeft verkocht dan loopt de verzekering gedurende een periode van maximaal 30 dagen door ten behoeven van de nieuwe eigenaar. Als de verzekeringsnemer overlijdt, blijft de verzekering van kracht ten behoeve van de erfgenamen. De verzekeraar mag de verzekering beëindigen binnen 14 dagen nadat zij van het overlijden op de hoogte is gebracht. De eigenaar van een appartement wordt van rechtswege lid van de VVE (art 5:125 lid 2 BW). Dit biedt zekerheid dat alle gemeenschappelijke delen van het gebouw zijn verzekerd. Is er geen VVE dan bestaat er een noodoplossing => de clausule van het individueel appartementsrecht (premie toeslag 25%). Schade aan het appartement van de verzekerde is dan gedekt, maar schade aan gemeenschappelijke delen van het gebouw die zijn gedekt afhankelijk van de wijze waarop de andere eigenaren zijn verzekerd. Mogelijke verschillen in de premie: - korting voor nieuwbouw woningen -meer premie voor brandgevaarlijke delen (houten vloeren) -eigen bewoning of verhuur -meer premie voor rietendak Materiële risicofactoren: -bouwaard -ouderdom en staat -bestemming -belendingen -inbraakalarmclausule Glasverzekering Glas kan op 3 manieren verzekerd worden: -aparte glasverzekering .-meeverzekering op inboedelverzekering .-meeverzekering op woonhuisverzekering Dekking van de glasverzekering is breuk van het glas door onverschillig welke oorzaak. Uitsluitingen: -beschadigingen zonder breuk -breuk van het glas tijdens verbouwing, verplaatsing, bewerking of beschildering .-schade door eigengebrek .-schade door instorting van het gebouw .-schade aan glas in windschermen, balkon-of terreinafscheidingen Preventiemaatregelen: -organisatorische maatregelen -bouwkundige maatregelen -elektronische maatregelen Organisatorische maatregelen: - niet te veel sleutels in omloop -deuren consequent op slot doen -bij afwezigheid het huis geen onbewoond aanzicht geven -tijdens vakantie kostbare zaken in bewaring geven -registratie kostbaarheden voor opsporing -goede buitenverlichting Organisatorische maatregelen o.g.v. brandpreventie: -metalen, stenen of glazen asbakken -geen asbakken legen in plastic prullenbakken -aanstekers e.d. buitenbereik van kinderen -niet in bed roken -kaarsen op een stevige ondergrond plaatsen -elektrische apparaten uitzetten na gebruik hulpvergrendeling, dievenklauwen, kierstandhouders, dievenpinnen en ééntoerschroeven. BORG is de certificering voor beveiliging tegen inbraak. Een erkend (BORG) beveiligingsbedrijf geeft beveiligingscertificaten als alle beveiligingsmaatregelen uit het beveiligingsplan zijn uitgevoerd. Het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) is een instelling die zich op een zeer breed terrein bezig houdt met alles wat met preventie te maken heeft. Het NCP geeft voorlichting, opleiding, certificeert systemen en installateurs en ontwikkeld nieuwe preventiemethoden. 6. Annuleringsverzekering De annuleringskostenverzekering biedt dekking tegen kosten van annulering ten gevolge van een onzeker voorval. Tevens biedt deze verzekering dekking als: -het vertrek of aankomst op de geplande vakantiebestemming met 8 uur of langer is vertraagd door bijv. staking of mist - een al aangevangen reis, moet worden afgebroken Bij een gedekte gebeurtenis kent de annuleringsverzekering de volgende vergoedingen: -kosten van annuleren van een nog niet begonnen reis -vergoeding in geval van vertrekvertraging - afbrekingsvergoeding van een aangevangen reis De annuleringsverzekering dient binnen 7 dagen na boeking van de vakantiereis of een arrangement te worden afgesloten. De annuleringsverzekering dekt en komt tot uitkering als de annulering het gevolg is van: -ernstige ziekte, ernstig ongeval of overlijden van: - verzekeringsnemer of verzekerde .-van meereizende of niet-meereizende familieleden in de 1e of 2e graad van de verzekerde .-van medereizigers .-van familie in het land waar vakantie gepland was -complicaties bij een zwangerschap -belangrijke schade aan eigendommen bij brand, storm, inbraak - onverwachte toewijzing van een huurwoning binnen 30 dagen voor aanvang van de reis -het niet kunnen ondergaan van de reis door verplichte vaccinatie - onvrijwillige werkloosheid -onverwacht af te leggen herexamen -uitvallen van het privé-motorvoertuigen binnen een aantal dagen voor de geplande aankomstdatum op de bestemming De premie is een bepaald percentage van de reissom (+ assurantiebelasting). In geval van annulering van een reis dienen 4 stukken aan de verzekeringsmaatschappij te worden overgelegd: 1) schadeaangifteformulier 2) originele polis 3) annuleringskosten nota 4) doktersverklaring of verklaring waaruit blijkt dat de annulering gegrond is Reisverzekering Standaard dekking van een reisverzekering: -reisbagage en schade aan logiesverblijven -medische kosten -bijzondere kosten, zoals extra reis-of verblijfskosten De uitgebreide dekking van een reisverzekering, dekt de ook de volgende punten naast de standaard dekking: -reisongevallenverzekering -langlaufen -beoefenen van wintersport .- beoefenen van onderwatersport en bijzondere sporten .- geld en cheques -automobilistenhulpverzekering voor auto, motor of caravan Voor de reisverzekering hebben de verzekeraars de wereld in 3 gebieden verdeeld: 1) Nederland 2) Europa (geldigheidsduur maximaal 180 dagen = 6 maanden) 3) Wereld De verzekeringstermijn is de dag waarop de reis begint (= op het moment dat de verzekerde, dan wel de verzekerde bagage de woning of het feitelijk woonadres heeft verlaten) tot de dag waarop de reis eindigt (= als de verzekerde en / of verzekerde bagage is teruggekeerd). Als de verzekeringstermijn door "onvoorziene vertraging buiten de wil van de verzekerde" wordt overschreden, wordt de geldigheidsduur automatisch en gratis verlengd tot en met de eerste mogelijke terugkomst van de verzekerde en / of bagage. Bagagevrzekering De bagage die de verzekerde tot zijn of haar persoonlijk gebruik meeneemt op reis, is verzekerd tegen diefstal, verlies, vermissing en beschadiging tot maximaal het bedrag dat staat vermeld op het verzekeringsbewijs (= een premier risque bedrag). Zaken die tijdens de reis zijn aangeschaft, zijn meeverzekerd tot een beperkt bedrag. Evenals: - foto-, film-en videoapparatuur -kostbaarheden .- brillen .- fietsen, opblaasbare en opvouwbare boten, surfplanken, skiboxen, sneeuwkettingen, etc. Uitgesloten zijn: -waardepapieren -verzamelingen -koopmansgoederen en monstercollecties -(lucht) vaartuigen, caravans en andere vervoermiddelen met aan-en toebehoren Verplichtingen van de verzekerde: -al het mogelijke doen ter voorkoming, beperking of vermindering van de schade -van diefstal of verlies aangifte doen bij politie -elke schade binnen de gestelde termijn schriftelijk melden aan de verzekeraar -bij elke schade de verzekeraar in de gelegenheid stellen de omvang van de schade te laten onderzoeken Diefstal van bagage uit een auto is alleen meeverzekerd op de reisverzekering, mits de gestolen goederen zich bevonden in een deugdelijke afgesloten kofferbak en ten tijde van de diefstal van buitenaf niet zichtbaar waren. Diefstal van bagage uit een auto is niet gedekt als: - de diefstal plaatsvond tussen 22:00 en 8:00 uur .-de bagage langer dan 24 uur onbeheerd is achtergelaten .-de verzekerde, de bagage gemakkelijk mee had kunnen nemen naar een veiligere plaats (bijv. hotelkamer / kluis) Is het nodig een bagageverzekering af te sluiten als men al een uitgebreide inboedel verzekering heeft? => Ja, de inboedelverzekering dekt brand, diefstal en waterschade, de bagageverzekering dekt ook verlies, beschadiging, etc. Daarnaast heeft de inboedelverzekering een beperkte dekking voor inboedel die zich in het buitenland bevindt. Medische kostenverzekering Medische kosten als gevolg van een sportongeval is alleen gedekt als aan een premietoeslag is voldaan. Als de verzekerde 24 uur of langer in een buitenlands ziekenhuis wordt opgenomen of daar wordt geopereerd, worden de kosten alleen vergoed als de behandeling niet kon worden uitgesteld tot onmiddellijk na terugkeer in Nederland. Geneeskundige behandeling is alleen gedekt als het gaat om onvoorziene, medische noodzakelijke behandelingen. Een reisverzekering is naast de AWBZ of ZF-verzekering toch nodig, doordat ze in het buitenland niet voor alle verstrekkingen (die je in NL. krijgt) zijn verzekerd. Een particuliere ziektekostenverzekering biedt wel voldoende dekking in het buitenland. Als men extra reiskosten moet maken door een gedekte gebeurtenis dan is dit gedekt. Ook is dit gedekt wanneer: -men vervroegd naar NL moet keren i.v.m. ernstige ziekte, een ongeval, overlijden van familieleden in 1e of 2e graad of bij zaakschade -men familieleden moet laten overkomen naar het buitenland i.v.m. levensgevaar of overlijden van een verzekerde Ook de kosten die betrekking hebben op het stoffelijk overschot (bij een sterftegeval) worden vergoed: -transportkosten -kosten van de noodzakelijke documenten .- kosten van de binnenkist .- vergoeding van de begrafeniskosten ter plaatse maximaal het bedrag dat vergoed zou worden als genoemd onder het eerste punt Automobilistenhulpverzekering (AHV) Voor verzekerden die met een motorrijtuig op vakantie-of zakenreis gaan, wordt in veel gevallen bij schade en de daaruit voortkomende financiële gevolgen door de verzekeraar hulp geboden. De verzekering omvat de vergoeding van kosten voor organisatie en hulpverleningen aan de verzekerde en het motorrijtuig waarmee wordt gereisd, mits het is voorzien van een NL. kenteken en de bestuurder en geldig rijbewijs heeft. Dekking: -een vervangende chauffeur als de eigenlijke bestuurder uitvalt -als de auto beschadigd is en verder rijden niet mogelijk is en dit niet binnen 2 dagen te repareren is => verzekerde terug naar NL. (repatriëren) .- kosten van het toezenden van onderdelen die ter plaatse niet verkrijgbaar zijn .- rechtsbijstand Doorlopende reisverzekering Een doorlopende reisverzekering is voordeliger voor mensen die een paar keer per jaar op vakantie gaan. Vakantie-autocascoverzekering Om de schade aan het eigen motorrijtuig te dekken tijdens de vakantie is er de vakantieautocascoverzekering. Ook kan deze verzekering gesloten worden als de auto al all-risk verzekerd is (om premiekorting van eigenverzekering te behouden). Deze verzekering wordt alleen geaccepteerd als: .-de auto is voorzien van een NL. kenteken .-de auto niet ouder is dan 7 jaar - de bestuurder niet ouder is dan 70 jaar -de auto geen huurauto of auto voor betaald personenvervoer, sportauto of bus is Dekking: schade aan of verlies van het motorrijtuig en de vast gemonteerde onderdelen De premie wordt berekend op basis van de oorspronkelijke nieuwwaarde van het vervoermiddel of de huidige catalogusprijs (incl. BTW). 7. Pleziervaartuigenverzekering Verzekeraars accepteren gewone (zeil)vaartuigen al dan niet met een motor die voor particuliere doeleinden worden gebruikt. Voor vaartuigen voorzien van een motor die een snelheid kunnen bereiken van meer dan 50 km per uur, zelfbouwvaartuigen, vaartuigen die worden verhuurd, vaartuigen die bedrijfsmatig worden gebruikt en vaartuigen met een nieuwwaarde van meer dan f 75.000,-moet eerste met de verzekeraar worden overlegd voordat dekking kan worden toegezegd. Meestal worden oudere vaartuigen met ingebouwde benzinemotor en zelfbouwboten geïnspecteerd voordat dekking wordt verleend. De uitgebreide pleziervaartuigenverzekering kan in 5 dekkingselementen worden onderverdeeld: .-schade aan het vaartuig (cascodekking) .-schade aan de inboedel - aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door of met het vaartuig -dekking tegen bepaalde kosten -ongevallenverzekering voor opvarenden Cascodekking: verzekerd is de schade aan of verlies van het vaartuig of de uitrusting, door alle plotselinge en onzekere gebeurtenissen, incl. eigen gebrek, tenzij in de polis uigesloten of beperkt Onder de casco van het schip wordt verstaan: -het in de polis omschreven vaartuig incl. de standaarduitrusting -accessoires bevestigd aan of in het vaartuig- de voortstuwingsinstallatie originele scheepsmotor) niet ouder dan 3 jaar De dekking is niet alleen van kracht als de boot in het water ligt, maar ook tijdens het vervoer en verblijf in de ligplaats / berging. Schade aan het vaartuig zelf als geval van een gebrek in de voortstuwingsinstallatie is gedekt, ongeacht het type motor of de ouderdom. De inboedel is verzekerd tot een bepaald percentage van het verzekerd bedrag van het schip (meestal 15 of 20%). Dit is een premier risque dekking. De inboedel is verzekerd tegen schade als gevolg van: -schipbreuk, zinken, stranding en aanvaren van het vaartuig -brand, ontploffing, blikseminslag .-diefstal van gehele vaartuig .-diefstal van alleen de inboedel na braakschade -schade ontstaan tijdens het vervoer van het pleziervaartuig, als haar vaartuig daarbij ook zelf beschadigd is Uitsluitingen: -geld en geldswaardige papieren -antiek, kunstvoorwerpen, verzamelingen -(zonne)brillen, contactlenzen, horloges en lijfsieraden - foto-, film- en videocamera's Is de schade aan het vaartuig te herstellen, dan worden de herstelkosten -/-"nieuw voor oud" vergoed. De verzekeraar heeft het recht de herstelkosten pas te vergoeden nadat het herstel daadwerkelijk is uitgevoerd. Wordt niet tot herstel overgegaan, terwijl dat wel mogelijk is, dan wordt de waarde van het schip voor de schade -/-de restwaarde van het restant vergoedt. Is het vaartuig niet te herstellen of is het schip verloren gegaan door diefstal, verduistering, etc. dan zal de verzekeraar de waarde van het schip voor de schade vergoeden -/-eventuele restanten. Schade aan de inboedel wordt vergoed op basis van nieuwwaarde. Is de dagwaarde minder dan 40% van de nieuwwaarde dan wordt de vergoeding gebaseerd op de dagwaarde. Uitsluitingen: .-schade door opzet .-schade terwijl het vaartuig is verhuurd of gebruikt wordt om tegen betaling personen te voeren .-schade ontstaan door of bij aanhouding of inbeslagname doordouane of anders -normale slijtage -geleidelijke inwerking van lucht, licht en water -schade door bodem-, water-of luchtverontreiniging -blaasvorming op de polyester huid van een schip ten gevolge van osmose die zich openbaart na 3 jaar na de eerste tewaterlating .-schade aan de buitenboordmotor door het overboord raken daarvan en diefstal hiervan in de haven of op de wal .-schade als gevolg van molest en / of atoomkernreacties .-schade door onvoldoende onderhoud De aansprakelijkheidsdekking van roeiboten, kano's, rubberboten, surfplanken of zielvaartuigen met een zeiloppervlakte van 16m2 is gedekt op de AVP. Is heeft het vaartuig een motor > 3 KW => geen dekking AVP. De AVP is dus niet voldoende om schade veroorzaakt met vaartuigen te dekken. De pleziervaartuigenverzekering met aansprakelijkheidsdekking is hiervoor nodig. De pleziervaartuigenverzekering dekt: -opruimingskosten -bereddingskosten - kosten van bewaking en vervoer naar de dichtstbijzijnde herstelplaats -proceskosten en wettelijke rente -huur van een vervangend vakantieverblijf max. f 250,-per dag, max. f 2.500,-per gebeurtenis -kosten om het vaartuig naar NL. terug te brengen Veel pleziervaartuigenverzekeringen hebben ook een ongevallendekking voor opvarenden. Indien een opvarende aan boord van het vaartuig of tijdens het aan of van boord gaan een ongeval overkomt, vergoedt de verzekeraar ingeval van overlijden of invaliditeit een bepaald bedrag. Het gebied waarbinnen de pleziervaartuigenverzekering van kracht is, is afhankelijk van de gekozen dekking. (De Noordzee is niet gedekt!!!!) De premie is afhankelijk van: -de gewenste dekking -vaargebied -soort vaartuig en bereikbare snelheid -premiegrondslag -extra eigenrisico - no-claimkorting De premiegrondslag is het bedrag waarover de premie wordt berekend. Voor vaartuigen zonder en met motor, mits de snelheid < 30 km per uur, 50% van de nieuwwaarde + 50% dagwaarde. De minimum premiegrondslag is 70% van de nieuwwaarde. Voor motorboten die maximaal 50 km/uur kunnen, is de premiegrondslag de nieuwwaarde. Ook bij deze verzekering geldt no-claim korting. Zeilplankverzekering Meestal beidt de verzekeraar alleen dekking voor zeilplanken als de verzekering onderdeel uitmaakt van een totaalverzekeringspakket. De belangrijkste dekkingen: -schade aan de zeilplank zelf en schade aan de surfplank of het "wet suit" - aansprakelijkheid voor schade met of door de zeilplank veroorzaakt Verzekerd is schade aan de zeilplank of verlies daarvan veroorzaakt door van buiten komende onheilen en als gevolg van eigen gebrek. De zeilplank is niet alleen in het water verzekerd, maar ook tijdens vervoer over de weg en verlijf in de berging. Als de zeilplank na een schade gerepareerd kan worden, dan worden de reparatiekosten vergoed tot max. de verzekerde som -/-een veronderstelde verbetering nieuw voor oud. In geval van totaalverlies van de zeilplank wordt de dagwaarde -/-de waarde van restanten uitgekeerd. Het surfpak (wet suit) is meeverzekerd tegen schade door van buitenkomende onheilen. De aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door een zeilplank is in de regel al subsidiair gedekt (= dat deze verzekering niet dekt als een andere verzekering ook dekt). Uitgesloten, is schade: -ontstaan tijdens verhuren -ontstaan tijdens ijs-of strandzeilen, jumpen en brandingsurfen -als gevolg van geleidelijke inwerking van licht, lucht of water -slijtage .