SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL 2014-2018 School: 04XH De Zevensprong Datum:10 februari 2014 Inleiding Functie van het schoolondersteuningsprofiel In het schoolondersteuningsprofiel wordt een beeld gegeven van de mogelijkheden en grenzen die de school heeft als het gaat om het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke (extra of aanvullende) onderwijsbehoeften. Uit het document blijkt of de school voldoet aan de basisondersteuning die door het bestuur van de school en het nieuwe samenwerkingsverband waartoe de school in het kader van Passend Onderwijs gaat behoren is vastgesteld. Voldoet de school hier nog niet geheel aan, dan is het aan het bestuur en de school om ervoor te zorgen dat (bijvoorbeeld middels begeleiding en scholing) alsnog aan het afgesproken niveau kan worden voldaan. Uit het document blijkt ook of de school eventueel nog meer kan bieden dan de basisondersteuning, namelijk ‘arrangementen’ voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 2 Samenstelling en vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel Het schoolondersteuningsprofiel van de school is opgesteld door de directie van de school in overleg met het team. Na opstelling is dit schoolondersteuningsprofiel ter advisering aan de medezeggenschapsraad van de school voorgelegd. Na uitvoering of beargumenteerde afwijzing van dit advies heeft het bevoegd gezag het schoolondersteuningsprofiel voor de periode 2014-2018 vastgesteld. Ieder jaar zal er binnen de school een herijking plaatsvinden, het SOP is een levend document. Namens het bestuur: St De Groeiling Naam: Els van Elderen Functie: Lid College van Bestuur van St. De Groeiling Handtekening: Plaats en datum: Namens de school: De Zevensprong Naam: J.T.M. Broer-van der Ham Functie: schooldirecteur bij St. De Groeiling Handtekening: Plaats en datum: Names de M.R.: De Zevensprong Naam: Functie: Handtekening: Plaats en datum: Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 3 Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................................................................................................................................. 2 Functie van het schoolondersteuningsprofiel ...................................................................................................................................................................... 2 Samenstelling en vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel ................................................................................................................................... 3 Algemene gegevens .......................................................................................................................................................................................................................... 5 Onderwijsvisie/schoolconcept .......................................................................................................................................................................................................... 5 Kengetallen ...................................................................................................................................................................................................................................... 15 Basisondersteuning ......................................................................................................................................................................................................................... 18 Basiskwaliteit ...................................................................................................................................................................................................................... 18 Planmatig werken ............................................................................................................................................................................................................... 19 Preventieve en licht curatieve interventies........................................................................................................................................................................ 20 Afspraken in het kader van de basisondersteuning, gerelateerd aan leerlingkenmerken ................................................................................................ 21 Extra ondersteuning ........................................................................................................................................................................................................................ 23 Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 4 Algemene gegevens naam school brinnummer naam directeur naam intern begeleider(s) naam bestuur De Zevensprong 04XH Jeannette Broer Elvia Schenk De Groeiling, Stichting voor Katholiek en Interconfessioneel Primair Onderwijs samenwerkingsverband Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Midden Holland Onderwijsvisie/schoolconcept De pedagogische school De belangrijkste opdracht van de school is de vorming van kinderen tot verantwoordelijke en zelfstandige mensen. De pedagogische kwaliteit van de school staat daarom voorop. Kinderen groeien op in een samenleving die veel van hen vraagt. Er is een enorme verscheidenheid aan sociale verbanden. De dominantie van traditionele waardestelsels - als die van de Kerken - lijken weg te vallen. Daardoor wordt een groot beroep gedaan op het vermogen van de mens zin en richting aan zijn leven te geven. Een goede opvoeding is daarom van eminent belang. De ouders zijn de eerste en eindverantwoordelijken in de opvoeding van hun kinderen. Onderwijsvisie/Schoolconcept Toch heeft ook de school daarin een belangrijke taak. Juist in de ontmoeting met andere kinderen en met de werkelijkheid van cultuur