EEN STRALENDEBABY HOUDT DAAROM NIET VAN STRALING

advertisement
een stralende baby Houdt
daarom niet van STRALING
Bij radiologische onderzoeken (radiografieën, CTscanners, radioscopieën) en de onderzoeken die door
een dienst voor nucleaire geneeskunde worden voorgesteld, wordt gebruik gemaakt van ioniserende straling. Hierdoor kunnen diagnoses worden gesteld. Het
gebruik hiervan biedt de patiënten, bij een lage dosis,
in het algemeen veel meer voor- dan nadelen. Bij kinderen - die veel gevoeliger zijn voor ioniserende straling
dan volwassenen - is dit niet altijd het geval. Hier is dus
meer voorzichtigheid geboden. Foetussen en embryo’s
zijn nog gevoeliger voor ioniserende straling.
Hoe zit het dus met de gevolgen van de blootstelling
aan ioniserende straling van embryo’s en foetussen
wanneer een zwangere vrouw een radiologisch onderzoek ondergaat dat voor een volwassen persoon enkel
voordelen biedt ?
www.fanc.fgov.be/netzwanger.mijdstraling
vragen & antwoorden
1. Is ioniserende straling tijdens
de zwangerschap schadelijk voor het ongeboren kind?
Embryo’s en foetussen zijn zeer gevoelig
voor de gevolgen van ioniserende straling.
De grootste risico’s zijn de inductie van kanker, aangeboren afwijkingen, miskramen en
een aantasting van de hersenfuncties.
Het risico voor het ongeboren kind hangt
evenwel af van de stralingsdosis en de fase
van de zwangerschap. Vele schadelijke gevolgen komen slechts voor boven een bepaalde stralingsdosis: er is geen enkel gevaar voor dergelijke gevolgen wanneer de
toegediende dosis lager is dan deze drempel. Sommige kunnen al na zeer lage doses
voorkomen, maar het risico dat ze zich bij
deze doses voordoen, is zo klein dat het als
verwaarloosbaar beschouwd kan worden
vergeleken met andere risico’s die men in
het dagelijks leven loopt. Bepaalde gevolgen
komen enkel voor bij een bestraling op een
precies tijdstip tijdens de zwangerschap.
Men dient zich dus te realiseren dat de
blootstelling van een embryo of een foetus
aan ioniserende straling niet noodzakelijk en
automatisch leidt tot schadelijke gevolgen.
Om het risico te kunnen beoordelen, is het
dus van belang te weten aan welke stralingsdosis men op welk ogenblik van de zwangerschap werd blootgesteld.
Dit gezegd zijnde, zijn er bepaalde radiologische onderzoeken waarbij uw ongeboren
kind meer aan ioniserende straling wordt
blootgesteld dan andere. Dit is het geval bij
onderzoeken waarbij de uterus en dus uw
ongeboren kind (onderzoek van het abdomen, het bekken, de lumbale wervelkolom,
de heup,…) rechtstreeks wordt of kan worden
blootgesteld, bij deze waarbij meer straling
nodig is (CT-scanners), of waarbij een lang-
durige blootstelling vereist is (radioscopie).
Bij bepaalde nucleairgeneeskundige onderzoeken kan het ongeboren kind tevens aan
relatief hoge doses worden blootgesteld.
Om het risico van een prenatale bestraling te
kunnen evalueren, is gespecialiseerd advies
nodig. Praat erover met uw arts.
Hetzelfde geldt natuurlijk wanneer u zeker
weet dat u zwanger bent. Dit moet u absoluut melden. De arts kan dan beslissen om
het onderzoek uit te stellen, of om het te vervangen door een ander onderzoek waarbij
geen ioniserende straling wordt gebruikt. En
ook hier kan, wanneer het onderzoek absoluut noodzakelijk is en niet kan wachten, de
techniek zodanig worden aangepast dat de
door het ongeboren kind ontvangen geminimaliseerd wordt.
Ik ben (mogelijk) zwanger en ik
moet een radiologisch onderzoek (of een
nucleairgeneeskundig onderzoek) ondergaan: wat moet ik doen?
Breng dit eerst en vooral zelf spontaan ter
sprake, zelfs bij de minste twijfel, zelfs indien u helemaal niet zeker bent, of tijdens de
eerste dagen na de mogelijke bevruchting.