-als gevolg van opzet door verzekerde .-als gevolg van een wijziging in de oorspronkelijke constructie -inbeslagname of verbeurdverklaring door een overheid -aan een verzekeringsnemer te verwijten onvoldoende zorg en / of onvoldoende onderhoud De verzekering is van kracht op binnenwateren van West-Europa. Buiten de Benelux geldt de dekking echter gedurende maximaal 6 achtereenvolgende weken per keer. Surfen op de Noordzee is niet gedekt! En gewoonlijk worden zielplanken ouder dan 1 jaar niet meer geaccepteerd. Het eigenrisico is f 100,-per gebeurtenis (dit geldt alleen bij schade aan de plank, niet bij aansprakelijkheid). Caravanverzekering Onder caravans worden begrepen tourcaravans met vaste wanden of demontabele respectievelijk inklapbare wanden, kampeerwagens of stacaravans. 4 dekkingsonderdelen: .-schade aan de caravan .-schade aan de inboedel -de aansprakelijkheid - kosten Verzekerde zaken: .- caravan incl. standaard uitrusting, voortent en eventuele aanbouw -inboedel die zich in de caravan, voortent of aanbouw bevindt Dekking voor schade veroorzaakt door: -brand, ontploffing en kortsluiting ook als deze gebeurtenissen het gevolg zijn eigengebrek - diefstal, joyriding en verduistering van de caravan door derden -storm - bosten, omslaan, te water raken of van de weg raken, slippen en andere risico's -kwaadwilligheid en baldadigheid van derden -enig ander onverwacht van buiten komend onheil Schade ten gevolge van een eigen gebrek is alleen gedekt als de caravan niet ouder is dan 5 jaar en als de caravan door de verzekeringsnemer als 1e eigenaar is gekocht. Is dit niet het geval dan is eigen gebrek alleen gedekt in geval van brand, ontploffing en kortsluiting. Als de caravan niet ouder is dan 5 jaar, worden herstelkosten van constructie-en materiaalfouten gedekt indien deze kosten nodig zijn voor het houden van de caravan of om schade te voorkomen, (als deze kosten niet zijn te verhalen op de leverancier). De inboedel is gedekt tegen risico's van: - brand, kortsluiting en ontploffing ook als gevolg van eigen gebrek en blikseminslag -diefstal en verduistering na braakschade - een andere plotseling en onverwachte gebeurtenis op de voorwaarde dat er ook schade aan de caravan is Als de caravan aan een motorrijtuig is gekoppeld of van dat motorrijtuig is losgeraakt, resp. losgeraakt maar nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen, is het aansprakelijkheidsrisico van de caravan gedekt op de WA-motorrijtuigenverzekering. Is de caravan ontkoppeld en veilig buiten het verkeer tot stilstand gebracht, dan is het aansprakelijkheidsrisico subsidiair gedekt op de caravanverzekering. Volgens art 6:174 BW is de bezitter van een gebouw (stacaravan) aansprakelijk als door het gebouw schade wordt veroorzaakt aan derden (vs per gebeurtenis is f 1.000.000,-) . Is het aansprakelijkheidsrisico gedekt op de caravanverzekering dan worden ook vergoed: -kosten van rechtsbijstand om door een tegenpartij ingediende claim te bestrijden -eventueel verschuldigde wettelijke rente Is er sprake van een gedekt schade, dan zijn meeverzekerd, zonodig boven de vs: -kosten voor berging, opruiming, stalling en vervoer naar een herstelinrichting - kosten voor een vervangend vakantie verblijf -kosten voor het terugbrengen, herplaatsen en opnieuw aansluiten van de verzekerde caravan als deze voor herstel van de gedekte schade van de standplaats verwijderd moest worden of na totaal verlies van de caravan -bijdrage in de averij-grosse Bij schade aan de caravan worden de herstelkosten vergoed. Is er sprake van totaalverlies of zijn de herstelkosten 3/4 van de waarde van de caravan dan wordt het verschil tussen de waarde voor en na de gebeurtenis uitgekeerd. Is de caravan een paar jaar oud, dan wordt als waarde voor de gebeurtenis uitgegaan van de dagwaarde. Zijn de herstelkosten < het verschil tussen dagwaarde en restantwaarde => totall loss, de uitkering is dan het verschil tussen de dagwaarde en de restantwaarde. Voor de inboedel wordt de schade vastgesteld op basis van de herstelkosten. Is herstel niet mogelijk dan wordt het verschil tussen de waarde voor en na de gebeurtenis uitgekeerd. Als waarde voor de gebeurtenis gaan we uit van de nieuwwaarde, tenzij: -de dagwaarde < 40% van de nieuwwaarde -zaken zijn onttrokken aan het gebruik waarvoor zij zijn bestemd Niet gedekt is schade: -ontstaan terwijl de caravan werd verhuurd -ontstaan tijdens deelname aan snelheids-of behendigheidswedstrijden -ontstaan door onvoldoende onderhoud van en / of onvoldoende zorg voor de verzekerde objecten, zoals: -verzuim van verzekerden in het onderhoud -herstelkosten van slijtage -als de bestuurder van het trekkende motorrijtuig onder invloed van alcohol schade veroorzaakt -molest of atoomkernreacties De premie is afhankelijk van: .-de nieuwwaarde .-de gewenste dekking -het eigenrisico Voor caravans die worden verhuurd, zelfbouwcaravans of caravans die ouder zijn dan 7 jaar dient de premie over het algemeen te worden aangevraagd. Kampeerautoverzekering De meeste verzekeraars kennen een speciaal tarief voor kampeerauto's. Kampeerauto's kunnen zijn: -kant-en klaar geleverde kampeerauto's -bestel- en vrachtauto's, autobussen die door op-of ombouw en na keuring door de Rijksdienst voor het Wegverkeer als zodanig worden gekwalificeerd De dekking kan zijn:: -alleen aansprakelijkheid -aansprakelijkheid uitgebreid met een volledige cascodekking - aansprakelijkheid uitgebreid met een beperkte cascodekking Als het verzekerde bedrag incl. de inboedel is, wordt beschadiging of verlies van de in de kampeerauto aanwezige inboedel vergoedt, als de schade het gevolg is van: -brand, blikseminslag, ontploffing en kortsluiting .- diefstal, voor zover er sprake is van sporen van braakschade aan de kampeerauto of van diefstal van de gehele kampeerauto .- een ongeval waarbij de kampeerauto ook zelf beschadigd is en de kampeerauto volledig cascoverzekerd is De verzekering geldt niet bij verhuur van de kampeerauto. 8. Rechtsbronnen: -wet -gewoonte - jurisprudentie -internationale overeenkomst (verdrag / conventie) -doctrine resp. dogmatiek (schrijversrecht) Bij wetten bestaat er de mogelijkheid dat zij elkaar overlappen. In zo'n geval moet worden vastgesteld, welke wet van toepassing is. -hoog gaat boven laag -jong gaat boven oud -speciaal gaat boven algemeen Om gewoonteregels al rechtsbron te kunnen betitelen, moeten ze aan de volgende eisen voldoen: -het moet gaan om gewoonten die voortdurend plaatsvinden -die gewoonten moeten als een zekere (rechts) verplichting worden ervaren Voorbeelden van gewoonterecht: - leveringsvoorwaarden die de partijen samen bepalen -de vertrouwensregel in het staatsrecht Afspraken tussen staten en / of volkenrechtelijke rechtssubjecten heten verdragen (of internationale overeenkomsten). Verdragen worden door de Kroon geratificeerd na goedkeuring door de Staten-Generaal. Is door een verdrag een wijziging nodig in de Grondwet, dan moeten de Kamers der Staten-Generaal dit met 2/3 meerderheid aannemen. Verdragen treden pas in werking nadat de nationale wetgeving daarop is aangepast. Sommige verdagen kunnen wel onmiddellijk in werking gaan => selfexecuting-verdrag doctrine of dogmatiek de interpretatie die door rechtsgeleerde schrijvers aan juridische onderwerpen wordt gegeven Rechtspersonen kunnen zijn: -publiekrechterlijke rechtspersonen -privaatrechterlijke rechtspersonen Publiekrecht regelt de gezagsverhouding tussen overheid en burgers. Tot het publiekrecht behoort: -staatsrecht -administratief / bestuursrecht -belastingrecht -volkenrecht -recht van internationale organisaties Privaatrecht regelt de gezagsverhouding tussen burgers en burgers en burgers en overheid (als de overheid als burger optreedt!) Tot het privaatrecht behoren: -burgerlijk recht -handelsrecht -burgerlijk procesrecht -internationaal privaatrecht Materieel recht => de inhoud van het recht Formeel recht => geeft wegen aan waarlangs men materieelrecht kan realiseren Dwingenrecht => niet vanaf te wijken Aanvullendrecht => wel vanaf wijken Iedereen kan op twee manieren te maken krijgen met de wet: .-via het strafproces .-via het burgerlijk proces (civiel) De rechterlijke macht in Nl: -65 kantongerechten -19 arrondissementsrechtbanken - 6 gerechtshoven -1 Hoge Raad (toezicht of de wet goed wordt toegepast) Absolute competentie => welke rechter? Relatieve competentie => welke plaats? (waar het feit is begaan of waar de verdachte zich bevindt) Bij bepaalde overtredingen (bijv. verkeersovertredingen) heeft de politie transactiebevoegdheid. Dat betekent dat de politie een voorstel doet waarmee een strafvervolging wordt voorkomen. Heeft de politie geen transactiebevoegdheid dan wordt er een proces-verbaal opgemaakt dat naar de Officier van Justitie gaat (= vertegenwoordiger OM). De Officier van Justitie kan in sommige gevallen een transactievoorstel doen. Gaat de verdachte daarop in, dan wordt strafvervolging voorkomen. Hij kan de zaak ook seponeren (= laten vallen). Bij vervolging krijgt de verdachte een dagvaarding. Hierop staat waar hij / zij van verdacht wordt en wanneer hij / zij moet voorkomen. Overtredingen => kantonrechter Misdrijven => arronidissementsrechtbank Verstekveroordeling; een veroordeling zonder tegenspraak (bijv. als de verdachte niet aanwezig is) Het vonnis (de uitspraak) kan inhouden: .-een veroordeling .-een vrijspraak -ontslag van rechtsvervolging De belangrijkste rechtsmiddelen: -verzet -hoger beroep -cassatie Kantonrechter -> hogerberoep -> arrondissementrechtbank -> hoger beroep -> gerechtshof -> cassatie -> Hoge Raad Kantonrechter -> cassatie -> Hoge Raad Arrondissementsrechtbank -> cassatie -> Hoge Raad Kantonrechter => arbeids-en huurgeschillen en vorderingen tot f 10.000,-Arrondissementsrechtbank => andere zaken en vorderingen > f 10.000,- Burgerlijk proces: .- als een burger iets van een andere burger vordert .- de eisende partij schakelt een advocaat in, die een dagvaarding opmaakt (namen, datum, van rechtszaak, vordering) -gedaagde moet een advocaat inschakelen (behalve bij het kantongerecht) -de partijen verschijnen niet persoonlijk voor de rechter, maar worden vertegenwoordigd door een procureur (procureur is ook een advocaat) Advocaat is als juridisch raadsman landelijk bevoegd. Procureur is alleen bevoegd binnen het arrondissement waar hij bij de rechtbank staat ingeschreven.. Civiele zaken lopen meestal schriftelijk behalve kantongerechtzaken. Hoger beroep is alleen mogelijk als de vordering ten minste f 3.500,-bedraagt. Is de vordering lager dan is cassatie nog wel mogelijk. Degene die zich beroept op rechtsgevolgen van door hem gestelde feiten, moet die feiten zo nodig bewijzen. Die bewijslast geldt alleen als de gedaagde de feiten betwist. (Bewijs door getuigen of schriftelijk.) De rechter kan op grond van omstandigheden de bewijslast omkeren. Partijen kunnen ook hun geschil aan deskundigen / arbiters voorleggen. Partijen moeten bij deze procedure op voet van gelijkheid worden behandeld. De uitspraak van de arbiter is bindend voor beide partijen. Werkt één van de partijen niet mee aan de uitspraak, dan kan dat via de rechter worden afgedwongen. Persoonlijke aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid van de pleger van anderen of over de aansprakelijkheid veroorzaakt door zaken die aan iemand toebehoren. Kwalitatieve aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid voor gedragingen van anderen of over de aansprakelijkheid veroorzaakt door zaken die aan iemand toebehoren. Schuldaansprakelijkheid betekent dat de veroorzaker van de schade pas aansprakelijk is als zijn fout hem kan worden toegerekend. Bij risico-aansprakelijkheid speelt de toerekening geen rol, hij / zij is ook aansprakelijk als er geen sprake is van schuld. Eisen, voordat iemand persoonlijk aansprakelijk is: -onrechtmatige daad - de onrechtmatige daad moet aan de dader toe te rekenen zijn -door de onrechtmatige daad moet schade zijn ontstaan -causaal verband; daad en schade Een onrechtmatige daad is er als: .-er een inbreuk wordt gemaakt op een recht van een ander .-er sprake is van een doen of nalaten in strijd met de wet .-er sprake is van een doen of nalaten in strijd met het maatschappelijk verkeer De onrechtmatige daad wordt gerechtvaardigd, gezien de volgende bijzondere omstandigheden (= rechtvaardigingsgronden): -overmacht of noodtoestand -noodweer -wettelijke bevoegdheid -bevoegd gegeven ambtelijk bevel Toerekening van iemands handelen of nalaten in bepaalde gevallen kan ook plaats vinden als die persoon aan dat handelen of nalaten geen schuld heeft => toerekening op grond van de wet (art. 6:162 BW), bijv. als een geestelijk gehandicapte iets kapot gooit. Kinderen tot 14 jaar => ouders aansprakelijk Soorten schades: -zaakschade - letsel-of overlijdensschade -gevolgschade voortvloeiend uit zaak-en / of personenschade -zuiver vermogensschade - kosten -immateriële schade Bij letselschade kan de schadevergoeding bestaan uit: - medische kosten die niet door een verzekering worden vergoed -zaakschade (bijv. kleding) - feitelijke en toekomstige inkomstenderving -"doe-het-zelfcapaciteit" -extra kosten (bijv. aanpassingen in de woning) -smartengeld (voor immateriële schade) Bezoekkosten, zoals reiskosten, bloemen, fruit worden soms ook vergoed, voor zover de kosten redelijk zijn (want bezoek heeft een herstel bevorderende werking). Er zijn behalve het slachtoffer ook andere vorderingsgerechtigden: .- schadeverzekeraars op grond van subrogatie (bijv. ziekenhuiskosten) .- uvi's van sociale verzekeringswetten kunnen uitkeringen op grond van de ZW, WAO, WAZ, WAJONG, Wet REA, ANW verhalen op de veroorzaker -werkgevers kunnen het nettoloon gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid vorderen De schadevergoeding bij overlijden kan worden toegerekend aan: -de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en minderjarige wettige / onwettige kinderen -ouder en andere aan-of bloedverwanten - zij die met het slachtoffer in gezinsverband samenwoonden en in wiens levensonderhoud hij geheel of grotendeels voorzag Alléén slachtoffers zelf hebben recht op smartengeld. Art. 6:108 lid 2 BW geeft het recht om ook begrafenis-of crematiekosten te vorderen voor zover deze in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene. Dat kan ook een ander zijn dan de vorderingsgerechtigden. De schadevergoeding kan op grond van de volgende gronden worden beperkt: -eigen schuld van de benadeelde - voordeelstoerekening (als de gebeurtenis de benadeelde tevens voordeel oplevert) Groepsaansprakelijkheid De benadeelde kan volstaan met het aantonen dat de schade het gevolg is van een groepsactiviteit en dat de door hem aangesproken persoon aan die activiteiten deelnam. De benadeelde kan elke deelnemer aan de groepsactiviteit aansprakelijk stelen voor zijn gehele schade. De aangesproken partij kan op zijn beurt de schade weer verhalen op de overige personeelsleden. 