1 Kwantitatief Onderzoek Anne Frank & Musea Een onderzoek naar de kennis van jongeren over het verleden en de voorkeuren die zij hebben bij het bezoeken van tentoonstellingen. 1.1 Inleiding Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is om een duidelijker inzicht te krijgen in de kennis die er bij de doelgroep bestaat over Anne Frank en de Tweede Wereldoorlog, maar ook om de ervaringen en voorkeuren die zij hebben bij het bezoeken van een tentoonstelling duidelijk in kaart te brengen. Het is bij het ontwikkelen van een tentoonstelling voor een specifieke doelgroep van zeer groot belang te weten wat de wensen zijn die de doelgroep heeft. Wat willen zij wel en niet terugzien in een tentoonstelling? Welke elementen (tekst, beeld & geluid en interactiviteit) vinden zijn belangrijk? Een antwoord op deze vragen kan bijdragen aan een zorgvuldig gemaakte tentoonstelling die zeer goed is afgestemd op de doelgroep. In het vorige hoofdstuk van dit adviesrapport is de doelgroep nader omschreven. In deze beschrijving is gekeken naar de informatiebehoefte van de doelgroep, maar ook naar de interessegebieden. Wat houdt hen bezig? Waarin zijn zij geïnteresseerd?. In de hedendaagse cultuur lijkt er een ontlezing (het verschijnsel dat er steeds minder gelezen wordt) onder jongeren plaats te vinden. Er is een toename in het aantal uren dat er naar de televisie wordt gekeken en ook het gebruik van Internet neemt enorm toe. Als men kijkt naar de televisieprogramma’s en internetpagina’s die voor deze doelgroep bestemd zijn lijken begrippen als snel en hip de trend. Het is dan ook zeer aannemelijk dat de doelgroep deze begrippen ook uitgewerkt wil zien in een tentoonstelling. Zitten zij wel te wachten op lange teksten? Waarschijnlijk moet interactiviteit een belangrijke rol spelen in de tentoonstelling, zij willen meer ‘deelnemer’ dan ‘toeschouwer’ van de tentoonstelling zijn. Dit zijn dan ook veronderstellingen waarin het onderzoek duidelijkheid moet bieden. 1.2 Onderzoeksmethode Er is kwantitatief onderzoek gedaan aan de hand van een vragenlijst die verspreid is onder 190 jongeren in de leeftijdsgroep van 18 tot 25 jaar. Er werden in totaal 110 vragenlijsten ingevuld teruggestuurd. Dit is een respons van 57,9 %, die als redelijk hoog kan worden beschouwd. Gekozen is om gebruik te maken van de website www.studentenonderzoek.com waarbij je de gemaakte enquête kunt digitaliseren en vervolgens online (bijvoorbeeld via e-mail) kunt verspreiden. De onderzoekspopulatie bestaat voor een groot deel (63%) uit studenten. Doordat wij de enquête hebben verspreid via de e-mail konden wij van tevoren al respondenten selecteren die tot de bewuste leeftijdscategorie behoorden. De keuze voor het gebruik van een vragenlijst bij het kwantitatief onderzoek is het meest voor de hand liggend omdat dit de manier is om meningen, opinies, houdingen en kennis bij een grote groep personen te meten 1. Vragen/stellingen die in ons onderzoek voorkomen als “Ik vind tentoonstellingen vaak saai en ouderwets” lenen zich bovendien uitstekend voor beantwoording op basis van de Likertschaal. 1.3 Probleemstelling en deelvragen van het onderzoek Onze centrale vraagstelling van het onderzoek luidt als volgt: Hoe kan een tentoonstelling over een relatie tussen het heden en verleden het beste een vorm krijgen, die de doelgroep aanspreekt? Daarbij horen de volgende deelvragen: Welke kennis bestaat er bij de doelgroep al over het onderwerp? Welke elementen (tekst, beeld& geluid en interactiviteit) vinden zij belangrijk in een tentoonstelling? Vinden jongeren het belangrijk dat thema’s als discriminatie en racisme onder jongeren nog voldoende aandacht krijgt? 1.4 Resultaten Deelnemers De meeste respondenten studeerden, een enkeling werkt al na zijn studie te hebben afgerond en een klein percentage zat nog op de middelbare school. Onderstaand cirkeldiagram (figuur 1) laat voor het gemak enkel de verdeling van het opleidingsniveau van de studerende respondenten zien. Bijna de helft van de respondenten (46%) studeerde aan een Hbo-instelling, 32% aan de Universiteit en iets minder dan een kwart (22%) doet een Mbo-opleiding. Figuur 1. Opleidingsniveau studerende respondenten Tweede Wereldoorlog en Anne Frank Om inzicht te krijgen in de kennis van de doelgroep over het verleden vroegen wij de respondenten respectievelijk naar de kennis over de Tweede Wereldoorlog en Anne Frank. Op de vraag “Wat weet je over de Tweede Wereldoorlog?” antwoordde de overgrote meerderheid daarbij over een gemiddelde kennis te beschikken, 22% zegt veel hierover te weten en 11% weinig (zie figuur 2). Wat weet je over de Tweede Wereldoorlog? Weinig 11% Veel 22% Gemiddeld 67% Figuur 2. Kennis over de Tweede Wereldoorlog De vraag “Heb je wel eens van Anne Frank gehoord?” leek overbodig. Van de 110 respondenten was er niemand die hier “Nee” op antwoordde. Anne Frank lijkt anno 2007 onder 18 tot 25-jarigen nog steeds een maximale naamsbekendheid te hebben. Op de vraag of de onderwerpen die terugkomen in haar dagboek, zoals discriminatie en racisme vandaag de dag nog steeds aan de orde zijn antwoordde 67% “Ja, teveel”, 31% “Ja, maar veel minder dan vroeger” en 2% zegt dat racisme en discriminatie iets is wat tot het verleden behoort (zie figuur 3). Figuur 3. Aanwezigheid racisme en discriminatie in de huidige samenleving volgens jongeren Vervolgens antwoord 75% van de respondenten op vervolgvraag “Vind je dat er meer aandacht voor deze onderwerpen moet komen onder jongeren, om het zo in de toekomst te voorkomen?” “Ja, dat lijkt me een goed begin”. 