Praat hierover met de arts die u het onderzoek voorstelt. Praat erover met de arts die
het onderzoek uitvoert (radioloog, nucleair
geneeskundige,…), of, wanneer u hierover
met hem/haar niet persoonlijk kan praten,
praat er dan over met het personeel (onthaalpersoneel, verpleger/verpleegster, technoloog medische beeldvorming die de foto’s
neemt,…) in geval van twijfel en indien het
onderzoek niet dringend is, zal de arts waarschijnlijk beslissen om het onderzoek uit te
stellen, of om eerst een zwangerschapstest
uit te voeren, of hij kan beslissen om het
onderzoek te vervangen door een ander onderzoek waarbij geen ioniserende straling
nodig is (echografie, magnetische resonantie beeldvorming). Wanneer het onderzoek
niet kan wachten en niet vervangen kan
worden door een onderzoek zonder ioniserende straling, is het vaak nog mogelijk om
de techniek zodanig aan te passen dat de
door het embryo ontvangen dosis aanzienlijk
wordt beperkt.
Ik ben (mogelijk) zwanger en ik
heb een radiologisch (of een nucleairgeneeskundig) onderzoek ondergaan: wat
moet ik doen?
Wanneer u denkt zwanger te zijn en u net
een radiologisch onderzoek hebt ondergaan;
probeer dan meer te weten te komen over
uw toestand. Gebruik een zwangerschapstest en praat erover met uw behandelend
arts of gynaecoloog.
Indien de zwangerschap wordt bevestigd,
dan zal hij/zij contact opnemen met de arts
die het onderzoek heeft uitgevoerd ten einde
de ontvangen dosis te kennen. De radioloog
of nucleair geneeskundige heeft de mogelijkheid om een deskundige in de medische
stralingfysica te raadplegen om de dosis die
door uw ongeboren kind tijdens het onderzoek werd ontvangen, precies te bepalen.
Uw behandelend arts of gynaecoloog zal
bijgevolg in staat zijn om u te informeren
over het risico voor uw kind. In werkelijkheid
kunnen de patiënten die correct geïnformeerd werden, in de meeste gevallen, worden gerustgesteld en aanvaarden het risico
te nemen. Dit risico is inderdaad vaak zeer
klein vergeleken met de risico’s die men in
het dagelijks leven loopt. In zeldzame ge-
vallen, wanneer de dosis ter hoogte van het
abdomen (en dus voor de embryo of fœtus)
zeer hoog is, is dit risico voor uw ongeboren
kind verre van verwaarloosbaar. Is het dan
nog aanvaardbaar? De eindbeslissing hieromtrent ligt natuurlijk altijd bij u in de wetenschap dat men bij de beoordeling van de
risico’s voor uw kind en de kans op latere
problemen, steeds uitgaat van een schatting
en niet van een zekerheid.
Vergeet zeker niet dat een regelmatige opvolging van uw zwangerschap de beste
garantie is om de problemen en risico’s te
beperken waarmee u en uw toekomstig kind
geconfronteerd kunnen worden. Door een
onvoldoende opvolging en door onaangepast gedrag tijdens de zwangerschap (overmatig alcoholgebruik, roken, slechte voedingsgewoontes) wordt uw kind vaak aan
grotere risico’s op complicaties blootgesteld
dan door de meeste radiologische procedures die u tijdens uw zwangerschap zou kunnen ondergaan.
Zijn radiotherapiebehandelingen
tijdens de zwangerschap gevaarlijk voor
mijn ongeboren kind ?
Ja, in de radiotherapie zijn de doses steeds
hoog, hoewel ze snel afnemen op plaatsen
verder verwijderd van de te behandelen
plaats. Wanneer voor uw gezondheid een
zware behandeling tijdens uw zwangerschap vereist is, moeten de mogelijke opties
worden overwogen en de desbetreffende
beslissingen samen met de betrokken artsen
worden getroffen.
In bepaalde gevallen is een bestraling van
het ongeboren kind onvermijdelijk en zeer
hoog. In dergelijke gevallen en wanneer een
vroegtijdige bevalling niet mogelijk is, is het
zeer waarschijnlijk dat u een abortus wordt
voorgesteld.
Zijn de gevolgen van een radiologisch onderzoek voor het ongeboren kind
dezelfde in het begin en op het einde van
de zwangerschap?