9. Kwalitatieve aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid voor gedragingen van anderen, resp. de aansprakelijkheid voor zaken. Art. 6: 169 BW Ouders / voogden zijn risico aansprakelijk voor schade veroorzaakt door kinderen tot 14 jaar, voor zover de schade is veroorzaakt door een onrechtmatige daad van het kind Voor kinderen van 14 en 15 jaar geldt dat de ouder ook aansprakelijk zijn, tenzij zij zich kunnen disculperen (= dat de ouders het recht hebben om aan te tonen dat zij de daad van het kind niet hebben kunnen beletten). Voor schade veroorzaakt door kinderen die ouder zijn dan 15 jaar, zijn de ouders niet meer aansprakelijk. Art. 6:173 BW De bezitter van een gebrekkige roerende zaak is risico aansprakelijk als de zaak schade aan andere zaken of personen veroorzaakt. De aansprakelijkheid van de bezitter kan alleen vervallen als de producten van het product aansprakelijk is, omdat het gebrek bij fabricage is veroorzaakt. Van een gebrekkige zaak is sprake als het niet voldoet aan de eisen die men er in de gegeven omstandigheid aan mag stellen. Als iemand zonder toestemming en zonder uw medeweten gebruik maakt van aan u toebehorende zaken, bent u niet aansprakelijk als die zaken schade veroorzaken. Art. 6:174 BW De bezitter of de bedrijfsmatige exploitant van een opstal is risico aansprakelijk voor schade veroorzaakt door dat opstal. Opstal zijn gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd en de onderdelen daarvan, alsmede openbare wegen, weguitrusting en leidingen. Art. 6:179 BW De bezitter of bedrijfsmatige exploitant van een dier is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door dieren. (De schade moet wel het gevolg zijn van eigen gedragingen van het dier.) Art. 185 Wegenverkeerswet is van toepassing als een motorrijtuig een verkeersongeval veroorzaakt op de openbare weg, m.u.v. schade toegebracht aan andere motorrijtuigen in beweging, personen of zaken vervoerd met het motorrijtuig en aan loslopende / vliegende dieren. (dit artikel beschermt de zwakkere verkeersdeelnemer) Art. 185 WvW is alleen van toepassing als aan de volgende omstandigheden is voldaan: -het moet een motorrijtuig zijn dat schade veroorzaakt -de schade moet het gevolg zijn van een verkeersongeval -het verkeersongeval moet plaatsvinden op de weg In art. 1 WvW staat het begrip motorrijtuig zoals volgt omschreven: "Alle rij-of voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het rij-of voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer en elders." De WAM voegt hier nog aan toe: "en al hetgeen daaraan gekoppeld is of daarvan is losgeraakt of losgemaakt en nog niet (veilig) buiten het verkeer tot stilstand is gekomen." Er is geen toepassing van art. 185 WvW mogelijk als een motorrijtuig op of vanaf de openbare weg schade veroorzaakt aan: -personen of zaken met het motorrijtuig vervoert -andere motorrijtuigen in beweging en daarmee vervoerde zaken of personen -loslopende / vliegende dieren Personen die met een motorrijtuig vervoerd worden, kunnen de bestuurder wel aansprakelijk stellen op grond van art. 6:162 BW. Als er een aanrijding plaatsvindt tussen twee motorrijtuigen die aan het verkeer deelnemen, dan moet de aansprakelijkheid vastgesteld worden op grond van art. 6:162 BW. Art. 185 WvW is een voorbeeld van kwalitatieve aansprakelijkheid, die berust op de eigenaar / houder van het motorrijtuig. Houder: - degene die het motorrijtuig onder zich heeft op grond van huurkoop -degene die het motorrijtuig in de vruchtgebruik heeft - degene die het motorrijtuig duurzaam in gebruik heeft, anders dan de eigenaar of bezitter Art. 185 WvW sluit aansprakelijkheid uit indien de aanrijding te wijten is aan overmacht. Overmacht is een uitzonderlijke situatie buiten het motorrijtuig waarmee de bestuurder van het motorrijtuig geen rekening kon houden en waarop hij zijn rijgedrag niet heeft hoeven aanpassen. Een gebrek in het motorrijtuig of een plotselinge ziekte van de bestuurder, leveren geen grond op voor overmacht. De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat als er een aanrijding plaatsvindt tussen een motorrijtuig en een kind in de leeftijd tot 14 jaar, de eigenaar / houder van dat motorrijtuig geen beroep kan doen op overmacht, tenzij er sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid aan de zijde van het kind. Ook een beroep op eigen schuld van een kind is volgens art. 6:101 BW niet mogelijk. Met andere woorden; vindt er een aanrijding plaats tussen een motorrijtuig en een kind van < 14 jaar, dan zal de eigenaar / houder vrijwel altijd aansprakelijk zijn. Vindt er een aanrijding plaats tussen een motorrijtuig en iemand van > 14 jaar, dan blijft een beroep op overmacht mogelijk. Eisen van het beroep op overmacht: -het moet vaststaan dat de bestuurder geen enkel verwijt treft -dat hem ter zake van de wijze van zijn verkeersdeelname geen verwijt te maken valt - dat hij geen rekening heeft kunnen houden met de onverwachte situatie die zich plotseling voordoet De Hoge Raad heeft in een belangrijk arrest (het IZA / Vrerink arrest HR 28-02-1992, VR 1992,93) bepaald dat als een beroep op overmacht faalt, het motorrijtuig ten minste voor 50% aansprakelijk is voor de schade van de voetganger / fietser. Blz. 219 Saskia -Mulder arrest Wil de eigenaar van het motorrijtuig schade verhalen op een fietser / voetganger dan zal hij alleen slagen als hij overmacht volgens art. 185 WvW aantoont. Is een beroep op overmacht niet mogelijk, dan rest alleen nog een beroep op art. 6:101 BW (eigen schuld fietser / voetganger). Schade aan een motorrijtuig door een kind < 14 jaar, verhaal op schade niet mogelijk. (een beroep op overmacht en eigen schuld uitgesloten) Alleen door opzet van het kind of aan opzet grenzende roekeloosheid, is volledig verhaal mogelijk. Schade aan een motorrijtuig door een "volwassen" fietser / voetganger, dan is beroep op overmacht mogelijk. Slaagt de gemotoriseerde partij daar niet in, dan zal hij ten hoogste 50% van zijn schade kunnen verhalen. Art. 185 lid 5 WvW de schadevergoeding voor zaakschade (uit hoofde van art. 185 WvW) is beperkt tot de (dag)waarde van het motorrijtuig met een min. van f 500,-. 10. Een aansprakelijkheidsverzekering beschermt de financiële positie, het vermogen, van de verzekerde. Er zijn voor particulieren verschillende aansprakelijkheidsverzekeringen, zoals: .-aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren .-aansprakelijkheidsverzekering voor jagers .-aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen - aansprakelijkheidsverzekering voor vaartuigen -aansprakelijkheidsverzekering voor caravans Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP) De verzekering dekt aansprakelijkheid van de verzekerden voor zaak-en / of personenschade toegebracht aan anderen. Niet gedekt is schade aan zaken van de verzekerde zelf. Zaakschade is beschadiging, vernietiging of verlies van stoffelijke zaken en de rechtstreeks daaruit voortvloeiende gevolgschade. Personenschade is schade door letsel of aantasting van de gezondheid van een persoon of het veroorzaken van diens overlijden met inbegrip van de rechtstreeks daaruit voortvloeiende gevolgschade. Zuivere vermogensschade is schade die niet het gevolg is van zaak-en / of personenschade. In de polis staat een verzekerd bedrag, dit is het maximaal bedrag waarvoor de verzekeraar voor één gebeurtenis dekking biedt. Omdat op een aansprakelijkheidsverzekering geen sprake is van de verzekering van een object, kan er ook sprake zijn van onderverzekering. Als een verzekeraar van mening is, dat verzekerde niet aansprakelijk is, maar de tegenpartij is het daarmee oneens, dan kan dat leiden tot een dagvaarding (in de hoop dat de rechter de verzekerde gelijk geeft). De proceskosten zijn gedekt. Is de rechter van mening dat de verzekerde wel aansprakelijk is, dan moet in de regel over het schade bedrag wettelijke rente worden betaald => gedekt. Het is mogelijk dat een schade is veroorzaakt voor de ingangsdatum van de verzekering, maar pas ontstaat in de verzekeringstermijn => inloop. Is die gebeurtenis op het moment van het sluiten van de verzekering een onzekervoorval, dan is er dekking onder de polis. Het is ook mogelijk dat een schade is veroorzaakt in de verzekeringstermijn, maar pas ontstaat als de verzekering al is beëindigd => uitloop. Het uitlooprisico is ook gedekt. Alleenstaandenpolis Onder een alleenstaande polis zijn verzekerd: .-de verzekeringsnemer als particulier .-de verzekeringsnemer als werkgever van huispersoneel .-zijn of haar huispersoneel bij een voor de verzekeringsnemer te verrichten werkzaamheid .-zijn logees voor zover niet op een andere polis gedekt (subsidiair) Gezinspolis Onder een gezinspolis zijn verzekerd: .-de verzekeringsnemer en zijn echtgenoot .-de met de verzekeringsnemer in gezinsverband samenwonende personen - hun minderjarige kinderen .-hun meerderjarige kinderen, die bij hen inwonen of voor studie uitwonend zijn .-hun logees => subsidiair .-hun huispersoneel tijdens werkzaamheden voor de verzekeringsnemer AVP Als een verzekerde tijdens de uitoefening van een bedrijf of beroep schade veroorzaakt, is daarvoor geen dekking onder de AVP. Twee uitzonderingen: 1) huispersoneel tijdens het verrichten van werkzaamheden (verzekeringsnemer ook als werkgever voor huispersoneel) 2) kinderen tijdens het verrichten van werk in hun vrije tijd of vakantie De polis beperkt de dekking voor onderlinge aansprakelijkheid (personen met dezelfde polis) tot personenschade voor zover geen andere verzekering dit dekt (subsidiair). Dus als verzekerden elkaar onderling zaakschade toebrengen, is er geen dekking. De AVP is op de gehele wereld van kracht, op de voorwaarde dat de verzekerde zijn woonplaats in NL. is. Ook dekt de AVP de aansprakelijkheid: -aan de bezitter van een gebouw, voor de door dat gebouw veroorzaakte schade - als bezitter van een door u bewoond huis -als bezitter van een in Europa gelegen 2e woning, woonboot, stacaravan of huisje op een volkstuincomplex, tenzij deze gebouwen uitsluitend dienen voor verhuur aan derden Bij het kopen van een nieuwe woning, kan het zijn dat u tijdelijk bezitter bent van twee woningen, waarvan u er slechts één bewoont. De aansprakelijkheid i.v.m. schade veroorzaakt door de onbewoonde woning is ook gedekt op de AVP, gedurende één jaar. De aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt door brand aan het, door hem voor vakantiedoeleinden gebruikte, gehuurde vakantieverblijf en de daarin aanwezige inboedel is gedekt (met een hoog eigenrisico). Ook aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door een antenne of schotelantenne is gedekt, zelf als daardoor schade wordt veroorzaakt aan uw huurwoning. Uitsluitingen: -opzettelijke veroorzaakte schade > 14 jaar -bedrog -molest en atoomkernreacties .-schade veroorzaakt door of met motorrijtuigen .-schade veroorzaakt door of met vaartuigen .-schade veroorzaakt door of met luchtvaartuigen -woonplaats niet langer in NL. -schade veroorzaakt door wapens waarvoor verzekerde geen vergunning heeft -niet nakomen van verplichtingen Een beperkte dekking is van toepassing in geval van schade aan zaken die men in opzicht heeft. In sommige gevallen vergoedt de AVP-verzekeraar toch schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig: -de aansprakelijkheid van de verzekerde als passagier => subsidiair - aansprakelijkheid van de verzekerde voor schade veroorzaakt met een op afstandbediende modelauto -aansprakelijkheid van de verzekerde voor schade veroorzaakt met motorisch voortbewogen grasmaaiers, kinderspeelgoed, e.d. voor zover zij < 10 km / uur .- schade veroorzaakt door huispersoneel met een motorrijtuig dat niet verzekerd blijkt te zijn (non-owner-liability) .- joyriding door kinderen tot 18 jaar => subsidiair Joyriding is het zonder toestemming gebruiken van een motorrijtuig zonder de intentie te hebben het motorrijtuig toe te eigenen De uitsluiting voor schade veroorzaakt door of met een vaartuig geldt niet voor de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door roeiboten, kano's, zielplanken, op afstandbediende modelboten en zeilvaartuigen met een zeiloppervlakte van ten hoogste 16m2, tenzij een motor > 3 KW. De uitsluiting voor schade veroorzaakt door of met luchtvaartuigen geldt niet voor de aansprakelijkheid: -voor schade veroorzaakt door of met modelvliegtuigen met een gewicht < 20 kg, een vlieger met een oppervlakte van < 1,5 m2, deltavlieger, parasailing en parachutespringen -als passagier van een luchtvaartuig Opzicht: -vervoeren -bewerken (bijv. wasgoed van zieke) -behandelen -bewaren -lenen -gebruiken -bewonen -huren Aansprakelijkheid voor schade aan zaken die men "onder zich" heeft, is gedekt tot een beperkt bedrag (meestal f 25.000,-en soms met een eigenrisico van f 100,-). De dekking voor schade aan zaken onder opzicht geldt echter niet in de volgende gevallen: .-schade aan zaken die een verzekerde onrechtmatig onder zich heeft, tenzij < 14 jaar .-schade aan zaken die zijn gehuurd, geleast, gepacht (huurkoop en vruchtgebruik) .-schade aan zaken uit hoofde van een bedrijf of beroep, i.v.m. het verrichten van betaalde handenarbeid of uit hoofde van de vervulling van de militaire of burgerlijke dienstplicht .-schade aan motorrijtuigen, caravans, vouwwagens, motorrijtuigen, zeil-en luchtvaartuigen in opzicht .-schade als gevolg van verlies, diefstal of vermissing van geld en geldswaardige papieren, bank-, giro-en betaalpassen of creditcards die een verzekerde onder zich heeft In geval van schade mag de verzekerde geen aansprakelijkheid erkennen en moet hij alles nalaten wat de belangen van de verzekeraar zou kunnen schaden. Als u als vrijwilliger werkt, kunnen er problemen ontstaan als u in die hoedanigheid schade veroorzaakt. De vraag is of er nog sprake is van een particuliere hoedanigheid. Is dit niet het geval, doordat er frequent wordt gewerkt, dan is het aan te bevelen, te informeren bij de vrijwilligersorganisatie of zij een verzekering heeft gesloten ten behoeve van de vrijwilligers. Als oppas kunt u aansprakelijk zijn voor schade veroorzaakt door het kind, op grond van art. 6:162 BW, als u niet voldoende toezicht op het kind heeft gehouden. Jachtrisico Een jachtvergunning is verplicht voor personen van 18 jaar en ouder. Kinderen van 16 en 17 jaar mogen alleen onder toezicht van de jachtakte houder jagen. Kinderen < 16 jaar mogen niet zelf een vuurwapen gebruiken tijdens de jacht. Een jachtvergunning wordt pas afgegeven als u een aansprakelijkheidsverzekering voor jagers hebt gesloten => verplicht volgens de jachtwet. Eisen volgens de Jachtwet waaraan de verzekerde moet voldoen: -verzekerde bedrag moet ten minsten f 2.000.000,-per gebeurtenis bedragen .-de verzekeraar moet een verzekeringsbewijs afgeven .-de verzekering moet de aansprakelijkheid dekken van de jachtaktehouder en van alle personen die onder zijn toezicht jagen resp. bij de jacht betrokken zijn .-de verzekeraar mag zich tegenover de benadeelde niet beroepen op uitsluitingen of beperkingen die in de polis zijn opgenomen .-de benadeelde heeft rechtstreeks een vordering op de verzekeraar Eén uitsluiting is toegestaan; de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade toegebracht aan zijn echtgenoot, bloed-en aanverwanten voor zover zij bij de verzekerde inwonen en door hem worden onderhouden. Rechtsbijstandsverzekering voor Particulieren Als iemand financieel niet in staat is een advocaat te bekostigen, kan aanspraak gemaakt worden op "toevoeging" volgens de Wet op Rechtsbijstand (door de overheid gefinancierde rechtsbijstand). Dat kan alleen gedaan worden door particulieren voor geschillen die geen betrekking hebben op hun eventuele bedrijfsmatige activiteiten. "Toevoeging" betekent dat aan de rechtzoekende "van overheidswege" een raadsman (advocaat) wordt toegewezen, of dat op een andere wijze juridisch bijstand wordt verleend. Als u in aanmerking wilt komen voor gefinancierde rechtshulp, moet u zich wenden tot een van de bureaus voor rechtsbijstandvoorziening. Het bureau beoordeelt het verzoek, daaraan zijn een aantal voorwaarden verbonden: -er moet een redelijke kans op succes zijn -het belang van de zaak moet minimaal f 200,- zijn als geen advocaat toegewezen behoeft te worden - het belang van de zaak dient tenminste 20% van het netto maandinkomen van de advocaat te zijn (min. f 400,-) als er wel een advocaat nodig is -vanaf een bepaald inkomen (ongeveer f 3.000,-) is er geen recht op gefinancierde rechtshulp Het advies op het spreekuur van een bureau voor rechtshulp is gratis. Voor verlengde spreekuurvoorziening (max. 2 uur) is een bijdragen van f 30,-verschuldigd. Als een advocaat wordt toegewezen is een eigen bijdrage verschuldigd, waarvan de hoogte afhankelijk is van het netto maand inkomen. Als een zaak wordt gewonnen, kan afhankelijk van de daardoor ontstane vermogenssituatie alsnog de toevoeging worden ingetrokken en komen de kosten van bijstand alsnog voor eigenrekening. Er zijn ook andere manieren om rechtshulp te krijgen en wel via wetswinkels, sociale raadslieden, juridische ledenservice van consumenten organisaties, vakbonden en de ANWB. Voordelen rechtsbijstandverzekering: -geen eigenbijdrage verschuldigd -vergoeding van alle kosten -geschillencommissie voor het geval de verzekeraar van mening is dat er geen kans is op succes is en de zaak daarom niet wil behandelen -de klant hoeft niet naar een bureau voor rechtshulp - juridische hulp bij het verhalen van de schade, bijstand in strafzaken, juridische hulp als een wederpartij bepaalde verplichtingen niet nakomt De rechtsbijstandsverzekering is een aanvulling op de AVP. De AVP dekt aansprakelijkheid voor de door u veroorzaakte schade en de eventuele kosten van verweer tegen een onterechte vordering. De rechtsbijstandsverzekering dekt kosten die u moet maken om een door u geleden schade te verhalen op anderen. De rechtsbijstandverzekeraar vergoed ook de noodzakelijke kosten van juridische bijstand, zoals: -het honorarium van de advocaat, procureur, deurwaarder, etc. -proces-en gerechtskosten -kosten van de getuigen -reis-en verblijfskosten van een verzekerde door voor een rechts moet verschijnen om een getuigenis af te leggen Verschillende soorten rechtsbijstandverzekeringen: -rechtsbijstandsverzekering voor bedrijven of beroepen -motorrijtuigenrechtsbijstandsverzekering -gezinsrechtsbijstandsverzekering Gezinsrechtsbijstandverzekering Voor verzekeringsnemer of voor het hele gezin. De verzekering geschiedt meestal incl. het motorrijtuigenrisico. Is er in het gezin geen motorrijtuig aanwezig, dan wordt er een premiekorting gegeven. Na de ingangsdatum geldt nog een wachttijd van 3 maanden. Geschillen die in deze wachttijd zijn ontstaan zijn niet gedekt. De wachttijd geldt niet als het gaat om verhalen op schade op een wettelijk aansprakelijke derde of als het gaat om conflicten die voortvloeien uit een schriftelijke overeenkomst die is aangegaan na de ingangsdatum van de verzekering. Bij strafzaken is er geen dekking als er sprake is van opzet. Uitsluitingen: -het voeren van verweer tegen vorderingen uit onrechtmatige daad - geschillen over de eigendom, aankoop of garantie van een gebruikt motorrijtuig waarvoor geen BOVAG-garantiebewijs is afgegeven of een daarmee vergelijkbare dealergarantie -echtscheiding / opheffing samenlevingscontract -geschillen met de overheid inzake het belastingrecht - geschillen m.b.t. financieel onvermogen, faillissement, e.d. -geschillen betreffende vermogensbeheer -het besturen van een vervoermiddel als de bestuurder niet rijbevoegd is -ontruiming, huur-en burenrechtelijke geschillen als de desbetreffende zaken bij aankoop / huur al waren gekraakt / verhuurd -geschillen i.v.m. woningen die de verzekerde niet zelf bewoond - geschillen i.v.m. het verkrijgen, in eigendom hebben of besturen van vaartuigen met een nieuwwaarde van > f 200.000,-De rechtsbijstandsverzekering neemt geen zaken in behandeling waarvan het belang te gering is. Is de verzekeraar van mening dat er geen redelijke kans op succes is, dan wordt de zaak niet in behandeling genomen. De verzekerde kan hiertegen bezwaar aantekenen. De zaak wordt dan op kosten van de rechtsbijstandverzekeraar door een externe advocaat beoordeeld. De geschillenregeling is alleen van toepassing in de gevallen waarin de rechtsbijstandverzekeraar van mening is dat er geen redelijke kans op succes is. Twee mogelijkheden in NL. om een rechtsbijstandsverzekering te sluiten: .