en natuur kan een kind zijn identiteit ontwikkelen. Daarom richten wij ons op de Zevensprong niet alleen op de cognitieve ontwikkeling, maar nadrukkelijk ook op de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. Op school zitten geen kinderen, maar mensenkinderen. De pedagogische kwaliteit van de school staat of valt met een sfeer, waarin een kind zich veilig voelt en zich kan welbevinden. Daarom ook proberen wij op de Zevensprong tegemoet te komen aan de basisbehoeften van kinderen: Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 5 behoefte aan relatie. behoefte aan competentie. behoefte aan autonomie. De groepsleiders zijn zich in al hun handelen bewust van hun pedagogische rol. Als volwassenen hebben zij een voorbeeldfunctie voor kinderen. Daarom mogen er hoge eisen gesteld worden aan de pedagogische kwaliteiten van de groepsleiders. Kernbegrippen daarin zijn: Betrokkenheid; de groepsleiders voelen zich betrokken met de kinderen en hun ontwikkeling. Tegelijkertijd stimuleren ze de onderlinge betrokkenheid tussen kinderen. Verantwoordelijkheid; de groepsleiders weten zich verantwoordelijk voor de kinderen. Tegelijkertijd leren zij de kinderen verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor elkaar te nemen. Dit is een groeiproces, van de groepsleiders wordt verwacht dat zij kinderen die verantwoordelijkheden geven die zij aankunnen. Respect; de groepsleiders hebben respect voor de identiteit, de eigenheid van ieder kind. Met die houding benaderen zij de kinderen, zoals zij ook aan kinderen overbrengen dat zij elkaar met respect benaderen. Vertrouwen; de groepsleiders geven kinderen hun vertrouwen, zonder vertrouwen kan er geen sprake zijn van een pedagogische relatie. Het is een belangrijke opdracht van groepsleiders het zelfvertrouwen van kinderen te bevorderen. Vertrouwen in anderen leer je in een omgeving waarin je je veilig voelt. Het gevolg van bovenstaande is dat we kinderen zien als een mens in zijn geheel. We observeren/kijken naar welbevinden, betrokkenheid en competentie om te bepalen hoe de kinderen functioneren. (EGO: ErvaringsGericht Onderwijs) Modern leren De school brengt de nieuwste inzichten over leren en onderwijzen in de praktijk. De eisen en mogelijkheden van de hedendaagse samenleving zijn richtinggevend voor de onderwijskundige en didactische keuzes van de school. Dagelijks krijgen we een enorme hoeveelheid informatie te verwerken. We hebben toegang tot een informatiestroom die onbeperkt lijkt. De maatschappij vraagt van ons om daarmee om te kunnen gaan. Al die informatie leidt echter niet als vanzelf tot meer kennis, laat staan tot meer wijsheid. Op de Zevensprong wordt daarom veel aandacht besteed aan de manier waarop kinderen kennis vergaren, aan integratie van het geleerde (je moet informatie een plaats kunnen geven) aan reflectie (het op zijn waarde schatten van de verkregen informatie). Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 6 Gelukkig zijn er voldoende nieuwe inzichten en werkwijzen die het ons mogelijk maakt de uitdagingen van de nieuwe eeuw, van de informatiemaatschappij, aan te gaan. We moeten echter ook vaststellen dat onderwijskundigen, pedagogen, beleidsmakers, e.d. geen eenduidige antwoorden geven op de vragen van de nieuwe eeuw. Wij moeten dus zelf keuzes maken; ook op de Zevensprong. Daarbij laten we ons leiden door onze uitgangspunten. Zo kunnen we een aantal hoofdlijnen formuleren: We gaan uit van het kind. Het gaat in de school om de werkelijkheid. In de wisselwerking tussen het kind en de werkelijkheid zijn integratie en reflectie kernbegrippen. Daarbij kunnen ook een aantal basisvaardigheden geformuleerd worden, die kinderen nodig hebben om in de werkelijkheid van vandaag en morgen te kunnen staan. Ad. 1 De Zevensprong kiest als vertrekpunt altijd voor het kind. De school komt tegemoet aan de basisbehoeften van kinderen en hun verschillende leerstijlen. Dat betekent o.a. dat de school kinderen de ruimte geeft tot zelfstandig bezig-zijn en samenwerkend leren. Dit is op zich niet nieuw. Wel nieuw is de ‘theorie’ van samenwerkend leren, gebaseerd op de principes: individuele aanspreekbaarheid, zichtbaarheid en veiligheid. We erkennen dat kinderen verschillen en die verschillen willen we vruchtbaar maken in de leerprocessen van kinderen. Onder andere daarom werken we in stamgroepen. We kunnen ons echter wel afvragen of we die verschillen goed genoeg gebruiken. Omdat kinderen verschillen, moeten we ook erkennen dat kinderen zich verschillend ontwikkelen. Onderwijs is geen eenheidsworst, waarin van alle kinderen op hetzelfde moment hetzelfde gevraagd wordt. Dat maakt een specifieke zorgstructuur, met een daarop toegesneden kind-volgsysteem nodig. Ad. 2 In school gaat het altijd om de werkelijkheid. Goed onderwijs staat met beide benen in de werkelijkheid van het kind. Een kind moet een verbinding kunnen leggen tussen de leerstof en zijn werkelijkheid, hij moet ervaren dat hij iets kan met wat hij leert, dat hij er iets aan heeft. Daarom is wereldoriëntatie een van de kernactiviteiten in de school. Daarom kiest de school voor methoden en werkwijzen die de werkelijkheid tastbaar maken, bijv. in een realistische rekenmethode. Een gemeenschap De school vormt een gemeenschap van kinderen, groepsleiders en ouders. In alle verscheidenheid tussen mensen vormt zij een eenheid, die gekenmerkt wordt door Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 7 betrokkenheid en verantwoordelijkheid. We noemen de pedagogische kwaliteit de belangrijkste kwaliteit van de school. Deze kwaliteit kan alleen ten volle tot zijn recht komen als de school, een gemeenschap vormt in al zijn niveaus en geledingen. Dus zowel op het niveau van de stamgroep, als op dat van de school als geheel. Dus zowel in de relatie tussen kinderen onderling, tussen kinderen en groepsleiders, als die tussen de