14% zegt dat zolang de mens bestaat dit probleem niet zal verdwijnen en 11% is van mening dat de mensen die zich aangesproken zouden moeten voelen hier toch blind voor zullen zijn en zij zijn daarom ook van mening dat er niet meer aandacht aan besteed moet worden. Tentoonstellingen Figuur 4. Tentoonstellingbezoek onder 18 tot 25-jarigen In het laatste gedeelte van de vragenlijst richtten we ons op tentoonstellingen. Van de ondervraagden zegt de meerderheid, 63%, wel eens een tentoonstelling te bezoeken, 37% zegt dat nooit te doen (Zie figuur 4). Op de vraag “Waar moet een goede tentoonstelling volgens jou voor het grootste gedeelte uit bestaan?” leek de ‘traditionele’ tekst de minst belangrijke. 61% koos hier voor het antwoord “Beeld & Geluid”, 28% voor Interactiviteit (het gebruik van o.a. computers) en slecht 11% vind Tekst het belangrijkste onderdeel van een tentoonstelling (Zie figuur 5). Figuur 5. Belangrijkste element van een tentoonstelling Vervolgens vonden wij het belangrijk welke bovengenoemde elementen van een tentoonstelling meer aanwezig moeten zijn in vergelijking tot het huidige aanbod. Zeer opvallend is de uitkomst van “Beeld & Geluid” te noemen. Slechts een respondent antwoordde hierop dat dit niet moet toenemen. “Interactiviteit” en “Beeld & Geluid” moeten meer aanwezig zijn in tentoonstellingen volgens de jongeren. Alleen de hoeveelheid “Tekst” in tentoonstellingen mag volgens de meeste jongeren niet groeien in aantal (Zie figuur 6). Figuur 6. Populariteit elementen in tentoonstellingen Als laatste deponeerde we de respondenten de stelling “Tentoonstellingen zijn vaak saai en ouderwets”. Op basis van een Likert-schaal konden de respondenten hier op antwoorden op ordinaal niveau van “zeer mee eens” tot “zeer mee oneens”. De meeste respondenten stonden hier neutraal tegenover, namelijk 37% (Zie figuur 7). Figuur 7. Stelling 1.5 Conclusie Aanleiding voor het onderzoek was na te gaan welke kennis er bij de doelgroep bestaat over de Tweede Wereldoorlog en Anne Frank en onderzoeken welke voorkeuren zij hebben als zij een tentoonstelling bezoeken. De uitkomsten van het onderzoek bevestigen bepaalde verwachtingen die wij hadden over de voorkeuren die jongeren ondervinden bij het bezoeken van een tentoonstelling. Welke kennis bestaat er bij de doelgroep? Welke elementen vinden zij belangrijk in een tentoonstelling en vind de doelgroep het belangrijk dat thema’s als discriminatie en racisme vandaag de dag nog steeds onder de aandacht gebracht wordt? Het onderzoek lijkt op al deze vragen een duidelijk antwoord te hebben gegeven. De respondenten kennen Anne Frank goed er was geen enkele respondent die niet bekend was met haar naam. De doelgroep zegt ook redelijk veel te weten over de Tweede Wereldoorlog. Het is dus belangrijk in de tentoonstelling dat we niet opnieuw een geschiedenisles behandelen maar dat de nadruk gelegd zou moeten worden op minder bekende verhalen uit deze tijd. Als het gaat om thema’s als discriminatie en racisme zijn de jongeren in overgrote meerderheid van mening dat hier nooit teveel aandacht aan geschonken kan worden. Het is dus helemaal niet erg om deze thema’s in de tentoonstelling een zeer prominente rol te laten spelen. Het is zelfs aan te bevelen het heden en het verleden te koppelen aan de hand van dergelijke thema’s. Daarmee voorkom je ook dat de aandacht weer teveel gevestigd wordt op punten uit de geschiedenis die bij een groot deel van de doelgroep reeds bekend zijn. Als het gaat om de elementen (tekst, beeld & geluid en interactiviteit), die terug moeten komen in de tentoonstelling lijkt het onderzoek zeer duidelijk. Teveel tekst spreekt de jongeren niet meer aan, veel jongeren willen meer interactiviteit terugzien in de tentoonstelling maar vooral beeld & geluid. 61% van de jongeren vind beeld & geluid het belangrijkste onderdeel van de tentoonstelling en maar liefst 99% van de respondenten vind dat er meer gebruik gemaakt moet worden van dit element dan nu in het huidige aanbod van tentoonstellingen het geval is. Hier ligt dus een zeer grote uitdaging. De tentoonstelling zal aan de hand van beeld- en geluidsfragmenten de doelgroep het beste kunnen benaderen en de verschillende thema’s hiermee weer onder de aandacht van jongeren kunnen brengen. Het is daarbij belangrijk dat jongeren zich kunnen identificeren met het onderwerp. Door de thema’s discriminatie en racisme te benaderen vanuit praktijkvoorbeelden uit het heden (denk aan bijvoorbeeld discriminatie van buitenlanders en homoseksuelen) kan je de doelgroep vervolgens voorbeelden tonen uit het verleden en op die manier de link leggen. Zo kunnen jongeren zien dat deze onderwerpen uit het verleden nog steeds, meer dan zij wellicht denken, hun weerklank hebben in het heden.