-bij een multibrancheverzekeraar .-bij een monobrancheverzekeraar Geschil verzekeringsnemer en meeverzekerde => alleen dekking voor verzekeringsnemer. Geschil tussen verschillende verzekerden bij dezelfde verzekeraar => beide gedekt / geen van beide gedekt. Verzekerde een geschil met verzekeraar => rechtsbijstand wordt verleend door ene onafhankelijk schaderegelingkantoor. Als u een schade heeft geleden (zaakschade) en de aansprakelijke veroorzaker is niet in staat (financieel) om de schade te vergoeden dan zal de rechtsbijstandverzekeraar deze vergoeden tot maximaal f 1.500,-. Kortingen op de premie kunnen worden verleend als: - het motorrijtuig van dekking wordt uitgesloten .-verzekerde geen eigen woning bezig .-verzekerde alleenstaande is 11. Wet Aansprakelijkheidverzekeringen Motorrijtuigen (WAM) Op grond van de WAM is het verplicht een motorrijtuig te verzekeren tegen het risico van aansprakelijkheid voor veroorzaakte schade. Motorrijtuig: "Alle rij-of voertuigen bestemd om anders dan langs spoorstaven over de grond te worden voortbewogen, uitsluitend of mede door mechanische kracht op of aan het rij-of voertuig zelf aanwezig, dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders; als een deel daarvan wordt aangemerkt al hetgeen aan het rij-of voertuig is gekoppeld of na koppeling daarvan is losgemaakt of losgeraakt, zolang het nog niet buiten het verkeer tot stilstand is gekomen." Het doel van de WAM is bescherming van degenen die in het verkeer schade lijden, veroorzaakt door een motorrijtuig. Dit wordt bereikt door: -verzekeringsplicht -rechtstreeks vorderingsrecht voor benadeelde verzekeraar - narisicotermijn -beperking van polisuitsluitingen -het Waarborgfonds Motorverkeer De verzekeringsplicht ontstaat zodra: -een kenteken is afgegeven - het motorrijtuig op de weg wordt geplaatst -met een motorrijtuig op de weg wordt gereden dan wel daarmee op een terrein aan het verkeer wordt deelgenomen Verzekeraars die een gekentekend motorrijtuig verzekeren, deze beëindigen en deze opschorten moeten dit aanmelden bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer. De Rijksdienst voor het Wegverkeer brengt hiervoor kosten in rekening, die de verzekeraars door berekenen in de kosten voor de verzekeringsnemer. De verzekeraar meldt aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer: -kenteken -meldcode (eerste 4 cijfers chassisnummer) -naam verzekeringsnemer -ingangsdatum verzekering -polisnummer De registratie van de verzekeringen vindt plaats in het Centraal Register WAM dat gekoppeld is aan de kentekenregistratie. Gekentekende motorrijtuigen worden geregistreerd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer in Veendam. De bestuurder van een ongekentekent motorrijtuig moet een verzekeringsbewijs bij zich hebben. Brom-en snorfietsen en gemotoriseerde invalidenwagens moeten voorzien zijn van een verzekeringsplaatje, dat bevestigd moet worden op de voorgeschreven plaats. (!! Dit is geen kentekenbewijs maar een verzekeringsbewijs) Het verzekeringsbewijs is geldig van 1 mei tot 1 mei. Jaarlijks moet dit worden vernieuwd. Wegen: "Alle voor het openbaar rij-en of ander verkeer opstaande wegen of paden liggende bruggen en duikers maken daarvan deel uit; de tot de wegen behorende paden en bermen of zijkanten maken deel van de weg uit." De WAM stelt dat de verzekeringsplicht ook van toepassing is op terreinen waarop aan het verkeer wordt deelgenomen bijv. haventerrein. De verplichting tot verzekering wordt opgeschort indien het motorrijtuig buiten de weg wordt geplaatst, buiten gebruik wordt gesteld en buiten gebruik wordt gehouden. Zodra het motorrijtuig weer op de weg wordt geplaatst, deelneemt aan het verkeer op terrein of wanneer daarmee op de weg wordt gereden, gaat de verzekeringsplicht weer in. Per 01-04-1995 is voor gekentekende motorrijtuigen de houderschapsbelasting ingevoerd. Het uitgangspunt is dat belasting moet worden betaald als men een auto "houdt". De houderschapsbelasting is gekoppeld aan de verzekeringsplicht en de APK-keuring. Het is mogelijk de houderschapsbelasting voor 1 jaar te schorsen, bij buitengebruikstelling van het motorrijtuig en plaatsing daarvan buiten de weg (het kan ook nog verlengd worden). Een schorsing wordt gemeld bij de RDW. De WAM let in een aantal gevallen de verzekeringsplicht op de houder i.p.v. de bezitter: -vruchtgebruik - huurkoop -duurzaam gebruik Een aantal categorieën die zijn vrijgesteld van de verzekeringsplicht: -bezitter van het motorrijtuig .- houder van het motorrijtuig .- bestuurder van het motorrijtuig -passagiers Niet gedekt behoeft te zijn, de aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft en van hen die dit weten en zonder geldige reden gebruik maken van het motorrijtuig. Als een dief / geweldpleger schade veroorzaakt met een door hem gestolen motorrijtuig, dan moet de benadeelde deze dief zelf aansprakelijk stellen. Kan de dief de schade niet betalen dan kan de benadeelde zich wenden tot het Waarborgfonds Motorverkeer. De WA-motorrijtuigen polissen dekken meestal, "de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig" (= verkeers- en gebruikersrisico). Niet verzekerd is schade aan, met het schadeveroorzakende motorrijtuig, vervoerde zaken. Veroorzaakte schade aan kleding, handbagage van passagiers is wel gedekt. Als er schade is ontstaan aan vervoerde zaken door een ander motorrijtuig, dan is dit gedekt op de aansprakelijkheidsverzekering van dat andere motorrijtuig. Ook is schade aan de bestuurder van het schadeveroorzakend motorrijtuig niet gedekt. Er dient minimaal f 2.000.000,-als max. per gebeurtenis verzekerd te zijn. (een motorrijtuig > vervoer voor 8 personen f 300.000,-per zitplaats, maar max. f 6.000.000,-). Vrachtauto's met een treingewicht van meer dan 3.500 kg die gebruikt worden voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, verzekerde som minimaal f 15.000.000,-. Als een motorrijtuig op commerciële basis personen vervoert, bijv. taxi, openbaarvervoer, dan moet de eigenaar van het motorrijtuig een vergunning van dat personen vervoer hebben op grond van de Wet op Personenvervoer. Schade aan de bagage van passagiers, waarvoor de vervoerder aansprakelijk is, moet zijn verzekerd voor minimaal f 30.000,- per motorrijtuig. De dekking moet ook gelden voor materiële schade en personenschade in landen / gebieden die de Minister van Financiën bij Algemene Maatregel van Bestuur heeft aangewezen. In NL. en in de omringende landen geldt een verzekeringsplicht voor motorrijtuigen => groene kaartovereenkomst. Zodat de verzekeringsplicht / verzekering ook geldig is in andere landen. Dit is nodig om de schaderegeling soepel te laten verlopen. De groene kaart is het bewijs dat het motorrijtuig afkomstig is uit een land dat is aangesloten bij de overeenkomst. Inmiddels is de groene kaart geen voorwaarde meer voor schaderegeling door het Bureau der Motorverzekeraars. De landen waarvoor een groene kaart niet meer verplicht is voor de schaderegeling zijn, de Scandinavische landen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Oostenrijk, Zwitserland en IJsland. Toch is de groene kaart nog wel waardevol, want in een aantal landen geldt deze nog wel (en er staan adressen op van buitenlandse bureaus en collega-verzekeraars). De WAM geeft de benadeelde het recht om zich voor de vergoeding van zijn schade rechtstreeks te wenden tot de verzekeraar van het schadeveroorzakende motorrijtuig. Zo is de benadeelde niet afhankelijk van de medewerking van de schadeveroorzaker. Als een verzekerde niet wil meewerken aan het vaststellen van de aansprakelijkheidsvraag bijv. omdat hij weigert de schade te melden, zal de verzekeraar gehouden zijn om schade naar eigen inzicht met de benadeelde te regelen. (De verzekeraar zal de aansprakelijkheid beoordelen op basis van de hem ter beschikking staande gegevens). Krijgt de verzekeraar alsnog de informatie waaruit blijkt dat de verzekerde niet aansprakelijk was en dus niet had hoeven betalen, dan heeft de verzekeraar het recht de vergoeding te verhalen op de verzekerde. De benadeelde moet binnen 3 jaar na de schade veroorzaking de WAmotorrijtuigenverzekeraar van het schadeveroorzakend motorrijtuigen aansprakelijk stellen, daarna kan het niet meer. Als een WAM-verzekering wordt beëindigt houden de verplichtingen van de verzekeraar niet direct op. Na het beëindigen van een Wamotorrijtuigenverzekering loopt de verzekeraar nog 16 dagen risico. Deze gaat in op de dag dat de verzekering wordt beëindigd. De voorwaarde is wel dat de verzekeraar, de beëindiging binnen 30 dagen meldt bij de RDW. Heeft de verzekeraar deze termijn overschreden, dan gaat de narisicotermijn as lopen op de dag na ontvangst van kennisgeving door de RDW. Is er onmiddellijk een nieuwe verzekering gesloten, dan is er geen narisico voor de vorige verzekeraar. Bij niet kentekenplichtige motorrijtuigen gaat het narisico in op de vervaldatum van het verzekeringsbewijs. Als een Wa-motorrijtuigenverzekering vernietigbaar is op grond van verzwijging door de verzekeringsnemer (art. 251 WvK) mag de verzekeraar zich niet beroepen op de vernietigbaarheid van de verzekering. De verzekeraar kan wel de schade (uitgekeerd) verhalen op de verzekeringsnemer. Op het Waarborgfonds Motorverkeer (te Reiswijk) kan een beroep worden gedaan als een motorrijtuig schade heeft veroorzaakt en: .-het onbekend is welk motorrijtuig dat is geweest .-het motorrijtuig onverzekerd is -er sprake is van diefstal of geweldpleging - het motorrijtuig wel verzekerd is, maar de verzekeringsmaatschappij insolvabel is -het motorrijtuig van een erkend gemoedsbezwaarde is Het Waarborgfonds verlangt wel dat wordt bewezen dat: 1) de schade is veroorzaakt door een motorrijtuig (d.m.v. getuigen) 2) de dader als deze bekend is, zelf geen verhaal biedt 3) alles is gedaan wat redelijkerwijs verlangd kan worden om de identiteit van de dader te achterhalen Bovendien biedt het Waarborgfonds alleen uitkomst als er sprake is van een schade die het gevolg is van verkeersrisico. Het Waarborgfonds heeft verhaalsrecht op de veroorzaker van de schade, meestal gebeurt dit d.m.v. een afbetalingsregeling. Voor materiële schade is een eigenrisico van toepassing van f 300,-(voor letselschade is geen eigenrisico van toepassing). Als een dief met een gestolen motorrijtuig schade veroorzaakt waarbij een andere auto beschadigd raakt, kan de beschadigde auto (eigenaar) de schade verhalen op zijn eigen autocascoverzekering. De cascoverzekeraar zal op grond van subrogatie (art. 284 WvK) dit bedrag verhalen op de dief. Biedt de dief geen verhaal wegens financieel onvermogen, dan kan de cascoverzekeraar de schade verhalen op het Waarborgfonds Motorverkeer. De inkomsten van het Waarborgfonds Motorverkeer bestaan uit: .-bijdragen van verzekeringsmaatschappijen .-bijdragen van de Nederlandse staat - boetes die door de rechter worden opgelegd als men met een onverzekerd motorrijtuig aan het verkeer deelneemt -bijdragen van de erkend gemoedsbezwaarden -verhaalde schadebetaling Motorrijtuigenverzekering Verschillende dekkingsmogelijkheden: -alleen dekking van het risico van aansprakelijkheid voor schade toegebracht aan derden (WA-dekking) - het risico van aansprakelijkheid uitgebreid met een beperkte cascodekking -het risico van aansprakelijkheid uitgebreid met een volledige cascodekking De dekking kan nog worden uitgebreid met een rechtsbijstandsverzekering, ongevalleninzittendenverzekering of schadeverzekering voor inzittenden. De keuze van de dekking hangt af van: -de wensen van de cliënt -het beschikbare premiebudget -de acceptatienormen van de verzekeringsmaatschappij De verzekerbaarheid van het risico van cascoschade is afhankelijk van de ouderdom van de auto. Beperkte cascodekking < 10 jaar oude auto bij acceptatie. Volledige cascodekking < 7 jaar oude auto bij de acceptatie. Wa-verzekering De aansprakelijkheidsdekking moet aan de eisen van de WAM voldoen. Om niet van de bepalingen af te kunnen wijken wordt er de WAM-strik opgenomen in de polis. Dit is een bepaling waarin de verzekeraar verklaart dat de verzekering voldoet aan de eisen van de WAM. WAM-strik "Met voorbijgaan van hetgeen anders in de verzekeringsvoorwaarden van deze polis mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de WAM gestelde eisen te voldoen". Verzekerd is de aansprakelijkheid van: .-de verzekeringsnemer .-de eigenaar / houder van het motorrijtuig .-de bestuurder van het motorrijtuig .-de passagiers .-de werkgever van de hiervoor genoemde personen voor zover de werkgever aansprakelijk is op grond van art. 6:170 BW De verzekering is van kracht voor gebeurtenissen die plaatsvinden in Europa, het Aziatische deel van Turkije, Tunesië, Algerije en Marokko (staan op de groene kaart!). Het is volgens Europese richtlijnen niet toegestaan een beperkter dekkingsgebied te verzekeren. Voor personenauto's is ten minste f 2.000.000,-als maximum per gebeurtenis voor personenen zaakschade en de daaruit voortvloeiende gevolgschade verzekerd. Veel verzekeraars bieden dekking voor een hoger bedrag, meestal tot f 5.000.000,- Zuivere vermogensschade is niet gedekt. Boven de verzekerde som worden zonodig proceskosten en wettelijke rente vergoed. Als schade wordt veroorzaakt in een land waarvoor de dekking geldt en waar een hoger te verzekeren limiet geldt, dan biedt de polis dekking overeenkomstig de eisen in dat land. In de aansprakelijkheidsdekking is een hulpverleningsregeling opgenomen. Indien men hierop aanspraak maakt, dan dient men gebruik te maken van de hulpdienst waarmee de verzekeraar een overeenkomst heeft gesloten (meestal staat dit op de bijlage van de groene kaart!). Voorbeelden van hulpdiensten zijn: -ANWB -Verzekeraars hulpdienst (VHD) - SOS International Binnen NL. is de hulpverleningsregeling van toepassing als: -de verzekerde auto door een aanrijding, ongeval, brand of explosie zodanig beschadigd is dat er niet of niet meer verantwoord mee aan het verkeer kan worden deelgenomen - de bestuurder of andere inzittenden ten gevolge van de aanrijding of het ongeval met de verzekerde auto, niet meer in staat zijn die auto te besturen Indien één van de bovengenoemde gebeurtenissen zich voordoet, bestaat de hulpverlening uit: .-het vervoer van de bestuurder en inzittenden met hun bagage naar een gewenst adres in NL. .-het vervoer van de auto en eventuele aanhanger naar een gewenst adres / garage in NL. In het buitenland is hulpverleningregeling van toepassing als: - de verzekerde auto door een aanrijding, brand of explosie zodanig beschadigd is dat er niet of niet meer verantwoorde mee aan het verkeer kan worden deelgenomen en de auto en / of de aanhanger niet binnen 2 tot 4 werkdagen, eventueel d.m.v. een noodreparatie zodanig gerepareerd kan worden dat de reis op technische verantwoorde wijze plaats kan vinden -de bestuurder en / of inzittenden ten gevolge van een aanrijding / ongeval niet meer in staat zijn de auto te besturen Als één van deze gebeurtenissen zich in het buitenland voordoet, bestaat de hulpverlening uit: - het vervoer van de bestuurder en inzittenden met hun bagage naar een gewenst adres in Nl. op basis van treinvervoer (2e klas) en vervoer per taxi naar, resp. van het dichtstbijzijnde spoorwegstation -het vervoer van het motorrijtuig en / of aanhangwagen naar een gewenst adres in NL. tenzij dit vervoer economisch niet verantwoord is. Als de waarde van de auto niet opweegt tegen de kosten van het vervoer, worden de eventuele kosten van invoering en vernietiging van het motorrijtuig vergoed. -de kosten van bewaken, slepen, bergen en stallen van het verzekerde motorrijtuig Sommige verzekeraars bieden ook hulpverlening bij een mechanische storing, maar dan alleen indien de auto volledig casco is verzekerd. Uitgesloten blijven de kosten van reparatie en de onderdelen zelf. Soms zijn zelfs de kosten voor het huren van een vervangende auto of een vervangend vakantieverblijf gedekt. Cautie Sommige buitenlandse overheden eisen dat de veroorzaker van het ongeval een financiële zekerheid stelt alvorens deze het land mag verlaten. De financiële zekerheid (cautie) is een bedrag dat gestort moet worden op een bankrekening van bijv. een notaris van dat land. Het slachtoffer loopt anders het risico dat de dader het land verlaat en geen verhaal biedt. Kan de financiële zekerheid niet gesteld worden, dan loopt de verzekerde het risico gevangen te worden gehouden tot de zekerheid wel gesteld is. In de polis is daarom geregeld dat de WAverzekeraar de cautie zal storten tot een bepaald maximum. De cautie is geen erkenning van aansprakelijkheid of betaling aan de tegenpartij. Als achteraf blijkt dat de verzekerde niet schuldig is, wordt de cautie weer terug gestort. De verzekeraar stort de cautie alleen als er sprake is van een gebeurtenis waarvoor de verzekerde mogelijk aansprakelijk is en waarvoor de polis dekking biedt. Uitsluitingen die krachtens de WAM tegenover derden mogen worden gebruikt: -aansprakelijkheid van diegene die door diefstal of geweldpleging toegang tot het motorrijtuig heeft verkregen .