groepsleiders onderling, en groepsleiders en ouders. Mensen zijn in deze tijd steeds meer op zichzelf gericht; betrokkenheid bij anderen, de bereidheid om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen, zorg voor elkaar te hebben, lijken af te nemen. Oude gemeenschapsverbanden die rustten op deze waarden zijn afgebrokkeld of zelfs helemaal verdwenen. We willen geen collectieve moraal, geen collectieve identiteit meer opgelegd krijgen. We willen zelf onze (morele) keuzes maken. Zelf (morele) keuzes maken; we willen graag dat kinderen dat leren. De school is bij uitstek een plaats waar kinderen dat kunnen leren. Op school zijn ze immers jarenlang, een groot deel van de tijd om hetzelfde bij elkaar, waarbij ze aangesproken worden op hun totale mens-zijn. Op school ontmoeten kinderen elkaar, en daarom is de school een ideale oefenplaats voor socialiteit en sociale vaardigheden; een ideale oefenplaats voor de ontwikkeling van morele waarden en normen. De groepsleiders weten zich bewust van hun pedagogische rol. Zo bouwen zij met de kinderen aan een gemeenschap die in hoge mate zichzelf ordent. Die gemeenschap legt geen collectieve waarden of collectieve identiteit op, maar accepteert en koestert de onderlinge verscheidenheid tussen kinderen. Juist als ieder in zijn bijzonderheid en eigenheid tot zijn recht kan komen, gezien wordt, kunnen we ons meer met elkaar verbinden; kan de gemeenschap die groeit, rijker worden; worden de leden van de gemeenschap in sociaal en moreel opzicht meer uitgedaagd en rijker. In zo’n gemeenschap, een eenheid in verscheidenheid, kunnen kinderen zich betrokken bij elkaar voelen, vrijwillig verantwoordelijkheid voor elkaar nemen. Het team van groepsleiders vormt in dezelfde geest een deelgemeenschap van de gehele schoolgemeenschap. De school en iedere individuele groepsleider worden rijker in de erkenning van ieders eigen bijzonderheid en kwaliteiten. De activiteiten, die in het navolgende beschreven worden over de opbouw van de school als gemeenschap gelden op overeenkomstige wijze voor het team van groepsleiders. Ook de deelname van ouders in de schoolgemeenschap, op alle niveaus, is belangrijk. Dus zowel op het niveau van het individuele kind (betrokkenheid bij het ontwikkelingsproces), als die van de stamgroep (ouderhulp), als die van de school als geheel (mede-organiserend en -beleidsbepalend). Deelname van ouders kan alleen op basis van vrijwilligheid. Toch is de keuze voor (een Jenaplanschool) de Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 8 Zevensprong geen vrijblijvende aangelegenheid. Wie voor zijn kind een school kiest die een gemeenschap wil zijn, zal van die keuze ook de consequentie moeten aanvaarden: zich naar vermogen verantwoordelijk weten voor het goed functioneren van die gemeenschap. Op de Zevensprong dragen de volgende activiteiten bij aan de bouw van de school, of groep, als gemeenschap Kinderen worden betrokken bij de ordening van de gemeenschap – in de mate die hun ontwikkeling mogelijk en nodig maakt. Meepraten, meebeslissen en medeverantwoordelijkheid hebben voor de onderlinge verhoudingen, voor de gang van zaken op school; en voor een goed beheer en gebruik van de middelen en ruimte. Samenwerkend leren wordt waar mogelijk en wenselijk in de praktijk gebracht. Onderlinge hulp neemt een belangrijke plaats in. Dit kan ‘spontaan’ plaatsvinden, maar ook geregeld worden in de vorm van mentorschappen (bijv. bij de opvang van nieuwe kinderen in de groep) of tutorsystemen (een ouder kind, die een jonger kind begeleidt bij bijv. het lezen). We geven veel aandacht aan elkaars ontwikkeling en werk. Dit kan door de hele stamgroep te betrekken bij het formuleren van opdrachten, waarmee één of enkele kinderen aan de slag gaan. De groep wordt dan ook betrokken bij verslaggeving, reflectie en/of evaluatie. Een andere vorm – van de aandacht voor elkaars ontwikkeling – is het openbaar maken van wat gedaan of gemaakt is in vieringen, door middel van uitstallingen, groepskranten, e.d. Vormgeving en verzorging zijn daarbij bijzonder belangrijk. Vieringen hebben in een gemeenschap een heel bijzondere plaats. Het zijn de hoogtepunten in een gemeenschap. We ervaren dat het goed is met elkaar te zijn. Op de Zevensprong onderscheiden we drie typen vieringen: In de stamgroep, dagopeningen, verjaardagen, een groepsavond. De wekelijkse vieringen met de hele school, vooral weekopeningen en weeksluitingen. De jaarlijkse vieringen, zoals het sinterklaasfeest, het kerstfeest, het zomerfeest en het winterfeest. Vieringen zijn een weerspiegeling van de kwaliteit van de gemeenschap. Met andere woorden: in een viering brengen we tot uitdrukking wat we met elkaar hebben, wat we met elkaar doen. Dat lijkt te impliceren, dat wie een goede gemeenschap met elkaar vormt als haast vanzelf goede vieringen zal beleven en omgekeerd. Vormgeving en verzorging echter zijn in een viering van doorslaggevend belang. Door hieraan onvoldoende aandacht te schenken kan een viering mislukken. Vormgeving en verzorging kunnen vieringen maken en/of breken. Kritische zin De school staat kritisch in de samenleving en wil ook bij kinderen een kritische zin ontwikkelen. Vanuit die instelling houdt de school zich uitdrukkelijk bezig met zingeving. