NAAM: INSTITUUT MARIAGAARD OOSTERZELESTEENWEG 80 9230 KWATRECHT - WETTEREN NR: Donderdag 6 december 2007 EXAMEN FYSICA – 5C - Hydrodynamica H. Bingé Gelieve elke vraag op een nieuwe bladzijde te beginnen. Dus: vraag 1: blad 1 voorkant, vraag 2: blad 1 achterkant vraag 3: blad 2 voorkant, vraag 4: blad 2 achterkant vraag 5: blad 3 voorkant, vraag 6: blad 3 achterkant vraag 7: blad 4 voorkant, vraag 8: blad 4 achterkant GZRM toegelaten. Let op je nauwkeurigheid! Veel succes! / 55 VRAAG 1: (10p) a. Vertel in het kort wat hydrodynamica inhoudt b. Leg volgende begrippen uit: statica, dynamica, hydro, fluida, aëro. c. Geef 2 toepassingen. VRAAG 2: (5p) Een bidon benzine heeft een volume van 20 l . Bereken de kracht die de bidon op de aarde uitoefent als zijn grondvlak 40cm op 15cm als afmetingen heeft. (ρbenzine= 0,66g/cm³) VRAAG 3: (8p) a. Bereken de hoogte van een zeewaterkolom die een druk uitoefent van 170 kPa. (ρzeewater = 1030kg/m³) (4p) b. Bij een hydraulische pers verplaatst de grote zuiger met 2,00cm als de kleine 30,0cm aflegt. Hoeveel is de kracht aan de grote zuiger als op de kleine een kracht van 600N wordt uitgeoefend. (4p) VRAAG 4: (15p) a. Geef de 3 eigenschappen van een ideaal fluidum. Geef bij elk een kort woordje uitleg. (6p) b. Leid de formule voor het berekenen van viscositeit af? (3p) c. Hoe zou je onderzoeken of een stroming laminair of turbulent is. Geef daarover meer uitleg. (2p) d. Als volgende stromingseigenschappen zijn gegeven: I. olie = 0,986 Pa.s II. volie = 0,500 m/s III. rbuis = 7,00cm Hebben we dan te maken met een laminaire of met een turbulente stroming? (4p) VRAAG 5: (5p) Water stroomt door een leiding met een straal van 50mm. De leiding splitst zich in twee leidingen met een straal van 25mm. a. Als de debieten in elke 25mm leiding 400 l/min zijn, wat is het debiet in de 50mm leiding? b. Wat is de snelheid van het water in zo’n 25mm leiding? VRAAG 6: (2p) Wat is het debiet en de stromingsrichting in de ongekende leiding? VRAAG 7: (5p) a. Geef de wet van Bernouilli b. Wat gebeurt er als we een horizontale stroming hebben? c. Wat gebeurt er als de vloeistof in rust is? VRAAG 8: (10p) Bij bluswerken plaatst de brandweer een pomp op het wateroppervlak. Dat ligt 5,5m lager dan een laadkaai. Via een leiding met een diameter van 110mm wordt het omhooggestuwd. Eenmaal boven versmalt de leiding naar een diameter 70mm. Als het debiet en de druk aan het uiteinde respectievelijk 800l/min en 5,0 bar zijn, hoeveel is dan de druk die de pomp levert? Geef duidelijk aan welke stappen je volgt!