-schade aan zaken die met het schadeveroorzakende motorrijtuig worden vervoerd .-schade geleden door de bestuurder van het schadeveroorzakende motorrijtuig - snelheids-en behendigheidswedstrijden waarvoor door de overheid toestemming verleend is Uitsluitingen die niet tegen de benadeelde mogen worden gebruikt: -opzettelijk veroorzaakte schade -bedrog bij de schade opgave .- schade veroorzaakt terwijl het motorrijtuig tegen betaling was verhuurd of werd gebruikt voor andere doeleinden dan in de polis, genoemd, bijv. rijles .- schade ontstaan, terwijl de bestuurder niet bevoegd was om het motorrijtuig te besturen tenzij dit uitsluitend te wijten is aan zijn verzuim het rijbewijs te doen verlengen en de geldigheid niet langer dan één jaar is verstreken. .-het deelnemen aan snelheidswedstrijden .-het deelnemen aan behendigheidswedstrijden die in het buitenland plaatsvinden -schade aan zaken waarvan de verzekeringsnemer eigenaar is .- schade veroorzaakt door iemand die zich zonder toestemming van een tot het verlenen daarvan bevoegde persoon in of op het motorrijtuig bevond .- het niet-nakomen van verplichtingen uit hoofde van de polis waardoor de belangen van de verzekeraar worden geschaad Een verzekeraar kan zich op deze uitsluitingen alleen tegenover de verzekerde schadeveroorzaker beroepen. De verzekeraar betaalt aan de benadeelde en kan dit verhalen op de verzekerde. Ontsnappingsclausule "De in deze clausule genoemde uitsluitingen gelden niet voor de verzekerde die aantoont dat de desbetreffende omstandigheden buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten." Sistercarclausule De aansprakelijkheid voor schade aan de auto van de verzekerde zijn echtgenoot is gedekt alsof niet de verzekerde maar een ander de schade heeft veroorzaakt. Deze dekking is subsidiair alleen de directe schade aan een ander motorrijtuig van de verzekerde is gedekt. Een verzekerde is in geval van schade verplicht die schade direct te melden, alle medewerking aan de verzekeraar te verlenen en alle gewenste informatie te verstrekken. Op grond van de WAM heeft de tegenpartij een rechtstreeks vorderingsrecht op de verzekeraar van de schadeveroorzaker. De verzekeraar beoordeelt of de verzekerde aansprakelijk is. Beperkte cascodekking Schade is gedekt als deze is ontstaan door: -brand, explosie, zelfontbranding of blikseminslag -diefstal van of braakschade aan het motorrijtuig - verduistering van het motorrijtuig en oplichting-overstroming en ander natuurgeweld, zoals lawines en hagelstenen -storm (vanaf windkracht 7) -in aanraking komen met een luchtvaartuig of deel daarvan of met een daaruit gevallen zaak -botsing met loslopende dieren / vogels, m.u.v. de gevolgschade daarvan -relletjes -beschadiging of verlies va het motorrijtuig tijdens het vervoer met een ander vervoermiddel m.u.v. schade ontstaan tijdens het slepen en / of takelen en m.u.v. lokschade -verontreiniging van de bekleding als gevolg van het kosteloos vervoer van gewonden -ruitbreuk, incl. de daaruit voortvloeiende lakschade / interieurschade -bijdragen in averij-grosse Volledige cascodekking De volledige cascoverzekering dekt niet alleen de risico's die gedekt zijn op de beperkte cascoverzekering, maar ook schade aan het motorrijtuig als gevolg van botsing, omslaan, van de weg raken, te water raken of door enig ander van buitenkomend onheil. Als het schadebedrag een bepaalde grens niet te boven gaat, zal de schade worden afgehandeld op basis van de reparatienota. Als het schadebedrag de grens te boven gaat wordt de schade vastgesteld door een expert. Audatex = Auto Data Expertise = een geautomatiseerde vorm van schadeberekening. Eerst worden op een speciaal formulier alle beschadigde onderdelen ingezet in code. Vervolgens worden deze codes ingevoerd. Het systeem berekend de prijs van de onderdelen, de arbeidstijd die met de vervanging gemoeid is en uiteindelijk het schadebedrag. De verzekerde is verplicht de verzekeraar in de gelegenheid te stellen om de schade door een deskundige vast te laten stellen. Als de verzekerde het oneens is met de deskundige, kan hij op eigen kosten een deskundige in stellen. Bij verschil van mening tussen beide deskundigen benoemen deze deskundigen een derde deskundige (arbiter) wiens schadevaststelling binnen beide grenzen van de deskundigen moet blijven en die bindend zal zijn. De kosten van de arbiter worden gedragen door elk van de partijen, ieder voor de helft. Een nieuwwaardedekking geldt voor auto's < 3 jaar. Schade = de waarde van het object voor de schade -/-het restant / herstelkosten 2 vormen van totaalverlies: -feitelijk of technisch totaalverlies -economisch totaalverlies Er is sprake van feitelijk totaalverlies als de auto niet meer gerepareerd kan worden. Er is sprake van economische totaalverlies als de reparatiekosten niet opwegen tegen de waardevermindering van de auto (>). Voor het vaststellen van de waarde van de auto voor de schadegebeurtenis, is de ouderdom van de auto van belang. Auto < 3 jaar => nieuwwaarde Auto > = 3 jaar => vervangingswaarde De gebruikelijke nieuwwaarde regelingen werken als volgt: 1) auto < 12 maanden = nieuwwaarde 2) auto > 12 maanden < 36 maanden = nieuwwaarde -/afschrijvingspercentage 3) auto > 36 maanden = vervangingsregeling / dagwaarde Nieuwwaarde = de nieuwwaarde op het moment van de aanrijding. De meeste verzekeraars hanteren de nieuwwaarderegeling alleen voor auto's tot een bepaalde cataloguswaarde. Verschillende verzekeraars hanteren en algemeen eigenrisico van f 300,-. Vrijwel alle verzekeraars kennen een extra eigenrisico voor bestuurders < 24 jaar van f 150,-(totaal f 450,-). De meeste verzekeraars bieden de mogelijkheid een extra eigenrisico op te nemen in de polis, boven het algemene eigenrisico (= premiekorting). Een eventueel eigenrisico wordt niet toegepast als: -de schade het gevolg is van verontreiniging van de bekleding van auto als gevolg van het kosteloos vervoeren van een gewonde -een schade aan de voorruit van de auto wordt gerepareerd d.m.v. een harsinjectie - schade wordt hersteld door een herstelbedrijf waarmee de verzekeraar een reparatieovereenkomst heeft gesloten Soms kan het voordeliger zijn een schade niet te claimen. Het premievoordeel is dan groter dan het nadeel van de schade. Veel verzekeraars bieden de mogelijkheid om een door hen in behandeling genomen en uitgekeerde schade binnen het verzekeringsjaar terug te betalen, ter behoud van de premiekorting. Bij diefstal of verduistering van de auto vindt uitkering plaats 30 dagen na aangifte bij de politie, als de auto in die periode niet is teruggevonden, dan kan de verzekeraar eventueel tot terugvordering overgaan van degene die de auto op dat moment in zijn bezit heeft. Dit is niet altijd mogelijk, bijv. als de auto in het bezit is van een particulier die de auto te goeder trouw gekocht heeft en dus niet kon weten dat het een gestolen auto was. Wordt de auto binnen 30 dagen teruggevonden, dan is de verzekerde verplicht de auto terug te nemen. Eventuele schade aan de auto wordt vergoed. De meeste verzekeraars geven een extra vergoeding van f 25,-per dag zolang de auto niet is terug verkregen. VAR = vermiste auto register Het VAR is een samenwerking tussen autoverzekeraars, autoleasemaatschappijen, BOVAG, Rijksdienst voor het Wegverkeer, het RDC datacentrum en verschillende politie-en douane instanties. Het doel is bestrijding van autocriminaliteit. Bij vermissing van een auto worden de gegevens van de auto meteen ingevoerd in het VAR en doorgegeven aan het RDW. De melding in het VAR wordt direct geregistreerd in de systemen van alle betrokken controle- en opsporingsinstanties. Veel verzekeraars hebben overeenkomsten met erkende schadeherstelbedrijven en officiële dealerbedrijven. Zo zijn er verschillende overeenkomsten tot stand gekomen bijv. Top Herstel, Schadegarant en Autoplan. Als een verzekerde schade heeft, kan hij dit laten herstellen door een aangesloten bedrijf. Het voordeel is dat de verzekeraar direct de schade uitkeert aan het betreffende bedrijf en dat er gedurende de herstelperiode een vervangende auto ter beschikking wordt gesteld. Uitsluitingen op de cascoverzekering: -als de bestuurder geen rijbevoegdheid heeft, tenzij dit uitsluitend te wijten is aan zijn verzuim het rijbewijs te verlengen binnen 1 jaar -schade veroorzaakt door een bestuurder die zich zonder toestemming in het motorrijtuig bevindt -opzettelijke veroorzaakte schade -het motorrijtuig werd gebruikt voor verhuur, bedrijfsmatig vervoer van personen -als de bestuurder van het motorrijtuig op het moment van schadeveroorzaking onder invloed was -slijtage, roestvorming, e.d. .-schade aan het motorrijtuig gekoppelde aanhanger, caravan, e.d. .-schade als gevolg van het niet kunnen gebruiken van het motorrijtuig (bedrijfsschade) -waardevermindering motorrijtuig ondanks herstel - inbeslagname van het motorrijtuig op grond van een wettelijke bevoegdheid Ontsnappingsclausule De uitsluitingen van de cascodekking worden niet toegepast als de verzekerde aantoont dat deze omstandigheden zich buiten zijn wil en (mede)weten hebben voorgedaan en dat hem ter zake geen verwijt treft. Als de verzekerde gedurende de periode dat zijn eigen auto in de garage verblijft voor onderhoud of herstel een vervangende auto te beschikking heeft, is zijn autoverzekering ook van kracht voor dat vervangende motorrijtuig gedurende maximaal 30 dagen. Voorwaarde is wel dat de auto een NL. kenteken heeft en naar type en prijsklasse gelijkwaardig is aan de eigen auto. Een verzekeraar kan een verzekering weigeren op grond van omstandigheden die met die verzekeringsnemer te maken hebben bijv.: -een strafrechtelijk verleden, zoals een ontzegging van de rijbevoegdheid of het opzettelijk veroorzaken van een aanrijding .-het schadeverleden .-het verzekerde verleden -de leeftijd In het Systeem Vertrouwelijke Mededelingen staat o.a. geregistreerd of een verzekeraar wel eens een risico heeft geweigerd, of er wel eens een verzekering is opgezegd i.v.m. wanbetaling en of iemands rijbewijs wel eens is ingetrokken. Dit systeem is alleen toegankelijk voor bepaalde personen in dienst van een verzekeraar i.v.m. de Wet op Privacy. Een verzekeraar kan een motorrijtuigenverzekering ook weigeren op grond van de aard van het motorrijtuig (Bijv. sportauto, oldtimer). De Rialto Verzekeringen NV (Den Haag) is door gezamenlijke verzekeraars opgericht om individueel verzwaarde risico's te accepteren. Meestal worden er bepaalde eisen aan een verzekering gesteld, bijv. een hoog eigenrisico. Als een verzekeraar een motorrijtuigenverzekering accepteert of daarvoor tijdelijke dekking geeft, dient de verzekeraar de verzekering aan te melden bij de RDW (Veendam). De autoverzekeringen worden geregistreerd in het Centraal Register WAM-verzekeringen (CRWAM). Bij het aanmelden van een kenteken moet ook de meldcode worden opgegeven.. Deze combinatie is uniek, zo kan fraude worden voorkomen. Wordt de verzekering beëindigd, of tijdelijk opgeschort dan moet de verzekeraar het kenteken afmelden bij het RDW. Beperkingen aan voorlopige dekking: - de termijn van voorlopige dekking -motorrijtuigen waarvoor de bevoegdheid van toepassing is -een grens aan de cataloguswaarde van het motorrijtuig - bijzonderheden die uit het aanvraagformulier blijken m.b.t. de persoon van de verzekerde, zoals eventueel strafrechterlijk verleden De premie van een motorrijtuigenverzekering is afhankelijk van: -de gewenste dekking .- de regio van het woonadres verzekeringsnemer .- de inschaling op de bonus / malus ladder Hoogte WA-premie => afhankelijk van het gewicht van de auto Hoogte volledige casco premie => afhankelijk van de oorspronkelijke cataloguswaarde van de auto (accessoires tot een bepaald percentage van de cataloguswaarde gratis meeverzekerd). Over de waarde van eventueel wijzigingen moet wel premie betaald worden. De waarde van de wijzigingen moeten worden opgeteld bij de cataloguswaarde van de auto. Als wijzigingen worden aangemerkt, zaken die onderdelen van het motorrijtuig in zijn standaarduitrusting vervangen, zoals: -automatische versnellingsbak -LPG-installatie -velgen, brede banden, etc. -schuifdak - airconditioning -antislipsysteem (ABS) -centrale deurvergrendeling -aangepaste stoel(en) - sportstuur -stuurbekrachtiging Vaak maken bepaalde onderdelen al deel uit van de standaarduitrusting. Dan hoeven deze zaken niet nogmaals bij de waarde van de auto te worden opgeteld. Accessoires zijn zaken die zijn bevestigd op of aan het motorrijtuig of losse zaken voor zover die de verkeersveiligheid bevorderen Zaken als communicatieapparatuur moeten apart worden meeverzekerd, anders is schade daaraan niet gedekt. (meestal meeverzekerd tot max. f 100.000,-) Hoogte beperkte casco premie => afhankelijk van de dagwaarde van het motorrijtuig / cataloguswaarde De inschaling in het bonus/ malus-systeem gebeurt in twee fasen: 1) de basisinschaling waarvoor de leeftijd van de bestuurder en het geschatte aantal af te leggen km / jaar van belang zijn 2) verhoging van de basistreden met een aantal variabele, zoals het aantal schade vrije jaren ZON-tarief een extra voordeling tarief wordt gehanteerd als men aan de volgende voorwaarden voldoet: - de woonplaats van de bestuurder regio 1 of 2 -het betreft een WA + volledige cascoverzekering -auto < 8 jaar en de cataloguswaarde < f 50.000,-jaarlijksekilometrage max. 20.000 km -bestuurder tussen de 24 en 65 jaar -verzekerde heeft recht op ten minste drie schadevrije jaren - damestreden worden op het zontarief niet gegeven De verzekering kan door verschillende oorzaken worden beëindigt: .-de verzekeringsnemer zegt de verzekering per contractsvervaldatum op .-de verzekeringsnemer zegt de verzekering op omdat de premie wordt verhoogd .-de verzekeraar zegt de verzekering op i.v.m. het schadeverloop of naar aanleiding van fraude .-de auto wordt verkocht of gestolen - de auto wordt gewoonlijk in het buitenland gestald -de auto is door een ongeval totaal verloren Royementsverklaring Bij de bovengenoemde gevallen wordt door de verzekeraar een royementsverklaring afgegeven. Hierin verklaart de verzekeraar dat de verzekeringsnemer verzekerd is geweest en dat er recht bestond op een bepaalde premiekorting i.v.m. een aantal schadevrij gereden jaren. Zo kan een verzekeringsnemer zijn aantal schadevrije jaren meenemen naar een andere verzekeraar (1 jaar geldig). 13. Bromfietsverzekering Voor bromfietsen geldt ook de verzekeringsplicht krachtens de WAM. Voor de premieberekening wordt onderscheidt gemaakt tussen: .-bromfietsen met versnellingen .