De risico’s veroorzaakt door de ioniserende
straling verschillen al naar gelang van de fase
van de zwangerschap. Gewoonlijk bestaat
er bij een beginnende zwangerschap (eerste
dagen) wanneer de dosis een bepaalde waarde overschrijdt, een risico op een spontane
abortus. Onderzoek bij muizen doet vermoeden dat de gevolgen (misvormingen) ook bij
mensen reeds mogelijk zijn bij een bestraling
op dat ogenblik van de zwangerschap. Elke
onnodige bestraling van een embryo dient
dus te worden vermeden tijdens de eerste
dagen na de bevruchting (en dus zelfs vóór
het uitblijven van de maandstonden vermits
de bevruchting plaatsvindt rond het midden
van de menstruatiecyclus van de vrouw). In
de praktijk is het dus belangrijk dat zowel de
voorschrijvende artsen als deze die het onderzoek uitvoeren grondig navraag doen, en
niet alleen om te weten of u zwanger « bent »
maar ook of de « mogelijkheid » van een beginnende zwangerschap bestaat. In het tegenovergestelde geval dient u zelf spontaan
de aandacht van het medisch personeel te
vestigen op het feit dat u “mogelijk” zwanger
bent.
Na de eerste dagen en gedurende de ganse
periode van de ontwikkeling van de organen
(ongeveer de eerste twee maanden van de
zwangerschap) bestaat het grootste risico
op misvormingen. Deze misvormingen kunnen zich bij de geboorte manifesteren, of
kunnen tot een miskraam leiden. Dank zij
dierproeven weten we dat er gelukkig een
dosisdrempel bestaat waaronder dit risico
niet bestaat.
Vanaf de derde maand van de zwangerschap
bestaat het grootste risico in een aantasting
van de zich ontwikkelende hersenfuncties;
deze kunnen o.a. aan de basis liggen van
een mentale achterstand.
Tenslotte kan een blootstelling van het ongeboren kind aan ioniserende straling tot
een verhoogd risico op kanker leiden en dit
zowel tijdens de kindertijd als tijdens het
volwassen leven. Dit risico neemt toe met
de toename van de dosis. In tegenstelling
tot eerder vermelde gevolgen, is dit een gevolg dat zich kan voordoen na een bestraling op om het even welk ogenblik van de
zwangerschap.
Ik ben verplicht om een röntgenfoto te laten nemen tijdens mijn zwangerschap: kan mijn kind beschermd worden?
Er bestaan technieken om uw ongeboren
kind te beschermen. Dit kan gaan van het
afschermen van het abdomen met een loden
schort tijdens het onderzoek tot het wijzigen
van de gebruiksparameters van de toestellen.
Bij bepaalde radiologische onderzoeken die
op het einde van de zwangerschap worden
voorgesteld (bijvoorbeeld om te bepalen of
een keizersnede noodzakelijk is) kan er gebruik worden gemaakt van speciale technieken waarvoor minder straling vereist is, soms
zelfs bij het gebruik van een scanner die in
principe een tamelijk hoge straling inhoudt.
NET ZWANGER?
MIJD STRALING
Veel zwangere vrouwen weten niet dat een onderzoek waarbij X-stralen te pas komen, schadelijk kan zijn
voor hun ongeboren kind. Zelfs in het allervroegste stadium kan dit een risico zijn.
Uw arts zal u informeren, maar denk er zelf ook aan. Een gewaarschuwd mens telt immers voor twee!
Voor meer info: www.fanc.fgov.be/netzwanger.mijdstraling
•
Ioniserende straling houdt een risico in voor
laag ligt en dus aanvaardbaar lijkt, mag nooit wor-
het embryo en de foetus en moet in de mate
van het mogelijke vanaf het prilste begin van de
•
den gebanaliseerd!
•
logisch (of een nucleairgeneeskundig) onde-
Dit risico hangt af van de omvang van de ontvan-
rzoek ondergaan: Praat hierover spontaan met
uw arts !! Er zijn steeds oplossingen mogelijk.
gen dosis en van de fase van de zwangerschap
tijdens welke de blootstelling heeft plaatsgehad.
•
•
Soms is het absoluut noodzakelijk dat er tijdens de
Gewoonlijk worden er bij diagnostische proce-
zwangerschap een radiologisch onderzoek wordt
dures relatief lage stralingsdoses aangewend,
uitgevoerd: onderzoeken die nodig zijn, mag men
maar dit is niet altijd het geval en men mag ze-
zich nooit ontzeggen, te meer daar er speciale
ker niet uit het oog verliezen dat embryo’s en
foetussen veel stralingsgevoeliger zijn.
•
U bent (mogelijk) zwanger en u gaat een radio-
zwangerschap worden vermeden.
Het risico dat een kind kan lopen bij een onderzoek, zelfs een waarbij de stralingsdosis relatief
www.fanc.fgov.be/netzwanger.mijdstraling
technieken bestaan om de dosis te minimaliseren.
•
Praat over uw problemen en angsten met de
arts die uw zwangerschap opvolgt.
Download