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 9 Mensen worden steeds meer gedwongen keuzes te maken. Of het nu gaat om keuzes in studie of werk, in onze relaties met andere mensen, steeds spelen daaronder de vragen: Wat wil ik met mijn leven? Welke betekenis hebben de mensen, de dingen in mijn omgeving voor mij? Welke overwegingen zijn voor mij belangrijk? In deze tijd, waarin ons de zin van ons leven niet meer gegeven wordt, is het essentieel dat opvoeders kinderen het vermogen laten ontwikkelen zelf zin te geven aan hun leven. Dat is niet los te maken van het ontwikkelen van een kritische zin. Kritische zin wordt helaas nog te veel gezien als synoniem voor ‘tegen-zijn’. Kritische zin is echter een instelling, een houding die rust op het vermogen open te staan voor verschijnselen, opvattingen, e.d, je erover te verwonderen, erover na te denken, en tot een onafhankelijk oordeel, mening of overtuiging te komen; altijd in de wetenschap dat die overtuiging voorlopig is, omdat die ontvankelijk is voor nieuwe inzichten, nieuwe meningen, e.d. Opvoeders, en dus ook de school, moeten zelf ook kritisch in de wereld staan. Dit is een voorwaarde, want opvoeders hebben een voorbeeldfunctie. Omdat wij kritische zingeving zo belangrijk vinden hebben wij op de Zevensprong filosofie tot een van de kernactiviteiten in de school ontwikkeld. De belangrijkste doelen ervan liggen in het vlak van de persoonlijke zingeving en het ontwikkelen van denkvaardigheden. het hechten van groot belang aan reflectie op leren. het belangrijk vinden dat kinderen leren waarderen, letterlijk: voorzien-van-een-waarde. De katholieke school De Zevensprong is een katholieke school. . Dat komt vooral tot uiting in de waarden die we belangrijk vinden en de normen die we hanteren. In de catecheselessen sluiten we zoveel mogelijk aan bij de ervaringswereld van kinderen. Bijbelverhalen hebben een centrale plaats in de catechese les. Wel moeten wij ons afvragen of catechese niet enkel een bijdrage levert aan de sociale, vooral de morele, ontwikkeling van kinderen. En dat vaak op een niet eens zo heel succesvolle manier. Catechese op de Zevensprong richt zich op de zingeving, waarvan de sociale en morele ontwikkeling van de kinderen een zeer belangrijk aspect is. Katholiciteit veronderstelt echter ook een religieuze dimensie. Daarom is steeds de centrale vraag: Hoe ontwikkelen of versterken we de religieuze dimensie, terwijl we weten dat het grootste deel van de kinderen thuis niet religieus wordt opgevoed en terwijl we weten dat een sterk religieus geïnspireerde catechese op gespannen voet kan staan met onze kernactiviteit; de filosofie. Er is een verschil tussen zingeving en zinbeleving. Zingeving is een overwegend rationele aangelegenheid, zinbeleving is een emotioneel bepaalde ervaring. Naast Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 10 zingeving (kerndoel filosofie) is ook zinbeleving heel belangrijk voor kinderen. Zin kunnen we op allerlei momenten in ons leven ervaren (beleven); heel vaak als bijproduct van iets, als we een goed gesprek hebben, als we een prestatie geleverd hebben, bij het zien van een schilderij, bij het luisteren naar muziek… en vooral in vieringen. Juist de katholieke traditie met zijn vele vieringen en rituelen zou een rijke bron kunnen vormen, om uit te putten, als we in de school momenten van zinbeleving willen creëren. Helaas moeten we vaststellen dat we veel betekenissen van die vieringen en rituelen vergeten zijn. Zonder een betekenis heeft een viering of ritueel geen waarde, draagt ze niet bij aan zinbeleving. De opdracht voor de school is voor kinderen betekenisvolle vieringen en rituelen te ontwikkelen, of beter: te laten groeien. Zin kunnen we vooral beleven in vieringen en in rituelen. Vanuit deze basisgedachten formuleren wij de volgende eigenschappen, die voor ons centraal staan: Zelfstandigheid. Een kind is zelfstandig als het zonder hulp van volwassenen een doel kan bereiken. Al in de middenbouw leren de kinderen op de Zevensprong zich doelen te stellen en leren ze deze zelfstandig te bereiken. Verantwoordelijkheid. Op school proberen we de kinderen van jongs af aan zoveel mogelijk verantwoordelijkheid te laten dragen voor hun leren en hun handelen. Het werken met weektaken in de bovenbouw is hiervan een duidelijk voorbeeld. De groepsleider zorgt dat de kinderen zich aan de gemaakte afspraken kunnen houden. Hierdoor ook wordt de stap naar het voortgezet onderwijs kleiner voor de kinderen. Respect. Een van de doelen is ook de kinderen zelfrespect te laten ontwikkelen. Tegelijkertijd leggen we nadruk op het respect voor anderen. Socialiteit. Socialiteit is de eigenschap om op andere mensen ingesteld te raken en zich erom te bekommeren. We schenken daarom veel aandacht aan de sociale ontwikkeling van het kind. Creativiteit. De kinderen worden gestimuleerd gebruik te maken van hun eigen mogelijkheden en van hun omgeving. Dit noemen we creativiteit. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 11 Stamgroepen Opvallend in een Jenaplanschool is het ontbreken van jaarklassen. De Zevensprong kiest voor groepen, waarbinnen meer leeftijdsgroepen aanwezig zijn. Door het leeftijdsverschil in deze zo genoemde stamgroepen kunnen kinderen van elkaar leren en wanneer ze elkaar nodig hebben iets voor elkaar betekenen. In de kleuterbouw de vier- tot zesjarigen, in de onderbouwbouw de kinderen van zes- tot achtjarigen, in de middenbouw de kinderen van acht- tot tienjarigen en in de bovenbouw de tien- tot twaalf jarigen. Buiten het werken in stamgroepen wordt indien noodzakelijk instructie in jaargroepen gegeven. In het schooljaar 2011-2012 is het besluit genomen om van een driejarige naar een tweejarige stamgroep over te gaan. De aanleiding voor het overgaan naar een tweejarige stamgroep was drieledig: - Op het gebied van passend onderwijs zijn er veel veranderingen in het onderwijs: er komen steeds meer kinderen met verschillende niveaus binnen. Als we tegemoet willen komen aan de verschillen tussen kinderen is dit bijna niet meer te doen in een driejarige stamgroep. - Groepsverantwoordelijkheid, Er zijn veel verschillende collega’s die in een stamgroep en de jaargroep werken. Het is onduidelijk wie er eindverantwoordelijk is. - Er zitten grote ontwikkeling verschillen tussen de kinderen in de groepen en hierbij vooral in groep drie. De vraag die bij het team lag was: Komen we voldoende tegemoet aan de behoeftes van alle kinderen? Deze drie punten hebben