-bromfietsen zonder versnellingen -snorfietsen -rijwielen met hulpmotor Bromfiets "Voertuig op 2 of 3 wielen, dat niet is voorzien van een gesloten carrosserie, dat is uitgerust met een verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van ten hoogste 50 m3 of met een elektromotor en dat is geconstrueerd voor een maximale snelheid die niet meer bedraagt dan 40 km / uur; voertuigen die op de krachtens art. 80a, 3e lid Wv reglement vastgestelde wijze zijn voorzien van 1 of 3 in dat artikellid bedoelde gele platen worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld met bromfietsen." Snorfiets (art. 1af RVV) "Bromfiets die blijkens en daarop aangebracht merk als bedoeld in art. 80a lid 2g Wegenverkeersreglement is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km / uur; voertuigen die op de krachtens art. 80a, 3e lid WV-reglement vastgestelde wijze zijn voorzien van 1 of 3 in dat artikellid genoemde oranje platen worden in dit besluit gelijkgesteld met snorfietsen." Een verschil tussen bromfietsen en snorfietsen is dus de snelheid (> 25 km / uur resp. <= 25 km / uur). Als met een opgevoerde bromfiets een aanrijding wordt veroorzaakt, is de WA-verzekeraar van de schadeveroorzakende bromfiets ingevolgde de WAM verplicht de benadeelde schadeloos te stellen. De verzekeraar kan het uitgekeerde bedrag verhalen bij de verzekeringsnemer op grond van de polisvoorwaarden. Als verzekeringsbewijs geven verzekeraars een plaatje af, deze moet worden bevestigd aan de achterzijde van de brom-en snorfiets. (Dit is geen kenteken!) Het verzekeringsbewijs is 1 jaar geldig van 1 mei tot 1 mei. De 16 dagen narisico gelden hier ook en gaan in op 1 mei. Bij overdacht van de bromfiets aan een andere eigenaar binnen de verzekeringstermijn, loopt de verzekering door ten behoeve van de nieuwe eigenaar. De verzekeraar dient alleen op de hoogte te worden gebracht van de overdracht, het verzekeringsbewijs hoeft niet perse over worden geschreven op een andere naam. Wordt een bromfiets gestolen, dan geven verzekeraars geen premierestitutie, wel verrekenen zij die niet-verdiende premie met premie voor een eventuele volgende bromfiets die binnen hetzelfde verzekeringsjaar wordt aangeschaft. De voorwaarde hiervoor is dat het verzekeringsbewijs en plaatje van de vorige bromfietsverzekeringen worden ingeleverd. Bij verlies hiervan, moet een nieuw verzekeringsbewijs worden afgegeven. Voor bromfietsen > 3 jaar en die een bepaalde waarde te boven gaan is alleen een aansprakelijkheidsverzekering mogelijk. Omdat de bromfietsverzekering moet voldoen aan de eisen van de WAM, is de verzekering van kracht in andere Europese landen, Aziatisch Turkije, Tunesië, Algerije en Marokko. Alleen op verzoek wordt een groene kaart afgegeven. De reden dat de WA-verzekering voor bromfietsen met versnellingen hoger is, komt doordat met deze bromfietsen vaak roekelozer wordt gereden en ook sneller dan met bromfietsen zonder versnelling. Een bromfietsverzekering kent geen premiekortingsregeling en geen hulpverleningsregeling. Meestal geldt een eigenrisico van 10% van de verzekerde catalogus waarde van de bromfiets. In geval van diefstal, verduistering of joyriding is het eigenrisico afhankelijk van de waarde van de bromfiets. Motorisch voortbewogen invalide wagens worden ook verzekerd op basis van bromfietsen. Normaliter wordt voor de verzekering daarvan 50% van het premietarief (zowel WA als Casco) aangehouden. Is een invalide wagen voorzien van een carrosserie, dan dient een aparte motorrijtuigenverzekering gesloten te worden. De invalide wagen voldoet dan niet meer aan de technische definitie van een bromfiets. Voor de verzekering van motoren en scooters wordt de bonus-malusladder gehanteerd en bestaat er recht op de hulpverleningsregeling. De premie van de WA-verzekering is afhankelijk van de cilinderinhoud van de motor of scooter en het aantal te rijden km / jaar. De premie voor de volledige cascoverzekering is afhankelijk van de cataloguswaarde. De premie voor de beperkte cascoverzekering is afhankelijk van de dagwaarde van de motor of scooter (of de cataloguswaarde). Voor de verzekering van motoren en scooters wordt ook gebruik gemaakt van een regioindeling. Als motorrijders hun motor gedurende de winterperiode niet gebruiken en buiten de weg plaatsen, kan de dekking worden opgeschort. Sommige verzekeraars schorten de dekking niet op, maar houden in hun premietarief rekening met het buiten gebruik stelling in de winterperiode. Rechtsbijstandverzekering Een rechtsbijstandverzekering verleent juridische hulp bij het verhalen van uw schade die u als bestuurder passagier of eigenaar van een motorrijtuig lijdt. Bovendien verleent de rechtsbijstandsverzekering juridische hulp bij geschillen die verband houden met het bezit van een motorrijtuig. Als een bestuurder / passagier overlijdt ten gevolge van een aanrijding, kunnen de nabestaanden schade lijden. Ook de nabestaanden kunnen dan aanspraak maken op juridische bijstand o.g.v. de rechtsbijstandsverzekering voor motorrijtuigen. De rechtsbijstandsverzekering vergoed de noodzakelijke kosten van juridische bijstand, hieronder vallen: -het honorarium van de advocaat procureur, deurwaarden en andere deskundigen .-de proces-en gerechtskosten .-de kosten van getuigen .-de reis-en verblijfskosten van een verzekerde - die voor een rechter moet verschijnen om getuigenis af te leggen De rechtsbijstandsverzekering is van kracht voor: -het in de polis omschreven motorrijtuig -een vervangend motorrijtuig gedurende die periode van reparatie of herstel van het verzekerde motorrijtuig -de aanhangwagen voor zover gekoppeld aan het motorrijtuig of daarvan losgeraakt en nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand gekomen. Dekking: -verhaalsrechtsbijstand -strafrechtsbijstand -rechtsbijstand i.v.m. het terugverkrijgen van een ingenomen rijbewijs, kentekenbewijs of van het motorrijtuig dat in beslag is genomen -contractsrechtsbijstand -onvermogendekking tot een bepaald maximum Uitsluitingen: -als de bestuurder van het motorrijtuig geen rijbevoegdheid heeft -in een strafzaak wordt de verzekerde opzet ten laste gelegd -met het motorrijtuig werd deelgenomen aan een snelheidswedstrijd - het motorrijtuig werd niet gebruikt voor het doel waarvoor het in de polis is omschreven -vorderingen tussen verzekerden onderling - inloop (rechtsbijstand voor een gebeurtenis die voor de ingangsdatum van de verzekering heeft plaatsgevonden) De rechtsbijstandsverzekering voor motorrijtuigen is beperkt tot geschillen die betrekking hebben op motorrijtuigen resp. schade geleden als inzittenden of bestuurder van een motorrijtuig. De verkeersrechtbijstandsverzekering geeft het recht op juridische bijstand als men als verkeersdeelnemer schade lijdt, dus ook als fietser / voetganger. Krachtens de verhaalsrechtsbijstandverzekering wordt alleen bijstand verleend bij het verhaal van materiële schade na een ongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken was. Materiële schade: -schade aan het motorrijtuig -huurkoop van een vervangend motorrijtuig -waardevermindering -schade aan zaken in de auto Ongevallen inzittendenverzekering (OVI) Deze verzekering is bedoeld voor de inzittenden van een motorrijtuig. Als zij met dat motorrijtuig een ongeval overkomt waardoor zij overlijden of invalide worden, hebben zij aanspraak op een uitkering krachtens de ongevallen inzittendenverzekering. (Deze schade kan ook geclaimd worden bij de desbetreffende WA-verzekering van de schadeveroorzaker) De ongevallen inzittendenverzekering is wel zinvol bij schade: .-door een niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer, die niet is verzekerd voor aansprakelijkheid .-door gladheid (geen schuldige!) -aan de bestuurder, dit is echter uitgesloten onder de WA-verzekering De ongevallen inzittendenverzekering keert uit ongeacht de geleden schade. De ongevallen inzittendenverzekering is van kracht als de inzittenden zich in het motorrijtuig bevinden. Tevens is de verzekering van kracht: -tijdens het in-en uitstappen - terwijl de verzekerde onderweg noodreparaties verricht aan het motorrijtuig of daarbij behulpzaam is -bij het verlenen van hulp aan medeweggebruikers -tijdens het oponthoud bij een tankstation of het schoonmaken van de ruiten onderweg Dekkingsrubrieken: .-rubriek A, overlijden ten gevolge van een ongeval .-rubriek B, gehele of gedeeltelijke blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval .-rubriek D, medische kosten als gevolg van een ongeval Rubriek A .-verzekeraar 48 uur voor de begrafenis of crematie inlichten -verzekeraar heeft recht op sectie Rubriek B .-verzekeraar zo spoedig mogelijk inlichten -mate van invaliditeit gaat volgens de "gliedertaxe" Gliedertaxe Bij algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van beide ogen 100% één oog 30% beide oren 50% één oor 25% arm tot in het schoudergewricht 5% arm tussen schouder en elleboog 70% arm tussen pols en elleboog 60% hand 60% een been tot heupgewricht 70% been tussen enkel en knie 50% voet 50% duim 25% wijsvinger 15% andere vinger 10% grote teen 10% andere teen 5% Er wordt niet meer uitgekeerd dan 100% van het verzekerde bedrag. Sommige letsels zijn niet vast te leggen, zoals rugletsel, hersenletsel of buikletsel. Het percentage van invaliditeit wordt dan vastgesteld door een arts. In de meeste ongevallen inzittendenpolissen staat dat een verzekerde > 70 jaar het verzekerde bedrag wordt beperkt tot 50% (van rubriek B), ook rubriek A kan beperkt worden (geldt ook voor < 6 jaar). Er is geen dekking als het ongeval is veroorzaakt: .-door opzet of het goedvinden van de verzekerde of begunstigde .-door een ziekte of lichamelijk gebrek .-door molest en atoomkernreactie -tijdens het gebruik van de auto zonder toestemming van de verzekeringsnemer .- terwijl de feitelijke bestuurder niet rijbevoegd is, tenzij dit uitsluitend te wijten aan zijn verzuim het rijbewijs te verlengen en de geldigheid niet langer dn 1 jaar is verstreken .- terwijl de bestuurder onder invloed van alcohol, drugs of andere bedwelmende of opwekkende middelen verkeert .-terwijl de verzekerde, niet zijnde de bestuurder, onder invloed verkeert van alcohol, drugs of andere bedwelmende of opwekkende middelen tenzij er geen verband bestaat tussen het ongeval en het alcoholgebruik tijdens deelname aan of voorbereiding van snelheidswedstrijden of tijdens deelname aan of voorbereiding van behendigheidswedstrijden die niet geheel in Nederland plaatsvinden .-terwijl de auto is verhuurd tegen betaling -bij het opzettelijk plegen van of deelnemen aan een misdrijf - bij een waagstuk, waarbij het leven of lichaam bewust onnodig roekeloos in gevaar wordt gebracht De ongevallen inzittendenverzekering is een sommenverzekering, daardoor kan de verzekeraar de verrichte uitkeringen niet verhalen op de eventuele schuldige. Schadeverzekering voor inzittenden (SVI) Het verschil tussen de ongevallen inzittendenverzekering en de SVI is, dat de SVI alle feitelijke geleden schade van de inzittenden ten gevolge van een ongeval vergoedt, dus ook inkomstenderving, medische kosten en zaakschade. Voor zover geen recht op schadevergoeding bestaat op grond van andere verzekeringen. Dekking: - schade aan zaken aan boord van het motorrijtuig, m.u.v. geld, girobetaalkaarten, bankcheques en andere geldswaardig papier -personenschade, incl. smartengeld, inkomensderving, etc. Indien de bestuurder / passagiers geen veiligheidsgordel droegen, wordt de schadevergoeding in geval van letselschade of overlijdensschade verminderd met 25% tenzij wordt aangetoond dat het niet dragen van een gordel geen invloed heeft gehad op de omvang van de schade. De algemene uitsluitingen voor de ongevallen inzittendenverzekering zijn ook van toepassing op de SVI. De SVI is een schadeverzekering, daardoor kan de verzekeraar de uitkering op grond van subrogatie (art. 248 WvK) eventueel verhalen op de veroorzaker van het verkeersongeval. Verzekerd zijn de bestuurder en de inzittenden van het motorrijtuig die: -zich bevinden in de daarvoor bestemde ruimte -het motorrijtuig instappen / uitstappen - een noodreparatie aan het motorrijtuig verrichten of daarbij aanwezig zijn, dan wel andere handelingen of controles daaraan verrichte -eerste hulp bij het verlenen bij een ongeval Het verzekerbedrag is maximaal f 2.000.000,-per gebeurtenis voor alle verzekerden samen. 14. Inkomensverzekering Voor het vaststellen van de verzekeringsbehoeften is het van belang een onderscheid te maken tussen werknemers, zelfstandige ondernemers en directeurgroot aandeelhouders (dga). Werknemers vallen onder de sociale werknemersverzekeringen. Dga valt niet onder de sociale werknemersverzekeringen, omdat deze niet tegen zijn wil in kan worden ontslagen. Directeur < 50% van de aandelen valt onder de sociale werknemersverzekeringen. Zelfstandige ondernemers en Dga's zijn niet verzekerd krachtens: - ZFW -ZW -WAO -WW Zij zijn wel verzekerd krachtens de volksverzekeringen. Werknemer; arbeidsongeschikt => max. 52 weken doorbetaling van het loon met een max. van 70% => uitkering krachtens de WAO (dwingendrecht) De 1e twee dagen van ziekte kunnen voor rekening komen van de werknemer, dit moet dan wel schriftelijk zijn vastgelegd. CAO's zijn overeenkomsten die totstandkomen tussen werkgever-en werknemersorganisaties. De ZW geldt voor de gevallen waarin de werkgever geen loondoorbetalingverplichting heeft: -werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst die nog geen 52 weken ziek zijn als de arbeidsovereenkomst eindigt -personen die werken op oproepovereenkomsten, nulurencontracten, flexibele arbeidsovereenkomsten -uitzendkrachten .-zieke werknemers bij faillissement van de werkgever .-zieke werklozen -zwangerschaps-en bevallingsverlof -arbeidsongeschiktheid als gevolg van zwangerschap of bevalling -herintredende gedeeltelijke arbeidsongeschikten of werknemers die vanuit een WAO regeling in dienst zijn gekomen -orgaandonors Een zwangere werknemer heeft altijd recht op verlof van 16 weken, tijdens dit verlof krijgt zij een uitkering van 100% krachtens de ZW. WAO-uitkering: 1) als werknemer verzekerd zijn 2) langer dan 52 weken arbeidsongeschikt zijn 3) ten minste 15% arbeidsongeschikt zijn voor werk in het algemeen De WAO-uitkering wordt gebaseerd op de mate van de arbeidsongeschiktheid (7 klassen). arbeidsongeschiktheid Uitkering 15 -25% 14% vervolgloon / dagloon 25 -35% 21% 35 -45% 28% 45 -55% 35% 55 -65% 42% 65 -80% 50,75% 80% of meer 70% Loondervinguitkering -max. 70% van het laatst verdiende loon -afhankelijk van de leeftijd van de ingang WAO leeftijd WAO-uitkering t/m 32 jaar 0 maanden 33 t/m 37 jaar 6 maanden 38 t/m 42 jaar 1 jaar 43 t/m 47 jaar 1,5 jaar 48 t/m 52 jaar 2 jaar 53 t/m 57 jaar 3 jaar 58 jaar 6 jaar 59 jaar en ouder tot 65ste Vervolguitkering - na loondervingsuitkering -min.loon + toeslag -berekening toeslag: (leeftijd ingang voor WAO -/-15) x 2% x (verschil (max.) dagloon en min. loon) -max. is 70% van het vervolgdagloon WAO-gat is het verschil tussen de loondervinguitkering en de vervolguitkering. Ongevallenverzekering De ongevallenverzekering keert een bedrag uit als een verzekerde ten gevolg van een ongeval geheel of gedeeltelijk blijven invalide wordt of overlijdt. (een bedrag ineens!) De ongevallenverzekering kent 4 rubrieken: .-rubriek A, overlijden tengevolge van een ongeval .-rubriek B, gehele of gedeeltelijke blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval .-rubriek C, een uitkering per dag in geval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid door een ongeval .-rubriek D, medische kosten als gevolg van een ongeval Deze rubrieken kunnen afzonderlijk verzekerd worden. Ongeval "een plotseling van buitenkomend onvrijwillige geweldsinwerking op het lichaam van de verzekerde waardoor medisch constateerbaar letsel ontstaat of waardoor de verzekerde overlijdt." Gebeurtenissen die met het begrip ongeval gelijk gesteld worden, zijn o.a.: -de gevolgen van verkeerde medische behandeling van een ongevalletsel -wondinfectie of bloedvergiftiging door ongeval -bevriezing, verbranding, verdrinking, verstrikking, zonnesteek, uitputting, uitdroging of verhongering ten gevolge van het geïsoleerd raken door bijv. insneeuwen -acute vergiftiging - lichamelijk letsel wegens regelmatige zelfverdediging of poging tot redding van personen, dieren of zaken Uitsluitingen zijn ongevallen ontstaan door: opzet of goedvinden verzekerde -ziekte of lichamelijk of geestelijk gebrek vrijwillig onder invloed zijn -opzettelijk plegen of deelnemen aan misdrijf -het lichaam van de verzekerde onnodig roekeloos in gevaar gebracht ->= 50 cc cilinder inhoudt en bestuurder < 23 jaar -kletteren / rodelen / bobsleeën -deelneming aan trainen voor wedstrijden met een motorrijtuig, motorboot of bromfiets Rubriek A Verzekeraar 48 uur voor de begrafenis of crematie inlichten Rubriek B .- bij blijvende gehele of gedeeltelijke invaliditeit de verzekeraar zo spoedig mogelijk inlichten(uiterlijk binnen 3 maanden) .- de maten van invaliditeit die is ontstaan wordt vastgesteld aan de hand van de "gliedertaxe" Rubriek C kan alleen verzekerd worden als rubriek B ook verzekerd is. Rubriek C -geeft recht op een uitkering per dag als verzekerde door een ongevaltijdelijk niet het in de polis vermelde beroep kan uitoefenen .-de uitkeringsduur is maximaal 2 jaar .-de grootte van de verzekerde daguitkering mag niet meer zijn dan 5% van het verzekerde bedrag krachten rubriek B .-de uitkering eindigt: -zodra de verzekerde weer arbeidsgeschikt is .-na overlijden van de verzekerde .-na afloop van de maximale uitkeringstermijn - als de definitie invaliditeit is vastgesteld rubriek D -deze dekt subsidiair de kosten van noodzakelijke medische behandeling als gevolg van een ongeval -max. te verzekeren kosten f 2.000,-sommenverzekering De premie voor rubriek C is aftrekbaar van de IB, maar de uitkering hiervan wordt als inkomen beschouwd en is dus wel belast krachtens de IB. Bij rubriek A kunnen we te maken krijgen met successierecht. Successierecht is een belasting die o.a. geheven wordt over de waarde van nalatenschappen (erfenissen). Successiewet "Al het geen verkregen wordt door het overlijden van de erflater, geacht wordt te zijn verkregen krachtens erfrecht, tenzij ervoor de verkrijging niets aan het vermogen van de erflater is onttrokken." Successierecht is niet alleen van toepassing als de verzekerde zelf nimmer premie heeft betaald. => kruislinks sluiten. (bijv. de begunstigde betaalt alle premies en ontvangt de uitkering) Kruislinks sluiten heeft dus geen zin als er sprake is van een huwelijkse goederengemeenschap. Dan wordt de premie geacht te zijn voldaan uit het gemeenschappelijk vermogen. Als men gehuwd is buiten gemeenschap van goederen, kan kruislinks sluiten wel zinvol zijn. Premie afhankelijk van: -het beroep van de verzekerde (gevarenklasse) -de te verzekeren rubrieken - de hoogte van het te verzekeren bedrag Schoolongevallenverzekering De schoolongevallenverzekering wordt meestal afgesloten op collectieve basis: alle schoolkinderen en het schoolpersoneel zijn verzekerd. Keuze uit dekking: .- 24-uurs dekking - schooldekking De schooldekking is van kracht tijdens: .- het verblijf op school .- door school georganiseerde sportbeoefening, schoolreisje, excursie en stages .- het rechtstreeks van huis naar school en omgekeerd (1 uur voor en na schooltijd) Ziektekostenverzekering Ziektekostenverzekering kan onderverdeeld worden in: -AWBZ - ZFW -regelingen voor ambtenaren -particuliere ziektekostenverzekering AWBZ -volksverzekering -verzekert bijzondere ziektekosten, zoals opname in een verpleeginrichting, zwakzinnigeninstituut, doven-of blindeninstituut Voor de verzekering van medische kosten maken we (ook) een onderscheid tussen: -werknemers - zelfstandigen en Dga's -ambtenaren ZFW -loongrens van f 64.600,-(2000) loon < f 64.600,-ZFW verzekeren -zelfstandigen en Dga's vallen hier niet onder -kleine zelfstandigen <= f 41.20,-wel Gemeente ambtenaren zijn verzekerd krachtens de IZA-regeling: Instituut Ziektekosten voorzieningen Ambtenaren. Ambtenaren in dienst van een provinciaaloverheidsorgaan zijn verzekerd krachtens de IZRregeling: interprovinciale Ziektekosten Regeling. Politie-ambtenaren zijn verzekerd krachtens de RGVP: regeling Geneeskundige Verzorging Militairen. Rijksambtenaren dienen zich particulier te verzekeren. Militairen zijn verzekerd krachtens de RGVM; regeling Geneeskundige Verzorging Militairen. Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) Via de AWBZ zijn alle ingezetenen verzekerd tegen bepaalde kosten die verbonden zijn aan geneeskundige verzorging bij langdurige ziekten en gebreken te voorkomen worden uit de AWBZ-pot betaald (bijv. bevolkingsonderzoeken). De premie is een bepaald percentage van het inkomen, dat wordt geïncasseerd via de belastingdienst door inhouding op het loon, (ook 65+-ers betalen premie). Dekking: .-verzorging en verpleging in ziekenhuizen vanaf de 366ste dag van de opname .-verzorging en verpleging in: -verplichtinrichtingen -zwakzinnigen inrichtingen -inrichtingen voor psychiatrische patiënten - inrichtingen voor zintuiglijk gehandicapten -gezinsvervangende tehuizen -psychiatrische hulp -RIAGG; regionale Instellingen voor Ambulanten Geestelijke Gezondheidszorg -erfelijkheidsonderzoek -revalidatie Iedereen die >= 18 jaar en die op kosten van de AWBZ in een inrichting of tehuis verblijft moet een eigen bijdrage betalen in de verpleegkosten. Twee soorten eigenbijdragen: 1) "lage" eigenbijdragen; voor verzekerden die nog een gezin hebben en bij kortdurend verblijf in een verzorgtehuis 2) "hoge" eigenbijdragen; verzekerden die geen thuisfront meer hebben (alleenstaanden en samenwonende die beide door de AWBZ verpleegd worden) Ziekenfondswet (ZW) -verzekerd werknemers en hun gezin tegen ziektekosten -(2000) < f 64.600,-verplicht ZFW te verzekeren -peildatum 1 november elk jaar -65+-ers inkomensgrens f 41.100,-(2000) Bij verandering van werkgever waarbij het inkomen stijgt, geldt de peildatum van 1 november niet, dan geldt de ingangsdatum van het nieuwe contract. De gezinsleden van een verzekerde werknemer kunnen onder bepaalde voorwaarden worden meeverzekerd: -verzekerde moet kostwinner zijn (loon ten minste 50% van het totale gezinsinkomen) -als partner of kinderen geen eigen verzekeringsplicht hebben - kinderen kunnen alleen meeverzekerd worden als voor hun kinderbijslag ontvangen wordt Dekking: -hulp huisarts - behandeling door een specialist voor wie de huisarts een verwijzing heeft afgegeven -tandheelkundige hulp voor personen tot 19 jaar (> 19 jaar alleen vergoeding preventief onderhoud) -verloskundige hulp en kraamzorg - onderzoek, behandeling en verpleging in een ziekenhuis gedurende 365 dagen op basis van verpleegklasse 3 -farmaceutische hulp (medicijnen) -fysiotherapie, heilgymnastiek -ziekenvervoer -kosten van bijzondere behandeling, zoals nierdialyse, beademing -intensieve thuiszorg (< 3 maanden) Voor sommige verstrekkingen moet de verzekerde een eigen bijdrage in de kosten betalen. Een ZF verzekerde kan tegen een geringe premie een aanvullende verzekering afsluiten. Premie: -procentuele premie; % van het loon / uitkering -nominale premie; vast bedrag per maand Op grond van internationale verdragen hebben ZF-verzekerden ook recht op geneeskundige hulp in het buitenland (alleen in verdragslanden). Een reisverzekering blijft belangrijk omdat, in sommige landen het niveau van medische verzorging op een lager peil staat (daar heb je geen recht op verstrekkingen waar je in Nl. wel recht op zou hebben). Particuliere ziektekostenverzekering Particuliere ziektekostenverzekeringen zijn voor: -werknemers met een inkomen boven de loongrens - zelfstandige ondernemers (kan ZF meeverzekerd zijn bij partner) -Dga's (kan ZF meeverzekerd zijn bij partner) -rijksambtenaren Verschil tussen ZF en particulier is de kostenvergoeding. Bij het ZF betaalt de klant niet maar het ZF betaald de rekening. Particulier betaalt de verzekerde rekening zelf en kan dit later verhalen op de verzekeraar. Particulieren ziektekostenverzekeraars zijn krachten de WTZ verplicht verzekerden te accepteren (d.m.v. een standaardpakketpolis). De acceptatieplicht is van toepassing op: .-personen die boven de loongrens van de ZFW uitkomen .-personen die 65 jaar zijn geworden en boven de loongrens van de ZFW uitkomen -buitenlanders die zich in NL. vestigen en kunnen aantonen dat zij in het buitenland verzekerd waren .-personen die in ontwikkelingslanden werkzaam waren en naar NL. terugkeren .-personen die niet verzekerd zijn maar wel een goede gezondheid genieten - studenten Men moet zich binnen 4 maanden voor een standaardpakketpolis aanmelden. Premie wordt jaarlijks vastgesteld door de overheid. Premie is verschuldigd per volwassene en max. 3 kinderen. De premie voor een kind is 1/2 van de volwassene. Geschillen over acceptatie van en standaardpakketpolis of geschillen over toepassing van de voorwaarden daarvan wordt voorgelegd aan de Beroepscommissie WTZ (onafhankelijke commissie). Vergoedingsbeperkingen: -ziekenvervoer, ander dan per ambulance, eigenrisico van f 100,-per gezin of f 50,-voor alleenstaanden -i.g.v. bevalling en kraamzorg geldt een eigenrisico per dag, max. 8 dagen -normale tandheelkundige hulp voor personen tot 18 jaar is gedekt tot f 500,- per jaar (>= 18 jaar 1x preventief onderhoud) eigenrisico f 200,-per gezin, f 100,-voor alleenstaanden Uitsluitingen: -onderzoek en behandeling door psycholoog -alternatieve geneeswijzen -vormverbeterende operaties - tandheelkundige implantaten in de kaak -in-vitrofertilisatiebehandelingen - molest (bijv. verwonding door oorlog) Maatschappijpolis: -voorwaarden door maatschappijen samengesteld -geen acceptatieplicht - betere klasse (verpleging) kan verzekerd worden Dekking maatschappijpolis: .- behandeling door huisarts -specialistische behandeling -tot 18 jaar tandheelkundige hulp, >= 18 jaar kosten van preventief onderhoud waaronder vallen:" -periodieke controle -verwijderen van tandsteen -instructie mondhygiëne -kosten van ziekenhuisopname 365 dagen -bevalling en kraamzorg -sterilisatie en abortus -aanvullende thuisverpleging voorzover dat leidt tot een bekorting van een ziekenhuisopname -onder bepaalde voorwaarden de kosten van invitrofertilisatie (kunstmatige bevruchting) -nierdialyse -fysiotherapie en logopedie -medicijnen en verbandmiddelen De dekking geldt ook in het buitenland tot maximaal 200% van de vergelijkbare behandelingen in NL. Premie: -risicopremie per maandag -wettelijke bijdragen: .-krachtens WTZ .-krachtens de MOOZ; Wet Medefinanciering Oververtegenwoordiging Oudere ZF-verzekerden Opzegging door de maatschappij is alleen mogelijk in geval van: -wanbetaling -emigratie -bedrog De particulieren ziektekostenverzekering moet beëindigd worden als een verzekerde weer verzekerd wordt krachtens het ZF. Is de particuliere verzekering gesloten op basis van een hogere verpleegklasse dan klasse 3, kan deze worden omgezet in een aanvullende verzekering. 15. Bij schadeverzekeringen heeft men veelal te maken met "gevaarsobjecten", er gebeurt iets onvoorspelbaars mee, waarna men van een verzekeraar een uitkering ontvangt. Bij levensverzekeringen zou u de mens als "gevaarsobject" kunnen beschouwen (twee zekerheden hij leeft en komt te overlijden). Levensverzekeringen zijn op 2 manieren in te delen: .-naar wijze waarop de uitkering zal plaatsvinden .-naar soorten van verzekeringsproducten De uitkering kan in termijn geschieden of in één keer, (over de ingelegde gelden ontvangt men interest. Soorten levensverzekeringen: -risicoverzekering; uitkering afhankelijk van overlijden -spaarverzekering; uitkering afhankelijk van in leven zijn -combinaties hiervan Risicoverzekeringen -tijdelijke kapitaalverzekering bij overlijden; uitkering als de verzekerde voor een bepaalde tijd overlijdt (direct op het moment van overlijden) -riscotermijnverzekering; uitkering op einddatum als verzekerde voor een bepaalde tijd overlijdt -erfrente; uitkering in termijnen tot de einddatum als de verzekerde voor een bepaalde tijd overlijdt Spaarverzekeringen -levenslange verzekering bij overlijden; uitkering bij overlijden van de verzekerde (ongeacht wanneer) -kapitaalverzekering bij leven; uitkering als de verzekerde op een bepaalde tijd nog in leven is -lijfrenteverzekering; uitkering in termijnen zoland de verzekerde leeft (tot een bepaalde einddatum / overlijden) Soorten lijfrenteverzekeringen -direct ingaande lijfrente; uitkering direct in termijnen uitgekeerd zolang de verzekerde leeft -uitgestelde lijfrente; uitkering in termijnen als de verzekerde op een bepaald tijdstip in leven is tot aan zijn dood Lijfrenteverzekeringen op twee levens: -overlevingsrente; als de ene persoon overlijdt krijgt de ander een uitkering -ouderdomsrente; uitkering in termijnen zolang de verzekerde leeft (tot een bepaalde einddatum / overlijden) Gemengde verzekering -kapitaalverzekering bij leven + tijdelijke kapitaalverzekering bij overlijden -uitkering als de verzekerde in leven is op een bepaald tijdstip of op het moment dat de verzekerde komt te overlijden Vaste termijnverzekering -kapitaalverzekering bij leven + risicotermijnverzekering -uitkering als de verzekerde op een bepaald tijdstip leeft of op de einddatum als de verzekerde voor een bepaald tijdstip overlijdt Kapitaalverzekering bij leven met restitutie -uitkering als de verzekerde op een bepaald moment in leven is, overlijdt de verzekerde betaalde premies terugbetaald -(kapitaal bij leven + tijdelijke verzekering bij overlijden) "Universal-life" verzekeringen -een verzekering voor het gehele leven van de verzekerde -er wordt premie betaald, vanuit deze premie bepaalt de verzekeraar hoeveel er nodig is om de gewenste overlijdensverzekering te bieden. De premie die hiervoor niet nodig is wordt gespaard. Wil de verzekerde dat zijn overlijdensdekking lager wordt, dan wordt er nog een deel van de premie overbodig en wordt ook gespaard. Wil de verzekerde een hogere overlijdensdekking dan biedt de verzekeraar de mogelijkheid de gespaarde premie toe te voegen aan de overlijdensdekking. Andere risico's die men kan verzekeren met de levensverzekering: -ongevalrisico -arbeidsongeschiktheidsrisico Ongevalrisico: een afspraak dat de uitkering hoger is als de verzekerde overlijdt door een ongeval (hoger dan natuurlijk dood) DUBO = dubbele uitkering bij overlijden als gevolg van een ongeval Twee dekkingen voor het arbeidsongeschiktheidsrisico: 1) premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid (het recht op de afgesproken uitkering blijft bestaan) hoeft niet geheel kan ook gedeeltelijk, dat hangt af van de mate van arbeidsongeschiktheid 2) arbeidsongeschiktheidsrente: uitkering vindt plaats, zolang de verzekerde arbeidsongeschikt blijft, tot een bepaald tijdstip (hier geldt een wachttijd voor premie vrijstelling Hoe hoog de premie van een levensverzekering is wordt berekend door een actuaris (verzekeringsdeskundige). Als de verzekeraar de premie ontvangt moet hij nog niet voor de uitkering benodigde geld "wegzetten". (dat is verplicht) Hoeveel intrest de verzekeraar over het geld ontvangt is moeilijk te voorspellen, daarom wordt een aanname gedaan. Een verzekeraar lijkt op een bank, maar toch onderscheid deze zich van een bank door dat hij bij het te vragen bedrag er ook rekening mee houdt dat hij misschien niet uit zal hoeven keren. Het sterfteverloop baseren verzekeraars op "sterftetafels". Dit zijn statistische gegevens, waaruit blijkt hoe het sterfte verloop onder de bevolking over een periode van 5 jaar is geweest. kansberekening = gunstige mogelijkheden / totaal aantal mogelijkheden Hoe groot de kans is dat een man van 30 de 31-jarige leeftijd zal bereiken, noemen we de éénjarige levenskans (px). Het aantal overledenen binnen een bepaalde tijd wordt aangeduid met dx. Eén jarige sterftekans (kans dat een 30-jarige voor zijn 31ste overlijdt) wordt aangeduid met qx. De verzekeraar bouwt altijd een veiligheidsmarge in, voor als de bevolking opeens langer blijft leven of eerder overlijdt. Dit kan hij doen door met een "leeftijdsverhoging" / "leeftijdsterugtelling" te rekenen. De verzekeringskamer houdt er toezicht op dat de verzekeraar zijn premie berekeningen zodanig maakt, dat er vooraf niet met een al te hoge rekenrente rekening wordt gehouden. Gebeurt dit toch dan zullen de meeste verzekeraars de premies voor bestaande verzekeringen niet aanpassen, maar voor nieuwe af te sluiten verzekeringen een hoger tarief aanbieden (met een lagere rekenrente). Als een vrouw een overlijdensrisicoverzekering sluit, is de premie lager dan voor een zelfde verzekering voor een even oude man. Want vrouwen leven gemiddeld langer dan mannen (5 jaar ouder). Er zijn verzekeraars die de verzekerden laten meedelen in hun "bedrijfswinst". De winst kan ook bestemd zijn voor de aandeelhouders of kan worden gereserveerd voor onvoorziene gebeurtenissen. Blz. 388 lezen Verzekeraars kunnen ook afspreken met klanten dat hun uiteindelijke uitkering niet in guldens wordt gegevens, maar in "een aantal beleggingseenheden of units". De verzekeraar belegt de gelden dan in één of meer beleggingsfondsen. Er zijn ook verzekeraars die levensverzekeringen aanbieden waarbij de premie belegd wordt in het buitenland en het verzekerde bedrag wordt uitgedrukt in de valuta van dat land. Over de rente van het depot moet IB worden betaald. 16. Een levensverzekering is een éénzijdige overeenkomst, namelijk; de verzekeraar zal alleen uitkeren als er premie is / wordt betaald. Bij een schadeverzekering blijft de verzekerde verplicht premie te betalen, bij een levensverzekering niet. Rechten van de verzekeringsnemer: -aanwijzing begunstigde - wijziging begunstigde Als een persoon geld schuldig is aan een ander kan hij de "nemersrechten" van een (levens)verzekering in pand aan de ander geven. De verzekeraar zal dan niet reageren op de verzoeken tot wijziging van de overeenkomst van de oorspronkelijke verzekeringsnemer, omdat deze zijn rechten heeft "verpand". Het kan ook zijn dat de verzekerde moet blijven bestaan, maar een ander dan de oorspronkelijke verzekeringsnemer de overeenkomst met de verzekeraar verder zal uitvoeren, ("overdracht van rechten"). Bij "in pand geven" blijft de oorspronkelijke verzekeringsnemer nog steeds de contractspartner van de verzekeraar, maar is hij beperkt in de uitoefening van die rechten. Bij "overdracht" krijgt de verzekeraar met een nieuwe contractpartner te maken. "Conversie"= de verzekerde dekking wijzigen in een andere dekking. Premievrijmaken is als de verzekeringsnemer met de verzekeraar overeenkomt dat er geen premie meer zal worden betaald, waarbij de verplichting van de verzekeraar (uitkering) blijft gelden. Afkoop -afkoopwaarde is vaak minder dan de totale som van premies die voor die verzekering moet worden betaald -kan alleen als het zeker is dat de verzekering tot uitkering komt Belenen als de verzekeringsnemer geld leent van de levensverzekeringsmaatschappij, waarbij de uitkering minder wordt om deze lening af te lossen In de meeste polissen is opgenomen dat de overeenkomst geacht wordt "perfect te zijn geworden" wanneer door de verzekeraar "de polis is uitgereikt" en "de eerste premie is betaald". Meestal duurt het vrij lang totdat de polis is uitgereikt, daarom is het bij veel verzekeraars mogelijk om "een formulier van voorlopige dekking" te verkrijgen. Uit dit formulier moet duidelijk blijken: -dat een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier is ontvangen -de te verzekeren persoon heeft verklaart dat hij zich gezond voelt Voorwaarden voor "voorlopige dekking": -bepaalde leeftijd van de te verzekeren persoon -de dekking geldt voor een bepaalde periode -het bedrag is gemaximaliseerd Om het overlijdens- of arbeidsongeschiktheidsrisico te kunnen bepalen zijn er een aantal mogelijkheden: -gezondheidsverklaring -keuring door huisarts - keuring door internistDeze gegevens worden voorgelegd aan een medisch adviseur van een verzekeraar, deze bepaald of er sprake is van een normaal of verhoogd risico. De verzekeringsmaatschappij "De Hoop" verzekerd mensen met een verhoogd risico, die bij andere verzekeraars niet aangenomen worden. Bij natuurlijke personen wordt ieder jaar IB geheven (dat moet volgens de Wet op IB). Er moet belasting worden betaald over: -winst uit onderneming - inkomsten uit arbeid .