het team doen besluiten naar een andere stamgroep samenstelling over te gaan. In de jaren 2012-2016 moet naar voren komen of deze samenstelling bevorderlijk is voor de uitgangspunten van het Jenaplanonderwijs en de ontwikkeling van de kinderen. Een stamgroep is een natuurlijke manier van groeperen. Dat lijkt op een gezin of speelgroep op straat, waarbij ook oudere kinderen met jongere kinderen spelen. De kinderen in een stamgroep hebben een leeftijdsverschil van twee tot drie jaar. De kinderen verschillen in belangstelling, aanleg en vorderingen. Hierdoor kunnen ze elkaar positief beïnvloeden. Ze kunnen beter samenwerken en elkaar helpen. Binnen een stamgroep kun je niet verwachten dat kinderen dezelfde vorderingen maken, daardoor bestaat er minder wedijver en accepteren ze elkaars verschillen gemakkelijker. Elk jaar vindt er binnen de stamgroep doorstroming plaats. Eerst ben je de jongste, dan word je de oudste. Een kind blijft dus in principe twee jaar bij dezelfde groepsleider. Dit geeft de mogelijkheid de kinderen beter te leren kennen en te begeleiden. Omdat elk jaar de helft van de stamgroep nieuw is, kan de groepsleider de nieuwe kinderen meer aandacht geven. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 12 Bovendien kan die groep gemakkelijk door de andere kinderen opgevangen worden. Zo worden de bestaande regels en afspraken voor de nieuwe kinderen duidelijk. De oudere kinderen leren verantwoordelijkheid te dragen. De uitgangspunten van het Jenaplanonderwijs. Het jenaplanconcept is een concept, waarin relaties centraal staan: 1. De relatie van het kind met zichzelf 2. De relatie van het kind met de ander en het andere 3. De relatie van het kind met de wereld Om het belang van deze relaties in het jenaplanonderwijs te tonen, zijn er twaalf kernkwaliteiten geformuleerd. Een jenaplanschool richt de omgeving zodanig in, dat deze kwaliteiten gerealiseerd worden. 1. Relatie van het kind met zichzelf Jenaplankernkwaliteiten 1.1.Kinderen leren kwaliteiten/uitdagingen te benoemen en in te zetten, zodanig dat zij zich competent kunnen voelen. 1.2.Kinderen leren zelf verantwoordelijkheid te dragen voor wat zij willen en moeten leren, wanneer zij uitleg nodig hebben en hoe zij een plan moeten maken. 1.3.Kinderen worden beoordeeld op de eigen vooruitgang in ontwikkeling. 1.4.Kinderen leren te reflecteren op hun ontwikkeling en daarover met anderen in gesprek te gaan. 2. Relatie van het kind met de ander en het andere Jenaplankernkwaliteiten 2.1.Kinderen ontwikkelen zich in een leeftijdsheterogene stamgroep. 2.2.Kinderen leren samen te werken, hulp geven en ontvangen met andere kinderen en daarover te reflecteren. 2.3.Kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen en mee te beslissen over het Harmonieus samenleven in de stamgroep en school, opdat iedereen tot zijn recht komt en welbevinden kan ervaren. 3. Relatie van het kind met de wereld Jenaplankernkwaliteiten 3.1.Kinderen leren dat wat ze doen er toe doet en leren in levensechte situaties. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 13 3.2.Kinderen leren zorg te dragen voor de omgeving. 3.3.Kinderen passen binnen wereldoriëntatie de inhoud van het schoolaanbod toe om de wereld te leren kennen. 3.4.Kinderen leren spelend, werkend, sprekend en vierend volgens een ritmisch dagplan. 3.5.Kinderen leren initiatieven te nemen vanuit hun eigen interesses en vragen. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 14 Kengetallen Leerlingpopulatie afgelopen aantal schooljaren lln 1-10-2009 1-10-2010 173 1-10-2011 178 1-10-2012 184 Prognose leerlingenpopulatie 1-10-2013 197 1-10-2014 190 1-10-2015 185 aantal aantal gewichtenlln gewichtenlln 0,3 1,2 7 13 14 7 5 8 20 20+ 20+ 7 7+ 7+ schooljaar 2009-2010 schooljaar 2010-2011 schooljaar 2011-2012 schooljaar 2012-2013 aantal aanmeldingen PCL aantal verwijzingen SBO aantal verwijzingen SO 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 aantal rugzaklln cluster 1 per 1/10 0 0 0 0 aantal rugzaklln cluster 2 per 1/10 3 4 3 7 aantal rugzaklln cluster 3 per 1/10 0 0 0 0 aantal rugzallln cluster 4 per 1/10 5 6 5 6 Opm: steeds per schooljaar het totaal aantal rugzakleerlingen invullen (zowel nieuwe rugzakleerlingen als leerlingen van wie de rugzak doorloopt) Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 15 Officieel gediagnosticeerde leerlingen schooljaar 2009-2010 schooljaar 2010-2011 schooljaar 2011-2012 schooljaar 2012-2013 aantal lln met dyslexieverklaring 2 3 aantal lln met dyscalculie/rekenstoornis 0 0 0 0 aantal meerbegaafde lln met (vermoedelijk) IQ groter dan 130 1 1 aantal lln met hulp of ondersteuningsvraag op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling fte fte aanwezig aanwezig meer meer fte zonder met niet fte dan dan meer bekostiging uit onderwijsondesteuningsstructuur diploma diploma aanwezig fte 0,1 fte 0,2 0,3 fte 0,4 fte 0,5 0,5 1 dan 2 lumpsum ja/nee orthopedagoog x psycholoog x schoolmaatschappelijk werker x Nee, gemeente remedial teacher x x motorisch remedial teacher x intern begeleider x x rekenspecialist x gedragsspecialist x sociale vaardigheden specialist x Pedagogisch Tact (SEO) hele team x hoogbegaafdheidspecialist x x dyslexiespecialist x x speltherapeut x coaching en video interactie Begeleiding x x Opm. Het betreft hier personeel dat is opgenomen in de formatie van de school (dus bv niet de preventief ambulant begeleiders van de GroeiAcademie. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 16 groepsgrootte gemiddelde groepsgrootte Wel combinatiegroepen 25 stamgroep Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 17 Basisondersteuning Basiskwaliteit De volgende indicatoren uit het toezichtkader van de inspectie hebben betrekking op de ondersteuning van leerlingen. http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Toezicht/Toezichtkaders Voor een deel hebben deze indicatoren tevens betrekking op het aspect planmatig werken. Op deze standaarden zullen de scholen in het samenwerkingsverband minimaal voldoende (3) moeten scoren. Voor verdere uitleg/verwerking van de gegevens verwijzen wij naar het schoolplan/jaarplan en jaarverslag van de school. De vijfpuntsschaal is als volgt ingedeeld. 