-inkomsten uit vermogen .-inkomsten door bepaalde periodieke uitkeringen of verstrekkingen -winst uit aanmerkelijk belang Werkgevers moeten loonbelasting inhouden over het loon dat zij uitbetalen aan hun werknemers (moet volgens Wet LB). De LB is een "voorheffing" op de IB. Wanneer het loon < f 78.500,-(1996) per jaar, zal de belastingplichtige geen aangifte hoeven te doen voor de IB. De LB is in dat geval de "eindheffing" m.b.t. de IB. Als de belastingplichtige van diverse kanten loon ontvangt, dan zal hij wel aangifte voor de IB moeten doen, ook als is het ontvangen loon < f 78.500,-. Sinds 1997 is dit drastisch veranderd, er wordt geen bedrag meer genoemd in de belastingwet. Er hoeft geen aangifte meer te worden gedaan, als het bedrag van de voorheffing niet te veel afwijkt van het bedrag van de verschuldigde IB. Dus er wordt geen aanslag vastgesteld en de verrekening met de voorheffing blijft achterwege, tenzij: - de verschuldigde belasting de gezamenlijke voorheffingen met meer dan f 420,-te boven gaat (1999) -vermindering van LB is verleend - de belastingplichtige binnen een bij een ministeriële regeling te stellen termijn aangifte heeft gedaan Pensioenfondsen en uitkeringsinstanties voor sociale verzekeringen moeten ook LB inhouden over hun uitkeringen. Eigenaar eigen woning moet bij de aangifte IB het bedrag van het huurwaardeforfait bij zijn te belasten inkomen optellen. Het huurwaardeforfait is een percentage van de WOZ-waarde van de woning (Wet Waardering Onroerende Zaken). De rente en de kosten die betaald moeten worden i.v.m. een hypothecaire lening, mogen van het te belasten inkomen worden afgetrokken (om het eigen woning bezit te stimuleren). Rente begrepen in kapitaaluitkeringen uit levensverzekeringen zijn inkomsten waarover belasting moet worden betaald. Omdat de premie van een levensverzekering uit veel elementen bestaat (intrest, sterftekansen, kosten en premie voor aanvullende verzekeringen) is het moeilijk om het rentebestanddeel te bepalen. De wetgever heeft hiervoor een eenvoudige oplossing: uitkering -/-betaalde premies = rentebestanddeel (=> saldo methode). Om te berekenen of er in een kapitaaluitkering bij leven een belast rentebestanddeel aanwezig is, hanteert de belastingdienst de volgende formule: ((U -/V) / U) * (U -/-P) = I U = het bedrag van de kapitaaluitkering V = het vrijgesteld kapitaal P = het bedrag aan betaalde premies I = het te belasten rentebestanddeel Deze formule kan alleen worden toegepast als men ten dele heeft voldaan aan een vrijstelling (15 / 20 jaar premie betaald). Bij een kapitaaluitkering hoeft geen IB te worden betaald over het rentebestanddeel: -de te ontvangen uitkering max. f 62.000,-(2000) is en -er tenminste 15 jaar premie is betaald of -de te ontvangen uitkering f 210.000,-(2000) is en -er tenminste 20 jaar premie is betaald In beide gevallen geldt dat de hoogst betaalde premie niet meer dan 10 keer de laagste mag zijn geweest. Als er een kapitaaluitkering wordt uitgekeerd als gevolg van overlijden van de verzekerde vóór de 72-jarige leeftijd, is de uitkering ook vrij van IB, mits: -er voor die verzekering minstens 15 jaar premie is betaald en -de voor de verzekering hoogst betaalde premies max. 10 keer de laagste premie is geweest of -alleen het overlijdensrisico was gedekt en -de uitkering niet meer bedraagt dan f 12.200,-(1999) Per 1 januari 1992 zijn er nieuwe regels ingevoerd voor verzekeringen die voor deze datum afgesloten waren, gelden de "oude" regels nog. Deze regels waren: Uitkeringen vanuit een kapitaalverzekering bij leven waren volledig belastingvrij als; -er min. 12 jaar premie was betaald -en de hoogste en laagste premie binnen een bepaalde baanbreedte was gebleven Het kapitaal mag echter niet worden verhoogd, anders gaat de oude regeling verloren. 17. Rente over spaargeld is belast als inkomsten uit vermogen, er geld echter een vrijstelling: -algemene vrijstelling f 1.000,-per belastingplichtige (gehuwden f 2.000,-) .-vrijstelling rente werknemersspaarregelingen f 1.000,-per jaar (gehuwden f 2.000,-) .-vrijstelling rente minderjarige kinderen f 500,-per kind per jaar - vrijstelling rente Tante Agaath leningen f 5.000,-per jaar (gehuwden f 10.000,-) Als een belastingplichtige gelijktijdig rente inkomsten en rente uitgaven heeft, moet de vrijstelling hierop worden gekort. Voor inkomsten uit effecten (dividend) geldt ook een vrijstelling: -f 1.000,-per belastingplichtige (gehuwden f 2.000,-per jaar) .-dividend uit werknemersspaarregelingen f 1.000,-per belastingplichtige per jaar (gehuwden f 2.000,-) .-dividend van de Tante Agaath regeling participatiemaatschappijen f 5.000,-per belastingplichtige De dividend vrijstelling kan worden verspeeld indien de rente moet worden betaald voor aangaan van een lening ter aankoop van effecten. Over de volgende persoonlijke verplichting zijn aftrekbaar, zodat er minder IB betaald wordt: - alimentatie van een ex-echtgenoot aan een ex-echtgenoot na scheiding -rente en kosten van geldleningen -premies voor lijfrenten Rente die afkomstig is van een lening waaruit een bron van inkomsten is gefinancierd, is de rente volledig aftrekbaar. Uitzonderingen: -rente studiefinanciering .- rente lening opleidings- of studiekosten .- rente lening verdeling nalatenschap of huwelijksgoederen gemeenschap -invorderingsrente van de belastingdienst Een lijfrente is: -een aanspraak op -vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen -ingevolge een overeenkomst van levensverzekering zoals vermeld in art. 1 lid 1b Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf .- die eindigen uiterlijk bij overlijden .- en die niet mag worden afgekocht, vervreemd of tot zekerheid mag dienen "Aanspraak" wil zeggen dat er recht bestaat op (een) toekomstige uitkering(en). De uitkering mag in de loop der tijd wel stijgen. Om de premie aftrekbaar te kunnen stellen, moet vanuit de overeenkomst met de verzekeraar een of meer van de volgende lijfrente vormen voortkomen. (Lijfrente = periodieke uitkering (rente) die wordt uitbetaald als de verzekerde nog in leven is) Oudedagslijfrente Verzekerde: belastingplichtige Ingaand: mag op elk moment Eindigt: bij overlijden van belastingplichtige Overbruggingslijfrente Verzekerde: belastingplichtige Ingaand: voor 65-jarige leeftijd of voor het moment dat een pensioen uitkering ontvangen wordt Eindigt: bij overlijden van de belastingplichtige, maar uiterlijk op 65-jarige leeftijd of op het moment dat er een pensioenuitkering ontvangen wordt Max. Uitkering: f 123.529,-per jaar (2000) Tijdelijke oudedagslijfrenten Verzekerde: belastingplichtige Ingaand: na 65-jarige leeftijd of op het moment dat er een pensioenuitkering ontvangen zal gaan worden Eindigt: bij overlijden belastingplichtige of bij leven niet eerder dan 5 jaar na ingang van de uitkering Max. Uitkering: f 37.062,-per jaar(2000) Nabestaandenlijfrente Verzekerde: nabestaanden van belastingplichtige Ingaand: bij overlijden belastingplichtige, diens echtgenoot of partner Eindigt: bij overlijden van gerechtigde De Wet heeft bepaald, dat wanneer er bij de nabestaande lijfrente uitkering zullen vloeien naar "bloed-of aanverwanten niet zijnde de 2e of 3e graad van de zijlijn of aan een pleegkind van één van hen:, de lijfrente uitkering, dan moet lopen: -of tot het overlijden van de gerechtigde -of tot het tijdstip waarop deze gerechtigden de 30-jarige leeftijd hebben bereikt Wanneer de lijfrenteovereenkomst leidt tot de hiervoor genoemde vormen, kan iedere belastingplichtige per jaar een bepaald bedrag aan lijfrentepremie aftrekbaar stellen => "basis aftrek" / "eerste tranche" (f 6.179,- in 2000). Bij gehuwden mag het bedrag dat de één niet aan lijfrentepremie aftrekbaar stelt, bij de ander als extra aftrekbaar bedrag worden opgeteld. Gehuwde en samenwonende belastingplichtige kunnen aan de belastingdienst verzoeken om bij de één wel, en bij de ander geen rekening te houden met de belasting vrije voet => "het overdragen van de belastingvrije voet". Wanneer de één de belastingvrije voet heeft overgedragen aan de ander, mag die ander ook het door de een niet-gebruikte deel aan basisaftrek van de lijfrentepremie gebruiken. 2e tranche De belastingplichtige < 65 jaar, kan nog een extra lijfrentepremie aftrekbaar stellen. Het maximum wordt bepaald door de volgende formule: 1 / 4 * (P -/-"franchise") -/-F -/-10 A P = persoonlijk inkomen + eigenbijdrage aan een pensioenregeling F = toevoeging aan de "fiscale oudedagsreserve" voor zelfstandige ondernemers A = de aan het jaar toe te kennen aangroei van de "ouderdomspensioenaanspraak" Persoonlijk inkomen: inkomsten uit winst uit onderneming, uit arbeid en vanuit periodieke uitkeringen en verstrekkingen 3e tranche De belastingplichtige >= 3 jaar maar < 65 jaar, kan er een extra bedrag aan lijfrente premie in aftrek gebracht worden. Hiervoor moet de belastingplichtige aannemelijk maken dat er een tekort is in zijn "pensioenvoorziening". (90% of minder van wat max. opgebouwd had kunnen worden) In de periode voor 1 januari 1992 is veel gebruik gemaakt van de verzekeringsvormen "kapitaalverzekering met lijfrenteclausule". Dit is een combinatie van een kapitaalverzekering en een lijfrenteverzekering. De uitkering zou plaatsvinden als een verzekerde persoon in leven zou zijn op een bepaalde datum of zou komen te overlijden. Daarnaast zou de verzekering in geval van uitkering omgezet worden in een lijfrente (Welke soort, mag de begunstigde / verzekerde kiezen!). De premie was aftrekbaar tot een bepaald max. Wanneer de verzekeringsovereenkomst bestond op 15-10-190 mag de premie volgens de "oude regels" aftrekbaar worden gesteld, mits de premie nadien niet verhoogd is. als eimand aftrek krijgt voor een lijfrenteverzekering en op enig moment blijkt dat hij handelingen verricht waarvoor de fiscale bevoordeling niet was bedoeld dan: -worden de in het verleden afgetrokken premies als "negatieve persoonlijke verplichtingen" moet hij 20% extra belasting betalen over het bedrag van de negatieve persoonlijke verplichtingen -wordt de lijfrenteverzekering omgezet in een kapitaalverzekering Belastbaar inkomen -/-belastingvrije som = belastbare som Belastingvrije som: .-tariefgroep 1: degene met een laag of geen inkomen .-tariefgroep 2: hier heeft iedere belastingplichtige recht op .-tariefgroep 3: partner met het hoge(re) belastbaar inkomen (dubbele belastingvrije som) .-tariefgroep 4 en 5: alleenstaande ouders met kinderen < 27 jaar (belastingvrije som, bovenop de basis som) 1e schijf = tot ca. f 45.000,-ca. 20% 2e schijf = ca f 45.000,-tot ca. f 90.000,-ca. 50% 3e schijf = ca. f 90.000,-en hoger ca. 60% Vermogen: alle bezittingen waaraan een geldwaarde kan worden toegekend (peildatum begin van het kalenderjaar) Een kapitaalverzekering wordt niet tot het vermogen gerekend als aan de volgende voorwaarde is voldaan: - voor de levensverzekering is niet éénmalige premie (koopsom) of en periodieke premie van 5 jaar of korten verschuldigd -de hoogste premie zal niet meer dan 10 keer de laagste premie zijn Als iemand overlijdt, laat deze persoon meestal bezittingen na. In de Successiewet staat dat er belasting geheven wordt over de(waarde van de) bezittingen, die door overlijden van een persoon op anderen overgaan. Volgens het wettelijk erfrecht krijgen als eerste de echtgenoot en kinderen recht op de erfenis, zijn die er niet, dan komen de ouders, broers en zusters in aanmerking. zouden er die er ook niet zijn, dan komen andere familieleden daarvoor in aanmerking. Wil iemand hiervan afwijken dan zal een testament via een notaris opgesteld moeten worden. Bepaalde familieleden kunnen volgens de Wet niet worden onterfd (bijv. kinderen). worden deze wel onterf dan kunnen zij hun "legitieme portie" opeisen. (het deel van het erfdeel wat zij volgens het wettelijke erfrecht zouden hebben verkregen). Pensioen bestaat uit de volgende uitkeringen: -AOW .-het pensioen opgebouwd bij werkgevers .-het pensioen via een levensverzekering - het spaartegoed van een kapitaalverzekering 18. Bij de berekening van het pensioen moet rekening gehouden worden met: -de AOW (bij ouderdom) -ANW (bij overlijden) -WAO (bij arbeidsongeschiktheid) Op grond van de wettelijke voorzieningen is slechts een basisinkomen verzekerd. Deze basisvoorziening is niet absoluut: -een nabestaande heeft niet altijd recht op een nabestaandenpensioen -het recht op een ANW-uitkering vervalt als een nabestaande niet meer aan de voorwaarden voldoet (kind dat 18 jaar wordt) - als de nabestaande een ander inkomen geniet, wordt de ANW-uitkering gekort -de AOW-uitkering wordt gekort als de verzekerde tussen 15-en 65-jarige leeftijd geen NL. ingezetene is geweest -als de partner va neen 65-jarige nog geen 65 jaar is, kan op de AOW-uitkering een toeslag worden gegeven waarvan de omvang afhankelijk is van het inkomen van de jongere partner -recht op AOW ontstaat pas vanaf 65-jarige leeftijd (veel mensen willen eerder stoppen met werken) Een werkgever is niet verplicht om aan het personeel een pensioentoezegging te doen. Deelname aan een bedrijfs-pensioenregeling is wel verplicht. In de Pensioen en Spaarfondsenwet is bepaald dat als een werkgever een pensioenregeling of een aanvullende pensioenregeling toezegt, hij ervoor moet zorgen dat de dekking en uitvoering van de regeling is gewaarborgd. 3 mogelijkheden om deze dekking en uitvoering te regelen, bij een: - bedrijfspensioenfonds (BPF)-ondernemingspensioenfonds (OPF) -verzekeraar (Deze staan onder toezicht van de verzekeringskamer) OPF iseen pensioenfonds dat verbonden is aan één onderneming (het moet wel financieel onafhankelijk zijn van het bedrijf) Artikel 2 lid 2 PSW “Als iemand tot een groep behoort voor wie een pensioenregeling geldt, heeft diegene recht op zo'n zelfde pensioenvoorziening, ook al is dit niet expliciet aan hem toegezegd”. Een pensioenverzekering moet volgens de Wet o.a. voldoen aan: -verplichting tot premiebetaling door de werkgever -afkoop .-rechten bij ontslag .-rechten bij echtscheiding Artikel 11 lid 3 LB “Onder een pensioenregeling wordt verstaan een regeling die uitsluitend of nagenoeg ten doel heeft: - de verzorging van werknemers en gewezen werknemers bij invaliditeit en ouderdom -en de verzorging van hun echtgenoten, partners en van hen kinderen en pleegkinderen die de leeftijd van 30 nog niets hebben bereikt en niet gehuwd zijn of gehuwd zijn geweest - een pensioen inhoudt dat niet uitgaat boven hetgeen naar maatschappelijke opvattingen, mede i.v.m. diensttijd en genoten beloning, redelijk moet worden geacht” Pensioen ten behoeve van ongehuwde partners, voorwaarden: -ongehuwd -geen bloed- en aanverwanten in de rechte lijn van elkaar -min. 1/2 jaar samenwonen -zij moeten beschikken over een notarieel verleden samenlevingscontract Een pensioenregeling omvat dus: -ouderdomspensioen -weduwepensioen of partnerpensioen -wezenpensioen Pensioengevende salaris -/-gekozen AOW-franchise = pensioengrondslag Pensioengevend salaris is het loon waarover pensioenrechten worden opgebouwd met vaste salarisbestanddelen. Over een bepaald deel van het inkomen wordt geen pensioen opgebouwd, maar AOW => dat deel nomen we de AOW-franchise. (pensioengevend salaris -/-AOW-franchise) * percentage per dienstjaar * diensttijd = aanspraak op ouderdomspensioen. Meestal wordt er van uitgegaan dat het pensioen wordt opgebouwd in 40 jaar (7-% / 40 = 1,75% per jaar). 2 soorten pensioensystemen: 1) middelloonregeling (per jaar wordt 1,75% van het dan geldende salaris genomen) 2) eindloonregeling (er wordt 70% genomen van het 1e salaris, daarna wordt over de verhoging 70% genomen, optellen = ouderdomspensioen) Bij het overlijden van de werknemer voor de pensioenleeftijd wordt er bij het berekenen van de weduwepensioenuitkering ervan uitgegaan dat de werknemer tot de pensioendatum in deinst gebleven zou zijn, zo blijven de jaren tussen de overlijdensdatum en pensioendatum gewoon meetellen. Weduwen-of partnerpensioen is vaak 70% van de aanspraak op ouderdomspensioen. Het wezenpensioen is vaak 14% van de ouderdoms-pensioenaanspraak, voor volle wezen wordt dit meetstal verdubbeld (als beide ouders dood zijn). Een werknemer heeft het recht de "reservewaarde" oer te laten voeren naar een andere "pensioenuitvoerder" (niet verplicht!). Door de overheid is een fonds opgezet omdat men er over dacht "aanvullende pensioenregelingen" verplicht te stellen aan het bedrijfsleven. Vanuit dit fonds zouden dan de "knelpunten" gefinancierd kunnen worden. Nu is het fonds er voor werknemers die werkloos worden en daardoor hun pensioenopbouw zien verminderen. Voorwaarden om in aanmerking te komen voor het Fonds Voorheffing Pensioenverzekeringen: -werknemers >= 40 jaar .-werknemer was voorafgaand aan de werkloosheid deelnemer aan een pensioenregeling .-werknemer ontvangt een WW-uitkering De uiterste leeftijd waarop het pensioen moet ingaan is 70 jaar.