1 = slecht 2 = onvoldoende 3 = voldoende 4 = goed 5 = niet te beoordelen Indicator Toezichtkader 1.4 2.4 4.2 4.4 4.5/ 4.6 4.7 6.1 6.2 6.3 6.4 7.1 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. (Op basis van enquete 2012) De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school. Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De school gebruikt een samenhangend systeem genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 1 2 3 4 x 5 Wordt aan voldaan (score 3 of 4) x Wordt bijna aan voldaan (score 2 Wordt niet aan voldaan (score 1 x x X x x x x x x x x x x x x x x x x Pagina 18 7.2 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen. x De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. x x x Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de x zorg voor de zorgleerlingen. De school voert de zorg planmatig uit. x x De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. x x De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling-niveau haar eigen kerntaak overschrijden. De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerling populatie. x x De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. x x De school evalueert regelmatig het leerproces. x x De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. x x De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. x x De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. x x 4.2 naar aanleiding van de enquete is er een narratief onderzoek gedaan in de school. Hieruit kwam naar voren dat de veiligheid van kinderen onder andere groepsleider gebonden is. Eén van de aanpakken waar het team voor gekozen heeft is het werken volgens pedagogisch tact. Planmatig werken In aanvulling op de standaarden uit het Toezichtkader van de inspectie worden binnen het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Midden Holland extra eisten gesteld ten aanzien van handelingsgericht werken, in lijn met de intenties van passend onderwijs. Ook hier weer de vijfpuntsschaal zoals ook gehanteerd onder 1, met de daarbij behorende toelichting. In dit kader heeft het nieuwe samenwerkingsverband afgesproken dat op al deze indicatoren (op termijn) minimaal voldoende zal moeten worden gescoord. In tegenstelling tot de indicatoren uit het toezichtkader (zie onder 1) ontbreken bij deze indicatoren overigens vastgestelde criteria om een exacte score te kunnen bepalen. De school maakt in dit geval zelf een inschatting. (Daarbij kan ook nog eens gekeken worden naar het eertijds gemaakte schoolzorgprofiel). Indicator handelingsgericht werken Alle leraren verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen. Alle leraren bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen. Alle leraren reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega’s. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 1 x Wordt bijna aan voldaan (score 2) x x x x x 2 3 4 5 Wordt aan voldaan (score 3 of 4) Wordt niet aan voldaan (score 1) Pagina 19 Alle leraren zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben. Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam. Alle leraren werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen (toepassing van het leerlinggesprek). Alle leraren werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak. Alle leraren benoemen hoge, reële SMARTIE-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega’s. Alle leraren werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, een aanpak in drie niveaus en mogelijk een individuele leerling beschrijven. Alle leraren bespreken minstens twee keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider. De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer. Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt. x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Preventieve en licht curatieve interventies Dit aspect van de basisondersteuning is gericht op de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt, al dan niet in samenwerking met de partners. Het referentiekader gaat ervan uit dat in de beschrijving van de basisondersteuning ten minste afspraken worden vastgelegd over de volgende preventieve en licht curatieve interventies. Feitelijk gaat het hier vaak om voorwaarden, bijvoorbeeld in de sfeer van protocollen. een aanbod voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie een afgestemd aanbod voor Op elke basisschool wordt gebruik gemaakt van de protocollen zoals die door het Steunpunt dyslexie, in opdracht van OCW, zijn ontwikkeld: protocol dyslexie groep 1 en 2 (2010) protocol dyslexie groep 3 (2011) protocol dyslexie groep 4 (2011) protocol leesproblemen en dyslexie groep 5 t/m 8 (2011) protocol Ernstige Reken en Wiskundeproblemen / Dyscalculie (2011) Op het speciaal basisonderwijs binnen het SWV wordt gebruik gemaakt van het: protocol dyslexie speciaal basisonderwijs De leraar moet om kunnen gaan met verschillen tussen leerlingen en zelf de extra ondersteuning Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Wordt aan voldaan x Wordt bijna aan voldaan x x Wordt niet aan voldaan x Pagina 20 leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie toegankelijk schoolgebouw met aangepaste werk- en instructieruimtes en hulpmiddelen aanpak gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsproblemen en een protocol voor medische handelingen, alsmede de zorg voor een veilig schoolklimaat kunnen bieden bij basisvakken en lichte gedragsproblemen. Daarbij uitgaande van: de zeven uitgangspunten van OHGW in staat zijn om inhoud te geven aan onderwijsbehoeften van de leerling doelen kunnen stellen kennis van leerstrategieën kennis hebben van leerlijnen bieden van een veilige leeromgeving Vooralsnog is het uitgangspunt de bestaande Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Hierin zijn onder meer opgenomen het toegankelijk maken van het terrein voor rolstoel-gebruikers en het aanbrengen van een traplift. Om te komen tot meer passende huisvesting voor passend onderwijs biedt de huidige wet en regelgeving geen directe oplossingen. De VNG en de PO-Raad hebben aangekondigd te zullen nagaan in hoeverre een gezamenlijke handreiking kan worden samengesteld, om besturen en gemeente op dit punt houvast te bieden. Elke school werkt tenminste met de volgende protocollen: pestprotocol meldcode kindermishandeling de veilige school risico inventarisaties protocol voor medische handelingen Voor zover er protocollen op landelijk niveau beschikbaar zijn, in ieder geval de meldcode kindermishandeling en de risico inventarisaties, wordt gewerkt met deze landelijke protocollen. x x x Afspraken in het kader van de basisondersteuning, gerelateerd aan leerlingkenmerken Aan de hand van de mogelijke leerlingkenmerken en de daaraan gerelateerde ondersteuningsvragen, zijn afspraken gemaakt voor wat betreft de basisondersteuning die alle scholen (op termijn zouden moeten) kunnen bieden. Hieronder wordt aangegeven welke inschatting de school zelf maakt van haar mogelijkheden. leerlingkenmerken ondersteuningsvragen 1) leer- en ontwikkelingskenmerken intellectuele ondersteuningsvragen, leerachterstand, ontwikkelingsvragen, taalhulpvragen en ontwikkelingsvoorsprong Afspraken basisondersteuning Aan deze afspraken wordt voldaan Deze ondersteuningsvragen horen bij uitstek binnen de basisondersteuning, al dan niet met inschakeling van externe expertise. Dyslexie valt binnen de basisondersteuning. Dit geldt niet voor taal x Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Aan deze afspraken wordt bijna voldaan Aan deze afspraak wordt niet voldaan Pagina 21 2) fysieke en medische kenmerken: arrangement ondersteuningsvragen met betrekking tot het gehoor, gezicht, spraak, motorische problemen en anders (epilepsie, Downsyndroom etc). 3) sociaal-emotionele kenmerken ondersteuningsvragen met betrekking tot (faal)angst, teruggetrokkenheid, zelfvertrouwen, weerbaarheid, positie in de groep en contactname (moeite met maken en houden van contact, in het invoelen van emoties e.d.); 4) gedragsmatige kenmerken: arrangement gedragshulpvragen kunnen betrekking hebben op overactief, impulsief, naar binnen gericht en naar buiten gericht gedrag ondersteuningsvragen m.b.t. zelfstandig werken, structureren, zelfstandig begrijpen, doorzetten e.d. onderstimulering, pedagogische verwaarlozing en overbescherming 5) werkhouding 6) problematische thuissituatie ontwikkelingsstoornissen. Over deze ondersteuningsvragen worden geen algemeen geldende afspraken gemaakt in het kader van de basisondersteuning. Het gaat hier om een specifieke problematiek in veel gradaties. Veelal zijn deze leerlingen aangewezen op het speciaal onderwijs. In het kader van de extra ondersteuning zou kunnen worden nagedacht over het creëren van een tussenvoorziening cluster 2 resp. cluster 1 binnen de grenzen van deze regio. Voor zover het gaat om leerlingkenmerken zoals ADHD of behorend tot het autismespectrum (inclusief pdd-nos en Asperger) is het uitgangspunt dat de school, met inschakeling van de onderwijsspecialist, in staat kan worden geacht: - deze problematieken te kunnen signaleren; - een aanpak voor deze leerlingen te kunnen opstellen; - een veilig klimaat voor deze leerlingen te kunnen bieden. Bovenstaande geldt voor zover de school denkt de betreffende leerling zelf de benodigde ondersteuning te kunnen bieden, gefaciliteerd door het SWV. Dit wordt in overleg met de onderwijs-specialist bekeken. Het gaat hierbij om enkelvoudige problematieken. Meervoudige problematieken vallen er buiten. Ook over psychiatrische problematiek (bijv. angststoornissen) worden geen afspraken in het kader van de basisondersteuning gemaakt. Over deze problematiek worden geen algemeen geldende afspraken in het kader van de basisondersteuning gemaakt. Nvt Nvt Nvt Nvt x Nvt Deze ondersteuningsvragen horen bij uitstek binnen de basisondersteuning. x Van belang is dat alle scholen in staat zijn deze kenmerken te signaleren. Het verdere traject voor de betreffende leerling zal in nauw overleg met het CJG moeten worden opgepakt. x Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Nvt x Pagina 22 Extra ondersteuning Hier gaat het om de ondersteuning die scholen in de periode 2014-2018 denken te kunnen bieden naast de basisondersteuning. Het gaat dan om bijzondere ‘arrangementen’ voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze behoeften kunnen betrekking hebben op - leer- en ontwikkelingskenmerken fysieke en medische kenmerken sociaal-emotionele en gedragsmatige kenmerken werkhouding de thuissituatie. Per arrangement wordt beschreven welke bijzondere mogelijkheden de school heeft. Daarbij wordt gekeken naar - deskundigheid die de school heeft of binnen handbereik heeft tijd en aandacht die de school aan leerlingen kan besteden specifieke materialen of voorzieningen waarover de school beschikt mogelijkheden van het schoolgebouw samenwerking met relevante organisaties. In de huidige situatie kunnen soms arrangementen worden geboden dankzij de extra mogelijkheden (financieel en personeel) die worden geboden naast de reguliere financiering en toerusting van de basisschool. Bijvoorbeeld vanuit het samenwerkingsverband WSNS of op basis van de ‘rugzakjes’. Daarom zal tevens worden aangegeven of ten aanzien van een arrangement extra middelen noodzakelijk zijn. De arrangementen die kunnen worden geboden hebben mogelijk een beperking waar het gaat om het aantal kinderen per school of groep dat dit arrangement kan worden aangeboden. Ook dit kan worden aangegeven. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 Pagina 23 De Zevensprong wordt een pilot-school voor het arrangement voor de Weerklank (Cluster 2 school) Hierbij worden de kosten voor de inzet van personeel en middelen met de school verrekend. Dit voorstel ligt nu (21 januari 2014) bij Auris. De zevensprong zal een medium arrangement gaan vervullen, met extra uren voor één van de leerlingen. (intensief arrangement) Arrangement 1 vanaf 2014-2015 De school heeft een aanpak voor kinderen met een spraak-taal stoornis naam AB'er: Deskundigheid : kennis van kinderen met spraak/taalproblematiek (scholing gevolgd door groepsleiders, directie en onderwijsassistenten. Ervaring door het werken met kinderen met een spraak/taalstoornis) Scholing pedagogisch Tact door alle groepsleiders: geen kind buitensluiten. (schooljaar 20132014) Aandacht en tijd: Zie kolom hieronder Voorzieningen: Gebouw: Extra materialen: Woef, Bas, specifieke kindgerichte materialen, geluidsdemping, microfoon, ontvangers en zenders; vanuit de begeleiding en gelden Auris. nvt Samenwerking: samenwerking met Cluster 2 school (de Weerklank): scholing en begeleiding Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel). Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement) middelen om de extra ondersteuning te betalen. Ondersteuning vanuit de Cluster 2 er moet iemand vrij geroosterd worden: gelden voor de ondersteuning/middelen. De expertise van de Cluster 2 scholen is erg belangrijk om de begeleiding van de kinderen binnen het regulier onderwijs mogelijk te hebben en houden. Annelies Keller naam leerling naam school plaats school A. Zevensprong Boskoop inzet coaching / coteaching / overleg ingeschatte uren 40 Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 directe leerlingbegeleiding …..keer X ……uur inzet directe leerlingbegeleiding door regulier onderwijs / cluster 2 2 x 45 minuten regulier onderwijs gewenste scholing of gebruik specifiek cluster 2 materiaal ingeschat arrangement: licht / medium / intensief licht Pagina 24 S. Zevensprong Boskoop 40 2 x 45 minuten 10 uur training L. Zevensprong Boskoop 40 2 x 45 minuten H. Zevensprong Boskoop 80 2 x 2 uur x 1 uur Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 1 regulier onderwijs cluster 2 medew. presentatie SH hardop denkend leren lezen licht regulier onderwijs presentatie CI licht regulier onderwijs cluster 2 medew. presentatie SH medium / intensief Pagina 25 De Zevensprong heeft in het schooljaar 2013-2014 acht kinderen met een rugzakindicatie Cluster 4. Vanuit de Horizon (Cluster 4 school) in Alphen aan den Rijn wordt de school begeleid met ambulante begeleiding en scholing waar nodig. In het kader van Passend onderwijs zullen de gelden voor ondersteuning niet meer naar de scholen maar naar het samenwerkingsverband gaan. De Zevensprong kan de zorg aan kinderen blijven leveren als aan de inzet van extra ondersteuning zoals die hieronder wordt beschreven wordt voldaan. Arrangement 2, vanaf 2013-2014 De school heeft een aanpak voor kinderen met een gedragsstoornis (stoornis in het autistisch spectrum, hoogbegaafdheid met ADHD/autistisch spectrum stoornis) Deskundigheid : Voorzieningen: kinderen met gedragsstoornis al dan niet gecombineerd met hoogbegaafdheid/PDDNOS. Deze kinderen hebben behoefte aan tijd en ruime om tot ontwikkeling te komen. Er kan ook sprake zijn van medicatiegebruik.(scholing gevolgd door verschillende groepsleiders/IB/directie. Ervaring door het werken met, en begeleiding door Cluster 4 scholen) Scholing pedagogisch Tact door alle groepsleiders: geen kind buitensluiten en geen kind een onvoldoende (schooljaar 2013-2014) Extra tijd. Zie schema hieronder Time-out plek bij IB en directie. Aan de hand van een jaarhandelingsplan wordt er met deze kinderen gewerkt zowel binnen als buiten de groep. (door de eigen groepsleider/onderwijsassistent/begeleider vanuit cluster 4) De time-out plek kan in de groepen gecreëerd worden door een study-budy. Of er is gelegenheid om in de IB ruimte of in de directiekamer in alle rust te werken. time out plek, Gebouw: In de IB kamer of directie kamer is een time-outplek, behoeft geen verdere inrichting. Samenwerking: goede samenwerking met cluster 4, en samenwerking bij de groepsleiders onderling: gebruik maken van elkaars talenten. middelen om meer handen in de groep te hebben. Ruimte om time-out plek te maken/hebben. Borging door aanvullende groepen niet groter dan 25 kinderen, niet meer dan 1 ½ kind met arrangement per groep (kinderen met specifieke problemen) geen middelen om extra handen in de groep te hebben. Aandacht en tijd: Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel). Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement) naam AB'er: onbekend naam leerling naam school plaats school L. Zevensprong Boskoop inzet coaching / coteaching / overleg ingeschatte uren 40 Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 directe leerlingbegeleiding …..keer X ……uur inzet directe leerlingbegeleiding door regulier onderwijs / cluster 4 gewenste scholing of gebruik specifiek cluster 4 materiaal ingeschat arrangement: licht / medium / intensief 2 x 45 minuten regulier onderwijs Scholing stoornis autistisch spectrum licht Pagina 26 H. Zevensprong Boskoop 40 2 x 45 minuten 10 uur training regulier onderwijs cluster 4 medew. D. Zevensprong Boskoop 40 2 x 45 minuten regulier onderwijs Zevensprong Boskoop 80 2 x 2 uur x 1 uur 1 M. Zevensprong Boskoop 80 2 x 2 uur x 1 uur 1 J. Zevensprong Boskoop 80 2 x 2 uur x 1 uur 1 H. Schoolondersteuningsprofiel jenaplanschool de Zevensprong 2014-2018 licht Scholing ADHD licht regulier onderwijs cluster 4 medew. medium / intensief regulier onderwijs cluster 4 medew. medium / intensief regulier onderwijs cluster 4 medew. Scholing ODD medium / intensief Pagina 27